logo

De Vonder Homepagina


Voormalig huis G507

Volgens het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 is Hendrik Eijsbouts eigenaar van een huis in het dorp:

Kadaster 1811-1832; G507:
Huis en erf, groot 01 roede 60 el, het Derp, klassen 5.
Eigenaar: Hendrik Eijsbouts.

01

Het huis is mogelijk afkomstig van de ouders van Maria Josepha Reijskeij, Josephus Adrianus Josephi Reijskeij en Elisabeth Matthiae van Bussel, en in de archieven is daar summier iets over terug te vinden.

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 265 verso; 02-06-1789:
Joost Bukkems en Francis Bukkems, te Venrooy, verkopen aan Joseph Adrianus Reyskey een keuken en een hof 8 roeden, ene zijde de koper, andere zijde Hendrik Verberne, ene einde de straat, andere einde de kerkpad. Koopsom ƒ 202-12-0.

02

Hendrikus Eijsbouts is geboren te Someren op 16-01-1777 als zoon van Arnoldus Johannes Ysbauts en Johanna Henricus Bennenbroek. Hij is op 03-03-1821 te Asten getrouwd met Maria Josepha Reijskeij, geboren te Asten op 13-10-1790 als dochter van kleermaker Josephus Adrianus Josephi Reijskeij en Elisabeth Matthiae van Bussel. Hendrikus Eijsbouts verhuist naar A64a en is te Asten op 01-06-1865 overleden en Maria Josepha Reijskeij is op 23-04-1879 te Asten overleden.

In 1830 verkoopt Hendrikus Eijsbouts het huis aan Johanna Timmermans:

Notarieel Archief 65-63 Asten; 13-09-1830:
Hendrikus Eijsbouts timmerman, verkoopt aan Johanna Timmermans weduwe van Jan van Hooff, een huis en hof aan marktplein, ene zijde Hendrik Leenen, andere zijde Leonardus Hoefnagels.

Johannes Anthonius van Hooff is geboren te Maarheeze op 13-10-1770 als zoon van Joannes van Hoof en Odilia Boers. Hij is als burgemeester van Maarheeze op 02-09-1810 te Asten getrouwd met Johanna Timmermans, geboren te Asten op 19-01-1778 als dochter van Antonius Francis Timmermans en Johanna Adriaen Smits. Zij hadden samen geen kinderen en Johannes Anthonius van Hooff is op 24-06-1828 te Maarheeze overleden. Johanna Timmermans is teruggekeerd naar Asten en aldaar op 24-05-1842 overleden.

Op basis van de huizingnummers is het huis daarna in bezit gekomen van Agnes Driessen, geboren te Asten op 15-04-1794 als dochter van Hermanus Nicolai Driessen en Anna Margaretha Joannis Sauvé en zus van Lucia Driessen (zie Prins Bernhardstraat 2). Zij verhuist in 1865 naar A79 en is op 23-11-1874 te Asten overleden. Daarna is Ludovicus Hoefnagels, geboren te Asten op 18-11-1837 als zoon van Leonardus Hoefnagels en Lucia Driessen (zie Prins Bernhardstraat 2) eigenaar van het huis. Hij is op 01-05-1865 te Asten getrouwd met Wilhelmina van de Mortel, geboren te Deurne op 05-02-1835 als dochter van Johannes van de Mortel en Elisabeth Franssen.

Het gezin van Ludovicus Hoefnagels en Wilhelmina van de Mortel:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Leonardus Wilhelmus Asten 12-03-1867 Aken ±1900
Anna Pontenagel
Sluiskil 22-01-1935
2 Kind Asten 29-08-1868 Kind Asten 29-08-1868
3 Maria Elisabeth Asten 05-10-1869 Asten 11-05-1896
Wilhelmus Johannes Coolen
Eindhoven 16-09-1949 zie Voormalig huis G671
4 Hendrikus Jacobus Asten 29-11-1870 Ongehuwd Arnhem 12-04-1909 *
5 Johannes Franciscus Asten 26-11-1871 Kind Asten 29-08-1872
6 Jacobus Hubertus Asten 06-11-1872 Ongehuwd Antwerpen (B) 12-01-1890 **
7 Lucia Christina Asten 08-03-1876 Ongehuwd Asten 25-12-1902 *
8 Johannes Franciscus Asten 31-05-1877 Kind Asten 21-01-1878

