Jan Janse van de Leensel is geboren te Asten op 28-09-1715 als zoon van Johannes van de Leensel en Mary Jansen van Heugten. Hij is op 16-09-1736 te Asten getrouwd met Anna Marcelis Coolen, geboren te Asten op 22-02-1704 als dochter van Marcelis Peter Colen en Maria Thomas Canters (zie Voormalig huis F210):
Het gezin van Jan Janse van de Leensel en Anna Marcelis Coolen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria | Asten 30-07-1737 | Kind | Asten ±1737 |
Hun enig kind Maria is vermoedelijk op jonge leeftijd overleden en in 1753 maken Jan Janse van de Leensel en Anna Marcelis Coolen hun testament op, waaruit blijkt dat geen nakomelingen hadden:
Asten Rechterlijk Archief 120 folio 85; 15-01-1753:
Jan Jansen van de Leensel en Anna Marcelis Coolen, zijn vrouw, op Heusden, hij gezond, zij ziek. Zij testeren. Alle voorgaande makinge vervallen. Alles aan de langstlevende van hen beiden. Indien echter de langstlevende komt te hertrouwen en uit dat tweede huwelijk kind(eren) geboren mochten worden dan zal hij aan den Armen, alhier, ƒ 100,- moeten uitkeren. Indien de testateur de langstlevende mocht blijven en in tweede huwelijk kind(eren) mocht verkrijgen dan zal hij boven de voorschreven ƒ 100,- aan den Armen moeten overdragen de vaste goederen gekomen van testatrices ouders ofwel de waarde vandien. Na overlijden van de langstlevende komen alle goederen aan den Armen van Asten mits uitkerende aan Jan Francis Hoebergen, hun neef, bij hen wonende, voor zijn trouwe diensten een jaarlijkse uitkering of een som ineens door de langstlevende te beoordelen. Zij zullen dit benoemen en schrijven op dit testament en zo dit niet gebeurde dan wordt een en ander overgelaten aan de bescheydenheyt van de provisoren van den Armen, alhier.
Jan van de Leensel probeert het dwangmolenrecht te omzeilen. Een banmolen of dwangmolen, was een molen waar de naburige boeren verplicht waren hun graan te laten malen. Vaak waren deze molens eigendom van de plaatselijke heer of een andere hogere autoriteit, zoals een abdij. Voor Asten was dit sinds 1716 molen de Oostenwind (zie foto rechts). Dat wil zeggen dat, op straffe van een forse boete, elke ingezetene van de Heerlijkheid Asten verplicht was zijn graan op deze molen te laten malen. Het molster (maalloon) van de molenaar bedroeg toen 1⁄24e deel van het te malen graan, later werd dit 1⁄16e deel. Toen omstreeks 1789 tijdens de Brabantse Omwenteling het feodale systeem werd afgeschaft, werd het ook toegestaan om vrije molens, meest windmolens, op te richten, die de voormalige banmolens beconcurreerden aangezien de boeren nu ook daar hun graan konden laten malen. |
Asten Rechterlijk Archief 122 folio 110 verso; 01-03-1765:
Schepenen van Asten alsmede Antoni Losecaat, schepen en loco secretaris van Asten en Pieter van Riet, eykmeester, certificeren ter instantie van Jacobus Losecaat, drost, dat wij op vrijdag, 01-03-1765, om 10 uur in de morgen, zijn geweest aan het huis van Jacobus Losecaat voornoemd en daar aan de deur gevonden hebben de ondervorster, alhier, en Arnoldus Smits, die met Jacobus Losecaat verklaarden van Someren hebben zien komen, een kar, waar in was gespannen een swarte os en daar op lagen drie zakken. Geopent en gevisiteerd hebbende, daarin bevonden rogge- en boekweitmeel. Het meel is door de eykmeester gemeten zijnde 17½ vat roggemeel en 2½ vat 1 cop boekweitmeel. De zakken zijn door ons verzegeld en door de drossard in arrest genomen.Asten Rechterlijk Archief 122 folio 111; 09-03-1765:
