De pagina Asten/Julianastraat/Julianastraat 1 wordt nu weergegeven
Asten/Julianastraat toevoegen aan selectieAsten toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 20-04-2024 15:04:30
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Julianastraat 1

Dit betreft een dubbel huis dat hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van de families Luycas en Lintermans, die hier afzonderlijk behandeld worden.

Familie Lintermans

Adriaen Lintermans is geboren rond 1590 in Oisterwijk als zoon van Philippus Silvester Lintermans en Elisabeth Adriaens Martens van der Heyden. Hij is als chirurgijn rond 1622 getrouwd met Maeyken Jan Claesen, geboren rond 1595 als dochter van Jan Claeszoon van de Laer en Anneke Lauwrens Hornkens. Het gezin van Adriaen Lintermans en Maeyken Jan Claesen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jenneken Asten ±1624 Roosendaal 07-09-1655
Huybrecht Huybrechts van Campen
Roosendaal 23-11-1660
2 Peeter Asten ±1626
3 Anneken Asten ±1628 ±1657
Willem Claessen
4 Philips Asten ±1630 Asten 02-01-1661
Anna Baltus van Schin
Asten 05-01-1680
5 Jan Asten ±1632
6 Maria Asten ±1634 Aarle-Rixtel 22-06-1659
Jacob Bernardus van Lingen

Adriaen Lintermans was chirurgijn:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 14-08-1628:
Visitatie en examinatie van Lieuen Hendrick Joppen, gequetsten, gedaan door de schout, Geridt Diericx en Jan Verridt, schepenen. Is bevonden dat Lieuen heeft eenen swaren steeck in sijnen rugge aen sijne slincke sijde. Hij heeft verklaart dat hem die is toegebracht door Lambert Hanssen, op 13 augustus, in zijn hof. Een en ander is bevestigd onder eede. Mocht hij aan deze kwetsuur overlijden dan beschuldigd hij Lambert Hanssen van dootslach. Op 16 augustus, liggende ten huize van Meester Adriaen Lintermans, chirurgijn, is hem nogmaals gevraagd of hij bij zijn verklaringen wilde blijven. Hij antwoordde: "Jae". Verder verklarende: "Dat Lambert Hanssen, hem ierst smeedt neder ter aerden met een gelyndt plancke ende bedwonch, hem gequetsten met dreygementen dat hij sijn mes soude afflegghen welck soo hij dede ende sijns lijff genaede biddende, heeft gesien dat Lambert Hanssen sochten naer sijn mes ende soo hij gequetsten wilden gaen loopen heeft hem gegeven den steeck van achter in zijnen rugge".

Adriaen Lintermans koopt land in de Stegen:

Asten Rechterlijk Archief 70 folio 18; 14-10-1628:
Peter Celen en Mariken, zijn dochter, verkopen aan Meester Adriaen Lintermans een campken land de Snijderscamp naast Jan Jielis. De verkopers bekennen dat zij, circa een jaar geleden ƒ 53,- van de koper hebben ontvangen.

Adriaen Lintermans heeft geld tegoed en stelt zich borg:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 08-03-1629:
Meester Ariaen Lintermans, impetrant contra Willem Anthonis Geridts, gedaagde. Gedaagde heeft van eiser ontvangen ƒ 51,-.

Asten Rechterlijk Archief 70 folio 83; 23-04-1629:
Meester Ariaen Lintermans stelt zich borg voor ƒ 100, welke Hendrick de Busscher getrouwd met Elisabeth Vermosen, Andries Donck, zoon van Catharina Vermosen, Ruth Michielsen als gemachtigde van Jan van den Eynde en Hans en Bartholomeus van der Mosen graag zouden halen uit het sterfhuis van Anna Vermosen. Dit in mindering op hun deel.

Adriaen Lintermans koopt een hooibeemd in het Root:

Asten Rechterlijk Archief 70 folio 98; 23-06-1629:
De kinderen en erven van Meester Jacop de Vileers en Anna Vermosen verkopen aan Meester Ariaen Lintermans een hooibeemd int Root naast Lambert Hendrix.

In het huis van Adriaen Lintermans is een gevecht geweest:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 16-01-1630:
De schout van Asten, aanlegger contra Cornelis Teunis Slaets, gedaagde. Betreft eedaflegging. Aanlegger is niet bevoegd om gedaagde hiertoe te dwingen en vraagt toestemming om de aanklacht te wijzigen. Het gaat over eenige twyst, kijvagie ende vechterije int geselschap geschiedt ten huyse van Meester Adriaen Lintermans.

Adriaen Lintermans koopt nog meer land:

Asten Rechterlijk Archief 71 folio 83; 08-05-1630:
Aert Gielis Wouters verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans land achter die Kercke van Asten de Heesackeren naast Reynder Jan Heuchtiens.

Asten Rechterlijk Archief 71 folio 5; 13-07-1630:
Aert Gielissen verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans land ontrent Ostaden 't Noytken naast Jan Peeters van den Eynde. Belast met ½ kapuyn per jaar grondcijns aan de Heer van Asten.

Volgens onderstaande akte koopt Adriaen Lintermans dit huis naast Huybert Jan Diepenbeecx (zie Familie Luycas):

Asten Rechterlijk Archief 71 folio 118; 02-10-1630:
Frans Loomans verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans een huis mette placke ende erffenisse daerbij ende aengheleghen in het Dorp, ene zijde Huybert Diepenbecx, andere zijde erfgenamen Jan Tielen, ene einde de straat, andere einde de koper. Belast met ƒ 100,-.

Adriaen Lintermans koopt nog meer land:

Asten Rechterlijk Archief 72 folio 22; 12-03-1631:
Jan Anthonis de jonge verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans land op de Heesackers 1 lopense naast de Custerij.

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 21; 24-02-1632:
Jan Janssen, schepen, verkoopt aan Meester Adriaen Lintermans land achter de Kerck in de Heesackers 4 lopense min 1 copse naast Anthonis Goorts. Belast met 1 stuiver per jaar cijns van de grond. Mochten nog meer cijnsen bevonden worden dan zal de koper deze mogen korten teghen den penninck dartich".

Adriaen Lintermans is schepen van Asten

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 83; 30-10-1632:
Op heden xxx octobris 1632 compareerden voor ons schepenen ondergeschreven d'eersaemen Claude Idelet, scholtis, deser heerlijckheyt Asten. Die welcke door ordre en last, ut decibat, van de Edele en Welgeboren Heer deser grontheerlijckheyt vuytterlijcken geprotesteert teghen Joosten, weduwe van Jan Lamberts Verrijt die welcke alsoo seeckeren sone is hebbende ennighsints berooft van sijn sinnen, soo het schijnt, genaemt Peter, waerdoor geschaepen is ennich ongeluck te comen geschieden als dickwils op wege is geweest dat de voorschreven Joosten deselven sal bewaeren en gaede slaen in alsulcken vueghen, dat daar door geen ongeluck oft schaeden en commen te geschieden oft dat allen 't selve op haer Joosten voorschreven sal worden verhaelt en gesocht. Aldus gedaen in presentie der voorschreven Joosten ende Marcelis Peter Jacops en Lintermans, schepenen in Asten.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 10-11-1632:
Frans Lambert Selen, 24 jaar, verklaart, onder eede, niet te weten wie hem, gisteren, 09-11-1632, heeft gequetst in zijn schouder, omdat het erg donker en hij zeer beschonken was. Hij heeft de quetsure gekregen tussen het woonhuis van Joost Philipkens en Geuaert Driessen, aan de Bergen. Maar verklaart niemand gezien, noch gekend, noch enige presumtie op iemand te hebben. Hij heeft wel horen spreken, maar door den dronck niemand aan de spraak herkend. Daarbij komt nog dat hij geheel alleen was. De verklaring is gedaan ten huize van deponent in het bijzijn van Dirck Goortssen en Meester Adriaen Lintermans, schepenen.

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 50 verso; 19-01-1633:
President is Marcelis Peter Jacops, schepenen zijn Willem van den Berge, Wilbort van Bussel, Jan Aert Teeuws, Adriaen Lintermans, Dirck Jan Goortssen en Lamens Joesten.

Adriaen Lintermans koopt land op de Hazeldonk:

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 57; 28-02-1633:
Dries Aerts Verschueren verkoopt aan Meester Adriaen Lintermans, schepen, groes de Haeseldonck 1½ lopense naast Jan Maes. De verkoper is vergezeld van Peter Colen den oude, zijn zwager.

Een paar Lieropenaren hebben een schuld aan Adriaen Lintermans:

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 61; 07-03-1633:
Symon Aerts, te Lierop, is schuldig aan Adriaen Lintermans ƒ 105,50. Naschrift: Ik, Volders, secretaris, als toeziener op de onmondige kinderen van wijlen Adriaen Lintermans ben voldaan van de ƒ 105,50. de dato 18-06-1639.

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 61; 07-03-1633:
Gijsbert Aerts, als de voorgaande wonende te Lierop, is schuldig aan Adriaen Lintermans ƒ 105,50. Marge: 01-05-1634 gelost, namens de weduwe Symon Aerts.

Adriaen Lintermans schrijft een rekening uit voor zijn medische zaken:

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 101 verso; 19-12-1633:
Meester Adriaen Lintermans, schepen, en Hanricxken, weduwe Gielen Jan Dries, met Hanricxken, haar zwager schoonzoon. Zij akkorderen terzake van het meesterloon door Ariaen gedaan aan haar dochter en huisvrouw van haar zwager voornoemd. Wettelijk is ook Jan Jan Tijssen geciteerd geweest. De weduwe zal na veel tusschenspreeckens 48 gulden 10 stuiver betalen en wil een prothocol daarvan. Marge: Int accorderen 2 vaenen is 10 stuivers, schrijfloon is 8 stuivers.

Adriaen Lintermans wordt opnieuw tot schepen gekozen:

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 1; 03-01-1634:
Prothocolle 1634. President is Marcelis Peter Jacops met loco Anthonis Canters. Schepenen zijn Geraert Dircx, Willem van den Berge met loco Jan Maes, Wilbert van Bussel, Dirck Jan Goortssen, Meester Adriaen Lintermans met loco Gelden Gieles en Anthonis van Ruth. Secretaris is Laurens Volders.

Adriaen Lintermans wordt genoemd als bezitter van grond naast Lambert Hansen en Henrick Peters:

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 42; 13-10-1634:
Jan Janssen Dijnen verkoopt aan Jacop van den Bomen, pater des Convents van Ommel ten eigen behoeve een cijns van ƒ 100,- à 6%. Als onderpand een huis en hof in het Dorp, ene zijde Lambert Hanssen, andere zijde Jan Jan Tielen, ene einde Meester Adriaen Lintermans, andere einde de straat. Marge: 06-01-1644 gelost door Jan Janssen.

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 86 verso; 10-05-1636:
Anneke, weduwe Henrick Peters, ter eenre zijde en Thomas Thijssen getrouwd met Engelken, dochter wijlen Joost Peters, Jan Aerts getrouwd met Cathalijn, dochter Joost Peters, Joost Joost Roefs getrouwd met Peterken, dochter Joost Peters. Allen erfgenamen van Henrick Peters, hun oom en man. Zij verdelen de nagelaten goederen.
1e lot krijgt Anneken huis, hof, brouwhuys en brouwgetouw en den dries in het Dorp, ene zijde de straat, andere zijde erfgenamen Huybert Diepenbeecx, ene einde Meester Adriaen Lintermans, andere einde de voorkinderen van Anneken voorschreven.

Adriaen Lintermans en Maeyken Jan Claesen zijn tijdens de pestepidemie van 1636 overleden en er zijn voogden aangestled over de kinderen:

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 88 verso; 09-07-1637:
Meester Mathijs van den Hove, schout, is schuldig aan Peter Loyen en mij secretaris Volders als momboiren van de zes onmondige kinderen van wijlen Adriaen Lintermans ƒ 150,- à 6%. Marge: Gelost 08-01-1640.

In de archieven worden de erfgenamen van Adriaen Lintermans, allen jonge kinderen, nog geregeld genoemd:

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 66 verso; 10-02-1640:
Anthonis Janssen van der Aa en Aert Jan Tielen als momboiren van Peterken, onmondige zoon Jan Peter Gebelen, Jan Jan Tielen, Joost Jan Tielen. Zij verkopen aan Huybert Jan Tielen, hun broeder, hun deel in een hofstad achter den Toren in het Dorp gekomen van Jan Tielen, hun vader, ene zijde en einde de straat, andere zijde weduwe Jan Janssen Dijnen, andere einde erfgenamen Adriaen Lintermans.

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 176 verso; 10-05-1642:
Het Corpus van Asten is schuldig aan Reynier Bierens en Sylvester Lintermans als momboiren van de onmondige kinderenvan wijlen Jan Bierens, in leven koopman te Antwerpen 2400 patacons à ƒ 2,50 om hiermee een vonnis te voldoen aan Guillam van Taterbeeck, koopman te Antwerpen, namens Ida van den Broeck, weduwe wijlen Mathijs van Taterbeeck, zijn schoonmoeder. In den Rade van Brabant ten laste van het Corpus van Asten geobtineert. Rente 120 patacons per jaar te Eindhoven te beuren op 10-05-1643. Naschrift: 16-06-1646 gelost aan Reynier Bierens voorschreven.

Asten Rechterlijk Archief 76 folio 17; 07-03-1644:
Wouter Dircx verkoopt aan Jan Jansen en Peter Janssen als rectoors der fabryke binnen Asten en tot behoeff der selven een cijns van derdalven gulden per jaar is ƒ 50,-. Als onderpand een huis, hof en hofstad tegenover de Kercke, ene zijde de straat, andere zijde de erven Meester Adriaen Lintermans en Aert Gielis, ene einde Peter Michiel Colen, andere einde Jan Janssen.

Asten Rechterlijk Archief 76 folio 22; 07-04-1644:
Willem Phlipssen van Heuchten verkoopt aan Wouter Dircxen een hofstad int Derp tegenover de Kerckhoff gekomen van Aert Gielis en eertijds geweest van wijlen Lambert Hanssen, ene zijde de erven Meester Ariaen Lintermans, andere zijde Peter Colen, ene einde de straet, andere einde erven Aert Dielis.

Asten Rechterlijk Archief 76 folio 49; 02-03-1645:
Huybert Jan Thielen draagt bij erfwisseling over aan Goyaert Goossens huis, hof en hofstad int Derp, ene zijde en einde de straten, andere zijde de erven Meester Adriaen Lintermans, andere einde Lijsken Hanssen. Belast met 1 vat rogge per jaar aan de Pastorye alhier.

De voogden van de kinderen van Adriaen Lintermans verkopen de hooibeemd in het Root:

Asten Rechterlijk Archief 77 folio 33 verso; 07-05-1649:
Jan Hanricx van de Winckel, hoevenaar en schepen, te Aerle als momboir der onmondige kinderen van wijlen Meester Adriaen Lintermans en Laurens Volders als curator van die kinderen. Zij verkopen aan Marten Marcelissen beemd en hooiwas int Root 1½ lopense naast de erven Jan Maes.

