Vosselen is een buurtschap ten westen van de dorpskern van Asten dat oorspronkelijk deel uitmaakte van het gehucht Ostade. Het bestaat uit verspreid liggende boerderijen langs een van oudsher bestaande weg met de naam de Keysersdyk. Op de onderstaande plattegronden wordt de bewoning van het buurtschap Vosselen in kaart gebracht.
Linksboven de situatie voor 1800 en rechtsboven de ligging van de boerderijen bij het opmaken van de kadasterkaarten in de periode 1811-1832. Linksonder de nummering van de boerderijen over de periode 1859-1930 op de toenmalige topografische kaart en rechtsonder de googlemaps kaart van 2010 met de huidige nummergeving en straatnamen.
In de 17e eeuw woonden op Vosselen de families Verdijsteldonck, Peters, Canters, Laurenssen (Vreijnssen), Jansen, Paulus en de Groot. De boerderijen bleven vaak in handen van de familie en als vererving in de vrouwelijke lijn plaatsvond, dan veranderde de naam van de eigenaar. Zo kennen we de onderstaande veranderingen, wwaarbij de groene kleur is voor de bewoners in de 17e eeuw, paars voor de 18e eeuw, blauw voor de 19e eeuw en zwart voor de 20e eeuw. Een rode kleur duidt op dat het huis niet door vererving maar door aankoop van eigenaar is gewisseld.
We zien duidelijk dat pas in de 19e en 20e eeuw de boerderijen van eigenaar wisselden en dat voor die tijd de bewoners honkvast waren. Uit een dwarsdoorsnede in deze tijdslijn rond 1740 kunnen we de bewoners van Vosselen achterhalen, maar dat is ook in de archieven van Asten beschreven bij de lijst van vergoedingen voor misoogsten:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende te Ostaden:
Naam | Huis | Omschrijving | Vergoeding |
---|---|---|---|
Mattijs van Hugten | 15 | ƒ 28,- | |
Aart Wilbers | 16 | ƒ 55,- | |
Antonis Peters | 16 | onder andere 60 schapen gestorven | ƒ 160,- |
weduwe Jan Coolen | 17 | onder andere 50 schapen en een beest gestorven | ƒ 215,- |
Peter Coppens | 18 | ƒ 65,- | |
Peter Jan Aarts | 19 | ƒ 45,- | |
Willem Joosten | 20 | ƒ 80,- | |
Symon Peters | 21 | ƒ 80,- | |
Antoni Dirx | 22 | ƒ 75,- |
Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.
De tijdslijn klopt vrijwel volledig, alleen de naam van Peter Jan Aarts komen we niet als eigenaar tegen; hij is pachter van het huis van Evers. De bewoningsgeschiedenis van Vosselen wijst dus uit dat Vosselen tot in de 20e eeuw een hechte boerengemeenschap moet zijn geweest. Arme boeren met wat grond in de buurt van hun boerderij om boekweit of rogge op te verbouwen, wat grasland aan de beemden bij de rivier de Aa, schapen werden gehoed op de ruige heidegronden en enkele beesten op stal. Ze woonden tot in de 19e eeuw in rietgedekte lemen boerderijen en hadden een schop voor de beesten.
De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld
Laatst bijgewerkt op 3 februari 2018, 19:45:54