Julianastraat
De huidige Julianastraat in Asten is een oude straat in 1929 genoemd naar prinses Juliana, koningin van Nederland van 1948-1980. Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina (Juliana) van Oranje Nassau is geboren op 30-04-1909 te 's-Gravenhage als dochter van Hendrik van Mecklenberg-Schwerin en Wilhelmina Helena Pauline Maria van Oranje-Nassau. Zij is op 07-01-1937 te 's-Gravenhage getrouwd met Bernhard van Lippe-Biesterfeld, geboren te Jena (D) op 29-06-1911 als zoon van Bernhard zur Lippe en Armgard von Cramm. |
![]() |
In 1948 volgde Juliana haar moeder Op als Koningin van Nederland en hield er een geheel andere stijl op na dan haar moeder. Juliana had er geen bezwaar tegen als zij in plaats van met majesteit aangesproken werd met mevrouw, het had zelfs haar voorkeur. Juliana's lossere stijl verkleinde de afstand tussen koningshuis en volk. Mede hierdoor bleef zij tot haar dood zeer populair. Op 31-01-1980 volgde haar dochter Beatrix haar op als koningin. Prinses Juliana is op 20-03-2004 te Baarn overleden.
Oorspronkelijk had de Julianastraat de naam Boterstraat en in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 11-11-1896 lezen we dat eksters een nest hebben gebouwd in de lindenboom in de tuin van Wilhelmus Bluijssen, telg van de boterfabrikant Antonie Bluijssen, die vanaf 1828 aldaar boter produceerde:
Enkele jaren later in de Peel- en Kempenbode 19-08-1899 wordt door de familie Bluijssen verzocht om riolering in de Boterstraat:
Een jaar later is er nog steeds geen sprake van riolering al is de naam van de straat dan veranderd in Fabriekstraat, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-08-1900:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-05-1904 wordt bij het diamanten feest van burgemeester Frencken, naast de Fabriekstraat ook de aangrenzende Doodstraat, de straat naar het kerkhof, genoemd:
De Julianastraat loopt van het Koningsplein naar de Emmastraat en heeft halverwege een knik en mogelijk werd het ene deel vanaf het Koningsplein vroeger Boterstraat en later Fabriekstraat genoemd en het deel na de knik de Doodstraat. De naam Fabriekstraat was destijds een juiste benaming want er waren de fabrieken van de familie Bluijssen gevestigd; een boterfabriek, een margarinefabriek en een weverij. Na het faillissement van Bluijssen in 1907 werden de fabrieken overgenomen door Asten Creameries en nog later rond 1924 vestigden zich er een mandenfabriek, strohulzenfabrieken, een lampenmagazijn en de stoomzuivelfabriek de Oude Molen.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-10-1928 is echter nog steeds sprake van een gebrekkige riolering in de Fabriekstraat:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-09-1929 krijgt de Fabriekstraat de naam Julianastraat:
Toch werd er in de Tweede Wereldoorlog nog tijdelijk teruggegrepen op oude straatnamen, zoals blijkt uit de artikelen in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-11-1941 en het Peelbelang van 25-11-1944:
![]() |
![]() |
Van oudsher woonden voornamelijk boeren in de Julianastraat, hetgeen we kunnen opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van de huidige Julianastraat:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:
Naam | Huis | Omschrijving | Vergoeding |
---|---|---|---|
Martinus Jan Paulus | 25 | ƒ 97,- | |
Tomas Overhof | 23 | ƒ 16,- | |
kinderen Jan Hoefnagels | 20 | ƒ 22,- | |
Peter Jan Hoefnagels | 18 | ƒ 83,- | |
Jan Jansen van Dijck | 15 | ƒ 125,- |
Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.
In die tijd stonden er acht huizen in de Julianastraat en vijf bewoners zijn getroffen door het noodweer, hetgeen betekende dat een ruim deel nog voornamelijk in de landbouw hun geld verdienden. Alleen de families Claus en Elias hebben hiervan geen nadeel ondervonden. Jan Peter Claus was van beroep timmerman en Antonie Jan Elias was arm en bezat slecht een akker bij zijn huis.
Gaandeweg werden ook de beroepen specifieker en ontstonden er fabrieken, een smederij, een graanhandel, een schoenmakerij, winkels, klompenmakerijen en weverijen in de Julianastraat. Een grote rol was weggelegd voor de familie Bluijssen, wiens fabrieken in de loop der jaren van de 19e en het begin van de 20e eeuw een groot deel van de straat omvatten. Hoe het met bovengenoemde huizen is gegaan wordt hieronder kort samengevat.
Op de hoek van de Julianastraat en de huidige Marktstraat wordt rond 1580 een huis bewoond door de familie Luycas en hun dochter Anneke trouwt met Huybert Jan Diepenbeecx. Van 1610 tot 1640 wonen zij in het huis en daarna wordt het huis door hun dochter Maria, getrouwd met Henricus Gerard Doensen, bewoond. In 1698 wordt het huis verkocht aan Henricus Gijsbert van den Bleeck, die het in 1705 doorverkoopt aan Martinus Jan Paulus. Zijn zoon Johannes Martinus Jansen bewoont het huis daarna tot 1751, waarna het wordt doorverkocht aan Pieter Troeijen. In 1805 komt het huis in bezit van de familie van den Eijnden en hun dochter Catharina trouwt met winkelier Henricus Schellings. In 1820 wordt het huis herbouwd en na het overlijden van Henricus Schellings en het overlijden van zijn tweede vrouw Maria van Dijk in 1894 komt het huis in handen van dochter Antonia Schellings, die de winkelnering voortzet. Na haar overlijden te Asten in 1921 wordt de winkel beheerd door haar zus Johanna Maria Schellings, getrouwd met Peter Johannes Leenen. Als zij in 1928 komt te overlijden neemt dochter Rica Leenen het winkelbedrijf over tot de verkoop in 1936 aan Wilhelmus Johannes van Horsen. Het huis bestaat nog steeds.
Een ander markant pand in de Julianastraat ligt op de hoek met de Kleine Marktstraat kende van oudsher de hoofdingang aan de Kleine Marktstraat en een hoefstal aan de Julianastraat. Het naastgelegen huis wordt vanaf 1700 bewoond door Johannes Peter Claus en in 1745 verkocht aan Thomas Overhof, die er al vanaf 1730 in was getrokken. Na diens overlijden komt het huis in 1760 in handen van Antoni Peter Kemps, wiens familie er tot 1796 woonde. Daarna is Marten Johannes Koolen de eigenaar en bewoner van het huis tot de verkoop in 1813 aan Johannes Mathijs Kuijpers. Het betreft dan twee huisjes die in 1835 zijn afgebrand en in 1849 als een nieuw huis opgebouwd in opdracht van Christina Nuij. In 1875 wordt het verkocht aan pastoor Franciscus Josephus Sauvé, die er samen met zijn zuster Lucia Sauvé woont. Na diens overlijden in 1873 wordt het huis gekocht en bewoond door Gerardus Winandus Cuppens en in 1901 gaat het over naar zijn schoonzoon Gerardus de Vries. Hij verhuurt het huis aan derden, waaronder de gemeentesecretaris Peter Slaats. In 1915 wordt het huis gekocht door Maria van Bussel, weduwe van Wilhelmus Hoefnagels en wordt het huis aan derden verhuurd. In 1936 komt vanuit het naastgelegen pand haar zoon Leonardus Marcellus Hoefnagels in het huis wonen. Ook dit huis bestaat nog steeds.
Rond 1881 is er aan de noordzijde van de bocht in de Julianastraat door Johannes Eijsbouts waarschijnlijk ook een margarinefabriek gebouwd, die echter maar kort heeft dienst gedaan. Later is deze nog in gebruik geweest als tabaksfabriek, maar in 1911 wordt de fabriek omgebouwd tot twee huizen. In het ene huis woont tot 1928 Petrus van der Putten en Johannes Verstappen, die in 1934 naar het andere huis verhuisd. In dat andere huis woont tot 1922 Mathijs Vullings en daarna Johannes Ambrosius van Asten en na diens overlijden zijn bovengenoemde stiefzoon Johannes Verstappen. Deze huizen kenmerken nog steeds dit deel van de Julianastraat.
Aan de overzijde van de straat was vanaf 1692 een huis in bezit van Johannes Jansen Hoefnagels en zijn kinderen zijn tot 1777 eigenaar en bewoner geweest. Het huis wordt daarna verkocht aan Antonie Meulenberg, die er tot 1804 woont. Hendrik Althuijzen, een uit Zwitserland afkomstige veldwachter, koopt daarna het huis en verkoopt het in 1820 aan Antonius Seegers. Na diens overlijden in 1855 komt het huis in handen van Gerardus Kortenbach tot het in 1877 in eigendom komt van Hannes Bluijssen, wordt het afgebroken en toegevoegd aan het fabriekscomplex. Dit was ook in 1854 al gebeurd met het naastgelegen huis, waarin een blauwververij werd gevestigd.
Zijn vader Antonie Bluijssen had vanaf 1828 een weverij in de huidige Julianastraat en handelde ook in boter. In de loop der tijd is dit door zijn zonen Hannes, Willem en Jan en kleinzonen Antonie, Willem en Jan uitgebouwd tot een fabriekscomplex. De firma met de naam A. Bluijssen zonen bezat een weverij en blauwververij, een boterfabriek en ook een margarinefabriek met een ijskelder en een koffiebranderij. Naast het woonhuis van Antonie Bluijssen op de hoek met het Koningsplein werd in 1842 in de Julianastraat nog een groot huis gebouwd, waarvan een deel ook als weeffabriek werd gebruikt.
Na het faillissement in 1907 is het terrein opgekocht door Gerard Sengers en werd samen met de Engelse firma Lidstone Castle & Company de naamloze vennootschap Asten Creameries opgericht, waarbij de handel in boter en margarine werd voortgezet. Het terrein werd uitgebreid tot aan de huidige Kerkstraat met een olieraffinaderij, die echter vanwege het faillissement in 1922 niet in gebruik is geweest. Grote delen van het terrein zijn toen in handen gekomen van Frans Hoebens en Johannes van Goch die er met hun teenhoutcultuur een deel van het terrein als mandenfabriek gebruikten. Het grote woonhuis werd gekocht door Johan Eijsbouts, die er voor de torenuurwerkfabriek ook kantoor hield. De voormalige blauwververij en het shedgebouw kwamen in handen van Peter Cornelis van Heugten, die er een strohulzenfabriek begon en later ook nog onder andere kinderfietsen produceerde, alles onder de naam Elephant. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog is deze fabriek in bedrijf geweest.
In 1925 is het terrein opgekocht door stoomzuivelfabriek de Oude Molen en naast de boterfabriek bleef ook de mandenfabriek nog een tijd bestaan en richtte Johannes van Goch ook in 1924 een lampenhandel onder de naam Marsolampen en in 1928 de strohulzenfabriek Asten Strawworks op. De mandenfabriek stopte in 1928, de strohulzenfabriek verhuisde in 1939 naar de Hoogstraat en de lampenfabriek in 1939 naar de huidige Burgemeester Wijnenstraat. Van het fabriekscomplex aan de Julianastraat is vrijwel niets meer terug te vinden.
Aan de zuidzijde van het fabriekscomplex van Bluijssen heeft de familie Elias, in de volksmond Lijssen geheten, vanaf 1683 een huis in bezit gekregen. Eerst woonde er Andreas Elias, later zijn broer Johannes, daarna diens zoon Antonius, vervolgens diens zoon Jan en tenslotte diens zoon Joost. Naar laatstgenoemde Joost is nog een pad vanuit zijn huis naar de Wolfsberg genoemd, later bekend als Lijsen peike of nog later het Lijsterpééjke. Na het overlijden van Joost Elias en zijn vrouw in 1809 kende het somtijds gesplitste huis verschillende eigenaren en bewoners.
Een huis aan de zuidzijde in de bocht van de Julianastraat wordt vanaf 1625 bewoond door Dirck Fransen, daarna door zijn zoon Pauwels Dirck Fransen en vervolgens door kleinzoon Johannes Pauwels Cremers. Na diens overlijden in 1714 is zijn echtgenote Heylke Dircks Cuijpers hertrouwd met Peter Jansen Hoefnagels en hun dood in 1755 is het huis afgebroken. Door Evert van Geffen is op dezelfde plaats een nieuw huis gebouwd en hij heeft er tot 1813 in gewoond, maar vanaf 1800 is Dirck Leenen eigenaar van het huis. Het huis is daarna gesplitst en kende vele eigenaren en bewoners tot het eind vorige eeuw is afgebroken om plaats de maken voor nieuwbouw.
Daarnaast stond een huis in bezit van Peter Jan Hoefnagels die er van 1740-1754 woonde en dar daarna overging op zijn kinderen en stiefkinderen. In 1759 werd het huis verkocht aan Roelof Graaff die het in 1762 doorverkocht aan Antony Metten. Bij zijn overlijden 1768 ging het huis over naar zijn Huijbert Metten, die het in 1790 verkocht aan Nicolaas van Stiphout. Door splitsing of aanbouw worden het in 1810 twee huizen, waarvan een voor hemzelf en de ander voor zijn dochter Johanna, getrouwd met Willem Verleijsdonk. Dit afgesplitste huis wordt in 1834 verkocht aan Luycas van der Loo en kent tot 1905 vele eigenaren en bewoners. Daarna wordt het gekocht door Johannes Mennen en zijn zoon Hendricus Johannes Mennen begin er in 1930 een drukkerij.
Na het overlijden van Nicolaas van Stiphout in 1837 wordt het oorspronkelijk huis verder gesplitst en dit deel wordt bewoond door zijn weduwe en later haar dochter Helena uit een eerder huwelijk getrouwd met Arnoldus Verhees. In 1877 wordt het huis verkocht en kent daarna nog vele eigenaren en bewoners tot het in 1935 bij de drukkerij van Mennen wordt betrokken.
Het oorspronkelijke huis is in 1837 verkocht aan Hendrik Swinkels die het in 1875 verkoopt aan Antonie Haazen. Tot 1919 bewoont hij het huis en verkoopt het daarna aan Peter van Hagen en het komt in 1929 in bezit van Leo Beijers. In 1939 wordt het bij de bovengenoemde drukkerij van Mennen betrokken en is het gehele pand weer in een hand.
Het laatste huis van de Julianastraat op de zuidelijke hoek met de huidige Emmastraat wordt vanaf 1620 bewoond door Jacob Corstiaans. Zijn schoonzoon Huybert van der Loo neemt in 1652 het huis over en vanaf 1674 diens zoon Luycas van der Loo en vanaf 1721 kleinzoon Paulus van der Loo zijn de daaropvolgende eigenaars. Paulus van der Loo woonde in het huidige Limburg en verkoopt het huis in 1729 aan Johannes Jansen van Dijck. In 1761 komt het huis bij een erfdeling toe aan zijn schoonzoon Johannes Slaats en in 1803 aan diens zoon Bonaventura Slaats. Dochter Maria Catharina Slaats, weduwe van Joannes Eijsbouts wordt in 1858 eigenaar en haar kinderen Theodorus, Bonaventura, Johannes en Helena Maria Eijsbouts zijn achtereenvolgens hoofdbewoner van het huis. In 1900 wordt het huis verkocht aan Maria Catharina Eijsbouts, dochter van bovengenoemde Theodorus Eijsbouts en getrouwd met Peter Cuppens. In 1924 verhuizen zij naar België en koopt Peter Johannes van Eijk het huis en woont er tot na de Tweede Wereldoorlog.
En dan waren er ook toen al de voor Asten kenmerkende open plekken in de Julianastraat; het deel waarvan de tuinen van de bewoners van de huidige Emmastraat grensde aan de Julianastraat is tot 1930 onbebouwd gebleven. En ook voor het daar tegenover liggende deel aan wat nu de Sint Jozefstraat heet, is lang niet bebouwd geweest. Op die plek werd ook kermis gehouden en de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-07-1927 en 11-07-1931 maakt melding van een danstent:
![]() |
![]() |
De danstent, welke heeft gestaan ter hoogte van de huidige Sint Jozefstraat wordt geleverd door de Helmondse firma Bocken, waarvan linksonder een draaiorgelboek en rechtsonder een foto van zo'n mortierorgel1:
![]() |
![]() |
Rond 1930 is het aantal schoolgaande kinderen en dan met name meisjes dusdanig gegroeid dat de school bij het Liefdehuis niet meer groot genoeg was. De jongens hadden hun school op de Markt en er wordt besloten om een meisjesschool in de Julianastraat te bouwen. De school is komen te staan in de grote tuin van de erven van Michielsen, een plek waar voor zover bekend nooit geen bebouwing is geweest. Een jaar later wordt ook het plan gelanceerd om daarnaast een bewaarschool te stichten. De meisjesschool heeft 8 klassen en krijgt de naam Mariaschool en de bewaarschool telt 3 klassen met de naam Sint Jozefschool. Beide scholen zijn tot in de jaren 80 van de vorige eeuw in gebruik geweest, maar zijn inmiddels omgebouwd tot woonappartementen.
Wat is van dit alles nu nog van terug te zien in de Julianastraat? Als we eerlijk zijn, is er vooral in de laatste jaren veel verdwenen en opgeofferd aan de vooruitgang. Toch zijn er nog genoeg sporen te vinden van het oude Asten en aan de hand van vergelijking van kaarten wordt in beeld gebracht uit welke tijdsperiode de huidige huizen in de Julianastraat stammen. Hieronder de kadasterkaart van 1832 van de Julianastraat:
Hieronder is de door Theo Meulendijks bewerkte kaart te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw:
De straat die in de 19e eeuw ook wel Melkstraat en later Fabriekstraat werd genoemd krijgt vanaf 1929 officieel de naam Julianastraat en elk huis krijgt een huisnummer. Met die huisnummers is het nog één stap naar de huidige situatie en dat is de hernummering en die vond rond 1960 plaats. Elk adres aan de Julianastraat met bebouwing uit de 18e eeuw of ouder kent dus vijf nummergevingen:
- huisnummer uit de tijd van het huizenquohier van 1736-1803
- kadasternummer uit 1832 en een mogelijk vervolg daarop uit de kadastrale legger
- huizingnummers uit het bevolkingsregister die elke 10 jaar wijzigden
- adres bij de vaststelling van de nieuwe straatnamen in 1929
- rond 1960 aangepast adres, dat veelal overeenkomt met het huidige adres
Op de onderstaande kaart uit 2017 is de huidige situatie weergegeven en zijn de huizen gebouwd tussen 1750 en 1800 paars omcirkeld, tussen 1800 en 1850 zijn blauw omcirkeld, tussen 1850 en 1900 zijn groen omcirkeld en die tussen 1900 en 1940 zijn oranje omcirkeld:
De Julianastraat kent nog 10 vooroorlogse woningen, waarvan er 6 uit de 19e eeuw zijn. Het oudste huis is de villa van Bluijssen, die dateert van ongeveer 1850 kent nog een oudere kern. Hieronder een foto van het begin van de Julianastraat met links de villa van Bluijssen en rechts de winkel van Tonna Schellings:
Hieronder een foto van de Julianastraat genomen vanaf het Koningsplein met rechts de villa van Bluijssen en daarachter een huis met fabrieksgebouw eveneens van de firma A. Bluijssen zonen, dat inmiddels is afgebroken:
Zicht op de Julianastraat vanaf het Koningsplein met links de oude school, de winkel van Tonna Schellings en de hoefstal van Nard Hoefnagels en rechts achter de bomen de villa van Bluijssen:
Referenties
- ^Draaiorgels van Helmond (http://draaiorgelshelmond.nl)
Julianastraat 1
Dit betreft een dubbel huis dat hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van de families Luycas en Lintermans, die hier afzonderlijk behandeld worden.
Familie Lintermans
Adriaen Lintermans is geboren rond 1590 in Oisterwijk als zoon van Philippus Silvester Lintermans en Elisabeth Adriaens Martens van der Heyden. Hij is als chirurgijn rond 1622 getrouwd met Maeyken Jan Claesen, geboren rond 1595 als dochter van Jan Claeszoon van de Laer en Anneke Lauwrens Hornkens. Het gezin van Adriaen Lintermans en Maeyken Jan Claesen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Jenneken | Asten ±1624 | Roosendaal 07-09-1655 Huybrecht Huybrechts van Campen |
Roosendaal 23-11-1660 | |
2 | Peeter | Asten ±1626 | |||
3 | Anneken | Asten ±1628 | ±1657 Willem Claessen |
||
4 | Philips | Asten ±1630 | Asten 02-01-1661 Anna Baltus van Schin |
Asten 05-01-1680 | |
5 | Jan | Asten ±1632 | |||
6 | Maria | Asten ±1634 | Aarle-Rixtel 22-06-1659 Jacob Bernardus van Lingen |
Adriaen Lintermans was chirurgijn:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 14-08-1628:
Visitatie en examinatie van Lieuen Hendrick Joppen, gequetsten, gedaan door de schout, Geridt Diericx en Jan Verridt, schepenen. Is bevonden dat Lieuen heeft eenen swaren steeck in sijnen rugge aen sijne slincke sijde. Hij heeft verklaart dat hem die is toegebracht door Lambert Hanssen, op 13 augustus, in zijn hof. Een en ander is bevestigd onder eede. Mocht hij aan deze kwetsuur overlijden dan beschuldigd hij Lambert Hanssen van dootslach. Op 16 augustus, liggende ten huize van Meester Adriaen Lintermans, chirurgijn, is hem nogmaals gevraagd of hij bij zijn verklaringen wilde blijven. Hij antwoordde: "Jae". Verder verklarende: "Dat Lambert Hanssen, hem ierst smeedt neder ter aerden met een gelyndt plancke ende bedwonch, hem gequetsten met dreygementen dat hij sijn mes soude afflegghen welck soo hij dede ende sijns lijff genaede biddende, heeft gesien dat Lambert Hanssen sochten naer sijn mes ende soo hij gequetsten wilden gaen loopen heeft hem gegeven den steeck van achter in zijnen rugge".
Adriaen Lintermans koopt land in de Stegen:
Asten Rechterlijk Archief 70 folio 18; 14-10-1628:
Peter Celen en Mariken, zijn dochter, verkopen aan Meester Adriaen Lintermans een campken land de Snijderscamp naast Jan Jielis. De verkopers bekennen dat zij, circa een jaar geleden ƒ 53,- van de koper hebben ontvangen.
Adriaen Lintermans heeft geld tegoed en stelt zich borg:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 08-03-1629:
Meester Ariaen Lintermans, impetrant contra Willem Anthonis Geridts, gedaagde. Gedaagde heeft van eiser ontvangen ƒ 51,-.Asten Rechterlijk Archief 70 folio 83; 23-04-1629:
Meester Ariaen Lintermans stelt zich borg voor ƒ 100, welke Hendrick de Busscher getrouwd met Elisabeth Vermosen, Andries Donck, zoon van Catharina Vermosen, Ruth Michielsen als gemachtigde van Jan van den Eynde en Hans en Bartholomeus van der Mosen graag zouden halen uit het sterfhuis van Anna Vermosen. Dit in mindering op hun deel.
Adriaen Lintermans koopt een hooibeemd in het Root:
Asten Rechterlijk Archief 70 folio 98; 23-06-1629:
De kinderen en erven van Meester Jacop de Vileers en Anna Vermosen verkopen aan Meester Ariaen Lintermans een hooibeemd int Root naast Lambert Hendrix.
In het huis van Adriaen Lintermans is een gevecht geweest:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 16-01-1630:
De schout van Asten, aanlegger contra Cornelis Teunis Slaets, gedaagde. Betreft eedaflegging. Aanlegger is niet bevoegd om gedaagde hiertoe te dwingen en vraagt toestemming om de aanklacht te wijzigen. Het gaat over eenige twyst, kijvagie ende vechterije int geselschap geschiedt ten huyse van Meester Adriaen Lintermans.
Adriaen Lintermans koopt nog meer land:
Asten Rechterlijk Archief 71 folio 83; 08-05-1630:
Aert Gielis Wouters verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans land achter die Kercke van Asten de Heesackeren naast Reynder Jan Heuchtiens.Asten Rechterlijk Archief 71 folio 5; 13-07-1630:
Aert Gielissen verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans land ontrent Ostaden 't Noytken naast Jan Peeters van den Eynde. Belast met ½ kapuyn per jaar grondcijns aan de Heer van Asten.
Volgens onderstaande akte koopt Adriaen Lintermans dit huis naast Huybert Jan Diepenbeecx (zie Familie Luycas):
Asten Rechterlijk Archief 71 folio 118; 02-10-1630:
Frans Loomans verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans een huis mette placke ende erffenisse daerbij ende aengheleghen in het Dorp, ene zijde Huybert Diepenbecx, andere zijde erfgenamen Jan Tielen, ene einde de straat, andere einde de koper. Belast met ƒ 100,-.
Adriaen Lintermans koopt nog meer land:
Asten Rechterlijk Archief 72 folio 22; 12-03-1631:
Jan Anthonis de jonge verkoopt aan Meester Ariaen Lintermans land op de Heesackers 1 lopense naast de Custerij.Asten Rechterlijk Archief 73 folio 21; 24-02-1632:
Jan Janssen, schepen, verkoopt aan Meester Adriaen Lintermans land achter de Kerck in de Heesackers 4 lopense min 1 copse naast Anthonis Goorts. Belast met 1 stuiver per jaar cijns van de grond. Mochten nog meer cijnsen bevonden worden dan zal de koper deze mogen korten teghen den penninck dartich".
Adriaen Lintermans is schepen van Asten
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 83; 30-10-1632:
Op heden xxx octobris 1632 compareerden voor ons schepenen ondergeschreven d'eersaemen Claude Idelet, scholtis, deser heerlijckheyt Asten. Die welcke door ordre en last, ut decibat, van de Edele en Welgeboren Heer deser grontheerlijckheyt vuytterlijcken geprotesteert teghen Joosten, weduwe van Jan Lamberts Verrijt die welcke alsoo seeckeren sone is hebbende ennighsints berooft van sijn sinnen, soo het schijnt, genaemt Peter, waerdoor geschaepen is ennich ongeluck te comen geschieden als dickwils op wege is geweest dat de voorschreven Joosten deselven sal bewaeren en gaede slaen in alsulcken vueghen, dat daar door geen ongeluck oft schaeden en commen te geschieden oft dat allen 't selve op haer Joosten voorschreven sal worden verhaelt en gesocht. Aldus gedaen in presentie der voorschreven Joosten ende Marcelis Peter Jacops en Lintermans, schepenen in Asten.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 10-11-1632:
Frans Lambert Selen, 24 jaar, verklaart, onder eede, niet te weten wie hem, gisteren, 09-11-1632, heeft gequetst in zijn schouder, omdat het erg donker en hij zeer beschonken was. Hij heeft de quetsure gekregen tussen het woonhuis van Joost Philipkens en Geuaert Driessen, aan de Bergen. Maar verklaart niemand gezien, noch gekend, noch enige presumtie op iemand te hebben. Hij heeft wel horen spreken, maar door den dronck niemand aan de spraak herkend. Daarbij komt nog dat hij geheel alleen was. De verklaring is gedaan ten huize van deponent in het bijzijn van Dirck Goortssen en Meester Adriaen Lintermans, schepenen.Asten Rechterlijk Archief 73 folio 50 verso; 19-01-1633:
President is Marcelis Peter Jacops, schepenen zijn Willem van den Berge, Wilbort van Bussel, Jan Aert Teeuws, Adriaen Lintermans, Dirck Jan Goortssen en Lamens Joesten.
Adriaen Lintermans koopt land op de Hazeldonk:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 57; 28-02-1633:
Dries Aerts Verschueren verkoopt aan Meester Adriaen Lintermans, schepen, groes de Haeseldonck 1½ lopense naast Jan Maes. De verkoper is vergezeld van Peter Colen den oude, zijn zwager.
Een paar Lieropenaren hebben een schuld aan Adriaen Lintermans:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 61; 07-03-1633:
Symon Aerts, te Lierop, is schuldig aan Adriaen Lintermans ƒ 105,50. Naschrift: Ik, Volders, secretaris, als toeziener op de onmondige kinderen van wijlen Adriaen Lintermans ben voldaan van de ƒ 105,50. de dato 18-06-1639.Asten Rechterlijk Archief 73 folio 61; 07-03-1633:
Gijsbert Aerts, als de voorgaande wonende te Lierop, is schuldig aan Adriaen Lintermans ƒ 105,50. Marge: 01-05-1634 gelost, namens de weduwe Symon Aerts.
Adriaen Lintermans schrijft een rekening uit voor zijn medische zaken:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 101 verso; 19-12-1633:
Meester Adriaen Lintermans, schepen, en Hanricxken, weduwe Gielen Jan Dries, met Hanricxken, haar zwager schoonzoon. Zij akkorderen terzake van het meesterloon door Ariaen gedaan aan haar dochter en huisvrouw van haar zwager voornoemd. Wettelijk is ook Jan Jan Tijssen geciteerd geweest. De weduwe zal na veel tusschenspreeckens 48 gulden 10 stuiver betalen en wil een prothocol daarvan. Marge: Int accorderen 2 vaenen is 10 stuivers, schrijfloon is 8 stuivers.
Adriaen Lintermans wordt opnieuw tot schepen gekozen:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 1; 03-01-1634:
Prothocolle 1634. President is Marcelis Peter Jacops met loco Anthonis Canters. Schepenen zijn Geraert Dircx, Willem van den Berge met loco Jan Maes, Wilbert van Bussel, Dirck Jan Goortssen, Meester Adriaen Lintermans met loco Gelden Gieles en Anthonis van Ruth. Secretaris is Laurens Volders.
Adriaen Lintermans wordt genoemd als bezitter van grond naast Lambert Hansen en Henrick Peters:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 42; 13-10-1634:
Jan Janssen Dijnen verkoopt aan Jacop van den Bomen, pater des Convents van Ommel ten eigen behoeve een cijns van ƒ 100,- à 6%. Als onderpand een huis en hof in het Dorp, ene zijde Lambert Hanssen, andere zijde Jan Jan Tielen, ene einde Meester Adriaen Lintermans, andere einde de straat. Marge: 06-01-1644 gelost door Jan Janssen.Asten Rechterlijk Archief 74 folio 86 verso; 10-05-1636:
Anneke, weduwe Henrick Peters, ter eenre zijde en Thomas Thijssen getrouwd met Engelken, dochter wijlen Joost Peters, Jan Aerts getrouwd met Cathalijn, dochter Joost Peters, Joost Joost Roefs getrouwd met Peterken, dochter Joost Peters. Allen erfgenamen van Henrick Peters, hun oom en man. Zij verdelen de nagelaten goederen.
1e lot krijgt Anneken huis, hof, brouwhuys en brouwgetouw en den dries in het Dorp, ene zijde de straat, andere zijde erfgenamen Huybert Diepenbeecx, ene einde Meester Adriaen Lintermans, andere einde de voorkinderen van Anneken voorschreven.
Adriaen Lintermans en Maeyken Jan Claesen zijn tijdens de pestepidemie van 1636 overleden en er zijn voogden aangestled over de kinderen:
Asten Rechterlijk Archief 74 folio 88 verso; 09-07-1637:
Meester Mathijs van den Hove, schout, is schuldig aan Peter Loyen en mij secretaris Volders als momboiren van de zes onmondige kinderen van wijlen Adriaen Lintermans ƒ 150,- à 6%. Marge: Gelost 08-01-1640.
In de archieven worden de erfgenamen van Adriaen Lintermans, allen jonge kinderen, nog geregeld genoemd:
Asten Rechterlijk Archief 75 folio 66 verso; 10-02-1640:
Anthonis Janssen van der Aa en Aert Jan Tielen als momboiren van Peterken, onmondige zoon Jan Peter Gebelen, Jan Jan Tielen, Joost Jan Tielen. Zij verkopen aan Huybert Jan Tielen, hun broeder, hun deel in een hofstad achter den Toren in het Dorp gekomen van Jan Tielen, hun vader, ene zijde en einde de straat, andere zijde weduwe Jan Janssen Dijnen, andere einde erfgenamen Adriaen Lintermans.Asten Rechterlijk Archief 75 folio 176 verso; 10-05-1642:
Het Corpus van Asten is schuldig aan Reynier Bierens en Sylvester Lintermans als momboiren van de onmondige kinderenvan wijlen Jan Bierens, in leven koopman te Antwerpen 2400 patacons à ƒ 2,50 om hiermee een vonnis te voldoen aan Guillam van Taterbeeck, koopman te Antwerpen, namens Ida van den Broeck, weduwe wijlen Mathijs van Taterbeeck, zijn schoonmoeder. In den Rade van Brabant ten laste van het Corpus van Asten geobtineert. Rente 120 patacons per jaar te Eindhoven te beuren op 10-05-1643. Naschrift: 16-06-1646 gelost aan Reynier Bierens voorschreven.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 17; 07-03-1644:
Wouter Dircx verkoopt aan Jan Jansen en Peter Janssen als rectoors der fabryke binnen Asten en tot behoeff der selven een cijns van derdalven gulden per jaar is ƒ 50,-. Als onderpand een huis, hof en hofstad tegenover de Kercke, ene zijde de straat, andere zijde de erven Meester Adriaen Lintermans en Aert Gielis, ene einde Peter Michiel Colen, andere einde Jan Janssen.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 22; 07-04-1644:
Willem Phlipssen van Heuchten verkoopt aan Wouter Dircxen een hofstad int Derp tegenover de Kerckhoff gekomen van Aert Gielis en eertijds geweest van wijlen Lambert Hanssen, ene zijde de erven Meester Ariaen Lintermans, andere zijde Peter Colen, ene einde de straet, andere einde erven Aert Dielis.Asten Rechterlijk Archief 76 folio 49; 02-03-1645:
Huybert Jan Thielen draagt bij erfwisseling over aan Goyaert Goossens huis, hof en hofstad int Derp, ene zijde en einde de straten, andere zijde de erven Meester Adriaen Lintermans, andere einde Lijsken Hanssen. Belast met 1 vat rogge per jaar aan de Pastorye alhier.
De voogden van de kinderen van Adriaen Lintermans verkopen de hooibeemd in het Root:
Asten Rechterlijk Archief 77 folio 33 verso; 07-05-1649:
Jan Hanricx van de Winckel, hoevenaar en schepen, te Aerle als momboir der onmondige kinderen van wijlen Meester Adriaen Lintermans en Laurens Volders als curator van die kinderen. Zij verkopen aan Marten Marcelissen beemd en hooiwas int Root 1½ lopense naast de erven Jan Maes.
Als de kinderen van Adriaen Lintermans meerderjarig zijn worden de goederen als onderpand gebruikt:
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 53 verso; 04-07-1656:
Jenneken, dochter Meester Adriaen Lintermans, getrouwd met Huybrecht van Campen, te Rosendael, is schuldig aan Martinus van der Lith en Jan Jansen, kerkmeesters ƒ 100,- à 5%. Onderpand de goederen die zij, onbedeeld, met haar mede-erfgenamen van Meester Adriaen bezit. Naschrift: Jenneken had geen last om haar deel te belasten, maar wel om te verkopen. Zij zal deze last zo spoedig mogelijk overzenden aan Laurens Volders, die zich hiervoor sterck maakt. Marge: 01-12-1657 gelost.
In onderstaand archiefstuk bezitten de erfgenamen van Adriaen Lintermans
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 75; 07-08-1657:
Hendrick Gerits getrouwd met Jenneken verkoopt aan Abraham Jansen de Metser, zijn zwager een huis en hofstad in het Dorp, ene zijde de straat, andere zijde Evert Peeters, ene einde de kinderen en erven Meester Adriaen Lintermans, andere einde Meester Adriaen Verhoffstadt.
Uiteindelijk verkopen de kinderen de goederen:
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 83; 29-11-1657:
Peeter, Philips en Jan, zonen Meester Adriaen Lintermans, Huybert van Campen getrouwd met Jenneken, dochter Adriaen Lintermans, Willem Claessen getrouwd met Anneken, dochter Adriaen Lintermans, Jan Hendrix van den Winckel en Laurens Volders als momboiren van Maria, dochter Adriaen Lintermans en mede voor Jan en Peeter, welke absent zijn en voor Huybert van Campen. Allen erven van Meester Adriaen Lintermans getrouwd geweest met Maeyken Jan Claessen. Zij verkopen aan Aert Jan Thomas al de goederen hen aangekomen van wijlen hun ouders te weten huis, land en groes aen het Dorp. Belast met ½ capuyn per jaar en ontrent 2 halve blancken per jaar aan de Heer van Asten in een tekst. Laurens Volders betaald de andere helft.
De koper stelt als borg beemd int Root 6 lopense, dit betreft de laatste termijn.
Naschrift: De verkopers zijn voldaan van de eerste termijn van de koop met aftrek van ƒ 15,- voor de onkosten.
Zoon Philips Lintermans is geboren rond 1630 als zoon van Adriaen Lintermans en Maeyken Jan Claesen. Hij is als chirurgijn op 02-01-1661 te Asten getrouwd met Anna Baltus van Schin, geboren te Roermond rond 1632 als dochter van Balthazar van Schin en Maria Leijten.
Compareerden voor schepenen ondergenoemd Meester Philips Lintermans, chirurgijn, sijne ouderdom ontrent de dertig jaeren, jongman geboortig en woonagtig alhier ende Anna van Schin jonge dochter, haere ouderdom ontrent de agtentwintig jaeren, geboortig binnen de stadt Ruremonde en woonagtig tot Liessel met schriftelijk consent van haere vader, versoeckende drie sondaeghse proclamatien om naar deselve in de heilighe houwelijckse staet te worden bevestigt, want volgens den egtreglemente wel scherpeclijk sijn geexamineert en daertegen strijdende in haer bevonden is te sijn, soo sijn de geboden verwilligt. Actum die 11 decembris 1660 coram Joost Roefs en Goort van Gorcum schepenen.
Ende alsoo de drie sondaeghse geboden sijn gedaen binnen Ruremonde en Asten sonder enige hindernisse ofte inspraecke volgens welcke daer van sijnde en mondeling gedaen, soo sijn de voorschreven Philips Lintermans en Anna van Schin in de houwelijckse staet bevestigt op den tweede januarij 1661 coram Joost Roefs en Goort van Gorcum schepenen.
Het gezin van Philips Lintermans en Anna Baltus van Schin:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria | Asten 18-10-1661 | Kind | Asten ±1661 | |
2 | Adriaan | Asten 02-1664 | Kind | Asten ±1664 | |
3 | Anneke | Asten 16-02-1666 | Kind | Asten ±1666 | |
4 | Jan | Asten 23-07-1667 | Asten 31-10-1700 Jenneken Dircx van Weert |
Asten 23-04-1729 | zie Voormalig huis C1329 |
5 | Lysbeth | Asten 13-03-1670 | Kind | Asten ±1670 | |
6 | Balthasar | Asten 09-01-1673 | Kind | Asten 25-10-1689 | |
7 | Paulus | Asten 12-02-1677 | Kind | Asten ±1677 |
Opmerkelijk is dat in het Astense archief over de periode 1660-1680 Philips Lintermans niet genoemd wordt, ook niet als chirurgijn. Wel wordt hij genoemd als getuige bij het opschrijven van de slechte staat van de kerk van Deurne1:
Anna Balthus van Schin is als Anna Lijntermans op 24-11-1679 te Asten overleden en Philips Lintermans is op 05-01-1680 te Asten overleden. Hieronder hun begraafakten:
![]() |
![]() |
Wel wordt zoon Jan nog genoemd:
Asten Rechterlijk Archief 108 folio 39 verso; 11-02-1686:
Certificaat voor Jan, zoon Meester Philips Lintermans, jongeman om hem te laten passeren en repasseren.Asten Rechterlijk Archief 108 folio 172 verso; 04-04-1691:
Paspoort voor Johannes, zoon wijlen Meester Philippus Lintermans en Anna Balthus, in leven chirurgijn te Asten.
Zoon Jan woonde elders in Asten (zie Voormalig huis C1329).
Familie Luycas
Luycas is geboren rond 1555 en rond 1580 getrouwd met Anneken en hieronder hun gezin:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Joostien | Asten ±1579 | Asten <1637 | ||
2 | Catharina | Asten ±1581 | ±1605 Jan Anthonis Mennen |
||
3 | Sophia | Asten ±1583 | ±1607 Henrick Peters ±1620 Lowies van Vadder |
Watermael (B) | |
4 | Maria | Asten ±1585 | Asten ±1610 Huybert Jan Diepenbeecx |
Asten <1637 | |
5 | Evert | Asten ±1587 | Asten <1637 | ||
6 | Franciscus | Asten ±1589 | Asten <1637 |
Anneken is rond 1636 overleden en uit dit archiefstuk komt de bovengenoemde gezinreconstructie en het bezit van een huis in het dorp:
Asten Rechterlijk Archief 74 folio 95; 28-08-1637:
Jan Anthonis Mennen getrouwd met Cathalijn, dochter wijlen Anneken Luycas mede voor Sophia Luycas, zijn schoonzuster nu getrouwd met Lowies van Vadder, wonende te Watermaelen bij Brussel, Mathijs Janssen van den Sande en Joost Janssen als momboiren van de kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx en Maria, zijn vrouw. Huybert Daniel Colen als momboir van de erfgenamen van wijlen Joostien Luycas. Mathijs van den Hove, schout, namens de erfgenamen van wijlen Evert Luycas. Willem Verhaseldonck en Bonaventura Mathijssen als momboiren van twee onmondige kinderen te weten een van Frans Luycas en een van Willem Marcelissen. Allen erfgenamen van wijlen Anneken Luycas, hun moeder en grootmoeder. Zij verkopen aan Sophia, weduwe Henrick Peters, hun schoonzuster en moeye, welke is geassisteerd met Silvester Wilborts, haar vader hun deel in een hofstad met alle materialen daarop in het Dorp, waarop gewoond heeft Anneken Luycas, ene zijde de straat, andere zijde erfgenamen Huybert Diepenbeecx, ene einde Jan Anthonis Mennen, andere einde erfgenamen Anneken Luycas. Belast met 9 vat rogge per jaar aan de Heilige Geest van Asten; ƒ 3,- per jaar te 's Hertogenbosch in een meerdere rente; 5 cop rogge per jaar aan Lenaert Daemen te Helmont; ƒ 2,- per jaar aan een zekere particuliere persoon de verkopers onbekend; ƒ 1,50 per jaar aan de Vicarye; de cijns van de grond uit het gehele goed.
Dochter Maria Lucas is geboren te Asten rond 1585 en rond 1610 getrouwd met Huybert Jan Diepenbeecx, geboren te Asten rond 1585 als zoon van Jan Aerts van Diepenbeeckx en Heylken (zie Busselseweg 5). Het gezin van Huybert Jan Diepenbeecx en Mayken Lucas:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Peter | Asten ±1611 | Ongehuwd | Asten ±1640 | |
2 | Jenneke | Asten ±1613 | Asten ±1637 Jan Dircx Asten ±1640 Joost Coopmans |
Asten 14-05-1688 | zie Voormalig huis B450 en B451 |
3 | Maria | Asten ±1615 | Asten ±1640 Lenard Peeters Ceelen |
Asten 25-01-1696 | |
4 | Anneken | Asten ±1617 | Asten ±1640 Henricus Gerard Doensen |
Asten 17-07-1698 | |
5 | Josijn | Asten ±1619 | Asten ±1642 Aert Jacobs van de Cruys |
Asten 20-05-1662 | zie Jan van Havenstraat 1 |
6 | Sijken | Asten ±1621 | Asten ±1645 Abraham Jan Michielsen |
Asten 30-04-1702 | zie Voormalig huis G154 |
De vader van Huybert Jan Diepenbeecx, Jan Aerts van Diepenbeeckx, was imker en laat aan zijn zoon Jan en dochter Helena de bijen na bij het opstellen van zijn testament:
Asten Rechterlijk Archief 67a folio 20 verso; 02-06-1614:
Jan Aerts van Diepenbeeck en Heylken, zijn vrouw testeren. Alles aan de langstlevende. Aan Jan, hun zoon, na hun beider dood het campke bij 't Haverlandt en 25 stocken ymen of byen. Dit voor uyt vanwege zijn getrouwe diensten. Nog, de kist van zijn vader. Heylken, de dochter, na hun dood 6 stocken ymen of byen ook voor uyt. Hiermede willen zij craekelen voorkomen.
Jan Aerts van Diepenbeeckx en Heylken zijn kort daarna overleden en Huybert Jan Diepenbeecx is in 1636 tijdens de pestepidemie te Asten overleden en uit zijn nalatenschap blijkt dat ook hij imker is geweest:
Asten Rechterlijk Archief 74 folio 69; 10-02-1636:
Willem Willems van den Berge is schuldig aan Meester Jan Dircx, organist, ƒ 40,- wegens het 1⁄6e deel van de bijen van Huybert Diepenbeecx tegen de andere erfgenamen te delen. Des sal denselver moeten contenteren de Vrouwe van Asten, van het staen als andersins. Ende want de bijen nyet wel en vlogen en de gelover schade quame te hebben sal hij indyen gevalle genyeten eenen rijcxdaelder aen de voorschreven 40 gulden. Ondersproken dat den molder vijff ymen voor vuyt moet hebben. Marge: Joost Janssen getrouwd met Jenneken, weduwe Meester Jan Dircx stemt toe in cassatie 11-03-1637.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 17-01-1636:
Voorwaarden waarop de kinderen en de momboiren der onmondige kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx en zijn vrouw Marie de meublen ende haefelijcke goederen willen verkopen.
Enige kopers zijn Frans van Meyl, Gerardt den Smidts, Dryes van Meyl, Dirck Jan Goortssen, Hanrick Aerts, Marten Vermuelen, Tielen Dircx, Tielen Duyssen, Aert Jan Tielen, Frans Lomans, Jan Jan Stouten, Peter Teunis, Hanrick Canters, Aert Symons vrouw, Michiel Tijssen, Joost Canters, Reynder Willems, Willem Willemssen, Meester Jan den Organist, Jan Geldens op Voordeldonck. Opbrengst: ƒ 117,-.Asten Rechterlijk Archief 74 folio 71 verso; 13-02-1636:
Hanrick Peter Hanricx en Mathijs Janssen van der Zanden als momboiren van de vier onmondige kinderen van wijlen Huybert Diepenbeecx gaan een wettelijk verweer aan wegens de erfdeling, tegen Meester Jan Dircx, organist, als mede-erfgenaam van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx naar inhouds des testaments en costuymen van Asten.Asten Rechterlijk Archief 74 folio 76; 09-04-1636:
Willem Willemssen van den Berge is schuldig aan Mathijs Janssen van der Zande en Willem Marcelis als momboiren van de onmondige kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx ƒ 55,50 wegens gekochte bijen. Te betalen: Als de bijen gevlogen hebben of te Bamis eerstkomend.
Marge: 07-12-1639 betaald door de erfgenamen Willem Willems van den Berge.Asten Rechterlijk Archief 74 folio 76 verso; 09-04-1636:
Henrick Jan Selen is schuldig aan Peter Huybert Jan Diepenbeecx ƒ 29,- wegens gekochte bijen en ymen. Naschrift: 20-02-1637 gelost aan Peter Huybers.
Ondanks dat hierboven al enige goederen erfelijk waren verdeeld, wordt voorgesteld om een nieuwe erfdeling te maken:
Asten Rechterlijk Archief 74 folio 77; 11-04-1636:
Peter Huybert Jan Diepenbeecx, Meester Jan Dircx getrouwd met Jenneke, Marie, Joostken, Anneken en Sijken onmondige kinderen en geassisteerd met Mathijs Janssen van der Zande en Willem Marcelissen. Kinderen van Huybert Jan Diepenbeecx getrouwd geweest met Marie. In het testament, gemaakt door hun ouders, komen swaricheden en abusen voor. Om moeilijkheden te voorkomen is in overleg met schepenen en goede mannen gekozen voor een finale liquidatie en alles wordt opnieuw gedeeld sonder enich testament aen te sien. De twee oudsten brengen de reeds door hen ontvangen goederen weer opnieuw in te weten Peter ƒ 20,- en ƒ 60,-. Ieder van de vier onmondige kinderen zal ook ƒ 20,- ontvangen. De rest van de ƒ 60,-, zijnde ƒ 40,- zullen blijven tot de intrest van een jaar voor Sijken, de jongste dochter. Bovendien zal de beemd achter Ostaden gedurende 7 jaar ten behoeve van Sijken verhuurd worden. De opbrengst zal voor haar onderhoud worden gebruikt. Na 7 jaar zal de beemd verkocht worden en de opbrengst gelijkelijk verdeeld worden over alle kinderen. Nog is afgesproken dat Sijken voorvuyt sal genyeten het beste bedde.Asten Rechterlijk Archief 74 folio 79 verso; 14-04-1636:
Peter Huybert Jan Diepenbeecx, Meester Jan Dircx getrouwd met Jenneke, Maria, Joostken, Anneken en Sijken de onmondigen. Allen kinderen van Huybert Diepenbeecx en Maria. Zij delen de nagelaten goederen:
1e lot krijgen Peter en Meester Jan een halve beemd aent Laerbroeck midden door; de helft van het land en drieske daarbij; de helft van een stukje land achter Lazars; de helft van een rente op het dorp Asten; de helft van een rente ten laste van Jan Jan Diepenbeecx ƒ 300,-. Belast met de helft van ƒ 300,- aan Nicolaes van den Grave te 's Hertogenbosch.