Als de kinderen van Adriaen Lintermans meerderjarig zijn worden de goederen als onderpand gebruikt:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 53 verso; 04-07-1656:
Jenneken, dochter Meester Adriaen Lintermans, getrouwd met Huybrecht van Campen, te Rosendael, is schuldig aan Martinus van der Lith en Jan Jansen, kerkmeesters ƒ 100,- à 5%. Onderpand de goederen die zij, onbedeeld, met haar mede-erfgenamen van Meester Adriaen bezit. Naschrift: Jenneken had geen last om haar deel te belasten, maar wel om te verkopen. Zij zal deze last zo spoedig mogelijk overzenden aan Laurens Volders, die zich hiervoor sterck maakt. Marge: 01-12-1657 gelost.

In onderstaand archiefstuk bezitten de erfgenamen van Adriaen Lintermans

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 75; 07-08-1657:
Hendrick Gerits getrouwd met Jenneken verkoopt aan Abraham Jansen de Metser, zijn zwager een huis en hofstad in het Dorp, ene zijde de straat, andere zijde Evert Peeters, ene einde de kinderen en erven Meester Adriaen Lintermans, andere einde Meester Adriaen Verhoffstadt.

Uiteindelijk verkopen de kinderen de goederen:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 83; 29-11-1657:
Peeter, Philips en Jan, zonen Meester Adriaen Lintermans, Huybert van Campen getrouwd met Jenneken, dochter Adriaen Lintermans, Willem Claessen getrouwd met Anneken, dochter Adriaen Lintermans, Jan Hendrix van den Winckel en Laurens Volders als momboiren van Maria, dochter Adriaen Lintermans en mede voor Jan en Peeter, welke absent zijn en voor Huybert van Campen. Allen erven van Meester Adriaen Lintermans getrouwd geweest met Maeyken Jan Claessen. Zij verkopen aan Aert Jan Thomas al de goederen hen aangekomen van wijlen hun ouders te weten huis, land en groes aen het Dorp. Belast met ½ capuyn per jaar en ontrent 2 halve blancken per jaar aan de Heer van Asten in een tekst. Laurens Volders betaald de andere helft.
De koper stelt als borg beemd int Root 6 lopense, dit betreft de laatste termijn.
Naschrift: De verkopers zijn voldaan van de eerste termijn van de koop met aftrek van ƒ 15,- voor de onkosten.

Zoon Philips Lintermans is geboren rond 1630 als zoon van Adriaen Lintermans en Maeyken Jan Claesen. Hij is als chirurgijn op 02-01-1661 te Asten getrouwd met Anna Baltus van Schin, geboren te Roermond rond 1632 als dochter van Balthazar van Schin en Maria Leijten.

Compareerden voor schepenen ondergenoemd Meester Philips Lintermans, chirurgijn, sijne ouderdom ontrent de dertig jaeren, jongman geboortig en woonagtig alhier ende Anna van Schin jonge dochter, haere ouderdom ontrent de agtentwintig jaeren, geboortig binnen de stadt Ruremonde en woonagtig tot Liessel met schriftelijk consent van haere vader, versoeckende drie sondaeghse proclamatien om naar deselve in de heilighe houwelijckse staet te worden bevestigt, want volgens den egtreglemente wel scherpeclijk sijn geexamineert en daertegen strijdende in haer bevonden is te sijn, soo sijn de geboden verwilligt. Actum die 11 decembris 1660 coram Joost Roefs en Goort van Gorcum schepenen.
Ende alsoo de drie sondaeghse geboden sijn gedaen binnen Ruremonde en Asten sonder enige hindernisse ofte inspraecke volgens welcke daer van sijnde en mondeling gedaen, soo sijn de voorschreven Philips Lintermans en Anna van Schin in de houwelijckse staet bevestigt op den tweede januarij 1661 coram Joost Roefs en Goort van Gorcum schepenen.

Het gezin van Philips Lintermans en Anna Baltus van Schin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Maria Asten 18-10-1661 Kind Asten ±1661
2 Adriaan Asten 02-1664 Kind Asten ±1664
3 Anneke Asten 16-02-1666 Kind Asten ±1666
4 Jan Asten 23-07-1667 Asten 31-10-1700
Jenneken Dircx van Weert
Asten 23-04-1729 zie Voormalig huis C1329
5 Lysbeth Asten 13-03-1670 Kind Asten ±1670
6 Balthasar Asten 09-01-1673 Kind Asten 25-10-1689
7 Paulus Asten 12-02-1677 Kind Asten ±1677

Opmerkelijk is dat in het Astense archief over de periode 1660-1680 Philips Lintermans niet genoemd wordt, ook niet als chirurgijn. Wel wordt hij genoemd als getuige bij het opschrijven van de slechte staat van de kerk van Deurne1:

Anna Balthus van Schin is als Anna Lijntermans op 24-11-1679 te Asten overleden en Philips Lintermans is op 05-01-1680 te Asten overleden. Hieronder hun begraafakten:

Wel wordt zoon Jan nog genoemd:

Asten Rechterlijk Archief 108 folio 39 verso; 11-02-1686:
Certificaat voor Jan, zoon Meester Philips Lintermans, jongeman om hem te laten passeren en repasseren.

Asten Rechterlijk Archief 108 folio 172 verso; 04-04-1691:
Paspoort voor Johannes, zoon wijlen Meester Philippus Lintermans en Anna Balthus, in leven chirurgijn te Asten.

Zoon Jan woonde elders in Asten (zie Voormalig huis C1329).

Familie Luycas

Luycas is geboren rond 1555 en rond 1580 getrouwd met Anneken en hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Joostien Asten ±1579 Asten <1637
2 Catharina Asten ±1581 ±1605
Jan Anthonis Mennen
3 Sophia Asten ±1583 ±1607
Henrick Peters
±1620
Lowies van Vadder
Watermael (B)
4 Maria Asten ±1585 Asten ±1610
Huybert Jan Diepenbeecx
Asten <1637
5 Evert Asten ±1587 Asten <1637
6 Franciscus Asten ±1589 Asten <1637

Anneken is rond 1636 overleden en uit dit archiefstuk komt de bovengenoemde gezinreconstructie en het bezit van een huis in het dorp:

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 95; 28-08-1637:
Jan Anthonis Mennen getrouwd met Cathalijn, dochter wijlen Anneken Luycas mede voor Sophia Luycas, zijn schoonzuster nu getrouwd met Lowies van Vadder, wonende te Watermaelen bij Brussel, Mathijs Janssen van den Sande en Joost Janssen als momboiren van de kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx en Maria, zijn vrouw. Huybert Daniel Colen als momboir van de erfgenamen van wijlen Joostien Luycas. Mathijs van den Hove, schout, namens de erfgenamen van wijlen Evert Luycas. Willem Verhaseldonck en Bonaventura Mathijssen als momboiren van twee onmondige kinderen te weten een van Frans Luycas en een van Willem Marcelissen. Allen erfgenamen van wijlen Anneken Luycas, hun moeder en grootmoeder. Zij verkopen aan Sophia, weduwe Henrick Peters, hun schoonzuster en moeye, welke is geassisteerd met Silvester Wilborts, haar vader hun deel in een hofstad met alle materialen daarop in het Dorp, waarop gewoond heeft Anneken Luycas, ene zijde de straat, andere zijde erfgenamen Huybert Diepenbeecx, ene einde Jan Anthonis Mennen, andere einde erfgenamen Anneken Luycas. Belast met 9 vat rogge per jaar aan de Heilige Geest van Asten; ƒ 3,- per jaar te 's Hertogenbosch in een meerdere rente; 5 cop rogge per jaar aan Lenaert Daemen te Helmont; ƒ 2,- per jaar aan een zekere particuliere persoon de verkopers onbekend; ƒ 1,50 per jaar aan de Vicarye; de cijns van de grond uit het gehele goed.

Dochter Maria Lucas is geboren te Asten rond 1585 en rond 1610 getrouwd met Huybert Jan Diepenbeecx, geboren te Asten rond 1585 als zoon van Jan Aerts van Diepenbeeckx en Heylken (zie Busselseweg 5). Het gezin van Huybert Jan Diepenbeecx en Mayken Lucas:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Peter Asten ±1611 Ongehuwd Asten ±1640
2 Jenneke Asten ±1613 Asten ±1637
Jan Dircx
Asten ±1640
Joost Coopmans
Asten 14-05-1688 zie Voormalig huis B450 en B451
3 Maria Asten ±1615 Asten ±1640
Lenard Peeters Ceelen
Asten 25-01-1696
4 Anneken Asten ±1617 Asten ±1640
Henricus Gerard Doensen
Asten 17-07-1698
5 Josijn Asten ±1619 Asten ±1642
Aert Jacobs van de Cruys
Asten 20-05-1662 zie Jan van Havenstraat 1
6 Sijken Asten ±1621 Asten ±1645
Abraham Jan Michielsen
Asten 30-04-1702 zie Voormalig huis G154

De vader van Huybert Jan Diepenbeecx, Jan Aerts van Diepenbeeckx, was imker en laat aan zijn zoon Jan en dochter Helena de bijen na bij het opstellen van zijn testament:

Asten Rechterlijk Archief 67a folio 20 verso; 02-06-1614:
Jan Aerts van Diepenbeeck en Heylken, zijn vrouw testeren. Alles aan de langstlevende. Aan Jan, hun zoon, na hun beider dood het campke bij 't Haverlandt en 25 stocken ymen of byen. Dit voor uyt vanwege zijn getrouwe diensten. Nog, de kist van zijn vader. Heylken, de dochter, na hun dood 6 stocken ymen of byen ook voor uyt. Hiermede willen zij craekelen voorkomen.

Jan Aerts van Diepenbeeckx en Heylken zijn kort daarna overleden en Huybert Jan Diepenbeecx is in 1636 tijdens de pestepidemie te Asten overleden en uit zijn nalatenschap blijkt dat ook hij imker is geweest:

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 69; 10-02-1636:
Willem Willems van den Berge is schuldig aan Meester Jan Dircx, organist, ƒ 40,- wegens het 1⁄6e deel van de bijen van Huybert Diepenbeecx tegen de andere erfgenamen te delen. Des sal denselver moeten contenteren de Vrouwe van Asten, van het staen als andersins. Ende want de bijen nyet wel en vlogen en de gelover schade quame te hebben sal hij indyen gevalle genyeten eenen rijcxdaelder aen de voorschreven 40 gulden. Ondersproken dat den molder vijff ymen voor vuyt moet hebben. Marge: Joost Janssen getrouwd met Jenneken, weduwe Meester Jan Dircx stemt toe in cassatie 11-03-1637.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 17-01-1636:
Voorwaarden waarop de kinderen en de momboiren der onmondige kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx en zijn vrouw Marie de meublen ende haefelijcke goederen willen verkopen.
Enige kopers zijn Frans van Meyl, Gerardt den Smidts, Dryes van Meyl, Dirck Jan Goortssen, Hanrick Aerts, Marten Vermuelen, Tielen Dircx, Tielen Duyssen, Aert Jan Tielen, Frans Lomans, Jan Jan Stouten, Peter Teunis, Hanrick Canters, Aert Symons vrouw, Michiel Tijssen, Joost Canters, Reynder Willems, Willem Willemssen, Meester Jan den Organist, Jan Geldens op Voordeldonck. Opbrengst: ƒ 117,-.

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 71 verso; 13-02-1636:
Hanrick Peter Hanricx en Mathijs Janssen van der Zanden als momboiren van de vier onmondige kinderen van wijlen Huybert Diepenbeecx gaan een wettelijk verweer aan wegens de erfdeling, tegen Meester Jan Dircx, organist, als mede-erfgenaam van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx naar inhouds des testaments en costuymen van Asten.

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 76; 09-04-1636:
Willem Willemssen van den Berge is schuldig aan Mathijs Janssen van der Zande en Willem Marcelis als momboiren van de onmondige kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx ƒ 55,50 wegens gekochte bijen. Te betalen: Als de bijen gevlogen hebben of te Bamis eerstkomend.
Marge: 07-12-1639 betaald door de erfgenamen Willem Willems van den Berge.

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 76 verso; 09-04-1636:
Henrick Jan Selen is schuldig aan Peter Huybert Jan Diepenbeecx ƒ 29,- wegens gekochte bijen en ymen. Naschrift: 20-02-1637 gelost aan Peter Huybers.

Ondanks dat hierboven al enige goederen erfelijk waren verdeeld, wordt voorgesteld om een nieuwe erfdeling te maken:

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 77; 11-04-1636:
Peter Huybert Jan Diepenbeecx, Meester Jan Dircx getrouwd met Jenneke, Marie, Joostken, Anneken en Sijken onmondige kinderen en geassisteerd met Mathijs Janssen van der Zande en Willem Marcelissen. Kinderen van Huybert Jan Diepenbeecx getrouwd geweest met Marie. In het testament, gemaakt door hun ouders, komen swaricheden en abusen voor. Om moeilijkheden te voorkomen is in overleg met schepenen en goede mannen gekozen voor een finale liquidatie en alles wordt opnieuw gedeeld sonder enich testament aen te sien. De twee oudsten brengen de reeds door hen ontvangen goederen weer opnieuw in te weten Peter ƒ 20,- en ƒ 60,-. Ieder van de vier onmondige kinderen zal ook ƒ 20,- ontvangen. De rest van de ƒ 60,-, zijnde ƒ 40,- zullen blijven tot de intrest van een jaar voor Sijken, de jongste dochter. Bovendien zal de beemd achter Ostaden gedurende 7 jaar ten behoeve van Sijken verhuurd worden. De opbrengst zal voor haar onderhoud worden gebruikt. Na 7 jaar zal de beemd verkocht worden en de opbrengst gelijkelijk verdeeld worden over alle kinderen. Nog is afgesproken dat Sijken voorvuyt sal genyeten het beste bedde.

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 79 verso; 14-04-1636:
Peter Huybert Jan Diepenbeecx, Meester Jan Dircx getrouwd met Jenneke, Maria, Joostken, Anneken en Sijken de onmondigen. Allen kinderen van Huybert Diepenbeecx en Maria. Zij delen de nagelaten goederen:
1e lot krijgen Peter en Meester Jan een halve beemd aent Laerbroeck midden door; de helft van het land en drieske daarbij; de helft van een stukje land achter Lazars; de helft van een rente op het dorp Asten; de helft van een rente ten laste van Jan Jan Diepenbeecx ƒ 300,-. Belast met de helft van ƒ 300,- aan Nicolaes van den Grave te 's Hertogenbosch.
2e lot krijgen de vier onmondige kinderen huis, hof, hofstad en schuur in het Dorp, ene zijde de straat, andere zijde erfgenamen Anneken Luycas, ene einde Meester Adriaen Lintermans, andere einde Aert Symons van Bon. Belast met ƒ 9,- per jaar aan de weduwe Gijsbert Bacx te 's Hertogenbosch. Een halve beemd aent Laerbroeck; de helft van het land en drieske daarbij; de helft van een stukje land achter Lazars; de helft van een rente op het dorp Asten; de helft van een rente ten laste van Jan Jan Diepenbeecx ƒ 300,-. Belast met de helft van ƒ 300,- aan Nicolaes van de Graeff te 's Hertogenbosch.

