logo

De Vonder Homepagina


Selecteer een deel waar je informatie over wil weten


Wolfsbergsche Heide

Het buurtschap met de naam Wolfsbergsche Heide wordt volgens de kadasterkaart van 1832 aan de noordzijde begrensd door de Langhstreaet, aan de westzijde door de Wolfsbergsche Straat, aan de oostzijde door Voordeldonk en aan de zuidzijde door de kleine Aa op de grens met Heusden. Hieronder is het deel Wolfsberg links op de kadasterkaart van 1832 te zien en rechts op de topografische kaart van 1935:

01 02

Het wegenpatroon van de hoofdwegen op de Wolfsbergsche Heide is hetzelfde gebleven. In 1832 staan er 8 huizen in de Wolfsbergsche Heide en dat aantal neemt toe tot 13 huizen in 1935.

Gaan we terug in de tijd dan kunnen we uit de lijst van vergoedingen voor misoogsten voor de bewoners van 1739 de bewoning van die huizen in die tijd reconstrueren:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende te Wolfsbergsche Heide:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Jacob Joosten 8 ƒ 14,-
Cornelis Lamberts 9 ƒ 6,-
Mattijs Slaats 33 ƒ 95,-
weduwe Jan Kerkers 42* hoeve de Polder ƒ 170,-

* in het huizenquohier ingedeeld bij Heusden

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Asten Rechterlijk Archief 121 folio 137; 22-08-1760:
Specificatque leyste ofte memorie geformeert door regenten van Asten. Na voorgaande publicatie op het aangeven der ingezetenen, wegens de schade hen overkomen terzake dat, op zaterdag 5 juli laatstleden door een extra swaar onweer, vergezelt met sware regen, stormwinden en swaare hagelslag waardoor de oogst te velde onder de nagenoemde uithoek of haartgang Wolfsberg ten dele neergeslagen is. Ook is aan de huizen, schuren, boom- en tuinvruchten veel schade toegebracht. De oogst is op enige plaatsen voor de helft en op andere plaatsen minder geruïneerd. Op onderstaande lijst, die naar onze beste wetenschap is geformeert, is achter ieders naam gesteld:

  • het huis waarin hij woont
  • het aantal lopense rogge dat door ieder was bezaaid.
  • het aantal lopense der boekweit en zomervruchten.
  • het bedrag der geleden schade, door de regenten is het minste of laagste bedrag getaxeert.
Naam Huis Lopense rogge Lopense boekweit Vergoeding
Francis Plenders 7 8 ƒ 30,-
Antoni Jaspers 8 15 ƒ 50,-
Lambert Cornelis 9 8 ƒ 25,-
Pieter Slaats 33 26 6 ƒ 150,-
weduwe Gerrit Kerkers 42* 16 7 ƒ 70,-

* in het huizenquohier ingedeeld bij Heusden

Het betreft de bovengenoemde vijf huizen en nog twee huizen die voor 1740 zijn afgebroken en een huis, waarvan de eigenaren geen land of vee hebben bezeten. Hieronder wordt startend vanaf de Langhstraet tegen de wijzers van de klok in de bewoningsgeschiedenis van de huizen kort samengevat.

Het meest richting Voordeldonk gelegen huis aan de Langhstraet (de huidige Bergweg) komt niet voor in de bovengenoemde lijst en is destijds in bezit van Johannes van de Cruys, maar is toentertijd al niet meer bewoond en kort daarna afgebroken.

Voor het daar westelijk van gelegen huis geldt hetzelfde. Het is van 1680 tot 1737 in bezit Wilhelmus Thijs Haasen, echter vanaf 1736 niet meer bewoond en in 1741 afgebroken.

In 1738 wordt voor Goort Hendrix Huijbers daarnaast een huisje gebouwd door de Armen van Asten en het wordt door hem bewoond van 1738 tot 1746. Daarna heeft Aart Jansen Smits van 1746 tot 1777 het huis in eigendom gehad en bewoond en diens zoon Willem Aart Smits van 1777 tot 1811. Het huisje is daarna weer eigendom van de Armen van Asten en wordt door nog onbekenden bewoond tot het in 1859 is afgebroken.

