logo

De Vonder Homepagina


Selecteer een deel waar je informatie over wil weten


Koningsplein

Algemeen

Het Koningsplein in Asten wordt nu gebruikt als een parkeerplaats, maar begin 20e eeuw was het een park met de fontein van Wijnen en het Heilig Hart beeld. Voor 1928 stond het bekend onder de naam plantsoen en zag er uit zoals op de twee onderstaande foto's met links de oude school en rechts villa Sint Jozef en daarnaast het Liefdegesticht:

01

Hieronder een foto uit 1915 van de andere zijde van het plantsoen met van links naar rechts de winkel van de familie Sanders, het dubbele woonhuis van Drika Berkvens en van der Poel, het oude postkantoor, de schoolmeesterswoning van ten Haaf, het dubbel woonhuis van de rijksontvanger Veltman en meester van Helden en het café van Gondeke en Minake Coolen. Dan op de hoek met de Molenstraat hotel Gitzels en geheel rechts de oude school:

02

Weer dertig jaren daarvoor stond er de uit 1478 stammende kerk, zoals te zien is op onderstaande twee foto's uit de periode 1890-1896 met rechts daarvan de uitbreiding van het Liefdehuis op de plaats de brouwerij van Hendrik Michielsen. Weer rechts daarvan het oorspronkelijke Liefdehuis op de plaats van de brouwerij van Francis Berkers. Links op de voorgrond het huis van Francis Verspeek dat plaats moest maken voor de bouw van de nieuwe kerk.

03

Op de foto hieronder is het huis afgebroken en geheel links zijn de huizen op de hoek van de huidige Wilhelminastraat en Koningsplein te zien. Links van de kerk zien we het toenmalige postkantoor, later de burgemeesterswoning met links daarvan het recent afgebroken huis van Ánneke de Bruin' op de hoek met de huidige Monseigneur den Dubbeldenstraat:

De toenmalige kerk op het Koningsplein had een opmerkelijke 13e eeuwse toren met kantelen en een weergang ter verdediging. Mogelijk was de toren van deze kerk de donjon van het oude slot 'Huys Ten Perre'. De kerk is in 1899 afgebroken, maar gaan we verder terug in de tijd, dan zien we de plattegrond van Asten op de onderstaande kadasterkaart uit 1832.

04

De kerk lag op deze kaart in tegenstelling tot veel andere dorpskernen niet aan het Marktveld in de buurt van het raadhuis, maar ruim 120 meter ten zuidwesten daarvan. Wel staat de kerk op de plek waar vroeger de wegen vanuit Someren, Ostade, Deurne en Wolfsberg samenkwamen en dit doet eveneens vermoeden dat hier vroeger het goed 'Huys Ten Perre' heeft gelegen. Als we uit de kadasterkaart alle huizen schrappen die na 1675 zijn gebouwd dan resteert onderstaande plattegrond van het centrum van Asten:

Het Marktveld is dan een groot plein voor de kerk met daaromheen de bebouwing van de huizen van de bewoners en de notabelen woonden rond die tijd in het huis met nummer 27 ten zuiden van de kerk bij de toenmalige school. Dit doet vermoeden dat dit het beste huis van het dorp was en mogelijk betreft dit het 'Huys Ten Perre', dat tot het einde van de 14e eeuw dienst deed als huis voor de Heren van Asten, de familie van Cuijk. Bij de bouw van een appartementencomplex op de plaats van het huis met nummer 27, waar in 1841 het Liefdehuis Bartholomeus stond, zijn bij een archeologsich onderzoek wel verstoringen maar geen noemenswaardige vondsten gedaan.

Bij heemkundekring de Vonder en uit het bestemmingsplan Asten centrumgebied1 valt onderstaande historische informatie te halen:

Asten wordt voor het eerst in 1212 in een oorkonde vermeld waarbij de abdij van Floreffe de kerk van Asten in bezit had. In 1282 vond een ruil van goederen plaats tussen de heer van Asten en het klooster van Postel; in de 14e eeuw was Ten Perre het machtscentrum en rond 1400 werd in het Aa-dal het huidige kasteel gebouwd. Het goed Ten Perre was de centrale hoeve van de familie van Cuijk in Asten en had waarschijnlijk grond en dus pachters over heel Asten verspreid, waaronder aan de Dijk, Ostade, Laarbroek, Heesakkers en langs de Aa. De ligging van dit machtscentrum is tot op heden niet bekend, maar vermoedelijk lag het in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Asten. Eind 14e eeuw werd het aangeduid als 't Huys Ten Perre, wat aangaf dat het een versterkt huis is. Naarmate het belang van Ten Perre in de 16e eeuw daalde, verdween ook langzaam de naam.

Op basis van het boek 'Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch' uit 18722 (weergegeven in groen) en krantenartikelen van Piet Hamilton uit 1904 komen we tot de volgende reconstructie:

Heren en vrouwen van Asten

De heerlijkheid behoorde omtrent het begin der 13e eeuw aan de heeren van Cuijk. Hieronder een overzicht van de heren en vrouwen van Asten vanaf 1220 tot 1399, wanneer Gerard van Berkel het kasteel aan de Aa bij Heusden bouwt (voor een overzicht van de heren en vrouwen van Asten na 1399 zie Kasteelruïne):

Periode Heer van Asten Vrouw van Asten Geboorte Overlijden
1221-1233 Albert van Cuijk Hadewijch van Meerheim ±1170 ±1233
1233-1240 Willem van Cuijk Beatrix van Diest ±1200 ±1240
1260-1275 Willem de Roovere Beatrix van Cuijk ±1238 ±1275
1275-1290 Arnold van Cuijk ±1232 ±1290
1290-1306 Willem van Stakenburg Margaretha van Boischot ±1261 Postel 17-10-1308
1306-1308 Jan I van Cuijk Jutta van Nassau ±1230 Cuijk 13-07-1308
1308-1319 Jan II van Cuijk Catharina van Berthout ±1264 ±1319
1319-1350 Otto van Cuijk Johanna van Vlaanderen ±1272 ±1350
1350-1357 Jan III van Cuijk Catharina van Berthout Grave ±1295 's-Hertogenbosch 08-09-1357
1357-1362 Jan IV van Cuijk Luijtgaarde van Voorst ±1320 ±1364
1362-1366 Pieter Couthereel ±1310 ±1373
1366-1371 Hendrick van Cuijk Gertrudis Couthereel ±1330 22-08-1371
1371-1380 Jan V van Cuijk Mechteld van Borssele ±1355 15-06-1442
1380-1387 Ricout de Cock ±1340 ±1389
1380-1399 Gerard van Berckel Geertruida van Gerwen of Mabelia (Beel) Arnoud Jan van Kelre ±1340 ±1417

Na 1399 vestigden de Heren en Vrouwen van Asten op het nieuw gebouwde kasteel (zie Kasteelruïne).