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 80 verso; 14-04-1636:
Peter Huybert Jan Diepenbeecx verkoopt aan zijn vier onmondige zusters zijn deel in hun erfelijke goederen met uitzondering van zijn deel in beemd achter Ostaden. Koopsom ƒ 160,-.
Naschrift: 25-05-1638 Peter Huybers stemt toe in cassatie.

De voogden maken in 1640 hun rekeningen op:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-04-1640:
Rekening, bewijs en reliqua van Mathijs Janssen van der Zande als momboir van de onmondige kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx met name Merike, Joostien, Anneken en Sijken.
Ieder der erfgenamen heeft ƒ 90,- ontvangen; een obligatie van ƒ 65,- ten laste van Anthonis van Rudth kan niet ingevorderd worden; van Meester Peter Baltus kan ƒ 6,- niet ontvangen worden; in het huis van Meester Jan den Organist zijn ƒ 21,- verbrand; ƒ 20,- is gekort op de koninck; Peter Huybert Jan Diepenbeecx ontvangt alsnog ƒ 71-10-3 ort; Meester Jan den Organist, namens zijn vrouw ƒ 100,-; Marie ƒ 60,-; Anneken ƒ 20,-; Sijken ƒ 20,- en Joostien ƒ 15,-. Joost Janssen getrouwd met Jenneke Huybers ƒ 10,-.

Aert Jacobs van de Cruys, getrouwd met Josijn Diepenbeecx, verkoopt zijn deel aan Hanrick Gerarts, getrouwd met Anneken Diepenbeecx:

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 174 verso; 05-05-1642:
Aert Jacops van de Cruys getrouwd met Joostjen, dochter wijlen Huybert Jan Diepenbeecx verkoopt aan Hanrick Gerarts, zijn zwager de helft van huis en hof, schuur en hofstad ontrent de Kercken. Gekomen van Huybert Jan Diepenbeecx bij deling.

Bewoningsgeschiedenis

Dochter Anneken Diepenbeecx is geboren te Asten rond 1617 en rond 1640 te Asten getrouwd met Henricus Gerard Doensen, geboren te Asten rond 1615 als zoon van Gerard Aert Doensen en Peerke. Hieronder het gezin van Henricus Gerard Doensen en Anneken Diepenbeecx:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gerardus Asten ±1641 koopman in Duitsland
2 Anna Asten 09-10-1642 Asten 12-05-1680
Petrus Pauls
Asten ±1682
3 Maria Asten 20-11-1644 Breda 10-05-1681
Adriaan Meeussen Voorbosch
meester hoedenmaker
4 Johanna Asten 03-09-1646 Kind Asten ±1646
5 Henrica Asten 02-01-1648 Kind Asten ±1648
6 Hubertus Asten 08-01-1650 Asten ±1678
Anna Lenens
±1705 *
7 Elisabeth Asten 19-02-1652 Asten 15-07-1674
Mathijs Janssen Colen
±1685 dochter Jenneke

*  Hubertus Henricus Geerit Doensen was chirurgijn in het leger van Groot-Brittannië

Een stuk land gekomen van Henricus Gerard Doensen wordt doorverkocht:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 130 verso; 13-11-1660:
Michiel Peeter Coolen verkoopt aan Wolphert Ideleth, oud stadhouder en secretaris, te Someren land gelegen in de Middelthiende tussen de beyde Passen 2 lopense 13 roede. Gekomen van Hendrick Gerith Doensen.
Naschrift: Te lossen met 82 gulden 11 stuiver voor Bamis 1661. Daarna vervalt het eigensdomsrecht.

Anneken Diepenbeecx ontvangt nog een erfenis van een nicht:

Asten Rechterlijk Archief 53; 26-02-1661:
Mayken Fransen weduwe Jan Aerts van Hooff, gewoond hebbende te Nuenen, ziek liggende in het Convent van Ommel, testeert.
Aan Fyken, haere moetien wonende te Watermael, buiten Brussel het laatste part in huis en land aen den Dijck en in twee beemden aen Voordeldonck
Aan de kinderen van Huybert Jan Diepenbeekcx getrouwd geweest met Maeyken, haar, testatrices moetien 1⁄6e deel in huis en land aen den Dijck en in twee beemden aan Voordeldonck. Met restrictie dat het deel dat Anneke, dochter Huybert Diepenbeeckx daarin zou toekomen door haar niet zal worden aangenomen maar zal blijven ten behoeve van haar kinderen verwekt bij Hendrick Gerith Doensen, haar man, als deze tot staet komen. En dat uit te reiken door de executeuren.

Als Hendrick Gerard Doensen ziek wordt, stelt hij samen met zijn vrouw een testament op:

Asten Rechterlijk Archief 108 folio 65; 16-11-1686:
Hendrick Geerit Doensen getrouwd met Anneke Huybert Diepenbeecx wonende ontrent de Kerk. Hendrick ziek, Anneke cloeck en gesont. Zij testeren onder andere:
Alle voorgaande maeckselen vervallen. Huis, hof en aangelag aan de Kerk groot ½ lopense en in bewoning bij hen evenals al hun verdere goederen gaan naar de langstlevende om daarmee naar vrije keuze te mogen handelen.

Henricus Gerard Doensen is op 16-11-1686 te Asten overleden en het lijkt er op dat zijn vrouw Anneke door een huisjesmelker wordt bedrogen:

Asten Rechterlijk Archief 109 folio 48 verso; 10-09-1693:
Anneken, weduwe Hendrick Doensen, in het Dorp, geeft in huur aan Hendrick Gijsberts van den Bleeck haar huis, hof en aangelag in het Dorp waarin zij woont. Huurtermijn gedurende het leven van de verhuurster. Dit omdat Huybert, haar zoon, in het huis wil gaan wonen. Huurprijs ƒ 9,- per jaar exclusief de dorpslasten en de verponding. De huurder zal op zijn kosten laten zetten een put met toebehoren, alsmede een oven en brandewijnketel en bij vertrek zal hij de oven en ketel kunnen uytbreecken.

Asten Rechterlijk Archief 109 folio 119 verso; 12-12-1696:
Hendrick Gijsberts van den Bleeck heeft volgens scabinale huyrcedulle tussen hem en Anneke Doensen in huur gegeven den heert, keucken en den verdere afhangh, sijnde een stalleke in den huysinge waar Anneke Doensen nu in woont staande ontrent de Kercke met den halve hof. En dat aan Jan Hendrick van den Bleeck, zijn zoon. Huurtermijn 4 jaar. Huurprijs ƒ 8,- per jaar.
De verhuurder zegt toe op zijn kosten in de keuken een bedstede te laten maken en plaatsen omme te conne gebruycken ende daerinne te leveren en te doen het beste bedde tgene hem huyrder is aengestorven van Josyna van der Wynden, sijne moeder, met laeckens en deeckens en verdere toebehoorten. Verder zal de verhuurder aan de huurder leveren haal en tang, pot en ketel, stoel bank en kast en wat verder tot het huishouden behoort. De huurder zal de gewone lasten van het huis betalen. De verhuurder betaalt de extra ordinare.

Uiteindelijk verkoopt zij het huis aan deze Hendrick Gijsberts van den Bleeck, die zelf aan de overzijde aan het huidige Koningsplein woont (zie Julianastraat 2):

Asten Rechterlijk Archief 88 folio 61; 28-04-1698:
Anneken Diepenbeecx weduwe Hendrick Gerit Doensen verkoopt aan Hendrick Gijsbertse van den Bleeck huiske, hof en aangelag ontrent de Kercke ½ lopense, ene zijde Joost Doense, andere zijde de straten. Koopsom ƒ 250,-.

Anneke Diepenbeecx is op 17-07-1698 te Asten overleden en de kinderen benoemen Thomas Idelet om de erfenis af te handelen:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 33; 10-10-1698:
Compareerde voor schepenen Meester Huybert, zoon Hendrick Geerit Doensen, chirurgijn, in het Regiment van Gardes te voet van Sijne Conincklijcke Maiesteyt van Groot Brietanie onder de Companie van de Overste Luytenant Colonel de Bohan, goeverneur van Gretruyden Burgh en omliggende forte. Hij geeft procuratie aan Meester Thomas Idelet, advocaat, te Someren, om namens hem en mede namens Adriaen Voorbesch getrouwd met Maria Doensen, zijn zuster, te Breda procuratie d.e dato 24-09-1698 voor notaris Leempoel. Geerit Hendrick Doensen, zijn broeder, lange jaren in Duytsland verblijvende om zijn coopmanschappe te doen, nu ook absent, om het sterfhuis van Anneke Diepenbeecx, weduwe Hendrick Geerit Doensen te liquideren. Comparant kiest zijn domicilie ten huize van Gijsbert Goort Hoefnagels. 

Hieronder de procuratie van 24-09-1698 bij notaris Leempoel in Breda:

De kinderen spannen een kort geding aan tegen Hendrick Gijsberts van den Bleeck:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 17-03-1699:
Meester Huybert Hendrick Gerit Doenssen, chirurgijn, in het regiment van de Gardes te Voet van zijne koninklijke Majesteit van Groot Britanie voor zichzelf en mede voor Adriaen Voorbosch getrouwd met Maria Doenssen, zijn zuster, te Breda, procuratie de dato 24-09-1698 notaris Leempoel, Gerit Hendrick Doenssen, zijn broeder, lange jaren in Duitsland zijnde als koopman, Jenneke Colen dochter van Mathijs Colen en Elisabeth Doenssen zaliger geassisteerd met Gijsbert Hoefnagel. Allen kinderen en erven van Hendrick Gerit Doensse getrouwd geweest met Anneken van Diepenbeeck, aanleggers contra Hendrick Gijsberts van den Bleeck, gedaagde. Zaakvoerder voor de aanleggers is Thomas Idelet, te Someren.
Het is zo dat de wettige kinderen, ten minste toekomt de legitieme portie in de nagelaten goederen van hun overleden ouders. Het is ook zo, dat als een der ouders afflijvich wordt deze kinderen recht hebben op de helft der achtergelaten goederen. Anneke Diepenbeeck, hun moeder en grootmoeder, heeft aan gedaagde en ten bate van deze, op 28 april 1698, verkocht huis, hof en aangelag aan de Kerk ½ lopense. Anneke, hun moeder, was niet bevoegd dit te doen omdat er geen deling met haar kinderen was gemaakt. Omdat gedaagde geen afstand wil doen willen zij via deze hun recht verkrijgen.

Het huis wordt door Hendrick Gijsberts van den Bleeck verhuurd aan derden. Vanaf 1705 huurt Martinus Jan Paulus het huis en moet hij nodige reparaties verrichten. Een jaar later koopt hij het huis:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 206; 19-12-1705:
Hendrick Gijsberts van den Bleeck geeft in huur aan Martinus Jan Paulussen zijn, nu, leegstaande huis bestaande uit: kamer, keuken, schuur en hof ontrent de Kerkcke, ene zijde Jenneke weduwe Joost Doensen, andere zijde en einde de straten; land als wortelvelt in de hofstad 6 roede. Huurtermijn 3 jaar. Huurprijs ƒ 51,- voor deze drie jaar, zijn voldaan.
De huurder zal mogen optimmeren ende behoorlijck afhangen de twee gebonten, ongedekt staande achter verhuurders huis. De verhuurder zal gehouden zijn voor Pasen eerst komende te laeten leggen eenen behoorlijcke gedreven solder boven de camer met een vloer van plaveyen, eenen kelder, eenen behoorlijcken put met sijn toebehoorten, vier buytengelaesen, mitsgaders schouwen ofte schoorsteenen te laeten maecken dat de selve behoorlijcke connen gebruyckt worden. Boven de keucken te laten leggen eenen solder van gedreven ofte ongedreven mitsgaders van steen ofte leem. Ende keucken ende tusschen de schuyr af te maecken met leem oft plancken. De camer, keucken en kelder sal de verhuyrder gehouden sijn eens te laten witten en de huysinge in behoorlijcke reparatie te onderhouden.

Asten Rechterlijk Archief 89 folio 119 verso; 27-12-1706:
Hendrick Gijsbertsen van den Bleeck verkoopt aan Martinus Jan Paulus huis en hof, waar de koper woont, ontrent de Kerck 1½ lopense, ene zijde Jenneke weduwe Joost Doensen, andere zijde de verkoper en de straat, ene en andere eind de straten. Verponding ƒ 2,- per jaar. Koopsom ƒ 400,-.
Conditie: De verkoper mag altijd een ladder zetten op kopers grond om het schopke te laten dekken dat staat op het verkochte erf. Het schopke mag vrij gebruikt worden door verkoper en zijn kinderen.

De verpondingen van 1713 melden Martinus Jan Paulus als eigenaar van het huis:

Verpondingen 1713 XIV-60 folio 105 verso:
Martinus Jan Paulus.
van Goort Canters is onder de zitting.
12-08-1728 van de weduwe Hendrick Canters.
Gebroeders Peeter Canters. In de bede ƒ 3-8-4.

Martinus Jan Paulus is geboren te Asten op 14-03-1681 als zoon van Johannes Paulus en Margaretha Jan Martens (zie Marktstraat 1). Hij is op 29-11-1705 te Asten getrouwd met Margaretha Peter Smits, geboren te Asten op 09-11-1674 als dochter van Petrus Jansen Smits en Johanna Peters (zie Voormalig huis G562). Na haar overlijden te Asten op 16-03-1717, is Martinus Jan Paulus te Asten hertrouwd op 16-02-1719 met Petronella Cremers, geboren te Meerlo op 04-12-1687 als dochter van Joannes Cremers en Petronella:

01

De gezinnen van Martinus Jan Paulus met Margaretha Peter Smits en met Petronella Creemers:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johanna Asten 11-09-1706 Kind Asten ±1722
2 Anna Maria Asten 26-07-1708 Kind Asten ±1708
3 Johannes Asten 21-10-1709 Kind Asten ±1725
4 Johanna Maria Asten 18-12-1710 Asten 28-09-1732
Mathias Jansen
Asten 12-07-1738 dochter Jenneke
5 Johannes* Asten 14-01-1720 Asten 15-11-1750
Catharina Loomans
Asten 31-03-1777
6 Petrus* Asten 04-06-1721 Kind Asten ±1721
7 Franciscus* Asten 06-01-1723 Kind Asten ±1723
8 Franciscus* Asten 09-07-1726 Ongehuwd Asten 18-01-1758
9 Petrus* Asten 20-04-1729 Ongehuwd Asten 15-01-1757

* kinderen uit het tweede huwelijk

Martinus Jan Paulus was een koopman in pruiken en haren voor het maken van een hoofddeksel calot en heeft een paspoort nodig:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 107; 15-10-1701:
Paspoort voor: Martinus Jan Paulus en zijn cammeraet om zowel binnens- als buitenslands te handelen in paruycken en callothayeren.

Asten Rechterlijk Archief 111 folio 34; 10-03-1707:
Paspoort voor Martinus Jan Paulussen, jongeman,coopman hetgeen hij al verscheidene jaren is. Wij hebben ook nog nooit gehoord dat eenigh gestoolen waren van coopmanschappe hoedanighlijcken die genoempt souden connen worden bij hem souden sijn ingekocht, teneynde om daermede te coopmanschappe. Wij verzoeken hem alle hulp, faveur en assistentie te verlenen, waar nodig.