*  Hendrikus Jacobus Hoefnagels en Lucia Christina Hoefnagels woonden in bij Leonardus Wilhelmus Hoefnagels, tot het vertrek van Hendrikus Jacobus Hoefnagels in augustus 1908 naar Arnhem
** zoon Jacobus Hubertus Hoefnagels was een ziekelijke, doch zeer godsdienstige jongen, zoals opgeschreven in de Annalen van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, jaargang 8, 01-03-18901  met rechts daarvan het bidprentje bij zijn overlijden:

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1879 woont eerst Agnes Driessen en later haar neef Ludovicus Hoefnagels in het huis met huizingnummer A77b en vanaf 1869 nummer A115:

03

In het huis woont ook oom Petrus (Pieter) Hoefnagels, geboren te Asten op 08-10-1794 als zoon van Jacobus Gerardus Hoefnagels en Hendrina Antoni Verleijsdonk. In de avondbode van 10-02-1841 wordt hij opgeroepen om zich te melden in verband met een erfenis:

Waar de ongehuwde Petrus (Pieter) Hoefnagels in die tijd verbleef, is vooralsnog onbekend en hij is op 16-04-1868 te Asten overleden.

Ook over de periodes 1879-1890 en 1890-1900 wonen schoenmaker Ludovicus Hoefnagels en Wilhelmina van de Mortel met hun gezin en vele dienstmeiden en dienstknechten in het huis met huizingnummer A121:

04

Ludovicus Hoefnagels is op 16-04-1900 te Asten overleden en Wilhelmina van de Mortel woont daarna met haar kinderen Hendrikus Jacobus en Lucia Christina in het huis. In april 1902 verhuizen zij naar A276 en komt zoon Leonardus Wilhelmus Hoefnagels in het huis wonen, die het beroep van schoenmaker voortzet. Hij is rond 1900 te Aken getrouwd met Anna Catharina Gertrudis Pontenagel, geboren te Ahaus (D) op 17-05-1860 als dochter van Daniel Pontenagel en Anna Catherina Gertruda Ubbing. In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 14-06-1900 hun huwelijksaankondiging:

In het bevolkingsregister over de periode 1900-1910 is het huizingnummer A133:

05

Wilhelmina van de Mortel is op 24-04-1908 te Asten overleden en Leonardus Wilhelmus Hoefnagels en Anna Catharina Gertrudis Pontenagel wonen ook in de periode 1910-1920 in het huis met huizingnummer A140, maar zijn beroep is dan organist. Zij verhuizen rond 1912 naar A317 en van daaruit naar Sas van Gent:

06

Wim Nolens2 heeft in zijn Astense verhalen nog het volgende opgetekend over Leonardus Wilhelmus (Nardje) Hoefnagels:

Een beslist niet-leugentje uit de gebeurtenissen in ons dorp moet ik toch nog even kwijt. In ons dorp woonde een gewezen schoenmaker, 'n zekere Nardje Hoefnagels. 't Was niet zo'n gewone schoenmaker. Hij was al op veertigjarige leeftijd met z'n stiel gestopt en wandelde sinds die tijd als heer verkleed met bolhoed en wandelstok parmantig door ons dorp. Wat was er namelijk gebeurd? Nardje was, toen hij even in Limburg was, 'n struise dame tegen het lijf gelopen; een Fraulein uit 't "grosze Vaterland" die na de kennismaking met ons Nardje al gauw in de gaten had, dat hij van z'n opgepotte centjes een aardig nestje had gekweekt. Het lukte haar zowaar onze vriend binnen zeer korte tijd aan de haak te slaan en werd de huwelijksband zeer kort nadien in Aken voltrokken. Vanaf die tijd was het uit met de schoenmakerij; leest en pekveters maakten plaats voor een keurig kostuum en een keurige bolhoed. Nu komt echter het grote nieuws. Op zekere dag deed in ons dorp het gerucht de ronde, dat Nardje benoemd was door koningin Wilhelmina als burgemeester van Sas van Gent. Het bleek inderdaad de waarheid te zijn. Het duurde slechts enkele dagen toen buren het echtpaar zagen vertrekken voor kennismaking met het gemeentebestuur van Sas van Gent. Toen een dag later een buurvrouw vrouw Hoefnagels tegenkwam en vroeg, hoe de kennismaking verlopen was, antwoordde de vrouw van de pas benoemde magistraat: "So freundlich ontvangen" en wat het meest getroffen had "O, zo'n eerbied voor 't gezag". De familie Hoefnagels is uit ons dorp vertrokken maar werd niet uitgeluid door de buurt. Nardje is slechts korte tijd burgemeester geweest. Ze hadden in Sas van Gent al spoedig in de gaten welk vlees zij in de kuip hadden. Zij hebben niet lang in Sas van Gent.gewoond. Ik weet niet waar de familie Hoefnagels is gebleven en ook niet of Nardje z'n oude stiel weer heeft opgenomen. Misschien in het grosze Vaterland. Mochten jullie bovenstaand verhaal niet geloven, ga dan eens kijken in de archieven van de gemeente Sas van Gent, tussen de jaren 1910 en 1920. Het juiste jaar herinner ik mij niet, helaas.

Dit mooie verhaal van Wim Nolens wordt hieronder verder uitgewerkt:

07

In de nieuwe Tilburgsche Courant van 28-06-1906 wordt de belangstelling van Nard Hoefnagels voor de gemeenteraad al genoemd. In dagblad de Tijd van 19-12-1913 staat dat Leonardus Hoefnagels ook andere zaken om handen had zoals hier een commissariaat.

08

In de Middelburgsche Courant van 30-07-1915 de benoeming van Leonardus Hoefnagels tot burgemeester van Sas van Gent. De Middelburgsche Courant van 27-12-1924 vraagt burgemeester Leonardus Hoefnagels een prijsopgave voor bestrating.

09

10

Bij de Heemkundekring Sas van Gent3 staat het volgende over Nard Hoefnagels opgeschreven:

Men beleefde het als een ramp dat iemand van buiten Sas in de plaats van Petrus (Peetje) Wauters tot burgemeester was benoemd. Dat was Leonardus Wilhelmus Gregorius Hoefnagels, afkomstig uit het Noord-Brabantse Asten. Niet zo lang na zijn komst is hij uitgetekend in een 57 pagina's tellende brochure, die als titel kreeg "Christen of phariseeër. Karakterbeeld van een valschen profeet in leven en daden geschetst voor stad- en tijdgenooten". De schets is gemaakt door "Fulgur Ardens", een niemand iets zeggende naam of pseudoniem. Ook niet voor de toenmalige "stad en tijdgenooten". 17 Augustus 1915, de dag zijner inhuldiging, wordt een historische dag voor Sas genoemd, maar schijn bedriegt zegt men, want verder in het geschrift is de viervoudige betekenis van Hoefnagels als mens, Christen, partijman en burgemeester, uit de doeken gedaan.

In het hoofdstuk dat handelt over "de mens Hoefnagels" wordt zelfs zijn vrouw, Anna Catharina Gertrudis Pontenagel, niet gespaard omdat ze van Duitse afkomst was. De schrijver leek zodanig met haat vervuld, dat zelfs de maaltijd die bij de installatie is aangeboden, over de hekel werd gehaald. In zijn verblindheid zag hij niet meer dat Hoefnagels aan de samenstelling van het menu part noch deel heeft gehad. De "Christen Hoefnagels" wordt in 't Huiselijk négligé afgespiegeld en als "partijman" komt hij er ook maar bekaaid vanaf als "acteur achter de coulissen". Zijn verleden als schoenmakerspatroon en een dienstbode-historie worden niet over het hoofd gezien, maar de kroon steekt uiteraard "Hoefnagels als burgemeester". Om aan te tonen hoe slecht mens hij wel was, wordt er zelfs de begrafenis van een burgemeester van Dordrecht bijgesleept. In die passage komt de zin voor: "Wat zal er gezegd worden in de gemeente, waar gij het gezag hadt Burgemeester Hoefnagels. En wat er dan van hem gezegd is?" Hij wilde wel carnaval afschaffen, maar toch werd er niet zo heel lang na zijn overlijden een belangrijke straat naar hem genoemd!