Albert van Cuijk, 1212-1233

Albert van Cuijk is geboren te Cuijk rond 1170 als zoon van Hendrick van Cuijk en Sophia van Rhenen. Hij is rond 1195 getrouwd met Hadewijch van Meerheim (Merum), geboren rond 1170 als dochter van Rutger van Merum en Aleydis van Horne. Hieronder het gezin van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Hendrick III ±1196


NN van Leuven
±1220
Joanna van Putten
±1238
Aleidis Persijn van der Aa

±1251 zie Hendrick III van Cuijk
2 Willem ±1198 ±1225
Beatrix van Diest
±1240 zie Willem van Cuijk
3 Godfried ±1200 Priester Xanten en Utrecht
4 Everard ±1201 Priester Keulen, Tiel en Utrecht
5 Aleydis ±1202 ±1230
Gijsbrecht III van Amstel
±1240
6 Rutger ±1204 ±1235
Maria van Diest
7 Dirck ±1206 Leiden ±1240
Kerstine van Leijden
Oegstgeest ±1254
8 Margaretha ±1208 ±1240
Hendrik I van Rode van Mierlo
9 Agnes ±1210 ±1240
Hendrick van Reifferscheid
10 Frederik ±1212 Priester Xanten

Albert van Cuijk is ridder, getuige een schenking van het allodium Herpen aan de Brabantse hertog 1191, heer van Cuyc en Grave 1204-1233 en heer van Herpen, Merum, stadsgraaf van Utrecht tot 12 maart 1220 toen hij zijn rechten voor 200 pond Utrechts heeft verkocht en leenman van de bisschop van Utrecht voor het hoge en lage gerecht van Gasperde en Everdingen. Hij is van 1212-1233 heer van Asten geweest, volgens onderstaande documenten waarin het patronaatsrecht van Asten en Lierop aan de abdij van Floreffe toekomt3:

06

Linksonder het wapen van de Heren van Cuijk en rechtsonder het kasteel van Grave waar de Heren van Cuijk hebben gewoond:

07 08

Albert van Cuijk is te Asten in 1233 overleden en Hadewijch van Meerheim (Merum) is in 1235 overleden.

Willem van Cuijk, 1233-1240

Willem van Cuijk is geboren rond 1198 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk). Hij is rond 1225 getrouwd met Beatrix van Diest, geboren rond 1205 als dochter van Arnold III van Diest en Aleida van Hengebach. Hieronder het gezin van Willem van Cuijk en Beatrix van Diest:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Beatrix ±1227 ±1260
Willem de Roovere
±1265 zie Willem de Roovere
2 Willem ±1229
3 Aleidis ±1231 ±1260
Daniël van Amstel
4 Arnold ±1232 ±1290 zie Arnold van Cuijk

Willem van Cuijk is heer van Escharen en is van 1233-1240 heer van Asten geweest. Willem van Cuijk en is in 1240 overleden.

Zoon Arnold van Cuijk wordt omstreeks 1282 als heer van Asten genoemd, bij een ruiltransactie waarbij de heer van Asten de zeggenschap en de opbrengsten ten oosten van de Aa verwerft en de abdij van Floreffe ten westen van deze rivier. Omstreeks 1306 wordt ook een Willem genoemd als heer van Asten, doch spoedig daarna komt de heerlijkheid aan zijn neef Jan I van Cuijk.

Door het huwelijk van Beatrix van Cuijk, vrouwe van Asten en Escharen, kwam dezelve aan haren echtgenoot Willem de Roovere, heer van Lierop, Stakenborg en Someren.

Willem de Roovere, 1260-1275

Beatrix van Cuijk is geboren rond 1227 als dochter van Willem van Cuijk en Beatrix van Diest (zie Willem van Cuijk). Zij is rond 1260 getrouwd met Willem de Roovere van Stakenborgh, geboren rond 1238 als zoon van Gerlach de Roover en Oda Jan van Megen en weduwnaar. Na haar overlijden in 1265 is Willem de Roovere van Stakenborgh rond 1265 hertrouwd met Luitgarda van Vrijmersheim. Hieronder de gezinnen van Beatrix van Cuijk met Willem de Roovere van Stakenborgh en die van hem met zijn twee andere vrouwen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Arnold* ±1255 ±1315
2 Willem ±1261 ±1290
Margaretha Mathijsdochter van Boischot
Postel 17-10-1308 zie Willem van Stakenburg
3 Beatrix ±1264 ±1290
Willem Gheerits van Doerne
±1315  
4 Jacob** ±1267 ±1330
5 Dirck Willem** ±1269 ±1330

*  kind uit het eerste huwelijk van Willem de Roovere van Stakenborgh
** kind uit het derde huwelijk van Willem de Roovere van Stakenborgh met Luitgarda van Vrijmersheim

Willem de Roovere van Stakenborgh is van 1260 tot 1275 heer van Asten geweest en is rond 1275 overleden. Zijn zwager Arnold van Cuijk is zijn opvolger.

Arnold van Cuijk, 1275-1290

Arnold van Cuijk is geboren rond 1232 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk).

Arnold van Cuijk werd omstreeks 1282 als heer van Asten genoemd, en wel bij een ruiltransactie waarbij de Heer van Asten de zeggenschap en de opbrengsten ten oosten van de Aa verwerft, en de abdij van Floreffe die ten westen van deze rivier.

Onder Arnolldus van Cuyk zijn de tienden van Asten door de geestelijkheid van Postel tegen de tienden van Lierop4:

Arnold van Cuijk is rond 1290 overleden.

Willem van Stakenburg, 1290-1306

Zoon Willem van Stakenborgh is geboren rond 1261 als zoon van Willem de Roovere van Stakenborgh en Beatrix van Cuijk (zie Willem de Roovere). Hij is rond 1290 getrouwd met Margaretha Mathiasdochter van Boischot en hieronder het gezin van Willem van Stakenborgh en Margaretha Mathiasdochter van Boischot:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Matheus ±1290 ±1320
Magdalena Hendriks van Haengreve
±1350
2 Hendrick ±1291 Prior van Postel
Na 1354 Pastoor van Oerle
Oerle 30-06-1359
3 Willem III 12-02-1292 ±1320
Mechtildis de Hertoghe
±1365
4 Arnold ±1294 Pastoor te Lithoyen  

De zoon van Beatrix van Cuijk, Willem van Stakenborgh, heer van Asten en Escharen, stond in 1306 zijn gemeend regt op het patronaat der kerken van Asten en Lierop aan den abdij van Floreffe af.

Willem van Stakenborgh is van 1290-1306 heer van Asten geweest in 1306 en gaf het recht om een pastoor te benoemen voor de kerken van Asten en Lierop aan Postel. Willem van Stakenborgh is op 17-10-1308 te Postel overleden.

09

Dit wordt bevestigd in onderstaande artikel5:

Zijn zoon Hendrik van Stakenborgh heeft de heerlijkheid aan den hertog van Braband verkocht, heeft het ordekleed van Premonstreit te Floreffe aangenomen en is in 1359 gestorven.

Hendrik van Stakenborgh, geboren rond 1291 als zoon van Willem van Stakenborgh en Margaretha Mathiasdochter van Boischot (zie Willem van Stakenburg) wordt genoemd als heer van Asten over de periode, hoewel hij ontbreekt in de lijst van heren en vrouwen van Asten. Hij bevestigt samen met zijn moeder Margaretha van Boisschot het collatierecht met zijn broers op 17-10-1308. Jonkheer Hendrik van Stakenborch, ridder, heer van Asten, Escharen en Lierop ondernam daarna de reis naar het Heilige Land, Bij zijn terugkomst rond 1320 trad hij in de abdij van Floreffe. Hij was van 1343 tot 1354 de 17e prior van Postel, waarna hij van 1354 tot zijn sterfjaar 1359 pastoor van Oerle is geweest. Hendrik van Stakenborg heeft vele schenkingen aan de priorij van Postel gedaan.