Martinus Jan Paulus heeft een vrouw beledigd en er wordt een proces gevoerd:

Asten Rechterlijk Archief 112 folio 131 verso; 16-11-1711:
Interrogatorium voor Jan Martens getrouwd met Hendrina om terzake van iniurie ende diverije door Martinus Jan Paulus gedaan aan Hendrina voorschreven. Te verhoren Jan Willem Pennincx, 53 jaar, Heylke getrouwd met Wouter Hoefnagels, 53 jaar.
Of zij weten dat zij, in september 1711, geweest zijn ten huize van Wouter Hoefnagels?
Jan Willem Pennincx is daar geweest samen met Jan van Rut, Hendrina, de vrouw van Jan Martens en Martinus Jan Paulus; de dag weet hij niet meer.
Heylke Wouter Hoefnagels antwoordt bevestigend.
Of zij er bijgeweest zijn, dat Martinus Jan Paulus in hun aanwezigheid Hendrina heeft verweten dat zij was een diefhegge ende eenen dief?
Jan Willem Pennincx weet niets.
Heylke Wouter Hoefnagels verklaart dat dit zo is; zij scholden elkaar uit voor dief en dievegge.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-01-1712
Jan Marten Doensen getrouwd met Hendrina, aanlegger contra Martinus Jan Paulus, gedaagde.
Gedaagde heeft, in september 1711, zonder enige aanleiding, in het bijzijn van verscheidene personen, aanleggers vrouw uitgescholden voor een openbare dieffegge zeggende onder andere dat zij hemden heeft gestoolen ten huyse van Harck Tapaloght. Aanlegger vraagt om gedaagde te veroordelen tot het betalen van 100 zilveren ducatons aan den Armen van Asten.

Asten Rechterlijk Archief 113; 29-02-1712:
Interrogatorium voor Martinus Janssen Paulus om onder eede te verhoren Jan Willem Pennincx, 52 jaar en Jenneke Jan Antonis van Rut, 24 jaar.
Of zij niet present zijn geweest, op 5 september 1711, ten huize van Wouter Hoefnagels, herbergier, waar verscheidene woordenwisselingen en verschillen zijn voorgevallen tussen Martinus Jan Paulus en Hendrina Jan Martens?
Jan Willem Pennincx antwoordt bevestigend. Jenneke Jan Antonis van Rut heeft er wel van gehoord maar zij was al uyt ende ingaende in haer vaders huysinge. Omdat het zolang geleden is, is zij het vergeten.
Of zij hebben gehoord dat Martinus Jan Paulus de voorschreven Hendrina heeft gereprocheert een
Diefhegge te zijn en gestolen te hebben? Of zij niet weten dat de twee voornoemde personen elkander scholden en noemden dief, schelm, diefhegge en hoer?
Jan Willem Pennincx verwijst naar zijn verklaring de dato 16-11-1711.
Jenneke Jan Antonis van Rut weet er niets van, maar heeft wel inuirieuse woorden gehoord zonder echter te weten wie deze gesproken heeft.
Zij bevestigen een en ander onder eede.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 28-04-1712
Compareerde, voor schepenen van Geldrop, Johan Marten Doensen, te Asten, welke procuratie geeft aan Meester Hendrick Coolen, advocaat, te Eyndhoven, om namens hem te vervolgen de zaak, reeds te Asten aangevangen, tegen Martinus Jan Pauwels.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 20-06-1712:
Wolphangus Idelet, procureur, aanlegger contra Jan Marten Doensen, gedaagde.
Aanlegger heeft gedaagde bijgestaan als aanlegger tegen Martinus Jan Paulus, als gedaagde. De kosten/verdiensten van deze zaak hebben voor aanlegger bedragen ƒ 28,95. Tot nu toe is hij in de minne nog niet tot betaling kunnen geraken. Er zijn ook enkele bezoeken gedaan aan advocaat Coolen, te Eyndhoven.

Asten Rechterlijk Archief 113 folio 44; 03-09-1712:
Martinus Jansen Paulus geeft procuratie aan Meester Arnoldus Swinckels, advocaat, om namens hem te drijven ende te poursuiveren de procedure die hij, als gedaagde, genoodzaakt is te voeren contra Jan Marten Doensen getrouwd met Hendrina Jansen in cas van inuirie.

Martinus Jan Paulus koopt ook de rest van het huis en grond van Antoniske Martens (zie Julianastraat 2):

Asten Rechterlijk Archief 91 folio 58 verso; 17-05-1712:
Antoniske weduwe Jan Fransen van de Loverbosch, geassisteerd met Francis, haar zoon, verkoopt aan Martinus Jan Paulus een vervallen huiske of schopke met de grond in het Dorp tussen de Kerk en de erve van de verkoopster 8 roede, ene zijde en einde de koper, andere zijde en einde de straten. Koopsom ƒ 80,-.

Er wordt een verklaring voor een goede gezondheid afgegeven aan Martinus Jan Paulus:

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 4; 04-01-1714:
Verzoek om Martinus Janssen Paullus, geboren en wonende te Asten, te laten passeren en repasseren. Den selven ons te kennen heeft gegeven dat sijn affairens hem in persoon menigmaal in andere lantschappen, alwaer men voor besmettelijcke siecktens is bedugt, comen te requireren. Soo versoeghte den selven, dewijl wij door godts genade alhier binnen dese heerlijckheyt ende allomme elders van besmettelijcke siecktens sijn bevrijt. Toonder dezes woont in een gezond land.

Martinus Jan Paulus koopt een deel van de Braeselse en Wijtflietse tienden van Theodorus de Louw (zie Asten):

Asten Rechterlijk Archief 92 folio 9; 18-01-1714:
Dirck de Louw, coopman, te Eyndhoven, verkoopt aan Martinus Jan Paulus 1⁄5e deel in de helft van een clamptiende de Wijtvlietse tiende, rijdende tegen de Brasselse tiende. Ze is verkoper aangekomen bij scheiding en deling met zijn broers en zusters voor schepenen Eyndhoven op 26-09-1711. Belast met 1⁄5e deel in 6 vat rogge per jaar aan rentmeester des Tombes. De tegenwoordige pachter hetzelfde 1⁄5e part der tiende voor de oogst 1714-1715 zal moeten heffen. De koper zal ontvangen de pacht tot 321⁄5e vat per jaar rogge en 11 vat boekweit per jaar. Koopsom ƒ 840,-.

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 6; 18-01-1714:
Dirck de Louw, coopman, te Eyndhoven, verklaart dat hij de ƒ 840,- zijnde de koopsom van 1⁄5e deel in een tiende op de dato door hem, comparant, aan Martinus Jan Paulus verkocht, niet zal opnemen totdat hij sufficante borgen zal hebben gesteld tegen alle aanmaningen die ten laste van de voorschreven tiende, nu of later mochten komen.

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 82; 16-02-1715:
Dirck de Louw, in leven coopman, te Eyndhoven, heeft, op 18 januarij 1714, aan Martinus Janssen Paulus, voor schepenen van Asten, verkocht 1⁄5e deel van een clamptiende, te Asten. En heeft de Louw, bij acte, op de dato voorschreven, alnog toegezegd aan de koper tot voldoening van de koopsom, ƒ 840,-, niet te constringeren voor en al eer, ter verzekering van de koper, goede borgen tot garandering van de koop gesteld zouden zijn. De koper heeft echter met de gestelde borgen geen genoegen genomen. Omdat de vercoopersse niet langer van haar koopgelden gefrusteert zal blijven heeft zij, Juffrouw de Louw aan Martinus Jansse geassigneert, in mindering van de ƒ 840,- te betalen aan de weduwe Hendrick de Boer, te Eyndhoven, ƒ 400,-, die zij, Juffrouw de Louw, volgens schepenbrieven de dato 13-06-1711 schuldig is. Er rest op de koopsom dan nog ƒ 440,-. En opdat de koper, tot zijn eigen securiteit, de koopgelden betaald heeft, heeft zij, Juffrouw de Louw, aan hem, koper, toegestaan dat de overschietende gelden aan haar crediteuren, zover die enige pretentie ten hare lasten zijn hebbende, zouden worden betaald.
Nu compareerde voor drost en schepenen Willem van den Hurck, notaris en procureur, te Eyndhoven, welke namens zijn zoon Willem Hendrick van den Hurck, coopman, te Rotterdam, heeft ontvangen van Martinus Janssen Paulus, in mindering van de koopsom ƒ 126,- die Willem Hendrick van den Hurck, volgens schepenvonnis, Eyndhoven, de dato 15-09-1714, van Juffrouw de Louw te ontvangen heeft. Wegens onkosten in die zaak heeft hij nog ontvangen van Martinus Jan Paulus ƒ 21,-. En wegens geleverde brandewijn en jenever, door comparants vrouw gedaan, ƒ 23,20, in totaal ƒ 170,20. En omdat de koper, Martinus Jan Paulus, deze betalingen niet alleen met consenten order van Juffrouw de Louw, hier present, heeft gedaan doch ook tot meerdere verzekering van zichzelf, zo heeft Willem van den Hurck beloofd hem na de dato terzake van deze ƒ 170,20, tegenover degenen die meer rechten op dit bedrag menen te hebben, kost- en schadeloos te houden.
Ook compareerde Otto van den Boer, zoon van wijlen Hendrick van den Boer, mede namens zijn moeder, welke verklaart van de voorschreven koopsom, uit handen van Martinus Jan Paulus ƒ 90,-, wegens 3 jaar en 9 maanden intrest van de voorschreven ƒ 400,-. Ook hij zal, mede namens zijn moeder, van deze ƒ 90,-, Martinus Jan Paulus ten opzichte van andere schuldeisers kost- en schadeloos houden.
Compareerde Francis van de Loverbosch, herbergier, welke van Martinus Jan Paulus, in opdracht van Juffrouw Dirck de Louw, ƒ 20,80 heeft ontvangen wegens verteringen, op verschillende tijden ten zijne huize gedaan door de voornoemde weduwe.
Compareerde Tony Tony Franssen welke ƒ 24,50 heeft ontvangen, als voor, wegens aan Dirck de Louw geleverde toeback.

Martinus Jan Paulus was ook tiendmeester en treedt hier op tegen een overtreding:

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 192-195; 06-09-1723:
Schepenen van Asten verklaren ter instantie van Martinus Jan Paulus, een van de eigenaren van de groote clamptiende dat wij, met hem, op 19 juli 1723, rond zes uur in de middag zijn geweest, om te visiteren een sekeren acker corens gehoorende onder den grooten klamp voorschreven. Wij hebben daar gezien dat den eerste, elfde hoop coren was opgetrocken met een strick in schijn of getient was. Comende alsoo weder tot den elfden opgesette corenhoop tselve alsoo wederom bevonden met een opgetrocken strick als voor. En verder comende op den selven acker hebben wij alnog bevonden drie opgerigte coren hoopen, de twee ider van acht gerwen en den derden van tien gerwen sonder dat een van de drie voorschreven hoopen tiendtbaar waren gemaackt of dat eenige de minste schijn of tijcken daarvan hadden. Wij verklaren verder dat op hetzelfde moment op den akker is komen varen eene karre waarop waren sittende Juffrouw Odilia van Weerden, huysvrouwe van Peeter Guns en Juffrouw vrouwe Joseph Petit met nog een vrouwspersoon en voerman en bijwesende vrouwpersoon, die in presentie van de voorschreven twee Juffrouwen het voorschreven coren hebben opgeladen, uytgenomen de twee alsoo opgestrickte korenhoopen en de drie gerwen bijeen geset sonder dat de voorschreven drie gerwen eenige tijkene hadde van tiende en daarmee van de voorschreven akker zijn afgevaren. Verklarende de requirant den selven acker corens als mede eygenaar van de tiende, dit jaar 1723, niet getient te hebben of van sijnentwege getient te sijn.

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 193; 08-09-1723:
Joost Janssen Hoefnagels, Peeter Aart Keysers en Hendrik Bernarts.
Zij verklaren ter instantie van Martinus Jansse Paulus en Pieter de Cort, drost, dat het waar is dat zij, op 19 juli laatstleden sagtermidags, ontrent de klocke seven uren hebben gezien dat op Ostaden een peert en karre geladen met granen, geleyt door den knegt van Pieter Guns en seker vrouwspersoon die scheen een meyt te wesen, sonder dat daar aan en bij of present waren Juffrouw Odilia van Weerden, huysvrouw van Peeter Guns en Juffrouw huysvrouw Joseph Petit. Zij deponenten hebben toen zien komen Martinus Paulus Janssen, een mede-eigenaar van de grote klamptiende hebbende in sijn regterhant een snaphaan swajensgeweys in balans naar beneden neffens sijn regterbeen, sonder hetselve geweer te presenteren of de minste mine te maken vandien, maar alleen tselve swajensgewijs in sijn eene hant blijvende dragen als voor, ende met hem Willem van Riet, in sijn hant hebbende een korengaffel, sonder dat denselven ook de minste mine maakte van daarmede imant te willen molesteren en dat alleen Martinus Jan Paulus, sonder de minste drijgementen of hevige woorden tegens de knegt van Peeter Guns Heeft geseyt: "Ik come met promissie vant officy en versoeck dat dese karre weder terug mag varen, doordien dit koren of graan dat geladen is, niet behoorlijck is getient". Hierop is zonder iets terug te zeggen de knecht met paard en kar teruggevaren. Er zijn geen hevige woorden of dreigementen gevallen.
Peeter Aart Keysers verklaart nog dat hij deselve karre heeft sien comen aanvaren buyten den regten en gemeenen weg over berge en dalen daar geen hoog karre spoor en was. En dat de voorschreven knecht van Peeter Guns sijnde buyten den gemeenen wegh, hem deponent, gevraagd heeft hoe hij best naar Someren voer. Daar hij, knegt, nemende den gemeenen weg, veel gemakkelijker en korter naar Someren soude hebben connen varen, dog dat dan soude hebben moeten passeren een der huysen der tiendenaren.

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 194; 08-09-1723:
Mattijs Willems, Joost Jansse Hoberge, Jan Jeuris van Hoof, Frans Jan Keels en Jan Jansse Walravens.
Zij verklaren ter instantie van Martinus Jan Paulus en Pieter de Cort, drost, dat zij weten en dat zij meer dan dertig jaar geleden hebben gezien en zelve gepractiseerd dat, als hier, te Asten, een stuk lants granen is tiendtbaar gemaakt en dat den collecteur of eygenaar der tiende aangemaant sijnde om te comen tienden en naar verloop van behoorlijkcken tijt van 24 of twee maal 24 ure, sonder in de bepalinge des tijts beheept te willen wesen en alleen ten dien opsigte haar refereerende tot de placcate of resolutie ten dien opsigte geemaneert den eygenaar of collecteur niet comende tienden den eygenaar der granen de selve doet tienden, door nabuuren tiendende of optreckende, in dat gevalle den tienden en niet den elfden gast of korenhoop ofte tiende gerwen. Zij weten dit omdat hun granen door naburen ingetient zijn geworden of dat zij de granen van hun naburen zo hebben getient.