We zijn over schelden en scheld- of lapnamen enzovoort begonnen en kwamen daardoor terecht in een verhaal over burgemeester Hoefnagels. Als u ooit eens zou willen lezen hoe men ook in Sas eens geprobeerd heeft iemand kapot te schrijven en hem door het slijk te sleuren, dan moet u de hiervoor genoemde brochure maar eens lezen. De Heemkundige Kring verzorgde er in 1983 een herdruk van. Natuurlijk weet niemand wie de samensteller van het geschrift is geweest, wie de druk verzorgde of wie de kosten daarvan betaalde. De blauwe omslag zou in een bepaalde richting kunnen wijzen, maar ook toen waren de echte Sassenaars te heldhaftig om eerlijk en met open vizier te strijden. Hoefnagels evenwel bleef overeind als een rots in de branding en zijn aanzien als bestuurder steeg met de jaren.

Maar we keren terug naar de Hoefnagels zoals wij die gekend en beleefd hebben. Op een goeie dag gooit van den Hemel flink roet in het eten. En nog terecht ook. De burgemeester had de rare gewoonte om zich op het stadhuis te laten knippen en scheren. Met dat scheren hadden we niets uitstaande, maar als meneer geknipt was, dan pakte de kapper zijn koffertje en verdween, de restanten latende voor wie er interesse in had. De bel ging twee maal, dus van den Hemel verscheen op het appèl. De burgemeester vroeg hem het afgeknipte haar op te ruimen, maar van den Hemel zei dat hij dat niet deed. Daar was hij niet voor ingehuurd. De burgemeester boos maar van den Hemel hield stand en alle dreigementen die aan zijn adres geuit werden, werden netjes voor kennisgeving aangenomen. Hij ging wel de wethouders Neeteson en Marquinie informeren, die hun plezier om het gebeurde niet onder stoelen of banken staken. Toen Hoefnagels met zijn klachten in de vergadering van Burgemeester en Wethouders voor de dag kwam, moest hij snel bakzeil halen. Het secretarie-personeel is voor altijd van het karwei ontslagen gebleven.

Burgemeester Hoefnagels was geen bangerik. Bij de staking bij de Stijfselfabriek (later C.P.C.) in 1929 was het nogal eens rumoerig op straat. Er waren onderkruipers of ratten uit eigen streek, maar ook Belgen meenden er zich mee te mogen bemoeien. Dat werd allemaal zoveel als mogelijk belet en dat gaf uiteraard spanningen en rellen. De Marechaussee te paard probeerde dan de orde te herstellen en gebruikte daarvoor de blanke sabel. Tussen al dat gewoel kon je ook de burgemeester vinden. Met zijn ambtsketen om, zoals dat behoort in woelige tijden, kwam hij zich persoonlijk van de zaken op de hoogte stellen. Van schelden of vloeken trok hij zich niets aan. Uiterlijk bleef hij zelfs heel kalm. Minder rustig bleef hij toen Pastoor Doens hem eens op kantoor kwam opzoeken. Bij de ontvangst stond de burgemeester op van zijn stoel, begroette de pastoor en reikte hem de hand. Meneer pastoor reageerde met de opmerking: "Een draaier geef ik geen hand". Daarmee was meteen de sfeer bepaald.