Jan Janse van de Leensel verklaart dat hij, op 1 maart laatstleden, door zijn knecht, Jan Hoobergen, op de molen van Someren heeft laten malen rogge en boekweit, alzo van buyten binnen Asten ingebragt het is door de drossard in arrest genomen en hem is een boete van ƒ 50,- gevraagt. En doordien den comparant niet geneegen is deselve boete vooralsnog te betaalen of den os met de kar over te geven en alsoo de os, een heerenpand, zijnde en om daarvan de kosten voor te komen verklaart hij, comparant, de voornoemde os en kar van de drossard, alhier, uit arrest te nemen, met belofte deze ten alle tijde, op vermaan, terug te zullen geven of een boete van ƒ 40,- boven de voorschreven ƒ 50,-.Asten Rechterlijk Archief 112 folio 112; 14-03-1765:
Roedolf Graaf, ondervorster en schutter, alhier en Arnoldus Smits verklaren ter requisitie van Jacobus Losecaat, drossard, dat zij op 1 maart laatstleden, 's morgens rond acht uur, de requirant bij hen is gekomen, zeggende: Mij is gezegt datter een boer van Heusden met een kar na Someren ter moolen was, waarop moet gaan letten of terugkomt. Waarop zij, comparanten, de weg naar Someren zijn opgegaan, naar de Somerse brug, liggende over de Aa, tussen Asten en Someren. Op de weg vandaar naar Asten hebben zij een kar, op Somerse grond, gezien, komende van de Somerse molen. Zij hebben deze op het oog gehouden" en over de voorschreven steene brug zien binnenkomen. De kar werd gevoerd door Jan Hoebergen, knecht van Jan Jansen van de Leensel, op Heusden.
Volgt een breedvoerig verslag over de inbeslagname van os, kar en meel in het oog gehouden door de drossard die van verre en terzijde gevolgd was waarbij Jan Hoebergen aanvoerde dat de molen van Asten geen dwangmolen zou zijn.
Jan van de Leensel heeft een schuld die later wordt ingelost:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 222.1 verso 17-03-1773:
Jan van de Leensel, aan de Voorste Heusden, is schuldig aan Francis Kerkers, in de Wolfsberg ƒ 200,- à 3%. Marge 17-03-1787 gelost door Mattijs en Peter Verrijt aan Jan Frans Kerkers.
Jan Janse van de Leensel pleegt overspel:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 157 verso; 18-04-1774:
Peternel, dochter Jan Hendriks, te Ommel, 19 à 20 jaar oud, verklaart dat zij vier à vijf jaar als dienstmaagd heeft gewoond bij Jan Janse van de Leensel, op de Voorste Heusden. Voornoemde Jan heeft haar, door schone woorden als andere, zover weten te brengen dat hij, in 1773, vleesselijke conversatie gehad heeft tengevolge waarvan zij bevrucht is geworden. Dit is ruchtbaar geworden en vooral bij de vrouw van voornoemde Jan, zodat zij in het najaar laatstleden uit de dienst is gegaan om weer bij haar ouders te gaan wonen. In december laatstleden is zij door haar vader en Peter Roymans gebracht naar Roggel, lande van Luyk, om daar te kramen bij de zoon van Jan Crolisse. Op 6 maart 1774 is zij daar bevallen van een zoon, welke gedoopt is met de naam Hendricus Jansen. Van dit kind is Jan Janse van de Leensel de vader, zij heeft met geen andere man gemeenschap gehad. Voornoemde Jan van de Leensel heeft alle kraam- en andere kosten, voor haar en het kind, voor zijn rekening genomen.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 158 verso; 17-05-1774:
Jan Hendriks en Jennemie Vermeulen, te Ommel, verklaren dat zij hun dochter, Peternel, in 1769, hebben verhuurd bij Jan Janse van de Leensel, op de voorste Heusden. Zij heeft daar gewoond en gedient tot in het najaar 1773 en is toen thuisgekomen, waarna zij tot hun smerte verstaan hebben dat hun voornoemde dochter, wezende in haar 19e jaar, misleid en zwanger is geworden door Jan Janse van de Leensel. Voornoemde Jan heeft dit toegegeven en toegezegd dat hij alle kosten van bevalling voor zijn rekening zou nemen. Hetgeen hij ook gedaan heeft. Op 6 maart 1774 is hun dochter bevallen van een zoon, geboren te Roggel ten huize van Jan Crolisse. Hun dochter is weer naar huis gekomen en is nog thuis.