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 208; 20-10-1723:
Joost Hendrik Tielen verklaart ter instantie van Martinus Jansse Paulus dat hij 's nachts, tussen de 18e en 19e juli laatstleden, omtrent twaalf uur, door Joseph Petit, die op zijn deur had geklopt, verzocht is geworden om sekeren acker koren te helpen afmajen, gelegen in de grooten clamptienden ontrent den Wintmolen. En dat hij, Joseph Petit, schoonzoon van Peeter Guns, bij zich had, twee paarden en karren. Hij comparant, is uit zijn bed opgestaan en heeft met Tomas, de knecht van Peeter Guns, het koren gemaaid, waarmee zij tegen de morgen klaar waren. Hij heeft later gehoord dat het koren door de knecht, laat in de middag of 's avonds van dezelfde dag van dien akker is weggebracht.

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 210 verso; 28-10-1723:
Aart Hendrix Verhees verklaart ter instantie van Martinus Janssen Paulus dat Joseph Petit, zijnde de schoonzoon van Peeter Guns, 's nachts tussen de 18e en 19e juli laatstleden heeft geroepen aan zijn, comparants, deur, waarop hij, comparant, met zijn vrouw en gehele gezin te bedde liggende, is opgestaan en aan de deur gevonden, Joseph Petit, met Tomas, de knecht van Peeter Guns en nog twee vrouwspersonen, bij hen hebbende twee karren en twee paarden. Petit heeft hem daarop gevraagd of hij met zijn knecht, met name Joost Hendrick Tielen, aanstonts wilde helpen een akker koren, gelegen bij de Wintmolen en horende onder de groote klamptiende wilde afmaaien. Aan dit verzoek heeft hij voldaan en is samen met met Joost Hendrick Tielen, Tomas, de knecht van Peeter Guns, de twee vrouwen en Joseph Petit naar de voorschreven akker gegaan ende de handen aanstonts aant werck geslagen en dien acker afgemeyt. Tegen het aanbreken van de dag waren zij daarmee klaar. Comparant heeft later, door geloofbare getuigen horen zeggen dat dit koren met paard, kar was afgevoerd, door de knecht van Peeter Guns.

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 241; 21-04-1724:
Jan Peeters van Bussel, 33 jaar, verklaart ter instantie van Martinus Jansse Paulus dat, op 19 juli 1723, de comparant en Martinus Jansse Paulus, omtrent 12 uur 's middags, in de herberg van Michiel van de Cruys geweest zijn en daar gezien hebben seker vrouwspersoon, doch niet te weten of het de meyt was van Peeter Guns, te Maarheese, ofwel dat zij was in sijnen arbeyt die daar openlijk zei: "Dat sij seker koren, tgeene des snagts of vroeg in de morgenstont was afgemeyt, hat helpen bynde, ten versoecke van Peeter Guns of sijn vrouw, staande op eenen acker gelegen, alhier, aan den Corenwintmolen". En voegende zij meyt of arbeytster daar aan toe: "En Peeter Guns salt koren oock laten weghalen". Hij verklaart verder dat hij met Martinus Jan Paulus is gegaan naar het huis van Martinus en dat op dezelfde middag, tussen twee en half drie, daar is gekomen Juffrouw Odilia van der Weerden, de vrouw van Peeter Guns en die tegen Martinus Jan Paulus zei: "Dat hij den acker koren soude comen tienden, die daar, ontrent de Molen, is afgemeyt". Waarop Martinus antwoordde: "Als 't tiendbaar is gemaakt, soo sal ik 't op behoorlijcken tijt comen tienden en anders niet". Comparant voegt er verder aan toe, dat hij, rond drie uur in de midddag, nog steeds in gezelschap van Martinus Jan Paulus, nog gehoord en gezien heeft datPeeter Guns, desselfs vrouw of imant uyt sijnen naam, eerder of anders als voorschreven, heeft versogt gehat van hem eenig koren te comen tiende. Hij verklaart verder dat hij, op 19 juli 1723, heeft horen zeggen dat Peeter Guns, of wel door zijn order, met zijn paard en kar, knecht en arbeiders, in den avond, het koren van den akker heeft laten afvoeren.

Met de betaling van het tiendrecht van de tiende bij Ostade heeft Martinus Jan Paulus problemen en moet het uiteindelijk weer verkopen:

Asten Rechterlijk Archief 27 folio 74; 10-05-1734:
Otto van de Boer, coopman, te Eyndhoven, aanlegger contra Martinus Janssen Paulus, gedaagde.
Wijlen Dirck de Laure, gewoond hebbende te Eyndhoven, heeft op 13-06-1711, voor schepenen Helmont, een lening afgesloten bij de weduwe Hendrik van den Boer ƒ 400,- à 6%. Bij prompte betaling à 4%. De obligatie is de aanlegger ten deel gevallen in mindering van de koopsom van een tiende door de Laure aan gedaagde verkocht op 01-02-1715. Gedaagde heeft verscheidene jaren de intrest betaald. Op 20-09-1733 is de geloofte opgezegd. Waarbij gedaagde gehouden was aan eiser te voldoen ƒ 400,- met 5 jaar intrest. Aanlegger vraagt om te mogen executeren. Dit wordt toegestaan.

Asten Rechterlijk Archief 94 folio 57 verso; 04-04-1735:
Martinus Jan Paulus verkoopt aan Otto van den Boer, te Eyndhoven zijn aandeel in een klamptiende de Braeselsetiende rijdende tegen het Gemene Land en Beresteyn. Hem, verkoper, aangekomen bij koop van de Lauw, te Eyndhoven. Betaald zal worden met een obligatie van ƒ 400,- ten laste van Hendrick de Louw schepenen de dato 13-06-1711 en de verkoper, in 1715, in mindering van zijn koopsom tot zijn last overgenomen met de verlopen intrest van 7 jaar en de verdere kosten. De transportant reserveert een lostijd van 8 jaar voor de gelijke som als hij, koper, daarvoor betaald zou worden. Zie vonnis Asten de dato 10-05-1734 ten laste van de transportant. Belast met 5 cop rogge per jaar in een meerdere rente van 12 vat rogge per jaar Peelse maat aan Hendrik de Kempenaar, rentmeester van de Geestelijke Goederen, te 's Hertogenbosch. Koopsom ƒ 550,-.

Petronella Creemers is op 11-07-1729 te Asten overleden en ook bij compagnon Joost Jan Hoefnagels heeft Martinus Jan Paulus nog schulden openstaan:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-10-1734:
Joost Jan Hoefnagels, coopman, aanlegger contra Martinus Jan Paulus, coopman, gedaagde.
Aanlegger en gedaagde hebben, op 22-02-1734, hun coopmanschap ontbonden. Waarbij gedaagde ƒ 95,- is schuldig gebleven te betalen binnen vier maanden. Tot nu toe is hij in gebreke gebleven. Reden tot dagement.

Catharine Marie van Eijck, weduwe van Hendrick Aelbert van Dongelbergen (zie Busselseweg 7), daagt Martinus Jan Paulus voor het niet betalen van geleverde rogge:

Asten Rechterlijk Archief 14 folio 369; 28-03-1735:
Mevrouw Catherine Marie van Eyck, douariere van Dongelbergen, te Blarthem, aanlegster contra Martinus Jan Paulus, gedaagde.

Asten Rechterlijk Archief 27 folio 80; 20-06-1735:
Aan Heren Schepenen, gezien het request vanwege Mevrouw Catherine Marie van Eyck, baronnes douariere de Dongelbergen, te Blaertem van 28-03-1735 contra Martinus Jan Paulus., gedaagde. Conclusie gedaagde moet worden opgelegd om te voldoen ƒ 71-5-0 wegens gekochte en geleverde rogge. 

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 28-10-1735:
Mevrouw Catherine Marie van Eyk, Baronesse, Douariere de Dongelbergen, te Blaerthem, aanlegster contra Martinus Jan Paulus, gedaagde. Gedaagde heeft, op 06-02-1726, van wijlen aanlegsters man 100 vat rogge gekocht à 14 stuiver per vat zijnde ƒ 71-5-0. Tot nu toe is betaling achterwege gebleven, ondanks menigvuldige verzoeken. Reden om hem te dagen.

Martinus Jan Paulus heeft een geschil met Jan Jansen van Dijk (zie Voormalig huis G783) met betrekking tot pacht van een klamptiende van Philippus Carolus van Dongelbergen (zie Busselseweg 7):

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 14-11-1735:
Martinus Jan Paulus, aanlegger contra Jan Jansen van Dijk, gedaagde. Gedaagde en aanlegger hebben, in 1725, een clamptiende, behorende aan Heer Philippus Carolus van Dongelbergen, te Blaerthem in pagt aengeslagen en opgevoerd. Gedaagde heeft het coren daervan geprovenieert ten sijnen huyse ontfangen en naar zijn welgevallen gebeneficieert en ten gelde gemaakt. Gedaagde is tot heden, ondanks veelvuldige aanmaningen en de verplichting daartoe, niet gekomen tot het overleggen van een behoorlijke rekening, bewijs en reliqua.

Bij de verpondingen van 1737 en in het huizenquohier over de periode 1736-1746 is Martinus Jan Paulus eigenaar en bewoner van het huis:

Verpondingen 1737 XIV-61 folio 212 verso:
Martinus Jan Paulus.
Huijs, hoff en aangelagh ½ lopense.

Jaar Eigenaar nummer 25 Dorp Bewoners nummer 25 Dorp
1736 Martinus Jan Paulus Martinus Jan Paulus
1741 Martinus Jan Paulus Martinus Jan Paulus
1746 Martinus Jan Paulus Martinus Jan Paulus

Martinus Jan Paulus komt daarna geregeld in het archief voor en meestal als gedaagde om een openstaande schuld te betalen:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 03-03-1738:
Jan Antony Smits, te Vlierden, aanlegger contra Martinus Jan Paulus, gedaagde.
Gedaagde heeft, in 1737, van aanlegger gekocht twee runderbeesten voor ƒ 57-10-00. Bij leverantie is echter maar betaald geworden ƒ 19-00-00. En twee jonge varkens ƒ 8-00-00. Totaal ƒ 27-00-00. De resterende ƒ 30-10-00 zijn tot nu toe niet bekomen kunnen worden

Uiteindelijk besluit Martinus Jan Paulus om iets van zijn bezit te verkopen:

Asten Rechterlijk Archief 154 folio 33; 28-12-1739:
Gezien het request van Martinus Jan Paulus, de dato 21-09-1739, waarin hij te kennen geeft dat hij weduwenaar is van Margriet Smits en tijden dit huwelijk verschillende goederen heeft aangekocht en dienaangaande ook verscheidene schulden heeft moeten maken en waarover hij al enige malen in rechten is aangesproken en nu weer opnieuw, waardoor hij voor een totaal ruin geschapen staat te worden.
Hij zou dit kunnen voorkomen, door van zijn vaste goederen voor een waarde van ƒ 200,- te mogen verkopen of te belasten en daarmee al zijn schulden en lasten betalen. Een en ander kan echter niet geschieden omdat er nog een onmondig kind in leven is van zijn dochter, verwekt bij zijn eerste vrouw. Hij verzoekt toestemming van het College.
Naschrift: Gehoord hebbende Jan Janse Paulus en Jan Jan Peter Smits, naaste bloetvrienden van het onmondige kind, welke ons adviseerden een en ander toe te staan. Hij zal mogen verkopen een gedeelte van een tiende sinds 10-04-1734, in belening aan Otto van den Boer, coopman, te Eyndhoven, om hiermee zijn schulden met van den Boer te vereffenen en van het overblijvende zijn overige schulden betalen.

Op zijn 60e vraagt Martinus Jan Paulus nog een paspoort aan:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 234 verso; 17-01-1741:
Paspoort voor Martinus Jan Paulus, van goeder naam en faam. Verzoeke hem te laten passeren en repasseren.

Martinus Jan Paulus is op 04-05-1750 te Asten overleden. De erfenis moet worden verdeeld en mede vanwege de vele schulden wordt besloten om de goederen te verkopen:

Asten Rechterlijk Archief 15 folio 333; 14-09-1750:
Gezien het request van de erfgenamen Martinus Jan Paulus van de volgende inhoud:
Jan Peter Smits als momboir over Jenneke, onmondig kintskind van Martinus Jan Paulus en Margrieta Peter Smits en Jan Janse Paulus als momboir over Pieter, minderjarige zoon van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers alsmede Johannes en Francis, meerderjarige zoons van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers. Dat Martinus Jan Paulus, in 1705, is getrouwd met Margrieta Peter Smits, deze is op 23-03-1718 overleden met achterlating van diverse vaste goederen tijdens het huwelijk aangekocht. Mede nalatende drie kinderen. Dat als toen de gehele nalatenschap was verstorven deze voor de ene helft naar de man was gegaan en voor de andere helft naar de drie kinderen. In het tweede huwelijk zijn echter twee van de drie kinderen, zonder kinderen na te laten, gestorven. Waardoor 2⁄3e deel van die helft aan de vader zijn toegekomen. Het overig 1⁄3e deel is gebleven op de moeder van Jenneke en nu haar toebehorende in plaats van haar overleden moeder.
Martinus Jan Paulus is zonder inventaris te maken in de boedel blijven zitten en in 1719 hertrouwd met Peternel Cremers. Hij heeft de goederen ingebracht die hij bezat en Peternel bracht ƒ 500,- in. Ook toen is geen inventaris gemaakt doch alles is gedaan in overleg met de naaste vrienden. Ondermeer dat de kinderen uit het eerste huwelijk te verwachten waren, na het overlijden van de ouders, gelijk op zouden delen alsof het kinderen uit een bedde waren. Er zijn wel huwelijkse voorwaarden opgemaakt doch deze zijn niet voltrokken alleen het hoofd en het eerste artikel is ingeschreven in het protocol. De tweede vrouw is in 1728 overleden haar man, drie kinderen en een voorkind nalatende. De boedel was in staat als voren. Op 06-05-1750 is Martinus Jan Paulus overleden. Hij heeft altijd in de onverdeelde en ongeinventariseerde boedel gezeten.
Hij heeft in zijn tweede huwelijk ook enige goederen aangekocht en in het eerste huwelijk verkregen goederen weer verkocht. Gedurende de tijd van het tweede huwelijk en daarna zijn vele personele schulden gemaakt, mogelijk ƒ 1000,-. Er is echter met geen mogelijkheid een nette staat vanaf 1705 van de nalatenschap te formeren. Er bevonden zich onder andere in een huis, land en groes in het Dorp, een huis, land en groes op Voordeldonk. Om niemand te benadelen wordt voorgesteld om alle goederen, gekomen van hun ouders, te verkopen, daaruit zodra mogelijk de schulden te betalen en dan te accorderen over het restant van de opbrengst.
Naschrift: Het College is accoord, met dien verstande, dat Jenneke, het kindskind uit het eerste huwelijk pretens zal worden voor alle anderen.

