De pagina Asten/Markt wordt nu weergegeven
Alle binnenliggende delen toevoegen aan selectieAsten toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 29-03-2024 09:03:22
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Markt

De Markt van Asten is gelegen rond het raadhuis en is tegenwoordig het centrale punt van het dorp. Tot rond 1800 was het ook hier een gemeenschap van landbouwers, waarvan enkelen ook een herberg bezaten of een winkelnering dreven. In de 19e eeuw gingen de bewoners zich specialiseren en kwamen er schoenmakers, kleermakers en smeden op de Markt of de directe omgeving. Ook in vroegere tijden werd er al markt gehouden, waarbij de boeren uit de omliggende gehuchten en kooplieden uit de omgeving hun waren verkochten.

Vroeger werd de naam Marktveld gebruikt en er bevond zich een brandkuil, die ook gebruikt werd voor het volksgericht toaffelen, waarbij de gestraften aan een touw door het water werden getrokken. Vanaf 1801 domineerde het raadhuis van Asten de Markt en hieronder een foto met het oude raadhuis en links daarvan herberg de Arend:

01

Op de Markt kwamen de wegen van en naar Lierop, Someren, Vlierden en Meijel samen en daartussen lagen de tot Asten behorende gehuchten. Er is echter ook wat te zeggen voor het feit dat deze wegen samenkomen op het huidige Koningsplein (zie Koningsplein), de plaats waar de oude kerk van Asten stond en mogelijk het 'Huys ten Perre' heeft gelegen. In het koor van die oude kerk vonden de raadsvergaderingen van schout en schepenen plaats tot 1800 plaats. De oudst bekende en gedetailleerde kaart van het dorp van Asten is de kadasterkaart van 1832, waarvan hieronder het deel rond de kerk en het raadhuis:

02

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1929 worden de definitieve namen toegekend aan de straten van Asten en de Markt wordt als volgt beschreven:

03

Van oudsher waren er verschillende winkels, ambachtshuizen en herbergen aan het Marktveld, echter daarnaast beoefende men het boerenbedrijf om in het onderhoud te voorzien. Dit kunnen we opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van de huidige Markt:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Willem Jan Loomans ƒ 55,-
Jan Peter Smits 58 ƒ 20,-
Gerrit van Riet 60 ƒ 18,-
weduwe Frans Huyberts 98 ƒ 66,-

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Op basis van deze gegevens kunnen we stellen dat er in de acht huizen die er destijds stonden bij vier huizen de akkerbouw of landbouw een belangrijke inkomstenbron was. Van de overige vier huizen was er een onbewoond, een in bewoning van een weduwe, een in verhuur en een huis was van een winkelier. Het betekent ook dat de Markt voor 1800 veel groter was en in directe verbinding moet hebben gestaan met de oude kerk.

04

Als we bedenken dat de huizen en erven met nummers 102 en 103 uit rond 1680 stammen, dan moet de Markt van Asten voor die tijd nog veel groter hebben uitgezien. Het eerst wordt het Marktveld genoemd in de 's Hertogenbossche courant van 08-05-1798 bij een advertentie over de verkoop van een inboedel en de huur van een huis Antonius en Marcelis van Bussel.

05

Het betreft hier herberg 'den Rooden Leeuw' met als huisnummer 102, gelegen aan wat heden ten dage de Marktstraat heet en destijds nog tot het Marktveld behoorde.

In de Nederlandsche Staatscourant van 16-02-1831 opnieuw een vermelding van het Marktveld van Asten als linie van toezicht voor accijnzen na de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden, het huidige België:

06

Gezien de afgemeten ruimte van de huidige Markt zijn er sinds die tijd een beperkt aantal huizen bijgebouwd. Rond 1850 zijn op de plaats van het onbewoonde huis twee woonhuizen gebouwd met kadasternummers G479 en G480, waarvan het laatste gezien de regelmatige wisseling van bewoners verhuurd moet zijn geweest. Het belangrijkste verschil is rond 1800 de bouw van het gemeentehuis met kadasternummer G577 en rond 1850 de bouw van een huis met kadasternummer G579 op plaatsen die tot dan toe niet bebouwd waren.