2e lot krijgen de vier onmondige kinderen huis, hof, hofstad en schuur in het Dorp, ene zijde de straat, andere zijde erfgenamen Anneken Luycas, ene einde Meester Adriaen Lintermans, andere einde Aert Symons van Bon. Belast met ƒ 9,- per jaar aan de weduwe Gijsbert Bacx te 's Hertogenbosch. Een halve beemd aent Laerbroeck; de helft van het land en drieske daarbij; de helft van een stukje land achter Lazars; de helft van een rente op het dorp Asten; de helft van een rente ten laste van Jan Jan Diepenbeecx ƒ 300,-. Belast met de helft van ƒ 300,- aan Nicolaes van de Graeff te 's Hertogenbosch.Asten Rechterlijk Archief 74 folio 80 verso; 14-04-1636:
Peter Huybert Jan Diepenbeecx verkoopt aan zijn vier onmondige zusters zijn deel in hun erfelijke goederen met uitzondering van zijn deel in beemd achter Ostaden. Koopsom ƒ 160,-.
Naschrift: 25-05-1638 Peter Huybers stemt toe in cassatie.
De voogden maken in 1640 hun rekeningen op:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-04-1640:
Rekening, bewijs en reliqua van Mathijs Janssen van der Zande als momboir van de onmondige kinderen van wijlen Huybert Jan Diepenbeecx met name Merike, Joostien, Anneken en Sijken.
Ieder der erfgenamen heeft ƒ 90,- ontvangen; een obligatie van ƒ 65,- ten laste van Anthonis van Rudth kan niet ingevorderd worden; van Meester Peter Baltus kan ƒ 6,- niet ontvangen worden; in het huis van Meester Jan den Organist zijn ƒ 21,- verbrand; ƒ 20,- is gekort op de koninck; Peter Huybert Jan Diepenbeecx ontvangt alsnog ƒ 71-10-3 ort; Meester Jan den Organist, namens zijn vrouw ƒ 100,-; Marie ƒ 60,-; Anneken ƒ 20,-; Sijken ƒ 20,- en Joostien ƒ 15,-. Joost Janssen getrouwd met Jenneke Huybers ƒ 10,-.
Aert Jacobs van de Cruys, getrouwd met Josijn Diepenbeecx, verkoopt zijn deel aan Hanrick Gerarts, getrouwd met Anneken Diepenbeecx:
Asten Rechterlijk Archief 75 folio 174 verso; 05-05-1642:
Aert Jacops van de Cruys getrouwd met Joostjen, dochter wijlen Huybert Jan Diepenbeecx verkoopt aan Hanrick Gerarts, zijn zwager de helft van huis en hof, schuur en hofstad ontrent de Kercken. Gekomen van Huybert Jan Diepenbeecx bij deling.
Bewoningsgeschiedenis
Dochter Anneken Diepenbeecx is geboren te Asten rond 1617 en rond 1640 te Asten getrouwd met Henricus Gerard Doensen, geboren te Asten rond 1615 als zoon van Gerard Aert Doensen en Peerke. Hieronder het gezin van Henricus Gerard Doensen en Anneken Diepenbeecx:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Gerardus | Asten ±1641 | koopman in Duitsland | ||
2 | Anna | Asten 09-10-1642 | Asten 12-05-1680 Petrus Pauls |
Asten ±1682 | |
3 | Maria | Asten 20-11-1644 | Breda 10-05-1681 Adriaan Meeussen Voorbosch |
meester hoedenmaker | |
4 | Johanna | Asten 03-09-1646 | Kind | Asten ±1646 | |
5 | Henrica | Asten 02-01-1648 | Kind | Asten ±1648 | |
6 | Hubertus | Asten 08-01-1650 | Asten ±1678 Anna Lenens |
±1705 | * |
7 | Elisabeth | Asten 19-02-1652 | Asten 15-07-1674 Mathijs Janssen Colen |
±1685 | dochter Jenneke |
* Hubertus Henricus Geerit Doensen was chirurgijn in het leger van Groot-Brittannië
Een stuk land gekomen van Henricus Gerard Doensen wordt doorverkocht:
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 130 verso; 13-11-1660:
Michiel Peeter Coolen verkoopt aan Wolphert Ideleth, oud stadhouder en secretaris, te Someren land gelegen in de Middelthiende tussen de beyde Passen 2 lopense 13 roede. Gekomen van Hendrick Gerith Doensen.
Naschrift: Te lossen met 82 gulden 11 stuiver voor Bamis 1661. Daarna vervalt het eigensdomsrecht.
Anneken Diepenbeecx ontvangt nog een erfenis van een nicht:
Asten Rechterlijk Archief 53; 26-02-1661:
Mayken Fransen weduwe Jan Aerts van Hooff, gewoond hebbende te Nuenen, ziek liggende in het Convent van Ommel, testeert.
Aan Fyken, haere moetien wonende te Watermael, buiten Brussel het laatste part in huis en land aen den Dijck en in twee beemden aen Voordeldonck
Aan de kinderen van Huybert Jan Diepenbeekcx getrouwd geweest met Maeyken, haar, testatrices moetien 1⁄6e deel in huis en land aen den Dijck en in twee beemden aan Voordeldonck. Met restrictie dat het deel dat Anneke, dochter Huybert Diepenbeeckx daarin zou toekomen door haar niet zal worden aangenomen maar zal blijven ten behoeve van haar kinderen verwekt bij Hendrick Gerith Doensen, haar man, als deze tot staet komen. En dat uit te reiken door de executeuren.
Als Hendrick Gerard Doensen ziek wordt, stelt hij samen met zijn vrouw een testament op:
Asten Rechterlijk Archief 108 folio 65; 16-11-1686:
Hendrick Geerit Doensen getrouwd met Anneke Huybert Diepenbeecx wonende ontrent de Kerk. Hendrick ziek, Anneke cloeck en gesont. Zij testeren onder andere:
Alle voorgaande maeckselen vervallen. Huis, hof en aangelag aan de Kerk groot ½ lopense en in bewoning bij hen evenals al hun verdere goederen gaan naar de langstlevende om daarmee naar vrije keuze te mogen handelen.
Henricus Gerard Doensen is op 16-11-1686 te Asten overleden en het lijkt er op dat zijn vrouw Anneke door een huisjesmelker wordt bedrogen:
Asten Rechterlijk Archief 109 folio 48 verso; 10-09-1693:
Anneken, weduwe Hendrick Doensen, in het Dorp, geeft in huur aan Hendrick Gijsberts van den Bleeck haar huis, hof en aangelag in het Dorp waarin zij woont. Huurtermijn gedurende het leven van de verhuurster. Dit omdat Huybert, haar zoon, in het huis wil gaan wonen. Huurprijs ƒ 9,- per jaar exclusief de dorpslasten en de verponding. De huurder zal op zijn kosten laten zetten een put met toebehoren, alsmede een oven en brandewijnketel en bij vertrek zal hij de oven en ketel kunnen uytbreecken.Asten Rechterlijk Archief 109 folio 119 verso; 12-12-1696:
Hendrick Gijsberts van den Bleeck heeft volgens scabinale huyrcedulle tussen hem en Anneke Doensen in huur gegeven den heert, keucken en den verdere afhangh, sijnde een stalleke in den huysinge waar Anneke Doensen nu in woont staande ontrent de Kercke met den halve hof. En dat aan Jan Hendrick van den Bleeck, zijn zoon. Huurtermijn 4 jaar. Huurprijs ƒ 8,- per jaar.
De verhuurder zegt toe op zijn kosten in de keuken een bedstede te laten maken en plaatsen omme te conne gebruycken ende daerinne te leveren en te doen het beste bedde tgene hem huyrder is aengestorven van Josyna van der Wynden, sijne moeder, met laeckens en deeckens en verdere toebehoorten. Verder zal de verhuurder aan de huurder leveren haal en tang, pot en ketel, stoel bank en kast en wat verder tot het huishouden behoort. De huurder zal de gewone lasten van het huis betalen. De verhuurder betaalt de extra ordinare.
Uiteindelijk verkoopt zij het huis aan deze Hendrick Gijsberts van den Bleeck, die zelf aan de overzijde aan het huidige Koningsplein woont (zie Julianastraat 2):
Asten Rechterlijk Archief 88 folio 61; 28-04-1698:
Anneken Diepenbeecx weduwe Hendrick Gerit Doensen verkoopt aan Hendrick Gijsbertse van den Bleeck huiske, hof en aangelag ontrent de Kercke ½ lopense, ene zijde Joost Doense, andere zijde de straten. Koopsom ƒ 250,-.
Anneke Diepenbeecx is op 17-07-1698 te Asten overleden en de kinderen benoemen Thomas Idelet om de erfenis af te handelen:
Asten Rechterlijk Archief 110 folio 33; 10-10-1698:
Compareerde voor schepenen Meester Huybert, zoon Hendrick Geerit Doensen, chirurgijn, in het Regiment van Gardes te voet van Sijne Conincklijcke Maiesteyt van Groot Brietanie onder de Companie van de Overste Luytenant Colonel de Bohan, goeverneur van Gretruyden Burgh en omliggende forte. Hij geeft procuratie aan Meester Thomas Idelet, advocaat, te Someren, om namens hem en mede namens Adriaen Voorbesch getrouwd met Maria Doensen, zijn zuster, te Breda procuratie d.e dato 24-09-1698 voor notaris Leempoel. Geerit Hendrick Doensen, zijn broeder, lange jaren in Duytsland verblijvende om zijn coopmanschappe te doen, nu ook absent, om het sterfhuis van Anneke Diepenbeecx, weduwe Hendrick Geerit Doensen te liquideren. Comparant kiest zijn domicilie ten huize van Gijsbert Goort Hoefnagels.
Hieronder de procuratie van 24-09-1698 bij notaris Leempoel in Breda:
De kinderen spannen een kort geding aan tegen Hendrick Gijsberts van den Bleeck:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 17-03-1699:
Meester Huybert Hendrick Gerit Doenssen, chirurgijn, in het regiment van de Gardes te Voet van zijne koninklijke Majesteit van Groot Britanie voor zichzelf en mede voor Adriaen Voorbosch getrouwd met Maria Doenssen, zijn zuster, te Breda, procuratie de dato 24-09-1698 notaris Leempoel, Gerit Hendrick Doenssen, zijn broeder, lange jaren in Duitsland zijnde als koopman, Jenneke Colen dochter van Mathijs Colen en Elisabeth Doenssen zaliger geassisteerd met Gijsbert Hoefnagel. Allen kinderen en erven van Hendrick Gerit Doensse getrouwd geweest met Anneken van Diepenbeeck, aanleggers contra Hendrick Gijsberts van den Bleeck, gedaagde. Zaakvoerder voor de aanleggers is Thomas Idelet, te Someren.
Het is zo dat de wettige kinderen, ten minste toekomt de legitieme portie in de nagelaten goederen van hun overleden ouders. Het is ook zo, dat als een der ouders afflijvich wordt deze kinderen recht hebben op de helft der achtergelaten goederen. Anneke Diepenbeeck, hun moeder en grootmoeder, heeft aan gedaagde en ten bate van deze, op 28 april 1698, verkocht huis, hof en aangelag aan de Kerk ½ lopense. Anneke, hun moeder, was niet bevoegd dit te doen omdat er geen deling met haar kinderen was gemaakt. Omdat gedaagde geen afstand wil doen willen zij via deze hun recht verkrijgen.
Het huis wordt door Hendrick Gijsberts van den Bleeck verhuurd aan derden. Vanaf 1705 huurt Martinus Jan Paulus het huis en moet hij nodige reparaties verrichten. Een jaar later koopt hij het huis:
Asten Rechterlijk Archief 110 folio 206; 19-12-1705:
Hendrick Gijsberts van den Bleeck geeft in huur aan Martinus Jan Paulussen zijn, nu, leegstaande huis bestaande uit: kamer, keuken, schuur en hof ontrent de Kerkcke, ene zijde Jenneke weduwe Joost Doensen, andere zijde en einde de straten; land als wortelvelt in de hofstad 6 roede. Huurtermijn 3 jaar. Huurprijs ƒ 51,- voor deze drie jaar, zijn voldaan.
De huurder zal mogen optimmeren ende behoorlijck afhangen de twee gebonten, ongedekt staande achter verhuurders huis. De verhuurder zal gehouden zijn voor Pasen eerst komende te laeten leggen eenen behoorlijcke gedreven solder boven de camer met een vloer van plaveyen, eenen kelder, eenen behoorlijcken put met sijn toebehoorten, vier buytengelaesen, mitsgaders schouwen ofte schoorsteenen te laeten maecken dat de selve behoorlijcke connen gebruyckt worden. Boven de keucken te laten leggen eenen solder van gedreven ofte ongedreven mitsgaders van steen ofte leem. Ende keucken ende tusschen de schuyr af te maecken met leem oft plancken. De camer, keucken en kelder sal de verhuyrder gehouden sijn eens te laten witten en de huysinge in behoorlijcke reparatie te onderhouden.Asten Rechterlijk Archief 89 folio 119 verso; 27-12-1706:
Hendrick Gijsbertsen van den Bleeck verkoopt aan Martinus Jan Paulus huis en hof, waar de koper woont, ontrent de Kerck 1½ lopense, ene zijde Jenneke weduwe Joost Doensen, andere zijde de verkoper en de straat, ene en andere eind de straten. Verponding ƒ 2,- per jaar. Koopsom ƒ 400,-.
Conditie: De verkoper mag altijd een ladder zetten op kopers grond om het schopke te laten dekken dat staat op het verkochte erf. Het schopke mag vrij gebruikt worden door verkoper en zijn kinderen.
De verpondingen van 1713 melden Martinus Jan Paulus als eigenaar van het huis:
Verpondingen 1713 XIV-60 folio 105 verso:
Martinus Jan Paulus.
van Goort Canters is onder de zitting.
12-08-1728 van de weduwe Hendrick Canters.
Gebroeders Peeter Canters. In de bede ƒ 3-8-4.
Martinus Jan Paulus is geboren te Asten op 14-03-1681 als zoon van Johannes Paulus en Margaretha Jan Martens (zie Marktstraat 1). Hij is op 29-11-1705 te Asten getrouwd met Margaretha Peter Smits, geboren te Asten op 09-11-1674 als dochter van Petrus Jansen Smits en Johanna Peters (zie Voormalig huis G562). Na haar overlijden te Asten op 16-03-1717, is Martinus Jan Paulus te Asten hertrouwd op 16-02-1719 met Petronella Cremers, geboren te Meerlo op 04-12-1687 als dochter van Joannes Cremers en Petronella:
De gezinnen van Martinus Jan Paulus met Margaretha Peter Smits en met Petronella Creemers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna | Asten 11-09-1706 | Kind | Asten ±1722 | |
2 | Anna Maria | Asten 26-07-1708 | Kind | Asten ±1708 | |
3 | Johannes | Asten 21-10-1709 | Kind | Asten ±1725 | |
4 | Johanna Maria | Asten 18-12-1710 | Asten 28-09-1732 Mathias Jansen |
Asten 12-07-1738 | dochter Jenneke |
5 | Johannes* | Asten 14-01-1720 | Asten 15-11-1750 Catharina Loomans |
Asten 31-03-1777 | |
6 | Petrus* | Asten 04-06-1721 | Kind | Asten ±1721 | |
7 | Franciscus* | Asten 06-01-1723 | Kind | Asten ±1723 | |
8 | Franciscus* | Asten 09-07-1726 | Ongehuwd | Asten 18-01-1758 | |
9 | Petrus* | Asten 20-04-1729 | Ongehuwd | Asten 15-01-1757 |
* kinderen uit het tweede huwelijk
Martinus Jan Paulus was een koopman in pruiken en haren voor het maken van een hoofddeksel calot en heeft een paspoort nodig:
Asten Rechterlijk Archief 110 folio 107; 15-10-1701:
Paspoort voor: Martinus Jan Paulus en zijn cammeraet om zowel binnens- als buitenslands te handelen in paruycken en callothayeren.Asten Rechterlijk Archief 111 folio 34; 10-03-1707:
Paspoort voor Martinus Jan Paulussen, jongeman,coopman hetgeen hij al verscheidene jaren is. Wij hebben ook nog nooit gehoord dat eenigh gestoolen waren van coopmanschappe hoedanighlijcken die genoempt souden connen worden bij hem souden sijn ingekocht, teneynde om daermede te coopmanschappe. Wij verzoeken hem alle hulp, faveur en assistentie te verlenen, waar nodig.
Martinus Jan Paulus heeft een vrouw beledigd en er wordt een proces gevoerd:
Asten Rechterlijk Archief 112 folio 131 verso; 16-11-1711:
Interrogatorium voor Jan Martens getrouwd met Hendrina om terzake van iniurie ende diverije door Martinus Jan Paulus gedaan aan Hendrina voorschreven. Te verhoren Jan Willem Pennincx, 53 jaar, Heylke getrouwd met Wouter Hoefnagels, 53 jaar.
Of zij weten dat zij, in september 1711, geweest zijn ten huize van Wouter Hoefnagels?
Jan Willem Pennincx is daar geweest samen met Jan van Rut, Hendrina, de vrouw van Jan Martens en Martinus Jan Paulus; de dag weet hij niet meer.
Heylke Wouter Hoefnagels antwoordt bevestigend.
Of zij er bijgeweest zijn, dat Martinus Jan Paulus in hun aanwezigheid Hendrina heeft verweten dat zij was een diefhegge ende eenen dief?
Jan Willem Pennincx weet niets.
Heylke Wouter Hoefnagels verklaart dat dit zo is; zij scholden elkaar uit voor dief en dievegge.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-01-1712
Jan Marten Doensen getrouwd met Hendrina, aanlegger contra Martinus Jan Paulus, gedaagde.
Gedaagde heeft, in september 1711, zonder enige aanleiding, in het bijzijn van verscheidene personen, aanleggers vrouw uitgescholden voor een openbare dieffegge zeggende onder andere dat zij hemden heeft gestoolen ten huyse van Harck Tapaloght. Aanlegger vraagt om gedaagde te veroordelen tot het betalen van 100 zilveren ducatons aan den Armen van Asten.Asten Rechterlijk Archief 113; 29-02-1712:
Interrogatorium voor Martinus Janssen Paulus om onder eede te verhoren Jan Willem Pennincx, 52 jaar en Jenneke Jan Antonis van Rut, 24 jaar.
Of zij niet present zijn geweest, op 5 september 1711, ten huize van Wouter Hoefnagels, herbergier, waar verscheidene woordenwisselingen en verschillen zijn voorgevallen tussen Martinus Jan Paulus en Hendrina Jan Martens?
Jan Willem Pennincx antwoordt bevestigend. Jenneke Jan Antonis van Rut heeft er wel van gehoord maar zij was al uyt ende ingaende in haer vaders huysinge. Omdat het zolang geleden is, is zij het vergeten.
Of zij hebben gehoord dat Martinus Jan Paulus de voorschreven Hendrina heeft gereprocheert een
Diefhegge te zijn en gestolen te hebben? Of zij niet weten dat de twee voornoemde personen elkander scholden en noemden dief, schelm, diefhegge en hoer?
Jan Willem Pennincx verwijst naar zijn verklaring de dato 16-11-1711.
Jenneke Jan Antonis van Rut weet er niets van, maar heeft wel inuirieuse woorden gehoord zonder echter te weten wie deze gesproken heeft.
Zij bevestigen een en ander onder eede.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 28-04-1712
Compareerde, voor schepenen van Geldrop, Johan Marten Doensen, te Asten, welke procuratie geeft aan Meester Hendrick Coolen, advocaat, te Eyndhoven, om namens hem te vervolgen de zaak, reeds te Asten aangevangen, tegen Martinus Jan Pauwels.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 20-06-1712:
Wolphangus Idelet, procureur, aanlegger contra Jan Marten Doensen, gedaagde.
Aanlegger heeft gedaagde bijgestaan als aanlegger tegen Martinus Jan Paulus, als gedaagde. De kosten/verdiensten van deze zaak hebben voor aanlegger bedragen ƒ 28,95. Tot nu toe is hij in de minne nog niet tot betaling kunnen geraken. Er zijn ook enkele bezoeken gedaan aan advocaat Coolen, te Eyndhoven.Asten Rechterlijk Archief 113 folio 44; 03-09-1712:
Martinus Jansen Paulus geeft procuratie aan Meester Arnoldus Swinckels, advocaat, om namens hem te drijven ende te poursuiveren de procedure die hij, als gedaagde, genoodzaakt is te voeren contra Jan Marten Doensen getrouwd met Hendrina Jansen in cas van inuirie.
Martinus Jan Paulus koopt ook de rest van het huis en grond van Antoniske Martens (zie Julianastraat 2):
Asten Rechterlijk Archief 91 folio 58 verso; 17-05-1712:
Antoniske weduwe Jan Fransen van de Loverbosch, geassisteerd met Francis, haar zoon, verkoopt aan Martinus Jan Paulus een vervallen huiske of schopke met de grond in het Dorp tussen de Kerk en de erve van de verkoopster 8 roede, ene zijde en einde de koper, andere zijde en einde de straten. Koopsom ƒ 80,-.
Er wordt een verklaring voor een goede gezondheid afgegeven aan Martinus Jan Paulus:
Asten Rechterlijk Archief 114 folio 4; 04-01-1714:
Verzoek om Martinus Janssen Paullus, geboren en wonende te Asten, te laten passeren en repasseren. Den selven ons te kennen heeft gegeven dat sijn affairens hem in persoon menigmaal in andere lantschappen, alwaer men voor besmettelijcke siecktens is bedugt, comen te requireren. Soo versoeghte den selven, dewijl wij door godts genade alhier binnen dese heerlijckheyt ende allomme elders van besmettelijcke siecktens sijn bevrijt. Toonder dezes woont in een gezond land.
Martinus Jan Paulus koopt een deel van de Braeselse en Wijtflietse tienden van Theodorus de Louw (zie Asten):
Asten Rechterlijk Archief 92 folio 9; 18-01-1714:
Dirck de Louw, coopman, te Eyndhoven, verkoopt aan Martinus Jan Paulus 1⁄5e deel in de helft van een clamptiende de Wijtvlietse tiende, rijdende tegen de Brasselse tiende. Ze is verkoper aangekomen bij scheiding en deling met zijn broers en zusters voor schepenen Eyndhoven op 26-09-1711. Belast met 1⁄5e deel in 6 vat rogge per jaar aan rentmeester des Tombes. De tegenwoordige pachter hetzelfde 1⁄5e part der tiende voor de oogst 1714-1715 zal moeten heffen. De koper zal ontvangen de pacht tot 321⁄5e vat per jaar rogge en 11 vat boekweit per jaar. Koopsom ƒ 840,-.Asten Rechterlijk Archief 114 folio 6; 18-01-1714:
Dirck de Louw, coopman, te Eyndhoven, verklaart dat hij de ƒ 840,- zijnde de koopsom van 1⁄5e deel in een tiende op de dato door hem, comparant, aan Martinus Jan Paulus verkocht, niet zal opnemen totdat hij sufficante borgen zal hebben gesteld tegen alle aanmaningen die ten laste van de voorschreven tiende, nu of later mochten komen.Asten Rechterlijk Archief 114 folio 82; 16-02-1715:
Dirck de Louw, in leven coopman, te Eyndhoven, heeft, op 18 januarij 1714, aan Martinus Janssen Paulus, voor schepenen van Asten, verkocht 1⁄5e deel van een clamptiende, te Asten. En heeft de Louw, bij acte, op de dato voorschreven, alnog toegezegd aan de koper tot voldoening van de koopsom, ƒ 840,-, niet te constringeren voor en al eer, ter verzekering van de koper, goede borgen tot garandering van de koop gesteld zouden zijn. De koper heeft echter met de gestelde borgen geen genoegen genomen. Omdat de vercoopersse niet langer van haar koopgelden gefrusteert zal blijven heeft zij, Juffrouw de Louw aan Martinus Jansse geassigneert, in mindering van de ƒ 840,- te betalen aan de weduwe Hendrick de Boer, te Eyndhoven, ƒ 400,-, die zij, Juffrouw de Louw, volgens schepenbrieven de dato 13-06-1711 schuldig is. Er rest op de koopsom dan nog ƒ 440,-. En opdat de koper, tot zijn eigen securiteit, de koopgelden betaald heeft, heeft zij, Juffrouw de Louw, aan hem, koper, toegestaan dat de overschietende gelden aan haar crediteuren, zover die enige pretentie ten hare lasten zijn hebbende, zouden worden betaald.
Nu compareerde voor drost en schepenen Willem van den Hurck, notaris en procureur, te Eyndhoven, welke namens zijn zoon Willem Hendrick van den Hurck, coopman, te Rotterdam, heeft ontvangen van Martinus Janssen Paulus, in mindering van de koopsom ƒ 126,- die Willem Hendrick van den Hurck, volgens schepenvonnis, Eyndhoven, de dato 15-09-1714, van Juffrouw de Louw te ontvangen heeft. Wegens onkosten in die zaak heeft hij nog ontvangen van Martinus Jan Paulus ƒ 21,-. En wegens geleverde brandewijn en jenever, door comparants vrouw gedaan, ƒ 23,20, in totaal ƒ 170,20. En omdat de koper, Martinus Jan Paulus, deze betalingen niet alleen met consenten order van Juffrouw de Louw, hier present, heeft gedaan doch ook tot meerdere verzekering van zichzelf, zo heeft Willem van den Hurck beloofd hem na de dato terzake van deze ƒ 170,20, tegenover degenen die meer rechten op dit bedrag menen te hebben, kost- en schadeloos te houden.
Ook compareerde Otto van den Boer, zoon van wijlen Hendrick van den Boer, mede namens zijn moeder, welke verklaart van de voorschreven koopsom, uit handen van Martinus Jan Paulus ƒ 90,-, wegens 3 jaar en 9 maanden intrest van de voorschreven ƒ 400,-. Ook hij zal, mede namens zijn moeder, van deze ƒ 90,-, Martinus Jan Paulus ten opzichte van andere schuldeisers kost- en schadeloos houden.
Compareerde Francis van de Loverbosch, herbergier, welke van Martinus Jan Paulus, in opdracht van Juffrouw Dirck de Louw, ƒ 20,80 heeft ontvangen wegens verteringen, op verschillende tijden ten zijne huize gedaan door de voornoemde weduwe.
Compareerde Tony Tony Franssen welke ƒ 24,50 heeft ontvangen, als voor, wegens aan Dirck de Louw geleverde toeback.
Martinus Jan Paulus was ook tiendmeester en treedt hier op tegen een overtreding:
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 192-195; 06-09-1723:
Schepenen van Asten verklaren ter instantie van Martinus Jan Paulus, een van de eigenaren van de groote clamptiende dat wij, met hem, op 19 juli 1723, rond zes uur in de middag zijn geweest, om te visiteren een sekeren acker corens gehoorende onder den grooten klamp voorschreven. Wij hebben daar gezien dat den eerste, elfde hoop coren was opgetrocken met een strick in schijn of getient was. Comende alsoo weder tot den elfden opgesette corenhoop tselve alsoo wederom bevonden met een opgetrocken strick als voor. En verder comende op den selven acker hebben wij alnog bevonden drie opgerigte coren hoopen, de twee ider van acht gerwen en den derden van tien gerwen sonder dat een van de drie voorschreven hoopen tiendtbaar waren gemaackt of dat eenige de minste schijn of tijcken daarvan hadden. Wij verklaren verder dat op hetzelfde moment op den akker is komen varen eene karre waarop waren sittende Juffrouw Odilia van Weerden, huysvrouwe van Peeter Guns en Juffrouw vrouwe Joseph Petit met nog een vrouwspersoon en voerman en bijwesende vrouwpersoon, die in presentie van de voorschreven twee Juffrouwen het voorschreven coren hebben opgeladen, uytgenomen de twee alsoo opgestrickte korenhoopen en de drie gerwen bijeen geset sonder dat de voorschreven drie gerwen eenige tijkene hadde van tiende en daarmee van de voorschreven akker zijn afgevaren. Verklarende de requirant den selven acker corens als mede eygenaar van de tiende, dit jaar 1723, niet getient te hebben of van sijnentwege getient te sijn.
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 193; 08-09-1723:
Joost Janssen Hoefnagels, Peeter Aart Keysers en Hendrik Bernarts.
Zij verklaren ter instantie van Martinus Jansse Paulus en Pieter de Cort, drost, dat het waar is dat zij, op 19 juli laatstleden sagtermidags, ontrent de klocke seven uren hebben gezien dat op Ostaden een peert en karre geladen met granen, geleyt door den knegt van Pieter Guns en seker vrouwspersoon die scheen een meyt te wesen, sonder dat daar aan en bij of present waren Juffrouw Odilia van Weerden, huysvrouw van Peeter Guns en Juffrouw huysvrouw Joseph Petit. Zij deponenten hebben toen zien komen Martinus Paulus Janssen, een mede-eigenaar van de grote klamptiende hebbende in sijn regterhant een snaphaan swajensgeweys in balans naar beneden neffens sijn regterbeen, sonder hetselve geweer te presenteren of de minste mine te maken vandien, maar alleen tselve swajensgewijs in sijn eene hant blijvende dragen als voor, ende met hem Willem van Riet, in sijn hant hebbende een korengaffel, sonder dat denselven ook de minste mine maakte van daarmede imant te willen molesteren en dat alleen Martinus Jan Paulus, sonder de minste drijgementen of hevige woorden tegens de knegt van Peeter Guns Heeft geseyt: "Ik come met promissie vant officy en versoeck dat dese karre weder terug mag varen, doordien dit koren of graan dat geladen is, niet behoorlijck is getient". Hierop is zonder iets terug te zeggen de knecht met paard en kar teruggevaren. Er zijn geen hevige woorden of dreigementen gevallen.
Peeter Aart Keysers verklaart nog dat hij deselve karre heeft sien comen aanvaren buyten den regten en gemeenen weg over berge en dalen daar geen hoog karre spoor en was. En dat de voorschreven knecht van Peeter Guns sijnde buyten den gemeenen wegh, hem deponent, gevraagd heeft hoe hij best naar Someren voer. Daar hij, knegt, nemende den gemeenen weg, veel gemakkelijker en korter naar Someren soude hebben connen varen, dog dat dan soude hebben moeten passeren een der huysen der tiendenaren.
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 194; 08-09-1723:
Mattijs Willems, Joost Jansse Hoberge, Jan Jeuris van Hoof, Frans Jan Keels en Jan Jansse Walravens.
Zij verklaren ter instantie van Martinus Jan Paulus en Pieter de Cort, drost, dat zij weten en dat zij meer dan dertig jaar geleden hebben gezien en zelve gepractiseerd dat, als hier, te Asten, een stuk lants granen is tiendtbaar gemaakt en dat den collecteur of eygenaar der tiende aangemaant sijnde om te comen tienden en naar verloop van behoorlijkcken tijt van 24 of twee maal 24 ure, sonder in de bepalinge des tijts beheept te willen wesen en alleen ten dien opsigte haar refereerende tot de placcate of resolutie ten dien opsigte geemaneert den eygenaar of collecteur niet comende tienden den eygenaar der granen de selve doet tienden, door nabuuren tiendende of optreckende, in dat gevalle den tienden en niet den elfden gast of korenhoop ofte tiende gerwen. Zij weten dit omdat hun granen door naburen ingetient zijn geworden of dat zij de granen van hun naburen zo hebben getient.Asten Rechterlijk Archief 115 folio 208; 20-10-1723:
Joost Hendrik Tielen verklaart ter instantie van Martinus Jansse Paulus dat hij 's nachts, tussen de 18e en 19e juli laatstleden, omtrent twaalf uur, door Joseph Petit, die op zijn deur had geklopt, verzocht is geworden om sekeren acker koren te helpen afmajen, gelegen in de grooten clamptienden ontrent den Wintmolen. En dat hij, Joseph Petit, schoonzoon van Peeter Guns, bij zich had, twee paarden en karren. Hij comparant, is uit zijn bed opgestaan en heeft met Tomas, de knecht van Peeter Guns, het koren gemaaid, waarmee zij tegen de morgen klaar waren. Hij heeft later gehoord dat het koren door de knecht, laat in de middag of 's avonds van dezelfde dag van dien akker is weggebracht.Asten Rechterlijk Archief 115 folio 210 verso; 28-10-1723:
Aart Hendrix Verhees verklaart ter instantie van Martinus Janssen Paulus dat Joseph Petit, zijnde de schoonzoon van Peeter Guns, 's nachts tussen de 18e en 19e juli laatstleden heeft geroepen aan zijn, comparants, deur, waarop hij, comparant, met zijn vrouw en gehele gezin te bedde liggende, is opgestaan en aan de deur gevonden, Joseph Petit, met Tomas, de knecht van Peeter Guns en nog twee vrouwspersonen, bij hen hebbende twee karren en twee paarden. Petit heeft hem daarop gevraagd of hij met zijn knecht, met name Joost Hendrick Tielen, aanstonts wilde helpen een akker koren, gelegen bij de Wintmolen en horende onder de groote klamptiende wilde afmaaien. Aan dit verzoek heeft hij voldaan en is samen met met Joost Hendrick Tielen, Tomas, de knecht van Peeter Guns, de twee vrouwen en Joseph Petit naar de voorschreven akker gegaan ende de handen aanstonts aant werck geslagen en dien acker afgemeyt. Tegen het aanbreken van de dag waren zij daarmee klaar. Comparant heeft later, door geloofbare getuigen horen zeggen dat dit koren met paard, kar was afgevoerd, door de knecht van Peeter Guns.Asten Rechterlijk Archief 115 folio 241; 21-04-1724:
Jan Peeters van Bussel, 33 jaar, verklaart ter instantie van Martinus Jansse Paulus dat, op 19 juli 1723, de comparant en Martinus Jansse Paulus, omtrent 12 uur 's middags, in de herberg van Michiel van de Cruys geweest zijn en daar gezien hebben seker vrouwspersoon, doch niet te weten of het de meyt was van Peeter Guns, te Maarheese, ofwel dat zij was in sijnen arbeyt die daar openlijk zei: "Dat sij seker koren, tgeene des snagts of vroeg in de morgenstont was afgemeyt, hat helpen bynde, ten versoecke van Peeter Guns of sijn vrouw, staande op eenen acker gelegen, alhier, aan den Corenwintmolen". En voegende zij meyt of arbeytster daar aan toe: "En Peeter Guns salt koren oock laten weghalen". Hij verklaart verder dat hij met Martinus Jan Paulus is gegaan naar het huis van Martinus en dat op dezelfde middag, tussen twee en half drie, daar is gekomen Juffrouw Odilia van der Weerden, de vrouw van Peeter Guns en die tegen Martinus Jan Paulus zei: "Dat hij den acker koren soude comen tienden, die daar, ontrent de Molen, is afgemeyt". Waarop Martinus antwoordde: "Als 't tiendbaar is gemaakt, soo sal ik 't op behoorlijcken tijt comen tienden en anders niet". Comparant voegt er verder aan toe, dat hij, rond drie uur in de midddag, nog steeds in gezelschap van Martinus Jan Paulus, nog gehoord en gezien heeft datPeeter Guns, desselfs vrouw of imant uyt sijnen naam, eerder of anders als voorschreven, heeft versogt gehat van hem eenig koren te comen tiende. Hij verklaart verder dat hij, op 19 juli 1723, heeft horen zeggen dat Peeter Guns, of wel door zijn order, met zijn paard en kar, knecht en arbeiders, in den avond, het koren van den akker heeft laten afvoeren.
Met de betaling van het tiendrecht van de tiende bij Ostade heeft Martinus Jan Paulus problemen en moet het uiteindelijk weer verkopen:
Asten Rechterlijk Archief 27 folio 74; 10-05-1734:
Otto van de Boer, coopman, te Eyndhoven, aanlegger contra Martinus Janssen Paulus, gedaagde.
Wijlen Dirck de Laure, gewoond hebbende te Eyndhoven, heeft op 13-06-1711, voor schepenen Helmont, een lening afgesloten bij de weduwe Hendrik van den Boer ƒ 400,- à 6%. Bij prompte betaling à 4%. De obligatie is de aanlegger ten deel gevallen in mindering van de koopsom van een tiende door de Laure aan gedaagde verkocht op 01-02-1715. Gedaagde heeft verscheidene jaren de intrest betaald. Op 20-09-1733 is de geloofte opgezegd. Waarbij gedaagde gehouden was aan eiser te voldoen ƒ 400,- met 5 jaar intrest. Aanlegger vraagt om te mogen executeren. Dit wordt toegestaan.Asten Rechterlijk Archief 94 folio 57 verso; 04-04-1735:
Martinus Jan Paulus verkoopt aan Otto van den Boer, te Eyndhoven zijn aandeel in een klamptiende de Braeselsetiende rijdende tegen het Gemene Land en Beresteyn. Hem, verkoper, aangekomen bij koop van de Lauw, te Eyndhoven. Betaald zal worden met een obligatie van ƒ 400,- ten laste van Hendrick de Louw schepenen de dato 13-06-1711 en de verkoper, in 1715, in mindering van zijn koopsom tot zijn last overgenomen met de verlopen intrest van 7 jaar en de verdere kosten. De transportant reserveert een lostijd van 8 jaar voor de gelijke som als hij, koper, daarvoor betaald zou worden. Zie vonnis Asten de dato 10-05-1734 ten laste van de transportant. Belast met 5 cop rogge per jaar in een meerdere rente van 12 vat rogge per jaar Peelse maat aan Hendrik de Kempenaar, rentmeester van de Geestelijke Goederen, te 's Hertogenbosch. Koopsom ƒ 550,-.
Petronella Creemers is op 11-07-1729 te Asten overleden en ook bij compagnon Joost Jan Hoefnagels heeft Martinus Jan Paulus nog schulden openstaan:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-10-1734:
Joost Jan Hoefnagels, coopman, aanlegger contra Martinus Jan Paulus, coopman, gedaagde.
Aanlegger en gedaagde hebben, op 22-02-1734, hun coopmanschap ontbonden. Waarbij gedaagde ƒ 95,- is schuldig gebleven te betalen binnen vier maanden. Tot nu toe is hij in gebreke gebleven. Reden tot dagement.
Catharine Marie van Eijck, weduwe van Hendrick Aelbert van Dongelbergen (zie Busselseweg 7), daagt Martinus Jan Paulus voor het niet betalen van geleverde rogge:
Asten Rechterlijk Archief 14 folio 369; 28-03-1735:
Mevrouw Catherine Marie van Eyck, douariere van Dongelbergen, te Blarthem, aanlegster contra Martinus Jan Paulus, gedaagde.Asten Rechterlijk Archief 27 folio 80; 20-06-1735:
Aan Heren Schepenen, gezien het request vanwege Mevrouw Catherine Marie van Eyck, baronnes douariere de Dongelbergen, te Blaertem van 28-03-1735 contra Martinus Jan Paulus., gedaagde. Conclusie gedaagde moet worden opgelegd om te voldoen ƒ 71-5-0 wegens gekochte en geleverde rogge.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 28-10-1735:
Mevrouw Catherine Marie van Eyk, Baronesse, Douariere de Dongelbergen, te Blaerthem, aanlegster contra Martinus Jan Paulus, gedaagde. Gedaagde heeft, op 06-02-1726, van wijlen aanlegsters man 100 vat rogge gekocht à 14 stuiver per vat zijnde ƒ 71-5-0. Tot nu toe is betaling achterwege gebleven, ondanks menigvuldige verzoeken. Reden om hem te dagen.
Martinus Jan Paulus heeft een geschil met Jan Jansen van Dijk (zie Voormalig huis G783) met betrekking tot pacht van een klamptiende van Philippus Carolus van Dongelbergen (zie Busselseweg 7):
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 14-11-1735:
Martinus Jan Paulus, aanlegger contra Jan Jansen van Dijk, gedaagde. Gedaagde en aanlegger hebben, in 1725, een clamptiende, behorende aan Heer Philippus Carolus van Dongelbergen, te Blaerthem in pagt aengeslagen en opgevoerd. Gedaagde heeft het coren daervan geprovenieert ten sijnen huyse ontfangen en naar zijn welgevallen gebeneficieert en ten gelde gemaakt. Gedaagde is tot heden, ondanks veelvuldige aanmaningen en de verplichting daartoe, niet gekomen tot het overleggen van een behoorlijke rekening, bewijs en reliqua.
Bij de verpondingen van 1737 en in het huizenquohier over de periode 1736-1746 is Martinus Jan Paulus eigenaar en bewoner van het huis:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 212 verso:
Martinus Jan Paulus.
Huijs, hoff en aangelagh ½ lopense.
Jaar | Eigenaar nummer 25 Dorp | Bewoners nummer 25 Dorp |
---|---|---|
1736 | Martinus Jan Paulus | Martinus Jan Paulus |
1741 | Martinus Jan Paulus | Martinus Jan Paulus |
1746 | Martinus Jan Paulus | Martinus Jan Paulus |
Martinus Jan Paulus komt daarna geregeld in het archief voor en meestal als gedaagde om een openstaande schuld te betalen:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 03-03-1738:
Jan Antony Smits, te Vlierden, aanlegger contra Martinus Jan Paulus, gedaagde.
Gedaagde heeft, in 1737, van aanlegger gekocht twee runderbeesten voor ƒ 57-10-00. Bij leverantie is echter maar betaald geworden ƒ 19-00-00. En twee jonge varkens ƒ 8-00-00. Totaal ƒ 27-00-00. De resterende ƒ 30-10-00 zijn tot nu toe niet bekomen kunnen worden
Uiteindelijk besluit Martinus Jan Paulus om iets van zijn bezit te verkopen:
Asten Rechterlijk Archief 154 folio 33; 28-12-1739:
Gezien het request van Martinus Jan Paulus, de dato 21-09-1739, waarin hij te kennen geeft dat hij weduwenaar is van Margriet Smits en tijden dit huwelijk verschillende goederen heeft aangekocht en dienaangaande ook verscheidene schulden heeft moeten maken en waarover hij al enige malen in rechten is aangesproken en nu weer opnieuw, waardoor hij voor een totaal ruin geschapen staat te worden.
Hij zou dit kunnen voorkomen, door van zijn vaste goederen voor een waarde van ƒ 200,- te mogen verkopen of te belasten en daarmee al zijn schulden en lasten betalen. Een en ander kan echter niet geschieden omdat er nog een onmondig kind in leven is van zijn dochter, verwekt bij zijn eerste vrouw. Hij verzoekt toestemming van het College.
Naschrift: Gehoord hebbende Jan Janse Paulus en Jan Jan Peter Smits, naaste bloetvrienden van het onmondige kind, welke ons adviseerden een en ander toe te staan. Hij zal mogen verkopen een gedeelte van een tiende sinds 10-04-1734, in belening aan Otto van den Boer, coopman, te Eyndhoven, om hiermee zijn schulden met van den Boer te vereffenen en van het overblijvende zijn overige schulden betalen.
Op zijn 60e vraagt Martinus Jan Paulus nog een paspoort aan:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 234 verso; 17-01-1741:
Paspoort voor Martinus Jan Paulus, van goeder naam en faam. Verzoeke hem te laten passeren en repasseren.
Martinus Jan Paulus is op 04-05-1750 te Asten overleden. De erfenis moet worden verdeeld en mede vanwege de vele schulden wordt besloten om de goederen te verkopen:
Asten Rechterlijk Archief 15 folio 333; 14-09-1750:
Gezien het request van de erfgenamen Martinus Jan Paulus van de volgende inhoud:
Jan Peter Smits als momboir over Jenneke, onmondig kintskind van Martinus Jan Paulus en Margrieta Peter Smits en Jan Janse Paulus als momboir over Pieter, minderjarige zoon van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers alsmede Johannes en Francis, meerderjarige zoons van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers. Dat Martinus Jan Paulus, in 1705, is getrouwd met Margrieta Peter Smits, deze is op 23-03-1718 overleden met achterlating van diverse vaste goederen tijdens het huwelijk aangekocht. Mede nalatende drie kinderen. Dat als toen de gehele nalatenschap was verstorven deze voor de ene helft naar de man was gegaan en voor de andere helft naar de drie kinderen. In het tweede huwelijk zijn echter twee van de drie kinderen, zonder kinderen na te laten, gestorven. Waardoor 2⁄3e deel van die helft aan de vader zijn toegekomen. Het overig 1⁄3e deel is gebleven op de moeder van Jenneke en nu haar toebehorende in plaats van haar overleden moeder.
Martinus Jan Paulus is zonder inventaris te maken in de boedel blijven zitten en in 1719 hertrouwd met Peternel Cremers. Hij heeft de goederen ingebracht die hij bezat en Peternel bracht ƒ 500,- in. Ook toen is geen inventaris gemaakt doch alles is gedaan in overleg met de naaste vrienden. Ondermeer dat de kinderen uit het eerste huwelijk te verwachten waren, na het overlijden van de ouders, gelijk op zouden delen alsof het kinderen uit een bedde waren. Er zijn wel huwelijkse voorwaarden opgemaakt doch deze zijn niet voltrokken alleen het hoofd en het eerste artikel is ingeschreven in het protocol. De tweede vrouw is in 1728 overleden haar man, drie kinderen en een voorkind nalatende. De boedel was in staat als voren. Op 06-05-1750 is Martinus Jan Paulus overleden. Hij heeft altijd in de onverdeelde en ongeinventariseerde boedel gezeten.
Hij heeft in zijn tweede huwelijk ook enige goederen aangekocht en in het eerste huwelijk verkregen goederen weer verkocht. Gedurende de tijd van het tweede huwelijk en daarna zijn vele personele schulden gemaakt, mogelijk ƒ 1000,-. Er is echter met geen mogelijkheid een nette staat vanaf 1705 van de nalatenschap te formeren. Er bevonden zich onder andere in een huis, land en groes in het Dorp, een huis, land en groes op Voordeldonk. Om niemand te benadelen wordt voorgesteld om alle goederen, gekomen van hun ouders, te verkopen, daaruit zodra mogelijk de schulden te betalen en dan te accorderen over het restant van de opbrengst.
Naschrift: Het College is accoord, met dien verstande, dat Jenneke, het kindskind uit het eerste huwelijk pretens zal worden voor alle anderen.Asten Rechterlijk Archief 15 folio 345; 09-11-1750:
Gezien het request van Jan Peeter Smits, als momboir over Jenneke kindskind van Martinus Jan Paulus en Margrieta Peter Smits:
Ingevolge decreet de dato 14-09-1740 zijn, publiek, verkocht alle onroerende goederen gekomen van Martinus Jan Paulus, zowel uit eerste als tweede huwelijk. De opbrengst heeft bedragen ƒ 1410,-. De schulden zullen echter meer bedragen dan de opbrengst. Het kindskind zou echter na regten toekomen van haar grootmoeder 1⁄3e deel van de helft uit de boedel zoals die was op 23-03-1718, bij het overlijden van de grootmoeder.
