Wilhelminastraat 5, 7 en 9

De koper is Willem Calmpthouts, geboren te Stabroek (B) op 11-06-1783 als zoon van Joannes Calmpthouts en Joanna Maria Catharina van den Bosch. Hij is als schipper op 09-07-1831 te Asten getrouwd met Anna Maria Bakens, geboren te Asten op 03-09-1793 als dochter van Gerardus Ambrosius Bakens en Helena Henrici van Helmond (zie Voormalig huis G399).

Rond 1856 wordt het huis gesplitst in twee woningen met kadasternummers G1117 en G1118, zoals weergegeven op de kadasterkaart middenonder. Die woningen worden in 1860 verkocht aan Bernardus Ludovicus Hubertus Borret. Anna Maria Bakens is op 25-04-1863 te Someren overleden en Willem Calmpthouts is op 29-09-1863 te Someren overleden.

Bernardus Ludovicus Hubertus Borret laat in 1861 op die plaats een nieuw huis bouwen met kadasternummer G1178 en met een in 1867 gebouwde aanbouw wordt het kadasternummer G1257, zoals te zien is op de kadasterkaart rechtsonder. Op die kadasterkaart is de oude kerk G1265 en het Liefdehuis G1264 te zien.

Bernardus Ludovicus Hubertus Borret is geboren te Brussel (B) op 26-09-1826 als zoon van Antonius Josephus Lambertus Borret en Maria Elisabeth Vermeulen. Hij is als rijksontvanger op 31-08-1852 te 's-Hertogenbosch getrouwd met Johanna Hendrica Elisabeth de Bont, geboren op 28-07-1824 te IJsselsteijn als dochter van Cornelis de Bont en Elizabeth Theodora Gijbels. Na haar overlijden te 's-Hertogenbosch op 16-05-1853 is Bernardus Ludovicus Hubertus Borret rond 1855 hertrouwd met Josina Maria Antonia Hortensia Hermans, geboren te Heurne (B) op 21-03-1831 als dochter van Jan Gerard Hubert Hermans en Maria Angelina Frische. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 komen zij vanuit A19 (zie Burgemeester Wijnenstraat 13 en 15) in het huis met huizingnummer A150 wonen:

In de Nederlandsche Staatscourant van 04-03-1859 de benoeming van Bernardus Ludovicus Hubertus Borret als ontvanger van de belastingen in Asten met rechts daarvan een foto van hem:

In de Noord-Brabanter van 14-09-1867 is Bernardus Ludovicus Hubertus Borret commissaris bij een kredietmaatschappij voor landbouwers in de Peel:

Zij vertrekken in 1873 naar Heerlen, zoals ook gemeld in de Provinciale Drenthsche en Asser courant van 11-07-1873:

Bernardus Ludovicus Hubertus Borret is op 12-06-1886 te Antwerpen (B) overleden en Johanna Maria Antonia Hortensia Hermans is op 03-11-1896 te Marpent (F) overleden.

In 1873 wordt het huis verkocht aan de firma Victor Andreas van Rijckevorsel en in 1874 doorverkocht aan Jonkheer Franciscus Johannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel, geboren te 's-Hertogenbosch op 28-08-1818 als zoon van Augustinus Theodorus van Rijckevorsel en Everarda Francisca Halfwassenaar van Onsenoort. Hij is als rijksontvanger op 15-02-1848 te Veghel getrouwd met Theresia Constantia Angelique Victoire de Kuijper, geboren te Veghel op 28-12-1818 als dochter van Josephus Franciscus de Kuijper en Maria Theresia Philippina Dubbelens. In de Tilburgsche courant van 04-09-1873 de benoeming van Jonkheer Franciscus Johannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel tot rijksontvanger in Asten:

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1869-1879 wonen zij in het huis met huizingnummer A224:

In de Provinciale Drentsche en Asser courant van 21-10-1875 de benoeming van Jonkheer Franciscus Johannes Josephus van Rijckevorsel van Kessel tot rijksontvanger in Waalwijk:

Hun zoon Jonkheer Victor Marie van Rijckevorsel, geboren te Herpen op 16-01-1854, woont daarna in het huis. Samen met zijn broer Jonkheer Alphons Eduard Maria van Rijckevorsel, geboren te Sint Michielsgestel op 24-01-1857, woont hij als fabrikant ook in de periode 1879-1890 in het huis met huizingnummer A225:

Jonkheer Victor Marie van Rijckevorsel vertrekt in 30-05-1881 naar Oisterwijk en wordt daar burgemeester; Jonkheer Alphons Eduard Maria van Rijckevorsel is op 18-02-1901 te Boxtel overleden en Jonkheer Victor Marie van Rijckevorsel is op 12-12-1927 te Nijmegen overleden.

