Jan Geert Walssers stelt een convenant op:
Asten Rechterlijk Archief 69 folio 26; 05-06-1619:
Jan Geerts alias Walssers heeft geconsenteert gelijk hij consenteert bij desen dat die van den Convente van Marienschoot tot Omel, alhier. Nu en ten eeuwige dagen met een wije kerre sullen mogen varen ende henne beeste stouwen ende drijven over den voorschreven Jans wech van Laerbroeck aff neffen sijne huysingen erffenise ende landerijen totten molen alhier, ende voorts tot opte goederen ende erffenisse der voorschreven Convente toebehooren ende degene die zij naermaels sullen mogen vercrijgen, den voorschreven Convente alsoe voer den erffwech opdragene ende daerop wettelijcken vertijende behoudelijck dat 't voorschreven Convent sijselven wegen sal alomme saer can geschieden ende tot dien jaerlijken gehouden sullen sijn op den voorschreven wech te vueren thien kerren eerden tot reparatie deselfs wech. Welcke eerde die voorschreven Jan Geerts hen lieden op sijnen gront sal wijsen ende thoonen. Alles sonder arch oft liste. Actum in collegio V juny 1619.
Jan Geerts Walssers is geboren rond 1570 en rond 1600 getrouwd met Elisabeth (Lijske) Jansen en hieronder hun gezin:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria (Meriken) | Asten ±1601 | Asten ±1630 Jan Aertssen Mierlo ±1636 Luycas Peters Christianus |
Mierlo ±1655 | |
2 | Henrica (Hanricxken) | Asten ±1603 | Asten ±1635 Joost Joosten van Weert |
Asten ±1642 |
Jan Geerts Walssers is rond 1627 te Asten overleden en een knecht vraagt om betaling:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 16-02-1628:
Aanspraak voor Aert Janssen, aanlegger contra Elisabeth, weduwe Jan Walssers, gedaagde, ook Elisabeth Janssen alias Walters. Aanlegger heeft circa 3⁄4e jaar bij gedaagdesse gewerkt, hij kan qualijck tot sijne loon geraken, dwelck hij met sijnen arbeyt verdient heeft. Hij verzoekt schepenen te ordineren dat hem vier R. guldens en een hempt wordt uitbetaald.
Lijske en de kinderen verkopen een cijns met het huis als onderpand:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 30 verso; 29-06-1634:
Lijske, weduwe Jan Walssers, Jan Aertssen getrouwd met Maria en Joost Joosten getrouwd met Hanricxken dochters en zwagers van Lijsken. Zij verkopen aan Hanrick Isbouts van Deursen een cijns van ƒ 75,- à 6%. Onderpand huis, hof en aangelag aan het Laerbroeck, ene zijde Anthonis van Ruth, andere zijde Aert Henricx en het Laerbroeck, ene en andere einde Frans Mathijssen Verrijt en de verkopers. Marge 03-09-1665 Marten Melis getrouwd met Aelken, dochter Hendrick Isbouts stemt toe in cassatie.
Lijske is daarna rond 1604 hertrouwd met Rudth Dielis, weduwnaar van Jenneken. Hieronder het gezin van Rudth Dielis en Jenneken:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria (Maeyke) | Asten ±1605 | Asten ±1625 Jacob Thomas Mathijssen |
Asten 12-01-1687 | |
2 | Aldegonda (Aelken) | Asten ±1608 | Asten ±1630 Andreas (Dryes) Aertssen |
||
3 | Johannes (Jan) | Asten ±1612 | |||
4 | Petronella (Perijn) | Asten ±1615 |
Daarna delen Rudth Dielis en de erfgenaam van Lijske de goederen, die later weer door verkoop in handen komen van Rudth Dielis:
Asten Rechterlijk Archief folio 96 verso 06-11-1637:
Rudth Dielis, getrouwd met Lijske, weduwe Jan Gerit Walssers, Luycas Peters getrouwd met Merike, dochter Jan Gerart Walssers en Lijsken voorschreven. Zij scheiden en delen. 1e lot krijgt Rudth de helft der goederen aan het Laerbroeck. Belast met de helft van een malder rogge, zolang Lijsken leven zal; de helft van ƒ 24,- aan Jan Franssen. 2e lot krijgt Luycas de helft van de goederen aan het Laerbroeck. Belast met: de helft van een malder rogge, zolang Lijsken leven zal; de helft van ƒ 24,- aan Jan Franssen.Asten Rechterlijk Archief 75 folio 116 verso; 29-01-1641:
Luycas Peters getrouwd met Meriken, dochter wijlen Jan Walters verkoopt aan Rutger Dielis, zijn schoonvader, al de goederen hem vanwege zijn vrouw aangekomen van wijlen Jan Walters te weten in huis, hof, land en groes aent Laerbroeck. Koopsom ƒ 75,- à 5%. Marge 24-01-1644 gelost door erfgenamen Rudth Dielis.
Als Rudth Dielis rond 1644 komt te overlijden worden de goederen verdeeld en komen uiteindelijk in handen van schoonzoon Jacob Mathijssen:
Asten Rechterlijk Archief 76 folio. 12 verso; 20-02-1644:
Jan, zoon wijlen Rutger Dielis verkoopt aan Jacop Thomas, zijn zwager, zijn deel in huis, land, groes en andere goederen, inclusief alle lasten en schulden. De goederen zijn op hem verstorven van wijlen Rudth Dielis, zijn vader.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 13 verso; 23-02-1644:
Dryes Aertssen getrouwd met Aelken, dochter wijlen Rudth Dielis verkoopt aan Dielis Selen zijn ¼e deel in de goederen gelegen aan het Laerbroeck en hem aengestorven van zijn schoonvader.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 14 verso; 04-03-1644:
Dielis Selen verkoopt aan Jan Willem Tijs zijn ¼e deel in de goederen van wijlen Rutger Dielis, zoals hij die bij koop verkregen heeft van Dryes Aertssen getrouwd met Aleyt, dochter wijlen Rutger Dielis. Een en ander met inbegrip van alle lasten, schulden, cijnsen. Naschrift Jan Willems heeft van deze koop de helft overgedragen aan Aert Jan Aelbers.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 15; 05-03-1644:
Jacop Mathijssen van der Vleuten getrouwd met Maeyke, dochter Rutger Dielis mede namens Jan Rutten, zijn zwager ter eenre en Jan Michielssen en Aert Jan Aelbers als momboiren van Perijn, dochter wijlen Rudth Dielis, Jan Willem Tijs en Aert Jan Aelbers namens Dielis Selen. Ieder voor ¼e deel erven van wijlen Rutger Dielis. Zij verdelen de nagelaten goederen:
1e lot krijgen Jacop Thomas van der Vleuten getrouwd met Maeyken Rutten en Jan Rutten het klein huiske met het drieske aent Laerbroeck, ene zijde het Broeck, andere zijde de delers, ene einde Meester Anthoni Canters, andere einde de weg. De put en hof in gezamelijk gebruik en onderhoud. De helft van een akker naast Jan Hanrick Symons 1 lopense; land gekomen van Jan Vreynssen; de helft van een akker naast de Vicarye 3 lopense; land de helft daarvan boven den Hageleyck; de helft van een hooibeemd aent Laerbroeck bij Dirck Huyben; de helft van het eeussel off weyvelt aent Broeck vanaf het Broeck tot op het dijcxken. Belast met 2 vat rogge per jaar (10 stuiver per jaar) aan de Heilige Geest alhier; 3 vat rogge per jaar aan Catelijn Berckers te Helmond; ƒ 100,- aan Teunis Martens, opte Wiel, te Helmont; ƒ 50,- aan Jan Dryes te Ommel; ƒ 75,- aan Hanrick Breugels te Helmont; ƒ 75,- aan Hanrick Isbouts te Deurne nu wonende te Helmont; ƒ 40,- aan Christine weduwe Rutger Dielis; 4 stuiver 1 ort per jaar, voor dit deel, aan de Heer van Asten; 1 ort per jaar cijns aan het boek van Kessel.