Bij het hertrouwen, in 1719, is ook geen inventaris gemaakt en zouden de kinderen uit eerste en tweede huwelijk als een worden beschouwd. Dit is echter nooit geprotocolleerd. Indien nu alles gedaan zou worden, als toen besproken, dan zou Jenneke niets ontvangen. In overleg met de drossard en Johannes en Francis, zonen van Martinus Janssen, uit het tweede huwelijk, halve broeders van Jenneke, is overeengekomen dat zij zullen betalen ƒ 200,- aan Jenneke en verder alle kosten van de nalatenschap op zich zullen nemen. Was getekend Jan Smits, Francis Martinus Jansen, Jan Janse Paulus. Naschrift: Het college stemt toe mits de ƒ 200,- op goede intrest wordt gezet.Asten Rechterlijk Archief 96 folio 191 verso; 19-11-1750:
Jan Peter Smits, momboir over Jenneke, onmondige dochter van Matijs Jansen getrouwd geweest met Jennemie Martinusse en een kleinkind van Martinus Jan Paulus en Margrieta Peter Smits alsmede Jan Janse Paulus, momboir over Pieter, onmondige zoon van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers alsmede Johannes en Francis, zoons van Martinus Jan Paulus en Peternel Cremers. Zij verkopen aan Johannes Martinus Jansen huis, schuur, stal en hof in het Dorp ½ lopense, ene zijde weduwe Antoni de Kuyper, andere zijde en einden de straat Verponding ƒ 1-2-0 per jaar
Land in de Beckers 1 lopense Verponding ƒ 0-6-0 per jaar Bede ƒ 0-5-0 per jaar
Land het Neutje 1½ lopense Verponding ƒ 0-12-0 per jaar Bede ƒ 0-07-0 per jaar
Land op en in den Berg 3 lopense Verponding ƒ 0-18-0 per jaar Bede ƒ 0-15-0 per jaar
Land agter Jan Liesen 1½ lopense Verponding ƒ 0-4-00 per jaar Bede ƒ 0-3-12 per jaar
Land het Venneke 3 copse Verponding ƒ 0-4-0 per jaar
Land tusschen de Weegen 2½ lopense Verponding ƒ 0-15-0 per jaar Bede ƒ 0-12-8 per jaar
Groes Jan de Muldersdries 4 lopense.
Belast met ƒ 5-00-0 per jaar aan het Gemene Land; ƒ 1-10-0 per jaar aan het Gemene Land. Verponding ƒ 1-10-0 per jaar. Koopsom ƒ 890,-.
Nog wordt aan Johannes Martinus Jansen verkocht huis, hof, aangelag, groes en land 5 lopense, ene zijde Joost van Hugten, andere zijde Hendrik Aarts, ene einde de straat, andere einde een drieske.
Drieske bij het huis Verponding ƒ 1-16-10 per jaar Bede ƒ 0-17-12 per jaar
Groes / land het Wortelveltje 1 lopense Verponding ƒ 0-6-0 per jaar
Groes / land het Heytvelt 2 lopense
Groes over de straat ½ lopense Verponding ƒ 0-6-0 per jaar
Land de Reuseman 3 lopense Verponding ƒ 0-16-0 per jaar Bede ƒ 0-15-0 per jaar
Groes het Hoyvelt Verponding ƒ 0-18-0 per jaar
Koopsom ƒ 382,-.
Nog koopt Johannes Martinus Jansen:
Land agter het Clooster 1 lopense 3 copse Verponding ƒ 0-9-0 per jaar Bede ƒ 0-7-8 per jaar
Groes te Ommel 2½ lopense Verponding ƒ 1-4-0 per jaar
Koopsom ƒ 138,-.
Totale koopsom bedraagt ƒ 1410,-
De koper van het huis, Johannes Martinus Jansen, is vrijwel zeker zijn oudste zoon, geboren te Asten op 14-01-1720. Hij is op 15-11-1750 te Asten getrouwd met Catharina Goort Loomans, geboren te Asten op 07-01-1726 als dochter van Godefridus Loomans en Maria Manders (zie Molenweg 23):
Het gezin van Johannes Martinus Jansen en Catharina Goort Loomans:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Petronilla | Asten 31-08-1751 | Asten 10-01-1773 Godefridus Johannes Sauvé |
Asten 20-10-1828 | zie Voormalig huis G521 |
2 | Wilhelmus | Asten 13-09-1753 | Wuustwezel (B) | ||
3 | Anna Catharina | Asten 28-05-1755 | ±1781 Gerardus Vermeulen |
zie Voormalig huis G521 later wonend in Bree (B) |
Bij de verpondingen van 1754 en in het huizenquohier over de periode 1751-1771 staat het huis op naam van Johannes Martinus Jansen. Hij woont zelf in een ander huis in het dorp (zie Voormalig huis G521) en verhuurt het huis aan derden:
Verpondingen 1754 XIV-63 folio 265:
Johannes Martinus Jansen.
Nummer 25 huijs en hoff bij de kerk 1½ lopense.
Jaar | Eigenaar nummer 25 Dorp | Bewoners nummer 25 Dorp |
---|---|---|
1751 | Johannes Martinus Jansen | Wilbert Aart Koppens |
1756 | Johannes Martinus Jansen | Paulus van Gerven en Helena Aart Tielen |
1761 | Johannes Martinus Jansen | Paulus van Gerven en Francis van Hoek |
1766 | Johannes Jansen en sijn kinderen | Paulus van Gerven en Peter Wagemans |
1771 | Johannes Jansen | weduwe Paulus van Gerven in de camer weduwe Francis van den Broek |
1776 | kinderen Johannes Jansen | Hendricus Verheijen en Francis van den Broek |
Het gezin van Paulus Mathijs van Gerven, geboren te Asten op 15-11-1721 als zoon van Mathys Willems van Gerven en Theodora Teunis, heeft het langst in dit huis gewoond. Hij is op 19-10-1749 getrouwd met Josijna Antoni Verhindert, geboren te Asten op 12-02-1722 als dochter van Antonius Jansen Verhindert en Johanna Hendrick van Helmont (zie Behelp 1):
Het gezin van Paulus Mathijs van Gerven en Josijna Antoni Verhindert:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna | Asten 06-10-1750 | Ongehuwd | Asten 21-12-1779 | |
2 | Matthias | Asten 23-05-1752 | Kind | Asten 29-03-1755 | |
3 | Anna Maria | Asten 13-02-1754 | Kind | Asten 14-08-1754 | |
4 | Theodorus | Asten 11-05-1756 | |||
5 | Anna Maria | Asten 07-05-1758 | Kind | Asten ±1758 | |
6 | Theodora | Asten 23-02-1763 | Kind | Asten 09-09-1779 | |
7 | Anna Maria | Asten 23-06-1766 |
Paulus Mathijs van Gerven is op 15-07-1771 te Asten overleden en Josijna Antoni Verhindert wordt beboet voor brandgevaar:
Asten Rechterlijk Archief 24 folio 139 verso; 19-07-1773:
Den drost, aanlegger contra de weduwe Paulus van Gerwen, gedaagde. Gedaagde heeft te betalen ƒ 1-5-0 omdat zij, op 18-05-1773, door de schutter is bevonden des avons met een brandende lamp bij het stroy in de stal te gaan.
Josijna Antoni Verhindert is op 01-10-1779 te Asten overleden.
Catharina Goort Loomans is op 01-06-1755 te Asten overleden en eigenaar Johannes Martinus Jansen is te Asten op 19-01-1776 overleden. Daarna wordt de erfenis geïnventariseerd, verdeeld en verkocht:
Asten Rechterlijk Archief 28 folio 95; 29-05-1776:
Gezien het request van Peter Verberne, te Eyndhoven en Antoni Lomans, voogden over Willem en Catrina, onmondige kinderen van wijlen Johannes Jansen en Catrina Lomans. Zij hebben de nalatenschap, samen met Godefridus Sauve getrouwd met Peternella, de zuster van de onmondigen, nagezien. Deze bestaat uit twee huizen, land en groes.
De huisraad is provisioneel verdeeld om voor de onmondigen te bewaren en omdat Godefridus zijn aandeel zelf nodig had. Johannes Jansen heeft enige jaren met beesten, als anders, koopmanschap gedreven en de supplianten hebben onderzocht of ter dezer zake nog geld te ontvangen zou zijn. Zij hebben dit niet bevonden. Ook is in de boedel geen geld gevonden, wel schulden, voor meer dan ƒ 1000,-.
De overledene kon niet schrijven zodat ook geen schuldboek of aantekeningen zijn gevonden wat ten voordele of nadele van de boedel staat. Ook zijn alle pretenties ten laste van de boedel nog niet ontvangen. Om voorschreven redenen is de inventaris nog niet gepasseert kunnen worden. Omdat de supplianten geld nodig hebben om de schulden te betalen stellen zij voor om het huis, land en groes bewoond door Hendricus Verheyen te verkopen. Godefridus Sauve en zijn vrouw, zijn hiertoe ook genegen evenals de naaste vrienden, Francis Jansen, Goort en Pieter Lomans. Zij verzoeken om toestemming. Naschrift: Fiat.Asten Rechterlijk Archief 124 folio 83 verso; 14-05-1776:
Inventaris opgemaakt door Pieter Verberne, te Eyndhoven en Antonis Lomans, als voogden van Willem en Catrina, onmondige kinderen wijlen Johannes Jansen en Catrina Lomans. De inventaris is mede opgemaakt door Godefridus Sauve, chirurgijn getrouwd met Peternella Janse, zuster van de onmondigen. Ieder is voor 1⁄3e deel erfgenaam.
Vaste goederen: huis, schuur, stal en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Francis van Hout cum suis, andere zijde weduwe Michiel Coolen cum suis, ene andere einde de straten; huis en hof aan de Kerk 1 lopense gelegen aan de straten; land den langen Logtenacker; land den Cantersacker 2 lopense; land op de Logten 1 lopense 40 roede; land op de Logte 3 lopense; hooiveld aan het Laarbroek 6 lopense; groes het Berglinder 1½ lopense; den grooten Heesacker 3 lopense 40 roede; het Fransmansvelt 4 lopense; land den Heesacker 2 lopense; den Dries neven de straat en Pastorye 2 lopense; groes Peer Jan Aartsvelt 1½ lopense; land in de Beckers 1 lopense; land het Neutje 2 lopense; een akker op en in den Berg 5 lopense; land agter Jan Liesen 2 lopense; den Langenacker tusschen de Weege 2½ lopense; land het Venneke 3 copse; groes Mie Koolevelt int Root 4 lopense; groes Cantersvelt int root 4 lopense; den Rootsenbeemt 3 lopense; groes in de Engelsebeemden 2½ lopense; land agter het Clooster te Ommel 1½ lopense.
Roerende goederen: zeer veel, maakt rijke indruk. Fridus Sauve had zijn aandeel voor zichzelf zeer nodig en de onmondige kinderen al vroeger verzocht om niet te verkopen het is nu in drie delen verdeeld. Vijf bedden, 35 lakens, 33 servetten, 14 handdoeken, 51 en 41 el linnen, 33 borden, 19 schotels, tin- en aardewerk, pinten en kommetjes, koperwerk, diverse ketels, kandelaars, lantaarns, comforen, ijzerwerk, vuurgereedschap, ketels, pannen, porcelein, Delfts aardewerk, houtwerk, 13 stoelen, een paardezadel, dekklederen, huishorloge.
Uitstaande gelden: een obligatie ten laste van de weduwe Jan Aart Smits de dato 10-12-1761 Asten ƒ 475-00-00, intrest ƒ 15-00-00; nog idem ten laste van Peter Hoeben ƒ 200-00-00, intrest ƒ 7-00-00; huurgelden van Hendrik Verheyen ƒ 43-12-00 en 56 vat rogge; een obligatie ten laste van Antonius van Bree ƒ 100-00-00. Totaal ƒ 840-12-00.
Schulden: ten laste van de boedel Jan Verberne, als timmerman ƒ 21-03-08; Joost Buckums, als voerman ƒ 4-10-00; Antoni Lomans, wegens geleverd brood ƒ 40-4-8 heeft daarop ontvangen van Peter Hoeben ƒ 13-4-0 resterend ƒ 27-00-08; Francis van de Loverbosch ƒ 13-08-00; Peter Roymans, te Venroy ƒ 9-03-02; Joseph Reyskey als kleermaker ƒ 9-02-00; Sporenberg, president, te Woensel ƒ 9-07-00; het borgemeestersboek van B. Losecaat ƒ 43-01-08; nog wegens verkochte goederen op Voordeldonk de dato 10-12-1761 ƒ 9-00-00; nog van transportjura 18-12-1770 ƒ 4-14-00; Francis Smits als borgemeester, 1769 ƒ 12-05-04; Antoni van Gog, te Someren, als timmerman ƒ 6-03-00; Jacobus Smits, als kuyper ƒ 2-16-00; Mattijs van Bussel, als brouwer en metselaar ƒ 17-05-00; Gijskens, te Venroy, wegens geleverde winkelwaren ƒ 78-16-00; Mevrouw Mielet, wegens geleverde wijn ƒ 17-10-00; Peter Lomans ƒ 90-06-02; Mattijs Herings als bakker ƒ 2-11-00; Gerrit van Riet als kleermaker ƒ 26-11-4 en van wijn ƒ 3-00-0 in totaal ƒ 29-11-04; Wilhelmus Bruynen, wegens geleverde winkelwaren ƒ 101-15-14; Antoni Fransen ƒ 33-14-08 en idem ƒ 190-08-04; weduwe Willem van den Eerenbeemt ƒ 2-00-00; Francis Hoefnagels ƒ 3-00-00; Jan Verkuylen ƒ 2-10-06; Casper Heus, als wever ƒ 7-11-00; kinderen Verhoysen ƒ 86-17-00 er is echter door Johannes Jansen hop en tarwe aan hen geleverd ƒ86-17-00; Goort Lomans, mulder, grootvader van de onmondige kinderen moet ook nog afgerekend worden. Totaal ƒ 835-19-14.
Het huis is verkocht aan Margaretha Johannes Smits, die sinds het overlijden van haar man, Petrus Troeyen, in haar geboorteplaats Asten is komen wonen:
Asten Rechterlijk Archief 100 folio 72 verso; 30-11-1776:
Peter Verberne, te Eyndhoven en Antoni Lomans, voogden over Willem en Catarina, onmondige kinderen van wijlen Johannes Jansen getrouwd geweest met Catarina Lomans, Godefridus Sauve getrouwd met Petronella Jansen.
Zij verkopen aan Margrita Smits, weduwe Peter Troeyen huis, schuur, stal en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Lillie, andere zijde en einden de straten; een hoekje in den Berg agter Francis Verberne 1 copse. Koopsom ƒ 325,-.
Petrus Troeyen is geboren te Weert op 30-09-1706 als zoon van Petrus Truijen en Catharina van Halen. Hij is op 27-09-1739 te Weert getrouwd met Maria Margaretha Johannes Smits, geboren te Asten op 14-01-1712 als dochter van Johannes Smits en Sophia Franciscus van de Cruys (zie Voormalig huis G481):
Petrus Truijens emissis tribus proclamationibus matrimonium contraxit cum Maria Margareta Smits; testes Henricus Scheerders et Elisabeth Truijens.
Petrus Truijens gaat na drie huwelijkse proclamaties een huwelijk aan met Maria Margareta Smits; getuigen Henricus Scheerders en Elisabeth Truijens.
Het gezin van Petrus Troeyen en Margaretha Johannes Smits:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Mathias | Weert 21-10-1740 | Kind | Someren 01-09-1745 | |
2 | Margaretha | Weert 19-05-1741 | Ongehuwd | Asten 14-11-1779 | |
3 | Catharina | Weert 07-02-1742 | Nederweert 23-11-1783 Jacobus van de Goor |
Asten 15-10-1815 | |
4 | Sophia | Weert 02-12-1743 | Kind | Weert ±1743 | |
5 | Mathias | Someren 09-02-1746 | Kind | Someren 11-04-1746 | |
6 | Johannes | Someren 07-03-1747 | Ongehuwd | Someren 26-05-1811 | |
7 | Sophia | Someren 09-10-1748 | Kind | Someren 27-01-1749 | |
8 | Petrus | Someren 09-02-1750 | Asten 10-09-1780 Wilhelmina J Verberne Asten 13-09-1801 Francisca van Deursen |
Asten 17-08-1805 |
Petrus Troeyen is op 28-05-1752 te Someren overleden en Margaretha Smits is op 13-10-1779 te Asten overleden. Dochter Catharina verkoopt haar erfdeel aan haar broer Pieter:
Asten Rechterlijk Archief 101 folio 60; 11-05-1784:
Jacobus van de Goor en Catarina Troeyen, te Nederweert, verkopen aan Pieter Troeyen â…“e deel onverdeeld in een huis, schuur, stal en hof in het Dorp 1 lopense.
Johannes Troeijen verkoopt daarna zijn deel aan zijn broer Pieter, die dan de hele erfenis bezit:
Asten Rechterlijk Archief 127 folio 84; 18-02-1792:
Pieter Troeyen en Jan Troeyen, gebroeders, wonende bij elkaar. Zij bezitten beiden, voor respectievelijk â…”e deel en â…“e deel een huis, schuur, stal en enige percelen land en groes.
1e lot krijgt Pieter Troeyen â…”e deel in de hierna te noemen goederen en waarvan het overig 1⁄3e deel aan de condivident in deze bij transport op 11-05-1784 alhier, aangekomen is 2⁄3e deel in een huis, schuur, stal, en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Lilly, andere zijde en einden de straat; 2⁄3e deel in een akker den Berg 3 lopense; 2⁄3e deel in de Laarbroekseakker 3 lopense; 2⁄3e deel in de Keskesakker 1 lopense; 2⁄3e deel in een groesveld Stegensvelt 2 lopense; 2⁄3e deel in een akker de Roetert 1 lopense; 2⁄3e deel in een groesvelt de Pas ½ lopense. De verkrijger van dit lot zal aan het 2e lot uitkeren ƒ 350,- op aanvraag te betalen in de tijd dat deze som niet uitgekeerd is zal de ontvanger van het 2e lot in kost, drank, logement onderhouden worden.
2e lot krijgt Jan Troeyen ƒ 350,-.
Zoon Petrus Troeijen is geboren te Someren op 09-02-1750 en op 10-09-1780 te Asten getrouwd met Wilhelmina Jansen Verberne, geboren te Asten op 27-10-1752 als dochter van Johannes Verberne en Margaretha Bonaventura Loomans (zie Voormalig huis G857). Wilhelmina Jansen Verberne is op 15-04-1797 te Asten overleden en Petrus Troeijen is op 13-09-1801 te Asten hertrouwd met Francisca van Deursen, geboren te Deurne op 18-10-1760 als dochter van Antonius van Deursen en Petronella van Heugten. Uit dit laatste huwelijk zijn geen kinderen bekend:
Het gezin van Petrus Troeyen en Wilhelmina Jansen Verberne:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Petrus | Asten 23-07-1781 | Kind | Asten 15-10-1781 | |
2 | Maria Margaretha | Asten 29-12-1782 | Ammerzoden 18-11-1812 Laurens van Erp |
Hedel 27-05-1860 | |
3 | Johannes | Asten 09-05-1784 | Helvoirt 07-06-1820 Petronella Sprong |
Boxtel 20-04-1847 | |
4 | Petrus | Asten 17-11-1786 | Kind | Asten 04-03-1787 | |
5 | Petronella | Asten 05-12-1787 | Kind | Asten 04-02-1788 | |
6 | Petronella | Asten 28-03-1790 | Kind | Asten 09-04-1791 | |
7 | Petronella | Asten 22-07-1791 | Waalwijk 07-05-1829 Dionisius van Iersel |
Besoijen 17-11-1870 |
Voor zijn tweede huwelijk moet Petrus Troeijen nog een staat en inventaris opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 130 folio 81; 29-08-1801:
Staat en inventaris opgemaakt door Pieter Troeyen weduwnaar van Willemina Verberne ten behoeve van zijn drie kinderen met name Margo, Johannis en Petronella. Hij wil hertrouwen met Francyna van Deursen.
Onroerende goederen: een huis en hof in het Dorp ½ lopense, ene zijde Lilly; land 3 lopense; land Laarbroekseakker 3 lopense; land Keskesakker 1 lopense; groes Steegensvelt 2 lopense; groes de Pas ½ lopense; land den Appert in den Wolfsberg 1 lopense; land de Venakker 2 lopense; land Pastoryakker 2 lopense; groes het Ven 2 lopense; groes het Venneke ½ lopense; groes de Haaseldonk 2 lopense; groes het Eeusel 3½ lopense; land den akker agter de Pastory 1 lopense 1 roede.
Roerende goederen: drie bedden met toebehoren, een ledikant, twee kasten, vier tafels, zeven stoelen, een kist, diverse ketels, enige pannen, divers tin, een spiegel, vuurgerei, een staande koperen lamp, diverse schotels en borden, twee spinnewielen
Kuipersgereedschap: 30 ijzeren banden, vijf deestels, twee bijlen, twee schaafbanken, een draaibank en vier beitels, een trekschaaf, een handschaaf, twee kromschaven, twee snijmessen, een boodemmes, twee pessers, een handzaag, drie boren, twee ijzeren hamers, een trektang.
Schulden: de vaste goederen zijn belast met ƒ 350,- aan Jan Troeyen, zijn broeder, ƒ 100,- aan Jan Bruystens, ƒ 300,- aan Goort Verberne, ƒ 25,- aan de erven Jacobus Losecaat, ƒ 100,- aan Anthony Loomans, ƒ 100,- aan Theodorus Sengers en ƒ 150,- aan Joost van Hugten.
Petrus Troeijen verkoopt een deel van zijn land voor ƒ 1050,- en een deel van een huis toebehorende aan zijn tweede vrouw om de schulden af te lossen:
Asten Rechterlijk Archief 105 folio 35; 21-12-1801
Pieter Troeyen getrouwd met Francyna van Deursen verkoopt aan Mathijs Pieter Slaats zijn aandeel als nomen uxoris in een huis aan de Arendonkse Brug, nevens de limieten van Deurne, met zijn aandeel in land en groes 38 lopense 18 roede. Waarvan het ¼e deel aan Andries Kortoms nomen uxoris toekomt deling de dato 11-08-1794. Belast voor dit aandeel en dat van Marten van Deursen met een scabinale gelofte aan Adriaan van Duuren van ƒ 300,-. Koopsom ƒ 550,-.
Om zijn schuldenaren van geld te voorzien verhuurt Petrus Troeijens zelfs zijn huis en gaat in de werkplaats wonen:
Asten Rechterlijk Archief 130 folio 176 verso; 04-02-1802:
Pieter Troeyen geeft in huur aan Jan Francis Verberne het voorhuis, met de kamer, opkamer, klein kamertje, kelder en de goot met den hof tot de hoek van het huis. Blijvende het achterste deel van het huis, te weten het werkhuis met het overig deel van de hof voor de verhuurder; een deel van den Berg bij Anthony Timmermans en het gebruik van het veld, gelegen in de Cremerij. Huurtermijn 4 jaar. Huursom ƒ 40,- per jaar plus twee pond goede rooktabak per jaar. De huurder zal gehouden zijn tot reparatie van het werkhuis te betalen ƒ 20,- teneinde dit bewoonbaar te maken.
Het huizenquohier over de periode 1781-1803 geeft samen met de verpondingen van 1810 de bewoningsgeschiedenis van het huis rond 1800 goed weer:
Jaar | Eigenaar nummer 25 Dorp | Bewoners nummer 25 Dorp |
---|---|---|
1781 | Pieter, Jan en Catarina Troeijen | Jan, Pieter en Catarina Troeijen |
1798 | Pieter en JanTroeijen | Dirk Leenen |
1803 | Pieter Troijen | Pieter Troijen en Jan Frans Verberne |
Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 184 verso:
Kinderen en erven bij versterf 1805 van.
Pieter Troeijen bij transport 18-02-1792.
Jan en Pieter Troeijen, Jan â…“ Pieter â…”.
Kantlijn: bij transport 28-12-1805 van folio 184.
Nummer 25 huijs en hof bij de kerk 1 lopense.
Petrus Troeijen is op 17-08-1805 te Asten overleden en zijn tweede echtgenote, Francisca van Deursen, verkoopt het huis aan Jan Mathijs van den Eynden, het resterende land wordt verkocht voor ƒ 1127,-, zodat slechts een beperkte schuld overblijft:
Asten Rechterlijk Archief 153; 11-08-1805:
Aan het College, Joost van Hugten en Jacobus van Hugten, als voogden over de minderjarige kinderen van Pieter Troeyen en Willemijn Verberne, beiden overleden. Dat ingevolge Costuyme Locaal de nalatenschap voor 3⁄4e deel op de kinderen in deze en voor 1⁄4e deel op Francyna van Deursen, tweede vrouw, nu weduwe van Pieter Troeyen, is verstorven. Ingevolge een publicatie, waarin eenieder die iets te vorderen of te betalen had aan de boedel daarvan melding kon komen doen. Het gevolg van een en ander is geweest dat er een schuld overblijft van ƒ 1707.-.
De vaste goederen zijn verhuurd en de huur is bij vooruitbetaling voldaan. Er is geen geld om de merkelijke reparatie aan het huis te voldoen en de lands- en dorpslasten hiervan te betalen. Supplianten verzoeken Uw toestemming om de goederen te mogen veilen dit omdat het notoir is dat de schulden veel groter zijn dan de waarde. Marge: Fiat.Asten Rechterlijk Archief 106 folio 78 verso; 28-12-1805:
Francisca van Deursen weduwe van Pieter Troeyen en Joost van Hugten en Jacobus van Hugten, als momboiren over de onmondige kinderen van Pieter Troeyen en Willemyna Verberne, beiden overleden. Zij verkopen aan Jan Mattijs van den Eynden een huis en hof bij de grote kerk, ene zijde Lilly, andere zijde de straat.
Met de last om volgens transport op 11-05-1784 dat wanneer het mocht gebeuren dat Catharina Troeyen gehuwd met Jacobus van de Goor langer mocht leven dan haar man zij vrij zal mogen wonen in de kamer van het huis en de hof mede hebben tot de put. Koopsom ƒ 500,-.
Francisca van Deursen is op 07-02-1808 te Asten hertrouwd met Adam van de Kerkhof (zie Voormalig huis G618) en te Asten op 08-03-1830 overleden.
Johannes Mathijs van den Eynde is geboren te Deurne op 11-12-1742 als zoon van Mathias Willems van den Eynde en Petronella Joannis van Loon. Hij is op 22-01-1769 te Asten getrouwd met Johanna Maria Francis van den Eerenbeemt, geboren te Asten op 16-01-1747 als dochter van Franciscus Willems van den Eerenbeemt en Margaretha Lindert van Heugten (zie Voormalig huis G506):
Het gezin van Johannes Mathijs van den Eynde en Johanna Maria Francis van den Eerenbeemt:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Petrus | Asten 13-05-1769 | Asten 08-05-1803 Joanna Maria van Bussel |
Asten 13-03-1835 | |
2 | Johannes | Asten 24-06-1771 | Asten 08-05-1803 Anna Maria Laanen Asten 10-09-1813 Johanna Maria Kuipers |
Asten 26-01-1850 | |
3 | Mathias | Asten 13-07-1773 | Kind | Asten 12-01-1781 | |
4 | Helena | Asten 04-12-1774 | Someren 04-03-1810 Josephus Petrus Maas |
Someren 17-04-1814 | |
5 | Anna | Asten 23-05-1777 | Kind | Asten 04-10-1779 | |
6 | Henrica | Asten 01-10-1779 | Nederweert 05-09-1807 Joseph Kanters |
Asten 26-01-1830 | |
7 | Mathias | Asten 08-10-1782 | Asten 13-05-1810 Maria Jan Verheijen |
Asten 02-07-1812 |
Johannes Mathijs van den Eynde is op 17-02-1799 te Asten overleden en Johanna Maria Francis van den Eerenbeemt is op 02-01-1817 te Asten overleden. Bij het kadaster van Asten staat het huis op naam van hun zoon Jan Jan van den Eijnde:
Kadaster 1811-1832; G570:
Huis en erf, groot 02 roede 52 el, het Derp, klassen 5.
Eigenaar: Jan Jan van den Eijnde.
Zoon Jan Jan van den Eijnden is geboren te Asten op 24-06-1771 en is op 08-05-1803 te Asten getrouwd met Anna Maria Michaelis Laanen, geboren te Nederweert op 13-01-1780 als dochter van Michiel Laenen en Elisabeth Lempens. Anna Maria Michaelis Laanen is op 03-07-1811 te Asten overleden en Jan Jan van den Eijnden is op 10-09-1813 te Asten hertrouwd met Johanna Maria Kuipers, geboren te Deurne op 07-12-1782 als dochter van Godefridus Andreae Kuipers en Johanna Petri Laurenssen.
De gezinnen van Jan Jan van den Eijnden met Anna Maria Michaelis Laanen en met Johanna Maria Kuipers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 14-01-1804 | Ongehuwd | Asten 31-07-1824 | |
2 | Elisabetha | Asten 20-02-1806 | Kind | Asten 26-07-1810 | |
3 | Margarita | Asten 27-12-1807 | Ongehuwd | Asten 30-10-1831 | |
4 | Adrianus | Asten 10-05-1810 | Kind | Asten 25-02-1811 | |
5 | Anna Maria* | Asten 09-07-1814 | Asten 14-09-1843 Petrus Jacobus van Tilburg |
Helmond 04-02-1886 | |
6 | Gerardus* | Asten 11-07-1817 | Asten 27-04-1843 Petronella Leenen |
Asten 31-03-1880 | |
7 | Matthias* | Asten 01-12-1819 | Ongehuwd | Asten 02-03-1845 | |
8 | Anna Catharina* | Asten 04-05-1822 | Asten 06-11-1850 Hendrikus Schellings |
Asten 05-02-1855 |
* kinderen uit het tweede huwelijk
Jan Jan van den Eijnden heeft rond 1820 het huis opnieuw opgebouwd en uitgebreid. Hij is te Asten op 26-01-1850 overleden en Johanna Maria Kuipers is te Asten op 26-03-1851 overleden.
Daarna gaat het huis over naar dochter Anna Catharina van den Eijnden, geboren op 04-05-1822 te Asten uit het tweede huwelijk. Zij is op 06-11-1850 te Asten getrouwd met Hendrikus Schellings, geboren te Dinther op 27-07-1819 als zoon van Willem Schellings en Adriana van Eenbergen. Na het overlijden van Anna Catharina van den Eijnden op 05-02-1850 is Hendrikus Schellings te Asten op 28-06-1856 als bakker hertrouwd met Maria van Dijk, geboren te Nuenen op 26-04-1821 als dochter van Antonie van Dijk en Cristina van Heerbeek. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 komen we het gezin van Hendrikus Schellings tegen op huizingnummer A139:
Hendrikus Schellings had in zijn huis ook een herberg en daar wordt de molen, die later bekend zou worden als 'Cuppens molen', te koop aangeboden, zoals te lezen is in de Tijd van 10-12-1866:
Hendrikus Schellings was president van de schuttersvereniging 'Landbouwersgenoegen' en dient hier samen met andere presidenten en de burgemeester een klacht in over het tournooi in Helmond in de Noord Brabanter van 07-09-1864:
Ook in de periode 1869-1879 woont het gezin in het huis met huizingnummer A207:
Hendrikus Schelling is op 30-01-1870 te Asten overleden en Maria van Dijk woont met het gezin ook over de periode 1879-1890 en in de periode 1890-1900 in het huis met kadasternummer G1519 en achtereenvolgens huizingnummer A209 en A219:
Hieronder uit de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-03-1884 en van 12-11-1889 de verkoop van een fabriek en huizen in de herberg van de weduwe Hendrikus Schellings:
![]() |
![]() |
Maria van Dijk is op 15-02-1894 te Asten overleden en haar dochter Antonia Catharina (Tonna) Schellings, geboren te Asten op 19-05-1860, neemt de zaak over. Zij woont over de periodes 1900-1910 en 1910-1920 als winkelierster met vele dienstknechten en dienstmeiden in het huis met kadasternummer G2046 en achtereenvolgens huizingnummer A233 en A254:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 19-03-1906 de verkoop van levertraan in de winkel van Antonia Catharina (Tonna) Schellings en in de Tilburgsche courant van 14-03-1913 is zij op zoek naar bakkersleerlingen:
![]() |
![]() |
Haar inwonende neef Hendricus Adrianus Schellings, geboren te Dinther op 03-01-1849 als zoon van Wilhelmus Schellings en Martha van Schijndel en ook nog pauselijk zouaaf geweest, komt plotseling op 17-03-1909 te Asten te overlijden, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-03-1909:
Hieronder het bidprentje bij zijn overlijden met rechts daarvan het tenue van de pauselijke zouaven:
![]() |
![]() |
Antonia Catharina (Tonna) Schellings is ongehuwd op 28-06-1921 te Asten overleden en hieronder het bidprentje bij haar overlijden en rechts een foto met links de winkel van Tonna Schellings:
![]() |
![]() |
De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 02-07-1921 meldt haar positieve eigenschappen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-10-1921 worden de winkel en verschillende huizen verkocht:
Het huis met dan kadasternummer G2273 komt in bezit van Henrica Catharina Isabella Leenen en de winkel is overgenomen door zus Johanna Maria Schellings, geboren te Asten op 25-03-1853 als dochter van Hendrikus Schellings en Anna Catharina van den Eijnden. Zij is op 20-07-1885 te Asten getrouwd met Petrus Johannes Leenen, geboren te Asten op 20-07-1885 als zoon van Hendrik Leenen en Johanna Maria Goossens en sinds zijn overlijden te Asten op 25-06-1905, weduwe. In de periode 1920-1930 wonen zij met hun gezin in het huis met huizingnummer A267, ook bekend staand als Julianastraat 1:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 25-07-1885 het huwelijk van Petrus Johannes Leenen en Johanna Maria Schellings. Maar ook broer Petrus Nicolaas Leenen was getrouwd met zus Johanna Adriana Schellings, zoals blijkt uit de advertentie in dagblad De Tijd van 21-07-1880:
![]() |
![]() |
Johanna Maria Schellings is op 16-09-1928 te Asten overleden. Hieronder de overlijdensakte van Peter Johannes Leenen en het bidprentje bij het overlijden van Johanna Maria Schellings:
![]() |
![]() |
Dochter Hendrica Catharina Isabella (Rica) Leenen, geboren te Asten op 15-06-1889 zet het winkelbedrijf voort en woont ook in de periode in het huis aan de Julianastraat 1:
In de Limburger koerier van 28-12-1935 wordt het huis door Hendrica Catharina Isabella Leenen te koop gezet:
Hendrica Catharina Isabella (Rica) Leenen verhuist in 1936 naar het Liefdehuis en is op 18-06-1955 te Asten overleden.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-06-1936 is de overgang van de winkel naar Willem van Horsen bij de kamer van koophandel te zien:
![]() |
![]() |
In een ander deel van het huis, waar ook de stallen en het magazijn zijn gevestigd, woont haar broer Carolus Johannes Leenen, geboren op 25-06-1892 te Asten. Hij is als boomkweker op 09-05-1922 te Asten getrouwd met Johanna Hendrika Josephina Gitsels, geboren te Asten op 07-03-1892 als dochter van Peter Antoon Gitsels en Sophia Aleida Nas.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 02-07-1931 neemt Carolus Johannes Leenen het agentschap voor een verzekering over:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 05-05-1934 en 07-07-1934 wint zijn echtgenote Johanna Leenen prijzen bij het oplossen van de puzzels:
![]() |
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-04-1935 en van 13-04-1935 de opheffing van de bierbrouwerij van Carolus Johannes Leenen en de verhuizing van de boomkwekerij naar de Burgemeester Frenckenstraat 9:
![]() |
![]() |
Zij verhuizen naar de Burgemeester Frenkenstraat (zie Burgemeester Frenckenstraat 49). Carolus Johannes Leenen is op 01-06-1962 te Rotterdam overleden en Johanna Hendrika Gitsels is op 09-10-1975 te Valkenswaard overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Nog e nige tijd heeft ingewoond Johannes Eijsbouts, geboren te Asten op 02-12-1875 als zoon van Arnoldus Hubertus Eijsbouts en Maria Elisabeth Hoefnagels. Hij is als koperslager op 25-08-1908 te Helmond getrouwd met Maria Petronella Dorothea Claassen, geboren te Helmond op 29-09-1870 als dochter van Johannes Claassen en Maria Lucia Sanders. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Sint Jozefplein 13 (zie Sint Jozefplein 7) in het huis aan de Julianastraat 1 wonen:
Zij verhuizen terug naar hun huis aan de Prins Hendrikstraat 1 (zie Voormalig huis G2325) en de winkel, stallen en magazijn zijn overgenomen door Willem van Horssen, die vanuit de Kluisstraat 2 in Ommel naar de Julianastraat 1 te Asten is verhuisd. Hij is geboren te Ravenstein op 27-12-1872 als zoon van Wilhelmus van Horssen en Maria van de Linden. Willem van Horssen is op 11-03-1905 te Asten getrouwd met Elisabeth (Bette) van Bussel, geboren te Asten op 05-03-1882 als dochter van Joannes van Bussel en Wilhelmina Maas. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij vanaf 1936 in het huis aan de Julianastraat 1:
Hieronder de inschrijving van de verhuizing van Wilhelmus Johannes van Horssen bij de Kamer van Koophandel van de Kluisstraat in Ommel (zie Voormalig huis B1107) naar de Julianastraat in Asten in de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-06-1936:
Hieronder een foto van het gezin van Willem van Horssen in 1942. Staande van links naar rechts: Arnoldus Aloysius (Nout), Johannes Wilhelmus (Jan), Maria Wilhelmina (Miet), Wilhelmus Johannes zoon (Willem), Wilhelmina Adriana (Mien), Petrus Aloysius (Piet) en Ludovicus Hendrikus (Leo). Zittend vader Wilhelmus Johannes (Willem) van Horssen en moeder Elisabeth (Beth) van Bussel.
In het Peelbelang van 06-01-1945 is Willem van Horsen zijn hond kwijt:
Wilhelmus Johannes van Horssen is op 08-04-1956 te Asten overleden en Elisabeth van Bussel is te Asten op 30-12-1961 overleden en hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Ook heeft nog ingewoond Maria Wilhelmina Eijsbouts, geboren te Asten op 08-09-1873 als dochter van Johannes Franciscus Eijsbouts en Petronella Peters. Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 woont zij in het huis aan de Julianastraat 1:
Bij heemkundekring De Vonder lezen we over deze woning:
Object: Julianastraat 1 Bouwhistorie: Particuliere bouw, bouwjaar circa 1820, verbouwingen: 1946 reparatie oorlogsschade, 1960 verbouw woning, 1976 verbouw garage, 1977 verbouw woning, 1988 verbouw van een woning tot café met bovenwoning. Gebruikshistorie: Woning van 1820 tot heden. Eigenaren/bewoners: Schellings, gebroeders van Horssen, familie Hulshof. Soort woning: Bakkerij en winkel in koloniale waren van Tonna Schellings en eiermijn. Café Pallieter van 1988 tot heden. Interview: Tijdens de oorlog is het garage gedeelte zwaar beschadigd en weer opgebouwd. Waarschijnlijk van oorsprong meer woonhuizen. De garages zijn na de oorlog herbouwd. Oorsprong ligt waarschijnlijk midden 19e eeuw.
Hieronder een foto van het plantsoen in Asten met achter de bomen de winkel van Tonna Schellings:
Hieronder een foto uit 1973 van het huis:
Het huis bestaat nog steeds en hieronder een vergelijk met een foto uit 1925 en 2015:
![]() |
![]() |
Rond 1944 is er van het grote huis aan de oostzijde een deel afgesplitst met als huidige adres Marktstraat 13 en de rest verdeeld als drie woningen. In 1978 is aan de zuidzijde een deel definitief afgesplitst met als huidige adres Kleine Marktstraat 4.
Overzicht bewoners
Huis in het Derp
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1610 | Huybert Jan Diepenbeecx | Asten ±1585 | Huybert Jan Diepenbeecx | Asten ±1585 |
1640 | Henricus Gerard Doensen | Asten ±1615 | Henricus Gerard Doensen | Asten ±1615 |
1686 | weduwe Henricus Gerard Doensen | Asten ±1617 | weduwe Henricus Gerard Doensen | Asten ±1617 |
1693 | weduwe Henricus Gerard Doensen | Asten ±1617 | Hendrick Gijsberts van den Bleeck | Gemert 13-09-1646 |
1698 | Hendrick Gijsberts van den Bleeck | Gemert 13-09-1646 | Hendrick Gijsberts van den Bleeck | Gemert 13-09-1646 |
1705 | Hendrick Gijsberts van den Bleeck | Gemert 13-09-1646 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 |
1706 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 |
Dorp huis 25
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 |
1741 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 |
1746 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 | Martinus Jan Paulus | Asten 14-03-1681 |
1751 | Johannes Martinus Jansen | Asten 14-01-1720 | Wilbert Aart Koppens | Asten 06-12-1724 |
1756 | Johannes Martinus Jansen | Asten 14-01-1720 | Paulus van Gerven en Helena Aart Tielen | Asten 15-11-1721 |
1761 | Johannes Martinus Jansen | Asten 14-01-1720 | Paulus van Gerven en Francis van Hoek | Asten 15-11-1721 |
1766 | Johannes Jansen en kinderen | Asten 14-01-1720 | Paulus van Gerven en Peter Wagemans | Asten 15-11-1721 |
1771 | Johannes Jansen | Asten 14-01-1720 | weduwe Paulus van Gerven en in de camer weduwe Francis van den Broek | Asten 15-11-1721 |
1776 | kinderen Johannes Jansen | Asten 31-08-1751 | Hendricus Verheijen en Francis van den Broek | Asten 11-02-1722 |
1781 | Pieter, Jan en Catarina Troeijen | Someren 09-02-1750 | Pieter, Jan en Catarina Troeijen | Someren 09-02-1750 |
1798 | Pieter en JanTroeijen | Someren 09-02-1750 | Pieter en JanTroeijen | Someren 09-02-1750 |
1803 | Pieter Troijen | Someren 09-02-1750 | Pieter Troijen en Jan Frans Verberne | Someren 09-02-1750 |
Kadasternummer G570
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G570 | 1832 | Jan Jan van den Eijnden | Asten 24-06-1771 |
Julianastraat 1
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1805 | Pieter Troeijen | Someren 09-02-1750 | Francisca van Deursen | Deurne 18-10-1760 | † 17-08-1805 | |
1805-1817 | Joanna van den Eerenbeemt | Asten 16-01-1747 | weduwe van den Eynde | † 02-01-1817 | ||
1817-1850 | Jan Jan van den Eijnden | Asten 24-06-1771 | Johanna Maria Kuipers | Deurne 07-12-1782 | † 26-01-1850 | |
1850-1851 | Johanna Maria Kuipers | Deurne 07-12-1782 | weduwe van den Eijnden | † 26-03-1851 | ||
1851-1855 | Hendrikus Schellings | Dinther 27-07-1819 | Anna Catharina van den Eijnden | Asten 04-05-1822 | † 05-02-1855 | |
1855-1859 | Hendrikus Schellings | Dinther 27-07-1819 | Maria van Dijk | Nuenen 25-04-1821 | ||
A139 | 1859-1869 | Hendrikus Schellings | Dinther 27-07-1819 | Maria van Dijk | Nuenen 25-04-1821 | |
A207 | 1869-1870 | Hendrikus Schellings | Dinther 27-07-1819 | Maria van Dijk | Nuenen 25-04-1821 | † 30-01-1870 |
A207 | 1870-1879 | Maria van Dijk | Nuenen 25-04-1821 | weduwe Schellings | ||
A209 | 1879-1890 | Maria van Dijk | Nuenen 25-04-1821 | weduwe Schellings | ||
A219 | 1890-1894 | Maria van Dijk | Nuenen 25-04-1821 | weduwe Schellings | † 15-02-1894 | |
A219 | 1894-1900 | Antonia Catharina Schellings | Asten 19-05-1860 | met familie | ||
A233 | 1900-1910 | Antonia Catharina Schellings | Asten 19-05-1860 | met familie | ||
A254 | 1910-1920 | Antonia Catharina Schellings | Asten 19-05-1860 | met familie | † 28-06-1920 | |
A267 | 1921-1928 | Johanna Maria Schellings | Asten 25-03-1853 | weduwe Leenen | 16-09-1928 | |
A267 | 1928-1930 | Hendrica Leenen | Asten 15-06-1889 | |||
1 | 1930-1936 | Hendrica Leenen | Asten 15-06-1889 | naar Liefdehuis | ||
1 | 1936-1938 | Willem van Horssen | Ravenstein 27-12-1872 | Elisabeth van Bussel | Asten 05-03-1882 |
Julianastraat 1 (stallen en magazijn)
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 1930-1936 | Carolus Leenen | Asten 25-06-1892 | Johanna Gitzels | Asten 07-03-1892 | B Frenckenstr 6 |
1 | 1936-1938 | Willem van Horssen | Ravenstein 27-12-1872 | Elisabeth van Bussel | Asten 05-03-1882 |
Julianastraat 1 (afgesplitst deel)
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 1936-1938 | Maria Wilhelmina Eijsbouts | Asten 08-09-1873 |
Referenties
- ^Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden, 1933 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?coll=boeken&identifier=MMKB05:000032056:00525&objectsearch=l%2Antermans&query=l%2Antermans+asten)
Julianastraat 9
Dit huis wordt rond 1700 bewoond door Johannes Peeters Claus, geboren te Asten op 30-06-1679 als zoon van Petrus Jansen Claus en Helena. Hij is op 20-01-1704 te Asten getrouwd met Anna Jansen Pauls, geboren op 16-02-1676 te Asten als dochter van Johannes Pauls Jansen en Margaretha Jan Martens (zie Marktstraat 1). Na haar overlijden te Asten als Anneke Jansen op 06-11-1727 is Johannes Peeters Claus op 01-02-1728 te Asten hertrouwd met Anna Faas Kuypers, geboren te Vlierden rond 1700. Uit dit tweede huwelijk zijn geen kinderen bekend:
Contraxerunt coram sponsalia Joannes Peeters et Anna Jansen; testes Judocus Doensen et Jois Goris.
Juncti sunt matrimonio Joannes Peters et Anna Jansen, testes Joannes Goris et Joanna.Ondertrouwcontract Joannes Peeters en Anna Jansen; getuigen Judocus Doensen en Jois Goris.In huwelijkse echt gebonden Joannes Peters en Anna Jansen, getuigen Joannes Goris en Joanna.
Het gezin van Johannes Peeters Claus en Anna Jansen Pauls:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Ida | Asten 10-01-1705 | Asten 28-01-1731 Thomas Overhoff |
Asten 18-10-1747 | |
2 | Helena | Asten 20-11-1706 | Ongehuwd | Asten 03-04-1735 |
Johannes Peeters Claus is van beroep timmerman bij de gemeente Asten en wordt verschillende malen gevraagd om de staat van een reparatie te controleren:
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 218 verso; 25-05-1725:
Jan Peeters gemeyns timmerman en Peeter Jansse Verlensdonck, timmerman zijn door Willem Raymakers, als aannemer, verzocht om de capelle van Ommel te visiteren. Zij hebben samen met Meester Hendrik de Weyer, namens Martinus des Tombes, rentmeester der Geestelijke Goederen, deze visitatie gedaan en bevonden dat de kapel volgens bestek is gerepareerd en weer in goede sufficante staat is.Asten Rechterlijk Archief 116 folio 25; 16-06-1726:
Dirck Jaspers, timmerman, te Helmont en Jan Peeters, timmerman, alhier, verklaren dat zij op verzoek van Johan van Projen de dato 14-06-1726 van de Geestelijke Goederen van Kempelant, zijn geweest te Someren en dat aan hen door Caspers Eymers, als aannemer van de optimmeringe van de molen van Someren is vertoond al het hout dat nodig is tot opbouw van de afgebrande molen. Wij hebben bevonden dat alles overeenkomt met het bestek en condities de dato 06-12-1725 waarop Finco Lycklama à Nijholt, rentmeester der Geestelijke Goederen van Kempelant de opbouw van de voorschreven molen gegunt heeft.Asten Rechterlijk Archief 116 folio 3 verso; 05-08-1726:
Dirck Jaspers, timmerman, te Helmont en Jan Peeters, timmerman, alhier verklaren dat zij op 15 juni laatstleden namens Johan van Projen, als waarnemer van het comptoir der Geestelijke Goederen van Kempelant, zijn geweest te Someren om een schouwinge te doen aan al het hout dat tot opbouw van de corenwintmolen dient. Zij zijn heden, op verzoek van Finco Lijclama à Nijholt, rentmeester der Geestelijke Goederen van Kempelant, geweest te Someren en hebben daar een visitatie gedaan van al het timmerhout dat aan de opgebouwde molen is gebruikt en bevonden dat alle tselve hout daartoe wel en naar behooren, volgens den bestecke daarvan sijnde, is wel in een gewerckt ende gemaakt.
Voor zijn tweede huwelijk moet Johannes Peeters Claus een staat en inventaris maken, waaruit ook blijkt dat hij timmerman van beroep is:
Asten Rechterlijk Archief 116 folio 102; 20-01-1728:
Jan Peeter Claus, weduwnaar Anna Jan Paulus, maakt ten behoeve van zijn twee onmondige kinderen een staat en inventaris. Hij wil hertrouwen met Anna Kuypers.