Voor de schenking van de heerlijkheid Asten door de hertog van Brabant aan Pieter Couthereel zie Pieter Couthereel.

Hendrick III van Cuijk

Hendrick III van Cuijk is geboren rond 1196 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk). Hij is rond 1220 getrouwd met NN van Leuven en na haar overlijden rond 1224 hertrouwd met Joanna van Putten. Hendrick III van Cuijk is na haar overlijden rond 1238 een derde maal getrouwd met Aleidis Persijn van der Aa. De gezinnen van Hendrick III van Cuijk met NN van Leuven, met Joanna van Putten en met Aleidis Persijn van der Aa:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Agnes Cuijk ±1220 ±1240
Rudolf de Cock
±1265 achterkleinzoon Ricout
zie Ricout de Cock
2 Albert Cuijk ±1222 ±1250  
3 Alverardis* Cuijk ±1225 ±1250
Jacob I van Mirlaer
±1272
4 Gerard Cuijk ±1227 Provoost van Odiliënberg
5 Jan I* Cuijk ±1230 ±1260
Jutta van Nassau
Cuijk 13-07-1308 zie Jan I van Cuijk
6 Willem** Cuijk ±1240

*  kinderen uit het tweede huwelijk
** kinderen uit het derde huwelijk

Hendrick III van Cuijk is in 1251 overleden en Aleidis Persijn van der Aa is nog hertrouwd met Willem I van Boxtel.

Jan I van Cuijk, 1306-1308

Jan I van Cuijk is geboren te Cuijk rond 1230 als zoon van Hendrick III van Cuijk en Joanna van Putten (zie Hendrick III van Cuijk). Hij is rond 1260 getrouwd met Jutta van Nassau, geboren rond 1225 als dochter van Hendrik II van Nassau. Hieronder het gezin van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Hendrick ±1262 ±1290
Aleidis van Diest
±1315
2 Jan II ±1264 ±1290
Catharina van Berthout
±1319 kinderloos
3 Willem ±1266 ±1290
Johanna Sophia van Gymnich
±1303 zie Willem van Cuijk
4 Aleidis ±1268 ±1290
Hendrick van Voorne
±1330
5 Agnes ±1270 ±1295
Hendrick van Sponheim
±1345
6 Otto ±1272 ±1295
Aleidis van Diest
±1300
Johanna van Heverlee
±1305
Johanna van Vlaanderen
±1350 zie Otto van Cuijk

Jan I van Cuijk is een edelman, ridder en diplomaat. Hij is heer van Cuijk van 1254 tot 1308 en van Asten van 1306 tot 1308. In 1296 is Jan I van Cuijk betrokken bij het complot van edelen dat met als doel graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging is in Muiderberg op moord uitgelopen. Jan I van Cuijk is op 13-07-1308 te Cuijk overleden.

 

 

13

Jan II van Cuijk, 1308-1319

Jan II van Cuijk is geboren rond 1264 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is rond 1290 getrouwd met Catharina Berthout. Hij is graaf van Cuijk en heer van Asten van 1308 tot 1319. Jan II van Cuijk had voor zover bekend geen nakomelingen en is in 1319 overleden.

Willem van Cuijk

Willem van Cuijk is geboren rond 1266 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is rond 1290 getrouwd met Johanna Sophia van Gymnich, geboren rond 1270 als dochter van Wennemar van Gymnich en Johanna van Elsloo. Hieronder het gezin van Willem van Cuijk en Johanna Sophia van Gymnich:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan III Grave ±1295 ±1320
Catharina van Berthout
's-Hertogenbosch 08-09-1357 zie Jan III van Cuijk

Johanna Sophia van Gymnich is in 1302 overleden en Willem van Cuijk is op 11-02-1303 overleden.

Otto van Cuijk, 1319-1350

Otto van Cuijk is geboren rond 1272 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is getrouwd met Johanna van Vlaanderen, Johanna van Heverlee en Aleidis van Diest en hieronder zijn gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Adelise ±1320 ±1338

Omdat zijn broer Jan II van Cuijk kinderloos is overleden en zijn broers Hendrick en Willem al zijn overleden, is hij heer van Cuijk geworden. Hij is daarnaast heer van Mierlo en heer van Asten van 1319 tot 1350.

Jan III van Cuijk, 1350-1357

Jan III van Cuijk is geboren te Grave rond 1295 als zoon van Willem van Cuijk en Johanna Sophia van Gymnich (zie Willem van Cuijk). Hij is rond 1320 getrouwd met Catharina van Berthout en hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan IV ±1320 ±1350
Luijtgaarde van Voorst
±1362 zie Jan IV van Cuijk
2 Wennemar ±1325
3 Hendrick ±1330 ±1355
Gertrudis Couthereel
22-08-1371 zie Hendrick van Cuijk
4 Elisabeth ±1335 ±1360
Gerardus van Asperen

Jan III van Cuijk heeft het Land van Cuijk in 1353 verpand en de Stad Grave verkocht aan Jan van Wijflit, bastaardzoon van Jan II hertog van Brabant en Elsbeen van Wijflit. Omdat Jan van Wijflit niet wil betalen, is deze in 1356 vermoord en diens manschappen verjaagd uit Cuijk. Jan III van Cuijk was van 1350 tot 1357 heer van Asten en is op 08-09-1357 te 's-Hertogenbosch overleden.

Jan IV van Cuijk, 1357-1362

Jan IV van Cuijk is geboren rond 1320 als zoon van Jan III van Cuijk en Catharina van Berthout (zie Jan III van Cuijk). Hij is rond 1360 getrouwd met Luijtgaarde van Voorst, geboren rond 1335 als dochter van Sweder I van Voorst en Heilwig van Zuijlen. Het gezin van Jan IV van Cuijk en Luijtgaarde van Voorst:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan V ±1354 ±1387
Mechteld van Borssele
±1420
Johanna van der Leck
±1442 zie Jan V van Cuijk

Jan IV van Cuijk is heer van Asten van 1357  Hieronder een akte in het Latijn van Jan IV van Cuijk van 08-09-1358 waarin hij een overeenkomst sluit met zijn zwager Gerardus van Asperen voor een erfcijns van 200 pond te betalen met Pasen te Asten6

Na zijn dood in 1362 wordt de heerlijkheid Asten geschonken aan Pieter Couthereel. Zoon Jan V van Cuijk van Jan IV van Cuijk wordt door zijn oom Hendrick van Cuijk (zie Hendrick van Cuijk) opgevoed.

Uit de 'Geschiedenis van der heren, de heerlijkheid en de dorpen van Asten en Ommel, door Meester C. E. A. baron van Hövell tot Westerflier, handschrift in Streekarchivariaat Peelland, bladzijde 14 en 15 citeren we de overdracht van een deel van de goederen van Jan IV van Cuijk aan leenman van de hertog van Brabant Willem van der Aa (zie Kasteelruïne):

28 april 1367; feria quarta post octavas Pasche, anno domini trecentesimo sexagesimo septimo:
Johannes van Gestel draagt, uit naam van zichzelf en Franconis, zijn broer, alle goederen te Asten van jonker Johannes, heer van Cuyke en Hoestraten, waarop een erfelijke jaarrente van 250 pond was gevestigd, alsmede alle goederen en inkomsten van jonker Johannes, heer van Cuyke en Hoestraten, hen opgedragen door Goeswino Moedel Dicbier, alsmede alle goederen binnen de parochie Haren bij Meghen van jonker Henricus heer van Enke, alsmede alle renten en cijnsen aldaar van de heer van Hoestraten de vader van jonker Henricus, alsmede alle rechten en jurisdictie van jonker Henricus aldaar en tenslotte enige goederen en renten van jonker Henricus in en buiten Haren, die jonker Henricus aan hen, Johannis en Franconis, broers, had verkocht, op aan Wilhelmo van Aa, ridder en leenman van de hertog van Brabant. Getuigen: Willem Eelkini en Theodorus, zoon van Ywanus, schepenen van 's-Hertogenbosch.