Foto hieronder: Burgemeester Hoefnagels bij de staking in 1929

11

Hoe snel Hoefnagels van de kaart was of hoe boos hij zich kon maken, bleek nog eens toen hij in Middelburg voor de ambtenarenrechter moest verschijnen in een zaak die door Paul Hamelijnck, als ontslagen directeur van het arbeidsbureau, daar was aangedragen. Paul's zoon Frans, die een functie vervulde bij de Raad van Arbeid in Den Bosch, had zich het geval van zijn vader aangetrokken. Toen hij bij de gemeente geen gelijk kon vinden, bracht hij de zaak aan bij de ambtenarenrechter. Hij vertegenwoordigde ook daar zijn vader en moet het in zijn pleidooi gehad hebben over "Het dorpje Sas van Gent". Dat sloeg bij Hoefnagels zó aan dat hij zelfs nog op de terugweg in Vlissingen op de verkeerde boot stapte en in plaats van in Terneuzen, in Breskens terecht kwam. Nu voor ons heel gewoon, maar toen een groot verschil, want in Breskens ontstond er wel een groot vervoersprobleem en een taxi huren was een te dure zaak.
Over burgemeester Hoefnagels kun je hele verhalen ophangen. Hij was bijvoorbeeld Roomser dan de Paus, miste geen dag in de kerk, controleerde onze kerkgang, enzovoorts Als hij iets schreef, een ontwerp voor een brief of redevoering bijvoorbeeld, dan stond er boven aan het papier steevast: A.M.D.G. als afkorting van "Ad majorem Dei gloriam", hetgeen zoveel betekent als "Tot meerdere eer en glorie van God". Wij hadden daarvan gemaakt: Alle meisjes dansen graag, of, iets minder duidelijk: Alle meisjes doen 't graag. Je typte natuurlijk al hetgeen je opgedragen werd, maar dat A.M.D.G. vergat je straffeloos.
De secretaris met een stoel in de hand in de achtervolging van de burgemeester, was ook in Sas een niet alledaags verschijnsel. Hoe dat kwam?
Op een goede dag gaf burgemeester Hoefnagels de vloeiboeken terug met de mededeling dat hij één brief niet had getekend, omdat de inhoud daarvan niet juist was. "Zeg dat maar tegen de secretaris, dan weet hij wel wat ik bedoel". Die boodschap werd braaf overgebracht waarop de secretaris reageerde met zoiets van: "Dat ie oploopt, die rotvent". Een uurtje later vraagt de burgemeester wat de secretaris gezegd heeft. Dat kon je natuurlijk niet navertellen en daarom kreeg hij te horen "dat hij het wel eens zou bekijken". Toch werd de sic ingelicht over dat verzoek, met als antwoord: "Dat ie stikt". 's Middags wilde de burgemeester weten of die brief al was overgetikt. Dat was niet het geval, waarop de opdracht volgde aan de secretaris te vragen wat haast te maken, want die brief moest de deur uit! Met hangende pootjes weer naar de sic met de boodschap dat de burgemeester weer naar die brief gevraagd had en gezegd had dat er haast bij was. Opnieuw wat gegrom, maar er gebeurde niets. Nou zat de secretaris nogal eens in de raadszaal te werken en de burgemeester kon niet naar het toilet zonder die ruimte te passeren. Op het moment dat het zover was schoot de sic uit z'n slof en wilde weten wat dat eigenlijk was met die brief. De burgemeester reageerde met: "Dat is weer zo'n laffe streek van u". Het scheelde maar haar of draad of de sic had een andere streek uitgehaald. Een paar dagen later is er een brief verzonden met een inhoud die geheel aan de wensen van de burgemeester voldeed!
De burgemeester noemde je nooit bij je naam. Je was altijd "vrind". Dat gold voor ieder personeelslid. Zijn opvolgers waren daarin heel anders, bij hen was je gewoon wie je was. Burgemeester Dusarduijn ging daarin het verste en noemde je bij de voornaam, hetgeen de prettigste indruk maakte. Maar ik vernoem al de laatste opvolger van Hoefnagels, terwijl er voor hem nog anderen waren, die overigens niet in de voetsporen van Hoefnagels zijn getreden.

Met streetview is te zien dat in Sas van Gent een straat naar burgemeester Hoefnagels is vernoemd:

12

De Banier vermeldt op 30-08-1933 dat Leonardus Hoefnagels een lintje krijgt. In de Telegraaf van 23-01-1935 het overlijden van Leonardus Hoefnagels. Zijn vrouw Anna Catharina Gertrudis Pontenagel is op 07-07-1925 te Terneuzen overleden.