Onroerende goederen: â…“e deel in huis en hof in het Dorp, ene zijde weduwe Antony Colen, andere zijde weduwe Jan Franssen
Roerende goederen: drie beddekoetsen, drie bedden met toebehoren, drie kassen, twee kisten, een tafel, een brootschaap, negen stoelen, enige tobben, zeven potten en ketels, enig tin, enig aardewerk, vuurgerei, enig linnengoed, de kleren van zijn overleden vrouw worden door zijn oudste dochter aangenomen, enig timmergereedschap.
Een broer en een zus van Johannes Peeters Claus verkopen aan hem hun erfdeel in het huis:
Asten Rechterlijk Archief 93 folio 207; 21-11-1732:
Joost Peter Claus, wonende te Heeze, verkoopt aan Jan Peter Claus, zijn broer â…“e deel in huis en hof in het Dorp, ene zijde Jan Peter Smits, andere zijde weduwe Tonis Colen, andere einde Willem Jan Loomans. Koopsom ƒ 8,-.Asten Rechterlijk Archief 93 folio 206 verso; 21-11-1732:
Mary, weduwe van Hendrik Timmermans, wonende te Oirschot, verkoopt aan Jan Peter Claus â…“e deel in huis en hof in het Dorp 13 roede, ene zijde Jan Peter Smits, andere zijde weduwe Tonis Colen, andere einde Willem Jan Loomans en anderen. Koopsom ƒ 8,-.
De tweede vrouw van Johannes Peeters Claus, Anna Faas Cuypers, heeft nog geld tegoed voor haar baan als dienstmeid bij de familie van de Loverbosch:
Asten Rechterlijk Archief 150; 05-07-1734:
Rekening, bewijs en reliqua van Pieter de Cort, drost en Pieter van de Vorst, schepen, als aangestelde curatoren, namens de gemeente Asten, over de geabandonneerde boedel van wijlen Ida weduwe Francis Jan van de Loverbosch over de periode 17-10-1729 tot 05-07-1734. Nu worden preferent onder andere: Anna Vaes Kuypers, vrouw van Jan Peeter Claus als dienstmeid in 1728 en 1729 ƒ 42,-.
Johannes Peeters Claus heeft als timmerman de doodskist moeten maken voor de moordenaar Mathijs Somers en krijgt hier nog voor betaald:
Asten Rechterlijk Archief 153; 29-12-1736:
Allen die iets te vorderen hebben uit de bij executie verkochte goederen van Matteys Sommers worden verzocht zich te melden, onder andere Jan Peter Claus wegens het maken van de doodkist van Mattijs Somers ƒ 3-0-0. Hierop ontvangen ƒ 2-4-0.
Bij de verpondingen van 1737 en in het huizenquohier over de periode 1736-1741 staat het huis op naam van Johannes Peeters Claus en na zijn overlijden te Asten op 05-04-1738, op naam van zijn weduwe. Het huis wordt bewoond door schoonzoon Thomas Overhoff:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 212 verso:
Jan Peter Claus.
Huijs en hoff.
Jaar | Eigenaar nummer 23 Dorp | Bewoners nummer 23 Dorp |
---|---|---|
1736 | Jan Peeter Claus | Tomas Overhoff |
1741 | weduwe Jan Peter Claus | Tomas Overhoff |
Dochter Ida Jan Claus is geboren te Asten op 10-01-1705 en op 28-01-1731 te Asten getrouwd met Thomas Overhoff, geboren te Asten op 07-11-1705 als zoon van Johannes Overhoff en Judoca Diricks. Na het overlijden van Ida Jan Claus te Asten op 18-10-1747 is Thomas Overhoff te Asten op 11-08-1748 hertrouwd met Johanna Wilhelmi Weynen, geboren te Someren op 18-01-1716 als dochter van Wilhelmus Johannes Wynen en Francisca Joannes Cox:
Juncti sunt matrimonium Thomas van Overhof et Ida Jan Claus; testes Hendrik Francis Vriens et Helena Jan Claus.
In huwelijkse echt gebonden Thomas van Overhof en Ida Jan Claus; getuigen Hendrik Francis Vriens en Helena Jan Claus.
De gezinnen van Thomas Overhoff met Ida Jan Claus en met Johanna Wilhelmi Weynen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Anna | Asten 09-06-1732 | Maarheeze 15-01-1758 Willem Dillen |
Maarheeze 22-07-1811 | |
2 | Franciscus | Asten 05-06-1734 | Kind | Asten ±1734 | |
3 | Maria | Asten 09-03-1738 | Kind | Asten 05-01-1749 | |
4 | Johanna | Asten 11-06-1740 | Kind | Asten 15-10-1747 | |
5 | Margaretha | Asten 13-05-1743 | Ongehuwd | Maarheeze 29-04-1828 | |
6 | Ida* | Asten 11-05-1749 | >1759 | ||
7 | Henricus* | Asten 28-03-1751 | Kind | Asten ±1751 |
* kinderen uit het tweede huwelijk
Zijn vader Johannes Tijsse Overhof, geboren te Asten op 27-03-1678 als zoon van Mathias Jansen en Catharina, heeft voor het Staatse leger voor drank gezorgd en verdiende daar geld mee. Hij gaf het geld in bewaring bij een eveneens in Asten wonende vrouw, die het geld echter zoek maakte:
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 276; 27-02-1725:
Compareerde voor Jan van Helmont en Peeter van de Vorst, schepenen deze heerljkheyt Asten en Ommel Jan Jacquet, inwoonder tot Budel, baronnye van Cranendonck, alhier, ter instantie van Johannes Overhof, inwoonder, alhier, gerigtelijck gearresteert sijnde omme der getuygenisse te geven heeft onder selemneele eede afgelegt verclaart waar ende waaragtig te wesen en aan hem deponent nog seer wel kennelijck te sijn dat hij deponent in den jare 1707, als wanneer het Hollants leger stont gecampeert, ontrent twee uren van Kortrijck, in selve leger doentertijd verscheyde malen van den voorschreven Johannes Overhof te hebben gecogt jenever en als doen, sonder den presisen dag onthouden te hebben voor den selve voorschreven gecogte jenever aan den selven Jan Overhof te hebben betaalt en getelt in de tente van Hendrien Clemans, doentertijt vrouwe van Jan Jansse van den Wildenberg, de somme van tweehondert gulden, of ontrent de taggentig pattacons, die hij deponent verclaart gesien te hebben dat de voorschreven Johannes Overhof alsdoen, sijnde ontrent savonts als het taptoe al was geslagen in eenen sack dede waarinne nog meer gelt naar uyterlijcken schijn in toonden te sijn, als den voorschreven ingeleyde somme van ontrent taggentig pattacons. En naar dat de voorschreven somme door den voorschreven Johannes Overhof daarinne waren gedaan en den voorschreven sak toe gebonden of gedaan sijnde, gesien te hebben dat den selven Jan Overhof dien sak met gelt overhandigde aan de voorschreven Hendrina Clemans om die te bewaren. Die den selve aannam om te bewaren en aanstonts in een kistje leyde, welk kistje zij toesloot met een sleutel staande vast aant midden van haar tentpaal vast. Verclarende, hij, comparant, verders dat des sanderen daags vroeg den voorschreven Johannes Overhof met den voorschreven Jan Janssen van den Wildenberg naar Kortrijck waren gereden. En als die vertrocken waren dien dag des voordemiddags de voorschreven Hendrien Clemans, huysvrouwe van den voorschreven Jan Jansse van den Wildenberg, seyde ende seggende: "Og Jan Tijsse, denoterende daarmede den voorschreven Johannes Overhof, sijn gelt is weg en het is uyt mijn kistje gestolen en sijn gelt is weg en het is uyt mijn tent gestolen". En die en diergelijcke woorden sonder op een woort bevangen te willen sijn. Eyndigende hiermede sijne verclaringe. Na prelecture bevestigd hij deze onder eede.Asten Rechterlijk Archief 115 folio 277 verso; 03-03-1725:
Catalijn van den Wildenberg, weduwe Antony Peeter Maas, te Someren, verklaart ter instantie van Jan Overhof dat het waar is dat, nu omtrent twee maanden geleden, Hendrina Clemans, de vrouw van Willem van Weert, tegen haar klaagde over het afsterven van haar zoon en tegelijk zeggende, zij Hendrien: "Nu word ik oock aangesprooken van Jan Jan Tijsse over dat gelt". Waarop zij, deponente, vroeg aan Hendrien Clemans of haar broeder, Aalbert Janse van den Wildenberg daar oock met dat gelt beschuldigt connen worden. Waarop Hendrien zei: "Neen, die weet daar niet van". Zij bevestigd haar verklaring onder eede.
Johannes Tijsse Overhof is op 07-10-1704 te Asten getrouwd met Judoca Diricks, geboren te Asten op 07-02-1679 als dochter van Johannes Dircx en Margaretha Lenaerts van Heughten (zie Voormalig huis E263). Ruim na het overlijden van haar man te Asten op 14-10-1733, doet Judoca Diriks haar beklag over het verdwenen geld:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 91 verso; 26-02-1745:
Alegonda Hoefnagels, getrouwd geweest met Cornelis Lambers, 65 jaar, Josyn Dirks getrouwd geweest met Johannes Overhoff, 66 jaar en Adriaan van Creyl, oud borgemeester, 66 jaar. Zij verklaren ter instantie van Hendrik Halbersmit, chirurgijn:
Alegonda Hoefnagels verklaart dat haar overleden man verscheidene jaren met Hendrien Clemens, gesepareerde vrouw van Antoni van Riet, gekoopmanschapt heeft in haar, zowel hier als op andere plaatsen. Hendrien Clemens heeft hieruit diverse goederen onder haar genomen en gehouden, zonder dat zij, deponente, tot nog toe haar deel hieruit heeft kunnen verkrijgen.
Josyn Dirks verklaart dat haar overleden man in de laatste oorlog, in het leger zijnde, aan Hendrien Clemens 500 gulden heeft gegeven. Dat kort daarop haar man dit geld weer heeft willen invorderen, maar niet gekregen. Dat hij Hendrien Clemens in rechten heeft betrokken toen zij al haar goederen heeft verkocht aan Peternel van de Kerkstap. Haar man heeft, wat ook gedaan, het geld tot nu niet terug gekregen.
Adriaan van Creyl verklaart dat Hendrien Clemens met haar man altijd zeer slecht gehandeld heeft en meer dan eenmaal gezien heeft, dat dezelfde haar tweede man, Willem van Weert, op straat geslagen heeft. Alsook haar derde man, Antoni van Riet, verscheidene malen geslagen heeft en dat Hendrien Clemens een ingenomen haat heeft tegen haar zwager, Hendrik Halbersmit, requirant, in deze.
Verklaren de drie deponenten verder van verscheidene ingezetenen hebben horen zeggen dat Magdalena Joggem Fransen, dienstmeid geweest zijnde van Hendrien Clemens, hier langs de huizen heeft gegaan om een aalmoes. En verklaren de laatste twee deponenten wel hebben horen zeggen dat Magdalena Joggem Fransen met een rollesanger is opgedaan en daarmede langs het land loopt.
Zoon Thomas Overhof overkomt nog een vervelend voorval met 'vrienden':
Asten Rechterlijk Archief 117 folio 111 verso; 07-07-1735:
Schepenen van Asten zijn ter instantie van en met Pieter de Cort, drost, geweest ten huize van Tomas Overhoff, en deze gevraagd door wie hij die quetsure in de knieschijff van sijn linckerbeen hadde becomen. Hij heeft hierop gezegd: "Dat hij, op sondagavont laatstleden, met Hendrick Willems, in de Stegen en Cornelis Manders is geweest ten huize van Antony Marcelis Coolen, dat sij alle dry in vrintschap uyt het huys van voorschreven Coolen sijn gegaan naar het huys van Antony Voermans dat Handrik Willems en Goort Manders int huys van Anttony Voermans waren ingegaan en dat hij, Tomas Overhoff, alsdoen daar buyten wierde geslooten, versoeckende oock in huys gelaaten te worden en dat hem een pint bier voor gelt gegeven mogt worden, dat niet geschiede en dat hij op de duer geclopt hebbende als daaruyt sijn gecomen Hendrick Willems en Goort Manders als wanneer hij eenen slagh en oock tegelijck eenen steeck of snee in de knieschijff van sijn linckerbeen soodanigh dat hij, Tomas Overhoff, ter nederviel. Hij verklaarde verder dat niemand dan die twee personen present waren die hem geslagen en gestoken hadden, zonder te kunnen zeggen wie van beiden hem de slag of de steek toegebracht heeft. Indien hij komt te sterven van deze kwetsuur zal hij niemand anders dan deze twee aanwijzen die de doodslag toegebracht hebben.
Thomas Overhof is van beroep timmerman en hij heeft de doodskist gemaakt na het overlijden van pastoor Franciscus van de Cruys en heeft daar nog geld voor tegoed:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 50 verso; 17-12-1743:
Inventaris van wijlen Francis van de Cruys, Roomsch Priester, alhier, en overleden 31-01-1743. Opgemaakt door Maria van de Cruys getrouwd geweest Gevard van Doorn geassisteerd met Jan van Hoek, Arnoldus Thopoel, schepen, te Venroy en Michiel van de Cruys als momboiren van de innocente Antoni Thopoel, wereldlijk rooms priester, Geertruy Kerstens getrouwd met Jan Sprengers, schepen, te Tongeren, Antoni Jansen van Rooy, te Leende. Zijnde allen als erfgenamen, ab intestato, van Francis van de Cruys. Schuld aan Tomas Overhoff voor het maken van de doodskist ƒ 7-10-00.
Moeder Judoca Diricks is op 12-01-1747 te Asten overleden en voor zijn tweede huwelijk moet Thomas Overhof een staat en inventaris opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 221 verso; 10-08-1748:
Staat en inventaris van Tomas Overhoff man van Ida Claus ten behoeve van Anna, Johanna en Margrieta, zijn kinderen. Hij wil hertrouwen met Jenneke Wijnen.
Vaste goederen: een huis met den hof en een afhang aan de schuur van Jan van de Loverbosch in het Dorp, ene zijde weduwe Jan Peter Smits, andere zijde de straat.
Roerende goederen: onder andere 1 bed met toebehoren, 1 kast, 3 stoelen, 6 tinnen schotels, enige ketels, timmergereedschap ter waarde van ƒ 50,- waaronder schaafe, saage, schroef, beydels, een wind, reep en kettingen.
In het huizenquohier over de periode 1741-1751 staat het huis op naam van Thomas Overhoff. Na zijn overlijden te Asten op 27-05-1751 staat het op naam van zijn weduwe en kinderen.
Jaar | Eigenaar nummer 23 Dorp | Bewoners nummer 23 Dorp |
---|---|---|
1746 | Tomas Overhoff | Tomas Overhoff |
1751 | weduwe en kinderen Tomas Overhoff | weduwe Tomas Overhoff |
1756 | weduwe en kinderen Tomas Overhoff | Antoni Vos en Jan Hendriks Meulendijk |
Een van de bewoners is Johannes Jansen Hendriks van de Meulendijk, geboren te Asten op 11-05-1702 als zoon van Johannes Hendrix en Wilhelmina Thomas Jacobs (zie Berken 7). Hij is op 02-11-1727 te Asten getrouwd met Catharina Frans Lammers, geboren te Asten op 06-06-1707 als dochter van Frans Lammers en Johanna Martens (zie Voormalig huis C803). Hieronder hun ondertrouwakte voor de schepenen van Asten:
Het gezin van Johannes Jansen Hendriks van de Meulendijk en Catharina Frans Lammers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 16-10-1728 | |||
2 | Catharina | Asten 06-01-1731 |
Deurne 05-07-1750 |
Asten 19-06-1798 | zie Voormalig huis G609 |
3 | Henrica | Asten 21-01-1734 | Ongehuwd | dienstmeid bij Adriaan Wijlen zie Voormalig huis F191 |
|
4 | Johanna Maria | Asten 05-11-1735 | Ongehuwd | Asten 27-03-1782 | |
5 | Franciscus | Asten 09-08-1739 | Vlierden 18-01-1761 Johanna van de Moosdijk |
Asten 05-10-1802 | zie Voormalig huis G655 |
6 | Thomas | Asten 06-06-1744 |
Johannes Jansen Hendriks van de Meulendijk huurde tot circa 1750 een ander huis in het dorp (zie Voormalig huis G517) en voor die tijd waarschijnlijk in het ouderlijk huis in de Berken (zie Berken 7), maar vanwege achterstanden in belastingen worden zijn roerende goederen verkocht:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 245 verso; 24-06-1741:
Gerrit van Riet, vorster, legt, namens Jan Janse van Dijk en Jan Janse Timmermans, borgemeesters, Sint Jan 1738-1739, beslag op de vaste goederen van Jan Jansen van de Meulendijk tot verhaal van de restanten der reëele verponding over 1738 ƒ 9-17-08.Asten Rechterlijk Archief 119 folio 125 verso; 22-10-1746:
Gerrit van Riet, vorster, met machtiging van Antoni Heycoop, collecteur van 's landsverpondingen en coninxbede, 1743, legt beslag op de vaste goederen van Jan Jansen aan de Meulendijk tot verhaal van ƒ 11-17-04.Asten Rechterlijk Archief 96 folio 59 verso; 04-02-1747:
Gerrit van Riet, vorster, executeert, namens Antoni Heycoop, collecteur der verponding, 1743, de goederen van Jan Jansen Hendriks, aan de Meulendijk, in de Steegen.Asten Rechterlijk Archief 142; 22-04-1748:
Jan Hendriks van de Meulendijk getrouwd met Catarina Frans Lambers, Joost Jacob Kuypers getrouwd geweest Maria Frans Lambers, Catalijn Frans Lambers jonge dochter, zij is ziek, Johanna Enout, weduwe Martinus Frans Lambers en haar kinderen. Allen voor zichzelf en mede voor de vijf onmondige kinderen van Gijsbert Coninx getrouwd geweest Jenneke Frans Lambers, beiden overleden. Allen erven van wijlen Frans Lambers en NN, zijn vrouw gewoond hebbende aan Voordeldonk. Zij verkopen de gereede haaffelijke en erffhaaffelijke goederen van hun ouders. Onder andere een paard, ƒ 7,50; een koe ƒ 12,-; een os ƒ 14,-; een koperen ketel ƒ 7,-. Opbrengst ƒ 92,-.Asten Rechterlijk Archief 148; 09-07-1748:
Jan Hendriks van de Meulendijk getrouwd met Catarina Frans Lambers, Joost Jacob Kuypers getrouwd met Maria Frans Lambers mede voor Catalijn, meerderjarige jonge dochter van wijlen Frans Lambers, Johanna Enouts weduwe Martinus Frans Lambers voor haar kinderen, Peter Martens als momboir over de onmondige kinderen van wijlen Jenneke Frans Lambers getrouwd geweest met Gijbert Coninx. Zij verkopen de te velde staande rog en boekweyt op den Eekelhoff, op den Hoeckacker, neven de Heg, op den Ossenkamp, het Plompvelt, op de Braak, aan de Koeystraat, aan de Waterplas, op de Nieuwenkamp, in de Loverbosch, op den IJserman. Opbrengst ƒ 130,-.
Asten Rechterlijk Archief 152; 23-01-1749:
Rekening, bewijs en reliqua van Gerrit van Riet, gerechtsbode, van de geëxecuteerde goederen van Jan Jansen van de Meulendijk, in de Steege. De goederen aan de Meulendijk, zijn jarenlang door hem bewoont en bezeten geweest. Vroeger hebben ze desert gelegen. De executie is gedaan in opdracht van Antony Heycoop, collecteur van de ordinaire verponding, 1743.
Ontvangsten: de opbrengst van de goederen de dato 04-02-1747 ƒ 127-10-00.
Uitgaven: de kosten van de executie ƒ 59-16-12.
Rest: blijft voor de crediteuren ƒ 67-13-04.
Johannes Jansen Hendriks van de Meulendijk wordt nog beboet voor brandgevaarlijk gedrag:
Asten Rechterlijk Archief 24 folio 60; 10-09-1759:
Den drost, aanlegger contra Jan Hendriks van den Meulendijk gedaagde. Gedaagde heeft, op 3 augustus laatsleden den ashoop te digt bij de deur en aant huys gelegt. Door de schutter beboet met ƒ 1-5-0.
Zij verhuizen rond 1760 naar een ander huis in het dorp (zie Voormalig huis G611 en Voormalig huis G682).
Eigenaar Johanna Wilhelmi Weynen is te Asten op 19-01-1755 hertrouwd met Antoni Hendrik Vos, geboren te Someren op 21-08-1717 als zoon van Henricus Johannes Vos en Anna Theunis. Voor dit huwelijk moet zij een staat en inventaris opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 120 folio 135; 04-01-1755:
Jenneke Willem Weynen, weduwe Tomas Overhoff, maakt ten behoeve van Ida, haar dochter, een staat en inventaris. Zij wil in 2e huwelijk treden met Antoni Hendrik Vos.
Onroerende goederen: een deel van een huiske en aangelag in het Dorp, ene zijde de straat, andere zijde weduwe Jan Peter Smits. Zoals Tomas Overhoff het bij versterf was aangekomen en vervolgens op haar en haar kind hetsij na regt off bij makinge hetwelk haar niet bekend is.
Roerende goederen: een kast, drie oude stoelen, twee ketels, een oude emmer, een veren bed en toebehoren, een linnen bed en toebehoren, een vuurijzer en tang, enig tin.
Bij een verkoop van dit en een ander huis aan Antoni Kemps wordt het geld verdeeld onder de kinderen van Thomas Overhoff uit zijn eerste huwelijk, zijn vrouw en kind uit het tweede huwelijk en zijn stiefschoonmoeder:
Asten Rechterlijk Archief 28 folio 39; 12-02-1759:
Jenneke Willem Weynen, getrouwd geweest met Tomas Overhoff waarbij een kind met name Ida. Aan dit kind komt toe 1⁄12e deel in een huiske en hof met nog een plaats waar de afhang is geweest. De overige delen komen toe aan Anna Faassen, weduwe Jan Claus, te Vlierden en aan, de twee kinderen van voornoemde Tomas Overhoff, uit zijn eerste huwelijk, met name Anna getrouwd met Willem Dillen, te Maarheese en aan Margrieta, onmondig en blind, wonende te Maarheese. Zij wordt door den Armen, alhier, onderhouden. Het huiske is provisioneel verkocht voor ƒ 112-10-0. Jenneke en haar kind komt toe ƒ 12-10-0. Het blinde kind ontvangt ƒ 37-00-00.Asten Rechterlijk Archief 97 folio 165; 26-02-1759:
Willem Dillen getrouwd met Anna Overhoff, te Maarheese, Anna Faassen, weduwe Jan Claus, te Vlierden, Jenneke Weynen, weduwe Tomas Overhoff en haar onmondige kind, Ida, Magrieta, dochter Tomas Overhoff, zijnde blind geassisteerd met Willem Verhaseldonk, armmeester. Zij verkopen aan Antoni Kemps huis en hof in het Dorp 1 copse, ene zijde de straat, andere zijde weduwe Jan Peter Smits, ene einde kinderen Lambert Verheyen, andere einde Symon van de Loverbosch; een plaats van een huiske enige roeden ene zijde Symon van de Loverbosch, andere zijde weduwe Jan Peter Smits, ene einde het voorschreven huis, andere zijde de straat. De verkoop wordt gedaan voor en ten behoeve van voornoemde Magrieta. Koopsom ƒ 112,-.
Anna Faas Kuypers is rond 1760 te Vlierden overleden. Antonius Hendrik Vos is op 19-02-1766 te Asten overleden en Johanna Wilhelmi Weynen is een derde maal getrouwd op 07-08-1774 te Asten met Gerardus Adrianus Hoefnagels, geboren te Asten op 08-04-1723 als zoon van Adrianus Hoefnagels en Maria Graets en weduwnaar van Elisabeth Jacobi Bos (zie Voormalig huis G493). Gerardus Adrianus Hoefnagels moet een staat en inventaris opmaken voor zijn kinderen:
Asten Rechterlijk Archief 124 folio 50; 22-07-1774:
Staat en inventaris opgemaakt door Gerrit Adriaan Hoefnagels getrouwd geweest met Elisabet Bos ten behoeve van Jacobus, Maria, Elisabet, Francis, Gerrit en Joost, zijn kinderen. Hij wil hertrouwen met Jenneke Weynen getrouwd geweest met Antoni Vos geen kinderen.
Onroerende goederen: Op 31-03-1764 heeft Adriaan Hoefnagels, vader van de voornoemde Gerrit, aan hem en zijn zwager, Goort Geven, getransporteerd een huiske de kinderen naast Jan Verreyt en Jan van Riet; land 2 lopense naast Mattijs van Bussel; een huisplaats 1⁄2 lopense naast Antoni Verreyt en Willem Verberne. Zijnde voorts door dezelve overgegeven haare inboedel, haaff- en togt, in de schuur, huys en op den acker, mits deselve gedurende haar leven te moeten onderhouden en schulden betaalen off soo daarvan in gebreke mogte blijven moge deselve off langslevende alle deselve goederen mogen verkoopen en deselve geduurende haar leven lang in gebruik behouden. Waarom geen nadere off speciaaldere opgave gedaan kan worden te meer sijne vader in noot sijnde die nog kan verkoopen, dewijle genoeg bekent is dat hij met sijn vrouw, mits haare hooge jaaren en swakheyt niet in staat sijn voor haar selve de kost te winnen. En daar den voornoemde Goort Geven en Gerrit Hoefnagels, haare ouders niet konne alimenteere soo dat dagelijks te verwagten is dieselve goederen door Adriaan Hoefnagels sullen worden verkogt en daar van dan niets voor de kinderen kan komen.
Roerende goederen: twee weefgetouwen met toebehoren, twee quaade bedden, een bedsteede, een kist, een oude quaade theeketel.
Het huis is verkocht en zij verhuizen naar de toenmalige Binnenstraat (zie Burgemeester Frenckenstraat 47).
Koper Antoni Peter Kemps is geboren rond 1720 en op 07-12-1750 te Helmond getrouwd met Elisabeth Michaelis Eynhouts, geboren te Helmond op 07-07-1724 als dochter van Michaelis Janssen Eijnouts en Petronilla Marcelissen Hertoghs:
Contraxerunt matrimomium Petrus Antoni Camps et Elisabeth Eijnhouts coram testibus Philippa Poots et Helena Bees.
Huwelijkscontract van Petrus Antoni Camps en Elisabeth Eijnhouts voor getuigen Philippa Poots et Helena Bees.
Het gezin van Antoni Peter Kemps en Elisabeth Michaelis Eynhouts:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Petronella | Helmond 07-02-1751 | Helmond | ||
2 | Michael | Helmond 02-10-1753 | Kind | Asten 26-04-1758 | |
3 | Henricus | Asten 10-04-1755 | 's-Hertogenbosch | ||
4 | Johannes | Asten 22-03-1757 | Vlierden 05-11-1785 Francina Conincx |
Vlierden 02-06-1828 | |
5 | Helena | Asten 06-03-1759 | Asten | ||
6 | Michael | Asten 09-03-1761 | Ongehuwd | Asten 11-04-1791 | |
7 | Petrus | Asten 25-02-1763 | |||
8 | Godefridus | Asten 26-04-1765 | Mierlo 01-11-1801 Henrica van Hout |
Vlierden 05-04-1841 | |
9 | Maria Antonetta | Asten 22-05-1767 | Helmond 10-05-1801 Johannes Willem Jaspers |
>1825 | wever |
Antoni Peter Kemps is van beroep bakker en wil als koopman gaan reizen:
Asten Rechterlijk Archief 121 folio 64 verso; 21-07-1758:
Paspoort voor Antoni Peter Kemps, wonende alhier, backer, wil zich begeven in andere landen daar de occasie tot sijn voordeel sig opdoet.
Antoni Peter Kemps heeft een schuld:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 266; 04-05-1774:
Antoni Kemps is schuldig aan Hendrik van Reyt, in de Steegen ƒ 86,- à 3¼%.
In het huizenquohier van Asten over de periode 1761-1781 staat het huis op naam van Antoni Kemps:
Jaar | Eigenaar nummer 23 Dorp | Bewoners nummer 23 Dorp |
---|---|---|
1761 | Antoni Kemps | Antoni Kemps |
1766 | Antoni Kemps | Antoni Kemps |
1771 | Antoni Kemps | Antoni Kemps |
1776 | Antoni Kemps | Antoni Kemps |
1781 | weduwe en kinderen Antoni Kemps | weduwe en kinderen Antoni Kemps |
Antoni Peter Kemps is op 26-09-1776 te Asten overleden en Elisabeth Michaelis Eynhouts heeft nog een schuld uitstaan:
Asten Rechterlijk Archief 25 folio 29 verso; 12-10-1778:
Gerrit Welten, te Vlierden, aanlegger contra weduwe Antoni Kemps, gedaagde. De weduwe is nog ƒ 4,- schuldig wegens geleend geld sinds juli laatstleden.
Elisabeth Michaelis Eynhouts is op 15-01-1796 te Asten overleden en de kinderen verkopen het huis aan Martinus Koolen:
Asten Rechterlijk Archief 103 folio 96; 26-02-1796:
Jan Kemps, wonende te Vlierden, Goort Kemps, wonende te Mierlo, Hendrikus Kemps, wonende te 's Hertogenbosch, Petronella Kemps, wonende te Helmond, Helena Kemps, Maria Kemps, wonende te Helmond. Zij verkopen aan Martinus Koolen. Een huis en hof met een hoekje van de schuur ¼ lopense, ene zijde Martinus van Hoek en Jan Smits, andere zijde Jacobus Hoefnagels, andere einde Marcelis van Bussel. Koopsom ƒ 165,-.
Martinus Joannis Koolen is geboren te Asten op 12-01-1756 als zoon van Jan Michiel Coolen en Antonia Jansen Grimmen (zie Voormalig huis G525). Hij is op 04-01-1778 te Asten getrouwd met Maria Johannes Verberne, geboren te Someren op 05-04-1742 als dochter van Johannes Jansen Verberne en Anna Franciscus Cranenbroeck. Na haar kinderloos overlijden te Asten op 27-03-1792 is Martinus Joannis Koolen op 11-11-1792 te Asten hertrouwd met Petronella Joannis Verbeek, geboren te Lierop op 10-05-1761 als dochter van Johannes Verbeeck en Johanna Maria Willems:
Het gezin van Martinus Joannis Koolen en Petronella Joannis Verbeek
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 05-10-1793 | Lierop 04-05-1817 Anna Maria Maas |
Lierop 21-05-1847 | |
2 | Johanna Maria | Asten 09-03-1795 | Kind | Asten 15-03-1795 | |
3 | Antonia | Asten 07-07-1797 | Kind | Asten 29-08-1798 | |
4 | Kind | Asten 12-11-1799 | Kind | Asten 12-11-1799 | |
5 | Antonius | Asten 21-03-1801 | >1813 | ||
6 | Petrus | Asten 21-06-1804 | Lierop 03-02-1837 Johanna van Geldrop |
Lierop 26-09-1877 |
Martinus Joannis Koolen huurde daarvoor een huis aan de huidige Prins Bernhardstraat (zie Voormalig huis G491) en heeft vanwege de aankoop van het huis een schuld uitstaan:
Asten Rechterlijk Archief 103 folio 97; 26-02-1796:
Martinus Coolen is schuldig aan Jan van Grootel, te Mierlo ƒ 125,- à 4%.
Een aantal mensen, waaronder Martinus Joannis Koolen, worden bedreigd door Jacobus Leys:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 218 verso; 07-12-1798:
Verklaring van Jan Saasen, Jacobus van de Goor, Jan Dirk Wilbers en Philips van Bussel, Martinus Koolen en Gerrit Verberne.
Jan Saasen, Jacobus van de Goor, Jan Dirk Wilbers en Philips van Bussel hebben gehoord dat Jacob Leys, op 2 december laatstleden, in bewoordinge heeft gezegd den drossaard Antony Loomans dood te schieten.
Martinus Koolen verklaart dat Jacobus Leys, te paard zittende, hem, op de kerkhof staande, met een blood mes gedreigd heeft, zeggende: "Wat let mij, dat ik het mes niet in Uw ziel werp".
Gerrit Verberne is op dezelfde wijze bedreigd als Martinus Koolen.
Martinus Joannis Koolen moet de wacht lopen, maar is dronken:
Asten Rechterlijk Archief 130 folio 128; 22-04-1802:
Jan Marcelis Verrijt, 16½ jaar en Andries Gieren, 17 jaar, wonende te Asten en ter goeder naam en faam. Zij verklaren ter requisitie van het Officie, dat zij, comparanten, op 29 maart laatstleden, 's avonds voor 10 uur, gegaan zijn naar Marten Kolen, ook hier wonende, teneinde hem aan te roepen om met hen op de wagt te gaan. Dat zij, comparanten, ten huize van Kolen gekomen zijnde, bevonden, dat deze dronken was en heeft hij, Colen, als toen van zijn vrouw een mes gevraagd, hetwelk hem door de vrouw ook gegeven is, waarop Kolen tegen hen, comparanten, gezegd heeft, met het blood mes in de hand: "Er uyt", waarop zij, comparanten, toen uit het huis zijn gaan lopen. Dat zij, comparanten, en ook Marten Kolen in het wachthuis gekomen zijn en de drost, tussen 11 à 12 uur, de wacht is komen visiteren en toen bevonden heeft dat Marten Kolen wiens tour het was om rond te gaan nog in het wachthuis was en hem een en andermaal gezegd hebbende dat het zijn tour was, dat hij moest gaan. Doch niet anders doende dan vloeken en raasen dat hij, drost, eindelijk Marten Kolen in de boeten slaande en dat zijn tour niet ging. En waarop Marten Colen opspringende, met een riek in de hand dreigenderwijze tegen de drost opstond welke hem echter, onder zijn riek springende, den blanken deenen op de borst sette. Zij bevestigen een en ander onder eede, afgelegd in handen van de drossard, Theodorus Sengers.
In het huizenquohier over de periode 1798-1803 staat het huis op naam van Martinus Koolen en wordt het ook mede door hem bewoond:
Jaar | Eigenaar nummer 23 Dorp | Bewoners nummer 23 Dorp |
---|---|---|
1798 | Marten Koolen | Marten Koolen en Jennemie Houbraken |
1803 | Marten Koolen | Marten Koolen en Jan van Kessel |
De latere bewoner Jan van Kessel is elders beschreven (zie Voormalig huis B68) en hij verhuist uiteindelijk naar Mierlo.
Martinus Joannis Koolen is op 18-08-1804 te Asten overleden en dit wordt ook gemeld bij de verpondingen van 1810, evenals een klein stukje historie:
Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 183 verso:
Petronella Verbeek en kinderen.
Weduwe Martinus Kolen bij transport 26-02-1796.
Hendrikus, Petronella, Helena, Maria, Goort en Jan kinderen bij versterf 1796 van.
Weduwe Antoni Kemps.
Nummer 23 huijs en hof.
Petronella Joannis Verbeek is te Asten op 04-12-1813 overleden. In het notarieel archief staat dat voogden over de kinderen het huis verkopen aan Johannes Kuijpers:
Notarieel Archief Asten 36-89 en 91; 22-12-1813:
Jan Verbeek, wonende te Lierop als voogd van Antonij 12 jaar, Pieter 9 jaar, kinderen van Martin Coolen en Petronella Verbeek, verkopen een huis, hof met een hoekje neven de schuur, ene zijde Marcel van Bussel, andere zijde Jacob Hoefnagels. Verkocht aan Jan Kuijpers, voor ƒ 139,50.
Johannes Mathijs Kuijpers is geboren te Asten op 27-11-1766 als zoon van Mathias Goort Cuypers en Johanna Francis Loomans (zie Voormalig huis E127). Hij is op 29-01-1797 te Asten getrouwd met Petronella Philipsen van Heugten, geboren te Asten op 06-07-1766 als dochter van Philippus Jelis van Heugten en Anna Jansse van Bussel:
Het gezin van Johannes Mathijs Kuijpers en Petronella Philipsen van Heugten:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Mathias | Asten 06-03-1798 | |||
2 | Anna Maria | Asten 22-03-1800 | Someren 22-11-1831 Antonius Meeuws |
Asten 22-11-1864 | |
3 | Johanna Maria | Asten 30-12-1802 | Asten 11-02-1844 Joannes Martens |
Asten 08-03-1874 | zie Achterbos 6 |
4 | Johanna | Asten 11-02-1806 | Asten 02-05-1833 Petrus van Diepen |
Meijel 24-03-1869 | |
5 | Mechtildis | Asten 16-08-1809 | Ongehuwd | Asten 17-03-1868 | zie Achterbos 6 |
6 | Helena | Asten 18-03-1812 | Kind | Asten 20-07-1828 |
Petronella Philipsen van Heugten is op 12-05-1821 te Asten overleden en bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staan twee huisjes op naam van Johannes Kuijpers:
Kadaster 1811-1832; G567:
Huis en erf, groot 00 roede 69 el, het Derp, klassen 7.
Eigenaar: Jan Kuijpers.Kadaster 1811-1832; G568:
Huis en erf, groot 00 roede 96 el het Derp, klassen 7.
Eigenaar: Jan Kuijpers.
In 1835 is een huis volledig afgebrand en het andere huis gedeeltelijk, waarna de huizen zijn afgebroken. Johannes Mathijs Kuijpers is op 01-03-1839 te Asten overleden.
Rond 1849 is er in opdracht van Christina Nuij, geboren te Appingedam op 03-11-1805 als dochter van Johannes Petrus Nuij en Johanna Honings, een nieuw huis gebouwd met kadasternummer G877. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1879 woont zij samen met haar nicht Geertruij Bolemeij, geboren te Vught op 22-08-1832 als dochter van Jacobus Bolemeij en Geertruda Nuij, in het huis met huizingnummer A137:
Geertruij Bolemeij is op 22-06-1864 te 's-Hertogenbosch overleden en Christina Nuij verhuist in 1865 naar A144a en is op 15-05-1870 te Asten overleden. Het huis met dan kadasternummer G1221 en later G1246 is gekocht door Franciscus Josephus Sauvé, geboren te Asten op 09-02-1789 als zoon van Godefridus Joannis Sauvé en Petronella Joannis Jansen. Hij komt in 1865 vanuit Maarheeze, waar hij bijna 40 jaar pastoor is geweest.
Hij woont samen met zijn zus Lucia Sauvé, geboren te Asten op 15-11-1790, in het huis. Zij is sinds 01-07-1861 weduwe van Michiel Jacobus Aertnijs, geboren te Tessenderloo (B) op 19-07-1773 als zoon van Dominicus Aertnijs en Theresia Janssens, met wie zij op 22-01-1820 te Asten getrouwd was. Ook dienstmeid Wilhelmina van het Hoff, geboren te Heeze op 11-11-1811 als dochter van Jan van het Hoff en Annemie van den Paal, woont bij hun in.
Bij het gouden huwelijk van hun zus Anna Catharina Sauvé, worden zij nog genoemd, zoals beschreven in de Noord-Brabanter van 09-08-1860:
Lucia Sauvé is op 27-06-1869 te Asten overleden en in dagblad de Tijd van 05-07-1869 staat nog haar rouwadvertentie opgemaakt door haar zoon Dominicus Josephus Aertnijs met rechts daarvan een portretschilderij van Lucia Sauvé:
![]() |
![]() |
Franciscus Josephus Sauvé woont ook in de periode 1869-1879 in het huis met huizingnummer A204:
Franciscus Josephus Sauvé is op 24-01-1873 te Asten overleden en Wilhelmina van het Hoff is te Asten op 23-07-1873 overleden. Hieronder de bidprentjes bij het overlijden van Lucia Sauvé en Franciscus Josephus Sauvé:
![]() |
![]() |
In dagblad De Tijd van 28-01-1873 zetten de kinderen van Lucia Sauvé nog een overlijdensbericht voor hun oom Franciscus Josephus Sauvé met rechts daarvan een foto van de oude kerk van Maarheeze:
![]() |
![]() |
Het huis is verkocht aan Gerardus Winandus Cuppens, geboren te Meijel op 13-08-1839 als zoon van Peter Jan Cuppens en Catharina Verstraelen. Hij is als molenaar op 16-11-1868 te Asten getrouwd met Johanna Maria Kerkers, geboren te Asten op 24-10-1845 als dochter van Gerardus Kerkers en Wilhelmina Berkvens (zie Voormalig huis E836). Gerardus Winandus Cuppens is eigenaar van de molen op de grens van Asten en de Wolfsberg (zie Emmastraat 90 en 92).
Johanna Maria Kerkers is op 05-02-1877 te Asten overleden en als dienstmeid wordt aangesteld Maria Verheijen, geboren te Asten op 30-04-1831 als dochter van Dirk Verheijen en Petronella Peters (zie Oostappensedijk 54). Gerardus Winandus Cuppens woont ook over de periode 1879-1890, dienstmeid Maria Verheijen verhuist in 1886 naar A129 (zie Burgemeester Frenckenstraat 6), en in de periode 1890-1900 in het huis met kadasternummer G1522 en respectievelijk huizingnummer A206 en A216:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 03-05-1897 wordt Gerardus Winandus Cuppens lid van de Rooms Katholieke kiesvereniging en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-04-1900 verkoopt hij hout uit zijn bos aan de Polderweg:
![]() |
![]() |
Aan het einde van de periode komt het huis bij een erfdeling in handen van schoonzoon Gerardus de Vries, geboren te Someren op 23-07-1866 als zoon van Cornelis de Vries en Josina van Duijnhoven. Hij is als timmerman / aannemer op 01-05-1894 te Asten getrouwd met Wilhelmina Cuppens, geboren te Asten op 04-09-1869 als dochter van Gerardus Winandus Cuppens en Johanna Maria Kerkers. Gerardus Winandus Cuppens verhuist aan het einde van de periode naar zijn zoon Petrus Johannes Andreas Cuppens in huizingnummer A209 (zie Voormalig huis G783).
Het huis wordt verhuurd en de nieuwe bewoner is Aloijsius Norbertus Mutsaers, geboren te Tilburg op 12-10-1853 als zoon van Johannes Cornelis Mutsaers en Johanna Wilhelmina van Bebber. Hij is als boekhouder rond 1881 getrouwd met Catharina Johanna Francisca Rifflart, geboren te Antwerpen (B) op 28-06-1854 als dochter van Fernand Joseph Rifflart en Jeanne Catharina Lammers. Ook in de periode 1900-1910 wonen zij in het huis met huizingnummer A229:
Aloijsius Mutsaers is op 07-12-1903 te Asten overleden en Catharina Johanna Francisca Rifflart verhuist in februari 1904 naar België. In het huis komt wonen Peter Slaats, geboren op 11-09-1856 te Asten als zoon van Joannes Slaats en Maria van Bree. Hij is als gemeentesecretaris op 23-05-1900 te Nuenen getrouwd met Petronella de Louw, geboren te Nuenen op 11-01-1866 als dochter van Johannes de Louw en Margareta Coolen.
De krant de Zuid-Willemsvaart van 23-07-1902 meldt dat tijdens een raadsvergadering in Asten de nieuwe gemeentesecretaris wordt gekozen. Uit een lijst van 21 sollicitanten worden er twee geselecteerd. Ondanks verzet van raadslid Bluijssen wordt Peter Slaats gekozen, voornamelijk omdat hij uit Asten komt:
Hieronder een foto van de Julianastraat met rechtsvoor het huis met daarachter de hoefsmederij van Nard Hoefnagels:
Uit hoofde van zijn ambt als gemeentesecretaris was Peter Slaats al voorzitter van de onderlinge Astense brandassurantie en in de Arnhemsche courant van 09-11-1907 valt te lezen dat Peter Slaats benoemd is tot voorzitter van de ongevallenverzekering:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-11-1909 handelt Peter Slaats ook in loten en polissen voor een loterij:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 21-05-1910 wordt gemeentesecretaris Peter Slaats beschuldigd van diefstal:
De zaak komt voor bij de rechtbank van Roermond, alwaar verslag gedaan wordt in de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-10-1910 en uitgebreid verslag in diezelfde krant van 08-10-1910 met rechtsonder de veroordeling tot 1 jaar gevangenisstraf in diezelfde krant van 19-10-1910:
In het gevangenisregister van de gevangenis van 's Hertogenbosch wordt op 22-10-1910 Peter Slaats als delinquent genoemd, maar wordt hij op 23-11-1910 nog in vrijheid gesteld vanwege zijn hoger beroep:
In 1914 vindt er nog een geheime zitting plaats in de 'Zaak Slaats', maar het is niet duidelijk wat de uitspraak in hoger beroep is geworden.
Ook in de periode 1910-1920 woont Peter Slaats met zijn gezin in het huis met huizingnummer A251:
Peter Slaats verhuist in 1911 naar A324 en is op 24-02-1919 te Asten overleden. De nieuwe bewoner is Hendrikus Vijgenboom, geboren te Gemert op 06-07-1841 als zoon van Martinus Vijgenboom en Adriana Evers. Hij is op 24-01-1876 te Mierlo getrouwd met Johanna Maria van Eijk, geboren te Lierop op 12-03-1845 als dochter van Martinus van Eijk en Catharina van Diepen. Hendrikus Vijgenboom is op 25-01-1915 te Asten overleden en Johanna Maria van Eijk verhuist in juni 1916 met haar kinderen naar Maashees. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-06-1916 verkoopt Johanna Maria van Eijk als weduwe van Hendrikus Vijgenboom haar onroerende goederen:
Het huis is in 1915 verkocht aan Maria van Bussel, geboren te Asten op 23-12-1831 als dochter van Francis Marcellis van Bussel en Johanna Bertens Zij is sinds 10-05-1869 weduwe van leerlooier Wilhelmus Hoefnagels, geboren te Asten op 01-03-1832 als zoon van Leonardus Hoefnagels en Lucia Driessen, met wie zij te Asten op 01-05-1865 getrouwd was.