Over de genoemde Petronella Jan Hendriks komen we het volgende te weten dat zij is geboren te Asten op 11-04-1755 als dochter Johannes Hendriks en Johanna Maria Joannis Vermeulen (zie Voormalig huis B384).
Zij is in 1774 in Roggel bevallen van een zoon met de naam Henricus:
7 martij 1774; Baptizatus est Henricus filius Petronilla Janssen oriune ex Asten majoratus Duscodiensis; susceperunt Henricus Baetsen et Helena Hubers.
7 maart 1774; Gedoopt is Henricus, zoon van Petronilla Janssen, afkomstig uit Asten, bisdom 's-Hertogenbosch; getuigen Henricus Baetsen en Helena Hubers.
In een getuigenverhoor verklaren de buren van Jan Janse van de Leensel dat zij hem goed kennen:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 159 verso; 19-09-1774:
Francis Coolen en Pieter van Loon, op den Voorsten Heusden, verklaren dat zij zeer wel kennen Jan Jansen van de Leensel, een getrouwd man, die lange jaren en nog met Anneke Marcelis Coolen, zijn wettige vrouw, in hun nabuurschap heeft gewoond en nog woont.
Voor het overspel wordt Jan Janse van de Leensel beboet met een geldbedrag en krijgt Petronella Jan Hendriks een gevangenisstraf:
Asten Rechterlijk Archief 20 folio 318; 10-10-1774:
Den drossard, aanlegger contra Jan Janse van de Leensel en Peternel Hendriks, gedaagden. Terzake van overspel speciaal volgens het 80e en 81e artikel van Hare Hooge Mogendheden egtreglement de dato 18-03-1656. Gedaagde wordt opgelegd een boete van ƒ 100,- wegens gepleegd overspel met gedaagdesse. De gedaagdesse wordt veroordeeld tot gevangenisstraf van één maand op water en brood wegens overspel, gepleegd met gedaagde.
Petronella Jan Hendriks is op 02-09-1787 te Asten getrouwd met Gerrit Adriani Hoefnagels, geboren te Asten op 08-04-1723 als zoon van Adrianus Jan Hoefnagels en Maria Graets en weduwnaar van Johanna Maria de Leeuw (zie Burgemeester Frenckenstraat 47). Na diens overlijden op 03-03-1797 is Petronella Jan Hendriks te Asten op 13-05-1798 hertrouwd met Hendrik Verrijt, geboren te Helmond op 25-04-1750 als zoon van Francis van Rijt en Petronella Martens Hoeijmans (zie Voormalig huis B507) en weduwnaar van Catharina Hendrik Verhees. De bovengenoemde zoon Henricus, trouwt op 24-02-1811 te Asten met Josijna Josephina Kanters (zie Voormalig huis C682). Hendrik Verrijt is op 19-12-1815 te Asten overleden en Petronella Jan Hendriks is op 23-10-1827 te Bladel overleden.
Eigenaar van het huis Jan Janse van de Leensel heeft financiële problemen; hij heeft schulden, beleent zijn grond en verkoopt zijn inboedel:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 228; 13-04-1773:
Jan Janse van de Leensel is schuldig aan Jan Francis Timmermans, in het Dorp ƒ 200,- à 3%.Asten Rechterlijk Archief 100 folio 18 verso; 20-11-1775:
Jan Janse van de Leensel, te Heusden, geeft in belening aan Jacobus Losecaat, gedurende twee jaar voor ƒ 250,- à 3,6% land 3 lopense, ene zijde de mistweg, andere zijde Eysbout Hendriks, ene einde de straat, andere einde Piet van Loon; hooiveld 5 lopense 24 roede, ene zijde de laan van het Huis van Asten, andere zijde de verkoper, ene einde de koper, andere einde Jan Lomans. Marge 03-11-1777 gelost.Asten Rechterlijk Archief 151; 20-12-1776:
Jan Janse van de Leensel, op de Voorste Heusden, verkoopt zijn inboedel onder andere een paard ƒ 23,- vijf koeien ƒ 96,-. Totale opbrengst: ƒ 185,-.Asten Rechterlijk Archief 100 folio 98 verso; 03-11-1777:
Jan Janse van de Leensel, op de Voorste Heusden, is schuldig aan Jacobus Losecaat ƒ 250,- à 4% wegens belening van twee percelen de dato 20-11-1775. Marge 27-04-1780 gelost door Mattijs en Peter Verrijt.