13 14

Het verhaal van Wim Nolens klopte dus niet helemaal en Leonardus Wilhelmus Hoefnagels is tot zijn dood burgemeester van Sas van Gent geweest en heeft er ook al die jaren gewoond. Keren we terug naar het huis in de periode 1910-1920 met huizingnummer A140 waar Leonardus Wilhelmus Hoefnagels heeft gewoond:

15

In 1911 is het huis verkocht aan en wordt het bewoond door Matheus Cornelius (Thieu) Lammers, geboren te Someren op 20-05-1881 als zoon van schipper Lambertus Lammers en Maria van Hoek. Hij is te Asten als slager op 18-10-1909 getrouwd met Huberdina Jacoba (Dina) Eijsbouts, geboren op 20-07-1881 te Asten als dochter van bierbrouwer Theodor Eijsbouts en Johanna Hendrika Camps  (zie Hemel 2). Zij woonden daarvoor op het tegenover gelegen huis A122 (zie Voormalig huis G2066).

Volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 08-03-1911 wordt Matheus Cornelius Lammers bestraft voor het mishandelen van de hond van Jacobus Becx:

15a

Ook over de periode 1920-1930 wonen Matheus Cornelius (Thieu) Lammers en Huberdina Jacoba (Dina) Eijsbouts in het huis met huizingnummer A166, ook bekend staand als Stationstraat 4:

16

Linksonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1913 de geboorte van zoon Henricus (Harrie) en rechtsonder in diezelfde krant van 30-12-1913 wenst Mathieu Lammers zijn vrienden en bekenden een Zalig Nieuwjaar:

16a 17

Linksonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-02-1911 de geboorte van zoon Lambert (Bart) en rechtsonder in het Eindhovensch dagblad van 12-11-1919 de geboorte van dochter Johanna (Anneke):

18 19

Ook in de periode 1930-1938 wonen Matheus Cornelius (Thieu) Lammers en Huberdina Jacoba (Dina) Eijsbouts met hun gezin in het huis met het adres Stationstraat 4 en later hernoemd tot Prins Bernhardstraat 4:

20

21 22 23

Boven de rund- en varkensslagerij van Thieu Lammers aan de Stationstraat 4 en rechts een foto van Thieu Lammers en Dina Eijsbouts. Onder de ligging van het huis gezien vanaf de Markt ter hoogte van het vroegere postkantoor en gezien vanaf de Markt ter hoogte van de huidige Burgemeester Wijnenstraat. Het betreft het witte huis linksachter op de laatste foto.

24 25

Matheus Cornelius Lammers verkoopt het huis in 1938 aan Antonie Jan Verdijsseldonck, zoals bericht in de krant de Zuid-Willemsvaart  van 23-05-1938:

Matheus Cornelius (Thieu) Lammers en Huberdina Jacoba (Dina) Eijsbouts verhuizen met hun gezin in 1938 naar Wilhelminastraat 13A en later naar de Prins Bernhardstraat 74A (zie Prins Bernhardstraat 94 en 96). Huberdina Jacoba (Dina) Eijsbouts is op 18-01-1945 te Asten overleden en Matheus Cornelius (Thieu) Lammers is op 11-06-1950 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

26 27

Vanuit de Molenstraat 25 (zie Burgemeester Wijnenstraat 27) komt in het huis wonen rijwielhersteller Antonie Jan Verdijsseldonck, geboren te Asten op 18-06-1898 als zoon van Johannes Verdijsseldonck en Anna Maria van Hoek (zie Marktstraat 5). Hij is op 17-11-1931 te Asten getrouwd met Christiana Cuijpers, geboren te Asten op 06-08-1897 als dochter van Peter Nicolaas Cuijpers en Anna Maria Verleijsdonk (zie Voormalig huis G399).

28

Links een foto van Antonie Verdijsseldonck bij de benzinepomp voor zijn ouderlijk huis 'hotel de Arend' en rechts een foto van Antonie Jan Verdijsseldonck op de DKW 98cc bij zijn woning aan de Prins Bernhardstraat met achterop dochter Annemie en op de voorgrond zoon Piet.

