We citeren voor de historie van de Achterbos uit het werk van Jan Timmer1:
Achterbos in Asten, van Binderse hoeve tot gehucht
Historische boerderijen vinden we in onze provincie zowel in de vorm van losstaande hoeven verspreid in het landschap als in dichte clusters bij elkaar in gehuchten, maar ook in allerlei groeperingen daartussen. De clusters van dicht bij elkaar gelegen boerderijen vallen het meest op. Een bijzonder voorbeeld daarvan is het gehucht Boomen in Lierop, een beschermd dorpsgezicht dat bij veel boerderij liefhebbers bekend zal zijn. Dat kluitje boerderijen is ontstaan uit één enkele hoeve die in vroegere eeuwen eigendom was van de abdij Postel. Een ander voorbeeld is een groepje boerderijen aan de Achterbos in Asten. Die boerderijen komen voort uit de hoeve Achterbos, die eigendom was van de abdij van Binderen in Helmond. Zolang een bepaalde hoeve behoorde tot de eigendommen van een klooster, abdij of andere kerkelijke instelling, bleef de hoeve in het algemeen in zijn geheel als eenheid bestaan. Grotere hoeven die in particulier bezit waren vielen vaak uiteen in meerdere delen als gevolg van bijvoorbeeld erfdelingen tussen erfgenamen. Achterbos is een oude hoeve waar beide ontwikkelingen voorkwamen. We willen hier beschrijven hoe uit die enkele oude hoeve van de abdij van Binderen een dicht op elkaar gelegen kluitje van boerderijen kon ontstaan.Van geestelijke goederen naar particulier bezit
Hoe en wanneer de abdij van Binderen eigenaar geworden is van de hoeve Achterbos is niet bekend, maar dat moet al in de middeleeuwen het geval geweest zijn. Na de vrede van Munster in 1648, toen de 80-jarige oorlog werd beëindigd, veranderde er iets belangrijks. Al het kerkelijk bezit in de Meierij dat toebehoorde aan kloosters en kerken binnen de Republiek, werd door de Raad van State geconfisqueerd. Hoeve Achterbos kwam net als vele andere hoeven in het bezit van de Raad van State en werd vanuit Den Haag als zogenaamde statenhoeve beheerd door regionale rentmeesters. De Raad van State heeft niet al de hoeven steeds in eigendom gehouden. In de loop van de tijd werden de meeste statenhoeven verkocht. De wens van de rentmeester zal daarbij een belangrijke rol hebben gespeeld. Dat was ook bij de hoeve Achterbos het geval. De toenmalige rentmeester van de statenhoeven, Johannes Pieterson wonende in Helmond, was een kapitaalkrachtig man. Wellicht had hij als rentmeester veel geld verdiend, dat hij vervolgens wilde investeren in onroerend goed. In opdracht van de Raad van State verkocht hij de hoeve Achterbos op 24 november 1664 aan zichzelf. Daarmee kwam de hoeve Achterbos in particuliere handen. Diens erfgenamen waren ook niet de minsten. Het zijn Meester Antony van Persijn, lid van de Raad van Brabant te 's Gravenhage, Adriaen Pietersons te Siericksee Zelandt, Jacob Pietersons, Antony Pietersons, Cornelis Cornelis de Vager gehuwd geweest met Adriana Pietersons, samen erven van wijlen Johannes Pietersons in leven rentmeester der Geestelijke Goederen en president, te Helmond. Op 31 augustus 1670 verkopen zij aan Jan Janssen Schenaarts, koopman te Eindhoven en Jan Hendrik Joosten van der Vorst, alias van de Achterbos, hoevenaar te Asten, ieder voor de helft de hoeve Achterbos, bestaande uit huis, schuur, schop, land, groes enzovoort. Jan Hendrik van der Vorst is de pachter van het hele goed. Hij ging een lening aan bij Jan