Jan Janse van de Leensel verhuurt zijn huis aan de neef van zijn vrouw Jan Tomas Coolen, geboren te Asten op 05-10-1735 als zoon van Thomas Marcelis Coolen en Anna Lindert Hoogers:
Asten Rechterlijk Archief 124 folio 162; 18-12-1777:
Jan Janse van de Leensel, op de Voorste Heusden, geeft in huur aan Jan Tomas Coolen, op de Voorste Heusden de kamer met de kelder en opkamer met de zolder daarboven, waarin de huurder reeds is wonende en gebruikende 2⁄3e deel van de schuur. De schuurheert samen te gebruiken. Alsmede het gebruik van de nieuwe schop en het stalleke met de stal aan de kamer met een gedeelte van den hof, zoals reeds in gebruik is. Voorts de 2 voorste zeyls land en 2 zijle land bij Pieter van Hugten; den hele Heycampacker; den halve Vlinkert; de helft van de Nieuwe Erve; den dries met het Boonvelt tot aan de kersenboom en tot aan den eyk, het agterste eynde; het agterste Weyvelt met het Kempke; het voorste Weyvelt tot aan het slootje; het Hoyvelt. Op het turfveld op de Bortelbaan maag de huurder turven zo veel hij wil en achter den Witteberg en Vaalbaan, samen te turven. Het nieuwe Peelvelt op de baan neven de Weerterbaan, samen op te maken, te gebruiken en te onderhouden na de keure. Huurtermijn 8 jaar. Huursom ƒ 20,- per jaar en 19 vat rogge per jaar. Lasten de lands- en dorpslasten voor de huurder. Verponding ƒ 8-00-00 per jaar. Bede ƒ 2-02-08 per jaar. Reële verpondingen
ƒ 1-10-00 per jaar.
In de bewoningslijst van het huis over de periode 1751-1776 is Jan van de Leensel eigenaar en bewoner van het huis:
Jaar | Eigenaar nummer 40 Heusden | Bewoners nummer 40 Heusden |
---|---|---|
1751 | Jan van de Leensel | Jan van de Leensel |
1756 | Jan van de Leensel | Jan van de Leensel |
1761 | Jan van de Leensel | Jan van de Leensel |
1766 | Jan van de Leensel | Jan van de Leensel en Pieter Sleegers |
1771 | Jan van de Leensel | Jan van de Leensel |
1776 | Jan van de Leensel | Jan van de Leensel |
Anna Marcelis Coolen is op 10-06-1785 te Asten overleden Jan Janse van Leensel is op 25-06-1791 te Asten overleden, maar Jan Janse van de Leensel heeft het huis in 1780 verkocht aan Matthijs en Peter Verrijt:
Asten Rechterlijk Archief 100 folio 146 verso; 11-02-1780:
Jan Janse van de Leenzel, op de voorste Heusden, verkoopt aan Mattijs en Peter Verreyt huis, hof en aangelag op de voorste Heusden 2 lopense, ene zijde Francis Loomans, andere zijde de straat zijnde den akker den Berg waar het huis op getimmerd is het aangelag waar het huis voorheen op gestaan heeft met den dries daarachter 2 lopense, ene zijde Pieter van Loon, andere zijde Peter van Bussel, ene einde de straat. Met het recht van de dreef zoals vanouds geweest is; de Voorsten acker 4 lopense; den agtersten acker 2 lopense; de hei; land de Vlinkert 1 lopense; land den Willigenacker 3 lopense; land 3 lopense; den Hulsacker 1 lopense, 1 copse; groes het Hoyvelt 6 lopense; Weyvelt 8 lopense; een Euzel 2 lopense; Hoyvelt 5 lopense, 24 roede; Nieuwe Erve off Heytvelt 1 lopense, 7 roede; Nieuwe Erve agter de Kamp van Jan Lomans 2 lopense, 12½ roede; 19 1opense nevens dezelve Kamp. Belast met ƒ 3-02-08 per jaar aan het Gemene Land in een meerdere rente met meer anderen; ƒ 5-12-08 per jaar aan den Armen van Asten in twee posten; ƒ 0-06-00 per jaar aan het Gemene Land; ƒ 0-03-12 per jaar aan de Kerk van Asten; ƒ 0-02-00 per jaar aan het Huis van Asten. Ƒ 300,- à 3½% aan Gerrit Verberne, te Someren de dato 22-10-1765 Asten; ƒ 300,- à 3 % aan Engel Reynier Smits, te Mierlo de dato 18-12-1759 Asten; ƒ 500,- à 3 % aan de weduwe Francis Kerkers de dato 17-03-1773 Asten. Marge 17-03-1787 gelost;ƒ 100,- à 3% aan de weduwe Francis Kerkers. Ƒ 200,- à 3% aan Francis Timmermans de dato 17-04-1773. Medegebruiker van de goederen was Jan Coolen. Koopsom ƒ 500,-.
Mattijs Jan Verreyt is geboren te Asten op 17-10-1735 als zoon van Johannes Janse Verryt en Maria Joost van Bussel (zie Voormalig huis E155) en broer van Peeter Verrijt (zie Voormalig huis E145). Hij is op 20-05-1781 getrouwd met Johanna Petri (Jenneke) Slegers, geboren te Asten op 25-12-1749 als dochter van Petrus Joannis Slegers en Helena Peeters:
Het gezin van Mattijs Jan Verreyt en Jenneke Pieter Slegers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria | Asten 03-02-1782 | Kind | Asten 25-02-1782 | |
2 | Johannes | Asten 18-12-1782 | Asten 31-01-1813 Ida van den Eijnden |
Asten 07-08-1844 | zie ook Antoniusstraat 47 |
3 | Helena | Asten 13-08-1784 | Asten 25-04-1817 Johannes Berkers |
Asten 08-01-1854 | |
4 | Antonius | Asten 19-06-1786 | Ongehuwd | Asten 05-02-1829 | |
5 | Petrus | Asten 02-03-1788 | |||
6 | Godefridus | Asten 14-10-1790 | Kind | Asten 07-03-1792 |
Mattijs Jan Verreyt is op 09-05-1797 te Asten overleden en in 1806 worden de goederen verdeeld en krijgt Jenneke Sleegers als weduwe van Mathijs van Rijt, die het huis al bewoonde, het huis in eigendom:
Asten Rechterlijk Archief 132 folio 21 verso 06-12-1806:
Jenneke Sleegers weduwe van Mattijs van Rijt en Pieter van Rijt. Zij verdelen onroerende goederen. 1e lot krijgt Jenneke Sleegers weduwe van Mattijs van Rijt en haar vier kinderen met name Jan, Antony, Helena en Godefridus. Een huis, hof en aangelag 34 roede; land Voorstenakker 2 lopense 25 roede; land Hoogenakker 1 lopense 13 roede; land de Vlinkert 30 roede; land den Heykamp 1 lopense 21 roede; land de Kerkpad 1 lopense 12 roede; land Willigendries 1 lopense 1 roede; land Nieuwe Erve 1 lopense 5 roede; groes Groesdries 2 lopense 23 roede; groes de Visvijver 5 lopense 8 roede; groes agterste Campke 5 lopense 25 roede; groes Aa-veltje 2 lopense 5 roede.
Het huizenquohier over de periode 1781-1803 en bij de verpondingen van 1810 weerspiegelen de bovengenoemde veranderingen in eigendom en bewoning van het huis:
Jaar | Eigenaar nummer 40 Heusden | Bewoners nummer 40 Heusden |
---|---|---|
1781 | Mattijs en Pieter Verreijt | Mattijs en Pieter Verreijt |
1798 | Peeter en weduwe Mattijs Verrijt | weduwe Mattijs Verrijt |
1803 | Peeter en weduwe Mattijs Verrijt | weduwe Mattijs Verrijt |
Verpondingen 1810 XIVd-67 Heusden folio 172 verso:
Mattijs Verreijt bij deling 06-12-1806.