29 30

Hieronder een foto van de Prins Bernhardstraat omstreeks 1960 met rechts de Végé-winkel van Jantje van Bussel en de corsetterie van Nelleke van Bussel. Verder de winkel met pomp van Verdijsseldonck, de winkel van Strik en het woonhuis van Jan Boot. Dan zie je nog de winkel en de kapperszaak van Warnar en helemaal op de hoek de villa die later werd omgebouwd tot restaurant en dan nog de burgemeester Frenckenstraat over naar het cafeeke van de Eijsboutsen met ijssalon en bakkerswinkel. In het midden rechts zie je de schoorstenen en dak van de van Kemenades aan de burgemeester Frenckenstraat.

31

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-01-1939 de verhuizing van Antonie Jan Verdijsseldonck naar de Prins Bernhardstraat 4 en in diezelfde krant van 28-09-1939 de geboorte van dochter Annemieke.

32 33

Zoon Henricus Antonie Anna (Harrie) Verdijsseldonck, geboren te Asten op 30-10-1936, vertelde mij dat zij vroeger veel stankoverlast hadden van de pispaal van de buren van bakker van Bussel (zie Prins Bernhardstraat 2). De zonen en vele bakkersknechten maakten gebruik van de pispaal die stond gericht op de scheidingsmuur tussen hun beider tuinen. 

Antonie Jan Verdijsseldonck is op 17-06-1970 te Asten overleden en Christiana Cuijpers is overleden. Hieronder links het bidprentje van Antonie Jan Verdijsseldonck en rechts op een foto uit 1955 zijn rijwielhandel:

34 35

Het huis waarin zij woonden bestaat niet meer en is in de jaren 60 van de vorige eeuw afgebroken en inmiddels staat er nieuwbouw

Overzicht bewoners

Kadasternummer G507
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
G507 1832 Johanna Timmermans Asten 19-01-1778 weduwe van Hooff
Stationstraat 4, Prins Bernhardstraat 4 (1938)
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1821-1832 Hendrik Eijsbouts Someren 16-01-1777 Maria Reijskeij Asten 13-10-1790 naar A64a
1832-1842 Johanna Timmermans Asten 19-01-1778 weduwe van Hooff 24-05-1842
1842-1859 Agnes Driessen Asten 15-04-1794
A77b 1859-1865 Agnes Driessen Asten 15-04-1794 naar A79
A77b 1865-1869 Louis Hoefnagels Asten 18-11-1837 Wilhelma van de Mortel Deurne 05-02-1835
A115 1869-1879 Louis Hoefnagels Asten 18-11-1837 Wilhelma van de Mortel Deurne 05-02-1835
A121 1879-1890 Louis Hoefnagels Asten 18-11-1837 Wilhelma van de Mortel Deurne 05-02-1835
A121 1890-1900 Louis Hoefnagels Asten 18-11-1837 Wilhelma van de Mortel Deurne 05-02-1835 16-04-1900
A133 1900-1902 Wihelmina van de Mortel Deurne 05-02-1835 weduwe Hoefnagels naar A276
A133 1902-1910 Leonardus Hoefnagels Asten 12-03-1867 Anna Pontenagel Ahaus 17-05-1860
A140 1910-1912 Leonardus Hoefnagels Asten 12-03-1867 Anna Pontenagel Ahaus 17-05-1860 naar A317
A140 1912-1920 Matheus Lammers Someren 20-05-1881 Huberdina Eijsbouts Asten 20-07-1881
A166 1920-1930 Matheus Lammers Someren 20-05-1881 Huberdina Eijsbouts Asten 20-07-1881
4 1930-1939 Matheus Lammers Someren 20-05-1881 Huberdina Eijsbouts Asten 20-07-1881 Wilhelminastraat
4 1939 Antoni Verdijsseldonck Asten 18-06-1898 Christiana Cuijpers Asten 06-08-1897

De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld

Laatst bijgewerkt op 30 oktober 2023, 10:51:08

Heemhuis, Molenstraat 10, 5711 EW, Someren
Open voor bezoekers op dinsdagochtend van 9 tot 12 uur en op donderdagavond van 19 tot 21 uur (0493) 472 423 hkkdevonder@xs4all.nl


Archeologiehuis, Molenstraat 14, 5711 EW Someren
Open na afspraak, bel hiervoor Jacques van Ooijen op 06-36 14 12 02 of mail gewoonjacques@gmail.com


Deze website maakt geen gebruik van cookies

ADM

XSSMMDLGXL

Printen