Voormalig huis F2000A
Achter het huis van Molenstraat 46 (zie Voormalig huis F2000) is rond 1926 een nieuw huis gebouwd, dat aan derden wordt verhuurd. Op de nevenstaande kadasterkaart is het huis met adres Molenstraat 48 achter het huis met adres Molenstraat 46 te zien. Gemakshalve krijgt dit huis kadasternummer F2000A. In het huis komt wonen Peter Johannes Verheijen, geboren te Helden op 02-04-1902 als zoon van Mathijs Verheijen en Johanna Gielen. Hij is als landbouwer op 30-10-1925 te Asten getrouwd met Elisabeth Giessen, geboren te Deurne op 30-04-1897 als dochter van Franciscus Antonius Giessen en Gertrudis Korsten. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A91 (zie Voormalig huis G1267) in het huis met huizingnummer A63a wonen: |
Zij verhuizen rond 1929 naar C107a op de Kleine Heitrak 8 (zie Vlosbergweg 16) en de nieuwe bewoner is Piet Verdonschot, geboren te Asten op 05-12-1882 als zoon van Hubertus Verdonschot en Antonia van Gogh (zie Voormalig huis G1013). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 woont hij als schoenmaker in het huis met huizingnummer A63a, ook bekend staand als Molenstraat 48:
Piet Verdonschot is op 05-10-1931 te Asten overleden en de nieuwe bewoner is kleermaker Johannes Hermanus Prijs, geboren te Schöninghsdorf (D) op 09-05-1908 als zoon van Harm Prijs en Petronella Verberne (zie Hemel 40). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 woont hij met neven en nichten Leenen, kinderen van Willem Leenen en Maria Catharina Verberne (zie Sint Jozefplein 14), in het huis aan de Molenstraat 48:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-03-1932, 10-11-1932, 10-10-1933 en van 22-09-1934 plaatst Johannes Hermanus Prijs advertenties voor kleding:
Johannes Hermanus Prijs verhuist rond 1936 naar Molenstraat 35C (zie Burgemeester Wijnenstraat 67) en in het huis komt wonen kapper Jacobus Delissen, geboren te Melick Herkenbosch op 02-01-1916 als zoon van Hendricus Hubertus Delissen en Petronella Hinzen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komt hij vanuit Heer in het huis aan de Molenstraat 48 wonen:
Jacobus Delissen verhuist eind 1938 naar Someren.
De nieuwe bewoner is landbouwer Marcellis Driessen, geboren te Asten op 29-04-1877 als zoon van Jelis Driessen en Francisca Smets (zie Voormalig huis F294). Hij is sinds 20-11-1925 weduwnaar van Geertruda Haazen, geboren te Asten op 30-11-1876 als dochter van Gerardus Haazen en Antonia Stevens (zie Voormalig huis E155), met wie hij op 05-02-1904 te Asten getrouwd was. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 woont hij samen met zijn zoon Martinus Driessen in het huis aan de Molenstraat 48:
Marcelis Driessen verhuist met zijn zoon Martinus Driessen naar Langstraat 24 (zie Voormalig huis G683). In het huis komt wonen schoenmaker Antonius Hubertus van Goch, geboren te Deurne op 12-11-1889 als zoon van Peter van Goch en Wilhelmina Snijders (zie Voormalig huis G682). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komt hij vanuit Stegen 4 (zie Prins Bernhardstraat 100) in het huis aan de Molenstraat 48 wonen:
Antonius Hubertus van Goch vertrekt eind 1940 naar Lieshout en volgens Deurnewiki had hij de bijnaam 'Trappist van Goch', omdat hij vaak dronken was en uiteindelijk naar het trappistenklooster van Rochefort (B) is vertrokken.
De levensloop van Antonius Hubertus van Goch:
Antonius Hubertus van Goch is geboren als derde kind in Vreekwijk onder Deurne, waar zijn ouders vanaf hun huwelijk in 1887 woonden. In april 1891 verhuisden zij naar de Langstraat in Asten en Antonius Hubertus van Goch ging in maart 1907 werken in Geldrop bij de Budelse schoenmaker Jan Michiel Koekhofs. Daar heeft hij waarschijnlijk het vak geleerd als hij in december van dat jaar terugkeert in Asten. In april 1908 vertrekt hij naar de Kluis in Schijndel en van daaruit werkt hij vanaf februari 1910 bij schoenmaker Johannes Bennenbroek op de Grote Speelheuvel in Someren.
Toch kwam hij nog wel in Geldrop, want in juni 1910 wordt hij als 20-jarige bij het Kantongerecht van Helmond voor burengerucht tot een boete van 3 gulden of 2 dagen cel veroordeeld, zoals medegedeeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 02-07-1910.