Pieter Couthereel, 1362-1366

Pieter Couthereel is geboren rond 1310 en rond 1335 getrouwd en hieronder zijn gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gertrudis ±1335 ±1355
Hendrick van Cuijk
22-09-1418 zie Hendrick van Cuijk

Pieter Couthereel heeft de heerlijkheid Asten, die door Hendrik van Stakenborgh (zie Willem van Stakenburg) aan de hertog van Brabant geschonken was, als cadeau gekregen van diezelfde hertog van Brabant. 

Den 4 september 1362 heeft de hertog van Braband, om den lande bewezen diensten de heerlijkheid van Asten aan Peter Couthereel meijer van Leuven geschonken, doch deze gunsteling is in ongenade gevallen, is den 13 mei 1364 uit Leuven gebannen en in vergetelheid gestorven.

10

Bij wikipedia lezen we het volgende over Pieter Couthereel:

Pieter Couthereel was meier van Leuven vanaf 1348. Hoewel niet van adel of bijzonder rijk, werd hij niettemin door hertog Jan III van Brabant op deze hoge post benoemd. Hij kocht de heerlijkheid Asten van Hendrik van Stakenborg en werd in 1362 hiermee beleend door de hertog van Brabant als teken van dank voor bewezen goede diensten. Sindsdien hadden de hertogen van Brabant veel meer over hun leenmannen te vertellen, want de familie Van Cuijk was voordien zeer machtig en regelde veel zaken zelf.
Pieter Couthereel leidde in 1360 een volksopstand tegen het stadsbestuur van Leuven. De oorzaak was een slechte economische toestand ten gevolge van een crisis in de lakennijverheid. De verhouding tussen Couthereel en het stadsbestuur was al slecht vanaf zijn aantreden als meier. Couthereel koos positie voor de handwerkslieden en tegen de adel. Hij bezette het stadhuis en nam de schepenen gevangen. Hij werd nu heer van Leuven en was van mening dat, naast vertegenwoordigers van de adel, ook vertegenwoordigers van de handwerkslieden in het stadsbestuur dienden plaats te nemen.
Ondanks diverse pogingen tot vrede bleef het lang roerig. De adel ontvluchtte de stad en Couthereel vulde het machtsvacuüm op en werd in 1362 tot burgemeester benoemd. Nu kon hij ook munten slaan en de inkomsten die hieruit voortvloeiden bereikten nimmer de kas van de stad. Er wordt beweerd dat Couthereel deze in eigen zak stak. De edelen betoogden bij hertog Wenceslaus I dat ze de stad niet in mochten, waarop de hertog besloot orde op zaken te stellen. De poorten werden geopend, de adel trok binnen en Couthereel vluchtte met 70 hem trouw gebleven ridders naar Tervuren.

Linksonder een schilderij waarop Pieter Couthereel de privilegies van de patriciërs voor het volk verscheurt en rechts een standbeeld van hem in Leuven:

11 12

Nu was Pieter Couthereel bang voor een aanslag en hij trok zich terug op Kasteel Asten, samen met een talrijke aanhang. Het nieuwe, hem vijandig gezinde, stadsbestuur van Leuven weigerde hem zijn lijfrente te betalen en hij trachtte iedere vijand die zich buiten Brabant begaf te pakken te krijgen. Bovendien smeedde hij complotten. Dit alles had weinig succes. De positie van de handwerkslieden werd weer slecht zoals vroeger. In 1364 viel Pieter Couthereel in ongenade. De goederen van Pieter Couthereel, waaronder de heerlijkheid Asten, werden verbeurd verklaard en hijzelf werd uit Brabant verbannen, en mogelijk zelfs vogelvrij verklaard. Pas later, toen de adel niets meer van hem te duchten had, mocht hij in 1369 naar Leuven terugkeren, waar hij uiteindelijk verarmd en vereenzaamd stierf.

Pieter Couthereel is van 1362-1366 heer van Asten geweest en is kort na 1373 overleden.

Hendrick van Cuijk, 1366-1371

Hendrik van Cuijk is geboren rond 1330 als zoon van Jan III van Cuijk en Catharina van Berthout (zie Jan III van Cuijk). Hij is rond 1355 getrouwd met Gertrudis Couthereel, geboren rond 1335 als dochter van Pieter Couthereel (zie Pieter Couthereel). Na het overlijden van Hendrik van Cuijk is Gertrudis Couthereel in 1372 hertrouwd met Johan van Berlaer. Hieronder het gezin van Hendrik van Cuijk en Gertrudis Couthereel:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan IV van Hoogstraten

Hendrick van Cuijk volgt zijn schoonvader Pieter Couthereel op als heer van Asten:

14

Hendrik van Cuijk is heer van Hoogstraten en van 1366-1371 heer van Asten en in 1367 stelt hij reglementen op met betrekking tot de gemeentegrenzen en de rechten van de Heer van Asten: 