Schenaarts, wellicht op het moment dat ze samen het gehele goed Achterbos kochten. Om een of andere ons onbekende reden gaat het financieel niet goed met Jan Hendrik van der Vorst, die als eigenaar van meerdere boerderijen in Asten toch zeker ook kapitaalkrachtig was. Zijn goederen worden publiek verkocht, waaronder de helft van de hoeve Achterbos. Die helft wordt in 1740 gekocht door Juffrouw Johanna Margareta Lovens, weduwe van Meester Theodorus Franciscus Schenaarts, wonende te Aarle Rixtel. Het wordt dan genoemd: "de Agterbosch, een huis, schop, stallingen, hof en aangelag met de wei, land en hei aan elkaar 100 lopense". Johanna Lovens had al via haar man, de zoon van Jan Schenaarts, de andere helft van het goed in bezit. Nu was zij dus eigenaar van het gehele goed Achterbos. Dan is de hoeve dus weer als geheel in één hand.De opsplitsing
Op 15-12-1760 gaat Rogus Franciscus Schenaarts, de zoon van Johanna Lovens en Theodorus Schenaarts, over tot de verkoop van de goederen Achterbos. Het is op dat moment nog steeds een grote hoeve en bestaat dan uit meerdere gebouwen. De hoeve wordt in drie delen verkocht op 15 december 1760. Francis Deenen wordt eigenaar van "een grote schone hoeve genaamd den Agterbosch". Laurens Jelisse krijgt een "huis, schuur, stal met de daarbij behorende grond, naar behoren te delen of te gebruiken en tussen de andere huizen in gelegen". Bewoner is dan de weduwe Andries Verheyen. Het derde deel komt aan Pieter Wilbert Coolen met als omschrijving: "huis, stal, schuur en de grond daarbij horende, tussen de andere huizen gelegen en te gebruiken of te verdelen naar behoren met de halve schop en de grond van dien en waarvan de andere helft toekomt aan Francis Deenen". Bewoner is dan Pieter Haasen. Opvallend is dat bij elk van de drie delen op het moment van verkoop een huis behoorde en dat de kopers zelf de onderlinge verdeling van de erven nog moesten regelen, omdat huizen en schuren tussen de andere huizen zijn gelegen. In 1740 was nog sprake van één woonhuis. Kennelijk heeft de familie Schenaarts in de periode 1740-1760 de hoeve uitgebreid met een aantal huizen, bijvoorbeeld door bestaande schuren te verbouwen. Een investering die het mogelijk maakte om de hoeve in delen te kunnen verpachten, wat ongetwijfeld meer opleverde.Vijf boerderijen in 1832
De ontwikkeling van de drie delen van de hoeve Achterbos zijn na de splitsing van 1760 nog verder te volgen. Het deel van Francis Deenen blijft ongewijzigd in het bezit van de familie (nummer 424 op de kadasterkaart).
Het deel van Pieter Wilbert Coolen wordt in 1797 weer verder gesplitst in twee boerderijen. Willem Roymans, weduwnaar van Anneke Peeter Coolen, erft het oude huis en Wilbert Peter Coolen krijgt het nieuwe huis. De schop delen ze samen. In 1832 is de oude boerderij eigendom van Francis Peter Vrijnsen, weduwnaar van Elisabeth Willem Rooijmans (nummer 432 op de kadasterkaart) en de nieuwe boerderij is van de kinderen van Wilbert Peter Coolen (nummer 431 op de kadasterkaart). Het deel dat Laurens Jelisse in 1760 kocht wordt in 1800 eveneens gesplitst en wordt er een nieuw huis toegevoegd. Bij de erfdeling krijgt Pieter Dirk Martens gehuwd met Ida Laurens Jelisse, "het oude huis aan den Agterbosch waarin hij woont" (nummer 439 op de kadasterkaart). Jan van Dijk, man van Catharina Laurens Jelisse, krijgt het nieuwe huis (nummer 436 op de kadasterkaart).