De nieuwe huurder van het huis is Leonardus Verdonschot, geboren te Asten op 28-10-1876 als zoon van Hubertus Verdonschot en Antonia van Gog. Hij is als postbode op 07-09-1913 te Woensel getrouwd met Theodora Huberta van Hoppe, geboren te Woensel op 28-10-1883 als dochter van Hendricus van Hoppe en Anna Meeuwis. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met huizingnummer A251:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 27-08-1903 de aanstelling van Leonardus Verdonschot als postbode en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-07-1908 zijn overplaatsing naar Asten dorp:
![]() |
![]() |
Ook over de periode 1920-1930 wonen Leonardus Verdonschot en Theodora Huberta van Hoppe met hun gezin in het huis met dan huizingnummer A288:
Zij verhuizen rond 1924 naar A385b (zie Monseigneur den Dubbeldenstraat 24) en in het huis komt wonen Thomas Johannes (Jan) Waals, geboren op 07-06-1897 te Veghel als zoon van Gerardus Waals en Catharina Werts. Hij is als timmerman op 02-02-1921 te Ginneken getrouwd met Antonia (Toos) Jansen, geboren te Ginneken op 19-01-1898 als dochter van Johannes Jansen en Petronella Mathijssen.In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A288:
Zij verhuizen in 1929 naar A287a (zie Julianastraat 17) en de nieuwe bewoner is Matheus Smits, geboren te Asten op 17-02-1900 als zoon van Petrus Augustinus Smits en Arnoldina Broens (zie Voormalig huis G1120). Hij is als kleermaker op 15-05-1929 te Asten getrouwd met Johanna Maria Meulendijks, geboren te Sankt Thönis (D) op 28-01-1904 als dochter van Antonie Meulendijks en Johanna Maria Hoefnagels (zie Voormalig huis G847). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A288, ook bekend staand als Julianastraat 7:
Ook in de periode 1930-1938 woont Matheus Smits met zijn gezin in het huis aan de Julianastraat 7:
Zij verhuizen rond 1936 van de periode naar Lindestraat 4. Bij een scheiding en deling komt het huis toe aan Leonardus Marcellus (Nard) Hoefnagels, geboren te Asten op 20-04-1866 als zoon van Wilhelmus Hoefnagels en eerder genoemde Maria van Bussel. Hij als smid op 15-07-1898 te Asten gehuwd met Catharina Johanna Maria (Toos) Knaapen, geboren te Asten op 07-06-1872 als dochter van Jacobus Petrus Knaapen en Godefrida Catharina Maas. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Kleine Marktstraat 13 (zie Kleine Marktstraat 13) in het huis aan de Julianastraat 7 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 29-10-1938 de verhuizing van de garage van zoon Frans Hoefnagels naar de Wilhelminastraat 21B en zijn woonadres naar Julianastraat 7:
Hieronder een foto van het gezin van Nard en Toos rond 1935 met op de achterste rij van links naar rechts Frans (1908-1977), Guus (1913-1978) en Toos (1902-1990); op de middelste rij Maria Knaapen (1882-1954), jongere zus van Toos Knaapen en getrouwd met Alphons Joordens, Joseph (1915-1993), Theiu (1911-) en Willem (1899-1976); op de voorste rij Manuel (1909-1944), moeder Toos Hoefnagels-Knaapen (1872-1952), Sjaak (1904-1936) en vader Nard Hoefnagels (1866-1954):
In het Peelbelang van 31-03-1945 staat zoon Josephus als distributeur van radio's genoemd:
In de Helmondsche courant van 10-06-1948 (onder) en van 19-07-1948 (rechts) wordt de gouden bruiloft van Leonardus Marcellus (Nard) Hoefnagels en Catharina Johanna Maria (Toos) Knaapen genoemd.
|
![]() |
Hieronder twee foto's bij het 50-jarige huwelijk van Nard Hoefnagels en Toos Knapen in 1948:
![]() |
![]() |
Catharina Johanna Maria (Toos) Knaapen is op 22-10-1952 te Asten overleden en Leonardus Marcellus (Nard) Hoefnagels is te Asten op 27-12-1954 overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Hieronder een streetview van het huis verscholen achter de lindenbomen aan de Julianastraat 9:
Overzicht bewoners
Huis in het Derp
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1704 | Johannes Peeters Claus | Asten 30-06-1679 | Johannes Peeters Claus | Asten 30-06-1679 |
Dorp huis 23
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | Jan Peeter Claus | Asten 30-06-1679 | Tomas Overhoff | Asten 07-11-1705 |
1741 | weduwe Jan Peter Claus | Vlierden ±1700 | Tomas Overhoff | Asten 07-11-1705 |
1746 | Tomas Overhoff | Asten 07-11-1705 | Tomas Overhoff | Asten 07-11-1705 |
1751 | weduwe en kinderen Tomas Overhoff | Someren 18-01-1716 | weduwe Tomas Overhoff | Someren 18-01-1716 |
1756 | weduwe en kinderen Tomas Overhoff | Someren 18-01-1716 | Antoni Vos en Jan Hendriks Meulendijk | Someren 21-08-1717 |
1761 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 |
1766 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 |
1771 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 |
1776 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 | Antoni Kemps | Helmond ±1720 |
1781 | weduwe en kinderen Antoni Kemps | Helmond 07-07-1724 | weduwe en kinderen Antoni Kemps | Helmond 07-07-1724 |
1798 | Marten Koolen | Asten 12-01-1756 | Marten Koolen en Jennemie Houbraken | Asten 12-01-1756 |
1803 | Marten Koolen | Asten 12-01-1756 | Marten Koolen en Jan van Kessel | Asten 12-01-1756 |
Kadasternummer G568
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G568 | 1832 | Johannes Kuijpers | Asten 27-11-1766 |
Julianastraat 7
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1804 | Martinus Koolen | Asten 01-09-1749 | Petronella Verbeek | Lierop 10-05-1761 | † 18-08-1804 | |
1804-1813 | Petronella Verbeek | Lierop 10-05-1761 | weduwe Koolen | † 04-12-1813 | ||
1813-1821 | Johannes Kuijpers | Asten 27-11-1766 | Petronella v Heugten | Asten 06-07-1767 | † 12-05-1821 | |
1821-1835 | Johannes Kuijpers | Asten 27-11-1766 | met kinderen | huis afgebrand | ||
1835-1849 | in 1849 opnieuw een huis gebouwd | |||||
1849-1859 | Christina Nuij | Appingedam 03-11805 | met familie | |||
A137 | 1859-1865 | Christina Nuij | Appingedam 03-11805 | met familie | naar A144a | |
A137 | 1865-1869 | Lucia Sauve | Asten 15-11-1790 | met Franciscus Sauve | † 27-06-1869 | |
A204 | 1869-1873 | Franciscus Sauve | Asten 09-02-1789 | † 24-01-1873 | ||
A204 | 1873-1879 | Gerardus Cuppens | Meijel 13-08-1839 | Johanna Maria Kerkers | Asten 24-10-1845 | † 05-02-1877 |
A206 | 1879-1890 | Gerardus Cuppens | Meijel 13-08-1839 | met kinderen | ||
A216 | 1890-1900 | Gerardus Cuppens | Meijel 13-08-1839 | met kinderen | naar A209 | |
A229 | 1900-1904 | Aloijsius Mutsaerts | Tilburg 12-10-1853 | Catharina Rifflart | Antwerpen 28-06-1854 | † 07-12-1903 |
A229 | 1904-1910 | Peter Slaats | Asten 11-09-1856 | Petronella de Louw | Nuenen 11-01-1866 | |
A251 | 1910-1911 | Peter Slaats | Asten 11-09-1856 | Petronella de Louw | Nuenen 11-01-1866 | naar A324 |
A251 | 1911-1915 | Hendrik Vijgenboom | Gemert 06-07-1841 | Johanna Maria van Eijk | Lierop 12-03-1845 | † 25-01-1915 |
A251 | 1915-1920 | Leonard Verdonschot | Asten 28-10-1876 | Theodora van Hoppe | Woensel 28-10-1883 | |
A288 | 1920-1924 | Leonard Verdonschot | Asten 28-10-1876 | Theodora van Hoppe | Woensel 28-10-1883 | naar A385b |
A288 | 1924-1929 | Thomas Johannes Waals | Veghel 07-06-1897 | Antonia Jansen | Ginneken 19-01-1898 | naar A287a |
A288 | 1929-1930 | Matheus Smits | Asten 17-02-1900 | Johanna Meulendijks | Sankt Thonis (D) 28-01-1904 | |
7 | 1930-1936 | Matheus Smits | Asten 17-02-1900 | Johanna Meulendijks | Sankt Thonis (D) 28-01-1904 | Lindestraat 4 |
7 | 1936-1938 | Leonard Hoefnagels | Asten 20-04-1866 | Catharina Knaapen | Asten 07-06-1872 |
Julianastraat 17
Dit betreft een huis in bezit van Antonis Jan (Teunis) Colen, geboren in 04-1663 te Asten als zoon van Joannes Frans Coolen en Elisabeth Dircks, die op Ostade woonden. Hij is te Asten op 13-05-1691 getrouwd met Christina Tonis (Styntje) Verrijt, geboren in 03-1661 te Asten als dochter van Tonis Marcellus Verrijt en Jenneke Thonis (zie Oostappensedijk 54):
Communati junti matrimonio Antonius Jois Colen et Christina Antony Verrijt; testes Marcellus Antony Verrijt et Johannes Jois Colen.
Huwelijk van Antonij Jan Colen en Christina Teunis Verrijt; getuigen Marcel Teunis Verrijt en Jan Jan Colen.
Het gezin van Antonij Jan Colen en Christina Teunis Verrijt:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 27-04-1692 | Ongehuwd | Asten 05-02-1712 | |
2 | Theodorus | Asten 27-04-1694 | Kind | Asten ±1694 | |
3 | Franciscus | Asten 03-05-1695 | Kind | Asten ±1695 | |
4 | Elisabeth | Asten 15-01-1698 | Ongehuwd | Asten 04-12-1747 | |
5 | Maria | Asten 07-12-1702 | Asten 02-02-1727 Lambert Lamberts Verheijen |
Asten 01-11-1747 |
Zij woonden in Oostappen (zie Oostappensedijk 54) en verhuurden het huis aan derden. Antonis Jan (Teunis) Colen komt te Asten op 24-09-1706 op 43-jarige leeftijd te overlijden en na zijn dood wordt er in 1707 voor hun drie nog kleine kinderen een voogd aangesteld:
Asten Rechterlijk Archief 11 folio 255, 13-04-1707:
Marcelis Antonis Colen en Jan Paulus Cremers zijn beëdigd als momboiren over de drie onmondige kinderen Jan (overleden op 5 februari 1712), Lijsbet en Marij van Antonis Jan Coolen en Steyntie Antonis Colen.
Christina Tonis (Styntje) Verrijt is op 07-12-1733 te Asten overleden en dochter Elisabeth Antony verkoopt haar erfdeel in een huis in het dorp aan haar zwager Lambert Lambert Verheyden:
Asten Rechterlijk Archief 94 folio 101; 24-10-1736:
Elisabeth Antony Coolen, meerderjarige dochter, verkoopt aan Lambert Lamberts Verheyden de helft van huis, hof en aangelag in het Dorp 1 copse, ene zijde de koper, andere zijde Peter Wolfs, andere einde Jacob de Kuyper.
Lambert Lamberts Verheijen is geboren te Gestel en Blaarthem (volgens de burgerlijke huwelijksakte) op 30-11-1704 als zoon van Lambert Peters uit Woensel en Elisabetha Petrus uit Asten.
30 Novembris 1704; baptizata est Lambertus filius Lamberti Petri et Elisabeth Petri conjugum; susceptores Adrianus Georgius, Henricus Petri et Barbari Petri.
30 november 1704; gedoopt is Lambertus zoon van Lambertus Petrus en Elisabeth Petrus echtgenoten; getuigen Adrianus Georgius, Henricus Petrus et Barbari Petrus.
Lambert Lamberts Verheyen is op 02-02-1727 voor de wet en kerk getrouwd met Maria Antony Colen, geboren te Asten op 07-12-1702 als dochter van Antonij Jan Colen en Christina Teunis Verrijt:
Juncti sunt matrimonio Lambertus Lammers et Maria Teunis Colen; testes Hendrick Bolle et Elisabeth Teunis Colen.
Huwelijk van Lambertus Lammers en Maria Teunis Colen; getuigen Hendrick Bolle en Elisabeth Teunis Colen.
Het gezin van Lambert Verheijen en Maria Teunis Colen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Lambert | Asten 07-07-1729 | Asten 19-01-1749 Antoneth Laurenti Roymans Someren 20-04-1788 Jennemaria Hendrik Tys |
Someren 18-10-1803 | zie Oostappensedijk 54 en ook Oostappensedijk 60 |
2 | Antonius | Asten 10-09-1731 | Kind | Asten 25-11-1747 | |
3 | Anneke | Asten 30-12-1732 | Kind | Asten ±1731 | |
4 | Christina | Asten 31-03-1735 | Kind | Asten 03-11-1747 | |
5 | Maria | Asten 26-08-1737 | Asten 03-05-1761 Henricus Timmermans |
Asten 23-09-1782 | zie Laarbroek 4 |
6 | Elisabeth | Asten 03-10-1739 | Kind | Asten 27-10-1747 | |
7 | Anna Maria | Asten 24-04-1742 | Asten 12-02-1764 Gerrit Evers |
Asten 02-03-1792 | zie Voormalig huis B450 en B451 |
8 | Lambertus | Asten 31-03-1745 | Kind | Asten 29-10-1747 |
Lambert Verheijen en Maria Teunis Colen wonen zelf op Oostappen (zie Oostappensedijk 54) en verpachten het huis dat Maria samen met haar zus Lijsbet van haar ouders heeft geërfd, zoals te zien is bij de verpondingen van 1737 en de bewoningslijst van het huis over de periode 1736-1746:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 47 verso:
Lambert Lamberts Verheijden.
Huijs, hoff en aangelagh 2 copse. In de bede ƒ 8-15-12
Jaar | Eigenaar nummer 22 Dorp | Bewoners nummer 22 Dorp |
---|---|---|
1736 | Lambert Lamberts | Jan Peter Claus |
1741 | Lambert Lamberts Verheijen | Claas Paulus |
1746 | Lambert Verheijden | Marten Martens |
Op 29-10-1747 komt Lambert Verheyen te Asten te overlijden en enkele dagen daarna op 01-11-1747 overlijdt Marij Colen, beiden als gevolg van een epidemie van de 'rooie loop' (dysenterie). Ook vier van hun kinderen overlijden in die tijd. De ziekte, een zware vorm van diarree die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van bloed in de ontlasting, kwam onder andere in de 18e eeuw veelvuldig voor op het Brabantse platteland en was beter bekend onder naam rode loop. De ziekte was in deze tijden dikwijls fataal bij kinderen en oudere zwakke mensen. Er overlijden meer dan honderd Astenaren in die tijd.
In 1749 wordt een staat en inventaris opgemaakt van de erfenis:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 240 verso; 26-04-1749:
Staat en inventaris opgemaakt door Frans Verhees en Tiele Peter Coolen, als voogden over Maria en Anneke, onmondige kinderen van Lambert Verheyen en Maria Coolen welke voor â…”e deel competeren en aan Lambert Lamberts Verheyden, de broeder van de onmondigen, voor â…“e deel toekomt:
Onroerende goederen: huis, schuur, schop, hof en aangelag met groes en land te Ostappen, bewoner: Lambert Lambert Verheyden; huis met land en groes in het Dorp in huur bij Nicolaas Neerven. Alle goederen zijn 14-12-1747 getaxeerd.
Roerende goederen: onder andere een paard met haam, zadel en verder getuig, een hoge en een slagkar, een ploeg en eg, vijf koeien en een os, een maal en twee kalveren, 33 schapen, twee schaape of kasse, vier stoelen, landbouwgereedschap rieken, zeisen, hakken, vlegels, bijlen, gaffels enzovoort, melkgerei, drie spinnewielen, vier bijenkorven, twee bedden, diverse potten en ketels. Er rest in de boedel ook nog enig vlees, spek, rogge, boekweit, hooi en stro. Op de goederen te Ostappen zijn 19 lopense bezaaid met rogge en moet nog 4½ lopense bezaaid worden met boekweit.
Schulden: aan Martinus van de Loverbosch en Leendert Jacobs van Hugten, borgemeesters, 1746 ƒ 7-02-14; aan Jan Ture Loomans cum suis borgemeesters, 1747 ƒ 13-04-02; aan Jan Janse Smits cum suis borgemeesters, 1748 ƒ 23-00-00; aan Wilhelmus de Bruyn, collecteur van 's landslasten volgens briefje nog te betalen over 1746-1749 ƒ 115-02-10; aan Laurens Roymans en zijn dochter wegens huurachterstand en geleend geld ƒ 40-00-00; aan Jan Janse Smits wegens winkelwaar ƒ 5-00-00; aan Jan Verhoysen wegens gehaald bier ƒ 3-00-00; aan Jan Trouwen als smid ƒ 3-00-00; aan Tiele Peter Coolen wegens geleend geld ƒ 10-05-00; aan de weduwe IJsbout Hendriks restant van lasten
ƒ 2-10-00. Totaal ƒ 222-04-10.
Omdat de oudste zoon wil trouwen, neemt hij de verantwoordelijkheid voor zijn twee jonge zusjes op zich. Het huis in het dorp blijft nog onverdeeld:
Asten Rechterlijk Archief 15 folio 321; 05-05-1749:
Gezien het request van Frans Verhees en Tiele Peter Coolen als momboiren over Maria en Anneke, onmondige kinderen van wijlen Lambert Verheyden en Maria Coolen, te Ostappen. Dat sedert het overlijden van de ouders in het laatst van 1747, waarbij zij vijf kinderen nagelaten hebben waarvan er in 1747 nog twee overleden zijn. De overige zijn in het huis blijven zitten en hebben gezamelijk het huishouden ten laste van de boedel gedaan. Onlangs is de oudste, Lambert, getrouwd en zou gaarne in de boedel blijven zitten. De andere kinderen kunnen dit niet, omdat zij respectievelijk maar 12 en 7 jaar oud zijn. Supplianten is aangeraden om een inventaris op te maken met inbegrip van de bekende schulden deze bedragen ƒ 222-10-0.
Er is een accoord gemaakt met Lambert Lamberts Verheyden dat deze in vrij eigendom zal bezitten alle roerende goederen en de oogst te velde en dat hij op de goederen te Ostappen zal blijven wonen en werken voor de tijd van zes jaar. Hij zal de twee kinderen in onderhoud nemen, laten leren en opvoeden. Hij zal de schulden van de boedel voldoen. En dan eyndelijk voor de voornoemden overgifte met het expireere van de voorschreven ses jaare aan de onmondigen moeten betaalen ƒ 200,-. Dus voor ieder ƒ 100,-. Blijft het huis in het Dorp en de overige landerijen in het gemeen. Zoals ook de goederen te Ostappen, na de zes jaar, weer gemeenschappelijk zullen zijn.
Zij vragen toestemming voor een en ander. Naeschrift: Fiat van het College.
Zes jaar later vindt alsnog de erfdeling plaats en komt het huis in het dorp in bezit van Maria en Anneke, hun broer Lambert blijft in het ouderlijk huis op Oostappen (zie Oostappensedijk 54) wonen:
Asten Rechterlijk Archief 120 folio 137 verso; 14-02-1755:
Tiele Peter Coolen en Frans Verhees momboiren over Maria en Anneke, onmondige kinderen van Lambert Verheyden en Maria Coolen, beiden overleden en gewoond hebbende te Ostappen en Lambert Verheyden, broeder van de onmondigen, wonende te Ostappen. Zij maken, na overleg met vrienden en goedkeuring van het College op 16-12-1754 decreetboek folio 26 een scheiding en deling van de door hun ouders nagelaten goederen.
1e lot krijgt Lambert om de wooninge en teulinge tot geen ruine en onnutte wooninge off kostwinninge te maken zijn aan hem toegewezen alle vaste goederen, te Ostappen, door hun ouders nagelaten en door Lambert sindsdien gebruikt en bewerkt zijn te weten huis, schuur, schop, stal, hof en aangelag 14 lopense, land en groes 58 lopense.
2e lot krijgen Maria en Anneke een huis, hof, aangelag, schop en stal in het Dorp ½ lopense, land en groes 18 lopense.
Het huizenquohier bevestigt de overgang van eigendom van de kinderen van Lambert Verheijen naar de beide zussen Maria en Anneke; het huis wordt nog steeds verhuurd aan derden, voor Nicolaas Neerven zijn gezin (zie Voormalig huis B714):
Jaar | Eigenaar nummer 22 Dorp | Bewoners nummer 22 Dorp |
---|---|---|
1751 | kinderen Lambert Verheijden | Nicolaas Neerven |
1756 | Maria en Anneke Verheijden | Jan Hendrik Jansen en weduwe Jan Driesse Smits |
1761 | Maria en Anneke Verheijden | Jan Hendrik Jansen en Jenneke Hendriks |
In 1763 verkopen Maria en Anneke het huis aan Pieter Joost Verberne:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 79; 11-01-1763:
Hendrik Dirk Timmermans man van Maria Verheyden en Anneke Verheyden verkopen de goederen, hen aangekomen bij deling op 14-02-1755. Zij verkopen aan Pieter Joost Verberne, metselaar, te Eyndhoven een huis, stal, hof en aangelag in het Dorp ½ lopense. Bewoner Jan Hendrik Jansen, ene zijde de straat, andere zijde kinderen Jan Smits, ene einde Antoni Kemps, andere einde Joost Kuypers. Koopsom ƒ 49,-.
Pieter Joost Verberne is geboren te Asten op 26-07-1730 als zoon van Judocus Jansen Verberne en Maria Jan Smits (zie Voormalig huis G415). Hij is als metselaar op 20-01-1765 te Asten getrouwd met Anna Maria Fransen Voermans, geboren te Asten op 23-03-1746 dochter van Antoni Fransen Voermans en Anna Cornelis Tielemans (zie Markt 14 en 16). Na haar kinderloos overlijden te Eindhoven op 24-05-1767 is Pieter Joost Verberne te Eindhoven op 10-09-1769 hertrouwd met Johanna Maria Sluijers, geboren te Mierlo op 29-01-1741 als dochter van Dilis Sluyers en Govardina Verzantvoort:
Het gezin van Pieter Joost Verberne en Johanna Maria Sluijers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Anna Maria | Eindhoven 28-03-1771 | Ongehuwd | Eindhoven 30-06-1819 | |
2 | Diliana Francisca | Eindhoven 04-10-1772 | Ongehuwd | Eindhoven 14-09-1817 | |
3 | Justina | Eindhoven 17-04-1774 | Ongehuwd | Eindhoven 26-02-1828 | |
4 | Josephus Antonius | Eindhoven 12-06-1781 | Ongehuwd | Eindhoven 02-03-1816 |
In het huizenquohier over de periode 1766-1781 staat het huis op naam van Pieter Joost Verberne en wordt het nog steeds aan derden verhuurd:
Jaar | Eigenaar nummer 22 Dorp | Bewoners nummer 22 Dorp |
---|---|---|
1766 | Peter Verberne | Wilhelmus Knaapen en Leendert Vos |
1771 | Peter Verberne | Willem Knaapen en Jan Verasdonk |
1776 | Peter Verberne | Hendrik Halthausen en Jan Verasdonk |
1781 | Peter Verberne | Hendrik Halthausen in de camer Johan Hendrik Hesse |
Bewoner Wilhelmus Corneli Knaapen is geboren te Weert rond 1735 als zoon van Cornelis Knapen en Maria van Bogget. Hij is op 13-11-1763 te Asten getrouwd met Maria Peter van Riet, geboren te Asten op 09-01-1726 als dochter van Petrus Jois van Riet en Petronella van Eynt (zie Voormalig huis G583).
Het gezin van Wilhelmus Corneli Knaapen en Maria Peter van Riet:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria | Asten 22-10-1764 | Kind | Asten 15-10-1779 | |
2 | Petrus | Asten 15-07-1766 | > 1785 | * | |
3 | Petronella | Asten 07-02-1769 | Kind | Asten 16-10-1779 |
* zoon Pieter wordt in een testament van 03-04-1781 en bij een aflossing op 28-04-1785 (zie Voormalig huis G583) nog genoemd
Maria Peter van Riet is op 12-10-1779 te Asten overleden en Wilhelmus Corneli Knaapen schiet nog een wolf:
Asten Rechterlijk Archief 124 folio 266 verso; 01-07-1780:
Pieter Klomp en Jan Timmermans verklaren ter instantie van Wilhelmus Knaape, dat zij en veel meer andere zijn geweest in het Palmbroek, naar de zijde van Vlierden, alwaar een wolf ontdekt was. Deze wolf is toen afgeschoten door Wilhelmus, zijnde geweest een oude reymelaar. De wolf is toen ook vertoond aan de drossard.
Wilhelmus Corneli Knaapen is op 12-08-1781 te Asten hertrouwd met Maria Anna Cosijns, geboren te Woensel rond 1740. Hij moet voor zijn zoon Petrus nog een staat en inventaris opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 125 folio 17; 28-07-1781:
Staat en inventaris opgemaakt door Wilhelmus Knaape, weduwnaar Maria van Riet, ten behoeve van Pieter, zijn onmondige zoon. Hij wil hertrouwen met Marian Cozijns, geboren te Woensel.
Roerende goederen: een bed en toebehoren, drie paar lakens, een kast, een kist, zes stoelen, zes tinnen schotels, een kommeke, tien lepels, zeven forkette, enige potten en ketels, het gereedschap van een metselaar, de vrouw bezat nog een boek met zilveren sloten, een paar zilveren schoengespen, enig aardewerk enzovoorts.
Wilhelmus Corneli Knaapen is op 26-10-1798 te Asten overleden en omdat zijn zoon Petrus niet aanwezig is, worden toezienders aangesteld:
Asten Rechterlijk Archief 32 folio 118 verso; 19-11-1798:
Vermits de doode en aflijvigheid van Wilhelmus Knapen en de absentie van zijn zoon Pieter hebben de regenten het nodig geoordeeld om over de boedel toezienders aan te stellen om een en ander gade te slaan en de schulden te betalen. Benoemd zijn Pieter van Loon en Wilhemus van Riet.
Een andere bewoner Hendrik Halthausen, ook bekend onder de naam Hendrik Althuysen, is verder beschreven bij een ander huis (zie Voormalig huis G601).
Eigenaar Pieter Joost Verberne is te Eindhoven op 23-03-1816 overleden en Johanna Maria Sluijers is te Eindhoven op 29-10-1818 overleden. Voor die tijd is het huis echter doorverkocht aan Jacobus Hoefnagels:
Asten Rechterlijk Archief 102 folio 143 verso; 1793:
Pieter Verberne, wonende te Eyndhoven, verkoopt aan Jacobus Hoefnagels een huis en hof ½ lopense van achter Wilbert Cornelis, weduwe Antony Kemps en Jan van Hoek. Met recht op het aanhorende peel- of turfveld. Koopsom ƒ 370,-.
Jacobus Gerardus Hoefnagels is geboren te Asten op 14-02-1752 als zoon van Gerardus Adrianus Hoefnagels en Elizabetha Jacobs Bosmans (zie Voormalig huis G493). Hij is als baardscheerder op 01-08-1779 te Asten getrouwd met Hendrina Antoni Verleijsdonk, geboren te Asten op 23-04-1753 als dochter van Antonius Verleysdonk en Johanna Wilhelmi Vermeulen:
Het gezin van Jacobus Gerardus Hoefnagels en Hendrina Antoni Verleijsdonk:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 30-12-1780 | Asten 13-05-1810 Wilhelmina Dirk Seegers |
Asten 05-04-1844 | |
2 | Antonius | Asten 31-07-1782 | Ongehuwd | Asten 01-07-1803 | |
3 | Elizabetha | Asten 20-11-1784 | Ongehuwd | Asten 22-03-1819 | |
4 | Gerardus | Asten 07-12-1786 | Kind | Asten 23-03-1789 | |
5 | Wilhelmus | Asten 04-03-1789 | Asten 10-02-1825 Alberta Rooijmans |
Asten 08-02-1829 | |
6 | Leonardus | Asten 30-09-1791 | Asten 26-01-1822 Lucia Driessen |
Asten 26-09-1852 | zie Prins Bernhardstraat 2 |
7 | Petrus | Asten 08-10-1794 | Ongehuwd | Asten 16-04-1868 | zie Prins Bernhardstraat 2 |
In het huizenquohier over de periode 1798-1803 staat het huis op naam van Jacobus Hoefnagels, die het huis ook grotendeels bewoont:
Jaar | Eigenaar nummer 22 Dorp | Bewoners nummer 22 Dorp |
---|---|---|
1798 | Jacobus Hoefnagels | Jacobus Hoefnagels en Catharina Wijnen |
1803 | Jacobus Hoefnagels | Jacobus Hoefnagels |
Hendrina Antoni Verleijsdonk is op 28-10-1813 te Asten overleden en Jacobus Gerardus Hoefnagels is te Asten op 02-12-1827 overleden. De drie nog in leven zijnde zoons verkopen het huis een half jaar later aan Josephus Aarts:
Notarieel Archief 51-45 Asten; 26-06-1828:
Leendert, Willem en Pieter Hoefnagels verkopen een huis en hof groot 6 roede, ene zijde Jan Kuijpers, andere zijde weduwe Martinus van Hoek, gaat naar Joseph Aarts voor ƒ 477,-.
Josephus Aarts is geboren te Asten op 24-09-1781 als zoon van Paulus Aarts Wilberts en Johanna Maria Jan Koolen. Hij is op 26-01-1821 te Asten getrouwd met Gertruda van den Heuvel, geboren te Vlierden op 29-03-1781 als dochter van Franciscus van den Heuvel en Johanna Deriks:
Het gezin van Josephus Aarts en Gertruda van den Heuvel:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna Maria | Asten 29-01-1822 | Kind | Asten 19-02-1826 | |
2 | Joanna Maria | Asten 05-09-1823 | Kind | Asten 06-06-1828 |
Bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staan er twee huizen op naam van Josephus Aarts:
Kadaster 1811-1832; G556:
Huis en erf, groot 01 roede 24 el, het Derp, klassen 8.
Eigenaar: Jozeph Aarts.Kadaster 1811-1832; G557:
Huis en erf, groot 00 roede 80 el, het Derp, klassen 8.
Eigenaar: Jozeph Aarts.
Josephus Aarts is te Asten op 07-04-1845 overleden en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 komen we zijn weduwe, Gertruda van den Heuvel, tegen op huizingnummer A136a:
In een deel van het huis woont Petronella Engelen, geboren te Weert op 07-10-1811 als dochter van Anton Engelen en Christine Thijssen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 woont zij in het huis met huizingnummer A136b:
Gertruda van den Heuvel is op 07-03-1862 te Asten overleden en Petronella Engelen is op 10-06-1863 te Asten overleden. Daarna wordt het huis verkocht aan Laurens Antonij Berkvens en direct doorverkocht aan Christina Nuij (zie Julianastraat 9). Kort daarna in 1866 volgt de verkoop aan Lambertus Brekelmans, geboren te Haaren op 29-01-1799 als zoon van Adriaan Brekelmans en Elisabeth Moonen. Hij is op 26-04-1833 te Asten getrouwd met Wilhelmina Cornelissen, geboren te Asten op 08-04-1794 als dochter van Willibrordus Cornelissen en Maria Berkers (zie Voormalig huis G554). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij vanaf 1868 in het huis met huizingnummer A136:
Ook over de periode 1869-1879 en in de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met kadasternummer G1244 en achtereenvolgens huizingnummer A203 en A205:
Wilhelmina Cornelissen is op 24-09-1880 te Asten overleden en Lambertus Brekelmans is te Asten op 07-09-1882 overleden.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-09-1882 wordt het huis, land en de inboedel van Lambertus Brekelmans door Johannes Bluijssen te koop aangeboden:
![]() |
![]() |
De koper van het huis is landbouwer Antonius Eijsbouts, geboren te Asten op 12-11-1826 als zoon van Johannes Eijsbouts en Maria van Heugten (zie Diesdonk 41). Samen met zijn broer Leonardus en zus Hendrica, overleden te Asten op 28-01-1894, wonen zij ook over de periode 1890-1900 en in de periode 1900-1910 in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A215 en A228:
Antonius Eijsbouts is op 01-10-1902 te Asten overleden en zijn broer Leonardus Eijsbouts, geboren te Asten op 28-03-1832, erft het huis per testament en woont ook in de periode 1910-1920 in het huis met huizingnummer A250:
Leonardus Eijsbouts verhuist in 1911 naar B68 en is op 06-03-1917 te Asten overleden.
De nieuwe bewoner is Wilhelmus Mennen, geboren te Asten op 26-03-1848 als zoon van Francis Mennen en Anna Maria Bogers. Hij is als arbeider op 03-02-1899 te Asten getrouwd met Johanna van Heugten, geboren te Asten op 19-08-1863 als dochter van Willem van Heugten en Johanna Verheijen. Ook in de periode 1920-1930 wonen Wilhelmus Mennen, Johanna van Heugten en nicht Maria van Heugten in het huis met huizingnummer A287, ook bekend staand als Julianastraat 13:
Rond 1928 wordt dit huis verkocht aan Thomas Johannes Waals, afgebroken en herbouwd tot twee huizen onder kadasternummer G2357. In het huis, op de plaats van het oude huis, gaat hij zelf wonen en het andere huis wordt bewoond door de bovengenoemde Wilhelmus Mennen (zie Julianastraat 19).
In het huis op de oorspronkelijke plek woont Thomas Johannes (Jan) Waals, geboren op 07-06-1897 te Veghel als zoon van Gerardus Waals en Catharina Werts. Hij is als timmerman op 02-02-1921 te Ginneken getrouwd met Antonia (Toos) Jansen, geboren te Ginneken op 19-01-1898 als dochter van Johannes Jansen en Petronella Mathijssen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A288 (zie Julianastraat 9 in het nieuw gebouwde huis met huizingnummer A287a, ofwel Julianastraat 11, wonen:
Ook over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 11:
In het Peelbelang van 06-01-1945 heeft Jan Waals een bos sleutels verloren:
Hieronder een etalagefoto uit 1955 van de winkel van Jan Waals aan de Julianastraat 11:
In 1967 werd de winkel van de firma Waals uitgebreid en verscheen het winkelpand ten noorden van zijn huis, zoals te zien is op onderstaande foto:
Thomas Johannes (Jan) Waals is op 23-01-1968 te Helmond overleden en Antonia (Toos) Jansen is op 12-08-1968 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Op de plaats van het huis staat het uit 1928 daterend huis met huidig adres Julianastraat 17:
Overzicht bewoners
Huis in het Derp
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1691 | Teunis Colen | Asten april 1663 | ||
1706 | weduwe Teunis Colen | Asten 21-03-1661 | ||
1733 | Lambert Lamberts Verheijen | Gestel 30-11-1704 |
Dorp huis 22
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | Lambert Lamberts | Gestel 30-11-1704 | Jan Peter Claus | Asten 30-06-1679 |
1741 | Lambert Lamberts Verheijen | Gestel 30-11-1704 | Claas Paulus | Asten 07-11-1692 |
1746 | Lambert Verheijden | Gestel 30-11-1704 | Marten Martens | Asten 14-05-1697 |
1751 | kinderen Lambert Verheijden | Asten 26-08-1737 | Nicolaas Neerven | Vlierden ±1700 |
1756 | Maria en Anneke Verheijden | Asten 26-08-1737 | Jan Hendrik Jansen en weduwe Jan Driesse Smits | Asten 10-04-1715 |
1761 | Maria en Anneke Verheijden | Asten 26-08-1737 | Jan Hendrik Jansen en Jenneke Hendriks | Asten 10-04-1715 |
1766 | Peter Verberne | Asten 26-07-1730 | Wilhelmus Knaapen en Leendert Vos | Weert 25-12-1717 |
1771 | Peter Verberne | Asten 26-07-1730 | Willem Knaapen en Jan Verasdonk | Weert 25-12-1717 |
1776 | Peter Verberne | Asten 26-07-1730 | Hendrik Halthausen en Jan Verasdonk | Waldeck ±1730 |
1781 | Peter Verberne | Asten 26-07-1730 | Hendrik Halthausen en in de camer Johan Hendrik Hesse | Waldeck ±1730 |
1798 | Jacobus Hoefnagels | Asten 14-02-1752 | Jacobus Hoefnagels en Catharina Wijnen | Asten 14-02-1752 |
1803 | Jacobus Hoefnagels | Asten 14-02-1752 | Jacobus Hoefnagels | Asten 14-02-1752 |
Kadasternummer G556
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G556 | 1832 | Josephus Aarts | Asten 24-09-1781 |
Julianastraat 11
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1813 | Jacobus Hoefnagels | Asten 14-02-1752 | Henrina Verleijsdonk | Asten 23-04-1753 | † 28-10-1813 | |
1813-1827 | Jacobus Hoefnagels | Asten 14-02-1752 | met kinderen | † 02-12-1827 | ||
1828-1845 | Josephus Aarts | Asten 24-09-1781 | Gertruda van den Heuvel | Vlierden 29-03-1781 | † 07-04-1845 | |
1845-1859 | Gertruda van den Heuvel | Vlierden 29-03-1781 | weduwe Aarts | |||
A136 | 1859-1862 | Gertruda van den Heuvel | Vlierden 29-03-1781 | weduwe Aarts | † 07-03-1862 | |
A136 | 1862-1869 | Lambert Brekelmans | Haaren 29-01-1799 | Wilhelma Cornelissen | Asten 08-04-1794 | |
A203 | 1869-1879 | Lambert Brekelmans | Haaren 29-01-1799 | Wilhelma Cornelissen | Asten 08-04-1794 | |
A205 | 1879-1880 | Lambert Brekelmans | Haaren 29-01-1799 | Wilhelma Cornelissen | Asten 08-04-1794 | † 24-09-1880 |
A205 | 1880-1882 | Lambert Brekelmans | Haaren 29-01-1799 | † 07-09-1882 | ||
A205 | 1883-1890 | Antonius Eijsbouts | Asten 12-11-1826 | met broer en zus | ||
A215 | 1890-1900 | Antonius Eijsbouts | Asten 12-11-1826 | met broer en zus | ||
A228 | 1900-1902 | Antonius Eijsbouts | Asten 12-11-1826 | met broer en zus | † 01-10-1902 | |
A228 | 1902-1910 | Leonardus Eijsbouts | Asten 23-03-1832 | met zus | ||
A250 | 1910-1911 | Leonardus Eijsbouts | Asten 23-03-1832 | met zus | naar B68 | |
A250 | 1911-1920 | Wilhelmus Mennen | Asten 26-03-1848 | Johanna van Heugten | Asten 19-08-1863 | |
A287 | 1920-1928 | Wilhelmus Mennen | Asten 26-03-1848 | Johanna van Heugten | Asten 19-08-1863 | |
A287a | 1929-1930 | Thomas Jan Waals | Veghel 07-06-1897 | Antonia Jansen | Ginneken 19-01-1898 | |
11 | 1930-1938 | Thomas Jan Waals | Veghel 07-06-1897 | Antonia Jansen | Ginneken 19-01-1898 |
Julianastraat 19
Een nieuw gebouwd huis met kadasternummer G2358 (zie Julianastraat 17) wordt bewoond door Wilhelmus Mennen, geboren te Asten op 26-03-1848 als zoon van Francis Mennen en Anna Maria Bogers. Hij is als arbeider op 03-02-1899 te Asten getrouwd met Johanna van Heugten, geboren te Asten op 19-08-1863 als dochter van Willem van Heugten en Johanna Verheijen. In de periode 1920-1930 wonen Wilhelmus Mennen, Johanna van Heugten en nicht Maria van Heugten in het huis met huizingnummer A287, ook bekend staand als Julianastraat 13:
Wilhelmus Mennen is op 22-01-1932 te Asten is overleden. Zijn echtgenote Johanna van Heugten woont ook in de periode 1930-1938 met haar nicht Maria van Heugten in het huis aan de Julianastraat 13:
Johanna van Heugten is op 19-03-1940 te Asten overleden en nicht Maria van Heugten, geboren te Vlierden op 26-09-1911 als dochter van Lambertus van Heugten en Johanna van Kessel, woont daarna in het huis. Zij stond ook bekend als Mietje Mennen en is te Asten op 08-05-1936 getrouwd met metselaar Hubertus Wilhelmus (Huub) Verdonschot, geboren te Asten op 07-06-1909 als zoon van Carel Verdonschot en Agnes Bots. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 13:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-06-1939 en van 22-11-1940 de geboortes van dochter Maria en zoon Lambertus:
![]() |
![]() |
Later verhuizen Hubertus Wilhelmus (Huub) Verdonschot en Maria van Heugten naar de winkel verderop in de Julianastraat (zie Voormalig huis G773 en G774).
In het huis heeft nog gewoond koster Henricus Adrianus (Henk) Verspeek, geboren te Etten Leur op 19-08-1921 als zoon van Martinus Verspeek en Elisabeth van Nijnatten. Hij is op 27-08-1948 te Asten getrouwd met Lamberta Josephina Maria (Bertha) Timmermans, geboren op 02-01-1926 te Asten als dochter van Johannes Timmermans en Ida van Bree.
Hieronder een foto uit 1955 van de etalage van Henk Verspeek:
Henricus Adrianus (Henk) Verspeek is op 27-05-2000 te Bakel overleden en Lamberta Josephina Maria (Bertha) Timmermans is op 26-10-2005 te Geldrop overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Het huis met het huidige adres Julianastraat 19 staat nu op die plaats:
Overzicht bewoners
Julianastraat 13
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
A287 | 1928-1930 | Wilhelmus Mennen | Asten 26-03-1848 | Johanna van Heugten | Asten 19-08-1863 | |
13 | 1930-1932 | Wilhelmus Mennen | Asten 26-03-1848 | Johanna van Heugten | Asten 19-08-1863 | †22-01-1932 |
13 | 1932-1938 | Johanna van Heugten | Asten 19-08-1863 | weduwe Mennen |
Voormalig huis G547
Dit huis wordt vanaf 1691 bewoond door Jacob Mattijssen de Kuijper, geboren te Asten in augustus 1663 als zoon van Mathys Antonis Laurensen (alias de Cuyper) en Jenneke Hendrick Jacobs. Hij is op 09-07-1691 te Asten getrouwd met Antonia Jansen Joosten, geboren rond 1665:
Conjuncti sunt matrimonio Jacobus Thijssen et Antonia Joosten; testes Lambertus Dielis et Antonia Lucas.
In huwelijkse echt gebonden Jacobus Thijssen en Antonia Joosten; getuigen Lambertus Dielis en Antonia Lucas.
Het gezin van Jacob Mattijssen de Kuijper en Antonia Jansen Joosten:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna | Asten 24-09-1691 | Ongehuwd | Asten 16-11-1727 | |
2 | Mathias | Asten 17-05-1694 | Asten 21-11-1723 Joanna Jacobs |
Asten 26-10-1757 | zie Jan van Havenstraat 21 |
3 | Elisabetha | Asten 28-09-1696 | Ongehuwd | Asten 17-02-1747 | |
4 | Francisca | Asten 25-10-1700 | Kind | Asten ±1700 | |
5 | Antonius | Asten 12-11-1703 | Asten 29-04-1731 Angela Peter Baltis |
Asten 12-08-1775 | zie Voormalig huis F319 en Emmastraat 6 |
6 | Bernardus | Asten 20-06-1706 | ±1732 NN |
<1775 | België |
7 | Judocus | Asten 07-04-1709 | Asten 18-01-1733 Maria Fransen Lambers Asten 05-05-1748 Maria Jansen van de Leensel |
>1776 |
Onderstaande archiefstukken maken duidelijk wie de ouders zijn van Jacob Mattijssen de Kuijper:
Asten Rechterlijk Archief 78 fol. 44 07-02-1656
Mathijs Anthonis Vreynsen getrouwd met Jenneken, dochter Hendrick Jacobs verkoopt aan Joost Philips Stouten groes / hooiwas achter Braessel gemeynlijck genaempt de Voorhoye 2½ lopense.Asten Rechterlijk Archief 79 fol. 55vo 18-04-1667
Mathijs Anthonis Wreynssen verkoopt aan Jan Aert Vogels land int Root ½ lopense. Koopsom ƒ 40,-.Asten Rechterlijk Archief 79 fol. 103 18-03-1669
Mathijs Anthonissen de Cuyper verkoopt aan Jan Aert Vogels land aen de Kerck tusschen de Weegen. Koopsom ƒ 49,-.
Uit onderstaand archiefstuk blijkt dat Jacob Mattijssen de Kuijper net als zijn vader van beroep kuiper was:
Asten Rechterlijk Archief 110 folio 28; 10-04-1698:
Jacob Mathijsen de Cuyper, 32 jaar, verklaart ter instantie van Wouter Hoefnagel dat, wanneer zijn vrouw in september 1696 in de craem lagh hij bier, met de kan heeft laten halen ten huize van Peeter Canters, herbergier. Zonder dat hij, attestant, in zijn huis ooit bier in tonnen of vaten heeft gehad. Hij heeft ook nooit enig bier ten huize van Hendrick van den Bleeck of zijn collecteur aangebracht. Over het halen van het voorschreven bier met de kan heeft Hendrick van den Bleeck voor accijns ingehouden 3 gulden 16 stuiver welke som hij, attestant, tegoed had van Hendrick van den Bleeck terzake van arbeidsloon wegens het maken van een waskuip en ses reepen om een ton te binden. Om dit arbeidsloon heeft hij Hendrick van den Bleeck verscheidene reysen aangemaant waarop deze heeft gezegd: "Ick will Uw dat niet betaelen, ick sal U wel anders hebben. Ghij sijt aen mij vervallen in een pene van 600 gulden". Hij, attestant, heeft tot nu toe niets van zijn arbeidsloon ontvangen.
Jacob Mattijssen de Kuijper koopt de andere helft van het huis op:
Asten Rechterlijk Archief 92 folio 25; 14-10-1714:
Jan Peeters op de Leensel verkoopt aan Jacob Mattijssen de helft van huis en hof in het Dorp 1½ copse. Zoals hem aangekomen is van wijlen zijn ouders, ene zijde Jurris Alons, andere zijde Jan Wollifs en anderen, ene einde Jacob Matijssen. Belast met 9½ duit per jaar aan het Huis van Asten. Koopsom ƒ 25,-.
Jacob Mattijssen de Kuijper is op 08-11-1727 te Asten overleden en bij de verpondingen van 1737 en 1754 en in het huizenquohier over de periode 1736-1751 zijn zijn kinderen eigenaar van het huis en zij verhuren het aan derden:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 183 verso:
De kinderen Jacob Matteijssen.
Huijs, hoff en aangelagh 2 copse.Verpondingen 1754 XIV-63 folio 223:
Kinderen Jacob Mattijssen.
Nummer 21 huis.
Jaar | Eigenaar nummer 21 Dorp | Bewoners nummer 21 Dorp |
---|---|---|
1736 | erfgenamen Jacob de Kuijper | Jan Andries Smits |
1741 | kinderen Jacob Matijssen | Jan Andriesse Smits |
1746 | kinderen Jacob Matijssen | Maria Kerkhoff |
1751 | kinderen Jacob Mattijssen | Jan Hoefnagels |
Zoon Judocus Jacob Cuijpers, geboren te Asten op 07-04-1709 is op 18-01-1733 te Asten getrouwd met Maria Fransen Lambers, geboren te Asten op 03-02-1709 als dochter van Franciscus Lamberts en Johanna Martens (zie Voormalig huis C803). Na haar overlijden te Asten op 10-10-1747 is Judocus Jacob Cuijpers te Asten op 05-05-1748 hertrouwd met Maria Jansen van de Leensel, geboren te Asten op 17-07-1710 als dochter van Johannes Jansen en Maria Dircks van Heugten en weduwe van Francis Hoebergen.
De gezinnen van Judocus Jacob Cuijpers met Maria Fransen Lambers en met Maria Jansen van de Leensel:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Jacobus | Asten 17-06-1738 | Kind | Asten 12-10-1747 | |
2 | Cornelia | Asten 21-03-1742 | >1768 | ||
3 | Johannes | Asten 11-04-1746 | Kind | Asten 05-11-1753 | |
4 | Franciscus* | Asten 20-01-1751 | Maarheeze 06-02-1785 Johanna Nicolai Simonis |
Asten 02-11-1815 | zie Hemel 2 |
5 | Antonius* | Asten 01-03-1756 |
* kinderen uit het tweede huwelijk
Judocus Jacob Cuijpers was van beroep voerman en heeft hier wat vracht verloren:
Asten Rechterlijk Archief 22 folio 16; 21-12-1733:
Mathijs Windels, te Roermondt, zegt dat zijn minderjarige zoon, omtrent Sint Bartholomeus laatstleden, te 's Hertogenbosch, in het Hoefeyser, op de kar van Joost Jacob Cuypers, inwoner van Asten, heeft opgeladen een reyssack met goederen om te Roermondt af te leveren voor de som van 4 schellingen. Deze zijn hem ook, te Roermond, voldaan. Er ontbrak echter een keursleif aan de goederen waarde ƒ 5,-. Tot nu toe hebben ze dit, ondanks minnelijke verzoeken, niet kunnen bekomen. Joost Jacob Kuypers zegt dat hij te Roermond de volle vracht heeft genoten, ook dat hij de sack op zijn kar heeft gehad en dat deze te Asten op zijn kar is blijven liggen, mede omdat de zoon van Windels hem niet van de kar wilde nemen. De volgende morgen bleek de sack geopend te zijn en het leif daaruit verdwenen. Verder had hij van andere voerlui, die hij op zijn kar had, gehoord dat in de sack een keursleif was en dat dit 3 gulden 5 stuiver gekost had. Schepenen hebben een poging tot bemiddeling gedaan die echter door Joost Jacob Kuypers is afgewezen. Hem wordt nu opgelegd een keurslijf te leveren ofwel 3 gulden 5 stuiver te betalen alsmede de kosten van het recht. Mocht hij binnen driemaal 24 uur na deze insinuatie een en ander niet voldaan hebben dan wordt hem opgelegd of een keurslijf te leveren of ƒ 5,- te betalen.
Judocus Jacob Cuijpers woont in eerste instantie op de Hemel, maar heeft daar een achterstand in de betalingen en wordt daarvoor beboet:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 11-07-1739:
Frans van Weert, grootvader en momboir van de kinderen Tijs Timmermans getrouwd geweest met wijlen zijn dochter, geeft te kennen, dat Joost Jacob Kuypers in huur heeft gehad een huis met groes en land in den Hemel. Huurprijs ƒ 6,- en 11 vat rogge per jaar. Huurder is nog schuldig ƒ 6-10-8 en 23 vat rogge evenals vele lands- en dorpslasten. Hij verzoekt de goederen in arrest te mogen laten nemen.