Het huis met nummer 103 naast het oude raadhuis dateert uit het begin van de 18e eeuw en is jarenlang in bezit geweest van de familie Doense, een naam die in Asten niet meer voorkomt. Zij waren paardenhandelaars en dreven handel tot ver in Duitsland, echter aan hun rijkdom komt een einde en na 100 jaar wordt het huis verkocht aan Leonardus Bots die het doorverkoopt aan notaris en burgemeester Abraham van Nouhuijs. Na 1850 is het huis als winkel in gebruik en vanaf 1879 wordt het door Lambert Michielsen als logement met de naam 'Den Arend' gebruikt. Dat logement wordt door hem in de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-03-1883 verkocht en diezelfde krant van 21-12-1901 bericht over een ansichtkaart die rechtsonder is te zien:

07

08

09

Het hotel is daarna jarenlang geleid door de familie Verdijsseldonck-van Hoek tot het rond 1940 plaats moest maken voor het nieuw te bouwen gemeentehuis.

Een ander hotel op de Markt met nummer 83 was in handen van de oorspronkelijk uit Nuenen afkomstige familie Sengers, die een belangrijke stempel op de ontwikkeling van Asten heeft gedrukt. Theodorus Johannes Sengers was de eerste burgemeester van Asten die in het oude raadhuis met zijn wethouders de raadsvergaderingen hield. Het was in de 17e eeuw een armoedig huis in eigendom van de familie Beckers, die het verkocht aan de familie Verberne en zij verhuurden het huis. Via de familie Nijssen, eveneens veerhuurders, komt het aan het eind van de 18e eeuw in handen van Theodorus Johannes Sengers. In het begin van de 19e eeuw wordt het huis uitgebouwd tot een huis met stallen en in de krant de Noord Brabander van 20-06-1844 wordt al gesproken over de herberg van de kinderen van de kinderen Sengers:

10

In 1911 wordt het hotel afgebroken met als doel om daar het nieuwe gemeentehuis te bouwen, echter er is veel kritiek en uiteindelijk komt er op die plaats in 1919 het nieuwe post- telegrafie- en telefoniekantoor.

Naast het vorige huis stond de brouwerij van Huybert Tielen op nummer 98, die al in het begin van de 17e eeuw in bedrijf was. Zijn zoon Frans nam de brouwerij over en later kwam het via zijn dochter Hendrina als herberg in handen van Mathijs van Bussel. Diens zoon Johannes was van beroep metselaar en vernieuwde het pand, maar zette de herberg voort. Zijn drie ongehuwde kinderen verkochten het in 1872 aan de oorspronkelijk uit Kaldenkirchen (D) afkomstige familie Bakens. Bijna 100 jaar woonden en werkten verschillende generaties van de familie Bakens als smid en herbergier in het huis, dat rond 1900 is herbouwd. Vanaf 1966 krijgt het nog steeds bestaande pand als naam 'café van Hoek' en hieronder een foto uit 1905 waarop zowel de smederij van Bakens achter de lindebomen als daarachter hotel Sengers te zien zijn:

11

Opvallend op bovenstaande foto is het gebouw geheel rechts en dat betreft de Openbare school, een prachtig doch niet erg doeltreffend gebouw. De school is gebouwd op een plaats waar sinds de 17e eeuw de familie Loomans woonde op huisnummer 97. Goort Peeter Loomans, zijn zoon Willem en diens zonen Tony en Joost hebben er ruim 100 jaar een boerenbedrijf met akkerbouw en veeteelt, bedreven. Uiteindelijk komt het in bezit van laatstgenoemde Joost Loomans die het verhuurt en in 1750 verkoopt aan Frans Martens. Zijn dochter Willemyn trouwt met Joost Hoebergen en diens zoon Piet en kleinzoon Willem Hoebergen beoefenden er hun boerenbedrijf. In 1892 koopt de gemeente het huis op voor de bouw van de bovengenoemde Openbare school. In 1963 werd de school gesloopt en kwam er de eerste supermarkt in Asten met de naam A&O.

Op die foto boven is links achter de kiosk nog een opvallend huis te zien, dat destijds bewoond werd door notaris Hockers. Het oorspronkelijke huis met huisnummer 60 werd in het begin van de 17e eeuw bewoont door de familie Roefs; Joost Roefs, diens zoon Joost en kleinzoon Joost waren schepenen van Asten en vervulden een belangrijke bestuurlijke rol. Hoewel het bestuur in die tijd in gereformeerde handen was, moest de drossaard vanwege een tekort aan geschikte kandidaten toch rooms katholieke schepenen benoemen. Kleinzoon Joost Roefs raakte in problemen met de gereformeerden en moest in 1729 zijn huis verkopen aan vorster Gerrit van Riet. Zijn zoon Leendert van Riet verkocht het huis in 1820 aan Wilhelmus Verberne, die een korte tijd burgemeester van Asten is geweest. Het huis is na zijn zoon Johannes door kleinzoon Wilhelmus Antonius Verberne in 1880 opnieuw opgebouwd en in 1902 verhuurd aan notaris Hockers. In 1906 wordt het verkocht aan de familie van Stratum die er een café begint, later overgenomen door bakker Johannes Eijsbouts, getrouwd met dochter Johanna. Het bleef café ook toen Cor Clevis het in 1947 overnam en bestaat nog steeds onder de naam 'De Kantine'.

