De verklaring voor de naam Ostade wordt afgeleid uit een artikel over het ontstaan van de naam 'van Onstaden':
In Asten vinden we in de 15e eeuw Onstade, dat later wordt Oost-Aden, gevolgd door Ostade:
Op 08-02-1441 Asten: Matheeus Jans van Onstaden bezit een huis, hofstad en aanslag, ter plaatse gehucht Onstaden aan de Keyzerstraet in de parochie van Asten.
Op 04-11-1444 Asten: Henrich zoon van wijlen Jan van Onstaden vernadert een help, het recht op terugkoop van iemand indien hij nader van bloede was dan de koper, van een stuk land ter plaatse geheten Onstaden.Het grondwoord van dit alles is 'stade' waarnaast 'sta' voorkomt en in de Zuid Nederlandse Taal verandert in 'staai'. In het Middelnederlands Woordenboek van Verwijs en Verdam lezen we in deel XV, kolom 407, dat stade, sta en staai dezelfde betekenis hebben: rustig, kalm, blijvende, goede toestand of goede gesteltenis. In deel X van datzelfde woordenboek staat in kolom 1704 bij onstade gebruikt als bijvoeglijk naamwoord: ongestadig, wispelturig. Dit houdt in telkens van staat of toestand veranderen. De gronden die Ostade heten zijn steeds gelegen dicht bij een riviertje met een meandervormige loop. In Sint Oedenrode bij de Dommel, in Asten bij de Aa en in Son bij de Ekkersrijt.
Ook bij de herkomst van plaatsnamen1 wordt de afkomst van Onstade als dusdanig omschreven:
Ostade, kan van het in 1381 genoemde Onstade, slechte woonplaats, zo ook Ostaay.
In de archieven van Asten komen we het buurtschap Onstade tegen bij een document uit 1601:
Op huyden den xxv octobris 1601 soo hebben verclaert Jan Henricx ende Peter Jacobs, schepenen, dat Mathijs Jansen van de Cruys heeft geseyt int geselschap opden xxviii augusti laatstleden dat sij metten goet doen souden dat sij wouden. Ende Jan Henricx seyde tot Mathijssen soo doet ghij Dericken die weth te cort. In presentie Michgiel Colen en Jan Houtvens, schepenen. Alzo Maes van Rest genecht is geweest met zeker vonnis der schepenen van Asten over een huis, hof en land te Onstaden.
Ostade ligt ten westen van de kern van Asten en ten oosten van de Aa en in tegenstelling tot de andere kadasterkaarten van Asten is die van sectie F onvolledig genummerd. Op basis van gegevens van Theo Meulendijks van SAS Peelland kom ik tot de volgende reconstructie, die op twee punten afwijkt; de ligging van F171 en die van F174. Waar Theo Meulendijks F174 op de plaats van F171 zet en F164 opsplitst met F171, heb ik F174 geplaatst aan de huidige Slotweg. Linksonder zijn op de kadasterkaart van Oostaden de huisnummers ingevuld over de periode 1736-1803 en rechts de huizingnummers over de periode 1811-1832:
Onder is links de situatie rond 1920 weergegeven op de desbetreffende kaart en rechts de huidige nummering van de huizen op de googlemaps kaart:
Opmerkelijk is dat het stratenpatroon nauwelijks is gewijzigd en dat de bewoning tot 1920 vrijwel onveranderd bleef. Van de ongeveer 12 boerderijen van voor 1800 waren er in 1920 nog 10 over en zijn er nu nog 6 over. Deze boerderijen zijn heden ten dage wel uitgebreid met stallen, maar staan nog vaak op de oorspronkelijke plaatsen.