Marge: De huurder moet binnen vier dagen reageren, anders wordt toestemming gegeven om de schaar in arrest te nemen.Asten Rechterlijk Archief 118 folio 131; 15-07-1739:
Gerrit van Riet, vorster, namens Frans van Weert, als grootvader van de onmondige kinderen van Tijs Timmermans, legt beslag op alle te velde staande gewassen van rogge en boekweit, staande op de erve van voornoemde kinderen en door Joost Kuypers bewoont zijnde. Om daaraan te verhalen de verschuldigde en achterstallige huurgelden en de onbetaalde 's lands- en dorpslasten.
Nog een achterstallige betaling van Judocus Jacob Cuijpers
Asten Rechterlijk Archief 23 folio 170; 20-12-1745:
Den drost heeft nog te vorderen, wegens niet betalen van gekochte goederen op de koopdagen, van:
Martinus Jan Paulus ƒ 6-17-10; Antoni de Kuyper ƒ 0-15-00; Joost Coopmans ƒ 0-06-00; Joost Jacob Kuypers ƒ 1-02-00.
Bij het overlijden van zijn schoonouders na het overlijden van zijn eerste vrouw, worden goederen verkocht om de schuldenlasten te kunnen vereffenen:
Asten Rechterlijk Archief 142; 22-04-1748:
Jan Hendriks van de Meulendijk getrouwd met Catarina Frans Lambers, Joost Jacob Kuypers getrouwd geweest met Maria Frans Lambers, Catalijn Frans Lambers jonge dochter, zij is ziek en Johanna Enout, weduwe Martinus Frans Lambers en haar kinderen. Allen voor zichzelf en mede voor de vijf onmondige kinderen van Gijsbert Coninx getrouwd geweest met Jenneke Frans Lambers, beiden overleden. Allen erven van wijlen Frans Lambers en Jenneke Martens zijn vrouw, gewoond hebbende aan Voordeldonk. Zij verkopen de gereede haaffelijke en erffhaaffelijke goederen van hun ouders onder andere een paard, ƒ 7,50; een koe ƒ 12,-; een os ƒ 14,-; een koperen ketel ƒ 7,-. Opbrengst: ƒ 92,-.
Zij verkopen de te velde staande rog en boekweyt onder andere op den Eekelhoff; op den Hoeckacker; neven de Heg; op den Ossenkamp; het Plompvelt; op de Braak; aan de Koeystraat; aan de Waterplas; op de Nieuwenkamp; in de Loverbosch en op den IJserman. Opbrengst: ƒ 130,-Asten Rechterlijk Archief 15 folio 301; 21-10-1748:
Gezien het request van Peter Martens en Lambert Cornelis momboiren over de onmondige kinderen van wijlen Jenneke Frans Lambers getrouwd geweest met Gijsbert Coninx en Joost Jacob Kuypers als vader van zijn drie onmondige kinderen van hem en wijlen zijn vrouw, Maria Frans Lambers, alsmede Johanna Enouts weduwe Martinus Frans Lambers als moeder van haar kinderen. Allen kindskinderen en voor 3⁄5e deel erfgenaam van wijlen Frans Lambers en Jenneke Martens. Dat de voornoemde erfgenamen de roerende goederen en de oogst ten velde reeds verkocht hebben, doch dat daarmee de schulden op de boedel bij lange na niet betaald kunnen worden. De erflaters hebben ook nagelaten een huis, schuur, schop, land en groes aan Voordeldonk. Belast met een rente aan den Armen. Niemand van de erfgenamen kan de goederen gadeslaan of beheren. Zij vragen om de goederen publiek te mogen verkopen. Naschrift: Fiat van het College.
Voor zijn tweede huwelijk moeten Judocus Jacob Cuijpers en zijn aanstaande vrouw een inventaris opstellen voor hun nog in leven zijnde kinderen:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 204 verso; 25-04-1748:
Inventaris van Joost Jacob Kuypers getrouwd geweest met Maria Frans Lambers ten behoeve van zijn kinderen, Cornelia en Jan. Hij wil hertrouwen met Maria Jansen van de Leensel getrouwd geweest met Francis Hoebergen, welke een inventaris maakt ten behoeve van haar kinderen, Jan Maria en Josyna. Joost bezit een kist, twee stoelen, een veere bed, een deken, twee lakens, enige potten en pannen, een hoge blockkar, een aardkar, een ploeg, een eg. Maria bezit een halve koets, een linne bed met een deken, drie paar lakens, een schaapke, twee stoelen, een spinnewiel en enige ketels.
In het huizenquohier over de periode 1756-1771 zijn de kinderen van Jacob Mattijssen de Kuijper nog steeds onverdeeld eigenaar en is Judocus Jacob Cuijpers de hoofdbewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 21 Dorp | Bewoners nummer 21 Dorp |
---|---|---|
1756 | kinderen Jacob Mattijssen | Joost en Mattijs Kuijpers |
1761 | kinderen Jacob Mattijssen | Joost Kuijpers en Catalijn Happen |
1766 | kinderen Jacob Mattijssen | Joost Kuijpers |
1771 | kinderen Jacob Mattijssen | Joost Kuijpers en Nol Smits |
Judocus Jacob Cuijpers heeft ook nog recht op een deel van een obligatie ten laste van Hendrik Koopmans:
Asten Rechterlijk Archief 122 folio 209 verso; 07-05-1768:
Attestatie voor schepenen van Asten. Francis van de Loverbosch verklaart ter instantie van Hendrik Coopmans dat in zijn woonhuis, in november 1767, Hendrik Koopmans en Joost Kuypers met hem hebben gesproken over enige zaken en dat hij, comparant, voorstelde om de obligatie van ƒ 150,- nagelaten door wijlen Lijneke Frans Lambers in de minne te vereffenen. Het is toen ook zo ver gekomen dat afgezien werd van een procedure, met alle kosten van dien. Dat Hendrik Koopmans soude aantellen, voldoen en betaalen ƒ 65,- in drie termijnen, waarvan de derde en laatste betaald zou worden over negen maanden. Dat daarna de obligatie voldaan zou zijn, de procedure gesloten en ieder zijn eigen kosten zou dragen.Asten Rechterlijk Archief 122 folio 209 verso; 07-05-1768:
Francis van de Loverbosch verklaart ter requisitie van Hendrik Koopmans, dat ten huize van hem, comparant, in november laatstleden zijn gekomen de voornoemde Hendrik Koopmans en Joost Kuypers en na met hem over enige zaken gesproken te hebben, heeft hij, comparant, naar voren gebracht om de pretense handobligatie van ƒ 150,-, nagelaten door wijlen Lijneke Frans Lambers en ten laste van Hendrik Koopmans, waarover Joost Kuypers en de verdere erfgenamen diezelfde Koopmans over in rechten hebben aangesproken om die zaak in de minne te regelen. Het is toe ook zo ver gekomen dat ter verdere afsnijding van procedure en kosten een accoord tussen hen werd gemaakt. Makende Joost Kuypers sig fort en sterk voor de verdere erfgenamen van Lijneke Frans Lambers dat Hendrik Koopmans voor de voorschreven obligatie zou betalen ƒ 65,-, in drie termijnen, de laatste over negen maanden. Ieder zou zijn eigen kosten voldoen en betalen.
Hendrik Koopmans probeert echter nog geld te ontfutselen bij Judocus Jacob Cuijpers:
Asten Rechterlijk Archief 24 folio 111 verso 09-05-1768:
Hendrik Koopmans, aanlegger contra Joost Kuypers, gedaagde. Aanlegger wil voldoening voor het drie jaar gebruiken van een akker ontrent de Mook 1½ lopense. Er was geen huurprijs afgesproken. Hij verzoekt nu om taxatie van het gerecht. Ook wil hij betaling van 2½ el miselaar aan zijn dochter Cornelia geleverd. Gedaagde zegt dat hij den akker gekregen heeft om te gebruiken en dus niets schuldig te zijn. De miselaar is zonder zijn kennis gehaald.
Maria Jansen van de Leensel is op 07-06-1773 te Asten overleden en enkele jaren later koopt Judocus Jacob Cuijpers het huis van zijn familie en buren:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 325; 08-05-1775:
Antoni Kuypers, Joost Kuypers, Jan Antoni Elias, Leendert Vos, Peter Noyen, te Deurne, Petrus, Johannes, Elisabet en Maria Kuypers alle vier kinderen van Bernardus Kuypers en wonende te Oostmalle, Schilde en Deurne in Brabant, Cornelis Verhoeven, te Vlierden. Zij verkopen aan Joost Kuypers 4⁄5e deel onverdeeld in huis, schop, hof en aangelag in het Dorp ½ lopense, ene zijde Peter Verberne, andere zijde de pad en Willem van Dijk, ene einde de straat, andere zijde Tomas Bakers en anderen. Joost Kuypers is voor het ander 1⁄5e deel al eigenaar. Verponding ƒ 0-15-0 per jaar. Koopsom ƒ 60,-.
In datzelfde jaar wordt er beslag gelegd op de goederen van Judocus Jacob Cuijpers:
Asten Rechterlijk Archief 124 folio 68 verso; 08-09-1775:
Jacobus van Ravesteyn, vorster, met machtiging van Philip de Rooy, collecteur van 's landsverpondingen over 1773, legt beslag op de vaste goederen van Francis Slaats, zijnde van de weduwe en kinderen, tot verhaal van ƒ 1-02-0; Peter Roymans, op Voordeldonk ƒ 5-17-4; Antoni Lintermans ƒ 4-00-0; kinderen Jacob Mathijssen nu van Joost Kuypers ƒ 0-15-0.
Ook bij het huizenquohier van 1776 is Judocus Jacob Cuijpers samen met Jan Schepers eigenaar en bewoner van het huis:
Jaar | Eigenaar nummer 21 Dorp | Bewoners nummer 21 Dorp |
---|---|---|
1776 | Joost Kuijpers en Jan Schepers | Joost Kuijpers en Jan Schepers |
Kort daarna verkoopt Judocus Jacob Cuijpers het huis aan Antoni Jan Nelissen:
Asten Rechterlijk Archief 100 folio 79 verso; 24-02-1777:
Joost Kuypers verkoopt aan Antoni Jan Nelissen huis, schop, hof en aangelag in het Dorp ½ lopense, ene zijde de straat, andere zijde Tomas Coolen, ene einde Peter Verberne andere einde Willem van Dijk. Belast met ƒ 0-2-4 per jaar aan het Huis van Asten. Koopsom ƒ 75,-.
In het huizenquohier van 1781 staat dat het huis is afgebroken:
Jaar | Eigenaar nummer 21 Dorp | Bewoners nummer 21 Dorp |
---|---|---|
1781 | weg |
Bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 ligt een bouwland op de plaats van het huis in eigendom van Jan Thomas Bakers:
Kadaster 1811-1832; G547:
Bouwland, groot 08 roede 79 el, het Derp.
Eigenaar: Jan Thomas Bakers.
In 1841 is op perceel G547 een huis gebouwd met kadasternummer G958 door Johannes van Hoek, geboren te Asten op 01-10-1797 als zoon van Antonie van Hoek en Johanna Bakens. Hij is als kleermaker op 02-02-1826 te Asten getrouwd met Petronella van der Zanden, geboren te Vlierden op 21-09-1802 als dochter van Francis van der Zanden en Josijna Vervoordeldonk. In 1857 wordt er een huis bijgebouwd en krijgt dit huis kadasternummer G1119 en het aangebouwde huis kadasternummer G1120 (zie Voormalig huis G1120). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis met huizingnummer A136:
Volgens het jaarboekje van de rechterlijke macht van 1850 was Johannes van Hoek cipier van het huis van bewaring in Asten. Petronella van der Zanden is op 09-11-1863 te Asten overleden en over de periode 1869-1879 en in de periode 1879-1890 woont Johannes van Hoek met zijn kinderen in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A199 en A201: |
![]() |
Johannes van Hoek is op 16-01-1880 te Asten overleden en bij een scheiding en deling komt het huis in handen van schoonzoon Antonius de Leeuw. Dochter Francisca van Hoek, geboren op 24-01-1829 te Asten, is op 12-01-1870 te Asten getrouwd met dagloner Antonius de Leeuw, geboren te Someren op 05-10-1838 als zoon van Hendrikus de Leeuw en Hendrina van de Warrenburg.
Hun zoon Hendrikus (Henri) de Leeuw, geboren te Asten op 30-09-1870, vertrekt in april 1883 als schoolleerling naar de Bagijnenstraat in Oss en een jaar later naar Tilburg. Van daar uit vertrekt hij in oktober 1886 naar het klein-seminarie in Roermond en in september 1892 naar het noviciaat in 's-Hertogenbosch. Dan lezen we het volgende over hem1:
Hendrikus (Henri) de Leeuw is op 06-01-1893 te 's-Hertogenbosch overleden en hieronder zijn overlijdensakte:
Na het overlijden van Francisca van Hoek op 23-12-1882 te Asten, is Antonius de Leeuw te Asten op 16-04-1883 hertrouwd met Maria Elisabeth van Veldhoven, geboren te Deurne op 08-12-1835 als dochter van Johannes van Veldhoven en Johanna Maria van de Mortel. Het huis krijgt in 1882 kadasternummer G1533 en later G1624 en ook over de periode 1890-1900 en in de periode 1900-1910 wonen Antonius de Leeuw en Maria Elisabeth van Veldhoven met hun gezin in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A212 en A227:
Maria Elisabeth van Veldhoven is op 17-01-1906 te Asten overleden en Antonius de Leeuw verhuist naar A97. Het huis wordt verhuurd aan Jacobus Zegers, geboren te Asten 16-02-1870 als zoon van Hendrikus Zegers en Antonia Bukkems (zie Voormalig huis G1462). Hij is als arbeider op 07-05-1897 te Asten getrouwd met Johanna van Hoek, geboren te Asten op 01-10-1872 als dochter van Antonie van Hoek en Rosina Ceelen (zie Emmastraat 60).
Aan het einde van de periode verhuizen zij naar A275 (zie Voormalig huis G2047) en wordt het huis door Antonie de Leeuw met kadasternummer G2064 verkocht, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-07-1909:
![]() |
![]() |
Antonie de Leeuw is op 20-03-1915 te Asten overleden en rechtsboven zijn overlijdensakte.
De koper van het huis aan de Fabriekstraat is Johannes van Deursen, geboren te Asten op 24-04-1862 als zoon van Laurentius Mathijs van Deursen en Hendrina Hoefnagels. Hij is als timmerman te Asten op 26-04-1901 getrouwd met Hendrina Arnoldina Maria Kuijpers, geboren te Deurne op 02-08-1868 als dochter van Jan Kuijpers en Petronella Nooijen.
Johannes van Deursen, die op Emmastraat 6 woont (zie Emmastraat 6), bouwt een werkplaats achter het huis dat dan kadasternummer G2085 krijgt, zoals te zien is op de kadasterkaart. De achtertuin van zijn huis op Emmastraat 6 grenst aan dit huis, dat hij verhuurt aan Johannes Bosch, geboren te Asten op 18-01-1882 als zoon van Hermanus Bosch en Johanna Sauvé. Hij is op 03-05-1907 te Asten getrouwd met Petronella Kortenbach, geboren te Asten op 08-03-1885 als dochter van Peter Kortenbach en Adriana van de Ven.
In het bevolkingsregister van Asten in de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met huizingnummer A248: |
![]() |
Johannes Bosch verhuist in 1912 naar Gemert en is op 02-05-1923 te Helmond overleden. De nieuwe bewoner is Johannes van der Heijden, geboren te Asten op 04-04-1847 als zoon van Gerardus van der Heijden en Johanna Vriens (zie Voormalig huis G410). Hij is sinds 03-05-1899 weduwnaar van Petronella Verheijen, geboren te Someren op 23-02-1847 als dochter van Leonardus Verheijen en Petronella Versantvoort, met wie hij als barbier op 23-10-1876 te Someren getrouwd was.
Rond 1917 voegt Johannes van Deursen de werkplaats bij zijn huis aan de Emmastraat en wordt het huis met dan kadasternummer G2160, zie kadasterkaart rechts, verkocht aan de weduwe Johannes Paulus Aarts. Huurder Johannes van der Heijden is op 26-05-1919 te Asten overleden en de nieuwe bewoner is Lamberta Mennen, geboren te Asten op 04-08-1867 als dochter van Francis Mennen en Anna Maria Bogers (zie Berken 7). Zij is sinds 24-05-1917 weduwe van Johannes Aarts, geboren te Asten op 17-10-1859 als zoon van Paulus Aarts en Petronella Berkers (zie Voormalig huis E293). Samen met haar nicht Petronella Haasen, geboren te Asten op 30-01-1893 als dochter van Wilhelmus Haasen en Elisabeth Aarts (zie Behelp 5) en dienstknecht Petrus Verspeek, geboren te Asten op 15-12-1889 als zoon van Hendrikus Verspeek en Petronella Welten (zie Voormalig huis E516). In de krant de Zuid-Willemsvaart van 30-06-1917 het overlijden van Johannes Aarts: |
![]() |
In het bevolkingsregister van Asten in de periode 1920-1930 komt zij vanuit D142 in Heusden (zie Voormalig huis E293) in het huis met huizingnummer A286 wonen:
Inwonende nicht Petronella Haasen is op 15-11-1921 te Asten getrouwd met melkweger Petrus Verspeek. Zij is op 18-04-1924 te Asten overleden en Petrus Verspeek is op 27-10-1925 te Asten hertrouwd met Maria Koolen, geboren te Asten op 13-05-1896 als dochter van Johannes Koolen en Johanna Maria Croijmans (zie Antoniusstraat 1).
Zij verhuizen rond 1928 naar A330a aan de Kerkstraat 14 (zie Kerkstraat 26). Het huis is gekocht door Godefridus Antonius van Houtert, geboren te Asten op 27-04-1881 als zoon van Antonius van Houtert en Johanna Dekkers. Hij is als fabrieksarbeider op 16-04-1920 te Asten getrouwd met Anna Catharina van de Mortel, geboren te Deurne op 03-05-1875 als dochter van Jacobus van de Mortel en Annamaria van Horik en weduwe van Johannes Meulendijks. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A369 in het huis met huizingnummer A286 wonen, ook bekend staand als Julianastraat 15:
Ook over de periode 1930-1938 wonen zij met stiefdochters de gezusters Meulendijks, in het huis aan de Julianastraat 15:
Anna Catharina van de Mortel is op 21-04-1936 te Asten overleden en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-04-1936 haar overlijdensbericht.
Godefridus Antonius van Houtert is op 16-12-1966 te Asten overleden en hieronder het bidprentje bij het overlijden van Anna Catharina van de Mortel en de overlijdensakte van Godefridus Antonius van Houtert:
![]() |
![]() |
Stiefdochter Maria Meulendijks is op 14-07-1954 te Asten overleden en stiefdochter Paulina (Lien) Meulendijks is op 17-12-1983 te Bakel overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Dit huis moet hebben gelegen ter hoogte van het huidige adres Julianastraat 21, waar rond 1955 een nieuw twee-onder-een-kap huis is gebouwd.
Overzicht bewoners
Dorp huis 21
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | erfgenamen Jacob de Kuijper | Asten 17-05-1694 | Jan Andries Smits | Asten 07-02-1713 |
1741 | kinderen Jacob Matijssen | Asten 17-05-1694 | Jan Andriesse Smits | Asten 07-02-1713 |
1746 | kinderen Jacob Matijssen | Asten 17-05-1694 | Maria Kerkhoff | Asten ±1705 |
1751 | kinderen Jacob Mattijssen | Asten 17-05-1694 | Jan Hoefnagels | Asten 07-07-1713 |
1756 | kinderen Jacob Mattijssen | Asten 17-05-1694 | Joost en Mattijs Kuijpers | Asten 07-04-1709 |
1761 | kinderen Jacob Mattijssen | Asten 07-04-1709 | Joost Kuijpers en Catalijn Happen | Asten 07-04-1709 |
1766 | kinderen Jacob Mattijssen | Asten 07-04-1709 | Joost Kuijpers | Asten 07-04-1709 |
1771 | kinderen Jacob Mattijssen | Asten 07-04-1709 | Joost Kuijpers en Nol Smits | Asten 07-04-1709 |
1776 | Joost Kuijpers en Jan Schepers | Asten 07-04-1709 | Joost Kuijpers en Jan Schepers | Asten 07-04-1709 |
1781 | weg | |||
tot 1841 als bouwland in gebruik |
Julianastraat 15
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1841-1859 | Johannes van Hoek | Asten 01-10-1797 | Petronella van der Sanden | Vlierden 21-09-1802 | ||
A136 | 1859-1863 | Johannes van Hoek | Asten 01-10-1797 | Petronella van der Sanden | Vlierden 21-09-1802 | † 09-11-1863 |
A136 | 1863-1869 | Johannes van Hoek | Asten 01-10-1797 | met dochter Francisca | ||
A199 | 1869-1879 | Johannes van Hoek | Asten 01-10-1797 | met dochter Francisca | ||
A201 | 1879-1880 | Johannes van Hoek | Asten 01-10-1797 | met dochter Francisca | † 16-01-1880 | |
A201 | 1880-1882 | Antonius de Leuw | Someren 05-10-1838 | Francisca van Hoek | Asten 24-01-1829 | † 23-11-1882 |
A201 | 1883-1890 | Antonius de Leuw | Someren 05-10-1838 | Maria Elisabeth van Veldhoven | Deurne 08-12-1835 | |
A212 | 1890-1900 | Antonius de Leuw | Someren 05-10-1838 | Maria Elisabeth van Veldhoven | Deurne 08-12-1835 | |
A227 | 1900-1906 | Antonius de Leuw | Someren 05-10-1838 | Maria Elisabeth van Veldhoven | Deurne 08-12-1835 | naar A97 |
A227 | 1906-1910 | Jacobus Zegers | Asten 16-02-1870 | Johanna van Hoek | Asten 01-10-1872 | naar A241 |
A248 | 1910-1912 | Johannes Bosch | Asten 18-01-1882 | Petronella Kortenbach | Asten 08-03-1885 | naar Gemert |
A248 | 1912-1919 | Johannes van der Heijden | Asten 04-04-1847 | met kinderen | † 26-05-1919 | |
A286 | 1920-1928 | Lamberta Mennen | Asten 04-08-1867 | weduwe Aarts | Kerkstraat 14 | |
A286 | 1928-1930 | Godefridus van Houtert | Asten 27-04-1881 | Anna Catharina van de Mortel | Deurne 03-05-1875 | |
15 | 1930-1936 | Godefridus van Houtert | Asten 27-04-1881 | Anna Catharina van de Mortel | Deurne 03-05-1875 | † 21-04-1936 |
15 | 1936-1938 | Godefridus van Houtert | Asten 27-04-1881 | met stiefdochters |
Referenties
- ^De Redemptoristen, wat ze zijn, wat ze doen, 1929 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB18A:020718000:00066&query=+%22uit+asten%22&coll=boeken&page=3&rowid=4)
Voormalig huis G1120
In 1857 is aan het huis G958 van Johannes van Hoek (zie Voormalig huis G547) een huis bijgebouwd met kadasternummer G1120. Het wordt bewoond door diens zoon Johannes van Hoek, geboren op te Asten 30-06-1841 als zoon van Johannes van Hoek en Petronella van der Zanden (zie Voormalig huis G547). Hij is als kuiper op 07-01-1869 te Asten getrouwd met Petronella van Heugten, geboren te Asten op 01-07-1843 als dochter van Johannes van Heugten en Anna Bukkems (zie ook Voormalig huis B431 en Voormalig huis E274). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis nog zonder huizingnummer:
Johannes van Hoek woont ook in de periode 1869-1879 in het huis met huizingnummer A198:
Johannes van Hoek verhuist rond 1873 met zijn gezin naar A4 (zie Voormalig huis G583) en het huis wordt daarna bewoond door Franciscus Antonius van Eersel, geboren te 's-Hertogenbosch op 06-12-1836 als zoon van Arnoldus van Eersel en Margaretha Burghart. Hij is als smid op 16-04-1866 te Asten getrouwd met Maria Johanna van den Enden, geboren te 's-Hertogenbosch op 17-04-1842 als dochter van Helena van den Enden.
Franciscus Antonius van Eersel vertrekt kort daarna naar A164 en in het huis komt wonen Josephus Smets, geboren te Asten op 22-01-1821 als zoon van Francis Smets en Johanna Laurensse. Samen met zijn zus Johanna Smets, geboren te Asten op 10-06-1838 woont hij in het huis. Josephus Smets is op 28-04-1875 te Asten overleden en Johanna Smets is op 31-12-1879 te Asten overleden.
Johanna Smets laat nog een gift na aan de kerk, de Liefdezusters en de Armen van Asten, aldus de Tilburgsche courant van 07-03-1880:
Bij de erfenis komt het huis in 1881 in handen van Antonius de Leeuw (zie Voormalig huis G547) en krijgt het na enige aanpassingen uiteindelijk kadasternummer G1623. De nieuwe bewoner is Franciscus Hoefnagels, geboren te Asten op 04-10-1838 als zoon van Johannes Hoefnagels en Johanna Maria Voermans. Hij is als klompenmaker op 08-04-1869 te Asten getrouwd met Maria Anna Verspeek, geboren te Asten op 10-05-1842 als dochter van Francis Verspeek en Maria Geldis. Hoewel er geen huizingnummer is vermeld, maken we uit het vervolg op dat zij de huurders van het huis zijn:
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met huizingnummer A200:
Zij verhuizen in 1883 naar D37 in de Wolfsberg (zie Voormalig huis G838) en daarna woont in het huis Wilhelmina Kolen, geboren te Asten op 15-02-1827 als dochter van Johannes Kolen en Hendrika Kolen. Ook in de periode 1890-1900 woont zij in het huis met huizingnummer A211:
Wilhelmina Kolen is op 15-12-1892 te Asten overleden en daarna wordt het huis bewoond door Josephus Christianus Michielsen, geboren te Asten op 27-11-1835 als zoon van Hendrik Michielsen en Petronella Kanters (zie Voormalig huis G611). Hij is als mandenmaker op 20-01-1868 te Asten getrouwd met Johanna Maria Smits, geboren te Asten op 08-12-1839 als dochter van Wilhelmus Smits en Johanna Berkvens (zie Voormalig huis E1056).
Zij verhuizen in eind 1893 naar A134 (zie Voormalig huis G432) en de nieuwe bewoner is Joanna Arnoldina Siebers, geboren te Cuijk op 13-04-1831 als dochter van Sibrandus Siebers en Agnes Ghijsen. Zij woont samen met haar zuster Theodora Elisabeth Siebers in het huis en waren voor die dienstmeiden bij pastoor Lambertus Johannes van de Mortel (zie Kerkstraat 2). Zij verhuizen in 1896 naar het Liefdehuis; Joanna Arnoldina Siebers is op 07-12-1896 te Asten overleden en Theodora Elisabeth Siebers is op 09-02-1909 te Asten overleden. Hieornde rhet bidprentje bij het overlijden van Joanna Arnoldina Siebers en de overlijdensakte van Theodora Elisabeth Siebers:
![]() |
![]() |
De nieuwe bewoner is Petrus van der Putten, geboren te Beek en Donk op 24-07-1856 als zoon van Severinus van der Putten en Willemijn Croijmans. Hij is op 19-08-1889 te Beek en Donk getrouwd met Theodora Daniels, geboren te Lieshout op 18-06-1868 als dochter van Wilhelmus Daniels en Johanna Maria Huibers. Ook over de periode 1900-1910 woont het gezin van Petrus van der Putten in het huis met huizingnummer A226:
Theodora Daniels is op 15-12-1911 te Asten overleden en Petrus van der Putten verhuist met zijn gezin naar A244 (zie Julianastraat 33). Het huis is daarna verkocht aan Johannes Bosch, geboren te Asten op 18-01-1882 als zoon van Hermanus Bosch en Johanna Sauvé. Hij is als fabrieksarbeider te Asten op 03-05-1907 getrouwd met Petronella Kortenbach, geboren te Asten op 08-03-1885 als dochter van Peter Kortenbach en Adriana van de Ven.
Het huis krijgt kadasternummer G2065 en wordt in 1915 doorverkocht aan Wilhelmus van der Heijden, geboren te Asten op 10-11-1885 als zoon van Johannes van der Heijden en Petronella Verheijen. Hij is als kuiper op 15-11-1915 te Asten getrouwd met Wilhelmina Werts, geboren te Asten op 29-01-1879 als dochter van Petrus Werts en Francijna Bouwmans (zie Voormalig huis G1775).
Zowel Johannes Bosch als Wilhelmus van der Heijden wonen in het naastgelegen huis (zie Voormalig huis G547) en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 zien we een lege staat, hetgeen betekent dat het huis met huizingnummer A247 waarschijnlijk als kuiperij is gebruikt:
Wilhelmus van der Heijden is op 08-11-1916 te Asten overleden en Wilhelmina Werts is te Asten op 26-01-1920 hertrouwd met Johannes Bosch, geboren te Asten op 10-10-1882 als zoon van Petrus Bosch en Francisca Davids. Het vermoedelijk als kuiperij in gebruik staande huis wordt rond 1925 heropgebouwd tot twee woningen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A143 in het huis met huizingnummer A285, ook bekend staand als Julianastraat 17, wonen:
Ook over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 17:
Johannes Bosch is op 18-04-1944 te Asten overleden en Wilhelmina Werts is op 16-08-1961 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Een deel van het huis wordt vanaf circa 1925 bewoond door Johannes Mikkers, geboren te Asten op 23-09-1842 als zoon van Benedictus Mikkers en Allegonda Maria Gragtmans (zie Voormalig huis G506). Hij is sinds 17-02-1900 weduwnaar van Antonia Bukkems, geboren te Lierop op 21-11-1838 als dochter van Francis Bukkems en Francina van den Einde, met wie hij op 29-10-1866 te Asten getrouwd was. Johannes Mikkers is op 19-10-1903 te Asten hertrouwd met Arnoldina Broens, geboren te Someren op 03-04-1861 als dochter van Mathijs Broens en Johanna Engelen. Zij is sinds 19-02-1902 weduwe van Petrus Augustinus Smits, geboren te Asten op 28-08-1850 als zoon van Joannes Smits en Wilhelmina Peeters (zie Voormalig huis G473), met wie zij op 05-05-1886 te Someren getrouwd was. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A178 (zie Emmastraat 23) in het huis met huizingnummer A284, ook bekend staand als Julianastraat 19, wonen:
Inwonend zijn de kinderen Smits uit het eerste huwelijk van Arnoldina Broens.
In de Rotterdamsche courant van 23-09-1925 wordt het gouden jubileum van Johannes Mikkers als doodgraver gememoreerd. Hieronder de korte beschrijving en rechts een bijbehorende foto van Johannes Mikkers. Voor die tijd was hij nachtwaker, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-06-1917: |
![]() |
Johannes Mikkers is op 04-02-1927 te Asten overleden en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-02-1927 een bloemlezing over zijn leven:
Arnoldina Broens woont ook in de periode nog in het huis aan de Julianastraat 19:
Arnoldina Broens verhuist rond 1934 naar haar zoon kleermaker Matheus Smits, geboren te Asten op 17-02-1900 (zie Julianastraat 9), aan de Lindestraat 4 (zie Lindestraat 10) en is op 19-06-1944 te Asten overleden. In het huis komt wonen Antonetta Janssen, geboren op 16-08-1850 te Horst als dochter van Theodor Janssen en Agnes Geurts. Zij is sinds 14-02-1911 weduwe van Martin Cuijpers, geboren te Horst op 10-11-1851 als zoon van Hendrik Cuijpers en Maria Weijers, met wie zij op 02-04-1880 te Horst getrouwd was. Samen met haar dochter Anna Maria Cuijpers, geboren te Helden op 21-02-1889 komen zij volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 vanuit Molenstraat 6 (zie Voormalig huis G474) in het huis aan de Julianastraat 19 wonen:
Antonetta Janssen is op 08-02-1937 te Asten overleden en Anna Maria Cuijpers is op 29-12-1944 getrouwd met Theodorus Bouwmans, geboren te Asten op 01-01-1883 als zoon van Johannes Bouwmans en Josijna Sak en weduwnaar van Catharina de Smit. Theodorus Bouwmans is te Asten op 14-01-1948 overleden en Anna Maria Cuijpers is op 01-03-1948 te Amsterdam overleden.
Vanuit de Burgemeester Frenckenstraat is de familie Smeelen, bekend van de verkoop van staatsloten, nog in het huis komen wonen. Volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 09-11-1942 komen twee gezinnen Smeelen vanuit 's Gravenhage in Asten wonen.
Adrianus Cornelis Smeelen, geboren te 's Gravenhage op 30-07-1901 als zoon van Arnoldus Johannes Gerardus Wilhelmus Smeelen en Geertruida Cornelissen. Hij is op 28-05-1930 te 's Gravenhage getrouwd met Johanna Hendrina Maria Wisseling, geboren te Huissen op 22-08-1906 als dochter van Antonius Johannes Wisseling en Maria Johanna Tolhuis.
Zijn vader Arnoldus Johannes Gerardus Wilhelmus Smeelen is op 11-12-1943 te Asten overleden en zijn moeder Geertruida Cornelissen is op 07-11-1960 te Helmond overleden. Adrianus Cornelis Smeelen begon in Asten een lederwarenfabriek op het terrein van de voormalige fabrieken van Bluijssen. Adrianus Cornelis Smeelen is op 17-01-1958 te Asten overleden en Johanna Hendrina Maria Wisseling is op 29-04-1994 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Het huis met de oude adressen Julianastraat 17 en Julianastraat 19 moet hebben gelegen direct naast de vroegere Sint Jozef bewaarschool en is rond 2000 afgebroken.
Overzicht bewoners
Julianastraat 17
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1859-1869 | Johannes van Hoek | Asten 30-06-1841 | Petronella van Heugten | Asten 01-07-1843 | ||
A198 | 1869-1873 | Johannes van Hoek | Asten 30-06-1841 | Petronella van Heugten | Asten 01-07-1843 | naar A4 |
A198 | 1873-1874 | Franciscus van Eersel | 's-Hertogenbosch 06-12-1836 | Maria Johanna van den Enden | 's-Hertogenbosch 17-04-1842 | naar A164 |
A198 | 1874-1875 | Josephus Smits | Asten 22-01-1821 | met zus Johanna Smits | † 28-04-1875 | |
A198 | 1875-1879 | Johanna Smits | Asten 10-06-1838 | † 31-12-1879 | ||
A200 | 1879-1883 | Franciscus Hoefnagels | Asten 04-10-1838 | Maria Anna Verspeek | Asten 10-05-1842 | naar D24 |
A200 | 1883-1890 | Wilhelmina Koolen | Asten 15-02-1827 | |||
A211 | 1890-1892 | Wilhelmina Koolen | Asten 15-02-1827 | † 15-12-1892 | ||
A211 | 1892-1893 | Josephus Michielsen | Asten 27-11-1835 | Johanna Maria Smits | Asten 08-12-1839 | naar A134 |
A211 | 1894-1896 | Johanna Arnoldina Siebers | Cuijk 13-04-1831 | met zus Theodora | naar A222 | |
A211 | 1896-1900 | Petrus van der Putten | Beek 24-07-1856 | Theodora Daniels | Lieshout 18-06-1868 | |
A226 | 1900-1910 | Petrus van der Putten | Beek 24-07-1856 | Theodora Daniels | Lieshout 18-06-1868 | naar A244 |
A247 | 1910-1920 | huis is onbewoond, vermoedelijk kuiperij van Wilhelmus van der Heijden | ||||
A285 | 1920-1925 | huis is onbewoond, vermoedelijk kuiperij van Wilhelmus van der Heijden | ||||
A285 | 1925-1930 | Johannes Bosch | Asten 10-10-1882 | Wilhelmina Werts | Asten 29-01-1878 | |
17 | 1930-1938 | Johannes Bosch | Asten 10-10-1882 | Wilhelmina Werts | Asten 29-01-1878 |
Julianastraat 19
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
A284 | 1925-1927 | Johannes Mikkers | Asten 23-09-1842 | Arnoldina Broens | Someren 03-04-1861 | † 04-03-1927 |
A284 | 1927-1930 | Arnoldina Broens | Someren 03-04-1861 | weduwe Mikkers | ||
19 | 1930-1936 | Arnoldina Broens | Someren 03-04-1861 | weduwe Mikkers | Lindestraat 4 | |
19 | 1936-1937 | Antonetta Janssen | Horst 16-08-1850 | weduwe Cuijpers | † 08-02-1937 | |
19 | 1937-1938 | Anna Maria Cuijpers | Helden 21-02-1889 |
Voormalige meisjesschool G2398
De meisjes kregen tot 1930 les bij de zusters in de huidige Kerkstraat, totdat de gemeente van Asten besloot tot het bouwen vaneen meisjesschool. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 29-01-1930 stelt de gemeente Asten geld beschikbaar voor de bouw van een meisjesschool, die gebouwd gaat worden in de Julianastraat:
Grotendeels in de tuin van de erven van Michielsen aan de Emmastraat worden rond 1931 in opdracht van de vereniging der Zusters van Liefde van Tilburg twee scholen met kadasternummer G2398 gebouwd met als medeëigenaar de Sint Fidelis Missiebond uit Tilburg. Die missiebond ter bevordering van het katholieke geloof door middel van het stichten van kerken en scholen was in 1918 opgericht, zoals vermeld staat in de Nieuwe Tilburgsche courant van 26-01-1918:
Links in de krant de Zuid-Willemsvaart van 15-05-1930 de aanbesteding van de meisjesschool. Rechtsboven in dagblad De Tijd van 02-06-1930 de melding dat de firma Bouwmans uit Wanroij de laagste inschrijver is, maar volgens diezelfde krant van 18-06-1930 is de aanbesteding van de meisjesschool gegund aan de firma Strijbosch uit Aarle Rixtel:
![]() |
|
De eerste steen voor de meisjesschool wordt gelegd door deken Meyer aldus De Tijd van 07-10-1930:
Architect Lambert de Vries uit Helmond ontwierp de gebouwen van zowel de meisjesschool als de naastgelegen bewaarschool (zie Voormalige bewaarschool G2398) en over hem en zijn broer Gerard de Vries, met wie hij samen een aannemersbedrijf had, lezen we het volgende:
De gebroeders de Vries zijn geboren in Someren waar hun vader veearts was. Gerardus (Gerard) werd geboren op 23-07-1866 en Gijsbertus (Lambert( op 09-03-1875 als zonen van Cornelis de Vries en Josina van Duijnhoven. Lambert heette dus eigenlijk Gijsbertus en werd Bartje genoemd. Zijn naamsverandering voerde hij blijkbaar door toen hij samen met zijn broer Gerard een zaak opzette. Twee voorletters G waren blijkbaar verwarrend. Gerard vertrekt op 18-jarige leeftijd van Someren naar Lieshout, waar hij gaat werken bij timmerman Thomas van den Heuvel. In 1890 komt hij in Helmond wonen waar hij ingeschreven staat als timmerman. Gijsbert staat in Someren ingeschreven als klompenmaker, maar heeft zich ook bekwaamd als meubelmaker. Op 01-05-1894 trouwt Gerard te Asten met Wilhelmina (Mina) Cuppens, geboren te Asten op 04-09-1869 als dochter van molenaar Gerardus Winandus Cuppens en Johanna Maria Kerkers (zie Julianastraat 9). In dat jaar komt Lambert als negentienjarige bij hen inwonen en beginnen zij samen een aannemersbedrijf. Vanaf 1896 wonen zij in Beek en donk. Op 05-02-1901 huwt Lambert te Beek en Donk met Catharina Josephina (Cato) Cuppens, geboren te Asten op 24-07-1874 als dochter van Gerardus Winandus Cuppens en Johanna Maria Kerkers en dus een jongere zus van Wilhelmina Cuppens. De broers nemen in 1903 de timmerwerkplaats van de erven Van Gaal aan de Steenweg in Helmond over. In 1906 verhuizen beiden echtparen naar Helmond en gaan dan wonen in hun pas gebouwde huizen aan de Kromme Steenweg. Later gaan de broers zich meer specialiseren; Lambert als de architect, Graard als de aannemer. Lambert heeft veel scholen in Helmond en de regio ontworpen en voor de kasteelruïne in Asten maakte hij een restauratieplan waarvan maar een deel in uitvoering werd genomen.
In de raadsvergadering van Asten wordt nog geklaagd dat er bij de bouw van de meisjesschool welgeteld twee Astense bouwvakkers waren betrokken, zoals te lezen is in de krant de Zuid-Willemsvaart van 30-03-1931:
Op 4 mei 1931 vond de opening plaats van de meisjesschool met de naam Mariaschool, aldus een uitgebreid verslag in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-05-1931:
De Mariaschool was een Rooms Katholieke bijzondere meisjesschool onder bestuur van de Zusters van Liefde van Tilburg. Volgens het jaarboek van het onderwijs en opvoeding der R.K. jeugd in Nederland en koloniën van 1935, 1940 en 19421 zijn er respectievelijk 311, 344 en 300 meisjes en 7, 9 en 7 leerkrachten:
De letters a-k hebben betrekking op de vakken a: lezen, b: schrijven, c: rekenen, d: Nederlands, e: geschiedenis, f: aardrijkskunde, g: kennis der natuur, h: zingen, i: tekenen, j: vrije orde oefeningen, k: nuttige handwerken.
De afname in leerlingenaantal in 1942 wordt veroorzaakt door de opening van de Sint Henricusschool op Voordeldonk.
Volgens de Eindhovensche en Meijerijsche courant van 28-12-1940 vertrekt onderwijzeres Maria Catharina Werts, geboren te Asten op 02-05-1910 als dochter van Martinus Werts en Johanna Spaan naar de Sint Henricusschool op Voordeldonk. Zij wordt vervangen door onderwijzeres Cornelia Catharina Joanna Nefkens, geboren te Eindhoven op 24-06-1922 als dochter van Daniel Josephus Nefkens en Maria Catharina Josepha Eijsbouts:
Hieronder een foto van de voorkant van de Mariaschool in Asten en een foto van de achterkant van de Mariaschool:
![]() |
![]() |
Hieronder nog twee foto's van de leerlingen van de school, waarbij de rechterfoto het lesjaar 1955-1956 betreft:
![]() |
![]() |
De school heeft in de Tweede Wereldoorlog nog schade opgelopen en heeft als school dienst gedaan tot 1985. Op dit moment zijn er appartementen in het schoolgebouw, zoals te zien is op onderstaande streetview:
Referenties
- ^Jaarboek van het onderwijs en opvoeding der R.K. jeugd in Nederland en koloniën, 1935 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?coll=dts&page=3&identifier=MMKDC07:005881001:00416&sortfield=date&facets%5Bperiode%5D%5B%5D=0%7C20e_eeuw%7C&facets%5BalternativeFacet%5D%5B%5D=Jaarboek+van+het+onderwijs+en+de+opvoeding+der+R.K.+jeugd+in+Nederland%2C+Nederlandsch+Indie%CC%88%2C+Suriname+en+Curac%CC%A7ao&facets%5BalternativeFacet%5D%5B%5D=Jaarboek+van+het+onderwijs+en+de+opvoeding+der+R.K.+jeugd+in+Nederland+en+kolonie%CC%88n&objectsearch=asten&query=jaarboek+van+het+onderwijs+)
Voormalige bewaarschool G2398
Tot begin jaren dertig hadden de zusters van Liefde een bewaarschool in de huidige Kerkstraat, totdat de gemeente Asten besloot om een nieuwe bewaarschool te laten bouwen. In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 16-04-1931 wordt de uitslag van de aanbesteding van de bewaarschool genoemd en het glas- en verfwerk wordt door aannemer Johannes Geven verder uitbesteed in de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-05-1931:
![]() |
![]() |
Deze school is net als de naastgelegen meisjesschool ontworpen door architect Lambert de Vries (zie Voormalige meisjesschool G2398) en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 08-01-1932 wordt de inzegening van de bewaarschool met de naam Sint Jozefschool beschreven:
Volgens het jaarboek van het onderwijs en opvoeding der R.K. jeugd in Nederland en koloniën van 19401 zijn er respectievelijk 92 en 95 jongens en 77 en 86 meisjes onder leiding van zuster Amarantha:
Hieronder een foto van de ligging van de Sint Jozef bewaarschool aan de Julianastraat:
Hieronder een foto van de Sint Jozefschool met spelende kinderen op het schoolplein:
Hieronder een foto van de ingang van de Sint Jozefschool:
Hieronder een foto van de Sint Jozefschool bij het afscheid van zuster Amarantha met 146 leerlingen:
In 2016 zijn in de Sint Jozefschool appartementen gebouwd, zoals te zien is op onderstaande streetview:
Referenties
- ^Jaarboek van het onderwijs en opvoeding der R.K. jeugd in Nederland en koloniën, 1940 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?coll=dts&page=5&identifier=MMKDC07:005902001:00122&sortfield=date&facets%5Bperiode%5D%5B%5D=0%7C20e_eeuw%7C&facets%5BalternativeFacet%5D%5B%5D=Jaarboek+van+het+onderwijs+en+de+opvoeding+der+R.K.+jeugd+in+Nederland%2C+Nederlandsch+Indie%CC%88%2C+Suriname+en+Curac%CC%A7ao&facets%5BalternativeFacet%5D%5B%5D=Jaarboek+van+het+onderwijs+en+de+opvoeding+der+R.K.+jeugd+in+Nederland+en+kolonie%CC%88n&objectsearch=asten+&query=jaarboek+van+het+onderwijs+)
Julianastraat 29
In de bocht van de huidige Julianastraat wordt in 1881 is door Johannes Eijsbouts een fabriek en erf met kadasternummer G1621 gebouwd. Het is vooralsnog onduidelijk welke Joannes Eijsbouts de fabriek heeft gebouwd en waarvoor deze fabriek bestemd was, maar het meest voor de hand ligt Joannes Eijsbouts, geboren te Asten op 21-12-1849 als zoon van Johannes Eijsbouts en Maria Catharina Slaats (zie Voormalig huis G783). Hij is op 01-02-1886 te Asten getrouwd met Anna Catharina van den Eijnden, geboren te Asten op 07-08-1855 als dochter van Gerardus van den Eijnden en Petronella Leenen. Joannes Eijsbouts woonde een stukje verderop in de straat (zie Voormalig huis G783) en was van beroep landbouwer en graanhandelaar en heeft mogelijk daar een margarinefabriek laten bouwen.
Bij zijn huwelijk in 1886 verhuist Joannes Eijsbouts naar het huis van zijn schoonouders op de huidige Prins Bernhardstraat. Door hevige concurrentie sluit hij de margarinefabriek in 1884 en verkoopt hij deze aan tabaksfabrikant en buurman Peter Nicolaas Leenen en de fabriek krijgt kadasternummer G1670. Peter Nicolaas Leenen is geboren op 01-09-1855 te Asten als zoon van Hendrikus Leenen en Joanna Maria Goossens. Hij is op 20-07-1880 te Asten getrouwd met Johanna Adriana Schellings, geboren te Asten op 29-01-1855 als dochter van Hendricus Schellings en Anna Catharina van den Eijnden.
Het is zeer waarschijnlijk dat de fabriek toen gebruikt werd voor de opslag van tabak, echter in de archieven is daarvan tot dusverre niets terug te vinden. Wel zien we in de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-02-1899 en van 02-03-1907 de rol van Peter Nicolaas Leenen als kerkmeester:
![]() |
![]() |
In 1911 wordt de fabriek omgebouwd tot twee huizen met kadasternummer G2078 (zie hieronder) en kadasternummer G2079 (zie Julianastraat 33). Hieronder een foto met in het midden de twee huizen:
In het ene van de voormalige fabriek afgesplitste huis komt wonen Mathijs Josephus Vullings, geboren te Helmond op 27-12-1874 als zoon van Peter Renier Vullings en Catharina Geurs. Hij is als mandenmaker op 22-09-1897 te Helmond getrouwd met Petronella Johanna Maria van de Ven, geboren te Helmond op 03-05-1876 als dochter van Arnoldus van de Ven en Wilhelmina de Groot. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 wonen zij in het nieuwe huis met huizingnummer A244a:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-10-1911 en van 04-10-1913 de geboortes van zoon Petrus Cornelis en dochter Theodora Maria:
![]() |
![]() |
Ook in de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A278:
Zij verhuizen rond 1922 naar A217 en van daaruit in 1924 naar Helmond, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 30-08-1924:
Het huis wordt verkocht aan Johannes Ambrosius van Asten, geboren op 02-11-1858 te Leende als zoon van Jacobus van Asten en Hendrina van Dooren. Hij is sinds 02-08-1910 weduwnaar van Goverdina Deenen, geboren te Asten op 29-04-1841 als dochter van Dirk Deenen en Adriana Verberne (zie Voormalig huis G311), met wie hij op 07-04-1880 te Asten getrouwd was.