Huidige situatie
Na 1832 veranderde er nog het een en ander op Achterbos. Boerderij nummer 436 is inmiddels verdwenen; het is nu weiland. Opvallend is verder dat precies op de plaats van de boerderijen nu nog steeds boerderijen staan. Je zou de conclusie kunnen trekken dat de huidige gebouwen dus tot die tijd teruggaan. Deels is dat zeker mogelijk, maar er zullen beslist verbouwingen hebben plaatsgevonden. Het is bijvoorbeeld bekend dat in 1874 op Achterbos vier boerderijen door brand werden getroffen. Boerderij nummer 432 op de kadasterkaart (thans Achterbos 10) is in dat jaar voor een belangrijk deel vernieuwd, wat we weten omdat in de korte gevel met muurankers het jaartal 1874 is aangegeven. Ook de andere boerderijen zullen door die brand beschadigd zijn. Mogelijk is in datzelfde jaar nog een nieuwe boerderij bijgebouwd en wel ten noorden van boerderij nummer 432 op de kadasterkaart. Zeker sinds 1895 staan er namelijk 5 oude boerderijen langs de weg.
Statenhoeven in de Meierij
De historie van de hoeve Achterbos is een mooi voorbeeld hoe het gegaan kan zijn met een oude kloosterhoeve. Het mooie van Achterbos is dat nu nog op de oorspronkelijke plaatsen een groep van 5 historische boerderijen resteert. Het is heel goed mogelijk dat sommige delen van de bestaande gebouwen nog onderdelen zijn van de oorspronkelijke boerderijen. Dat geldt bijvoorbeeld voor belangrijke delen van de oude ankerbalkconstructies. Bekend is dat die constructies eeuwenlang mee kunnen gaan en zelfs brand kunnen overleven. In 1662 is een overzicht gemaakt van alle toen bestaande statenhoeven in de Meierij. Stichting De Brabantse Boerderij is samen met auteur Karel Leenders een publicatie hierover aan het voorbereiden. Naast de beschrijving van 1662 wordt geprobeerd om tevens vast te stellen wat er heden ten dage nog resteert van al die statenhoeven. Achterbos in Asten is hiervan een prachtig voorbeeld.
Met googlemaps zijn in 2014 de boerderijen nog goed te onderscheiden en de locatie is niet wezenlijk veranderd ten opzichte van de kadasterkaart uit 1832.
Wie er precies woonden op de Achterbos is op te maken uit een lijst van misoogsten rond 1738:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170, 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschreve jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde (des gerequireert werdende) met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende op de Achterbos:
Naam | Huis | Omschrijving | Vergoeding |
---|---|---|---|
Peter Jansen van den Agterbosch | 1 | ƒ 180,- | |
Arnoldus van Heugten | 3 | ƒ 32,- |
Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten pothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.
Volgens deze opgave betreft het twee hoeven op de Achterbosch en ontbreekt de boerderij van Bartel Faessen. Dat kan te maken hebben met het feit dat Bartel Faessen rond die tijd, zijn derde vrouw was overleden, de boerderij verliet en teruggaf aan zijn zwagers en mogelijk is de boerderij enige tijd niet bewoond geweest. Rond 1745 komt deze boerderij in handen van de familie Canters en die hebben tot 1860 daar gewoond en daarna is de boederij in verschillende handen gekomen. Arnoldus van Heugten heeft tot zijn overlijden in 1772 de boerderij bestierd en daarna wordt deze opgekocht door buurman Canters. Ook deze boerderij is tot 1860 in bezit geweest van de familie Canters en wordt daarna door verschillende boeren gebruikt.
De boerderij van Peter Jansen van den Achterbosch is in 1760 opgesplitst in drie boerderijen, zoals eerder gememoreerd. De boerderij gekocht door Francis Deenen is tot 1855 in handen van de familie geweest. Pieter Coolen heeft zijn boerderij in 1790 verkocht aan de familie Rooijmans van wie de nazaten tot 1845 er hebben gewoond. Laurens Jelisse en diens nazaten hebben tot 1800 in de boerderij gewoond en die is daarna in handen overgegaan van de familie Martens. Tot ver in de 20e eeuw heeft de familie Martens er gewoond.
Boven een oude foto van de Achterbos en onder een streetview van dezelfde boerderijen in 2010:
Referenties
- ^De voormalige Binderse hoeven Achterbos en Lensdonk (https://www.debrabantseboerderij.nl/)
De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld
Laatst bijgewerkt op 29 september 2022, 13:48:22