Archives de Belgique offici fiscal de Brabant nummer 3266; 06-12-1367:
Wij Heynrich van Kuyck, heer van Asten, doen condt allen den genen die desen brieff sullen sien ofte hoeren lesen, want alrehande twyst ende discort tuschen ons ende onssen luyden van den dorp van Asten geweest heeft als van der gemeynten van Asten, daer wij wittelyck ende wael aff bevonden hebben bij den autsten ende bij den vroetsten dat wij wenich recht daertoe hadden, als van onser ouder wegen ende voersaten nae brieven ende beschede ende na den chijns die onse luyde van den dorpe van Asten daer af gegouden hadden waer omme wij aengesien hebben onser goeder luyden voerseit ende recht ende bescete, ende hebben hen verleyt ende vercleert ende verthynst voer ons, onsse oer ende nacomelingen die alvige gemeynte van Asten met allen hoeren toebehoerten gelegen bynnen desen palen: van den Drancke tot Aestappen den gerechten vliet op tot Rut den Rade en van Rut oert den gerechten vliet op tot Sinte Wilboertsput op Luttelmeyel ende vandair tot Amsloe ende van Amsloe tot Soenenmeeren ende van Soenenmeeren tot Shertogenpael toe ende van den pael al tot Wielput ende van Wielput den gerechten stroem nederwaert tot Liedrop ten Vondlen toe ende van daer den gerechten stroem nederwairt tot genen Spleet toe daer die twee Aaen vergaderen ende van dien Spleet den gerechten Vliet op tot Aestappen den Dranck weder toe ende alzoe verre als men in der waerheit vynden mach dat dese voerseiden plaetsen onser heerlycheit van Asten toebehorende sijn, omme sestelhalff pont payments als gemeynlycken tot Asten in boersen sal gaen te geldens tyde ende om drie aude groete alle jaer te gelden op Sinte Mertens dach alsoe als sij daer plagen te gelden ende voert in diene manieren dat die luyde van Asten die nu sijn ende namaels wesen sullen dese gemeynten bruycken ende besigen sullen ende al hoeren orbair daer op doen ende anders niemant.
Voert iest voerwaerde dat die heer van Asten op die gemeynte enen scutter setten sal te scutten op sess schillinghe swart, twee scillinge der Kerken, twee scillingen den heer ende twee scillinge den gemeynen dorpe ende dat dese voerschrevene scutter niet scutten sal die scepenen van Asten en sullent hem laten weten ende anders niet.
Voert iest voerwairde dat die heer van Asten sal behouden syn vysscherijen in den stroem, alsoe verre als hem toebehorende sijn ende sijn vysscherijen wyeren ende syn wateren steygen mach sonder yemans wederseggen, wart die gemeyne vyssscherye als opter gemeynt, dat die gemeynt daer op vyschen mach halff die vysche den genen die se viet ende de ander helft den heer alsoe verre als hy hier wonechtich is met synen properen lyve ende anders niet.
Voert iest voirwaert dat die heer van Asten uutgeven mach stegen en straten alsoe verre alse bynnen banloecs gelegen is ende anders niet.
Voert eest voerwaerde dat die heer van Asten noch noch die gebuer ende goede luyde van Asten gemeyntlyck niet uutgeven en sullen noch en mogen van dierre gemeynten die een sonder den ander allegader ende omme der meerre vestinghe onsen lieven gemynden dorpe van Asten hier af te hebben, soe hebben wij hen geloeft ende geloven voer ons, onse oer ende nacomleinge dese voerschrevene gemeynte te weren ten ewelyken dagen toe, ende alle dese punten voerschrevene vaste ende stede te houden, in kennisse der wairheyt.
Soe hebben wy desen brieff bezegelt met onsen propren zegel ende om meerre vestenisse wil soe hebben wy Henrick van Kuyck, heer van Asten voerschreven, gebeden onsen lieven gemynden scepen des dorps van Asten dat sy desen brieff met ons bezegelen willen ende om beden wil ons liefs gemynden joncker Heynrics van Kuyck, heer van Asten, soe hebben wy scepenen van Asten desen brieff mede bezegelt met ons gemeynen zegel ons scependomps. Gegeven int jaer ons heren dusent drie hondert tsestich ende soeven in Sinter Nicolaes dach.

Hendrik van Cuijk is op 22-08-1371 overleden en hieronder is te lezen hoe hij aan zijn eind kwam3:

Gertrudis Couthereel is hertrobuwd met Johan van Berlaer en op 22-09-1418 overleden.

Jan V van Cuijk, 1371-1380

Jan V van Cuijk is geboren rond 1355 als zoon van Jan IV van Cuijk en Luijtgaarde van Voorst (zie Jan IV van Cuijk). Hij is op 22-02-1387 getrouwd met Mechteld van Borssele, geboren rond 1355 als dochter van Frank van Borssele en Mechtildis van Meerssen. Na haar overlijden rond 1415 is Jan V van Cuijk rond 1420 hertrouwd met Johanna van der Leck (van Polanen), geboren rond 1395 als dochter van Henri van der Leck en Jeanne de Ghistelles (zie Kasteelruïne). Uit het tweede huwelijk zijn geen kinderen bekend en hieronder het gezin van Jan V van Cuijk en Mechteld van Borssele:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jutta ±1389 Abdis van Sint Agnes

Jan V van Cuijk is heer van Hoogstraten en van 1371-1380 heer van Asten. In 1380 verkocht hij de heerlijkheid Asten aan Gerard van Berkel en Ricout de Cock, achterkleinzoon van bovengenoemde Agnes van Cuijk (zie Hendrick III van Cuijk). Zij zijn verder terug te vinden als Heren van Asten bij het Kasteel van Asten (zie Kasteelruïne) en bij wikipedia lezen we over hen:

Gerard van Berkel was een gegoede burger, die in 1380 de heerlijkheid Asten van Jan van Cuijk kocht, samen met de ridder Ricout de Cock.

Jan V van Cuijk is op 15-06-1442 overleden.

Ricout de Cock, 1380-1387

Ricout de Cock is geboren rond 1340 vermoedelijk als zoon van Gijsbert II de Cock en Goede. Gijsbert II de Cock is middels zijn vader Gijsbert I de Cock een kleinzoon van Rudolph de Cock en Agnes van Cuijk (zie Hendrick III van Cuijk). Verder is over afstamming, huwelijk of nakomeling van Ricout de Cock weinig bekend. 

In 1380 verkocht Jan V van Cuijk de rechten, cijns, tienden en molens van de heerlijkheid Asten aan Ricout de Cock7:

Ricout de Cock raakte geregeld in geldnood en verkocht dan een deel van zijn rechten. In een document van 19-10-1385 verkoopt hij een erfrente van oude schilden (munt met ongeveer 4 gram goud, zie afbeelding rechts) aan Louis van Kelre met de tienden van Asten als onderpand6:

Ricout de Cock overleed niet lang na 1387, en had schulden. De schuldeiser legde beslag op de bezittingen en Gerard van Berckel kocht ze, en kreeg zo de gehele heerlijkheid Asten in zijn bezit. Op 10-11-1398 kocht Mechteld van Borssele, de eerste vrouw van Jan V van Cuijk (zie Jan V van Cuijk), die erfrente met de tienden van Asten als onderpand, die door Ricout de Cock in handen waren gevallen van Louis van Kelre, weer terug6:

Het huis van Ricout de Cock, de mansio, een soort boerderij te Asten, is zeer waarschijnlijk het kasteel, 't Huys tot Asten, waar Gerard van Berckel in 1389 naar verhuisde. Het is niet duidelijk of er eerst een boerderij en later het kasteel op dezelfde plek werd gebouwd of dat het kasteel in de nabijheid van de oudere mansio is gebouwd.

Gerard van Berckel, 1380-1399

Er bestaan verschillende verklaringen over de echtgenote van Gerard van Berckel, waarvan de voornaamste twee in de bewoningsgeschiedenis van Asten zijn opgenomen. Een afstammingslijst vermeldt een huwelijk met Geertruida van Gerwen, zoals hieronder beschreven. Bij de andere is sprake van een huwelijk met Mabelia (Beel) Arnoud Jan van Kelre, welke beschreven wordt bij het kasteel (zie Kasteelruïne). Welke van de twee de juiste is, blijft vooralsnog onduidelijk, al is wel bekend dat in beide beschrijvingen de zoon Goossen van Berckel de opvolger is. Het huwelijk van Gerard van Berckel met Geertruida van Gerwen is gebaseerd op onderstaand archiefstuk8, waarbij aangenomen wordt dat Gerard van Berckel een zoon van Nicolaes Gerard van Berckel:

Gerard van Berckel is geboren rond 1340 als zoon van Nicolaes Gerard van Berckel en Geerborch Peter van den Steenwech9. Hij is rond 1372 getrouwd met Geertruida van Gerwen, geboren rond 1345. Hieronder het gezin van Gerard van Berckel en Geertruida van Gerwen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gerard ±1373
2 Goossen ±1377 ±1418
Lysbeth Hendrick Beckers
±1425
Aleit Marcel Kemt
±1448 zie Kasteelruïne
3 Hendrick ±1380 ±1400
Heylwigh Ysbous van Asten
±1421
Geertruyt Aerts van Heeswyck
±1450 Abt van Echternach
zoon Gerit
4 Jan ±1383 ±1420
Maria Heym
±1425
Margaretha Lucas van Erp
±1454 laat legaat na
zie Voormalig huis F179
en Lagendijk 3
en Voormalig huis F162
5 Nicolaas ±1385 ±1415
Oda Hugo van Wyck
±1448 zie Familie van Berckel