De familie Roefs, inmiddels ook een naam die je in Asten niet meer tegenkomt, was ook in bezit van het naastgelegen 17e eeuwse pand met huisnummer 59. Johannes Aerts Coopmans erft het in 1706 en hij en zijn zoon Willem, zoals de naam al doet vermoeden, kooplieden en handelden vermoedelijk in granen. In 1767 wordt het huis verkocht aan Andries Bertens en de erven van zijn dochter Helena verkopen het huis door aan Peter Laurens Verleijsdonk. Daarna wordt het huis een huurpand, gezien de vele bewoners en is het in 1900 herbouwd. Vanaf ongeveer 1950 is het huis in gebruik als café.

Ook het huis daarnaast met huisnummer 57 stamt uit het begin van de 17e eeuw en is in eigendom van de familie Roefs en komt door een huwelijk van Catharina Roefs met Lambertus Kerckels in diens bezit. Zijn zoon Faes Kerckels verkoopt het in 1708 aan Johannes Smits en zijn zoon Johannes is jarenlang eigenaar en bewoner. Na zijn kinderloos overlijden komt het middels zijn zuster Catharina in handen van Paulus Verberne. Het huis wordt in 1790 verkocht aan en opnieuw opgebouwd door Peter van Bussel, die net als zijn zoon Arnoldus en kleinzoon Johannes Petrus als horlogemakers in het huis hebben gewoond en gewerkt. Als in 1911 zijn weduwe Maria Elisabeth van Bussel overlijdt, wordt het huis bewoond door Bernardus van de Bosch en de familie van Duppen. Uiteindelijk komt het in 1942 als café in handen van Piet de Wit en is in 2014 ten prooi gevallen aan de vernieuwing van het centrum.

Een opmerkelijke plek op het Marktveld wordt ingenomen door een brandkuil, die gebruikt werd als waterbron om branden te blussen, maar ook een functie had bij zogenaamde 'toaffel' processen. Deze brandkuil, in de volksmond de poel geheten, wordt voor het eerst genoemd in 1698:

Asten Rechterlijk Archief 88; folio 51; 13-02-1698:
Jan Hendrick Basen en Jacob Hendrick Basen, gebroeders, verkopen aan Peter de Laet getrouwd met Heylke Hendrick Basen, hun zuster, hun kindsdeel in huis, land en groes ontrent de Poel 8 lopense. Bewoner / gebruiker is Jacob Hendrick Basen. Het is hun nagelaten door hun ouders. De verkopers worden kost- en schadeloos gehouden van alle lasten en schulden door hun ouders nagelaten. Koopsom ƒ 66,-.

De familie Basen woonde toen in wat nu de Marktstraat heet en hieronder een korte beschrijving van een volksgericht nabij de waterpoel op het Marktveld, dat ook bekend stond onder de naam 'toaffelen':

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 73; 28-11-1755:
En Aalbert Verrijt, alzo op geweldige wijze op de kar gebonden zijnde, daarbij op die wijze niet mede heeft moeten zitten zijn moeder Jenneke Vogels, en op die wijze samen zijn rondgevoerd door de straten van het Dorp en aan de herbergen stilgestaan, onder andere aan de herberg van Gerrit van Riet, waar de voerlieden van de kar order vroegen aan Swanenberg, zijn gevoerd naar de Waterpoel, waar Aalbert Verrijt op blote knieën op de straat, voor alleman, zijn vrouw Johanna Smits om vergiffenis heeft moeten bidden of dat zij hem anders door de poel wilden slepen.