Wie er rond 1740 woonden in Ostade is weergegeven bij de lijst van vergoedingen voor misoogsten, die een compleet overzicht geeft van de bewoners:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende te Ostaden:
Naam | Huis | Omschrijving | Vergoeding |
---|---|---|---|
Dielis Vreynsen | 1 | verdrinken en bederven van hooi en koorn en 2 lopense boekweyt bevroren | ƒ 60,- |
Hendrik Paulus | 2 | onder andere 20 schapen gestorven | ƒ 66,- |
Steven Jansen | 5 | ƒ 25,- | |
weduwe Claas Verhees | 3 | ƒ 30,- | |
Aart Frans Slegers | 4 | ƒ 25,- | |
Aart Hendrik Tielen | 6 | ƒ 30,- | |
Hendrik Aart Tielen | 7 | ƒ 55,- | |
Arnold Aart Tielen | 8 | ƒ 31,- | |
Marcelis Peter Coolen | 9 | onder andere veel schapen en beesten gestorven | ƒ 135,- |
weduwe Dirk Lambers | 10 | ƒ 47,- |
Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.
Opmerkelijk in deze lijst is de volgorde van de huisnummers, met uitzondering van huisnummer 5, hetgeen op de eerder getoonde kaart over de periode 1736-1803 afwijkend was. De familie Tielen was met drie gezinnen ruim vertegenwoordigd op Ostade. Voor 1700 was de familie Tielen ook al aanwezig op Ostade, maar toen waren de nazaten van Hendrick Bernaerts (genoemd Hendrickx, Bernaerts of Verberne) de belangrijkste bewoners. Dat gold in mindere mate voor de families Coolen (waarschijnlijk meerdere takken), Baltus (genoemd naar nazaten van Balthazar Philips) en Vrijnsen (genoemd naar nazaten van Laurens Antonissen).
De huisnummers op Ostade waren ook van toepassing voor wat later de Nachtegaal ging heten en zelfs ook voor Vosselen, wat duidt op het feit dat deze buurtschappen rond die tijd uit Ostade zijn ontstaan. Rond de tijd van de kadastermetingen in 1832 zijn er vier families toonaangevend; de familie Jelisse (nazaten van Egidius Vrijnsen), familie Cornelisse (nazaten van Cornelis Peters), de familie Coolen (waarschijnlijk meerdere takken) en de familie Verhees (nazaten van de Vlierdenaren Nicolaas en Arnoldus Verhees). De familie Tielen is verdwenen en ook de familie Bernaerts komt nauwelijks meer voor.
Rond 1850 komen er ook protestantse families op Ostade wonen gestimuleerd door de Maatschappij van Welstand, opgericht door de predikant Jacob van Heusden. Met de komst van de Fransen in 1794 verloor de hervormde kerk de machtspositie in Brabant. Om de protestantse gemeente in Brabant te ondersteunen kocht de maatschappij grond en boerderijen aan en regelde leningen voor protestantse boeren. Als tegenprestatie betaalden deze boeren pacht en dienden actief deel te nemen aan het kerkelijk leven. Voorbeelden van protestantse boeren zijn de families van Boesewinckel, van Rees en Gerritsen.
In de jaren die daarop volgen komen allerlei families vanuit Asten, Someren, Deurne en Meijel in de boerderijen te Ostade wonen. Toch kan tot 1960 gesproken worden over kleine veranderingen en blijft het aantal woningen beperkt en is het boerenbedrijf de voornaamste inkomstenbron. De ontwikkelingen daarna verschillen niet met de rest van Nederland en rukt de bebouwing op en worden boerderijen omgebouwd tot woonhuis. Beeldbepalend in Ostade is heden ten dage het Klok en Peel museum en is er nog wat versnipperd boerenlandschap:
Hieronder een foto vanaf de kerktoren van de Maria Presentatiekerk te Asten met op de voorgrond de torenuurwerkfabriek van Eijsbouts en op de achtergrond een blik op Ostade:
Referenties
- ^Herkomst van plaatsnamen (volkoomen.nl/plaatsnamen)
De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld
Laatst bijgewerkt op 3 februari 2018, 19:45:56