Asten Rechterlijk Archief 15 folio 345; 09-11-1750:
Gezien het request van Jan Peeter Smits, als momboir over Jenneke kindskind van Martinus Jan Paulus en Margrieta Peter Smits:
Ingevolge decreet de dato 14-09-1740 zijn, publiek, verkocht alle onroerende goederen gekomen van Martinus Jan Paulus, zowel uit eerste als tweede huwelijk. De opbrengst heeft bedragen ƒ 1410,-. De schulden zullen echter meer bedragen dan de opbrengst. Het kindskind zou echter na regten toekomen van haar grootmoeder 1⁄3e deel van de helft uit de boedel zoals die was op 23-03-1718, bij het overlijden van de grootmoeder.
Bij het hertrouwen, in 1719, is ook geen inventaris gemaakt en zouden de kinderen uit eerste en tweede huwelijk als een worden beschouwd. Dit is echter nooit geprotocolleerd. Indien nu alles gedaan zou worden, als toen besproken, dan zou Jenneke niets ontvangen. In overleg met de drossard en Johannes en Francis, zonen van Martinus Janssen, uit het tweede huwelijk, halve broeders van Jenneke, is overeengekomen dat zij zullen betalen ƒ 200,- aan Jenneke en verder alle kosten van de nalatenschap op zich zullen nemen. Was getekend Jan Smits, Francis Martinus Jansen, Jan Janse Paulus. Naschrift: Het college stemt toe mits de ƒ 200,- op goede intrest wordt gezet.

Asten Rechterlijk Archief 96 folio 191 verso; 19-11-1750:
Jan Peter Smits, momboir over Jenneke, onmondige dochter van Matijs Jansen getrouwd geweest met Jennemie Martinusse en een kleinkind van Martinus Jan Paulus en Margrieta Peter Smits alsmede Jan Janse Paulus, momboir over Pieter, onmondige zoon van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers alsmede Johannes en Francis, zoons van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers. Zij verkopen aan Johannes Martinus Jansen huis, schuur, stal en hof in het Dorp ½ lopense, ene zijde weduwe Antoni de Kuyper, andere zijde en einden de straat Verponding ƒ 1-2-0 per jaar
Land in de Beckers 1 lopense Verponding ƒ 0-6-0 per jaar Bede ƒ 0-5-0 per jaar
Land het Neutje 1½ lopense Verponding ƒ 0-12-0 per jaar Bede ƒ 0-07-0 per jaar
Land op en in den Berg 3 lopense Verponding ƒ 0-18-0 per jaar Bede ƒ 0-15-0 per jaar
Land agter Jan Liesen 1½ lopense Verponding ƒ 0-4-00 per jaar Bede ƒ 0-3-12 per jaar
Land het Venneke 3 copse Verponding ƒ 0-4-0 per jaar
Land tusschen de Weegen 2½ lopense Verponding ƒ 0-15-0 per jaar Bede ƒ 0-12-8 per jaar
Groes Jan de Muldersdries 4 lopense.
Belast met ƒ 5-00-0 per jaar aan het Gemene Land; ƒ 1-10-0 per jaar aan het Gemene Land. Verponding ƒ 1-10-0 per jaar. Koopsom ƒ 890,-.
Nog wordt aan Johannes Martinus Jansen verkocht huis, hof, aangelag, groes en land 5 lopense, ene zijde Joost van Hugten, andere zijde Hendrik Aarts, ene einde de straat, andere einde een drieske.
Drieske bij het huis Verponding ƒ 1-16-10 per jaar Bede ƒ 0-17-12 per jaar
Groes / land het Wortelveltje 1 lopense Verponding ƒ 0-6-0 per jaar
Groes / land het Heytvelt 2 lopense
Groes over de straat ½ lopense Verponding ƒ 0-6-0 per jaar
Land de Reuseman 3 lopense Verponding ƒ 0-16-0 per jaar Bede ƒ 0-15-0 per jaar
Groes het Hoyvelt Verponding ƒ 0-18-0 per jaar
Koopsom ƒ 382,-.
Nog koopt Johannes Martinus Jansen:
Land agter het Clooster 1 lopense 3 copse Verponding ƒ 0-9-0 per jaar Bede ƒ 0-7-8 per jaar
Groes te Ommel 2½ lopense Verponding ƒ 1-4-0 per jaar
Koopsom ƒ 138,-.
Totale koopsom bedraagt ƒ 1410,-

De koper van het huis, Johannes Martinus Jansen, is vrijwel zeker zijn oudste zoon, geboren te Asten op 14-01-1720. Hij is op 15-11-1750 te Asten getrouwd met Catharina Goort Loomans, geboren te Asten op 07-01-1726 als dochter van Godefridus Loomans en Maria Manders (zie Molenweg 23):

02

Het gezin van Johannes Martinus Jansen en Catharina Goort Loomans:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Petronilla Asten 31-08-1751 Asten 10-01-1773
Godefridus Johannes Sauvé
Asten 20-10-1828 zie Voormalig huis G521
2 Wilhelmus Asten 13-09-1753 Wuustwezel (B)
3 Anna Catharina Asten 28-05-1755 ±1781
Gerardus Vermeulen
zie Voormalig huis G521
later wonend in Bree (B)

Bij de verpondingen van 1754 en in het huizenquohier over de periode 1751-1771 staat het huis op naam van Johannes Martinus Jansen. Hij woont zelf in een ander huis in het dorp (zie Voormalig huis G521) en verhuurt het huis aan derden:

Verpondingen 1754 XIV-63 folio 265:
Johannes Martinus Jansen.
Nummer 25 huijs en hoff bij de kerk 1½ lopense.

Jaar Eigenaar nummer 25 Dorp Bewoners nummer 25 Dorp
1751 Johannes Martinus Jansen Wilbert Aart Koppens
1756 Johannes Martinus Jansen Paulus van Gerven en Helena Aart Tielen
1761 Johannes Martinus Jansen Paulus van Gerven en Francis van Hoek
1766 Johannes Jansen en sijn kinderen Paulus van Gerven en Peter Wagemans
1771 Johannes Jansen weduwe Paulus van Gerven in de camer weduwe Francis van den Broek
1776 kinderen Johannes Jansen Hendricus Verheijen en Francis van den Broek

Het gezin van Paulus Mathijs van Gerven, geboren te Asten op 15-11-1721 als zoon van Mathys Willems van Gerven en Theodora Teunis, heeft het langst in dit huis gewoond. Hij is op 19-10-1749 getrouwd met Josijna Antoni Verhindert, geboren te Asten op 12-02-1722 als dochter van Antonius Jansen Verhindert en Johanna Hendrick van Helmont (zie Behelp 1):

03

Het gezin van Paulus Mathijs van Gerven en Josijna Antoni Verhindert:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johanna Asten 06-10-1750 Ongehuwd Asten 21-12-1779
2 Matthias Asten 23-05-1752 Kind Asten 29-03-1755
3 Anna Maria Asten 13-02-1754 Kind Asten 14-08-1754
4 Theodorus Asten 11-05-1756
5 Anna Maria Asten 07-05-1758 Kind Asten ±1758
6 Theodora Asten 23-02-1763 Kind Asten 09-09-1779
7 Anna Maria Asten 23-06-1766

Paulus Mathijs van Gerven is op 15-07-1771 te Asten overleden en Josijna Antoni Verhindert wordt beboet voor brandgevaar:

Asten Rechterlijk Archief 24 folio 139 verso; 19-07-1773:
Den drost, aanlegger contra de weduwe Paulus van Gerwen, gedaagde. Gedaagde heeft te betalen ƒ 1-5-0 omdat zij, op 18-05-1773, door de schutter  is bevonden des avons met een brandende lamp bij het stroy in de stal te gaan.

Josijna Antoni Verhindert is op 01-10-1779 te Asten overleden.

Catharina Goort Loomans is op 01-06-1755 te Asten overleden en eigenaar Johannes Martinus Jansen is te Asten op 19-01-1776 overleden. Daarna wordt de erfenis geïnventariseerd, verdeeld en verkocht:

Asten Rechterlijk Archief 28 folio 95; 29-05-1776:
Gezien het request van Peter Verberne, te Eyndhoven en Antoni Lomans, voogden over Willem en Catrina, onmondige kinderen van wijlen Johannes Jansen en Catrina Lomans. Zij hebben de nalatenschap, samen met Godefridus Sauve getrouwd met Peternella, de zuster van de onmondigen, nagezien. Deze bestaat uit twee huizen, land en groes.
De huisraad is provisioneel verdeeld om voor de onmondigen te bewaren en omdat Godefridus zijn aandeel zelf nodig had. Johannes Jansen heeft enige jaren met beesten, als anders, koopmanschap gedreven en de supplianten hebben onderzocht of ter dezer zake nog geld te ontvangen zou zijn. Zij hebben dit niet bevonden. Ook is in de boedel geen geld gevonden, wel schulden, voor meer dan ƒ 1000,-.
De overledene kon niet schrijven zodat ook geen schuldboek of aantekeningen zijn gevonden wat ten voordele of nadele van de boedel staat. Ook zijn alle pretenties ten laste van de boedel nog niet ontvangen. Om voorschreven redenen is de inventaris nog niet gepasseert kunnen worden. Omdat de supplianten geld nodig hebben om de schulden te betalen stellen zij voor om het huis, land en groes bewoond door Hendricus Verheyen te verkopen. Godefridus Sauve en zijn vrouw, zijn hiertoe ook genegen evenals de naaste vrienden, Francis Jansen, Goort en Pieter Lomans. Zij verzoeken om toestemming. Naschrift: Fiat.

Asten Rechterlijk Archief 124 folio 83 verso; 14-05-1776:
Inventaris opgemaakt door Pieter Verberne, te Eyndhoven en Antonis Lomans, als voogden van Willem en Catrina, onmondige kinderen wijlen Johannes Jansen en Catrina Lomans. De inventaris is mede opgemaakt door Godefridus Sauve, chirurgijn getrouwd met Peternella Janse, zuster van de onmondigen. Ieder is voor 1⁄3e deel erfgenaam.
Vaste goederen: huis, schuur, stal en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Francis van Hout cum suis, andere zijde weduwe Michiel Coolen cum suis, ene andere einde de straten; huis en hof aan de Kerk 1 lopense gelegen aan de straten; land den langen Logtenacker; land den Cantersacker 2 lopense; land op de Logten 1 lopense 40 roede; land op de Logte 3 lopense; hooiveld aan het Laarbroek 6 lopense; groes het Berglinder 1½ lopense; den grooten Heesacker 3 lopense 40 roede; het Fransmansvelt 4 lopense; land den Heesacker 2 lopense; den Dries neven de straat en Pastorye 2 lopense; groes Peer Jan Aartsvelt 1½ lopense; land in de Beckers 1 lopense; land het Neutje 2 lopense; een akker op en in den Berg 5 lopense; land agter Jan Liesen 2 lopense; den Langenacker tusschen de Weege 2½ lopense; land het Venneke 3 copse; groes Mie Koolevelt int Root 4 lopense; groes Cantersvelt int root 4 lopense; den Rootsenbeemt 3 lopense; groes in de Engelsebeemden 2½ lopense; land agter het Clooster te Ommel 1½ lopense.
Roerende goederen: zeer veel, maakt rijke indruk. Fridus Sauve had zijn aandeel voor zichzelf zeer nodig en de onmondige kinderen al vroeger verzocht om niet te verkopen het is nu in drie delen verdeeld. Vijf bedden, 35 lakens, 33 servetten, 14 handdoeken, 51 en 41 el linnen, 33 borden, 19 schotels, tin- en aardewerk, pinten en kommetjes, koperwerk, diverse ketels, kandelaars, lantaarns, comforen, ijzerwerk, vuurgereedschap, ketels, pannen, porcelein, Delfts aardewerk, houtwerk, 13 stoelen, een paardezadel, dekklederen, huishorloge.
Uitstaande gelden: een obligatie ten laste van de weduwe Jan Aart Smits de dato 10-12-1761 Asten ƒ 475-00-00, intrest ƒ 15-00-00; nog idem ten laste van Peter Hoeben ƒ 200-00-00, intrest ƒ 7-00-00; huurgelden van Hendrik Verheyen ƒ 43-12-00 en 56 vat rogge; een obligatie ten laste van Antonius van Bree ƒ 100-00-00. Totaal ƒ 840-12-00.
Schulden: ten laste van de boedel Jan Verberne, als timmerman ƒ 21-03-08; Joost Buckums, als voerman ƒ 4-10-00; Antoni Lomans, wegens geleverd brood ƒ 40-4-8 heeft daarop ontvangen van Peter Hoeben ƒ 13-4-0 resterend ƒ 27-00-08; Francis van de Loverbosch ƒ 13-08-00; Peter Roymans, te Venroy ƒ 9-03-02; Joseph Reyskey als kleermaker ƒ 9-02-00; Sporenberg, president, te Woensel ƒ 9-07-00; het borgemeestersboek van B. Losecaat ƒ 43-01-08; nog wegens verkochte goederen op Voordeldonk de dato 10-12-1761 ƒ 9-00-00; nog van transportjura 18-12-1770 ƒ 4-14-00; Francis Smits als borgemeester, 1769 ƒ 12-05-04; Antoni van Gog, te Someren, als timmerman ƒ 6-03-00; Jacobus Smits, als kuyper ƒ 2-16-00; Mattijs van Bussel, als brouwer en metselaar ƒ 17-05-00; Gijskens, te Venroy, wegens geleverde winkelwaren ƒ 78-16-00; Mevrouw Mielet, wegens geleverde wijn ƒ 17-10-00; Peter Lomans ƒ 90-06-02; Mattijs Herings als bakker ƒ 2-11-00; Gerrit van Riet als kleermaker ƒ 26-11-4 en van wijn ƒ 3-00-0 in totaal ƒ 29-11-04; Wilhelmus Bruynen, wegens geleverde winkelwaren ƒ 101-15-14; Antoni Fransen ƒ 33-14-08 en idem ƒ 190-08-04; weduwe Willem van den Eerenbeemt ƒ 2-00-00; Francis Hoefnagels ƒ 3-00-00; Jan Verkuylen ƒ 2-10-06; Casper Heus, als wever ƒ 7-11-00; kinderen Verhoysen ƒ 86-17-00 er is echter door Johannes Jansen hop en tarwe aan hen geleverd ƒ86-17-00; Goort Lomans, mulder, grootvader van de onmondige kinderen moet ook nog afgerekend worden. Totaal ƒ 835-19-14.

Het huis is verkocht aan Margaretha Johannes Smits, die sinds het overlijden van haar man, Petrus Troeyen, in haar geboorteplaats Asten is komen wonen:

Asten Rechterlijk Archief 100 folio 72 verso; 30-11-1776:
Peter Verberne, te Eyndhoven en Antoni Lomans, voogden over Willem en Catarina, onmondige kinderen van wijlen Johannes Jansen getrouwd geweest met Catarina Lomans, Godefridus Sauve getrouwd met Petronella Jansen.
Zij verkopen aan Margrita Smits, weduwe Peter Troeyen huis, schuur, stal en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Lillie, andere zijde en einden de straten; een hoekje in den Berg agter Francis Verberne 1 copse. Koopsom ƒ 325,-.