In 1883 wordt het huis verkocht aan de trappistinnen Julie Morel, Elisa Boyer en Julie Therel uit Ubexy canton Charmes (F). Deze zogenaamde Franse zusters, monialen van Ubexy, hadden noodgedwongen door strenge Franse wetgeving, de wetten van Combes, hun klooster moeten verlaten en zochten een nieuwe locatie. In 1896 wordt het huis doorverkocht aan grondeigenaresse Marie Bazoche uit Ubexy (F).

Het huis is verhuurd aan derden en de volgende bewoner is Johannes Hendrikus Becking, geboren te Wisch op 21-04-1842 als zoon van Laurens Theodorus Becking en Bartha Willemina ten Bokkel. Hij is als rijksontvanger te Hoge Zwaluwe op 09-11-1872 getrouwd met Gerharda Cornelia Becking, geboren op 20-11-1848 te Hoge Zwaluwe als dochter van Jacobus Gerhardus Becking en Wilhelmina Everdina Rogge. In het Algemeen Handelsblad van 17-09-1880 zijn aanstelling in Asten:

In de periode 1879-1890 komen zij in 1884 vanuit A29 (zie Burgemeester Wijnenstraat 13 en 15) in het huis met huizingnummer A225 wonen:

Linksonder in de Graafschapbode van 04-11-1882 de geboorte van dochter Laura Theodora en rechtsonder in de Tilburgsche Courant van 01-11-1884 het bericht over de overplaatsing van Johannes Hendrikus Becking naar Kaatsheuvel.

Zij vertrekken eind 1884 naar Loon op Zand; Johannes Hendrikus Becking is op 10-10-1890 te Zevenbergen overleden en Gerharda Cornelia Becking is op 15-10-1901 te Dieren overleden.

In het huis komt wonen Thomas Antoon Motké, geboren te Thorn op 27-10-1835 als zoon van Jan Jakob Motké en Gertrudis Elisabeth Paulussen. Hij is als rijksontvanger op 24-11-1871 te Maasbree getrouwd met Anna Catharina Odilia Bergmans, geboren te Maasbree op 01-08-1855 als dochter van Joannes Lambertus Bergmans en Margaretha Wolters. In de Haagsche Courant van 31-12-1884 de aanstelling van Thomas Antoon Motké als rijksontvanger in Asten:

Thomas Antoon Motké woont ook in de periode 1890-1900 met zijn gezin in het huis met dan huizingnummer A238:

Zij zijn de grootouders van de Deurnese apotheker Henricus Petrus Johannes (Henk) Motké, zoon van beroepsmilitair Johannes Christoffel Tilmanus Motké en apotheker Eugénie Emillienne Poels. 

In de Nederlandsche Staatscourant van 08-10-1891 het vertrek van Thomas Antoon Motké van Asten naar Heusden bij 's-Hertogenbosch:

Thomas Antoon Motké is op 06-11-1921 te Oss overleden en Anna Catharina Odilia Bergmans is te 's-Gravenhage op 28-01-1934 overleden.

Vanaf september 1892 woont in het huis Johan Philip Menger, geboren te Utrecht op 14-12-1818 als zoon van Johan Philip Menger en Louise Charlotte Koëler. Hij is sinds 14-03-1861 weduwnaar van Euphrasina Johanna Parré, geboren te Amsterdam rond 1819 als dochter van Matthias Parré en Johanna Elsenburg, met wie hij als graveur op 17-05-1844 te Amsterdam getrouwd was. Linksonder wordt zijn naam genoemd met betrekking tot munt- en penningkunde in de Peel- en Kempenbode van 24-01-1894. Johan Philip Menger is op 20-09-1895 te Asten overleden en rechtsonder in het Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage van 25-09-1895 een korte levensbeschrijving.

Linksonder een aantal penningen van zijn hand en rechtsonder een portret van Johan Philip Menger1:

In het Nieuws van de Dag van 28-09-1895 en in dagblad De Tijd van 02-10-1895 een oproep om mensen die nog geld schuldig zijn of tegoed hebben zich te melden:

Zijn dochter Euphrosina Johanna Menger, geboren te Utrecht op 02-10-1846, vertrekt eind 1895 naar Nijmegen en is aldaar op 26-01-1908 overleden.