Huijs en erve.
Johanna Petri (Jenneke) Slegers is te Asten op 28-11-1828 overleden en bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staat het huis op naam van de kinderen van Mathijs Verrijt:
Kadaster 1811-1832; E146:
Huis en erf, groot 04 roede 06 el, Voorste Heusden, klassen 8.
Eigenaar: Kinderen van Mathijs Verrijt.
Dochter Helena Verrijt, geboren te Asten op 13-08-1784, is de bewoner van het huis. Zij is te Asten op 25-04-1817 getrouwd met Johannes Berkers, geboren te Asten op 02-02-1787 als zoon van Johannes Berkers en Petronella Verhindert. Helena Verrijt is op 08-01-1854 te Asten overleden en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1879 komen we Johannes Berkers met kinderen tegen als bewoners van het huis met huizingnummer D63:
Johannes Berkers is op 20-07-1862 te Asten overleden en zijn zoon Mathias Berkers, geboren te Asten op 02-02-1818, neemt het huis over. Hij is op 18-02-1848 te Asten getrouwd met Wilhelmina Ceelen, geboren te Asten op 06-10-1818 als dochter van Hendrik Ceelen en Anna Maria Sleegers en zus van Hendrika Ceelen (zie Voorste Heusden 7). Het huizingnummer van het huis is vanaf 1869 nummer D86. In de periode 1879-1890 woont Mathias Berkers tot zijn overlijden te Asten op 18-09-1885, zijn vrouw Wilhelmina Ceelen is te Asten op 31-01-1883 overleden (zie bidprentje rechtsonder), in het huis met dan huizingnummer D87:
Daarna neemt hun zoon Hendrikus (Driek) Berkers, geboren te Asten op 08-09-1858, het huis over. Hendrikus Berkers heeft in 1888 als gevolg van een rechterlijke dwaling nog drie maanden onterecht gevangen gezeten vanwege vermeende meineed. Linksonder zijn hechtenis samen met Johannes van Brussel (zie Voormalig huis E131) en Franciscus Meulendijks (zie Heikamperweg 13) in de gevangenis in 's-Hertogenbosch. Rechtsonder van boven naar beneden in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 18-05-1888 de terechtwijzing, in de Venloosche courant van 16-06-1888 hun vonnis bij de rechtbank in Roermond en in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 01-08-1888 de vrijspraak voor Hendrikus Berkers en Johannes van Brussel:
Franciscus Meulendijks moest aldnog zijn straf van vier maanden uitzitten in de gevangenis van 's-Hertogenbosch, maar dat het recht had gezegevierd werd uitgebreid gevierd in Asten, aldus de Venloosche courant van 04-08-1888:
Hendrikus Berkers is op 31-01-1890 te Asten getrouwd met Isabella Loomans, geboren te Asten op 16-04-1862 als dochter van Laurens Loomans en Wilhelmina van Helmond. Zij verhuizen in 1891 naar een nabijgelegen huis (zie Voorste Heusden 8) en dochter Johanna Maria Berkers, geboren te Asten op 30-12-1850, komt in het huis wonen. Zij is op 31-01-1890 te Asten getrouwd met Hendrikus Haazen, geboren op 18-12-1850 te Asten als zoon van Francis Haazen en Geertruida Koolen. Deze veranderingen in bewoning zijn te zien in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1890-1900 op huizingnummer D92:
Ook over de periodes 1900-1910 en 1910-1920 wonen Hendrikus Haazen en Johanna Maria Berkers met hun gezin in het huis op huizingnummer D108 en D99 respectievelijk:
Hendrikus Haazen is op 15-10-1918 te Asten overleden en Johanna Maria Berkers vertrekt naar haar zoon Johannes Josephus Berkers te Gemert op 27-10-1921, alwaar zij op 21-06-1922 overlijdt. Hun dochter Geertruida Haazen, geboren te Asten op 08-08-1881, wordt daarna bewoner van het huis. Zij is op 22-01-1909 te Asten getrouwd met Hendrikus Aloisius Hoefnagels, geboren op 29-07-1883 te Asten als zoon van Joannes Hoefnagels en Petronella Smits. Rechts de foto's van Hendrikus Aloisius Hoefnagels en Geertruida Haazen. |
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 staat het huis bekend onder huizingnummer D94 en als Voorste Heusden 8:
Ook over de periode 1930-1938 wonen Hendrikus Aloisius (Louis) Hoefnagels en Geertruida Haazen met hun gezin in het huis op de Voorste Heusden 8:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-01-1935 en in die van 25-05-1935 worden hieronder karren door Louis Hoefnagels te koop aangeboden.