2e lot krijgen Perijn, dochter Rudth Dielis en Dielis Selen het huis met de schop en de halve akker aent Laerbroeck den akker langs door te delen naast Aert Jan Aelbers. Met recht van wegen voor het Clooster van Ommel, volgens de bescheiden daarvan zijnde. Land in de Sporckt met den drieskant; de helft van de akker bij de Ommelssenpat 3 lopense; land de helft daarvan boven den Haegeleyck; de helft van een hooibeemd bij Dirck Huyben 4 lopense; de helft van het groes of eeusselveld aent Broeck vanaf het Broeck tot op het dijxcken. Belast met 1 pot wijn per jaar aan de Kerk van Asten, waarin Seel Schepers mee moet helpen dragen; de helft van 1 malder rogge per jaar aan Lijn Berckers te Helmont; ƒ 100,- aan het Clooster te Ommel; ƒ 75,- aan het Clooster van Ommel (ƒ 4,50 per jaar); ƒ 75,- aan Luycas, de zwager van Lijsken Walssers; ƒ 56,- aan Jan Punders, alhier; ƒ 70,- aan Cristina weduwe Rutger Dielis; 5 stuiver 3 ort per jaar aan de Heer van Asten.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 19 verso; 24-03-1644:
Jan Michielssen, schepen, en Aert Jan Aelbers als momboiren van Perijnken, onmondige dochter wijlen Rutger Dielis, Jan Willem Tijs en Aert Jan Aelbers namens Dryes Aerts getrouwd met Aleyt, dochter Rudth Dielis. Zij verkopen aan Jan Willem Tijs het groot huis van Rudth Dielis, aent Laerbroeck, met een schop en halve akker daaraan met recht van wegen voor het Clooster, zie contract, alsook voor Jacop mede-erfgenaam Rudth Dielis. Belast met de helft van 1 malder rogge per jaar aan Lijn Berckers te Helmont; 1 kan wijn per jaar aan de Kerk van Asten, samen met Marcelis Peter Schepers; ƒ 70,- zonder intrest aan Cristina weduwe Rudth Dielis; de helft van 12 denier per jaar grondcijns aan de Heer van Asten, dit deel betaald alsnog 6 denier (te betalen met 1 stuiver) en alsnog 5 denier en halve hoen per jaar cijns aan de Heer van Asten.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 26 verso; 04-08-1644:
Jan Willem Tijs verkoopt aan Jacop Mathijssen van der Vleuten huis, hof, schop en een halve akker daarbij gelegen aent Laerbroeck; den halve akker langsdoor, van den Ommelssenpat tot het huis. Met recht van wegen voor het Clooster van Ommel, zie contract. Ook de rechten van de erven Rudth Dielis moeten nagekomen worden. Belast met halve malder rogge per jaar aan Lijn Berckers te Helmont; 1 can wijn per jaar aan de Kerk van Asten samen met Marcelis Peter Schepers; ƒ 70,- aan Cristina weduwe Rudth Dielis zonder intrest; de helft van 12 denier per jaar grondcijns aan de Heer van Asten, de zes denier wordt betaald met 1 stuiver; halve deel hoens per jaar cijns aan de Heer van Asten.
Dochter Maria Rutten is geboren te Asten rond 1605 en rond 1625 getrouwd met Jacob Thomas Mathijssen, geboren rond 1605 en hieronder hun gezin:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Adriana (Adriaentie) | Asten ±1625 | Asten ±1645 Jan Jansen van Gerwen |
Asten 25-09-1676 | zie Prins Bernhardstraat 23 |
2 | Thomas | Asten ±1630 | Asten 02-03-1658 Jenneke Joachims |
Asten 25-10-1708 | zie Voormalig huis G88 |
3 | Johanna (Jenneke) | Asten ±1635 | Asten 22-02-1661 Balthes Hendrix |
Asten 15-09-1678 | |
4 | Henricus (Hendrick) | Asten ±1640 | Asten ±1665 Geertruyt Geverts |
Asten 19-01-1678 |
Jacob Thomas bekent nogmaals het recht van overpad dat in 1619 door zijn schoonvader is opgesteld:
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 177 verso; 05-05-1662:
Compareerde voor schepenen Jacob Toomas dewelcke bekende en leede uytgegeven tot ten euwigen dagen ten behoeve van Cornelis Horckmans seeckere wech den selven tallen tijde met vaeren ende drijven van en op seeckeren beempt hem, Horckmans, competerende gelegen int Swartbroeck te mogen gebruyken. Te weeten door hem Jacobs erve, gemeynlijck genaempt het Straetgen, streckende van het Ommelsbroeck tot op het Cloostervelt sonder dat den selven Jacob hem Hurckmans oyt sullen mogen keeren, vaerende oft drijvende van ende naer de voorschreven beempt.
Een belediging in het archief, waarbij ook Jacob Thomas en zijn vrouw Maria Rutten betrokken zijn en die heeft bijgedragen tot de reconstructie van de bewoningsgeschiedenis van dit huis:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 26-09-1674:
Abraham Jan Michiels, namens zijn dochter Jenneken, aanlegger voor deze Witvelt, te Helmont contra Jan Maes, namens zijn vrouw Peerken, gedaagden. Betreft belediging; de akten omvatten tientallen bladzijden. Gedaagdes dochter woont bij Meester Antony Canters en zij heeft bij verhoor, door de vorster, verklaart van aanleggers dochter niets te weten dan eer en deugd.
Het gezin van de aanlegger wordt hieronder voor zover mogelijk beschreven:
Abraham Jan Michiels is geboren rond 1620 en rond 1645 getrouwd met Sijken (Lucia) Huybert Diepenbeekx, geboren te Asten rond 1621 als dochter van Huybert Jan Diepenbeecx en Mayken Lucas (zie Busselseweg 5). Hieronder het gezin van Abraham Jan Michiels en Sijken (Lucia) Huybert Diepenbeekx:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Josijn | Asten ±1646 | Asten 10-08-1666 Jan Hendrix |
||
2 | Johannes | Asten 21-02-1649 |
Asten 01-12-1674 |
Asten 01-09-1713 | zie ook Behelp 2A |
3 | Maria | Asten 18-03-1651 | Asten 28-05-1673 Johannes Elias |
Asten ±1676 | zie Voormalig huis G772 |
4 | Anneken | Asten ±1654 | Ongehuwd | Antwerpen >1708 | |
5 | Jenneken | Asten ±1656 | Asten 09-05-1684 Willem Jan Vogels |
Asten 31-01-1707 | dochter Helena zie Voormalig huis G432 dochter Johanna zie Voormalig huis G214 |
6 | Lysbet | Asten 24-03-1659 | Asten 16-02-1681 Antonius Hendrix Aerts Mennen Asten 12-08-1701 Godefridus Thonis |
Asten 24-07-1720 | dochter Godefrida zie Voormalig huis G214 * |
7 | Huybert | Asten 01-05-1662 | Someren 19-11-1684 Anna Maria Antonius van Boshuyzen Asten 02-03-1710 Anna Mathyssen Walravens |
Asten 06-01-1737 | zie Voormalig huis C1319 |
* waar Lysbet Abrahams, geboren te Asten op 24-03-1659 en op 16-02-1681 te Asten getrouwd met Antonius Hendrix Aerts Mennen precies woonden is onbekend. Wel is er nog een verhaal bekend over schoonzoon Antonius Hendrix. Het bevat vele scheldwoorden en truucs om hun gelijk te krijgen:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 13-10-1683:
Johan Wouters de Groodt getrouwd met Catarina, aanlegger contra Antonis Hendrick Aerts getrouwd met Elisabeth Abrahams, gedaagde.