Gerard van Berckel was bontwerker en pelser en in 1371, 1374, 1384, 1388, 1393, 1397, 1408 en 1413 schepen van 's-Hertogenbosch en woonde hoogstwaarschijnlijk in 's-Hertogenbosch want in de archieven en de oudste Domeinrekening van de Meierij van 's-Hertogenbosch, staat hier over10:

Algemeen Rijksarchief te Brussel Rekenkamer Registratie nummer 5233; 1404:
Van Mervrouwen huus in Shertoghenbosch in de Hintemerstrate, haer toecomende in verliden tiden by verbeurten van weylen here Alarde van Os zone, omdat Gherard van Berkel vercreghen heeft van Mervrouwen vorscreve. Van den beimde, achter 't vorser, huus, Mevrouwen vorser, toecomende als boven, niet hier omdat Magriete van Helewe dien houd haer leven lanc.

Domeinrekening Registratienummer 5267, 1447:
Van mijns 's Heren 's Hertogen huys, gelegen in Shertogenbosch in die Hynthemerstrate ende van den beempden af ter 't voirschrevene huys gelegen; die kijndere Gerits van Berkel houden 't, overmijds dat haere ouders vercregen hebben metten rechte; dairom hier niet.

Gerard van Berckel was in 1380 door aankoop eigenaar van het landgoed 'Ten Perre', dat een landbouwbedrijf was waaraan opbrengsten waren verbonden en hij gebruikte 't Huys Ten Perre als beheerscentrum voor zijn bezittingen in Asten. Nadat Gerard van Berckel rond 1387 de heerlijkheid Asten door afkoop van Ricout de Cock had verworven, deed hij omstreeks 1395 'Ten Perre' van de hand, maar behield de inkomsten uit de heerlijke rechten. Gerard van Berckel deed dit om de mansio van Ricout de Cock, gelegen in het moeilijk toegankelijke dal van de Aa, uit te bouwen tot een kasteel, dat liggend in het rivierdal beter te verdedigen was. In 1423 lezen we in een oorkonde dat 't Huys tot Asten bestond uit een versterking, een woongedeelte en een hofstede. Bovendien lag er in de omgeving van het kasteel een hoeve geheten 'Het Hofgoed'. Deze boerderij die op een omgracht terrein lag op enkele honderden meters van het kasteel, zou de mansio kunnen zijn die Ricout de Cock kwijt raakte aan Gerard van Berckel. Gerard van Berckel werd beleend door de Hertog van Brabant, die zijn rechten dus erkende. Hiermee was de heerlijkheid Asten niet langer meer in het bezit van de oude adel.

Naarmate het belang van Ten Perre daalt in de 16e eeuw, verdwijnt ook langzaam de naam. Men heeft lang aangenomen dat dit huys Ten Perre ooit heeft gelegen op Ostade, net buiten de kom van Asten. Maar naar men in 2012 vastgesteld heeft lag kasteel Ten Perre in het centrum van het dorp op het Koningsplein waar nu de nieuwe kerk en het stadhuis staan.

In de Bossche Protocollen wordt Gerard van Berckel geregeld genoemd met betrekking tot het goed ten Perre:

Bossche Protocollen 1179 folio 386; 1390-1394:
Gerit van Berkel emancipeert Goossen zijn zoon en geeft hem een cijns te betalen uit alle goed van Jonker Jan van Kuyc in Asten verkregen van Heer Willem van Huerne, Heer van Duffel en Herlaer.

Bossche Protocollen. 1180 folio 199; 1393-1396:
't huis ten Perre Gerit van Berkel, Heer van Asten en Bruysten Peys, schoonzoon van Art Doerkens

Bossche Protocollen 1181 folio 116; 1397-1399:
Heer Dirck Rover, ridder, zijn helft in cijnsen van Asten, andere helft van Gerit van Berkel, die waren van Heer Rijcout Kock, ridder.

Bossche Protocollen 1183 folio 48 verso; 1402-1403:
Willem Jan Bueckinc, Jan zoon van Jan van Dynther van Asten en Gerit van Berkel betreffende een pacht aan hem op 't goed ter Perre.

Gerard van Berckel verhuist aan het einde van de 14e eeuw naar wat nu bekend staat als de kasteelruïne (zie Kasteelruïne).

Geschiedenis

Van oudsher woonden er edelen en notabelen aan het Koningsplein, maar waren er ook verschillende winkels, ambachtshuizen en herbergen aan wat we nu het Koningsplein noemen, echter daarnaast beoefende men het boerenbedrijf om in het onderhoud te voorzien. Dit kunnen we opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van het huidige Koningsplein:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Willem Jan Loomans 55 ƒ 55,-
Antoni de Kuyper 53 ƒ 30,-

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Van de acht huizen beoefenden slechts twee bewoners het boerenbedrijf, hetgeen aanmerkelijk minder is dan in andere delen van het dorp Asten. Hieruit blijkt eens te meer dat de gegoede stand hier zijn woningen had, zoals jonkheer Floris Pieter van Cotshausen, schouten Lambert Henricks en Peeter van der Lith schepenen Francis Canters en Antoni Muyen, koopman Goort Marten Doensen en winkelier Arnoldus van den Eijnden. Vrijwel alle plaatsen rondom het Koningsplein kennen een lange historie van bebouwing en behoren tot de oudst bewoonde plaatsen van Asten.

In het midden van het huidige Koningsplein heeft de uit de 15e eeuw stammende kerk met 13e-eeuwse westwaarts gerichte toren gestaan met daarom heen een kerkhof. De van oorsprong katholieke kerk is van 1648 tot 1798 in handen van de gereformeerden geweest en is ook voor raadsvergaderingen van schout en schepenen gebruikt. Vlak naast de kerk heeft een school gestaan, waar tot 1830 les is gegeven door veelal gereformeerde schoolmeesters. Later is er aan de oostzijde van de kerk een nieuwe school aan het Koningsplein gebouwd, die tot 1892 dienst heeft gedaan. De oude school is rond 1835 bij het kerkhof gevoegd, de nieuwe school is later gebruikt als opslagplaats en rond 1960 afgebroken. In 1899 is de kerk afgebroken en op de plaats van kerk en kerkhof is het kerkplein met de 'Plantsoen' gekomen.

Tegenover de kerktoren heeft huis met nummer 29 gelegen waarin van 1610 tot 1680 de familie Lamberts Verrijt heeft gewoond. Daarna is het huis in handen gekomen van Francis Jan Canters en rond 1756 is het overgegaan op zijn neef Jan Peters Verberne. In 1769 is het huis verkocht aan Peter Wagemans en diens dochter heeft er nog tot 1844 gewoond. Vervolgens is het huis bewoond door de familie Verspeek tot het in 1895 is opgekocht door de Rooms Katholieke gemeente van Asten. Op de plaats van het huis is de nieuwe Heilige Maria Presentatiekerk gebouwd, die nog steeds het beeldmerk van Asten is.