Petrus Troeyen is geboren te Weert op 30-09-1706 als zoon van Petrus Truijen en Catharina van Halen. Hij is op 27-09-1739 te Weert getrouwd met Maria Margaretha Johannes Smits, geboren te Asten op 14-01-1712 als dochter van Johannes Smits en Sophia Franciscus van de Cruys (zie Voormalig huis G481):

Petrus Truijens emissis tribus proclamationibus matrimonium contraxit cum Maria Margareta Smits; testes Henricus Scheerders et Elisabeth Truijens.

Petrus Truijens gaat na drie huwelijkse proclamaties een huwelijk aan met Maria Margareta Smits; getuigen Henricus Scheerders en Elisabeth Truijens.

04

Het gezin van Petrus Troeyen en Margaretha Johannes Smits:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Mathias Weert 21-10-1740 Kind Someren 01-09-1745
2 Margaretha Weert 19-05-1741 Ongehuwd Asten 14-11-1779
3 Catharina Weert 07-02-1742 Nederweert 23-11-1783
Jacobus van de Goor
Asten 15-10-1815
4 Sophia Weert 02-12-1743 Kind Weert ±1743
5 Mathias Someren 09-02-1746 Kind Someren 11-04-1746
6 Johannes Someren 07-03-1747 Ongehuwd Someren 26-05-1811
7 Sophia Someren 09-10-1748 Kind Someren 27-01-1749
8 Petrus Someren 09-02-1750 Asten 10-09-1780
Wilhelmina J Verberne
Asten 13-09-1801
Francisca van Deursen
Asten 17-08-1805

Petrus Troeyen is op 28-05-1752 te Someren overleden en Margaretha Smits is op 13-10-1779 te Asten overleden. Dochter Catharina verkoopt haar erfdeel aan haar broer Pieter:

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 60; 11-05-1784:
Jacobus van de Goor en Catarina Troeyen, te Nederweert, verkopen aan Pieter Troeyen ⅓e deel onverdeeld in een huis, schuur, stal en hof in het Dorp 1 lopense.

Johannes Troeijen verkoopt daarna zijn deel aan zijn broer Pieter, die dan de hele erfenis bezit:

Asten Rechterlijk Archief 127 folio 84; 18-02-1792:
Pieter Troeyen en Jan Troeyen, gebroeders, wonende bij elkaar. Zij bezitten beiden, voor respectievelijk ⅔e deel en ⅓e deel een huis, schuur, stal en enige percelen land en groes.
1e lot krijgt Pieter Troeyen ⅔e deel in de hierna te noemen goederen en waarvan het overig 1⁄3e deel aan de condivident in deze bij transport op 11-05-1784 alhier, aangekomen is 2⁄3e deel in een huis, schuur, stal, en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Lilly, andere zijde en einden de straat; 2⁄3e deel in een akker den Berg 3 lopense; 2⁄3e deel in de Laarbroekseakker 3 lopense; 2⁄3e deel in de Keskesakker 1 lopense; 2⁄3e deel in een groesveld Stegensvelt 2 lopense; 2⁄3e deel in een akker de Roetert 1 lopense; 2⁄3e deel in een groesvelt de Pas ½ lopense. De verkrijger van dit lot zal aan het 2e lot uitkeren ƒ 350,- op aanvraag te betalen in de tijd dat deze som niet uitgekeerd is zal de ontvanger van het 2e lot in kost, drank, logement onderhouden worden.
2e lot krijgt Jan Troeyen ƒ 350,-.

Zoon Petrus Troeijen is geboren te Someren op 09-02-1750 en op 10-09-1780 te Asten getrouwd met Wilhelmina Jansen Verberne, geboren te Asten op 27-10-1752 als dochter van Johannes Verberne en Margaretha Bonaventura Loomans (zie Voormalig huis G857). Wilhelmina Jansen Verberne is op 15-04-1797 te Asten overleden en Petrus Troeijen is op 13-09-1801 te Asten hertrouwd met Francisca van Deursen, geboren te Deurne op 18-10-1760 als dochter van Antonius van Deursen en Petronella van Heugten. Uit dit laatste huwelijk zijn geen kinderen bekend:

05

Het gezin van Petrus Troeyen en Wilhelmina Jansen Verberne:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Petrus Asten 23-07-1781 Kind Asten 15-10-1781
2 Maria Margaretha Asten 29-12-1782 Ammerzoden 18-11-1812
Laurens van Erp
Hedel 27-05-1860
3 Johannes Asten 09-05-1784 Helvoirt 07-06-1820
Petronella Sprong
Boxtel 20-04-1847
4 Petrus Asten 17-11-1786 Kind Asten 04-03-1787
5 Petronella Asten 05-12-1787 Kind Asten 04-02-1788
6 Petronella Asten 28-03-1790 Kind Asten 09-04-1791
7 Petronella Asten 22-07-1791 Waalwijk 07-05-1829
Dionisius van Iersel
Besoijen 17-11-1870

Voor zijn tweede huwelijk moet Petrus Troeijen nog een staat en inventaris opmaken:

Asten Rechterlijk Archief 130 folio 81; 29-08-1801:
Staat en inventaris opgemaakt door Pieter Troeyen weduwnaar van Willemina Verberne ten behoeve van zijn drie kinderen met name Margo, Johannis en Petronella. Hij wil hertrouwen met Francyna van Deursen.
Onroerende goederen: een huis en hof in het Dorp ½ lopense, ene zijde Lilly; land 3 lopense; land Laarbroekseakker 3 lopense; land Keskesakker 1 lopense; groes Steegensvelt 2 lopense; groes de Pas ½ lopense; land den Appert in den Wolfsberg 1 lopense; land de Venakker 2 lopense; land Pastoryakker 2 lopense; groes het Ven 2 lopense; groes het Venneke ½ lopense; groes de Haaseldonk 2 lopense; groes het Eeusel 3½ lopense; land den akker agter de Pastory 1 lopense 1 roede.
Roerende goederen: drie bedden met toebehoren, een ledikant, twee kasten, vier tafels, zeven stoelen, een kist, diverse ketels, enige pannen, divers tin, een spiegel, vuurgerei, een staande koperen lamp, diverse schotels en borden, twee spinnewielen
Kuipersgereedschap: 30 ijzeren banden, vijf deestels, twee bijlen, twee schaafbanken, een draaibank en vier beitels, een trekschaaf, een handschaaf, twee kromschaven, twee snijmessen, een boodemmes, twee pessers, een handzaag, drie boren, twee ijzeren hamers, een trektang.
Schulden: de vaste goederen zijn belast met ƒ 350,- aan Jan Troeyen, zijn broeder, ƒ 100,- aan Jan Bruystens, ƒ 300,- aan Goort Verberne, ƒ 25,- aan de erven Jacobus Losecaat, ƒ 100,- aan Anthony Loomans, ƒ 100,- aan Theodorus Sengers en ƒ 150,- aan Joost van Hugten.

Petrus Troeijen verkoopt een deel van zijn land voor ƒ 1050,- en een deel van een huis toebehorende aan zijn tweede vrouw om de schulden af te lossen:

Asten Rechterlijk Archief 105 folio 35; 21-12-1801
Pieter Troeyen getrouwd met Francyna van Deursen verkoopt aan Mathijs Pieter Slaats zijn aandeel als nomen uxoris in een huis aan de Arendonkse Brug, nevens de limieten van Deurne, met zijn aandeel in land en groes 38 lopense 18 roede. Waarvan het ¼e deel aan Andries Kortoms nomen uxoris toekomt deling de dato 11-08-1794. Belast voor dit aandeel en dat van Marten van Deursen met een scabinale gelofte aan Adriaan van Duuren van ƒ 300,-. Koopsom ƒ 550,-.

Om zijn schuldenaren van geld te voorzien verhuurt Petrus Troeijens zelfs zijn huis en gaat in de werkplaats wonen:

Asten Rechterlijk Archief 130 folio 176 verso; 04-02-1802:
Pieter Troeyen geeft in huur aan Jan Francis Verberne het voorhuis, met de kamer, opkamer, klein kamertje, kelder en de goot met den hof tot de hoek van het huis. Blijvende het achterste deel van het huis, te weten het werkhuis met het overig deel van de hof voor de verhuurder; een deel van den Berg bij Anthony Timmermans en het gebruik van het veld, gelegen in de Cremerij. Huurtermijn 4 jaar. Huursom ƒ 40,- per jaar plus twee pond goede rooktabak per jaar. De huurder zal gehouden zijn tot reparatie van het werkhuis te betalen ƒ 20,- teneinde dit bewoonbaar te maken.

Het huizenquohier over de periode 1781-1803 geeft samen met de verpondingen van 1810 de bewoningsgeschiedenis van het huis rond 1800 goed weer:

Jaar Eigenaar nummer 25 Dorp Bewoners nummer 25 Dorp
1781 Pieter, Jan en Catarina Troeijen Jan, Pieter en Catarina Troeijen
1798 Pieter en JanTroeijen Dirk Leenen
1803 Pieter Troijen Pieter Troijen en Jan Frans Verberne

Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 184 verso:
Kinderen en erven bij versterf 1805 van.
Pieter Troeijen bij transport 18-02-1792.
Jan en Pieter Troeijen, Jan ⅓ Pieter ⅔.
Kantlijn: bij transport 28-12-1805 van folio 184.
Nummer 25 huijs en hof bij de kerk 1 lopense.

Petrus Troeijen is op 17-08-1805 te Asten overleden en zijn tweede echtgenote, Francisca van Deursen, verkoopt het huis aan Jan Mathijs van den Eynden, het resterende land wordt verkocht voor ƒ 1127,-, zodat slechts een beperkte schuld overblijft:

Asten Rechterlijk Archief 153; 11-08-1805:
Aan het College, Joost van Hugten en Jacobus van Hugten, als voogden over de minderjarige kinderen van Pieter Troeyen en Willemijn Verberne, beiden overleden. Dat ingevolge Costuyme Locaal de nalatenschap voor 3⁄4e deel op de kinderen in deze en voor 1⁄4e deel op Francyna van Deursen, tweede vrouw, nu weduwe van Pieter Troeyen, is verstorven. Ingevolge een publicatie, waarin eenieder die iets te vorderen of te betalen had aan de boedel daarvan melding kon komen doen. Het gevolg van een en ander is geweest dat er een schuld overblijft van ƒ 1707.-.
De vaste goederen zijn verhuurd en de huur is bij vooruitbetaling voldaan. Er is geen geld om de merkelijke reparatie aan het huis te voldoen en de lands- en dorpslasten hiervan te betalen. Supplianten verzoeken Uw toestemming om de goederen te mogen veilen dit omdat het notoir is dat de schulden veel groter zijn dan de waarde. Marge: Fiat.

Asten Rechterlijk Archief 106 folio 78 verso; 28-12-1805:
Francisca van Deursen weduwe van Pieter Troeyen en Joost van Hugten en Jacobus van Hugten, als momboiren over de onmondige kinderen van Pieter Troeyen en Willemyna Verberne, beiden overleden. Zij verkopen aan Jan Mattijs van den Eynden een huis en hof bij de grote kerk, ene zijde Lilly, andere zijde de straat.
Met de last om volgens transport op 11-05-1784 dat wanneer het mocht gebeuren dat Catharina Troeyen gehuwd met Jacobus van de Goor langer mocht leven dan haar man zij vrij zal mogen wonen in de kamer van het huis en de hof mede hebben tot de put. Koopsom ƒ 500,-.

Francisca van Deursen is op 07-02-1808 te Asten hertrouwd met Adam van de Kerkhof (zie Voormalig huis G618) en te Asten op 08-03-1830 overleden.

Johannes Mathijs van den Eynde is geboren te Deurne op 11-12-1742 als zoon van Mathias Willems van den Eynde en Petronella Joannis van Loon. Hij is op 22-01-1769 te Asten getrouwd met Johanna Maria Francis van den Eerenbeemt, geboren te Asten op 16-01-1747 als dochter van Franciscus Willems van den Eerenbeemt en Margaretha Lindert van Heugten (zie Voormalig huis G506):

06

Het gezin van Johannes Mathijs van den Eynde en Johanna Maria Francis van den Eerenbeemt:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Petrus Asten 13-05-1769 Asten 08-05-1803
Joanna Maria van Bussel
Asten 13-03-1835
2 Johannes Asten 24-06-1771 Asten 08-05-1803
Anna Maria Laanen
Asten 10-09-1813
Johanna Maria Kuipers
Asten 26-01-1850
3 Mathias Asten 13-07-1773 Kind Asten 12-01-1781
4 Helena Asten 04-12-1774 Someren 04-03-1810
Josephus Petrus Maas
Someren 17-04-1814
5 Anna Asten 23-05-1777 Kind Asten 04-10-1779
6 Henrica Asten 01-10-1779 Nederweert 05-09-1807
Joseph Kanters
Asten 26-01-1830
7 Mathias Asten 08-10-1782 Asten 13-05-1810
Maria Jan Verheijen
Asten 02-07-1812

Johannes Mathijs van den Eynde is op 17-02-1799 te Asten overleden en Johanna Maria Francis van den Eerenbeemt is op 02-01-1817 te Asten overleden. Bij het kadaster van Asten staat het huis op naam van hun zoon Jan Jan van den Eijnde:

Kadaster 1811-1832; G570:
Huis en erf, groot 02 roede 52 el, het Derp, klassen 5.
Eigenaar: Jan Jan van den Eijnde.

07

08

Zoon Jan Jan van den Eijnden is geboren te Asten op 24-06-1771 en is op 08-05-1803 te Asten getrouwd met Anna Maria Michaelis Laanen, geboren te Nederweert op 13-01-1780 als dochter van Michiel Laenen en Elisabeth Lempens. Anna Maria Michaelis Laanen is op 03-07-1811 te Asten overleden en Jan Jan van den Eijnden is op 10-09-1813 te Asten hertrouwd met Johanna Maria Kuipers, geboren te Deurne op 07-12-1782 als dochter van Godefridus Andreae Kuipers en Johanna Petri Laurenssen.

09

De gezinnen van Jan Jan van den Eijnden met Anna Maria Michaelis Laanen en met Johanna Maria Kuipers:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johannes Asten 14-01-1804 Ongehuwd Asten 31-07-1824
2 Elisabetha Asten 20-02-1806 Kind Asten 26-07-1810
3 Margarita Asten 27-12-1807 Ongehuwd Asten 30-10-1831
4 Adrianus Asten 10-05-1810 Kind Asten 25-02-1811
5 Anna Maria* Asten 09-07-1814 Asten 14-09-1843
Petrus Jacobus van Tilburg
Helmond 04-02-1886
6 Gerardus* Asten 11-07-1817 Asten 27-04-1843
Petronella Leenen
Asten 31-03-1880
7 Matthias* Asten 01-12-1819 Ongehuwd Asten 02-03-1845
8 Anna Catharina* Asten 04-05-1822 Asten 06-11-1850
Hendrikus Schellings
Asten 05-02-1855

* kinderen uit het tweede huwelijk

Jan Jan van den Eijnden heeft rond 1820 het huis opnieuw opgebouwd en uitgebreid. Hij is te Asten op 26-01-1850 overleden en Johanna Maria Kuipers is te Asten op 26-03-1851 overleden.