Godtgof du Blero, 39 jaar, en Joris Peters, 19 jaar, respectivelijk ruiter en knecht in het regiment van de Heer, Colonel, Aelberd Ferdinandus, Grave van Berloo. Geboren in het land van Luxenborgh. Zij verklaren ter instantie van aanlegger dat het woord "makral" in het Luycx of Wals bekend is en in Nederduyts betekend een "hecxse" en anders niets. En verklaren zij verder dat makral de grootste belediging is die men iemand kan aandoen. Godtgof du Blero verklaarde niet te kunnen schrijven.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 16-10-1683:
Getuigenverklaringen: Antonis Aerts, 38 jaar, verklaart ter instantie van aanlegger, dat op 03-10-1683, Anthonis Hendrick Aerts de vrouw van aanlegger was verwijtende, dat zij een mackral was. Ook verklaart attestant dat Anthonis Hendrick Aerts gedreigd heeft om Catharina, bij nacht of ontijden, een snee door haar backes te geven. Ook heeft hij haar willen slaan en schoppen, hetgeen door anderen belet werd. Op 02-10-1684 verklaart hij bij de hiervoor afgelegde te blijven. Perijn, dochter Frans Hendricx, 19 jaar, verklaart als vorige. Op 02-10-1684 bevestigd zij nogmaals de afgelegde verklaring.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 24-11-1683:
Op 3 october laatstleden heeft gedaagde hem niet ontsien des aenleggers huysvrouwe publyckelijcke op sheeren straeten ten aenhooren van verscheyde persoonen te schelden voor een makral, een hecce, ende haer verwijtende dat se hier op eenen strooywisch gedreven quaemp. De vrouw, van zeer goede naam en faam, voelt zich ten hoogste gekwetst. Aanlegger vraagt dat gedaagde voor schuldig zal worden gehouden en dat hij op de eerste gerechtdaghe zal compareren in gebannen vierschaer in een wit linwatten cleet, blootshoofts ende blootsvoets ende aldaer sittende op sijne knyen met luyder stemme te verclaeren dat hem de voorschreven vuytgestorte iniurieren van herte leet sijn, mitsgaders dat hij van des aenleggers huysvrouwe nyeten weet te seggen dan ere, deught ende vroomicheyt en biddende om vergiffenis. Aanlegger vraagt ook om hem te veroordelen tot ƒ 600,- boete te weten 1⁄3e deel ten bate van de Kerk, 1⁄3e deel ten bate van de Heilige Geest en 1⁄3e deel ten bate van aanlegger.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 06-01-1684:
Verweer van gedaagde. Aangenomen dat waar zou zijn dat aanlegger had gezegd dat gedaagdes een makkal zou zijn. Dan ontkent hij echter daarmee gescholden of beledigd te hebben. Naerdermael het selve woordt makkal nyets ter werelt is beduydende offt significerende in onse offt andere talen. En dat niets of niemand dit taelcondigh zal kunnen wijzen. Makkal zou wezen een hecce. Maar ook dit woord is barbaar en onbekend in onze nederduytsche tael. Maar wel heeft zij, aanleggers vrouw, gedaagdes vrouw gescholden en uitgekreten te zijn een lichte kooye. Dat is een en hetzelfde in onze taal als een hoere oftt oneerlijcke persoon. Hij gedaagde, te dien tijde over de straat passerende, is door zijn vrouw op de hoogte gebracht en horende hoe onsteld zij was en ook hoe aanleggers haar vilaine tonge verder alsnog misbruikte en zijn vrouw uitscheldende en verachtende. Met bedaard gemoed heeft gedaagde aan haar, aanleggers vrouw, gevraagd waarom zij zo schold en tekeer ging tegen zijn vrouw. Zij is daarop doorgegaan met laster ende scheltwoorden vuytbraeckende. Hij vraagt dat aanleggers vrouw in volle gerechte schuldig wordt verklaard.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 16-02-1684:
Volgt weer een aantal verhandelingen over de woorden mackall en hecce. Men komt tot de conclusie dat deze woorden uitermate beledigend zijn. Ook over de betekenis van een caronie ende vercken alsook een lichte koy blijft men een aantal artikelen bezig. Ende dat alleenlijcke omdat sij, gedaagdes vrouw, van haeren tegenwoordigen man voor de trouw ende ondertrouw was beswangert. Zij is voor haar trouwen in het kinderbed gekomen, zoals iedereen in Asten weet en voorwaar een grote lichticheyt was. Zeker omdat zij in peryckel was of de gedaagde haer door een bijslaep misleyt hebbende, soude trouwen of niet. Gedaagde heeft aanleggers vrouw niet alleen genoemd een mackral, maar daarenboven gedreigd haer een snee door haer backes te geven.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-01-1685:
Getuigenverklaring van Jan Joost Roefs, 33 jaar, herbergier, verklaart ter instantie van gedaagde, dat, op 03-10-1683, hij heeft gehoord en gezien dat Catharina, de vrouw van Johan de Groodt met eenen grammen gemoede, ende henne op volle straete bevinden de, Elisabeth Abraham Michiels, vrouw van gedaagde, distincte reysen heeft gescholden onder andere voor een lichte kooye. Verder verklaart hij ook gehoord en gezien te hebben dat Johan Wouters de Groot grootelijcx op gedaagde exclameerde in substantie deze woorden: "Als ick het er met recht nyet can afhaelen, sal ick het er met het mesche daer afhaelen". Anneke, dochter Jan Antonis Lomans, 20 jaar, zij verklaart, ook ten behoeve van gedaagde, dat zij heeft gehoord en gezien dat de vrouw van aanlegger de vrouw van gedaagde heeft uitgescholden.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 11-04-1685:
Aanlegger zegt dat de getuigenis van Jan Roefs niet kan bestaan omdat hij een neef is van gedaagde. Lijsken Hansen is namelijk de gewezen grootmoeder van de deponent zijnde de eygene moye van des gedaeghdens ende reconvenients vader. Gedaagde was ten tijde van de attestatie van Jan Joost Roefs bij deze wonende. De getuigenis dient dus alleen om beter sijne huyrpenningen te crijgen. Hij heeft eerst verklaard dat hij het woord lichte koye heeft horen zeggen. In zijn tweede attestatie zegt hij een lichte toye.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 30-05-1685:
Gedaagde wijst op de lange traineringe. De verklaring van Anthonis Aerts is ongeschikt, want deze is een rechten swaeger van gedaeghde in dese, als getrout hebbende Marie Henricx, desselfs sustere. Volgt weer een aantal artikelen waarom de aanlegger soo groot onderschijt soeckt op tapijt te brengen tusschen het woordeken makall ende mackral. De getuigen door aanleggers dienaangaande gefabriceert vreemdelingen, zeggende dat ze geboren zijn in den lande van Luxemborgh, zonder hun geboorteplaats te noemen. Zij hebben geattesteert zonder seperaat te worden verhoord. Aan hun getuigenis hoeft dus geen waarde te worden gehecht.