In het huis met nummer 55 hebben Joost Aert Roefs en zijn afstammelingen van 1600 tot 1700 gewoond. Het huis heeft daarna een periode met bewoners als Theodorus Petri Coolen, Johannes Alberti van Riet en Johannes Willem Trouwen gekend tot het in 1740 in bezit kwam van Jan Ture Loomans. Tot 1823 heeft de familie Loomans in het huis gewoond en is daarna als winkel verkocht aan Daniel van Lierop. Ook de volgende bewoners Adriaan van Beek, Joseph Verdonschot, Antoni Wilhelmus Verberne en Antonius Dominicus Sengers hebben in de woning een winkel gehad. In 1910 wordt de familie Sanders winkeleigenaar en door vererving gaat het over op de familie de Bruijn en het pand staat nog altijd bekend als de winkel van Anneke de Bruijn.

Het naastgelegen huis met nummer 54 is oorspronkelijk ook in eigendom van de familie Roefs geweest en werd verpacht aan derden. Ook hier is het huis rond 1700 overgegaan op Theodorus Petri Coolen en in 1713 op de familie Muijen. Tot 1784 is het in hun eigendom gebleven en is het huis verkocht aan Franciscus Meulendijk, die het tot 1824 in bezit hebben gehad. Daarna hebben vele families het huis bewoond en rond 1867 is het huis nog gesplitst met als bijzondere bewoner Jans Douzé.

Huis nummer 53 is van 1605 tot 1643 bewoond geweest door Hanrick Willem Verhaeghen en daarna door schoolmeester Adriaen Verhoffstadt. Zijn erfgenamen hebben het in 1666 verkocht aan Dirck van Breugel echtgenoot van Florentia de Merode, die haar adellijke titel afstond. In 1691 is het huis aan de molenaarsfamilie Hoefnagels verkocht en in 1725 met de naam 'de Valck' aan Wilhelmus Jan Loomans. Na diens financiële problemen heeft de familie Muijen het tot 1808 in bezit gehad met als hoofdbewoner Joseph Sauvé tweede echtgenoot van de weduwe Muijen. Steven Jan Canters heeft het huis geërfd en het is in 1837 verkocht aan Laurens Jelissen. In 1877 is het huis afgebrand en door de gemeente opgekocht om op die plaats twee statige huizen te bouwen. Het meest westelijk gelegen huis is tot 1920 gebruikt als postkantoor en later als burgemeesterswoning, het andere huis werd de schoolmeesterswoning en kostschool van schoolmeester Ten Haaf.

Evert Peeter Dors woont vanaf 1838 in het huis met nummer 52 en zijn stiefzoon Godefridus Luycas neemt in 1685 het huis over. Hij verkoopt het in 1695 aan zijn halfbroer Wilbordt Evert Dors, die het in 1698 doorverkoopt aan zijn zus Heylke Evert Dors. Vanaf 1685 wordt het bewoond door Jan Jansen van Ruth, getrouwd met Margriet Evert Dors. In 1718 komt het huis in handen van de uit Gemert afkomstige winkelier Arnoldus van den Eijnden, die er tot 1755 woont. Jenneke Jan Wilbers is de volgende bewoner en haar overlijden gaat het over op haar broer Dirck Wilbers. In 1786 wordt het huis verkocht aan Jacobus van de Goor die het in 1804 doorverkoopt aan Jacobus Jansen. Vanaf 1825 wordt het huis bewoond door de kleermakersfamilie Linden en in 1856 wordt het huis gesplitst. Rond 1900 is het dubbele woonhuis opgekocht door de gemeente en herbouwd tot een statige dubbelwoning. In het ene huis heeft nog schoolmeester van Helden gewoond en het andere huis is bestemd voor de gemeentesecretarissen.

Van huis nummer 51 is de bewoningsgeschiedenis vanaf het eind van de 17e eeuw bekend met de verkoop van het huis van Aert Jansen van Ruth aan Goort Marten Doensen. Zijn dochter, getrouwd met Mathijs Muijen wordt in 1743 eigenaar, maar verhuurt het huis aan derden. Na de grote brand van 1776, waarbij vier huizen aan beide zijden van de huidige Burgemeester Wijnenstraat zijn afgebrand, is het huis opgebouwd en in 1784 geruild met het huis van Marcelis Koppens op de Ommelse Bos. In 1838 wordt de familie Brekelmans eigenaar en na 1859 de familie Coolen, waar dochters Gondeke en Minake nog in het begin van de 20e eeuw hun café hadden. Later is het huis in bezit gekomen van de familie Bekken-Ceelen eigenaar van een ijzerwinkel met de naam 'de Pelikaan'.

Aan de zuidzijde van het huidige Koningsplein hebben in de 16e eeuw verscheidene huizen gestaan, waarvan schout Lambert Henricx in het grootste huis met nummer 27 heeft gewoond. Na zijn overlijden is secretaris Laurens Volders bewoner en hij heeft zijn bezit uitgebreid met twee andere naastgelegen huizen en genoemd 'de grote Hage'. Drossaard Peeter van Lith en diens nazaten, hebben van 1684 tot 1734 de huizen bewoond en daarna is Florenz Pieter van Cotzhausen de bewoner. Hij stamt af van Duitse adel en heeft als secretaris van Asten gewerkt in opdracht van de Heren van Asten. Het moet een groot huis geweest zijn, want hij heeft in die tijd ook nog de gezinnen van een kapitein, luitenant en cornet van de huzaren van kolonel Sandor ondergebracht. Na 1789 heeft doctor van Moorsel nog een korte tijd in het huis gewoond, maar hij heeft de betaling niet rond gekregen, waardoor het huis aan belastingontvanger Feyth is verkocht. Na zijn overlijden in 1797 komt het huis in handen van molenaar Antony Kievits, die met het malen van graan op verschillende plaatsen in de Peel zijn geld heeft verdiend. Na 6 jaar de molen van Asten te hebben gepacht is het huis in 1804 verkocht aan de rijke koopmansfamilie Timmermans.
Hendrik Michielsen en Francis Berkers hebben in 1832 de huizen opgekocht en beiden hebben de inmiddels verouderde huizen als bierbrouwerij gebruikt en deels als woning verhuurd. Vlak voor zijn overlijden heeft Francis Berkers zijn bierbrouwerij aan de Rooms Katholieke gemeente verkocht en is in opdracht van pastoor Bartholomeus Kemps het Liefdehuis gesticht. Hendrik Michielsen heeft in 1867 hetzelfde gedaan en opnieuw is de bierbrouwerij gebruikt voor de uitbreiding van het Liefdehuis. Na verschillende verbouwingen staat er nu nog steeds op die plaats op zowel het Koningsplein als de Kerkstraat huize Bartholomeus.