De nieuwe bewoner van het huis is Vincentius Antonius Hubertus Panhuijsen, geboren te Tilburg op 22-09-1870 als zoon van Michiel Hubertus Panhuijsen en Maria Huberdina Stoops. Hij is als arts op 18-08-1896 te Gennep getrouwd met Maria Annette Hubertine Sassen, geboren op 01-04-1875 te Venray als dochter van Alphons Lodewijk Eduard Sassen en Maria Katharina Hubertina Meuwissen (zie Wilhelminastraat 47 en 49). Links in de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-08-1897 de aanstelling van Vincentius Antonius Hubertus Panhuijsen op 22-07-1897 tot gemeente geneesheer en rechts in de Provinciale Noordbrabantsche en's Hertogenbossche courant van 16-02-1898 zoekt mevrouw Panhuijsen een dienstmeid:

In de Peel- en Kempenbode van 25-10-1899 wordt het huis waarin de familie Panhuijsen woont, door de genoemde Franse zusters te koop aangeboden:

De relatie tussen Vincentius Antonius Hubertus Panhuijsen en de gemeente verslechterde zienderogen door de strubbelingen over de huurprijs en de hoge rekeningen die hij doorberekende aan patiënten. Ook zullen voorvallen zoals beschreven bij Maria Verheijen (zie Voormalig huis G466A) een rol hebben gespeeld en was zijn populariteit bij de Astense bevolking niet groot. In september 1903 wordt zijn contract opgezegd. Rond die periode heeft hij ook een nieuw huis laten bouwen (zie Wilhelminastraat 47 en 49), dat echter nooit door hem bewoond is geweest.

Dit alles leidde tot de zogenaamde 'Dokterskwestie', die breed is uitgemeten in de pers. De onderstaande artikelen in de krant de Zuid-Wilemsvaart van 16-09-1903 over zijn weigering te vertrekken en in diezelfde krant van 07-10-1903 over zijn vertrek geven een goede illustratie: 

In oktober 1903 vertrekt Vincentius Antonius Hubertus Panhuijsen naar Kerkrade en is op 13-08-1918 te Kerkrade overleden en Maria Annette Hubertine Sassen is op 08-02-1951 te Maastricht overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

De nieuwe bewoner is Johan Frederik Hendrik Hoyng, geboren te Utrecht op 10-03-1875 als zoon van Carl Arnold Hoyng en Anna Engelina Wille. Hij is als arts op 04-02-1902 te Utrecht getrouwd met Lambertina Josephina Maria (Bertha) Verhoeven, geboren te Deventer op 15-12-1880 als dochter van Theodorus Verhoeven en Lamberdina Petronella Maria Spijker.

In de Tilburgsche courant van 25-10-1903 naast een verbaal de aanstelling van Johan Frederik Hendrik Hoyng als arts te Asten:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-10-1903 werkt dokter Hoyng eerst vanuit hotel Gitzels en in het Dagblad van Noord-Brabant van 11-11-1903 zijn definitieve aanstelling tot gemeente geneesheer:

Het door de gemeente Asten gekochte huis wordt volgens onderstaande advertentie in de krant de Zuid-Willemsvaart van 09-12-1903 verhuurd aan Johan Frederik Hendrik Hoyng:

Hieronder een foto van het huis van dokter Hoying met een groep bedevaartgangers op weg naar Ommel:

In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 10-02-1906 is dokter Hoying bestuurslid van de drankbestrijdersvereniging en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 18-09-1907 wordt ook de naam van zijn opvolger bekend gemaakt:

In 1907 verhuizen Johan Frederik Hendrik Hoyng en Lambertina Josephina Maria Verhoeven met hun gezin naar Utrecht. Johan Frederik Hendrik Hoyng is op 09-02-1942 te Roermond overleden en Lambertina Josephina Maria (Bertha) Verhoeven is op 06-12-1947 te 's-Gravenhage overleden. Hieronder het bidprentje bij het overlijden van Johan Frederik Hendrik Hoyng en de overlijdensakte van Lambertina Josephina Maria (Bertha) Verhoeven.

