Rond 1900 is op bouwland G689 een fabriek gebouwd met kadasternummer G1271 in eigendom van Rudolph van der Weij en in 1906 vindt er nog een bijbouw van een bergplaats. Rudolph van der Weij, geboren te Bolsward op 12-11-1874 als zoon van Tjeerd van der Weij en Sjoerdje Lijcklama, komt eind 1897 in Asten wonen. Hij verblijft dan bij molenaar Peter Antoon Gitzels en als zijn vader komt te overlijden staat er een overlijdensadvertentie in de Leeuwarder courant van 22-12-1898:
Rudolph van der Weij wint ook prijzen namens de in 1900 opgerichte schietvereniging Astens weerbaarheid', aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-08-1901 en 24-09-1902:
Rudolph van der Weij start rond 1900 een metaalgieterij waar ook brandspuiten worden gemaakt. In de Nieuwe Tilburgsche courant van 19-06-1903 zoekt Rudolph van der Weij een kopergieter en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-01-1904 is te zien welke producten hij levert:
Rudolph van der Weij is op 29-08-1904 te Asten getrouwd met Petronella Gerarda Pitlo, geboren te Tiel op 28-03-1885 als dochter van postdirecteur Jacobus Lambertus Pitlo en Coenradina Johanna Jacoba Bijl. Rudolph van der Weij is op 13-03-1908 te Driebergen gescheiden van Petronella Gerarda Pitlo en Petronella Gerarda Pitlo is op 07-12-1909 te Geldermalsen hertrouwd met kunstschilder Frans David Oerder.
Rudolph van der Weij handelt ook in motorfietsen, zoals blijkt uit deze advertentie in de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-05-1904, Hij bezat ook als eerste Astenaar een auto en op de foto rechtsonder zien we hem zitten met zijn huishoudster Dina Wilhelmina Rijntjes en nog een andere vrouw:
Rudolph van der Weij was een ondernemend man zoals we linksonder zien in een advertentie in de krant de Zuid-Willemsvaart van 09-07-1904 en rechtsonder zien we hem op een motor:
Het bedrijf inmiddels genoemd R. van der Weij en Co. speelt ook handig in op de behoefte van de toen opbloeiende Astense industrie en handelt ook in zuivelbereidingsmachines in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-05-1905:
Zo maakt hij vanaf circa 1905 ook brandspuiten die in de krant de Zuid-Willemsvaart van 06-11-1907 als zeer goed worden omschreven en in de Maasbode van 11-04-1911 maakt hij reclame voor die brandspuiten:
Hieronder twee foto's van de destijds door Rudolph van der Weij geleverde brandspuiten en de rechterfoto is waarschijnlijk gemaakt bij deze fabriek:
![[11] |
De krant de Zuid-Willemsvaart van 15-07-1908 meldt nog dat er in de kopergieterij van Rudolph van der Weij is ingebroken echter met weinig buit:
De gemeenteraad van Someren twijfelt nog over de aanschaf van een brandspuit van Rudolph van der Weij, zoals te lezen is in de krant de Zuid-Willemsvaart van 30-12-1911:
Rudolph van de Weij houdt opruiming, beschreven in de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-02-1910:
In 1912 vindt Rudolph van der Weij een toepassing voor het oererts van het Aa-dal en start samen met Johannes Roos Rijsdijk (zie Monseigneur den Dubbeldenstraat 4) een ijzerfabriek, de Astensche ijzer- en metaalgieterij aan de huidige Prins Bernhardstraat. Hieronder de uitgifte van aandelen voor de nieuwe fabriek in de Maasbode van 15-11-1912:
De firma R. van der Weij en Co. Wordt dan omgedoopt tot de N.V. Astensche IJzer- en Metaalgieterij, zoals ook gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 18-10-1913:
De fabriek met kadasternummer G1271 wordt verkocht aan Naamloze Vennootschap Astensche ijzer- en metaalgieterij en wordt omgebouwd tot drie huizen met bergplaats en erf. De huizen worden verhuurd, waarschijnlijk aan werknemers, en hebben van noord naar zuid de kadasternummers G2115 (zie Voormalig huis G2115), G2116 (zie Voormalig huis G2116) en G2117 (zie Voormalig huis G2117).
De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld
Laatst bijgewerkt op 29 juni 2020, 14:02:28