Een huis aan het begin van de Langhstraet is een verhuurd huis, waarvan Philips Frans Philipsen al sinds 1605 eigenaar is en zijn zoon Franciscus Philips Voermans neemt het in 1654 bij zijn overlijden over. Diens zoon Antonie Fransen Voermans erft het huis in 1681 en verkoopt het enkele jaren later aan Huybert Hendrickx. Na de dood van Huybert Hendrickx in 1718 krijgt schoonzoon Henrick Aert Wolfs het huis toegewezen en diens nazaten zijn tot 1736 eigenaar. Het huis wordt verkocht aan Andreas Dircks van Heugten en hij verkoopt het in 1742 aan Francis Jan Plenders. Hij is behalve eigenaar ook bewoner van het huis en zijn zoon Francis Francis Plenders neemt het in 1762 over en na diens overlijden in 1776 zijn de kinderen eigenaar. In het begin van de 19e eeuw komt het bij een erfdeling in handen van de kinderen van schoonzoon Antonie Muyen, die het in 1840 verkopen aan Arnoldus de Leeuw. In 1868 wordt het doorverkocht aan Johannes Gerits van Bussel, de vader van zwerver 'Moentjes Graard', die er tot 1897 heeft gewoond. Daarna wordt het huis enige jaren verhuurd en in 1908 verkocht aan de familie Bukkems, die er tot 1972 heeft gewoond.

Het huis, gelegen op de zuidelijke hoek van de Wolfsbergsche straat en de Langhstraet, is sinds 1678 in eigendom van Geerit Aerts en gaat bij diens overlijden in 1715 over naar zijn schoonzoon Jacob Joosten van Heugten. Na zijn overlijden en dat van zijn weduwe in 1756 valt het huis ten deel aan schoonzoon Antonie Jaspers Bouwmans, wiens familie er tot 1779 woont. Daarna wordt het verkocht aan Willem Jan Daendel Ceelen en zijn zoon Johannes Willem Ceelen en kleinzoon Theodorus Ceelen hebben er tot 1903 gewoond. Toen is het huis verkocht aan Johannes Vrenken en na diens overlijden in 1913 doorverkocht aan de familie van den Eerenbeemt. Zij hebben er tot de afbraak rond 1968 gewoond.

Het naastgelegen huis aan de oostzijde van Wolfsbergsche Straet betreft een nieuw huis, gebouwd rond 1720 in bezit van Thomas Hoefnagels en na diens overlijden in 1731 gaat het over naar zijn zoon Hendrick Thomas Hoefnagels. Het wordt bewoond door zijn zwager Cornelis Lambers en na de dood van alle betrokkenen. komt het in handen van diens zoon Lambert Cornelis. Hij woont er van 1760 tot 1798 en daarna komt zijn schoonzoon Arnoldus Hendriks van de Goor in het huis wonen. Neef Johannes Hendrik Goris is dan de nieuwe eigenaar en bewoner en in 1848 erft zijn schoonzoon Johannes van der Loo het huis. In 1897 vindt er herbouw plaats en wordt een deel verhuurd, terwijl het grote huis in eigendom komt van schoonzoon Mathijs Joosten. Na diens overlijden in 1932 is zijn schoonzoon Andries Seijkens de nieuwe eigenaar en tot 1938 de bewoner.

Verder zuidwaarts ligt de oudste kasteelboerderij enigszins van de Wolfsbergsche Straat gelegen, die met de namen Schildmeer, Hulterman, Groenewoud of Wolfsberg werd aangeduid. In documenten uit de 15e eeuw komt het toponiem Schildmeer al voor:

Asten Rechterlijk Archief folio 11 verso 10-04-1464:
Maes Henricszoonvan Lammen heeft opgedragen aan Hendrick den Boes en Dirc Dirc Hadewigenzoon een huis en schuur en hofstad en erfenis daarbij,geheten, den Schildmeercamp, ene zijde Dirc Colen, andere zijde Dirc Hadewigenzoon, ene einde erf van de verkoper, voorheen van wijlen Jan Maes, andere einde de straat.

In documenten van latere datum zien we ook de combinatie van Schildmeer en Hulterman:

Asten Rechterlijk Archief 67 folio 21; 05-06-1609:
Jasper Thielmans verkoopt aan Claudius Ideleth land in de Schiltmeer den Helterman met alle erffenisse daarbij gelegen, ene zijde en einde de gemeente, andere zijde Marie Aerts dochter van Ayen, andere einde de Heer van Asten. Belast met 1 mud rogge per jaar aan de Heilige; 126 gulden 13 stuiver aan Meester Henrick van Broeckhoven.

Asten Rechterlijk Archief 76 fol. 29 16-09-1644
Agnes van Merode, Vrouwe van Asten, verkoopt aan Anthonis Hanrick Canters, oud president een cijns van ƒ 900,- à 5%. Onderpand een cijnshoeve in de Wolsberch genaempt de hoeve in de Schiltmeer in teulland groot 36 lopense, te weten den Holterman, de Reyen met voorts huysinghen, bemden en alle andere landerijen, weyden en alle andere appendentien en dependentien vandien. Mitsgaders vuyt haer chijnsboeck als wesende insgelijcx chijnsgoet daervuyt de chijnsen binnen Asten worden geheven, genoch bekent wesende.
Naschrift: In de ƒ 900,- is gesmolten een obligatie van ƒ 300,- ten laste van wijlen Bernard van Merode, Heer van Asten ten bate van Anthonis Canters de dato 01-10-1618.
Marge: Michiel Jacops en Meester Antony Canters, mede voor de erfgenamen van Anthonis Canters zijn door Everard van Doerne, Heer van Asten, voldaan van de voorschreven rente op 08-10-1659.