Ook op de plaats van huis nummer 26 hebben verschillende huizen gestaan en daar heeft Cornelis Jan Kemp rond 1650 in het voornaamste huis gewoond. In 1679 is het verkocht aan de uit Gemert afkomstige herbergier Hendrikus Gijsberts van den Bleeck, die zijn bezit daar aanmerkelijk heeft uitgebreid met huizen met namen als 'de Engel' en het 'Borstenhofken'. In 1712 is het huis verkocht aan Antoniske Martens, weduwe van Jan van de Loverbosch, die getuige haar erfenis over veel geld heeft beschikt. De familie van de Loverbosch heeft het huis tot 1788 in bezit gehad, maar veelal aan derden verhuurd. Grutter en brouwer Marcellis van Bussel heeft het huis opgekocht om het in 1811 door te verkopen aan boterfabrikant Antoni Bluijssen. In de bijna honderd jaar dat de familie Bluijssen hier heeft gewoond is die firma enorm uitgegroeid en is op die plaats een villa gebouwd. In 1907 is echter het faillissement aangevraagd en zijn de villa en de overige panden verkocht aan de Rooms Katholieke gemeente. Vanaf dat moment heeft het deel uitgemaakt van huize Bartholomeus.

Linksonder is de enigszins aangepaste kaart van Theo Meulendijks te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw. Rechtsonder is de huidige situatie te zien, waarbij de huizen gebouwd tussen 1750 en 1800 paars zijn omcirkeld, tussen 1800 en 1850 blauw zijn omcirkeld, tussen 1850 en 1900 groen zijn omcirkeld en die tussen 1900 en 1950 oranje zijn omcirkeld:

15 16

De gekleurde huizen op de linker kaart betreffen huizen van voor 1800, waarbij de kleur groen staat voor cijnsplichtige huizen en het gebouw in geel geeft de kerk aan. Het aantal huizen is nagenoeg gelijk gebleven als we in aanmerking nemen dat de wit gekleurde huizen G591a en G592a onderdeel uitmaakten van het bezit van huisnummer 27.

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1929 worden de definitieve namen toegekend aan de straten van Asten en het Koningsplein wordt als volgt beschreven:

17

Men was in die tijd best trots op het Koningsplein getuige onderstaande ingezonden brief in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-07-1929 met rechts een foto van rond 1900 van de kermis op het Koningsplein met het Hippodrome van de familie Stips:

18 19

Hieronder uit de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-09-1902 een verslag van de kermis met het Hippodrome:

Bij die kermis hoort een spreekwoord voor de dorpen Someren, Lierop en Asten over hoe men aan het geld komt om dat uit te kunnen geven op de kermis.

Als we de situatie van 1830 vergelijken met de huidige situatie, dan is het uit 1750 stammende huis met nummer 54 recent verdwenen en staat ook het even oude huis met nummer 55 op de nominatie om te worden gesloopt. Asten moet zich schamen dat ze een stuk historie zomaar aan de sloophamer overgeven en renovatie of desnoods herbouw van dit laatst overgebleven huis, is meer op zijn plaats voor een typisch woonhuis in het 18e-eeuwse Asten. Hieronder een foto van het inmiddels verdwenen dubbele woonhuis:

20

De statige herenhuizen die uit de periode 1875-1900 en in opdracht van de toenmaals rijke gemeente Asten zijn gebouwd, zijn nog altijd beeldbepalend voor het Koningsplein. De oude kerk is in 1899 gesloopt, maar daarvoor in de plaats is een prachtige nieuwe kerk gebouwd. De pastoors vanaf 1273 tot 1980 en kapelaans van 1673 tot 1958 zijn bij deze kerk beschreven. Hieronder een foto van de oude en nieuwe kerk:

21

Bij die oude kerk heeft ook nog een school gestaan, die tot 1835 in gebruik is geweest en daarna is aan de oostzijde van de kerk een nieuwe school gebouwd, die tot 1893 dienst heeft gedaan. De schoolmeesters over de periode 1600 tot 1921 zijn bij de eerstgenoemde school beschreven.

Dat men in de tijd van het afbreken van de oude kerk en het inrichten van het Koningsplein, dat toen 'Plantsoen' heette, niet zo zorgvuldig omging met de doden begraven op het oude kerkhof dat bij de oude kerk lag, moge blijken uit deze ingezonden brief in de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-05-1900:

En dan nog het grote verschil aan de zuidzijde van het Koningsplein, waar eerst edelen en notabelen hebben gewoond. Dat moet destijds toch wel het duurste stukje Asten zijn geweest en doet vermoeden dat de familie van Cuyk hier vroeger het 'Huys Ten Perre' heeft bezeten. Na het verval van de huizen mede door een grote brand in 1636 gevolgd door de pestepidemie in datzelfde jaar. Toen de gereformeerden in 1648 de kerk overnamen, werd er een muur om de kerkhof gebouwd, waarbij de toegang tot de zuidzijde werd versperd. Nadat de katholieken weer zeggenschap kregen over de kerk zijn er bierbrouwerijen gevestigd en op de fundamenten daarvan is het Liefdegesticht gebouwd, waarvan de oversten vanaf 1841 tot 1956 zijn beschreven. Een prachtige metafoor duikt op: Waar destijds de stichters van de plaats Asten woonden, werd later bier gebrouwen en kwamen nog later de oude Astenaren aan hun einde. Hieronder een foto van de zuidzijde van het Koningsplein. 

Referenties
  1. ^Bestemmingsplan Asten centrumgebied (https://raad.asten.nl)
  2. ^Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch, L. H. C. Schutjes 1872 (https://books.google.nl/books/about/Geschiedenis_van_het_Bisdom_s_Hertogenbo.html?hl=nl&id=9t1aAAAAcAAJ&redir_esc=y)
  3. ^abGeschiedenis van Corsendonck, 1881 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=asten&page=14&coll=boeken1&identifier=NVDiqEGTVAgC&rowid=5)
  4. ^Tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis, taal- en letterkunde, jaargang 1, nummer 11 en 12, 1883-1886 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMUBTB01:001598009:00002&query=%22van+der+poll%22+tiend%2A+asten&coll=dts)
  5. ^Batavia illustrata, ofte verhandelinge vanden oorspronk, voortgank, zeden, eere, staat en godtsdienst van Oud Batavien, 1685 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=%22wolfert+van+brederode%22+asten&page=1&coll=boeken1&identifier=NZ5iAAAAcAAJ)
  6. ^abcNadere oorkonden uit het archief van Buren, 1853 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=asten&coll=boeken1&page=6&identifier=KnpoAAAAcAAJ&rowid=9)
  7. ^Taxandria; tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis en volkskunde, jaargang 22, 1915 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMUBTB01:001566001:00084&query=%22heerlijkheid+asten%22+1535&coll=dts&sortfield=date)
  8. ^Nederlandsch geslacht-, stam- en wapenboek, 1785 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=dpo:3487:mpeg21:0207&query=%22gerard+van+berckel%22+asten&coll=boeken&rowid=8)
  9. ^Personen in stambomen, Gerard Claeszoon van Berckel (https://www.genealogie-van-zon.nl/Stamouders.php?ID=14302)
  10. ^Bossche encyclopedie (http://bossche-encyclopedie.nl/overig/verdwenen%20panden/hof%20van%20brabant.htm)

De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld

Laatst bijgewerkt op 3 februari 2024, 13:09:22

Heemhuis, Molenstraat 10, 5711 EW, Someren
Open voor bezoekers op dinsdagochtend van 9 tot 12 uur en op donderdagavond van 19 tot 21 uur (0493) 472 423 hkkdevonder@xs4all.nl


Archeologiehuis, Molenstraat 14, 5711 EW Someren
Open na afspraak, bel hiervoor Jacques van Ooijen op 06-36 14 12 02 of mail gewoonjacques@gmail.com


Deze website maakt geen gebruik van cookies

ADM

XSSMMDLGXL

Printen