Johannes Ambrosius van Asten is als sigarenfabrikant op 19-05-1913 te Asten hertrouwd met Theodora Mennen, geboren op 21-06-1868 te Asten als dochter van Theodorus Mennen en Francisca van Rijt. Zij is sinds 06-03-1900 weduwe van Johannes Verstappen, geboren te Asten op 22-05-1866 als zoon van Martinus Verstappen en Francisca Berkers, met wie zij te Asten op 05-01-1894 getrouwd was. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A265 (zie Emmastraat 54) in het huis met huizingnummer A278, ook bekend staand als Julianastraat 23 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-06-1913 het tweede huwelijk van Johannes Ambrosius van Asten en van Theodora Mennen en in diezelfde krant van 01-01-1920 wenst Jan van Asten en zonen een Zalig Nieuwjaar
![]() |
![]() |
Ook in de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 23:
Theodora Mennen is op 01-11-1932 te Asten overleden en Johannes Ambrosius van Asten is te Asten op 21-04-1934 overleden. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-05-1934 wordt dit huis samen met het nevenstaande huis (zie Julianastraat 33) te koop aangeboden:
Dit huis wordt verkocht aan (stief)zoon Johannes (Hannes) Verstappen, geboren op 29-04-1900 te Asten als zoon van Johannes Verstappen en Theodora Mennen. Hij is als sigarenmaker te Asten op 22-05-1925 getrouwd met Maria Hertsig, geboren op 25-04-1899 te Moergestel als dochter van Jan Hertzig en Wilhelmina Martina Claessen.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-01-1935 en van 15-12-1938 de geboortes van zoon Franciscus en van dochter Lucia:
![]() |
![]() |
Maria Hertsig is op 03-06-1939 te Asten overleden en Johannes (Hannes) Verstappen is als postbode te Asten op 24-10-1940 hertrouwd met Mina Helena van Schaijk, geboren te Deurne op 25-05-1913 als dochter van Godefridus van Schaijk en Wilhelmina Catharina Kanters.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-07-1941 de geboorte van zoon Godefridus:
Johannes (Hannes) Verstappen is op 08-06-1974 te Geldrop overleden en Mina Helena van Schaijk is op 14-02-1998 te Geldrop overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Het uit 1895 stammende huis bestaat nog steeds, waarvan het op de streetview hieronder het linkse huis op het huidige adres Julianastraat 29 betreft:
Overzicht bewoners
Julianastraat (fabriek)
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1881-1884 | Joannes Eijsbouts | Asten 21-12-1849 | ||||
1884-1911 | Peter Nicolaas Leenen | Asten 01-09-1855 | Johanna Adriana Schellings | Asten 29-01-1855 | ||
fabriek omgebouwd tot twee woningen |
Julianastraat 23
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
A244a | 1911-1920 | Mathijs Josephus Vullings | Helmond 27-12-1874 | Petronella van de Ven | Helmond 03-05-1876 | |
A278 | 1920-1922 | Mathijs Josephus Vullings | Helmond 27-12-1874 | Petronella van de Ven | Helmond 03-05-1876 | naar A217 |
A278 | 1922-1923 | Johannes Ambrosius van Asten | Leende 02-11-1858 | weduwnaar | ||
A278 | 1923-1930 | Johannes Ambrosius van Asten | Leende 02-11-1858 | Theodora Mennen | Asten 21-06-1868 | |
23 | 1930-1932 | Johannes Ambrosius van Asten | Leende 02-11-1858 | Theodora Mennen | Asten 21-06-1868 | † 01-11-1932 |
23 | 1932-1934 | Johannes Ambrosius van Asten | Leende 02-11-1858 | met kinderen | † 21-04 -1934 | |
23 | 1934-1938 | Johannes Verstappen | Asten 29-04-1900 | Maria Hertsig | Moergestel 25-04-1899 |
Julianastraat 33
In het andere van de voormalige fabriek afgesplitste huis komt vanuit A226 (zie Julianastraat 29) wonen Petrus van der Putten, geboren te Beek en Donk op 24-07-1856 als zoon van Severinus van der Putten en Willemijn Croijmans. Hij is als machinist op 19-08-1889 te Beek en Donk getrouwd met Theodora Daniels, geboren te Lieshout op 18-06-1868 als dochter van Wilhelmus Daniels en Johanna Maria Huibers. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 woont hij in het huis met huizingnummer A244:
Ook in de periode 1920-1930 woont hij in het huis met huizingnummer A277:
Petrus van Putten verhuist aan het eind van de periode met zijn kinderen naar A177 (zie Burgemeester Frenckenstraat 6). In het huis komt wonen Johannes Verstappen, geboren te Asten op 29-04-1900 als zoon van Johannes Verstappen en Theodora Mennen (zie Julianastraat 29). Hij is als sigarenmaker te Asten op 22-05-1925 getrouwd met Maria Hertsig, geboren op 25-04-1899 te Moergestel als dochter van Jan Hertzig en Wilhelmina Martina Claessen. Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A351 (zie Wilhelminastraat 55) in het huis met huizingnummer A277, ook bekend staand als Julianastraat 27, wonen:
Ook in de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 27:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-05-1934 wordt dit huis samen met het nevenstaande huis (zie Julianastraat 29) te koop aangeboden:
De nieuwe bewoner is Marinus Joosten, geboren te Asten op 16-03-1887 als zoon van Peter Joosten en Antonia Kanters (zie Voormalig huis D810). Hij is als opperman op 12-11-1915 te Asten getrouwd met Helena Hölsken, geboren op 23-03-1896 te Asten als dochter van Hendrikus Hölsken en Allegonda van den Berg (zie ook Voormalig huis G1086). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Bergsland 6 in het huis aan de Julianastraat 27 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-11-1934 de geboorte van zoon Johannes:
Marinus Joosten verhuist met zijn gezin rond 1935 naar Lindestraat 10 (zie Voormalig huis G447) en vanuit hun ouderlijk huis aan de Kerkstraat komt in het huis wonen Carolus Franciscus Theodorus Leenen, geboren te Asten op 18-06-1912 als zoon van Willem Leenen en Anna Catharina Verberne. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 woont hij samen met zijn zusters Wilhelmina Johanna Theodora en Johanna Wilhelmina Antonia en broer Wilhelmus Antonius in het huis aan de Julianastraat 27:
Zij verhuizen korte tijd later naar Ommelscheweg 1C en de volgende bewoner is Lambertus Linden, geboren te Asten op 14-11-1893 als zoon van Johannes Linden en Petronella van Empel. Hij is als kleermaker op 09-02-1920 te Asten getrouwd met Anna Gertruda van Roij, geboren te Heijthuijsen op 18-06-1894 als dochter van Joannes van Roij en Maria Elisabeth Houben. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit het Sint Jozefplein 13 in het huis aan de Julianastraat 27 wonen:
Lambertus Linden verhuist met zijn gezin naar Ommelscheweg 1E en de nieuwe huurder is Marinus Antonius Peeters, geboren te Asten op 21-07-1908 als zoon van Antonie Peeters en Antonetta Joosten. Hij is als opperman op 09-06-1933 te Someren getrouwd met Wilhelmina Rutjens, geboren te Someren op 11-04-1909 als dochter van Wilhelmus Hubertus Rutjens en Petronella Adriana Huberta Vereijken. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit de Driehoekstraat 14 in het huis aan de Julianastraat 27 wonen:
Marinus Antonius Peeters verhuist rond 1936 naar Logtenstraat 9 en in het huis komt wonen zijn broer Hendrikus Adrianus (Harrie) Peeters, geboren te Asten op 14-04-1906 als zoon van Antonie Peeters en Antonetta Joosten. Hij is als machinist op 14-02-1936 te Asten getrouwd met Wilhelmina Gertrudis (Mien) Vannisselroij, geboren te Haelen op 23-02-1912 als dochter van Gerardus Vannisselroij en Beatrix Jeucken. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit de Prins Hendrikstraat 11 in het huis aan de Julianastraat 27 wonen:
In het Helmondsch dagblad van 31-01-1945 wil Hendrikus Peeters goederen verkopen, ruilen en kopen:
Hendrikus Adrianus (Harrie) Peeters was in de tijd van de Tweede Wereldoorlog fietsenmaker en speelde een belangrijke rol voor onderduikers. In het Peelbelang van 05-05-1945 wordt medegedeeld dat het secretariaat voor het melden van onderduikers is gevestigd op Julianastraat 27 en ook de bijdragen voor een herinneringskruis voor Frits de Bruijn kunnen volgens de Helmondsche courant van 10-07-1945 op dit adres worden gestort:
![]() |
![]() |
Hendrikus Adrianus (Harrie) Peeters is op 15-04-1986 te Geldrop overleden en Wilhelmina Gertrudis (Mien) Vannisselroij is op 27-02-1991 te Geldrop overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Het uit 1895 stammende huis bestaat nog steeds, waarvan het op de streetview hieronder het rechtse huis met huidige adres Julianastraat 33 betreft:
Overzicht bewoners
Julianastraat 27
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
A244 | 1911-1920 | Petrus van der Putten | Beek 24-07-1856 | Theodora Daniels | Lieshout 18-06-1868 | |
A277 | 1920-1928 | Petrus van der Putten | Beek 24-07-1856 | Theodora Daniels | Lieshout 18-06-1868 | naar A177 |
A277 | 1928-1930 | Johannes Verstappen | Asten 29-04-1900 | Maria Hertsig | Moergestel 25-04-1899 | |
27 | 1930-1934 | Johannes Verstappen | Asten 29-04-1900 | Maria Hertsig | Moergestel 25-04-1899 | naar Julianastraat 23 |
27 | 1934-1935 | Marinus Joosten | Asten 16-03-1887 | Helena Hölsken | Asten 23-03-1896 | naar Lindestraat 10 |
27 | 1935-1936 | Carolus Leenen | Asten 18-06-1912 | met zussen | naar Ommelseweg 1C | |
27 | 1936-1936 | Lambertus Linden | Asten 14-11-1893 | Anna Gertruda van Roij | Heijthuijsen 18-06-1894 | naar Ommelseweg 1E |
27 | 1937-1937 | Marinus Peeters | Asten 21-07-1908 | Wilhelmina Rutjens | Someren 11-04-1909 | |
27 | 1937-1938 | Hendrikus Peeters | Asten 14-04-1906 | Wilhelmina Vanisselroij | Haelen 23-02-19012 | naar Logtenstraat 9 |
Voormalig huis G943
Rond 1842 wordt op bouwland G598 door Antonie Bluijssen een huis gebouwd met kadasternummer G943. Antonie Bluijssen is geboren te Asten op 13-09-1782 als zoon van Joannes Antonie Bluijssen en Anna Maria Ambrosius Bakens (zie Voormalig huis G517). Hij is op 05-05-1811 te Asten getrouwd met Maria Catharina Coolen, geboren te Asten op 05-11-1786 als dochter van Johannes Willem Coolen en Johanna Jansen de Laat (zie Prins Bernhardstraat 23):
Het gezin van Antonie Bluijssen en Maria Catharina Coolen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna Maria | Asten 29-01-1812 | Asten 29-04-1840 Joannes Verberne Asten 09-05-1847 Theodorus Strijbosch |
Asten 07-06-1889 | zie Markt 17 en 19 |
2 | Johannes | Asten 13-11-1813 | Ongehuwd | Asten 23-09-1880 | Hannes |
3 | Wilhelmus | Asten 20-04-1816 | Asten 10-10-1849 Anna Maria Catharina Frencken |
Asten 18-05-1872 | Willem |
4 | Joanna | Asten 11-10-1818 | Ongehuwd | Asten 26-10-1881 | |
5 | Joannes | Asten 24-01-1821 | Asten 06-08-1852 Anna Maria van den Dries |
Asten 26-03-1897 | Jan |
6 | Petronella | Asten 15-06-1823 | Ongehuwd | Asten 10-05-1857 | |
7 | Antonia | Asten 03-05-1827 | Kind | Asten 03-05-1827 |
Maria Catharina Coolen is op 05-02-1850 te Asten overleden en rechts het bidprentje bij haar overlijden. Antonie Bluijssen is op 31-03-1853 te Asten overleden en hieronder zijn overlijdenakte: |
![]() |
In 1851 valt dit huis bij erfdeling toe aan Wilhelmus, Johannes en Jan Bluijssen en wordt dit huis samen met G599 (zie Voormalige fabriek G599) omgevormd tot blauwververij. Ten noorden van het huis wordt een nieuw woonhuis annex fabriek gebouwd met kadasternummers G1040 en G1041 (zie Voormalig fabriekscomplex G1041). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 komen we zoon Wilhelmus (Willem) Bluijssen, geboren te Asten op 20-04-1816, tegen in huizingnummer A135b:
In de Nederlandsche staatscourant van 09-04-1853 de benoeming van Wilhelmus Bluijssen tot plaatsvervangend kantonrechter:
Wilhelmus (Willem) Bluijssen is als fabrikant op 10-10-1849 te Asten getrouwd met Anna Maria Catharina Frencken, geboren te Asten op 02-03-1813 als dochter van Johannes Georgius Frencken en Anna Catharina Sauvé (zie Voormalig huis G434). Ook in de periode 1869-1879 wonen zij in het huis met huizingnummer A202:
Wilhelmus (Willem) Bluijssen is op 18-05-1872 te Asten overleden en in dagblad de Tijd van 22-05-1872 de rouwadvertentie:
Het huis is daarna kadastraal gezien onderdeel van de fabriek van A. Bluijssen Zonen en volgt die nummering van het kadaster (zie Voormalig fabriekscomplex G1041). Anna Maria Catharina Frencken woont daarna met haar nicht Anna Catharina Wilhelmina Maria Frencken, geboren te 's Hertogenbosch op 14-05-1861 als dochter van Ludovicus Hubertus Frencken en Maria Anna Elisabeth Wertenbroek, ook over de periodes 1879-1890 en 1890-1900 en in de periode 1900-1910 in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A204, A214 en A224:
Anna Maria Catharina Frencken is op 09-02-1902 te Asten overleden Hieronder de overlijdensakte van Wilhelmus (Willem) Bluijssen en het bidprentje bij het overlijden van Anna Maria Catharina Frencken:
![]() |
![]() |
Nicht Anna Maria Catharina Wilhelmina Frencken is op 04-06-1904 te Asten overleden en hieronder een foto van Anna Maria Catharina Frencken en het bidprentje van haar nicht Anna Catharina Wilhelmina Maria Frencken:
![]() |
![]() |
Bij het faillissement van de firma A. Bluijssen Zonen is het huis, met dan samen met het fabriekscomplex kadasternummer G1939, in handen gekomen van Johannes Gerardus (Gerard) Sengers, geboren te Asten op 15-06-1876 als zoon van Antonius Dominicus Sengers en Johanna Antonia van den Eijnden. Hij is als boekhouder op 26-05-1909 te Asten getrouwd met Maria Geertruida Francisca ten Haaf, geboren te Asten op 26-02-1880 als dochter van Antonius Franciscus ten Haaf en Grada Gesina Winterink. Ook in de periode 1910-1920 woont hij in het huis met huizingnummer A246:
Linksonder blijkt uit de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 24-06-1902 dat Johannes Gerardus Sengers klerk is geweest bij de firma A. Bluijssen Zonen en hier wordt benoemd als tijdelijk secretaris van de gemeente Asten. Rechtsonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 25-04-1908 de benoeming van Johannes Gerardus Sengers tot de commissie van schoolverzuim:
![]() |
![]() |
Johannes Gerardus Sengers koopt later de failliete boedel van de firma A. Bluijssen Zonen over en sticht er het bedrijf Asten Creameries. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 18-06-1910 de geboorte van dochter Johanna Antonia Gerarda:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-07-1918 de kandidaatstelling van Johannes Gerardus Sengers als lid van de gemeenteraad, alsmede de bouw van een nieuwe fabriek van Asten Creameries onder zijn leiding:
In de Telegraaf van 17-05-1919 neemt Johannes Gerardus Sengers ontslag bij Asten Creameries en wordt Wilhelm Antonius Heijnings zijn opvolger.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-06-1920 verkoopt Johannes Gerardus Sengers een flinke hoeveelheid van zijn grond:
Na het ontslag van Johannes Gerardus Sengers als directeur van de zuivelfabriek Asten Creameries verhuist hij naar A388 en in 1924 naar Someren. Het kantoor is overgeplaatst naar Rotterdam en de nieuwe directeur Wilhelm Antonius Heijnings heeft voor zover bekend niet in Asten gewoond. Hij wordt spoedig opgevolgd door Lambertus Alexander van Bergen, geboren te Winssen op 07-07-1895 als zoon van Jacobus Johannes van Bergen en Hillegonde Lamei. Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komt hij op 09-12-1920 vanuit Dordrecht in het huis met huizingnummer A283 wonen:
Lambertus Alexander van Bergen vertrekt op 25-10-1921 naar Helmond.
Bij het faillissement van Asten Creameries in 1922 wordt het huis met dan kadasternummer G2281 verkocht aan Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts, geboren te Asten op 13-03-1878 als zoon van Bonaventura Eijsbouts en Catharina Maria Krijnen. Hij is sinds 28-07-1911 weduwnaar van Johanna Petronella Wilhelmina (Nella) Sengers, geboren te Asten op 26-09-1883 als dochter van Antonius Dominicus Sengers en Johanna Antonia van den Eijnden en zus van de eerder genoemde Johannes Gerardus Sengers. Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts als fabrikant op 03-09-1912 te Ammerzoden hertrouwd met Anna Wilhelmina (Anna) van der Schoot, geboren op 26-07-1885 te Ammerzoden als dochter van Johannes van der Schoot en Hendrika van de Laar.
Linksonder een foto van Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts met Johanna Petronella Wilhelmina Sengers en rechtsonder een foto van Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts met Anna Wilhelmina van der Schoot en dochter Hendrika:
![]() |
![]() |
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A389 in de huidige Monseigneur den Dubbeldenstraat in het huis met huizingnummer A283, ook bekend staand als Julianastraat 4, wonen:
Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts kwam al jong in de torenuurwerkfabriek van zijn vader Bonaventura Eijsbouts, werken (zie Driehoekstraat 3). De omzet groeide tot 30 uurwerken per jaar en Johan kwam ook op de gedachte om luidklokken te gaan leveren. In 1899 vertoonde Johan in de etalage van het bedrijfje het verschijnsel elektriciteit met behulp van een accu en dat was in die tijd voor Asten iets geheel nieuws. In 1911 werd de torenuurwerkfabriek door Johan Eijsbouts van zijn vader overgenomen. Daarnaast was hij wethouder van Asten tot 1925 waarin hij werd weggestemd, zoals ook de Commissaris van de Koningin, Baron van Voorst tot Voorst, bij het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie Noord-Brabant, noteerde:
Johan was de grappenmaker van de familie en kreeg als hij te laat voor het Lof was, van zijn vrouw Anna wel te horen: "Ach Johan ge kiekt pas op oewe lozie as ut te laat is". Over het huwelijk zei hij: "Trouwen is net as in oe broek doen; het is efkes heel werm, mer 't wordt hoe langer hoe kouwer!" En op de opmerking: "Mer Johan gij het 't toch nen twidde keer gedaan", antwoordde hij: "Ja, natuurlek, ge het altijd hoop op bitter"!
Ook over de periode 1920-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 4:
Hieronder een foto van het huis van Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts met op de achtergrond de villa van Bluijssen op het Koningsplein:
Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts is op 16-11-1943 te Asten overleden en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-11-1943 wordt over hem geschreven:
Anna Wilhelmina van der Schoot is op 01-09-1959 te Asten overleden. Hieronder links de grafsteen bij het overlijden van Johanna Petronella Wilhelmina (Nella) Sengers en de bidprentjes bij het overlijden van Adrianus Johannes (Johan) Eijsbouts en Anna Wilhelmina (Anna) van der Schoot:
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
In de Maasbode van 06-05-1938, de Maasbode van 17-08-1939 en dagblad de Tijd van 11-08-1941 de ondertrouw van dochters Hendrika Petronella Maria (Zus) Eijsbouts en Emma Wilhelmina Paula (Emmie) Eijsbouts en verloving van zoon Johannes Josephus Maria (Jan) Eijsbouts:
![]() |
![]() |
![]() |
In dagblad de Tijd van 17-08-1942, het Twentsch nieuwsblad van 15-05-1944 en dagblad de Tijd van 14-08-1948 de ondertrouw van dochters Maria Adriana Ubalda (Mies) Eijsbouts en Cornelia Johanna Bonaventura (Korrie) Eijsbouts en van zoon Maximus Franciscus Hubertus (Max) Eijsbouts:
![]() |
![]() |
![]() |
Op basis van de laatste advertentie valt op te maken dat zoon Maximus Franciscus Hubertus (Max) Eijsbouts, geboren te Asten op 28-06-1922, in het huis is blijven wonen. Hij is op 07-09-1946 te Gastel gehuwd met Theresia Geertruida Maria (Treesje) Knitel, geboren te Gastel op 06-08-1925 als dochter van Joannes Joseph Maria Knitel en Maria Mechtildis Petronella Wittenaar.
Max Eijsbouts was de vierde directeur van de Eijsbouts fabriek en maakt in 1972 het 100-jarige bestaan mee. Ook Koningin Juliana nam een kijkje in Asten en het bedrijf kreeg de titel Koninklijke Eijsbouts. Het zijn niet alleen klokken, die door de 100-jarige worden gemaakt. Gelukkig niet, want daarin is volgens directeur Max Eijsbouts vier jaar geleden de klad gekomen, toen de kerkenbouw tot bijna nul werd gereduceerd. Een afdeling kunstgietwerk is toen aan het bedrijf toegevoegd om de 100 man personeel van voldoende arbeid te kunnen blijven voorzien.
Hieronder een foto uit 1973 van het bedrijfspand:
Maximus Franciscus Hubertus (Max) Eijsbouts is op 28-11-1976 te Asten overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:
![]() |
![]() |
Het huis is samen met een groot deel van het oude fabriekscomplex rond 1978 afgebroken om plaats te maken voor de aanleunwoningen aan het Deken van Pelthof.
Overzicht bewoners
Julianastraat 4
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1842-1850 | Antonie Bluijssen | Asten 13-09-1782 | Maria Catharina Coolen | Asten 05-11-1786 | † 05-02-1850 | |
1850-1853 | Antonie Bluijssen | Asten 13-09-1782 | met kinderen | † 31-03-1853 | ||
1853-1859 | Wilhelmus Bluijssen | Asten 20-04-1816 | Anna Maria Catharina Frencken | Asten 20-03-1813 | ||
A135b | 1859-1869 | Wilhelmus Bluijssen | Asten 20-04-1816 | Anna Maria Catharina Frencken | Asten 20-03-1813 | |
A202 | 1869-1872 | Wilhelmus Bluijssen | Asten 20-04-1816 | Anna Maria Catharina Frencken | Asten 20-03-1813 | † 18-05-1872 |
A202 | 1872-1879 | Anna Maria Catharina Frencken | Asten 20-03-1813 | met nicht | ||
A204 | 1879-1890 | Anna Maria Catharina Frencken | Asten 20-03-1813 | met nicht | ||
A214 | 1890-1900 | Anna Maria Catharina Frencken | Asten 20-03-1813 | met nicht | ||
A224 | 1900-1902 | Anna Maria Catharina Frencken | Asten 20-03-1813 | met nicht | † 09-02-1902 | |
A224 | 1902-1904 | Anna Catharina Wilhelmina Frencken | 's-Hertogenbosch 14-05-1861 | † 04-06-1904 | ||
A224 | 1904-1907 | bewoning onbekend | ||||
A224 | 1907-1910 | Joannes Gerardus Sengers | Asten 15-06-1876 | Maria Geertruida ten Haaf | Asten 26-02-1880 | |
A246 | 1910-1919 | Joannes Gerardus Sengers | Asten 15-06-1876 | Maria Geertruida ten Haaf | Asten 26-02-1880 | naar A388?? |
A283 | 1920-1921 | Lambertus van Bergen | Ewijk 07-07-1895 | naar Helmond | ||
A283 | 1922-1930 | Adrianus Johannes Eijsbouts | Asten 13-03-1878 | Anna van der Schoot | Ammerzoden 26-07-1885 | |
4 | 1930-1938 | Adrianus Johannes Eijsbouts | Asten 13-03-1878 | Anna van der Schoot | Ammerzoden 26-07-1885 |
Voormalig fabriekscomplex G1041
Het voormalige fabriekscomplex van Bluijssen wordt hieronder in de volgende hoofdstukken beschreven:
- Introductie
- Zuivelfabriek Bluijssen
- Asten Creameries
- Mandenmakerij van Goch
- Gloeilampenhandel 'Marso'
- Strohulzenfabriek 'Asten Strawworks'
- Zuivelfabriek 'de Oude Molen'
Introductie
Ik begin dit hoofdstuk met een deel van een vroeg werk van de onlangs overleden Harry Verdijsseldonck dat ik via de stichting Hebeas heb gekregen:
In 1828 heeft Antoon Bluijssen een boterhandel opgericht. De energieke baas bracht deze handel vlug tot bloei en maakte al spoedig reizen naar het buitenland, hoofdzakelijk Zweden. Aan de boterhandel verbond hij ook de boterfabricage. Ook begon zijn zoon Jan rond 1870, ongeveer tegelijkertijd met Jurgens, met de fabricage van margarine en dreef handel met Engeland en Frankrijk. Ongeveer in 1895 breidde hij de zaak uit met een winkelbedrijf en stichtte overal eigen winkels. In Nederland had hij er 100, in België 30 en in Engeland 10 en dat zijn zelfs voor deze tijd nog respectabele aantallen.
In 1900 werd de zaak overgenomen door Jan's drie zoons Willem, Johan en Antoon en Willem was de meest vooruitstrevende van de drie en was meestal op reis. Met Johan, die in Asten de leiding had, verzorgde hij de margarinefabriek, terwijl Antoon de weverij voor zijn rekening nam. Willem voerde het cadeaustelsel in, dat zo'n omvang nam dat de cadeaus op den duur meer waarde vertegenwoordigden dan de verkochte waren. In het begin verkochten de winkels alleen zuivelproducten en dat werd later uitgebreid met andere winkelwaren.
De bontweverij was ontstaan uit de huisindustrie, waarbij door wevers linnen werd geweven en met leverde dit af aan de Bluijssens. Ook buiten Asten werkten de wevers voor Bluijssen, zoals in Someren, Lierop, Mierlo tot in Gemert toe. In de 19e eeuw werd de bontweverij gesticht in een perceel aan de Julianastraat. Daar werd schortenbont, beddentijk en nog meer vervaardigd. Hier had Antoon de leiding. Daar men echter te goede kwaliteit vervaardigde kon men niet concurreren tegen andere weverijen en in 1904 werd de weverij stopgezet. De huisindustrie was toen geheel verlopen.
In 1906 ging Bluijssens failliet. Dit was niet omdat de zaak niet gezond was, maar omdat firmant Johan zijn broers bedonderde. Toen het faillissement van Bluijssens bekend werd, was heel Asten in rep en roer. Alles zat onder de Bluijssens, de arbeiders die er werkten, het talrijke kantoorpersoneel, de winkeliers met geleende gelden enzovoorts. Bluijssens werd niet voor niets 'de God van Asten' genoemd. Bluijssens had ten dele Asten gemaakt, maar aan de andere kant ook industrie tegengehouden.
De fabrieken werden verkocht en de natuurboterfabricage werd voortgezet. Een deel der gebouwen is gekocht door de N. V. Asten Creameries, die zich na de Eerste Wereldoorlog de fabricage van margarineproducten ten doel gesteld had. Er werden hiervoor grote gebouwen neergezet, uitgebreide machine-installaties aangelegd, maar praktisch hebben deze fabrieken niet gewerkt. Zij moesten in mei 1921 worden stilgelegd en in januari 1923 werden gebouwen en machines verkocht. Ongeveer in 1930 werd in een van deze gebouwen de Tricotagefabriek Te Strake en Vercouteren gevestigd. Deze gebouwen brandden in 1935 gedeeltelijk af, waarna een nieuwe fabriek gebouwd werd, waar later de firma ten Cate is gevestigd.
Hoewel het oorspronkelijke verhaal niet geheel met de werkelijkheid klopt, geeft het toch goed weer hoe de firma Bluijssen in een kleine 100 jaar een grote rol heeft gespeeld in Asten.
Harry Verdijsseldonck is geboren op 30-10-1936 te Asten als zoon van Antonie Jan Verdijsseldonck en Christina Cuijpers (zie Burgemeester Wijnenstraat 27). Harry wist veel van de geschiedenis van Asten en publiceerde in Astense verhalen onder het kopje 'vruuger'. Harry Verdijsseldonck is op 18-03-2019 overleden en hieronder zijn bidprentje.
![]() |
![]() |
Vanaf 1843 zijn er fabrieken gebouwd in de toenmalige Fabriekstraat. De meeste fabrieken waren in eigendom van de familie Bluijssen, waaronder een deel in het huis (zie Voormalig huis G943), een blauwververij (zie Voormalige fabriek G599) en een zuivelfabriek. De geschiedenis van de zuivelfabriek wordt in dit hoofdstuk behandeld aan de hand van het verhaal 'Bluijssen in een notendop' van Gerardus Wijnen. Eerst wordt duidelijk gemaakt wie deze Gerardus Wijnen was:
Gerardus (Gérard) Wijnen is geboren te Asten op 18-09-1880 als zoon van Theodorus Wijnen en Petronella Haasen (zie Voormalig huis C682). Hij woonde eerst op de Achterbos alwaar hij de lagere en middelbare school volgde en verhuisde rond 1899 naar het dorp in de huidige Emmastraat. Na het faillissement van de firma Bluijssen in 1907 is hij veelal in de Helmondse textielindustrie te vinden en vestigt zich in 1912 in Helmond.
Gerardus Wijnen is te Helmond op 14-09-1915 getrouwd met Maria Petronella Huberta (Jeannette) Hockers, geboren te Bakel op 14-06-1876 als dochter van koperslager Petrus Fredericus Hubertus Hockers en Cornelia Allegonda Reuser. Zij was een nicht van notaris Adrianus Franciscus Hubertus Hockers, destijds wonend aan de Torenstraat.
Links in de krant de Zuid-Willemsvaart van 15-09-1915 de dankzegging voor de belangstelling bij hun huwelijk en rechtsboven in diezelfde krant van 09-10-1915 hun vertrek naar Aarle Rixtel. Rechtsonder zijn nevenfunctie als administrateur bij het Sint Antonius Gasthuis in de krant de Zuid-Willemsvaart van 02-07-1927:
![]() |
|
Later is Gerardus Wijnen verhuisd naar de Kromme Steenweg 1 in Helmond en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 25-06-1927 zoekt zijn vrouw een dienstbode. Rechts in de krant de Zuid-Willemsvaart van 18-02-1931 de overlijdensadvertentie van zijn moeder:
![]() |
![]() |
Een vriend van Gerard Wijnen geeft een mooie levensbeschrijving bij zijn 60e verjaardag in de krant de Zuid-Willemsvaart van 16-09-1940:
Maria Petronella Huberta (Jeannette) Hockers is op 19-09-1949 te Helmond overleden en Gerardus (Gérard) Wijnen is op 01-12-1970 te Helmond overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
In de Volkskrant van 28-04-1972 wordt het huis waarin Gerardus Wijnen en zijn rijke inboedel te koop aangeboden:
Het huis bestaat nog steeds met als huidig adres Kromme Steenweg 3 te Helmond.
Zuivelfabriek Bluijssen
Hieronder uit het verhaal 'Bluijssen in een notendop' van Gerardus Wijnen, boekhouder van de familie Bluijssen:
De firma Bluijssen werd opgericht in 1828 door Antoon Bluijssen, die drie zonen had, namelijk Hannes, Willem en Jan, die in de zaak werden opgenomen. Zij hield zich bezig met de handel in boter en kruidenierswaren in het groot en had daarnaast ook vele jaren een winkel in Asten van kruidenierswaren en manufacturen. De afzet van de groothandel had plaats in het binnenland, maar ook vooral wat boter betreft in België, Duitsland en later ook in Engeland. De boter werd ingekocht van winkeliers, die deze verkregen in ruil voor winkelwaar van boeren, die zelf karnden. Ook van specifieke boterhandelaars werd boter betrokken. Later werd de boter aangevoerd en verhandeld op meerdere plaatselijke botermijnen.
Over die export van boter in 1851 lezen we in het Statistisch jaarboek van 18521:
Antonius Bluijssen is geboren te Asten op 13-09-1782 als zoon van Joannes Antonie Bluijssen en Anna Maria Ambrosius Bakens zie (Voormalig huis G517). Hij is op 05-05-1811 te Asten getrouwd met Maria Catharina Coolen, geboren te Asten op 05-11-1786 als dochter van Johannes Willem Coolen en Johanna Jansen de Laat (zie Prins Bernhardstraat 23):
Het gezin van Antonius Bluijssen en Maria Catharina Coolen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna Maria | Asten 29-01-1812 | Asten 29-04-1840 Joannes Verberne Asten 09-05-1847 Theodorus Strijbosch |
Asten 07-06-1889 | |
2 | Johannes | Asten 13-11-1813 | Ongehuwd | Asten 23-09-1880 | Hannes |
3 | Wilhelmus | Asten 20-04-1816 | Asten 10-10-1849 Anna Maria Catharina Frencken |
Asten 18-05-1872 | Willem |
4 | Joanna | Asten 11-10-1818 | Ongehuwd | Asten 26-10-1881 | |
5 | Joannes | Asten 24-01-1821 | Asten 06-08-1852 Anna Maria van den Dries |
Asten 26-03-1897 | Jan |
6 | Petronella | Asten 15-06-1823 | Ongehuwd | Asten 10-05-1857 | |
7 | Antonia | Asten 03-05-1827 | Kind | Asten 03-05-1827 |
In de Opregte Haarlemsche Courant van 09-03-1843 wordt fabrikant A. Bluijssen voor het eerst genoemd als fabrikant van stoffen:
Ook in het Algemeen handelsblad van 16-11-1844 wordt de weverij van Antonie Bluijssen genoemd:
Omstreeks 1843 werd het voor die tijd grote fabrieksgebouw aan de tegenwoordige Julianastraat opgericht (zie Voormalig huis G943), waarvan een deel als woning werd ingericht. Het gebouw bevatte een grote kelder, parterreverdieping, 1e bovenverdieping en 2e bovenverdieping, met kleine ramen. In het gebouw werden kantoor, garenmagazijn, fitskamer en scheerderij, waar de kettingen op houten scheerramen met de hand geschoren werden; deze kettingen werden tegelijk met het inslaggaren aan de talrijke thuiswevers uit ondermeer Asten, Someren, Deurne en Mierlo uitgereikt.
Verder een afdeling, waar de thuiswevers hun geweven stukken afleverden, annex opmaak-, verpakkings- en verladingsafdeling. De verzending geschiedde per hoogkar, in hoofdzaak naar sluis XI en vandaar per trekschuit, later per boot, naar verschillende hoofdplaatsen van geheel Nederland. Na totstandkoming van de spoorwegverbinding vond het vervoer per kar plaats naar het station Deurne en vandaar naar de verschillende bestemmingen in Nederland.
Voor export heeft de weverij nooit gewerkt en bekend is het gezegde van Hannes Bluijssen, bij vertrek van de fabriek van zulk een geladen hoogkar: "Daar is weer 'n boerderijke aan verdiend". Een boerderijke had in die tijd niet veel waarde. Bluijssen's bontjes-vriesbont, haarlemmerbont, poolbont, beddebont, ginghams, baai, nassau's, oxfords, seamoos, beddetijk, loostijk, stoelmat genoten een zeer goede reputatie over het gehele land en hun deugdelijke kwaliteit en mooie kleuren, praktisch alléén indigo blauw en turks rood.
In de Nederlandsche staatscourant van 28-07-1848 wordt een vennootschap opgericht voor de productie en handel van wollen, katoenen en linnen stoffen:
Volgens de kadastrale legger wordt rond 1842 op perceel G598, dat in eigendom van Antonie Bluijssen is, een huis annex fabriek gebouwd met kadasternummer G943 (zie Voormalig huis G943) en resteert een stuk bouwland met kadasternummer G944. Na het overlijden van Maria Catharina Coolen te Asten op 05-02-1850 valt dit huis bij erfdeling toe aan Wilhelmus, Johannes en Jan Bluijssen en wordt dit huis samen met G599 (zie Voormalige fabriek G599) omgevormd tot blauwververij. Ten noorden van het huis wordt een nieuw woonhuis gebouwd met kadasternummers G1040 (zie Voormalig huis G943). Een deel van het huis wordt fabriek met kadasternummer G1041 en er resteert bouwland G1039, zoals te zien is op de kadasterkaart van 1852 linksonder:
![]() |
![]() |
Antonie Bluijssen is op 31-03-1853 te Asten overleden. In 1873 komt het huis, fabriek en erf toe aan Jan Bluijssen en rond 1881 wordt het huis en fabriek samengevoegd tot kadasternummer G1466 en op bouwland G944 wordt een 2000 m2 grote fabriek gebouwd met kadasternummer G1468, zoals te zien is op de kadasterkaart uit 1881 rechtsboven. Op deze kaart is G1467 het resterende erf en G1469 de blauwververij (zie Voormalige fabriek G599) toebehorende aan de weverij. In een geneeskundig rapport in 18802 werd gewaarschuwd dat deze fabriek te dicht bij de begraafplaats lag, waar een minimale afstand van 50 meter als veilig werd beschouwd:
De firma Bluijssen had toen rond de 60 werknemers in directe dienst en dat groeide later uit tot 120 werknemers. Gerardus Wijnen schrijft over deze ontwikkelingen het volgende:
Van de tweede generatie Bluijssen, Hannes bleef ongehuwd, Willem was gehuwd, zonder kinderen en Jan, gehuwd met drie zonen en een dochter, was Jan, die zijn broers vele jaren overleefde, veruit de belangrijkste figuur. Hij was in die tijd niet alleen een groot industrieel, maar ook gedurende een lange tijd lid van Provinciale Staten en een aantal jaren buitengewoon lid van Gedeputeerde Staten. Ook was hij vele jaren lid van de gemeenteraad van Asten. In 1869 werd door de Fransman Hippolyte Mège-Mouriés de margarine uitgevonden.
Bij wikipedia lezen we hierover:
Hippolyte Mège-Mouriés werkte vanaf 1862 vooral aan processen om vetten te bewerken, wat uiteindelijk in 1869 leidde tot het historisch patent dat aan de basis van margarineproductie staat. Met dit werk won hij een prijsvraag van de Franse regering om een goed doch goedkoop botersubstituut te ontwikkelen voor de arbeidersklasse en, bij uitzondering, voor de marine. Hij mengde een rundvetfractie met magere melk en verkreeg op die wijze een stabieler product dan traditionele boter. Hippolyte Mège-Mouriés verkocht zijn patent in 1871 voor 60.000 Franse francs aan het Nederlandse bedrijf van Anton Jurgens, een van de pijlers onder het latere Unilever.
Gerardus Wijnen vervolgt met:
In 1872 werd het proces door Antoon Jurgens in Oss, als eerste in Nederland, geïntroduceerd, spoedig gevolgd door van den Berg, eveneens in Oss en even later door de firma A. Bluijssen Zonen. De margarine paste uitstekend bij de uitgebreide boterhandel dezer firma. Bovendien gaf de fabricage van margarine als het ware een gedwongen aanleiding om roomboter te fabriceren. Margarine wordt immers gemaakt van ondermelk, die onder toevoeging van goedkoop vet, oleomargarine en olie wordt gekarnd.
Uit de melk, die door de boeren in Asten en omliggende dorpen in kruiken per kar werd aangevoerd, werd roomboter bereid voor de al lang bestaande boterhandel en uit de ondermelk de margarine. Vet en olie werden in grote vaten in hoofdzaak door handelaren in Rotterdam en Antwerpen geleverd. De toen en later voor bovengenoemde fabricage opgerichte fabrieksgebouwen, met ketelhuis-machinehuis en fabrieksschoorsteen waren tot 1961 nog in gebruik bij de Coöperatieve Zuivelhandel "De Oude Molen".
Zoon Joannes (Jan) Bluijssen is geboren te Asten op 24-01-1821 en op 06-08-1852 te Asten getrouwd met Anna Maria Josepha Adriana van den Dries, geboren te Woensdrecht op 05-10-1822 als dochter van Cornelius Guillelmus van den Dries en Adriana Hendrica van Gils. Het gezin van Joannes Bluijssen en Anna Maria Josepha Adriana van den Dries:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Antonius Cornelus Adrianus | Asten 29-08-1853 | Helmond 20-07-1880 Maria Antonia Henrietta Raijmakers |
Asten 24-08-1901 | Antoon |
2 | Adriana Johanna Maria Catharina | Asten 18-04-1856 | Asten 24-05-1898 Roger Marie Ottenhof |
's Gravenhage 03-09-1934 | |
3 | Cornelius Wilhelmus Petrus | Asten 29-12-1857 | Ongehuwd | Asten 08-12-1899 | |
4 | Wilhelmus Joannes Franciscus Maria | Asten 29-01-1860 | Ongehuwd | Parijs 23-07-1907 | Willem |
5 | Johannes Hermanus Severius | Asten 22-10-1862 | Geldrop 30-07-1889 Catharina Maria Brigida van den Heuvel |
Nijmegen 03-03-1927 | Johan |
Na het overlijden van broer Willem Bluijssen wordt Jan Bluijssen plaatsvervangend kantonrechter aldus de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 07-09-1872:
Het Algemeen handelsblad van 20-11-1878 meldt dat Jan Bluijssen gekozen is tot lid van de Gedeputeerde Staten:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 28-11-1882 wordt nog een bedreiging van Jan Bluijssen genoemd, door Francis Verdonschot uit de Wolfsberg, die tevergeefs als thuiswever bij Bluijssen in dienst te komen:
We citeren verder uit het verhaal van Gerardus Wijnen:
Bij de fabricage van margarine moesten onder meer drie grote moeilijkheden overwonnen worden.
1) de voorziening met grote hoeveelheden goed water; die geschiedde door het slaan van zogenaamde artesische buizen (putten).
2) de afvoer van grote hoeveelheden afvalwater en andere vloeistoffen; dit geschiedde door aanleg van een eigen riolering, onder de akkers en weilanden door, van de fabriek naar de Astense Aa.
3) voor de fabricage van margarine is ijswater onontbeerlijk; hierin werd voorzien door 's winters uit sloten, vijvers en vennen in Asten en omgeving en eventueel uit het kanaal grote hoeveelheden ijs bijeen te brengen. Om zolang mogelijk smelting te voorkomen, werd het opgestapeld tussen pakken turfstrooisel in de ijskelder.
De margarinefabriek had een capaciteit van ongeveer 150 ton per week, maar deze hoeveelheid werd zelden bereikt.
Aan de margarine werd kleurstof toegevoegd om deze te laten lijken op boter en niet iedereen was daar even enthousiast over, getuige de ingezonden brief in de Delftsche courant van 20-12-1878:
Om de zogenaamde kunstboter te kunnen onderscheiden van natuurboter, kon microscopisch onderzoek zijn dienst bewijzen, zoals gemeld in de Helmondsche courant van 22-05-1880:
Gerardus Wijnen benoemt in zijn verhaal ook het belang van de firma A Bluijssen Zonen voor Asten op andere gebieden:
De verpakking van boter en margarine, vroeger uitsluitend in vaten en vaatjes leidde tot een belangrijk nevenbedrijf in het dorp Asten, namelijk meerdere kuiperijen. Het vervoer van de aanzienlijke kwantiteiten grondstoffen, brandstoffen en van de gefabriceerde goederen had plaats per boot naar en vanaf sluis XI, of naar en vanaf Helmond, of per spoor naar en van station Deurne. Het transport tussen Asten, sluis XI, Helmond en Deurne had plaats per kar. Het transport per tram van 1905, was voor de fabriek van weinig belang, omdat de doorverbinding van de tram naar de fabriek ontbrak en de overlading van boot en spoorwegwagens in tramwagens te Helmond te kostbaar en te ingewikkeld was. De afzet van margarine, zowel als van boter, had plaats aan de groothandel in Nederland en België, in kleinere hoeveelheden ook in Frankrijk, Duitsland en Denemarken, maar in grotere hoeveelheden vooral in Engeland. Later ook naar overzee, in blikverpakking.
De vooruitziende Jan Bluijssen wist in 1879 de Raad van Asten te bewegen, als hoofd der gemeenteschool Antonius Franciscus ten Haaf te benoemen, die naast de hoofdakte ook de lager onderwijsakte voor Wiskunde, Frans, Duits en Engels bezat. De school leverde meerdere goede krachten voor correspondentie, administratie en als steun voor de leiding der zaak. Hoezeer de firma Bluijssen bestond op financiële soliditeit, moge blijken uit een door Jan Bluijssen opgestelde afgeronde balans per 31-12 in de 70-er jaren van de 19e eeuw:
ACTIVA:
Fabrieken, terreinen, machines, gereedschappen, voertuigen, paarden en goederen ƒ 185.000,-
Vorderingen ƒ 98.000,-
Geld in kas ƒ 7.600,-
Tegoed bij banken ƒ 204.000,-
Waardepapieren (effecten) ƒ 98.000,-
Totaal ƒ 592.600,-
PASSIVA:
Schulden, alle schulden voor 31-12 afbetaald ƒ 0,-
Totaal kapitaal ƒ 592.000,-
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-08-1882 verkoopt Bluijssen overtollig materiaal, waaruit blijkt dat de verwerking van olie, de productie van margarine en boter en de productie in de blauwververij, in volle gang zijn:
In 1885 wordt G1468 verbouwd en krijgt kadasternummer G1648, waarbij tevens een stuk erf is afgestaan aan de blauwververij, het gearceerde deel geheel rechts. In 1888 volgt een uitbreiding van de fabriek, hetgeen leidt tot de situatie linksonder, waarbij de fabriek kadasternummer G1690 krijgt:
![]() |
![]() |
Op bouwland G768, in bezit van Jan Bluijssen, wordt rond 1883 een ijskelder gebouwd met kadasternummer G1630. Na een verbouwing in 1893 krijgt deze de vorm zoals de kadasterkaart rechtsboven met kadasternummer G1769. De fabriek, waarbij het magazijn is inbegrepen, krijgt dan kadasternummer G1768 en het huis en tuin kadasternummer G1767.
In 1887 vindt er een dodelijk ongeluk plaats in de fabriek van Bluijssen, waarbij Hermanus (Manus) Bosch, geboren te Asten op 02-10-1836 als zoon van Joannes Bosch en Maria Wolters en wonende aan de huidige Molenweg, om het leven komt, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-02-1887:
Ter gelegenheid van het 65 jarige bestaan van de firma A. Bluijssen wordt er een feest voor het personeel gegevens, waarvan een verslag in de Peel- en Kempenbode van 11-11-1893:
In het Nieuws van de dag van 01-03-1894 wil Jan Bluijssen een uithangbord aan zijn winkels plaatsen:
Over het einde van de thuisweverij schrijft Gerardus Wijnen het volgende:
In het begin der negentiger jaren werd de thuisweverij vervangen door de machinale stoomweverij, waarvoor een nieuw shedgebouw, gebouw met een speciale dakconstructie, werd opgericht. In 1904 werd de weverij geliquideerd, mede door de omstandigheid dat Antoon Bluijssen, zoon van Jan Bluijssen en kleinzoon van de oprichter der firma, speciaal met het beheer der weverij belast, in 1901 gestorven was en zijn broers Willem en Johan zich weinig voor de weverij interesseerden.
In het shedgebouw, waarin de weverij gevestigd was, werd toen de roomboterfabriek ondergebracht en hypermodern ingericht. De ruimte, die in het benedengedeelte van het hiervoor genoemde grote gebouw door de liquidatie der weverij en door het ontruimen van het bewoonde gedeelte vrijkwam, werd gebruikt voor inrichting van een geheel nieuwe kantoorruimte, ruim voldoende voor 20 personen.