Abraham Jan Michiels is op 16-12-1696 te Asten overleden en Sijken (Lucia) Huybert Diepenbeekx is op 30-04-1702 te Asten overleden.
Jan Maes getrouwd met Petronella (Peerken) Hermes woonde in de Stegen (zie Stegen 50) en hieronder volgt het verhaal betreffende Abraham Jan Michiels en Jan Maes, waarbij Jacob Thomas Mathijssen en Maria Rutten nog als getuigen moeten optreden:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 13-12-1674:
Attestatie van Jan Somers, ondervorster, 60 jaar en Dirck Wouters, 30 jaar verklaren ter instantie van Jan Maes dat alsulcken seghwoorden ende strijdige redenen als Peerke, de vrouwe van Jan Maes, op de derde july laatstleden was hebbende en spreeckende ten huyse van Sijke, de vrouw van Abraham Jan Michiels: "Gij lieght het, gij lieght het" volgens attestatie de dato 7 july 1674 schepenen Asten. En dat Sijke voorschreven met luyder stemme was seggende ende roepende, dat de dochter van Peerke een leugenaerster was ende altijt soude blijven, hetwelcke sij tot verscheyde maelen was repeterende en roepende. Peerke dit ter herte nemende en was tegenstrijdende.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 17-12-1674:
Vorster in Asten, Anneke, dochter Jan Maes is een eerlijke jonge dochter, ter goeder naam en faam. Het is niemand geoorloofd om zulk een jonge dochter te lasteren, blameren door injurie. Nochtans heeft op 3 juli laatstleden Sijken, de vrouw van Abraham Jan Michiels zich verstout de voorschreven dochter uit te schelden voor een leugenerse. Dat zij dit was en altijd zou blijven. Dit meermalen met luide stem herhalende. Zij heeft aangifte gedaan. Wilt ghij of den ondervorster U vervoegen bij Sijke Abrahams en haar gerichtelijkcken affvragen of zij de voorschreven leelijcke en afronte injurien ende afgaen of dat zij daar bij wil blijven en persisteren. Naschrift wij ondervorster (Jochum Janssen) hebben de akte voorgelezen aan de vrouw en dochter van Aberam Jan Micgels de welcken sij vor antwort geef dat sij niet ende hedde geset maer haer dochter had geset de welcke de worden noch stande hout daer souden bij ton of affbrenghen.Asten Rechterlijk Archief 33-52; volgend op 17-12-1674 ongedateerd:
Persistering van Jan Maes, gedaagde. Gedaagdes vrouw soude om hondert guldens niet segghen dat Peerken Frans Joosten van des aenleggers dochter hadde gheseyt.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 31-12-1674:
Wij, schepenen van Nederweerdt, getuigen dat voor ons is verschenen Maria Goorts, 25 jaar. Zij verklaart ter requisitie van Abraham Janssen, te Asten, dat zij comparante, nu ongeveer een half jaar geleden, zijnde te Asten, ten huize van Jacob, aengen Laerbroeck, zekere Anneken, dochter Jan Maes, heeft horen zeggen dat Jenneken, dochter Abraham Janssen d'Antwerpen mette diefleyers waere vuytgeleydt ende dat de selve Jenneken het haere altemael hadde verhoereert. Allen dwelcken die voornoempde Maria Goorts, comparante in desen, soo sij vastelijck vertrouwt ende nyet en twijffelt off en heeft oyck gehoort, soo wel als sij comparante als eenen Jan Martens, binnen Asten woonend, alsoo den selven daer oyck bij ende tegenwoordich waere.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 30-01-1675:
Jan Martens, 24 jaar, getuigd ter instantie van Jan Michiels, dat hij, nu ongeveer een half jaar geleden was ten huize van Jacob Thomas, in het Laerbroeck, en dat daar ook waren Maria Goorts, uit Nederweert, en Anneken, dochter Jan Maes. Hij heeft de laatste horen zeggen dat Jenneken, dochter Abraham Michielsen, tot Antwerpen met de dieflijders was uytgeleyt ende dat de voorschreven Jenneke het hare altemael hadde verhoereert. Verklaring is gedaan ten opzichte van Goyart van Gorcum en Peeter Reynders, schepenen en mij secretaris P. van der Lith.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 04-03-1675:
Jacob Thomas en zijn vrouw Maria Rutten, hun ouderdom circa 70 jaren, Anneke, dochter Jan Maes, 20 jaar verklaren ter instantie van Jan Maes dat het vals en onwaarachtig is dat Jan Martens, alhier, en Maria Goorts, te Nederweert, verleden zomer, begin juli, zouden zijn geweest ten huize van Anneken, dochter Jan Maes, zoals in de attestaties van Maria Goorts schepenen Nederweert, de dato 31-12-1674 en Jan Martens schepenen Asten de dato 30-01-1675 wordt verklaard. Zij zijn in die tijd, met een verschil van voor of na drie weken, nooit in het huis van Jacob Thomas bij Anneke, dochter Jan Maes geweest. Veel minder, verklaren zij attestanten, dat zij in die tijd eenige oneere off inuirie soude hebben horen seggen van Jenneken, dochter Abraham Jan Michiels. Attestanten zijn in die tijd nooit weggeweest uit hun woonhuis aant Laerbroeck en weten wat daar gebeurd is.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 04-04-1675:
Persistering van Jan Maes. De gedaagde zegt dat die twee getuigen (Maria Goorts en Jan Martens) niet wert en sijn voor een eerlijck gericht te compareren. Omdat zij begin juli laatstleden niet aan of in het huis van Jacob Thomas aent Laerbroeck, zijn geweest. Een en ander blijkt uit de bijgaande attestaties. Want zo heeft deze Maria Goorts, uit Nederweert, in de wandeling genaamd Raveuel, met de ruiterij en de armee van den overste Raveuel en andere geboleert (gevreeën) ende gelochen dat de selve noch beruren een driemandich kint is hebbende op haer beloop in basterdije becomen ende misschien meer gehadt. Maria Goorts heeft op 9 maart laatstleden tegenover de onderpastoor van Nederweert en andere getuigen nog verklaart dat zij Anneke, dochter van gedaagde niet kende, dan alleen door verhalen van Jan Martens, zijnde haar serviteur en mede-gesuborneerde in deze getuigenis.