Daarna gaat het huis over naar dochter Anna Catharina van den Eijnden, geboren op 04-05-1822 te Asten uit het tweede huwelijk. Zij is op 06-11-1850 te Asten getrouwd met Hendrikus Schellings, geboren te Dinther op 27-07-1819 als zoon van Willem Schellings en Adriana van Eenbergen. Na het overlijden van Anna Catharina van den Eijnden op 05-02-1850 is Hendrikus Schellings te Asten op 28-06-1856 als bakker hertrouwd met Maria van Dijk, geboren te Nuenen op 26-04-1821 als dochter van Antonie van Dijk en Cristina van Heerbeek. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 komen we het gezin van Hendrikus Schellings tegen op huizingnummer A139:

10

Hendrikus Schellings had in zijn huis ook een herberg en daar wordt de molen, die later bekend zou worden als 'Cuppens molen', te koop aangeboden, zoals te lezen is in de Tijd van 10-12-1866:

11

Hendrikus Schellings was president van de schuttersvereniging 'Landbouwersgenoegen' en dient hier samen met andere presidenten en de burgemeester een klacht in over het tournooi in Helmond in de Noord Brabanter van 07-09-1864:

12

Ook in de periode 1869-1879 woont het gezin in het huis met huizingnummer A207:

13

Hendrikus Schelling is op 30-01-1870 te Asten overleden en Maria van Dijk woont met het gezin ook over de periode 1879-1890 en in de periode 1890-1900 in het huis met kadasternummer G1519 en achtereenvolgens huizingnummer A209 en A219:

14

Hieronder uit de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-03-1884 en van 12-11-1889 de verkoop van een fabriek en huizen in de herberg van de weduwe Hendrikus Schellings:

15 16

Maria van Dijk is op 15-02-1894 te Asten overleden en haar dochter Antonia Catharina (Tonna) Schellings, geboren te Asten op 19-05-1860, neemt de zaak over. Zij woont over de periodes 1900-1910 en 1910-1920 als winkelierster met vele dienstknechten en dienstmeiden in het huis met kadasternummer G2046 en achtereenvolgens huizingnummer A233 en A254:

17

In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 19-03-1906 de verkoop van levertraan in de winkel van Antonia Catharina (Tonna) Schellings en in de Tilburgsche courant van 14-03-1913 is zij op zoek naar bakkersleerlingen:

18 19

Haar inwonende neef Hendricus Adrianus Schellings, geboren te Dinther op 03-01-1849 als zoon van Wilhelmus Schellings en Martha van Schijndel en ook nog pauselijk zouaaf geweest, komt plotseling op 17-03-1909 te Asten te overlijden, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-03-1909:

19a

Hieronder het bidprentje bij zijn overlijden met rechts daarvan het tenue van de pauselijke zouaven:

19b 19c

Antonia Catharina (Tonna) Schellings is ongehuwd op 28-06-1921 te Asten overleden en hieronder het bidprentje bij haar overlijden en rechts een foto met links de winkel van Tonna Schellings:

20 21

De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 02-07-1921 meldt haar positieve eigenschappen:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-10-1921 worden de winkel en verschillende huizen verkocht:

22

Het huis met dan kadasternummer G2273 komt in bezit van Henrica Catharina Isabella Leenen en de winkel is overgenomen door zus Johanna Maria Schellings, geboren te Asten op 25-03-1853 als dochter van Hendrikus Schellings en Anna Catharina van den Eijnden. Zij is op 20-07-1885 te Asten getrouwd met Petrus Johannes Leenen, geboren te Asten op 20-07-1885 als zoon van Hendrik Leenen en Johanna Maria Goossens en sinds zijn overlijden te Asten op 25-06-1905, weduwe. In de periode 1920-1930 wonen zij met hun gezin in het huis met huizingnummer A267, ook bekend staand als Julianastraat 1:

23

In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 25-07-1885 het huwelijk van Petrus Johannes Leenen en Johanna Maria Schellings. Maar ook broer Petrus Nicolaas Leenen was getrouwd met zus Johanna Adriana Schellings, zoals blijkt uit de advertentie in dagblad De Tijd van 21-07-1880:

24 25

Johanna Maria Schellings is op 16-09-1928 te Asten overleden. Hieronder de overlijdensakte van Peter Johannes Leenen en het bidprentje bij het overlijden van Johanna Maria Schellings:

26 27

Dochter Hendrica Catharina Isabella (Rica) Leenen, geboren te Asten op 15-06-1889 zet het winkelbedrijf voort en woont ook in de periode in het huis aan de Julianastraat 1:

28

In de Limburger koerier van 28-12-1935 wordt het huis door Hendrica Catharina Isabella Leenen te koop gezet:

28a

Hendrica Catharina Isabella (Rica) Leenen verhuist in 1936 naar het Liefdehuis en is op 18-06-1955 te Asten overleden.

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-06-1936 is de overgang van de winkel naar Willem van Horsen bij de kamer van koophandel te zien:

29 30

In een ander deel van het huis, waar ook de stallen en het magazijn zijn gevestigd, woont haar broer Carolus Johannes Leenen, geboren op 25-06-1892 te Asten. Hij is als boomkweker op 09-05-1922 te Asten getrouwd met Johanna Hendrika Josephina Gitsels, geboren te Asten op 07-03-1892 als dochter van Peter Antoon Gitsels en Sophia Aleida Nas.

31

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 02-07-1931 neemt Carolus Johannes Leenen het agentschap voor een verzekering over:

32

In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 05-05-1934 en 07-07-1934 wint zijn echtgenote Johanna Leenen prijzen bij het oplossen van de puzzels:

33 34

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-04-1935 en van 13-04-1935 de opheffing van de bierbrouwerij van Carolus Johannes Leenen en de verhuizing van de boomkwekerij naar de Burgemeester Frenckenstraat 9:

35 36

Zij verhuizen naar de Burgemeester Frenkenstraat (zie Burgemeester Frenckenstraat 49). Carolus Johannes Leenen is op 01-06-1962 te Rotterdam overleden en Johanna Hendrika Gitsels is op 09-10-1975 te Valkenswaard overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

37 38

Nog e nige tijd heeft ingewoond Johannes Eijsbouts, geboren te Asten op 02-12-1875 als zoon van Arnoldus Hubertus Eijsbouts en Maria Elisabeth Hoefnagels. Hij is als koperslager op 25-08-1908 te Helmond getrouwd met Maria Petronella Dorothea Claassen, geboren te Helmond op 29-09-1870 als dochter van Johannes Claassen en Maria Lucia Sanders. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Sint Jozefplein 13 (zie Sint Jozefplein 7) in het huis aan de Julianastraat 1 wonen:

Zij verhuizen terug naar hun huis aan de Prins Hendrikstraat 1 (zie Voormalig huis G2325) en de winkel, stallen en magazijn zijn overgenomen door Willem van Horssen, die vanuit de Kluisstraat 2 in Ommel naar de Julianastraat 1 te Asten is verhuisd. Hij is geboren te Ravenstein op 27-12-1872 als zoon van Wilhelmus van Horssen en Maria van de Linden. Willem van Horssen is op 11-03-1905 te Asten getrouwd met Elisabeth (Bette) van Bussel, geboren te Asten op 05-03-1882 als dochter van Joannes van Bussel en Wilhelmina Maas. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij vanaf 1936 in het huis aan de Julianastraat 1:

39

Hieronder de inschrijving van de verhuizing van Wilhelmus Johannes van Horssen bij de Kamer van Koophandel van de Kluisstraat in Ommel (zie Voormalig huis B1107) naar de Julianastraat in Asten in de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-06-1936:

40

Hieronder een foto van het gezin van Willem van Horssen in 1942. Staande van links naar rechts: Arnoldus Aloysius (Nout), Johannes Wilhelmus (Jan), Maria Wilhelmina (Miet), Wilhelmus Johannes zoon (Willem), Wilhelmina Adriana (Mien), Petrus Aloysius (Piet) en Ludovicus Hendrikus (Leo). Zittend vader Wilhelmus Johannes (Willem) van Horssen en moeder Elisabeth (Beth) van Bussel.

In het Peelbelang van 06-01-1945 is Willem van Horsen zijn hond kwijt:

41

Wilhelmus Johannes van Horssen is op 08-04-1956 te Asten overleden en Elisabeth van Bussel is te Asten op 30-12-1961 overleden en hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

42 43

Ook heeft nog ingewoond Maria Wilhelmina Eijsbouts, geboren te Asten op 08-09-1873 als dochter van Johannes Franciscus Eijsbouts en Petronella Peters. Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 woont zij in het huis aan de Julianastraat 1:

44

Bij heemkundekring De Vonder lezen we over deze woning:

Object: Julianastraat 1
Bouwhistorie: Particuliere bouw, bouwjaar circa 1820, verbouwingen: 1946 reparatie oorlogsschade, 1960 verbouw woning, 1976 verbouw garage, 1977 verbouw woning, 1988 verbouw van een woning tot café met bovenwoning.
Gebruikshistorie: Woning van 1820 tot heden.
Eigenaren/bewoners: Schellings, gebroeders van Horssen, familie Hulshof.
Soort woning: Bakkerij en winkel in koloniale waren van Tonna Schellings en eiermijn. Café Pallieter van 1988 tot heden.
Interview: Tijdens de oorlog is het garage gedeelte zwaar beschadigd en weer opgebouwd. Waarschijnlijk van oorsprong meer woonhuizen. De garages zijn na de oorlog herbouwd. Oorsprong ligt waarschijnlijk midden 19e eeuw.

Hieronder een foto van het plantsoen in Asten met achter de bomen de winkel van Tonna Schellings:

45

Hieronder een foto uit 1973 van het huis:

45a

Het huis bestaat nog steeds en hieronder een vergelijk met een foto uit 1925 en 2015:

46 47

Rond 1944 is er van het grote huis aan de oostzijde een deel afgesplitst met als huidige adres Marktstraat 13 en de rest verdeeld als drie woningen. In 1978 is aan de zuidzijde een deel definitief afgesplitst met als huidige adres Kleine Marktstraat 4.

Overzicht bewoners

Huis in het Derp
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1610 Huybert Jan Diepenbeecx Asten ±1585 Huybert Jan Diepenbeecx Asten ±1585
1640 Henricus Gerard Doensen Asten ±1615 Henricus Gerard Doensen Asten ±1615
1686 weduwe Henricus Gerard Doensen Asten ±1617 weduwe Henricus Gerard Doensen Asten ±1617
1693 weduwe Henricus Gerard Doensen Asten ±1617 Hendrick Gijsberts van den Bleeck Gemert 13-09-1646
1698 Hendrick Gijsberts van den Bleeck Gemert 13-09-1646 Hendrick Gijsberts van den Bleeck Gemert 13-09-1646
1705 Hendrick Gijsberts van den Bleeck Gemert 13-09-1646 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681
1706 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681
Dorp huis 25
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1736 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681
1741 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681
1746 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681 Martinus Jan Paulus Asten 14-03-1681
1751 Johannes Martinus Jansen Asten 14-01-1720 Wilbert Aart Koppens Asten 06-12-1724
1756 Johannes Martinus Jansen Asten 14-01-1720 Paulus van Gerven en Helena Aart Tielen Asten 15-11-1721
1761 Johannes Martinus Jansen Asten 14-01-1720 Paulus van Gerven en Francis van Hoek Asten 15-11-1721
1766 Johannes Jansen en kinderen Asten 14-01-1720 Paulus van Gerven en Peter Wagemans Asten 15-11-1721
1771 Johannes Jansen Asten 14-01-1720 weduwe Paulus van Gerven en in de camer weduwe Francis van den Broek Asten 15-11-1721
1776 kinderen Johannes Jansen Asten 31-08-1751 Hendricus Verheijen en Francis van den Broek Asten 11-02-1722
1781 Pieter, Jan en Catarina Troeijen Someren 09-02-1750 Pieter, Jan en Catarina Troeijen Someren 09-02-1750
1798 Pieter en JanTroeijen Someren 09-02-1750 Pieter en JanTroeijen Someren 09-02-1750
1803 Pieter Troijen Someren 09-02-1750 Pieter Troijen en Jan Frans Verberne Someren 09-02-1750
Kadasternummer G570
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
G570 1832 Jan Jan van den Eijnden Asten 24-06-1771
Julianastraat 1
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1803-1805 Pieter Troeijen Someren 09-02-1750 Francisca van Deursen Deurne 18-10-1760 17-08-1805
1805-1817 Joanna van den Eerenbeemt Asten 16-01-1747 weduwe van den Eynde 02-01-1817
1817-1850 Jan Jan van den Eijnden Asten 24-06-1771 Johanna Maria Kuipers Deurne 07-12-1782 26-01-1850
1850-1851 Johanna Maria Kuipers Deurne 07-12-1782 weduwe van den Eijnden 26-03-1851
1851-1855 Hendrikus Schellings Dinther 27-07-1819 Anna Catharina van den Eijnden Asten 04-05-1822 05-02-1855
1855-1859 Hendrikus Schellings Dinther 27-07-1819 Maria van Dijk Nuenen 25-04-1821
A139 1859-1869 Hendrikus Schellings Dinther 27-07-1819 Maria van Dijk Nuenen 25-04-1821
A207 1869-1870 Hendrikus Schellings Dinther 27-07-1819 Maria van Dijk Nuenen 25-04-1821 30-01-1870
A207 1870-1879 Maria van Dijk Nuenen 25-04-1821 weduwe Schellings
A209 1879-1890 Maria van Dijk Nuenen 25-04-1821 weduwe Schellings
A219 1890-1894 Maria van Dijk Nuenen 25-04-1821 weduwe Schellings 15-02-1894
A219 1894-1900 Antonia Catharina Schellings Asten 19-05-1860 met familie
A233 1900-1910 Antonia Catharina Schellings Asten 19-05-1860 met familie
A254 1910-1920 Antonia Catharina Schellings Asten 19-05-1860 met familie 28-06-1920
A267 1921-1928 Johanna Maria Schellings Asten 25-03-1853 weduwe Leenen 16-09-1928
A267 1928-1930 Hendrica Leenen Asten 15-06-1889
1 1930-1936 Hendrica Leenen Asten 15-06-1889 naar Liefdehuis
1 1936-1938 Willem van Horssen Ravenstein 27-12-1872 Elisabeth van Bussel Asten 05-03-1882
Julianastraat 1 (stallen en magazijn)
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1 1930-1936 Carolus Leenen Asten 25-06-1892 Johanna Gitzels Asten 07-03-1892 B Frenckenstr 6
1 1936-1938 Willem van Horssen Ravenstein 27-12-1872 Elisabeth van Bussel Asten 05-03-1882
Julianastraat 1 (afgesplitst deel)
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1 1936-1938 Maria Wilhelmina Eijsbouts Asten 08-09-1873
Referenties
  1. ^Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden, 1933 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?coll=boeken&identifier=MMKB05:000032056:00525&objectsearch=l%2Antermans&query=l%2Antermans+asten)