In het huis komt wonen zijn zwager Josephus Bernardus Verhoeven, geboren te Deventer op 17-06-1874 als zoon van Theodorus Verhoeven en Lamberdina Petronella Maria Spijker. Hij is als arts op 02-07-1907 te Valkenswaard getrouwd met Johanna Maria Elisabeth (Betsy) van Best, geboren te Valkenswaard op 22-08-1881 als dochter van Antonius van Best en Maria Catharina Wilhelmina Pompen. Ook over de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met huizingnummer A279:

Josephus Bernardus Verhoeven was ook arts voor Someren, aldus de Provinciale Noodbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 11-04-1907 En in diezelfde krant van 08-10-1907 wordt hij aangesteld als lid van de gezondheidscommissie.

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-09-1919 spreekt de teleurstelling van de bevolking over het naderende vertrek van dokter Verhoeven:

In oktober 1919 vertrekt Josephus Bernardus Verhoeven met zijn gezin naar Gestel, maar keert op verzoek van de gemeente Asten in 1920 weer terug. In de krant de Zuid-Willemsvaart de onverwachte terugkeer van dokter Verhoeven:

In de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer 342, ook bekend staand als Wilhelminastraat 1:

In de Nieuwe Venloosche courant van 12-02-1920 wordt weer een dienstmeid gezocht en in Het Huisgezin van 10-02-1928 wordt melding gemaakt van een ongeluk met de auto van dokter Verhoeven.

Ook in de periode 1930-1938 wonen Josephus Bernardus Verhoeven en Leonora Gerardina Maria Huysmans met de kinderen in het huis aan de Wilhelminastraat 1:

Hun zoon Antonius Josephus Lambertus Verhoeven, geboren te Asten op 30-08-1909, studeerde in Roermond, Sint Michielsgestel en Haaren en werd op 06-06-1838 tot priester gewijd. Hij was pastoor in Nijmegen en in de Nieuwe Eindhovense krant van 10-02-1962 zijn benoeming tot bisschoppelijk hoofdinspecteur:

Antonius Josephus Lambertus Verhoeven is op 17-12-1968 te Sint Michielsgestel overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:

In het Algemeen Handelsblad van 28-11-1934 het overlijden van dokter Josephus Bernardus Verhoeven en rechtsonder de overlijdensadvertentie:

Leonarda Gerardina Maria (Noor) Huysmans vertrekt in 1935 naar de Bilt, keert later terug in Asten en is aldaar op 08-09-1953 overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

Hun graf op het kerkhof van de Heilige Maria Presentatiekerk te Asten is een monument2:

Graf, bestaande uit een ommuurd veld van ongeveer vier meter breed en bijna 2,75 meter diep. De muur heeft een iets uitstekende plint en is opgebouwd uit zandstenen blokken. Aan de achter- en zijkanten is de muur circa 1,50 meter hoog en heeft een afdekrand van decoratieve, geprofileerde zandstenen blokken. Aan de voorzijde is de muur laag. Op de hoeken zijn pijlers geplaatst, bekroond door een decoratieve steen met plantenbak. De rechter achterhoek is afgeschuind en hoger opgetrokken.

Aan de binnenzijde is vanaf de afgeschuinde hoek, tegen de rechtermuur een lage bank geplaatst. Daarboven bevindt zich, in de hoek een uitstekend gedeelte met opschrift: "De rechtvaardige / eeuwige herinnering". In de linkermuur is aan de voorzijde een smeedijzeren poortje tussen pijlers aangebracht. Tegen de binnenzijde van deze muur zijn in drie blokken zandsteen opschriften in reliëf gemaakt: "Hier rusten J. M. E. van Best * Valkenswaard 22 aug. 1881 / + Asten 23 nov. 1914/ en haar echtgenoot, J. B. Verhoeven / Arts te Asten / * Deventer 17 juni 1874 / + 's-Bosch 23 nov. 1934, en diens echtgenote / L. G. M. Huysmans / * Woensel 23 sept. 1881 / + Asten 8 sept. 1953".

Het midden van de achtermuur is hoger opgetrokken en heeft aan de zijkanten voluten en een halfronde bekroning. Aan de binnenzijde is een opschrift aangebracht: "Rust zacht / mijn goede Betsy / lief moedertje / slaap zacht".

Rond 1935 krijgt het huis kadasternummer G2469 en worden op hetzelfde perceel nog twee nieuwe huizen bijgebouwd. Het huis wordt in 1936 gesplitst in twee woningen met kadasternummers G2517 (zie hieronder) en G2516 (zie Wilhelminastraat 11) en de twee nieuwe huizen krijgen kadasternummer G2515 (zie Wilhelminastraat 17) en G2515A (zie Wilhelminastraat 19). De onderstaande kadasterplaatjes laten de veranderingen zien.