Deze Jan Martens is zo lichtelijck te wenden ende te keeren geweest gelijck eenen sock. Dit zijn de woorden van aanleggers vrouw. Jan Martens is maar een schooier en bedelaar. Hiervan zijn vele getuigen. Deze Jan Martens gaat in uithoeken, heikanten en pachthoeven welke achteraf gelegen zijn en behorende onder Asten cnevelen ende jaerlijckx tribuut pretenderen tsij gelt oft andere eetgewaer onder den dekmantel van ondervorster off schutter van Asten. Wat de attestatie aangaat van de pastoor van Sint Jacob, te Antwerpen. Hiervan zegt gedaagde datter veel in die parochie ende geheel Antwerpen ghenegotieert ende bedreven wordt daer eghenen pastoir van Sint Jacob over oft bijgeroepen en wordt. Gedaagde is er nooit bijgeweest en hij hoopt dat aanleggers kind daar alles eerlijck ende deughdelijcke heeft beleeft. Gedaagdes dochter is in dienst geweest bij Meester Antoni Canters. Bijlage: Op 21-06-1674 hebben wij, Jan Somers en Joachim Janssen, ondervorsters, te Asten, ter instantie van Abraham Jansen, ons vervoegd bij Anneken die maet van Anthony Canters en haar gevraagd of ze had gezegd dat Jenneken, dochter van voorschreven Abram haer kleeren en ere tot Antwerpen in oneerlicke huyse hadde verdaen. Zij heeft ons voor antwoord gegeven dat sij van de selve Jenneke niets wist te seggen dan eere ende duecht en dat degene die anders zeggen allemaal liegen.Asten Rechterlijk Archief 33-52; volgende op 04-04-1675 ongedateerd:
Persistering dat gedaagdes dochter Jenneke, achter de rug van aanleggers dochter haar verwijten heeft gemaakt tegenover Maria Goorts en Jan Martens. Te weten dat deze Jenneke met dieflijers uit Antwerpen gebracht zou zijn ende het haere altemael verhoereert soude hebben. Gedaagdes vrouw heeft ook aanlegger en vrouw en kinderen verweten dat sij om hondert guldens nyet en soude seggen, tgeene Perijntgen, dochter Frans Joosten van Jenneken des aenleggers dochter seyde te weten. Dat sij mette diefflijers uijt Antwerpen soude geleyt sijn. Die deponenten, Maria Goorts en Jan Martens, zijn begin juli 1674 niet in het huis van Jacob int Laerbroeck, geweest. Gedaagde voegt hierbij een attestatie van Jacob Thomas en zijn vrouw Maria Rutten evenals van Anneken, dochter Jan Maes. Jacob int Laerbroeck en zijn vrouw Maria Rutten. Een der agenten in deze zaak is Anthony Wijtvelt, te Helmont.
Jacob Thomas Mathijssen is op 12-02-1678 te Asten overleden en het huis aan het Laarbroek wordt verkocht aan Antonis Dielis Ceelen:
Asten Rechterlijk Archief 81 folio 86; 08-09-1681:
Mayke weduwe van Jacob Thomas, Thomas Jacob Thomas, Thomas Jacob Thomas en Jacob Jan Hendricx als momboiren over de onmondige kinderen van Jan Jansen van Gerwen en Adriaentie, dogter van Jacob Thomas, Baltus Hendricx gehuwd geweest met Jenneke Jacobs namens zijn kinderen nu geassisteerd met Huybert Jan Tielen, Thomas Jacobs en Gijsbert Jansen Vogels als momboiren over de onmondige kinderen van wijlen Hendrick Jacob Thomas en Geertruyt Geverts. Zij verkopen, met decreet van schepenen op 01-09-1681 aan Peeter Marcelis Leenders en Antonis Dielis Ceelen een huis, hof, hofstad, aangelag en de landerijen aan het Laerbroeck 9 lopense, ene zijde het Convent van Ommel, andere zijde Steven Lamberts, andere einde Peeter Reynders; land den Papenecker aant Laerbroeck 3 lopense; land den Henst 1½ lopense; land gekomen van Dirck Huyben 1½ lopense; het Hooyvelt 2 lopense. Gereserveerd wordt een klein huiske met den hof tot het Wilighke toe waar de weduwe Jacob Thomas nu in woont. Zij mag hier gedurende haar verdere leven blijven wonen. Daarna komt het aan de kopers. Belast met 6 stuiver 12 penningen per jaar aan de Heer van Asten; ƒ 200,- aan de weduwe Michiel Jacobs van de Cruys; ƒ 75,- aan Hilleke, dochter Hendrick van de Luytelaer; 10 stuiver per jaar aan de Heilige Geest, alhier; ƒ 50,- aan Jenneke, dochter Jan Jansen van Gerwen. Koopsom ƒ 925,-.
Maria Rutten heeft nog een aantal jaren in het kleine huisje gewoond, want zij is als Merike Thomas op 12-01-1687 te Asten overleden.
De vader van koper Antonis Dielis Ceelen, Dielis Selen, had al eerder een huis gekocht op de Hyndert, dat al over is gegaan op Antonis Dielis Ceelen:
Asten Rechterlijk Archief 77 folio 7 verso; 07-02-1648:
Peter Hanricx verkoopt aan Dielis Selen een hofstad op de Hyndert aent Laerbroeck, ene zijde den bempt van Persoonaetschap ende Jan Dielis Lazer, andere zijde de gemeente, ene einde Jan Dielis voorschreven, andere einde het gemeyn Laerbroeck; land ontrent de Molen 1 lopense. Belast met 1 mud rogge per jaar, uit een meerdere rente, aan Peter Blaudyen te 's-Hertogenbosch; 16 vat rogge per jaar aan de Heilige Geest van Asten; 30 stuiver per jaar aan de Heilige Geest van Deuren.Asten Rechterlijk Archief 82 folio 86; 08-07-1679:
Alsoo Antonis Dielis Ceelen en Pauwls Dielis metten andere eenige differenten hadden uytstaen ende dat tersaecke dat d'een d'anderen peningen hadden verschooten ende int huyshouden ingebrocht ende om voordere onconvedienten ende overigheden te voorcomen hebben metthen ander gemaeckt dit naervolgende contract:
Is tussen Pauwls Dielis Ceelen getrouwd geweest met Metien Jansen en daarbij vier kinderen. Pauwls is geassisteert met Aert van Gerwen, als geboren momboir van de onmondige kinderen en Jan Antonis, als geassumeerde momboir ter eenre en Antonis Dielis ter andere zijde overeengekomen dat Antony zal blijven bezitten huis, hof en hofstad aan 't Laerbroeck zoals gekomen van Jan van Gerwen 1 lopense, land den Heyff 1 lopense; twee delen in de Pastoryenacker geheel 2½ lopense en dat vanwege de penningen die Antonis verschooten heeft. Pauwls blijft de andere goederen bezitten.
Antonis Dielis Ceelen is geboren te Asten rond 1650 als zoon van Egidius Marceli (Dielis Ceelen) en Johanna. Hij is op 16-05-1677 te Asten getrouwd met Catharina Jansen, geboren te Asten op 25-11-1648 als dochter van Jan Jacob van Gerwen en Luytien Aerts (zie Prins Bernhardstraat 23):
Juncti sunt matrimonio Antonius Dielis et Catharina Jansens; testes Willebrordus Jansen et Leonardus van Heuchten.
In huwelijkse echt gebonden Antonius Dielis en Catharina Jansens; getuigen Willebrordus Jansen en Leonardus van Heuchten.
Het gezin van Antonis Dielis Ceelen en Catharina Jansen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Joanna* | Asten 18-08-1677 | |||
2 | Johanna | Asten 08-05-1681 | Kind | Asten ±1681 | |
3 | Johanna | Asten 12-01-1683 | Asten 29-11-1722 Petrus Fransen |
Asten 05-05-1759 | |
4 | Lutgardis | Asten 13-10-1686 | Ongehuwd | Asten 19-07-1741 | |
5 | Johannes | Asten 08-02-1690 | Kind | Asten ±1690 | |
6 | Catharina | Asten ±1693 | Ongehuwd | Asten 08-09-1730 | |
7 | Johannes | Asten 23-07-1696 | Asten 27-01-1725 Anna Antonis Weynen |
Asten 28-05-1774 |
* onwettig kind met Henrica Jansens
Over dit onwettige kind wordt in het Astense archief een alimentatieregeling voorgesteld en wordt het kind door Jan Jansen, broer van de moeder, opgevoed:
Asten Rechterlijk Archief 82 folio 34; 28-10-1677:
Alsoo geschapen was groote oneenigheid te gerijsen tussen Handerske Janssen en Antonis Dielis. Om dit te voorkomen en om in alle vriend- en nabuurschap te leven is het volgende contract gemaakt. Antonis Dielis heeft vleeselijke conversatie gehad met Handerske Jansen, waaruit een dochter geboren is. Overeengekomen wordt, dat Jan Jansen, broeder van Handerske, voor de verdere opvoeding van het kind zal zorgen, ook in kost en drank, zodanig dat Antonis Dielis van alles gevrijwaard zal blijven. Hij, Antonis, zal als alimentatie ƒ 162,50, in termijnen, betalen.Nomina Baptisatorum Communitatis Astensis Ab Anno 1677:
Augusti 18; baptisata Joanna filia illegitima Antoni Dielis et mater dicit est Henrica Jansen; testes Cornelis Jansen et Anna Peeters.Namen van gedoopten van de Astense gemeenschap vanaf 1677:
18 augustus; gedoopt is Joanna onwettige dochter van Antoni Dielis, volgens de moeder Henrica Jansen; getuigen Cornelis Jansen en Anna Peeters.