Hieronder twee foto's van de Markt gemaakt rond 1920:

11a

Hoe het verder met de ontwikkeling van de brandweer ging, citeren we uit de geschiedenis van de brandweer Asten1,2:

Op 30 december 1731 komt er een besluit van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden tot stand, waarin bepaald wordt, dat de dorpsbesturen een brandreglement dienen op te stellen. Op 30 oktober 1732 wordt het brandreglement in Asten van kracht. Vervolgens verschijnt er op 15 augustus 1755 een Orde en Reglement ter voorkominge en blussinge van Brant. Daarbij komen allerlei aanvullingen en strenger toezicht bij de uitoefening daarvan. In 1763 zijn negen Astenaren aangesteld voor het bestieren van de brandspuit en staat er een brandspuithuisje midden in het dorp. Daarin staan de spuit, emmers, haken, ladders en zeilen. Later komen er op verschillende plaatsen in het dorp zulke huisjes.
Het eerste Astense raadhuis, dat in september 1801 in gebruik genomen wordt, kent op de begane grond een brandspuitvertrek. Dit is groot genoeg om de aanwezige brandblusmiddelen op te bergen. Opzij zijn twee aparte ingangen, een voor het boter- of waaghuis en de ander voor de brandspuit. In 1822 wordt opnieuw een brandreglement opgesteld, waarvan rechts de voorplaat. In 1861 levert de Rotterdams firma Bikkers een grote brandspuit met zuigerpomp en toebehoren aan de gemeente Asten en wordt als onderkomen wordt een nieuw brandspuithuis gebouwd in het centrum van het dorp.

De eerder genoemde poel op het Marktveld, die voor het blussen van branden gebruikt werd, bestond nog zeker tot het eind van de 19e eeuw, zoals valt op te maken bij de bouw van de nieuwe school, zoals bericht in de Peel- en Kempenbode van 18-11-1893: 

Uit de Sumatra Post van 16-04-1930 een foto van een brandspuitoefening op de Markt, waarbij de Openbare school mooi in beeld is:

12

Iets achter de brandkuil is in 1918 een twee-onder-een-kap woning gebouwd, die er nog steeds staat met als huidige adres Markt 6 en Markt 8.

De Markt, eerder bekend als het Marktveld werd ook gebruikt voor de markten en later voor de kermis in Asten. De jaarmarkten waren in de 18e eeuw op drie dinsdagen, te weten de dinsdag voor Sint Matthijs (24 februari), de dinsdag voor Sint Servaas (13 mei) en de dinsdag voor Sint Maarten (11 november). In de loop van de 19e eeuw is de eerstgenoemde jaarmarkt verdwenen om in 1897 op een andere weekdag (maandag) weer te worden ingevoerd en tot na de Tweede Wereldoorlog is dit zo gebleven. Linksonder uit de Almanak van 1793, daaronder uit de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 1853 en geheel onder de herintroductie in de Peel- en Kempenbode van 02-09-1896. Rechtsonder een foto gemaakt rond 1900 van de markt op het Marktveld in de richting van de weg naar Ommel: 

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-07-1924 worden de voorbereidingen beschreven en de daarin genoemde bioscooptent van Willem Brouwers krijgt later nog een boete voor het illegaal vertonen van een film3

Hieronder is de kaart van Theo Meulendijks te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw:

13

De gekleurde huizen betreffen huizen van voor 1800, waarbij de kleur groen staat voor cijnsplichtige huizen en blauw geeft de brandkuil aan. Waren er rond 1800 nog zeven huizen, in het midden van de 19e eeuw was dat aantal gegroeid tot 11 huizen, waarbij de witte huizen nieuw zijn.

De kadasternummers G480 en G481 zijn nieuwe huurwoningen en kenden in de loop van de jaren vele bewoners. Uiteindelijk zijn ook deze huizen kort na de Tweede Wereldoorlog opgekocht door Piet de Wit, die er zijn garagebedrijf vestigde. Naast het raadhuis met kadasternummer G577 is rond 1825 nog een huis met kadasternummer G579 gebouwd in opdracht van Antonius Wilhelmus Verberne. In 1872 is het opgekocht door de familie Knaapen, die een deel verhuurde en een deel gebruikte voor hun schildersbedrijf. Vanaf 1916 hebben zij het gehele pand in bezit en is er café 'De Peelpoort' gevestigd. Na de bouw van het nieuwe gemeentehuis is ook dit huis afgebroken, maar op onderstaande foto van omstreeks 1940 is dit café nog net zichtbaar:

14

De Markt kent dus nog 9 vooroorlogse huizen, waarvan er slechts twee, zijnde een gesplitst huis, uit de 19e eeuw afkomstig is, waarvan hieronder een foto juist links van de kiosk:

15

16