Hendrikus Aloisius Hoefnagels is op 22-02-1939 te Asten overleden en in de krant het Peelbelang van 02-12-1944 staat rechjts dat de weduwe Hoefnagels een jonge koe heeft aangetroffen. Geertruida Haazen is te Deurne op 17-10-1972 overleden en hieronder de bidprentjes bij hun overlijden. |
Van het oude huis is niets meer te zien op huidige kaarten.
Overzicht bewoners
Heusden huis 40
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1751 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 |
1756 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 |
1761 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 |
1766 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 | Jan van de Leensel en Pieter Sleegers | Asten 28-09-1715 |
1771 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 |
1776 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 | Jan van de Leensel | Asten 28-09-1715 |
1781 | Mattijs en Pieter Verreijt | Asten 17-10-1735 | Mattijs en Pieter Verreijt | Asten 17-10-1735 |
1798 | Peeter en weduwe Mattijs Verrijt | Asten 10-02-1746 | weduwe Mattijs Verrijt | Asten 25-12-1749 |
1803 | Peeter en weduwe Mattijs Verrijt | Asten 10-02-1746 | weduwe Mattijs Verrijt | Asten 25-12-1749 |
1806 | Jenneke Petri Slegers | Asten 25-12-1749 | Jenneke Petri Slegers | Asten 25-12-1749 |
Kadasternummer E146
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
E146 | 1832 | Jan Berkers | Asten 02-02-1787 |
Voorste Heusden 8
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1806-1828 | Jenneke Petri Slegers | Asten 25-12-1749 | weduwe Verrijt | † 28-11-1828 | ||
1828-1859 | Jan Berkers | Asten 02-02-1787 | Helena Verrijt | Asten 02-02-1787 | † 08-01-1854 | |
D63 | 1859-1869 | Jan Berkers | Asten 02-02-1787 | met kinderen | † 20-07-1862 | |
D86 | 1869-1879 | Mathias Berkers | Asten 02-02-1818 | Wilhelmina Ceelen | Asten 06-10-1818 | |
D87 | 1879-1885 | Mathias Berkers | Asten 02-02-1818 | Wilhelmina Ceelen | Asten 06-10-1818 | † 18-09-1885 |
D87 | 1885-1890 | Hendrikus Berkers | Asten 08-09-1858 | Isabella Loomans | Asten 16-04-1862 | |
D92 | 1890-1891 | Hendrikus Berkers | Asten 08-09-1858 | Isabella Loomans | Asten 16-04-1862 | |
D92 | 1891-1900 | Hendrikus Haazen | Asten 18-12-1850 | Johanna Maria Berkers | Asten 30-12-1850 | |
D108 | 1900-1910 | Hendrikus Haazen | Asten 18-12-1850 | Johanna Maria Berkers | Asten 30-12-1850 | |
D99 | 1910-1920 | Hendrikus Haazen | Asten 18-12-1850 | Johanna Maria Berkers | Asten 30-12-1850 | † 15-10-1918 |
D94 | 1920-1930 | Hendrikus Hoefnagels | Asten 29-07-1883 | Geertruida Haazen | Asten 08-08-1881 | |
8 | 1930-1938 | Hendrikus Hoefnagels | Asten 29-07-1883 | Geertruida Haazen | Asten 08-08-1881 |
De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld
Laatst bijgewerkt op 22 juli 2023, 18:37:12