In het archief van Asten wordt Antonis Dielis Ceelen als bewoner van een hoeve aan het Laarbroek genoemd bij een schuld:
Asten Rechterlijk Archief 89 folio 110; 01-09-1706:
Antonis Jelis Ceelen alias hoevenaar aant Laerbroeck is schuldig aan Willem Lomans en Jenneke Lomans, als erven van Jan Swagers ƒ 120,- à 4½ %.
Bij de verpondingen van 1709 en 1713 is Antonis Dielis Ceelen eigenaar van het huis:
Verpondingen 1709 XII-5 folio 27:
Antonis Dielis Ceelen.Verpondingen 1713 XIV-60 folio 37 verso:
Nu Jan Antoni Dielis Ceelen.
Antonis Dielis Ceelen. In de bede ƒ 2-11-14.
De hoofdgeldlijst van 1717 meldt Antonis Dielis Ceelen, zijn vrouw Catharina en dochter Catharina en zoon Johannes als bewoners:
Hoofdgeld XVIII-19l 05-03-1717:
Teunis Dilis, Catalijn de vrouw, Lijntje en Jan.
Antonis Dielis Ceelen is op 15-10-1724 te Asten overleden en Catharina Jansen is op 04-04-1729 te Asten overleden. Bij de verpondingen van 1737 staat het huis op naam van hun kinderen:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 78:
Kinderen Antonij Dielis Ceelen.
Huijs, hoff en aangelagh met het groes en teulant daeraangelegen 4½ lopense. In de bede ƒ 2-11-14.
Zoon Johannes Antonis Dielis is geboren te Asten op 23-07-1696 en op 28-01-1726 te Asten getrouwd met Anna Hendricks Weynen, geboren te Someren op 15-06-1701 als dochter van Henricus Nicolaas Weynen en Josina Jacoba Baeckermans. Na haar overlijden te Asten op 03-09-1748 is Johannes Antonis Dielis op 02-02-1749 te Asten hertrouwd met Francyn Joost Jansen, geboren te Asten rond 1695 en weduwe van Joost Jan Evers (Liessel):
Juncti sunt Jois Theunisse et Anna; testes Rdus D van Dijck et Peter Peters.
In echt gebonden zijn Jois Theunisse en Anna; getuigen pastoor van Dijck en Peter Peters.
De gezinnen van Johannes Antonis Dielis met Anna Hendricks Weynen en met Francyn Joost Jansen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Antonius | Asten 03-05-1727 | Neerpelt ±1750 Maria Geunis |
Neerpelt ±1790 | zonen Adriaan en Marcelis |
2 | Judocus | Asten 11-09-1729 | Ongehuwd | Neerpelt 01-01-1772 | |
3 | Catharina | Asten 25-02-1733 | Ongehuwd | Asten 25-08-1795 | |
4 | Maria | Asten 16-08-1735 | Asten 22-07-1759 Gerrit Peeters Swegers |
Asten 14-03-1780 | |
5 | Henrica | Asten 15-03-1738 | Ongehuwd | Asten 12-01-1796 | |
6 | Henricus | Asten 25-01-1741 | Woensel 23-02-1772 Joanna van den Broek |
Woensel 24-02-1819 |
* alleen kinderen uit het eerste huwelijk
In het huizenquohier over de periode 1736 staat het huis op naam van de kinderen Antonis Dielis Ceelen en is Johannes Antonis Dielis de bewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 7 Laarbroek | Bewoners nummer 7 Laarbroek |
---|---|---|
1736 | kinderen Toenis Jelis Ceelen | Jan Toenis |
1741 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Jan Teunis Delis |
1746 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Jan Teunis Jelis |
1751 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Jan Teunis Jelis |
1756 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Jan Teunis Jelis |
Voor zijn tweede huwelijk moet Johannes Antonis Dielis een staat en inventaris en huwelijkse voorwaarden opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 232; 18-01-1749:
Staat en inventaris van Jan Teunis Jelis man van Anneke Antonis Weynen ten behoeve van Antoni, Joost, Hendrik, Catarien, Hendrien en Maria, zijn kinderen. Hij wil hertrouwen met Francyn Joosten Jansen getrouwd geweest met Joost Jan Evers.
Onroerende goederen: een huis, hof en aangelag aan het Laarbroek 5 lopense, ene zijde Goort Roymans, andere zijde Hendrik Berkers; land de Bus off de Lens 2½ lopense; land de Papenacker 1½ lopense; land den Hengst 1½ lopense; den Meulenacker 3 copse; groes het Broekvelt 5 copse; groes de Bus 5 copse.
Roerende goederen: drie eiken kisten, een trog, vier stoelen, een tafel, diverse ketels, potten en emmers, twee bedden, een van veeren, twee dekens, een stand en drie tobbens, landbouwgereedschap.Asten Rechterlijk Archief 119 folio 235 verso; 25-01-1749:
Jan Teunis Jelis getrouwd geweest met Anneke Antoni Wijnen geassisteert met Wilbert Jan Aarts, aangetrouwde neef, dit ten behoeve van zijn onmondige kinderen, wil hertrouwen met Francyn Joosten Jansen weduwe Joost Jan Evers. Zij maken huwelijks voorwaarden.
Zij brengen beiden de goederen in die zij bezitten. Als de bruidegom voor de bruid komt te overlijden mag zij alle goederen blijven bezitten, zij zal dan echter zorg dragen dat de kinderen van de bruidegom een behoorlijke verzorging krijgen zoals een goede moeder te doen staat. Als de bruid voor de bruidegom komt te overlijden dan zal de bruidegom en daarna de kinderen alles erven.
Na het overlijden van zus Johanna Antonis Dielis op 05-05-1759 te Asten, is Johannes Antonis Dielis eigenaar en bewoner van het huis:
Jaar | Eigenaar nummer 7 Laarbroek | Bewoners nummer 7 Laarbroek |
---|---|---|
1761 | Jan Teunis Jelis | Jan Teunis Jelis |
1766 | Jan Teunis Jelis | Jan Teunis Jelis |
Johannes Antonis Dielis betaalt zijn kinderen voor verzorging:
Asten Rechterlijk Archief 121 folio 208; 23-10-1762:
Jan Teunis Jelis, aan het Laarbroek, is schuldig aan Joost, zijn zoon, bij hem wonende ƒ 50,- en aan Catalijn, zijn dochter, ook ƒ 50,-. Dit wegens de getrouwe diensten, gedurende twaalf jaar, aan hem bewezen. Zonder welke hij, comparant, niet in staat soude wesen sijn bestaan off werk te konne doen off verrigte. En aangezien zijn kinderen hem in zijn oude dag niet zouden verlaten, maar hem blijven assisteren en dienen zo zegt hij toe om jaarlijks, boven het ordinaar toebaat, voor huur te zullen geven aan ieder ƒ 6,-. dit gedurende zijn verdere leven of zo lang zij bij hem zullen blijven wonen. Indien hij niet in staat is de ƒ 50,- en de ƒ 6,- aan ieder van hen te voldoen dan zullen deze door de verdere kinderen en erfgenamen moeten worden voldaan.