Het deel van het huis met kadasternummer G2517 wordt in november 1936 verkocht aan Peter Antonius (Piet) van Hoek, geboren op 18-07-1901 te Asten als zoon van Petrus Johannes van Hoek en Hendrica Peeters (zie Voormalig huis G583). Hij is als garagehouder op 03-07-1937 te Asten getrouwd met Maria Petronella (Mia) Mennen, geboren te Asten op 11-06-1910 als dochter van Johannes Mennen en Maria Geertruida Lammers (zie Voormalig huis G780). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1938 wonen zij in het huis aan de Wilhelminastraat 1:

In de Nieuwe Tilburgsche Krant van 28-11-1929 staat dit bericht over een door Piet van Hoek gesnapte autodief:

Wim Nolens weet het volgende verhaal te vertellen over Piet van Hoek:

Een ander opvallend type was Piet van Hoek, in Asten beter bekend als Piet de Krint. Ook hij was niet helemaal normaal, maar dat belette hem niet op zekere dag een tweedehands motorfiets te kopen, zo'n ding dat je aan moest lopen om het te doen starten. 'n Rijbewijs had je in die tijd niet nodig dus Piet kon rustig experimenteren met 't bewuste vehikel. Nu was een motorfiets, het volk noemde het een stoomfiets, een bezienswaardigheid in die dagen. Alléén de directeur van de ijzergieterij had zo'n grote Harley Davidson. Die stond echter altijd in z'n garage en als hij weg reed was hij zo het dorp uit. Met dat ding van Piet was het echter anders. Die oefende midden in 't dorp en liep kilometers voordat het kreng wel eens aansloeg. Piet badend in het zweet. Na talloze pogingen stopte hij tenslotte en zei: "Wacht maar loeder, ik zal oe wel kriegen en dawde 'm naar huis". Om z'n ergernis nog wat te vergroten riep de meestal aanwezige jeugd dan nog: "Piet d'r ligt een krint v'r ouw wiel". Hij bezat ook in 't dorp een stukje grond waarop een prachtige notenboom stond. Als de noten in het najaar rijp van de boom vielen, was hij er als de kippen bij om op te letten dat de kinderen, die op straat speelden, er niet met de noten vandoor gingen.
Op een keer was daar ook het dochtertje van de familie Eijsbouts, de directeur van de uurwerkfabriek, die in goed Nederlands vroeg "Piet de Krente, mag ik ook een noot?", waarop het antwoord was: "Scheld oew grotmoeder uit die op het kerkhof lee te stinken".

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 08-05-1937 wordt Piet van Hoek aangesloten op het telefoonnet en in diezelfde krant 24-10-1941 de geboorte van zoon Pieter:

Linksonder meldt Piet van Hoek in het Peelbelang van 06-01-1945 dat er weer benzine en olie beschikbaar is en rechtsonder een foto van het huis met benzinepomp:

Peter Antonius (Piet) van Hoek is op 16-06-1982 te Asten overleden en Maria Petronella (Mia) Mennen is op 23-10-2000 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

Bij heemkundekring de Vonder staat dit huis bekend als monument:

Object:                          Wilhelminastraat 9 en 11, tot 15-04-1948 Wilhelminastraat 1 en 1C.

Bouwhistorie:              Particuliere bouw, bouwjaar circa 1840, verbouwing jaar 1937 initiatiefnemer Petrus Johannes van Hoek, garagehouder, 1976                                              verbouw woning, 1978 bouw carport, 1987 bouw werkplaats en bijkeuken.

Gebruikshistorie:         Woning van circa 1840 tot heden.

Eigenaren/bewoners:  Panhuizen, Hoyng, Verhoeven; van Hoek; Berkers.

Soort woning:              Dokterswoning met praktijkruimte tot 1935, later dubbelwoning.

Literatuur:                   Statig woonhuis van dokter Hoyng, daarvoor dokter Panhuizen en daarna dokter Verhoeven. Nu garage van Hoek en woonhuis                                          van Berkers.

Interview:                     Dokter Verhoeven woonde er. Fraai pand met rijke historie. Goed passend in fraaie straat.

Bijzonderheden:          Kogelgaten van strijd om de bevrijding van Asten in september 1944 zijn nog aanwezig in de muren bij de garage.

Het huis bestaat nog steeds met linksonder een oude foto en rechtsonder een streetview:

---

De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld

---

Laatst bijgewerkt op 18 juli 2024, 11:05:13