Hij kiest ervoor om te gaan zitten en hieronder zijn rapport in de gevangenis van Eindhoven. |
In diezelfde periode wordt Antonius Hubertus van Goch veroordeeld voor omkoperij. De krant de Zuid-Willemsvaart van 25-06-1910 meldt dat hij bij de rechtbank van Roermond 45 dagen gevangenisstraf krijgt. In de gevangenis van 's-Hertogenbosch heeft hij voor dit feit acht dagen moeten zitten. |
In juni 1911 vertrekt Antonius Hubertus van Goch naar de Emmerik in Heeze, waar hij tot april 1914 als schoenmaker werkte. Ook in die periode bezocht hij Geldrop, waar hij in april 1913 wegens dronkenschap tot twee dagen gevangenis is veroordeeld. Deze straf zat hij uit in de gevangenis in Eindhoven:
Hij verhuist dan naar Aalst en via Geldrop komt hij weer terug in het ouderlijk huis aan de Langstraat in Asten. In februari 1914 overtreedt hij de politieverordening, ofwel het herbergreglement, en moet daarvoor als 24-jarige een dag de cel in, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-03-1914. Opnieuw beland hij die dag in de gevangenis in Eindhoven: |
In juli 1914 had Antonius Hubertus van Goch samen met een paar plaatsgenoten heibel met de veldwachters, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 29-07-1914. De rechtbank van Roermond veroordeelde hen tot twee weken celstraf in de Limburger Koerier van 31-07-1914. |
In augustus 1914 gaat Antonius Hubertus van Goch naar de Cavalerie kazerne in Teteringen. Hij zit dan in maart 1915 nog drie dagen vast in Breda voor burengerucht dat hij nog voor zijn vertrek in Someren had veroorzaakt, zoals bericht in het Eindhovensch dagblad van 25-08-1914. Hieronder de drie dagen hechtenis in de gevangenis van Breda. |
Wat hij precies gedaan heeft in de Cavalerie kazerne in Teteringen, waarvan rechts een foto, is vooralsong onbekend. Waarschijnlijk bracht men hem wat discipline bij want hij komt een tijd niet voor in rechtbankverslagen of gevangenisregisters. |
Dat hakte er weer flink in en Antonius Hubertus van Goch beleefde een topdag in maart 1927, waarbij hij voor maar liefst drie overtredingen wordt veroordeeld, zoals medegedeeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-03-1927. In dat jaar zijn er tenminste vier voorvallen van openbaar dronkenschap, waarop hij betrapt is. Het kan goed zijn dat de rechter in Helmond hem had veroordeeld tot het zoeken van professionele hulp om van zijn drankverslaving af te komen. |
Hij wacht dat niet af en in november 1927 vertrekt hij naar België, waarschijnlijk naar het trappistenklooster van Rochefort. Rechts een fotocollectie van de Abbaye Notre-Dame de Saint-Rémy, het trappistenklooster van de Orde van de Cisterciënzers in Rochefort. Wat hij daar gedaan heeft, is vooralsnog onduidelijk. Hij komt in 1934 weer terug in Asten en vervalt gelijk in oude gewoontes, zoals bericht in de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-03-1934. |
Volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-11-1934 vertrekt hij in oktober 1934 naar Veghel en keert volgens diezelfde krant van 05-01-1935 eind november 1934 vanuit Schijndel terug in Asten om in het ouderlijk huis op de Langstraat te gaan wonen.
Na het overlijden van zijn moeder in 1938 woont hij nog op de Stegen en later in dit huis in de toenmalige Molenstraat tot zijn vertrek eind 1940 naar Lieshout. De krant de Zuid-Willemsvaart van 20-01-1941 meldt het vertrek van Antonius Hubertus van Goch naar Lieshout. |
Daarna is er niet veel meer bekend van Antonius Hubertus van Goch. Uit zijn overlijdensakte kunnen we opmaken dat hij in Geffen woonde en op 08-05-1971 te Oss op 81-jarige leeftijd is overleden. Antonius Huberus van Goch, hij zal wel Toontje genoemd worden, is zijn leven lang schoenmaker geweest. Hij bezocht graag tot diep in de nacht de herbergen en heeft onze voorouders in Asten, Geldrop en Someren in de nacht wakker gehouden met zijn luidruchtig gezang. Daarvoor heeft hij ook vele malen in de cel doorgebracht op verschillende plaatsen in Noord-Brabant en waarschijnlijk ook in Roermond. Ging hij op 25-jarige leeftijd naar de Cavalerie kazerne in Teteringen om van zijn drankrpobleem af te komen? Dat weten we niet, maar feit is wel dat hij ruim tien jaar lang niet in aanraking is geweest met justitie. Hij werkte op vele plaatsen in de Peel, maar kwam ook nog geregeld terug in Asten bij zijn ouders. In 1927 gaan de zaken slecht en krijgt hij weer een drankprobleem. Hij wachtte de uitspraak van de Helmondse rechter niet af en ging naar een trappistenklooster in Rochefort in België. Niet de beste plek om van zijn drankprobleem af te komen. Hij kwam weer terug naar Asten en toen zijn ouders overleden toen hij al 50 jaar was, vertrok hij naar Lieshout. Uiteindelijk is hij in Geffen op 81-jarige leeftijd overleden. |
Het huis linksachter op de foto is rond 1964 gerenoveerd ligt ter hoogte van de huidige Burgemeester Wijnenstraat 80:
Overzicht bewoners
Kadasternummer F2000A
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
F2000A | 1926-1938 | Joseph Antonius Snijders | Asten 24-04-1898 |
Molenstraat 48
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
A63a | 1926-1928 | Peter Verheijen | Helden 02-04-1902 | Elisabeth Giessen | Deurne 30-04-1897 | |
A63a | 1928-1930 | Piet Verdonschot | Asten 05-12-1882 | |||
48 | 1930-1931 | Piet Verdonschot | Asten 05-12-1882 | † 05-10-1931 | ||
48 | 1931-1936 | Johannes Hermanus Prijs | Schöninghsdorf (D) 09-05-1908 | met familie | naar Molenstraat 35C | |
48 | 1936-1938 | Jacobus Delissen | Melick 02-01-1906 | naar Someren | ||
48 | 1938-1939 | Marcellis Driessen | Asten 29-04-1877 | met zoon | † 30-08-1939 | |
48 | 1939-1940 | Antonius Hubertus van Goch | Deurne 12-11-1889 | naar Lieshout |