Francyn Joost Jansen is op 12-04-1766 te Asten overleden en Johannes Antonis Dielis en zijn kinderen verkopen het huis aan zoon Judocus (Joost), die de plicht op zich neemt om zijn vader te verzorgen:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 231; 02-01-1767:
Jan Teunis Jelis, Antoni Ceele, zoon van Jan Teunis Jelis voornoemd, te Nederpelt, Catrina Jan Teunis Jelis, Hendrien Jan Teunis Jelis, Hendrik Jan Teunis Jelis, te Woensel, Gerrit Weegers getrouwd met Maria Jan Teunis Jelis. Zij verkopen 5⁄6e deel onverdeeld aan Joost Jan Teunis Jelis in huis, stal, hof, aangelag met groes en land aan het Laarbroek 4½ lopense, ene zijde Hendrik Dirk Timmermans, andere zijde Goort Roymans; land de Lens 2½ lopense; de Papenacker 1½ lopense; land den Hengst 1½ lopense; de Meulenacker 3 copse; groes het Broek 1 lopense; groes de Bus 1 lopense. Belast met ƒ 4-10-0 per jaar aan den Armen van Asten. Koopsom ƒ 95,-.
Condities: de koper zal zijn vader gedurende zijn verdere leven onderhouden. Mocht hij, zonder kinderen, komen te overlijden dan zullen alle voorschreven goederen toekomen aan Gerrit Weegers.
In de bewoningslijst van het huis rond 1771 staat Joost Jan Jelis als eigenaar en bewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 7 Laarbroek | Bewoners nummer 7 Laarbroek |
---|---|---|
1771 | Joost Jan Jelis | Joost Jan Jelis |
Kort daarna komt Joost Jan Jelis op 01-01-1772 te Neerpelt te overlijden en komt het huis in bewoning van dochters Catharina en Hendrina, die de zorgplicht voor hun vader op zich nemen:
Asten Rechterlijk Archief 123 folio 143 verso; 03-02-1772:
Met het overlijden van Jan Joost Jelis Zijn enige goederen nagelaten die belast zijn met de alimentatie van Jan Teunis Jelis, zijn vader, die oud en swack is en telkens hulp en assistentie nodig heeft omdat hij niet in staat is om zichzelf te bezorgen en onderhouden. Gecompareert zijn Antoni Ceelen, te Nederpelt, Hendrik Ceelen, te Woensel, Maria Ceelen weduwe Gerrit Zwaartvegers, Catarina Ceelen en Hendrien Ceelen. Kinderen van Jan Teunis Jelis die mede voor hun vader verklaren de nagelaten goederen van Jan Joost Jelisse te zullen laten Gebruiken en bewonen door Catarina en Hendrien Ceelen, dit gedurende hun leven met uitzondering van drie percelen die aan de weduwe Hendrik Berkers verkocht zullen worden, dit zodra de 20e penning betaald is, voor ƒ 200,-. Deze som zal gebruikt worden om de schulden te betalen en ter alimentatie van hun vader die verzorgd gaat worden door Catrien en Hendrien.Asten Rechterlijk Archief 164 folio 104 verso; 03-02-1772:
Taxatie van de onroerende goederen van Joost Jan Jelis overleden 01-01-1772, te Nederpelt. Antoni Ceelen, te Nederpelt, is mede-erfgenaam. Waarde huis, stal, hof en aangelag aan het Laarbroek 4½ lopense ƒ 130,-, ene zijde Hendrik Timmermans, andere zijde Goort Roymans; land 2 lopense 1 copse; land de Papenacker 1½ lopense; land den Hengst 1½ lopense; de Meulenacker 3 copse; het Broek 1 lopense; groes de Bus 1 lopense, ƒ 160,-. Totaal ƒ 290,-. Belast met ƒ 4-10-0 per jaar. aan den Armen van Asten in kapitaal ƒ 112,50. Rest ƒ 177,50. 20e penning is ƒ 8-17-8.
Johannes Antonis Dielis is op 28-05-1774 te Asten overleden en in het huizenquohier over de periode 1776-1781 staan de kinderen als eigenaar en is Catharina de hoofdbewoonster:
Jaar | Eigenaar nummer 7 Laarbroek | Bewoners nummer 7 Laarbroek |
---|---|---|
1776 | Catarina Jan Jelisse | Catarina Jan Jelisse |
1781 | Antoni, Hendrik, Maria en Catharina Ceelen | Catharina Ceelen |
Bij het overlijden van Catharina en Hendrina wordt een taxatie gedaan van de goederen gedaan:
Asten Rechterlijk Archief 165 folio 131 verso; 04-04-1796:
Taxatie van de onroerende goederen van Catharina Ceelen en Hendrina Ceelen. Catharina, overleden en begraven op 25-08-1795, Hendrina, idem op 12-01-1796. Een huis, hof, aangelag, land en groes aan het Laarbroek 4½ lopense ƒ 180-00-00. Land en groes ƒ 72-00-00.
Maria en Antoni zijn al eerder overleden en de zonen van Antoni Jan Jelis, Adriaan en Marcelis, en hun oom Hendrik, verkopen het huis:
Asten Rechterlijk Archief 104 folio 74 verso; 09-07-1798:
Adriaan en Marcelis Ceelen, wonende te Neerpelt, Hendrik Ceelen, te Woensel. Zij verkopen aan Willem Hendrik Rooymans een huis, hof en aangelag, groes en land aan het Laarbroek 4½ lopense, ene zijde Hendrik Timmermans; land den Hengst ½ lopense; land Meulenakker 3 copse; groes het Broekveld 1 lopense. Belast met ƒ 4-10-0 per jaar aan den Armen van Asten. Koopsom ƒ 290,-.
De koper Willem Hendrik Roijmans staat in de bewoningslijst rond 1800 en bij de verpondingen van 1810 als eigenaar en bewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 7 Laarbroek | Bewoners nummer 7 Laarbroek |
---|---|---|
1798 | Willem Hendrik Roijmans | Willem Hendrik Roijmans |
1803 | Willem Hendrik Roijmans | Willem Hendrik Roijmans |
Verpondingen 1810 XIVd- 67 Laarbroek folio 74 verso:
Willem Hendrik Roijmans bij transport 09-07-1798.
Antoni Ceelen te Nederpelt, Hendrik Ceelen te Woensel, Maria Ceelen weduwe Gerrit Zwaartveegers met Catarina en Hendrik de kinderen wonende alhier bij versterf.
Nummer 7 huijs, hof en aangelag 4¼ lopense.