Deze hoeve wordt sinds 1608 bewoond door Philips Frans Philipsen en na zijn dood in 1630 hebben waarschijnlijk zijn vrouw Peerken Teunis Loomans en kinderen nog enige tijd de hoeve gepacht. In 1650 staat Cornelis Egidius Tielen als pachter te boek en van 1670 tot 1689 Anthonis Martens. Daarna wordt Francis Goorts van Bussel van 1689-1733 de pachter en zijn schoonzoon Mathijs Janssen Slaats neemt het daarna over. Voor een periode van 150 jaar zijn nazaten en aangetrouwden bewoners; Petrus Mathijs Slaats van 1747 tot 1797, Mathijs Peter Slaats van 1797 tot 1821, Johannes Mathijs Slaats van 1821 tot 1831, zijn broer Arnoldus Mathijs Slaats van 1831-1864 en tenslotte zijn dan nog ongehuwde dochters Wilhelmina, Hendrica en Francisca Slaats van 1864 tot 1874. Henricus Zelten is van 1874 tot 1894 de nieuwe pachter van de boerderij en daarna Arnoldus Strijbosch van 1894 tot 1903 en zijn kinderen Peter, Geertruida en Johanna Maria tot 1925. Vanaf die datum heeft Dorus van Laarhoven tot na de Tweede Wereldoorlog de kasteelboerderij 'de Hulterman' bewoond.

In het meest zuidelijke puntje op de grens met Heusden ligt een boerderij in bezit van de Heeren en Vrouwe van Asten. Hij wordt vanaf het begin rond 1690 gepacht door Godefridus Aert Verdonck en na diens dood in 1710 door zijn stiefzoon Johannes Peeters. Die verhuist in 1715 en de nieuwe pachter is Gerit Faes Kerckels, waarna bijna 200 jaar nazaten van hem de hoeve met de naam "de Polder" hebben gepacht. De naam 'Polder' kan volgens J. de Vries in het etymologisch woordenboek afgeleid zijn van een slaapplaats in een stal waar knechten overnachten. Vanaf 1748 tot 1783 zijn zoon Joost Gerit Kerkers; van 1783 tot 1815 zijn kleinzoon Gerardus Joost Kerkers; van 1815-1831 zijn achterkleinzoon Henricus Gerard Kerkers. Zijn dochter Maria Kerkers trouwt met haar achterneef Adriaan Jan Kerkers en zijn van 1831-1856 pachter. Daarna volgt zoon Gerard Kerkers van 1856 tot 1873 en tenslotte diens dochter Petronella Kerkers, getrouwd met Bonaventura Slaats tot 1902. Daarna wordt de boerderij verkocht aan Johannes Frenken, die er een jaar gewoond heeft en vervolgens verhuurd aan Joost van de Ven. Joost van de Ven is in 1912 nog eigenaar geworden en zijn vrouw en kinderen hebben er nog tot na de Tweede Wereldoorlog gewoond.

In de Polder hebben ook nog vier arbeidershuisjes gestaan, door de gemeente Asten gebouwd rond 1860 en afgebroken rond 1910. Deze huisjes werden bewoond door wevers, dagloners, ongehuwden of weduwen / weduwnaars of fabrieksarbeiders.

Van alle genoemde huizen is heden ten dage niets meer terug te vinden en in de Wolfsbergsche Heide aan de huidige Polderweg staat nu nog een huis gebouwd rond 1900 en een boerderij gebouwd in 1927.


De meest gebruikte referenties staan in de introductie vermeld

Laatst bijgewerkt op 18 juli 2022, 08:27:46

Heemhuis, Molenstraat 10, 5711 EW, Someren
Open voor bezoekers op dinsdagochtend van 9 tot 12 uur en op donderdagavond van 19 tot 21 uur (0493) 472 423 hkkdevonder@xs4all.nl


Archeologiehuis, Molenstraat 14, 5711 EW Someren
Open na afspraak, bel hiervoor Jacques van Ooijen op 06-36 14 12 02 of mail gewoonjacques@gmail.com


Deze website maakt geen gebruik van cookies

ADM

XSSMMDLGXL

Printen