Willem Hendrik Rooijmans is geboren te Asten op 04-10-1767 als zoon van Henricus Vreyns Roymans en Johanna Peter Kuppens en broer van Henrica Hendrik Roymans (zie Voormalig huis C558). Hij is te Asten op 12-02-1792 getrouwd met Anna Maria Timmermans, geboren te Asten op 09-02-1762 als dochter van Henricus Dirck Timmermans en Maria Lamberti Verheijen (zie Laarbroek 4):
Het gezin van Willem Hendrik Rooijmans en Anna Maria Timmermans:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 05-10-1793 | Kind | Asten 09-04-1799 | |
2 | Johanna Maria | Asten 06-06-1795 | Asten 15-02-1833 Hendrik Berkers |
Asten 08-12-1867 | |
3 | Johanna | Asten 10-09-1797 | Ongehuwd | Asten 09-02-1865 | |
4 | Henricus | Asten 10-02-1800 | Kind | Asten 14-02-1800 | |
5 | Henrica | Asten 09-04-1802 | Asten 16-11-1821 Francis Meulendijks |
Asten 27-03-1867 | zie Vorstermansplein 20 en 22 |
Willem Hendrik Rooijmans is op 13-04-1819 te Asten overleden en Anna Maria Timmermans is op 27-09-1823 te Asten overleden. Volgens het notarieel archief van 1825 valt het huis ten deel aan Johanna Maria en Johanna Rooijmans:
Notarieel Archief 48-60 Asten 12-02-1825:
Maria Roijmans en Johanna Roijmans en Francis Meulendijk gehuwd met Hendrina Roijmans. 1e en 2e lot krijgen Maria en Johanna Roijmans, een huis en aangelag op het Laarbroek, groot 99 roede 30 el, ene zijde weduwe Philip Peters.
Ook bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staat het huis op hun naam:
Kadaster 1811-1832; G154:
Huis, schuur en erf, groot 03 roede 78 el, Sleegensche eindje, klasse 9.
Eigenaar: Johanna en Maria Rooijmans.
Boven de kadasterkaart met in de blauwe cirkel het huis en onder de bijbehorende kadastrale gegevens:
Johanna Maria Rooijmans, geboren op 16-08-1795 te Asten is op 15-02-1833 te Asten getrouwd met Hendrikus Berkers, geboren te Aarle Rixtel op 18-03-1788 als zoon van Henricus Berkers en Johanna Houts. Zij wonen samen met zus Johanna Rooijmans in het huis. Johanna Rooijmans is te Asten op 09-02-1865 overleden, ook Hendrikus Berkers is op 09-02-1865 te Asten overleden en Joanna Maria Rooijmans is op 08-12-1867 te Asten overleden.
Het huis wordt daarna bewoond door Peter Segers, geboren te Asten op 16-04-1810 als zoon van Francis Segers en Catharina Segers (zie Voormalig huis G92). Hij is op 14-06-1861 te Asten getrouwd met Francijna Wijnen, geboren te Someren op 26-04-1833 als dochter van Johannes Wijnen en Maria Leenen en weduwe van Hubertus Verdonschot. Francijna Wijnen is op 20-12-1871 te Asten overleden en Peter Segers verhuist in 1872 met zijn gezin naar Someren, maar komt later terug in Asten wonen (zie Bergdijk 6).
Daarna komt Godefridus van Dijk, geboren te Asten op 14-06-1840 als zoon van Arnoldus van Dijck en Petronella Verrijt, in het huis wonen. Hij is op 17-02-1873 te Asten getrouwd met Helena Dielissen, geboren op 11-07-1839 te Asten als dochter van Jelis Dielissen en Maria van Bussel. Zij verhuizen naar Ommel.
Vervolgens wordt het huis bewoond door Petronella van Oosterhout, geboren te Asten op 07-07-1813 als dochter van Johannes van Oosterhout en Hendrina van den Boomen. Zij is weduwe van Johannes Mathijs Verrijt, geboren op 14-08-1815 te Asten als zoon van Johannes Verrijt en Ida van den Eijnden, met wie zij te Asten op 17-02-1844 tot zijn overlijden te Asten op 14-11-1874 getrouwd was. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1879 is het huizingnummer C8:
Petronella van Oosterhout verhuist met haar zoon Hendrikus Verrijt en dochter Ida Verrijt rond 1881 naar Heusden (zie Antoniusstraat 5) en het huis komt niet niet meer in de archieven voor en is afgebroken.
Ongeveer op de plaats van het huis staan nu stallen in bezit van Laarbroek 4.
Overzicht bewoners
Hoeve op Laerbroeck
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1600 | Jan Geert Walssers | ±1570 | Jan Geert Walssers | ±1570 |
1627 | Rudth Dielis | ±1570 | Rudth Dielis | ±1570 |
1644 | Jacob Mathijssen | ±1610 | Jacob Mathijssen | ±1610 |
1681 | Antonie Dielis Ceelen | ±1650 | Antonie Dielis Ceelen | ±1650 |
1724 | Johannes Antoni Dielis | Asten 23-07-1696 | Johannes Antoni Dielis | Asten 23-07-1696 |
Laarbroek huis 7
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | kinderen Toenis Jelis Ceelen | Asten 23-07-1696 | Jan Toenis | Asten 23-07-1696 |
1741 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Asten 23-07-1696 | Jan Teunis Delis | Asten 23-07-1696 |
1746 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Asten 23-07-1696 | Jan Teunis Jelis | Asten 23-07-1696 |
1751 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Asten 23-07-1696 | Jan Teunis Jelis | Asten 23-07-1696 |
1756 | kinderen Antoni Dielis Ceelen | Asten 23-07-1696 | Jan Teunis Jelis | Asten 23-07-1696 |
1761 | Jan Teunis Jelis | Asten 23-07-1696 | Jan Teunis Jelis | Asten 23-07-1696 |
1766 | Jan Teunis Jelis | Asten 23-07-1696 | Jan Teunis Jelis | Asten 23-07-1696 |
1771 | Joost Jan Jelis | Asten 11-09-1729 | Joost Jan Jelis | Asten 11-09-1729 |
1776 | Catarina Jan Jelisse | Asten 25-02-1733 | Catarina Jan Jelisse | Asten 25-02-1733 |
1781 | kinderen Johannes Ceelen | Asten 03-05-1727 | Catharina Ceelen | Asten 25-02-1733 |
1798 | Willem Hendrik Roijmans | Asten 04-10-1767 | Willem Hendrik Roijmans | Asten 04-10-1767 |
1803 | Willem Hendrik Roijmans | Asten 04-10-1767 | Willem Hendrik Roijmans | Asten 04-10-1767 |
Kadasternummer G154
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G154 | 1832 | Hendrikus Berkers | Aarle 18-03-1788 |
Oliemolen
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1819 | Willem Hendrik Roijmans | Asten 04-10-1767 | Anna Timmermans | Asten 09-02-1762 | † 13-04-1819 | |
1819-1823 | Anna Maria Timmermans | Asten 09-02-1762 | weduwe Roijmans | † 27-09-1823 | ||
1823-1859 | Hendrikus Berkers | Aarle 18-03-1788 | Joanna Maria Rooijmans | Asten 16-08-1795 | ||
C8 | 1859-1867 | Hendrikus Berkers | Aarle 18-03-1788 | Joanna Maria Rooijmans | Asten 16-08-1795 | † 08-12-1867 |
C8 | 1867-1872 | Peter Segers | Asten 16-04-1810 | Francina Wijnen | Someren 26-04-1833 | naar Someren |
C8 | 1872-1876 | Godefridus van Dijk | Asten 14-06-1840 | Helena Dielissen | Asten 11-07-1839 | naar Ommel |
C8 | 1876-1879 | Petronella van Oosterhout | Asten 07-07-1813 | weduwe Verrijt | naar Heusden | |
C8 | 1879 | onbewoond |
De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld
Laatst bijgewerkt op 10 juni 2024, 10:38:49