Over de winkels van de firma A Bluijssen, die vanaf 1895 bekend staat als A Bluijssen Zonen, vertelt Gerardus Wijnen:
In het begin der 90-er jaren van de 19e eeuw werd op initiatief van Willem Bluijssen begonnen met de exploitatie van eigen winkels min of meer in navolging van Lyons in Engeland. Dit was iets geheel nieuws op het continent en trok zeer de aandacht, niet alleen in Nederland maar ook ver daarbuiten. Begonnen werd met de verkoop van boter, margarine, kaas, eieren, maar geleidelijk werden ook koffie, thee en verdere kruidenierswaren in het verkoopschema opgenomen. Behalve door een groots opgezette reclame werd de verkoop gepousseerd door cadeaus, voornamelijk huishoudelijke artikelen, en door loterijen, gouden horloges en geldprijzen. Niet alleen in Nederland, onder A. Bluijssen Zonen en Het wapen van Asten, maar ook in België, onder A. Bluijssen Zonen, Het wapen van Asten en A. Bluijssen Fils Aux Armes d'Asten en in Londen, onder A, Bluijssen Sons en The Arms of Asten, werden winkels gevestigd. De gehele onderneming maakte een geweldige opgang, zodat na de opening van de eerste winkel aan de Haarlemmerdijk in Amsterdam in het begin der 90-er jaren van de 19e eeuw, reeds in 1898 de 100e winkel geopend werd aan de Guldenstraat in Groningen, om te stijgen tot de 144 in België omstreeks 1905.
In de Delftsche courant van 29-07-1894 wordt gewaarschuwd voor namaakboter en dat men voor de zekerheid de boter moet kopen in de eigen winkel genaamd 'Het wapen van Asten':
In de Nieuwe Vlaardingsche courant van 02-03-1895 de opening van de 81e winkel in Vlaardingen:
Links een advertentie in de Nieuw en advertentiebode van den Helder van 25-05-1895 en rechts in het Nederlandsch weekblad voor zuivelbereiding en veeteelt; orgaan voor veehouders, boter- en kaasfabrikanten en handelaren van zuivel van 01-09-1896 koopt de firma A Bluijssen Zonen boter in:
![]() |
![]() |
De firma A Bluijssen Zonen heeft ook nog pogingen gedaan om in België de boter te maken, zoals te lezen is in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 05-05-1896:
Links in de Haagsche courant van 25-07-1896 de vestigingen in 's Gravenhage en Scheveningen en rechts een oude foto van een Belgische winkel van Bluijssen:
![]() |
![]() |
De rentabiliteit van de winkels in België kreeg een zware slag door de heffing van invoerrechten op boter en margarine in 1897. De winkels in Zuid-Holland ressorteerden onder een centraal kantoor en magazijn in Rotterdam; de overige winkels in Nederland onder een centraal kantoor en magazijn in Amsterdam; de winkels in België onder een centraal kantoor en magazijn te Brussel, met bijkantoren te Luik en Antwerpen. De Londense winkels, die omstreeks 1905 en bloc werden verkocht, hadden hun centraal kantoor en magazijn in Londen. De administratieve eindcontrole van het gehele complex vond plaats in Asten. Samengevoegde, wekelijkse statistieken van de verschillende afdelingen, die onafhankelijk van elkaar werkten, gaven de leiding snel een goed inzicht in de gang van zaken. Tussentijdse jaarlijkse balansen completeerden het geheel. Behalve genoemde kantoren was er nog een eigen kantoor in Glasgow en een agentenkantoor in Manchester voor de groothandel, die met onverminderde kracht werd voortgezet. De omzet van de gehele onderneming, een gros aan winkels, beliep circa 4 miljoen gulden per jaar; het aantal werknemers 300-400, waarvan ruim 100 in Asten.
De omzet van koffie en thee gaf omstreeks de eeuwwisseling aanleiding voor de vestiging van een koffiebranderij en theepakkerij in Asten. In het gebouw, vroeger eigendom van de familie Schellings in de Julianastraat tegenover Bluijssens witte villa, is enkele jaren een kaasfabriek gevestigd geweest onder leiding van een deskundige uit Friesland en vervolgens, gedurende korte tijd, een modern ingerichte groenteconservenfabriek.
In de Haagsche courant van 19-10-1895 wint de firma A. Bluijssen zonen goud voor hun kaas:
In de Haagsche courant van 21-09-1907 wordt medegedeeld dat de prijzen stijgen in de winkels van 'Het wapen van Asten':
Hieronder foto's van vader Jan Bluijssen en zonen Johan Bluijssen en Willem Bluijssen:
![]() |
![]() |
![]() |
Joannes (Jan) Bluijssen is op 26-03-1897 te Asten overleden en in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 31-03-1897 het overlijdensbericht:
Anna Maria Josepha Adriana van den Dries is op 26-03-1899 te Asten overleden en Gerardus Wijnen schrijft verder:
Intussen waren de drie zonen van Jan Bluijssen, Antoon, Willem en Johan, in de zaak opgenomen en waren na de dood van hun vader in 1897 de enige vennoten van de tegen de zin van Jan Bluijssen gewijzigde firmanaam 'A. Bluijssen Zonen'. De akte der vennootschap bevatte de bepaling, dat bij verschil van mening het oordeel van Willem Bluijssen beslissend zou zijn. Deze bezat inderdaad grote gave en werd vooral naar buiten, de eigenlijke leider van de zaak. Na de dood van zijn vader was hij enige jaren lid van de Provinciale Staten. Antoon behandelde de zaken van de weverij. Johan had, daar Willem veelal in het buitenland verbleef, de dagelijkse leiding van de boter- en margarinefabriek.
Hij was een bijzonder goed kenner van deze producten en ook van de grondstoffen. Gedurende vele jaren was hij lid van de Raad van Asten.
Voerde de oude generatie, speciaal Jan Bluijssen, de zaak op financieel zeer solide basis, de jongere generatie sprong losser met het vroeger verdiende en zo waardevolle geld om. Uit de voorgaande summiere beschrijving zijn reeds belangrijke en kostbare investeringen vast te stellen. Hieraan zijn ook nog de aanleg van elektrische verlichting in 1906 en meerdere privé investeringen toe te voegen. In 1898 was de positie van de zaak plus privé in elk geval nog sterk genoeg, om aan de nieuw op te richten kerk in Asten het hoofdaltaar en de communiebank te schenken.
Het gehele bedrag der erfenis, dat op de zaak betrekking had en vastgesteld werd op ƒ 700.000,-, ofwel voor iedere erfgenaam ƒ 175.000,- werd niet geheel in de zaak gelaten. Aan de twee erfgenamen, die geen vennoten waren der firma, werden bepaalde bedragen in contanten uitbetaald. Jan Bluijssen had, tegen zijn zin, een belangrijk gedeelte van de banksaldi en waardepapieren moeten afstaan voor de investeringen van zijn zonen, zodat de erfenis wel in geld was uitgedrukt, maar een aanzienlijk gedeelte bestond uit investeringen van goederen van allerlei aard. De ontbrekende contanten werden in de vorm van acceptkredieten gemakkelijk van de banken verkregen.
De reputatie van de grote onderneming bleef tot kort voor haar ondergang ongeschonden. Het was een genoegen voor deze zaak uit te gaan. Een kaartje van A. Bluijssen Zonen opende de voor velen gesloten deuren. Of het nu betrof bijvoorbeeld grote zaken, banken, ministeries, burgemeesters van grote gemeenten, redacties van belangrijke bladen, men behoefde nooit lang te wachten.
In 1896 komt het bezit in handen van zoon Antonius Cornelis Adrianus (Antoon) Bluijssen en wordt er nog bijgebouwd en verenigd tot kadasternummer G1804, huis, fabriek, magazijn en erf. De situatie van 1897 wordt weergegeven op de kadasterkaart linksonder:
![]() |
![]() |
Ook wordt rond 1898 de ijskelder uitgebreid tot G1834 en in gebruik genomen als uitbreiding van de margarinefabriek. Na het overlijden van Antonius Cornelis Adrianus (Antoon) Bluijssen te Asten op 24-08-1901 wordt alles ondergebracht bij de firma A. Bluijssen Zonen. In 1905 wordt alles verenigd inclusief de ijskelder tot kadasternummer G1939, waaronder dan ook sinds 1898 een koffiebranderij. De kadasterkaart rechtsboven geeft de uiteindelijke situatie van de fabrieken weer met rechtsboven het shedgebouw. Hieronder een oude foto van de fabrieken van Bluijssen met links het voormalige shedgebouw op de plaats van de voormalige blauwververij en rechts de gebouwen van de ijskelder:
In januari 1899 geeft de firma Bluijssen een groot feest voor de medewerkers en genodigden vanwege het 70-jarige bestaan van de firma A. bluijssen en zonen, aldus de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 30-01-1899:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 18-01-1900 is al sprake van een koffiebranderij bij de firma A. Bluijssen Zonen:
Een foto gemaakt vanaf de kerktoren in de richting van de Wolfsberg met Cuppens molen op de achtergrond en het fabriekscomplex van Bluijssen op de voorgrond:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 11-08-1900 meldt dat er een nieuwe poort is gemaakt bij de firma A Bluijssen zonen, ontworpen door Henricus Martinus Vorstermans en in diezelfde krant van 05-04-1902 dat er een reclamebord is geplaatst:
In de Haagsche courant van 11-11-1904 wordt eveneens de verkoop van koffie en thee door de firma A. Bluijssen Zonen genoemd:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 19-12-1906 meldt een brand in de koffiebranderij:
In 1906 een excursie van studenten van de Openbare Handelsschool te Amsterdam aan de Noord-Brabantse industrie, waaronder de fabrieken van Bluijssen, zoals gemeld in het Algemeen Handelsblad van 09-06-1906:
Boekhouder Gerardus Wijnen vervolgt zijn verhaal met:
Was 1904 al geen best jaar, in 1905 werd een groot verlies geleden en ook 1906, waarvan de balans nooit voltooid is geworden, was een slecht jaar. Hierbij kwam nog, dat de banken in verband met de heersende geldcrisis de bestaande credieten verlaagden of niet meer vernieuwden. Er moesten daarom andere en wel belangrijke geldbronnen aangeboord worden. Willem Bluijssen was zich bewust van het practisch onbeperkt goederencrediet der firma en ging in 1905 over tot het zogenaamde 'revolving credit' systeem, ook wel ten onrechte 'coversysteem' genoemd.
Johan Bluijssen ging slechts schoorvoetend hiermee akkoord. De firma kocht op verschillende markten goederen, waarbij zij zich beperkte tot haar eigen grondstoffen, namelijk koffie, olie en vet, tegen 3-maands accept, deed deze goederen verkavelen en opslaan in vemen en beleende de daarop ontvangen cedullen tegen contant geld, ongeveer 80% der factuurwaarde. In verhouding werd het grootste bedrag aan koffie besteed, omdat in Brazilië de valorisatiewet voor koffie in aantocht was en tengevolge van de invoering van deze wet de koffieprijs zou stijgen. En inderdaad, de koffieprijs, die op basis van Santos in 1906 zes dollarcent per pond bedroeg, steeg in 1908, toen het te laat was, tot acht dollarcent per pond.
Steeds meer goederen moesten er gekocht, steeds meer accepten uitgeschreven, steeds meer beleningen gesloten worden, om de groeiende behoefte aan geld bij te houden. Van deze transacties werd een aparte administratie aangelegd, die door één persoon werd bijgehouden en wel zo, dat er in de algemene administratie van het kantoor niets van gemerkt werd en naar buiten niets van uitlekte. In juni 1907 werd door een firma in Antwerpen beslag gelegd op de door haar geleverde goederen, vet en olie, terwijl men deze in Rotterdam aan het opslaan was. Daarmee was de kogel door de kerk en het lot der firma, waarvan zoveel roem was uitgegaan, bezegeld. Het was als 'n donderslag bij ogenschijnlijk heldere hemel en het funeste nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje door stad en land.
Op 4 juli 1907 werd het faillissement der firma door de rechtbank in Roermond uitgesproken. Er werden natuurlijk voor die datum allerlei pogingen aangewend om het noodlot af te weren, maar zonder succes. Hoe weinig men zelfs in de naaste kringen aan de mogelijkheid van een dergelijke situatie gedacht had, bleek op een familievergadering, waar een der familieleden in het dialect van zijn woonplaats opmerkte: 'Ik daacht dèt hier klaor gawd waar'.
In dagblad de Tijd van 06-07-1907 het faillissement van de firma A. Bluijssen Zonen:
Het faillissement droeg een ongewoon karakter. Alle vaste goederen waren onbelast, behalve een hypotheek ad ƒ 5.000 op een der huizen; ook alle roerende goederen waren onbelast, die voor financiering hadden gediend. De drie curators spraken dan ook van een rijk faillissement; doordat alle binnenkomende gelden, na aftrek van de onkosten, ten goede kwamen aan de concurrente crediteuren, die tenslotte een matige uitkering ontvingen, werd de faillissementskas tijdelijk rijk gevuld.
De curators namen het wijze besluit de fabriek zo lang mogelijk te laten doordraaien. Er waren immers voldoende grondstoffen voorradig en de afzet baarde geen moeilijkheden. De margarinefabriek, met machines en inventaris werd uit het faillissement gekocht en verder geëxploiteerd door de Engelse maatschappij 'Lidstone Castle & Company Limited' in Londen, onder directie van Johannes Gerardus Sengers. De overige bezittingen in Nederland, België en Engeland, werden door de curators geleidelijk geliquideerd.
In de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant van 17-07-1907 een kritische noot van iemand betreffende het eerder genoemde 'revolving credit' systeem:
Hieronder een foto van de fabriek met huis van de familie Bluijssen met links de boterfabriek:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 09-11-1907 de verkoop van het voornaamste deel van het bezit van de familie Bluijssen:
De winkels zijn verkocht aan de P. de Gruijter de 's Hertogenbosch, aldus linksonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-08-1907. Rechtsonder wordt in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 05-02-1908 de koffiebranderij verkocht:
![]() |
![]() |
Gerardus Wijnen besluit zijn verhaal over 'Bluijssen in een notendop' met:
Willem Bluijssen was ongetwijfeld een groot man, die met zijn gedachten en plannen zijn tijd ver vooruit was. Hij was echter te veel idealist: hij wilde zijn zaak als voorbeeld zien van algemeen belang, door goede waar rechtsreeks te verkopen aan de consument tegen te lage prijzen, met het gevolg dat het geld, nodig om die plannen uit te voeren, niet verdiend werd maar geleend moest worden, in scherpe tegenstelling met de opvatting van zijn vader en ooms. Hij hechtte zeer grote waarde aan de reputatie van de firma en de naam Bluijssen. In een hooggestemd artikel in een Belgisch blad, na zijn tragische dood in Parijs in de tweede helft van juli 1907, werd terecht van hem gezegd: "Jaloux de sa bonne réputation".
De voortdurende kwaliteitsverbetering van het product margarine, ondermeer door het fabriceren van melange, margarine met natuurboter vermengd, en Astor, een kwaliteit waarbij aan de grondstoffen eigeel werd toegevoegd en welke verbetering in hoofdzaak het werk was van Johan Bluijssen, gevoegd bij een nimmer aflatende reclame, hadden ook in het algemeen veel bijgedragen tot een juistere waardering van het product margarine. De advertenties waren dikwijls voorzien van pakkende slagzinnen, bijvoorbeeld in grote letters over de hele breedte tussen de tekst van de eerste pagina van "Le Petit Bleu" in Brussel: Beurre Bluijssen, le moins cher et la qualité n'en pourrait être améliorée même en obtenant le double du prix actuel". Het is merkwaardig treffend, dat de slagzin in de laatste advertentie in een groot aantal bladen in juni 1907 zelfbewust luidde: "Doe wel en zie niet om" ofwel "Fais ce que dois adviendra que pourra".
Het overlijdensbericht van Wilhelmus Joannes Franciscus Maria (Willem) Bluijssen in het Venloosch nieuwsblad van 25-07-1907:
Op basis van dit krantenbericht is de overlijdensakte van Wilhelmus Joannes Franciscus Maria (Willem) Bluijssen opgespoord. De Morgue is het lijkenhuis aan de Quai de l'Archevèché in het 4e arrondissement van Parijs en hieronder de overlijdensakte3:
Hieronder een oude foto van de Alma brug in Parijs en daaronder een foto van de Morgue de Quai de l'Archevèché4:
Hiermee is een einde gekomen van een periode van grote bloei door de industrie van drie generaties van de familie Bluijssen. Begonnen door Antonie Bluijssen in 1828 als weverij, daarna groot geworden in de boter- en margarineproductie en verkoop door zijn zonen en tenslotte ten onder gegaan door slecht financieel beheer van zijn kleinzonen.
We sluiten af met een Rotterdams verhaal met allerlei facetten van de firma en ondermeer de cadeaus uit het Rotterdams nieuwsblad van 26-11-1906, waarvan ik nog steeds niet weet of het geen reclame voor de firma Bluijssen is:
Asten Creameries
In 1907 werd het voormalige fabriekscomplex en de machinerieën van de firma A. Bluyssen Zonen voor ƒ 31.000,- gekocht door Johannes Gerardus (Gerard) Sengers, geboren te Asten op 15-06-1876 als zoon van Antonius Dominicus Sengers en Johanna Antonia van den Eijnden. Hij is als boekhouder op 26-05-1909 te Asten getrouwd met Maria Geertruida Francisca ten Haaf, geboren op 26-02-1880 te Asten als dochter van schoolmeester Antonius Franciscus ten Haaf en Grada Gesina Winterink. In de nieuwe Tilburgsche courant van 29-11-1907 de mededeling over de aankoop van de fabriek door Gerard Sengers:
Aan het einde van dat jaar had hij een accoord met boeren uit de omgeving voor levering van melk, zoals de familie Bluijssen dat ook had gedaan. De productie was echter te klein voor een goede winstgevendheid van de onderneming.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-01-1908 wordt de start van de onderneming van Gerard Sengers genoemd:
Johannes Gerardus (Gerard) Sengers had contact met de Engelse Maatschappij 'Lidstone Castle & Company Limited uit Londen en onder de naam Asten Creameries werd in 1909 een doorstart gemaakt. Naast Johannes Gerardus Sengers was Franciscus Petrus Cornelius (Frans) Hoebens, geboren te Bergh op 01-03-1874 als zoon van Franciscus Hoebens en Antonia van den Eijnden, directeur van de fabriek. Franciscus Petrus Cornelius (Frans) Hoebens is op 22-04-1913 te Asten getrouwd met Louisa Walthera Petronella Maria Melis, geboren te Helmond op 22-05-1889 als dochter van Ludovicus Cornelis Melis en Maria Antonetta Emans. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 21-10-1911 zien we de eerste advertentie van het bedrijf:
Hieronder een foto van de fabriek van Asten Creameries:
Toen na enkele jaren in 1914 die Engelse maatschappij failliet ging, richtte Johannes Gerardus Sengers een nieuwe, Nederlandse Naamloze Vennootschap op met de naam Asten Creameries. Hieronder in het Eindhovensch dagblad van 27-08-1914 wordt melding gemaakt van de oprichting en rechts daarvan een aandeel uit 1915:
![]() |
![]() |
De zaken lopen voorspoedig en na een jaar wordt volgens het Algemeen Handelsblad van 30-04-1915 linksonder al 5% dividend uitgekeerd. Rechtsonder zoekt men in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 03-02-1916 vertegenwoordigers:
![]() |
![]() |
Ook het verslag over het eerste boekjaar in het Algemeen Handelsblad van 18-03-1916 is uitermate positief gesteld:
Ook in het tijdschrift De fabrieksarbeider; orgaan der Vereeniging van Arbeiders in Olieslagerijen, Rijst- en Gortpellerijen, Meel-, Papier- en Stijfselfabrieken, Verfmalerijen, Zeepziederijen en soortgelijke Bedrijven van 15-04-1916 lezen we dat het goed gaat met de margarineindustrie, maar daar profiteren de arbeiders nauwelijks van. Wel profiteren de aandeelhouders en volgens het tijdschrift Economisch-statistische berichten van 03-05-1916 worden nieuwe aandelen uitgegeven:
![]() |
![]() |
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog wordt Asten Creameries op de zwarte lijst gezet voor Duitsland, volgens het Algemeen handelsblad van 24-11-1917:
In 1916 vindt nog een opbouw plaats en in 1919 wordt het kadasternummer van het fabriekscomplex G2175, zoals te zien is op de kadasterkaart linksonder:
![]() |
![]() |
Daarna heeft een forse uitbreiding plaats en betreft het kadasternummers G2281 (huis en tuin), G2282 (fabriek en erf), G2283 (fabriek, ijskelder en erf) en G2284 (huis, fabriek en erf). De kadasterkaart rechtsboven laat de veranderingen zien. Hieronder een luchtfoto uit weliswaar ongeveer 1940, welke de fabrieken van Asten Creameries toont:
Volgens het Eindhovensch dagblad van 21-01-1918 gaat het fabriekscomplex uitgebreid worden met een olieslagerij en veevoederfabriek, zoals ook al te zien is op de bovenstaande kadasterkaart die de situatie van 1924 weergeeft:
Volgens het Eindhovensch dagblad van 31-10-1918 is de olieraffinaderij al gereed en wordt ook een spoorlijn naar Sluis 11 aangelegd:
Het Eindhovensch dagblad van 02-01-1919 meldt dat een grote stoomketel wordt geplaatst:
In het Eindhovensch dagblad van 30-04-1919 wordt medegedeeld dat het kantoor wordt overgeplaatst van Asten naar Rotterdam:
In de Telegraaf van 17-05-1919 neemt Johannes Gerardus Sengers ontslag en wordt Wilhelm Antonius Heijnings benoemd als zijn opvolger:
In de Telegraaf van 27-05-1919 worden obligaties uitgegeven en wordt de balans opgemaakt over de periode 1915 tot en met 1918, waarbij de slechtere situatie in 1918 wordt genoemd:
De nieuwe directeur Wilhelm Antonius Heijnings is geboren te 's Gravenhage op 30-06-1877 als zoon van Gerrit Heijnings en Willemina Alexandrina Paulina Frederika Louis Göbel. Hij is als koopman op 08-02-1900 te 's Gravenhage getrouwd met Frederika Wilhelmina Maria van Roode, geboren te 's Gravenhage rond 1875 als dochter van Cornelis Jacobus van Roode en Jacoba Wilhelmina Elisabeth Wieckert. Linksonder in de Nieuwe Rotterdamsche courant van 11-06-1919 de verkoop van de olieraffinaderij en rechtsonder wordt in de Nieuwe Venlosche courant van 27-09-1919 gemeld dat de stroomvoorziening van de fabriek en omgeving van 300 kW overgedragen:
![]() |
![]() |
In de Nieuwe Venlosche courant van 22-01-1920 komen de boeren van Asten, die de melk leveren voor de fabriek, in opstand:
Dan gaan de zaken ineens slechter en volgens het Eindhovensch dagblad van 24-01-1920 worden alle medewerkers ontslagen:
Er ontstaat onrust en de Telegraaf van 02-02-1920 en de nieuwe Venlosche courant van 03-02-1920 melden een voorval bij de fabriek:
![]() |
![]() |
Uit onderstaande advertentie in het Eindhovensch dagblad van 02-02-1920 en arbeiders met de naam van der Steen in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930, blijkt het te gaan om Peter Johannes van der Steen, geboren te Meijel op 24-08-1861 als zoon van Martinus van der Steen en Maria Jansen. Hij is sinds 01-09-1914 weduwnaar van Maria Verstappen, geboren op 27-09-1865 te Meijel als dochter van Gerard Verstappen en Helena Hendrikx, met wie hij op 21-08-1899 te Helden getrouwd was. Hij woonde samen met zijn zoon Martinus en dochter Helena in de Molenstraat:
Er blijkt meer aan de hand te zijn en er dreigt een staking aldus De Tribune van 04-02-1920:
Over 1915 is al eens een berekening gemaakt voor de fabriek van Asten Creameries dat de loonkosten slechts een beperkte invloed hadden op de totale kosten, gepubliceerd in tijdschrift De fabrieksarbeider; orgaan der Vereeniging van Arbeiders in Olieslagerijen, Rijst- en Gortpellerijen, Meel-, Papier- en Stijfselfabrieken, Verfmalerijen, Zeepziederijen en soortgelijke Bedrijven van 20-03-1920:
Het loon van de arbeider was ƒ 12,- per week, de eis van de arbeiders was ƒ 31,- per week en de bond eiste ƒ 22,- per week. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-02-1920 wordt bemiddeling van geestelijk en burgerlijk gezag ingeroepen:
In het Eindhovensch dagblad van 19-02-1920 een uiteenzetting van de houding van de directie van Asten Creameries in het conflict:
De bevolking van Asten toont zich solidair met de arbeiders volgens de Nieuwe Venlosche courant van 06-03-1920:
In het Eindhovensch dagblad van 09-03-1920 de reactie van Asten Creameries is het plan om bouwgrond aan te kopen voor de bouw van 80 woningen, welke later tot de woningen aan het Sint Jozefplein zou leiden:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-04-1920 wordt medegedeeld dat de werkzaamheden na 3 maanden weer worden hervat:
Een klein half jaar later wordt in advertenties, zoals onderstaande in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-09-1920 een uitverkoop gedaan:
De Nieuwe Venlosche courant van 02-10-1920 deelt mede dat de bij de bond aangesloten medewerkers zijn ontslagen:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 13-12-1920 staat het bericht dat nog meer arbeiders worden ontslagen:
Ook blijkt bij een onderafdeling van de firma Asten Creameries een bedrijfsleider te frauderen en dat leidt volgens het Amersfoorts dagblad van 30-12-1920 tot een gevangenisstraf van negen maanden:
|
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-03-1921 wordt een vrachtauto van de firma Asten Creameries te koop aangeboden:
![]() |
![]() |
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 02-05-1921 wordt medegedeeld dat de fabriek wordt stilgelegd:
Directeur Wilhelm Antonius Heijnings heeft nooit in Asten gewoond en is waarschijnlijk rond 1920 al afgetreden en op 26-04-1959 te Zeist overleden. Hij is opgevolgd door scheikundige Lambertus Alexander van Bergen, geboren te Winssen op 07-07-1895 als zoon van Jacobus Johannes van Bergen en Hillegonde Lamei. Hij woonde in Helmond en is in Freiburg afgestudeerd op het smelten van onverzadigde vetzuren, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-07-1919:
Hij woonde wel korte tijd in Asten in het nabij de fabriek gelegen grote huis (zie Voormalig huis G943).
In het jaarverslag over 1920, gepubliceerd in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 01-06-1921 wordt de reden van de bovengenoemde maatregelen uiteengezet, waarbij het wegvallen van de Duitse afzetmarkt als voornaamste reden wordt genoemd:
Het Algemeen Handelsblad van 11-11-1921 meldt dat de aandeelhouders maatregelen bespreken:
Lambertus Alexander van Bergen vertrekt op 25-10-1921 naar Helmond en waarschijnlijk is er geen nieuwe directeur aangesteld. Lambertus Alexander van Bergen is op 10-09-1927 te Breda getrouwd met Jacoba Maria Veronica Kuinders, geboren te Baarn op 13-04-1895 als dochter van Joannes Ludovicus Kuinders en Bertha Joanna Clara Grippeling en is op 03-06-1969 te Aalst overleden.
In de Maasbode van 29-11-1921 staat de uitslag van bovengenoemde bespreking, die er op neer komt dat de fabrieken zullen worden verkocht:
De verkoop van de fabrieksgebouwen en de inventaris staat gepland voor begin 1922, aldus onderstaande advertentie in het Algemeen Handelsblad van 07-12-1921:
Voor de geïnteresseerden een financieel overzicht van de aandelen en obligaties5:
Het faillissement wordt op 25-01-1922 uitgesproken, zoals vermeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-01-1922 en de veiling vindt plaats op 08-03-1922 volgens diezelfde krant van 09-03-1922:
![]() |
![]() |
De verkoop van de fabrieksgebouwen verloopt niet soepel en volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-03-1922 levert de verkoop aan lokale kopers nog vrij weinig op, ƒ 7300,- voor de oude fabriek. Een half jaar later in diezelfde krant van 23-09-1922 is er sprake van nog een koper:
![]() |
![]() |
Met de opbrengst van de verkoop krijgen de aandeelhouders nog een bedrag van 15% volgens de Maasbode van 17-10-1922:
De verkoop van de olieraffinaderij is toch niet doorgegaan en in 1924 meldt zich een nieuwe gegadigde, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-03-1924:
In de andere fabrieken zijn gevestigd de strohulzenfabriek van Petrus Cornelis van Heugten (zie Voormalige fabriek G599) en de mandenmakerij van Franciscus Hoebens en Johannes van Goch (zie Mandenmakerij van Goch). Een ander deel is in handen van Johannes van Goch voor de opslag van gloeilampen (zie Gloeilampenhandel 'Marso') en als strohulzenfabriek (zie Strohulzenfabriek 'Asten Strawworks'). De zuivelfabriek 'de Oude Molen' (zie Zuivelfabriek 'de Oude Molen') besluit op een later tijdstip tot de aankoop van de fabrieken, zoals vermeld in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-12-1924:
De olieraffinaderij is twee jaar later nog steeds niet verkocht en wordt opnieuw in verkoop gebracht, volgens de Nieuwe Venlosche courant van 15-09-1926:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 08-10-1926 en dagblad de Tijd van 09-10-1926 melden dat de fabriek is aangekocht door tricotfabrikanten Te Strake & Verkouteren (zie Voormalige fabriek G2329) voor ƒ 8300,-:
![]() |
![]() |
Met deze verkoop is het faillissement van Asten Creameries beëindigd, zoals genoemd door curator Meester Coovels in de krant de Zuid-Willemsvaart van 23-11-1928 en 07-12-1928:
![]() |
![]() |
Hiermee is een eind gekomen aan Asten Creameries dat gedurende ruim 10 jaren als fabriek in Asten heeft gedraaid als opvolger van de zuivelfabriek van A. Bluijssen Zonen. Is het bedrijf ten onder gaan aan de relatie met de boeren, de ontevredenheid met de werknemers, de slinkende afzetmarkt, de slechte investeringen of aan een combinatie hiervan, niemand kan het met zekerheid zeggen. In het tijdschrift De fabrieksarbeider; orgaan der Vereeniging van Arbeiders in Olieslagerijen, Rijst- en Gortpellerijen, Meel-, Papier- en Stijfselfabrieken, Verfmalerijen, Zeepziederijen en soortgelijke Bedrijven van 09-07-1921 wordt nog een reden genoemd, die wel eens op waarheid kan berusten:
Mandenmakerij van Goch
Frans Hoebens en Johan van Goch, oud-medewerkers van de fabriek van Bluyssen, beginnen in 1916 een mandenmakerij aan de huidige burgemeester Wijnenstraat (zie Burgemeester Wijnenstraat 17 en 19) met een werkplaats aan de Monseigneur den Dubbeldenstraat (zie Voormalige fabriek G1542) en kopen in 1922 het deel met kadasternummer G2283 van de fabrieken van Asten Creameries (zie Asten Creameries). In de voormalige ijskelder, later gebruikt als margarinefabriek, zetten ze de mandenmakerij voort.
In 1920 vond een belangrijke ontginning plaats aan de huidige Smientweg. Daar gaf de gemeente een 70 hectare grote ontginning in erfpacht aan Antonie Leenen, die de gronden omploegde met behulp van een zware stoomtractor. Antonie Leenen beplantte zijn ontginning met teenhout en richtte de Naamloze Vennootschap Astensche Teenhoutcultuur en Industrie 'Astein' op, een toeleveringsbedrijf voor de mandenmakerij van Johan van Goch en Frans Hoebens.
Johannes (Johan) van Goch is geboren te Asten op 02-05-1887 als zoon van Cornelis van Goch en Hendrica van Seccelen (zie Voormalig huis G1675). Hij is als fabrikant op 26-04-1915 te Asten getrouwd met Johanna Maria Mennen, geboren te Asten op 21-01-1892 als dochter van Johannes Mennen en Margaretha Maria van Eersel (zie Lindestraat 7). Hij woonde in de Torenstraat en had als compagnon Franciscus Petrus Cornelius (Frans) Hoebens, geboren te Bergh op 01-03-1874 als zoon van Franciscus Hoebens en Antonia van den Eijnden. Hij is op 22-04-1913 te Asten getrouwd met Louisa Walthera Petronella Maria Melis, geboren te Helmond op 22-05-1889 als dochter van Ludovicus Cornelis Melis en Maria Antonetta Emans.
In het Eindhovensch dagblad van 22-02-1923 de mededeling dat de mandenmakerij voorlopig wordt stopgezet:
De oude roomboterfabriek en de bijbehorende fabrieken zijn via Antonius Verberne en strohulzenfabriek 'Wilhelmina' van Bakermans en de Boer uit Someren eind 1924 verkocht aan de zuivelfabrikanten van de Oude Molen (zie Zuivelfabriek 'de Oude Molen'), maar de productie wordt op een deel van het terrein van het voormalige Asten Creameries voortgezet.
Het teenhout voor de mandenfabriek werd verkregen uit Asten, Vlierden en Deurne bij teelt op drassige grond, bekend staand als wissen. Ook de firma Hoebens en van Goch bezat gronden in Asten waarop teenhout werd gecultiveerd. De vermindering van de productie had gevolgen voor de leveranciers van het teenhout, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-01-1924:
Naast de mandenfabriek begon Johannes van Goch ook een gloeilampenhandel (zie Gloeilampenhandel 'Marso'). Een jaar later is Frans Hoebens uitgetreden uit de mandenfabriek en treedt Petrus Wilhelmus (Piet) van Buul toe als compagnon en wordt er weer volop geproduceerd volgens het Eindhovensch dagblad van 15-01-1924:
Als aanknopingspunt voor Petrus Wilhelmus (Piet) van Buul geldt zijn dochter Josepha Maria van Buul, die rond 1925 als kantoorbediende nog bij Johan van Goch op de toenmalige Torenstraat heeft gewoond. Petrus Wilhelmus (Piet) van Buul is geboren te Vlijmen op 02-12-1870 als zoon van Petrus van Buul en Elisabeth Chamot. Hij is als mandenmaker op 10-06-1897 te Vlijmen getrouwd met Johanna Elisabeth Kuis, geboren te Vlijmen op 24-02-1871 als dochter van Nicolaas Kuis en Helena de Laat. Hieronder een foto6 van het vervoer van manden door Petrus Wilhelmus van Buul bij zijn mandenmakerij in Vlijmen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 16-02-1924 worden de velden met teenhout, betreffende de percelen E604 tot en met E609 in Heusden en E930 en E931 op de Hazeldonk, te koop aangeboden:
Hieronder bij het kadaster de percelen E604 tot en met E609 die tezamen het Drossaerdveld in Heusden vormen en de twee percelen E930 en E931 op de Hazeldonk:
![]() |
![]() |
Volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-05-1919 wordt op het Drossaerdveld een stenen bijl gevonden, hetgeen betekent dat het al 4000 jaren wordt in gebruik is:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 22-02-1924 meldt dat de firma van Buul en van Goch interesse heeft voor het Drossaerdveld, echter de gemeente koopt de grond op:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 09-10-1924 pachten Piet van Buul en Johan van Goch het wishout van de gemeente Asten:
Geregeld wordt toestemming gegeven voor langere werktijden, zoals ook hier in de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-11-1924:
In 1925 vindt er een brand plaats, zoals beschreven in de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-06-1925:
Besloten wordt om de oude fabriek van Asten Creameries te verkopen aan stoomzuivelfabriek 'de Oude Molen' (zie Zuivelfabriek 'de Oude Molen'), aldus de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-12-1924:
De mandenfabriek wordt nog wel gehuurd en in de provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 06-06-1925 wordt een brand in de mandenmakerij van de firma van Buul en van Goch gemeld:
Volgens de Nieuw Venloosche courant van 31-03-1926 is er in de buurt van de mandenmakerij van de firma van Buul en van Goch een stenen bijl gevonden:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-05-1927 worden er onder Vlierden weer wissen verkocht in opdracht van Hoebens en van Goch teenhoutindustrie:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 10-02-1928 volgt de mededeling dat de mandenmakerij zal worden stopgezet:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 16-03-1928 wordt gesproken over een strohulzenfabriek (zie Strohulzenfabriek 'Asten Strawworks') in de gebouwen van de voormalige mandenmakerij:
Een jaar later meldt het Eindhovensch dagblad van 09-03-1929 de opheffing, waarbij het genoemde kadasternummer A282 betrekking heeft op een deel van het fabriekscomplex van zuivelfabriek de Oude Molen:
De mandenfabriek in Asten heeft ongeveer 13 jaar bestaan, waarvan 7 jaar op het voormalige fabriekscomplex van Bluijssen. Vermoedelijk door de afnemende vraag naar manden en de concurrentie is de onderneming teloor gegaan.
Gloeilampenhandel 'Marso'
In de fabrieken nabij de mandenmakerij begint Johannes van Goch rond 1924 een handel in gloeilampen met de naam Marso, hetgeen een spiegelwoord is van Osram. Johannes (Johan) van Goch is geboren te Asten op 02-05-1887 als zoon van Cornelis van Goch en Hendrica van Seccelen (zie Voormalig huis G1675). Hij is als fabrikant op 26-04-1915 te Asten getrouwd met Johanna Maria Mennen, geboren te Asten op 21-01-1892 als dochter van Johannes Mennen en Margaretha Maria van Eersel (zie Lindestraat 7).
De eerste keer dat we de firma Marso tegenkomen is bij twee advertenties voor de Marsolamp in de Graafschapsbode van 02-05-1924 en de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 05-07-1924
![]() |
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 06-06-1925 de brand in de gloeilampenhandel Marso:
De verandering van naam Marso in Marsolamp bij de Kamer van Koophandel in de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-08-1926:
Linksonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 16-11-1931 een reclame voor de Marso-lamp en rechtsonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-02-1939 het uittreden van Johannes van Goch uit het bedrijf dat verhuisd is naar de Molenstraat:
![]() |
![]() |
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 24-05-1934 opnieuw een brand bij gloeilampenhandel Marso:
Hieronder een foto van de showroom van de gloeilampen van Marsolamp:
Slechts een korte tijd is de gloeilampenhandel Marso van Johannes van Goch gevestigd geweest op het voormalige fabriekscomplex van Bluijssen.
Strohulzenfabriek 'Asten Strawworks'
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 16-03-1928 en de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 14-04-1928 wordt gesproken over een nieuwe strohulzenfabriek opgericht door Johannes van Goch in de gebouwen van de voormalige mandenmakerij (zie Mandenmakerij van Goch). Johannes (Johan) van Goch is geboren te Asten op 02-05-1887 als zoon van Cornelis van Goch en Hendrica van Seccelen (zie Voormalig huis G1675). Hij is als fabrikant op 26-04-1915 te Asten getrouwd met Johanna Maria Mennen, geboren te Asten op 21-01-1892 als dochter van Johannes Mennen en Margaretha Maria van Eersel (zie Lindestraat 7).
![]() |
![]() |
In het Eindhovensch dagblad van 01-09-1928 de inschrijving van de vennootschap 'Asten Strawworks Co.' bij de Kamer van Koophandel:
De Engelse naam is gekozen omdat het merendeel van de productie voor Engeland bestemd was. Johannes van Goch werkt hier samen met Wilhelmus Aloijsius Bakermans, geboren te Someren op 22-06-1893 als zoon van Willem Bakermans en Catharina Hoefnagels. Hij is als fabrikant te Helmond op 06-02-1923 getrouwd met Wilhelmina Henrica Elisabeth Kampers, geboren op 28-08-1894 te Helmond als dochter van Hubertus Henricus Kampers en Maria Francisca Verberne. In het Eindhovensch dagblad van 27-05-1933 treedt Wilhelmus Aloijsius Bakermans uit de vennootschap:
De strohulzenfabriek van Johannes van Goch bood werkgelegenheid aan ongeveer 25 werknemers. Hieronder een foto van het transport van strohulzen op de Zuid-Willemsvaart in de nabijheid van sluis elf:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-05-1934 wordt een grote fabrieksbrand gemeld in de fabriek van Asten Strawworks:
De strohulzenfabriek wordt daarna voortgezet in de leegstaande haspelfabriek van Carp aan de Hemel (zie Voormalige fabriek C2409); de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-07-1934 maakt hier al melding van en in diezelfde krant van 27-09-1939 wordt deze wijziging opgetekend:
![]() |
![]() |
Henricus Franciscus Maria (Hein) Boumans (zie Voormalig huis G1382) heeft nog prachtig glas-in-lood werk gemaakt, waarin de fabriek wordt afgebeeld5, zoals hieronder is te zien:
De strohulzenfabriek van Johannes van Goch heeft van 1928 tot 1934 op het terrein van het voormalig fabriekscomplex van Bluijssen gestaan.
Zuivelfabriek 'de Oude Molen'
Zuivelfabriek 'de Oude Molen' was tot 1925 gevestigd aan de vroegere Molenstraat (zie Burgemeester Wijnenstraat 77) en volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-10-1924 wordt er vernieuwd en een nieuwe directeur aangesteld:
Besloten wordt om de oude fabriek van Asten Creameries, dan in eigendom van de mandenfabriek van Hoebens en van Goch te kopen (zie Mandenmakerij van Goch), aldus de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-12-1924:
Directeur Theodorus van Brussel is in januari 1925 opgevolgd door gediplomeerd directeur Johannes (Hans) Rijpma, geboren op 16-02-1901 te Workum als zoon van Wiebe Rijpma en Wobbelina Miedema. In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 09-12-1924 de aanstelling van Johannes Rijpma tot directeur van de Oude Molen:
Johannes (Hans) Rijpma woont eerst in Hotel van Roij aan de Molenstraat tot zijn naast de fabriek gelegen directeurswoning in 1927 is gebouwd (zie Voormalig huis G2283). Hij is op 11-07-1927 te Zevenbergen getrouwd met Maria Johanna Elisabeth (Lies) Klinkenberg, geboren te Hulsberg op 12-07-1905 als dochter van Jan Jozef Klinkenberg en Maria Philemena Jacobs.
Het jaarverslag over 1924 in de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-03-1925 toont goede cijfers en ook het besluit om een lening voor de nieuwe fabriek af te sluiten:
Op het terrein van de zuivelfabriek 'de Oude Molen' heeft een brand gewoed bij de mandenmakerij en gloeilampenhandel van Johannes van Goch, volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 06-06-1925:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 02-09-1925 meldt dat de nieuwe boterfabriek nagenoeg klaar is en daaronder een foto van de nieuwe fabriek met melkleveranciers en het personeel:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 23-11-1925 de inzegening van de zuivelfabriek van 'de Oude Molen':
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-02-1925 worden afbraakmaterialen van de voormalige margarinefabriek verkocht:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 02-04-1925 en de Nieuwe Venloosche courant van 20-07-1926 wordt het venten van melk ingevoerd:
![]() |
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 21-01-1926 het jaarverslag over 1925 waarbij de melkventers Harry van Goch en Johannes Kortenbach worden genoemd, alsmede directeur Rijpma en de verkoop van de oude fabriek en woonhuis aan de voormalige Molenstraat:
Hieronder een foto met links van melkventer Harry van Gogh, geboren te Asten op 04-11-1881 als zoon van Cornelis van Gogh en Hendrica van Seccelen:
Volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-09-1926 ontvangt zuivelfabriek 'de Oude Molen' een eervolle vermelding:
De melkritten voor het ophaslen van de melk zijn aanbesteed en de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-12-1926 meldt de gegunden:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 05-11-1927 meldt een ongeluk in de stoomzuivelfabriek:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-07-1928 wordt een grote brandoefening op het terrein van 'de Oude Molen' genoemd en rechts daarvan in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 25-07-1928 het verslag:
![]() |
![]() |
De oproep tot de verplicht bij te wonen jaarvergadering van de coöperatieve stoomzuivelfabriek in de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-03-1932:
De aansluiting van stoomzuivelfabriek 'de Hoop' te Heusden (zie Voorste Heusden 47) naar de stoomzuivelfabriek 'de Oude Molen' had nogal wat voeten in aarde, zoals mogen blijken uit onderstaande krantenartikelen, waarbij de bestuurlijke en geestelijke adviezen de doorslag hebben gegeven:
Zuid-Willemsvaart van 05-01-1934 en Zuid-Willemsvaart van 05-02-1934:
![]() |
![]() |
Zuid-Willemsvaart van 12-02-1934 en Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant 18-01-1934:
![]() |
![]() |
Zuid-Willemsvaart van 09-02-1934 en Zuid-Willemsvaart van 16-02-1934:
![]() |
![]() |
In het Nederlandsch weekblad voor zuivelbereiding en handel; orgaan voor zuivelbereiders en handelaren in zuivelproducten van 27-02-1934 biedt Zuivelfabriek de Oude Molen goederen te koop aan:
Hieronder een foto van de melkfabriek de Oude Molen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-05-1934 wordt een grote fabrieksbrand gemeld op het terrein van 'de Oude Molen', waarbij de stoomzuivelfabriek gespaard bleef:
Hieronder een foto van de stoomzuivelfabriek 'de Oude Molen':
Ruim een jaar later vindt er weer een grote fabrieksbrand plaats bij de naastgelegen tricotagefabriek van Te Strake & Verkouteren (zie Voormalige fabriek G2329), waarbij opnieuw de stoomzuivelfabriek gespaard bleef, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-07-1935:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 20-03-1937 het jaarverslag over het boekjaar 1936, waarbij ook gemeld wordt dat een bondsdiploma voor de boterproductie wordt gehaald:
Opnieuw vindt er een grote fabrieksbrand plaats op het terrein van 'de Oude Molen', opnieuw zonder schade aan de stoomzuivelfabriek, aldus de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 27-11-1937:
In de geschiedenis van een halve eeuw gewestelijke zuivelcoöperatie7 wordt de boterproductie van 1909, toen er nog drie zuivelfabrieken in Asten waren, vergeleken met de boterproductie van 1939:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-03-1940 wordt gemeld dat na de jaarvergadering een film vertoont over het belang van de boer, een film van ruim een uur die op het internet nog steeds te zien is6:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 11-04-1941 meldt bij het jaarverslag dat stoomzuivelfabriek 'de Oude Molen' op plaats vier van 86 staat van kwalitatief beste producenten:
Linksonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-08-1943 het zilveren jubileum van Antonius Johannes Driessen en rechtsonder wordt na de Tweede Wereldoorlog weer melk aan huis geleverd, aldus het Peelbelang van 30-12-1944:
![]() |
![]() |
Hieronder een luchtfoto uit rond 1950 van de stoomzuivelfabriek de Oude Molen:
In 1957 fuseerden de stoomzuivelfabrieken van Asten en Someren en tot 1960 is de stoomzuivelfabriek op deze locatie gebleven. Daarna is een nieuwe fabriek opgericht op de Heesakkerweg.
Referenties
- ^Statistisch jaarboekje voor het Koningrijk der Nederlanden, 1852 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=oost-indie+asten&coll=boeken1&identifier=eYtUAAAAcAAJ&rowid=10)
- ^Verslag aan den Koning van de bevindingen en handelingen van het Geneeskundig Staatstoezigt in het jaar 1880 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMCBS03:002368001:00199&query=%22op+het+verzoek+van+een+inwoner+van+asten%22&coll=dts&rowid=1)
- ^Archives de Paris - Actes d'état civil (http://archives.paris.fr)
- ^Histoires de Paris (https://www.histoires-de-paris.fr)
- ^abEffectenboek 1928 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/results?query=%22asten+creameries%22+faillissement&page=1&coll=dts)
- ^abDe auto van m'n opa - Brabantse auto's en motoren 1906-1951 (https://deautovanmnopa.nl)
- ^Een halve eeuw gewestelijke zuivelcoöperatie (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB18B:058553000:00323&query=asten&coll=boeken&page=286&sortfield=date&rowid=3)
- ^Glas-in-lood van Hein F. M. Boumans (https://glasinloodvanheinfmboumans.wordpress.com/2013/08/11/strohulzenfabriek-van-goch/)
- ^Het belang van den Boer (https://www.npo3.nl/het-belang-van-den-boer/27-12-2010/WO_VPRO_040573)
Voormalig huis G2283
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-01-1927 wordt het resultaat van de aanbesteding van een directeurswoning bij de fabriek van 'de Oude Molen' getoond:
In dat nieuw gebouwd huis komt wonen Johannes (Hans) Rijpma, geboren op 16-02-1901 te Workum als zoon van Wiebe Rijpma en Wobbelina Miedema. Hij is als directeur van de zuivelfabriek de Oude Molen op 11-07-1927 te Zevenbergen getrouwd met Maria Johanna Elisabeth (Lies) Klinkenberg, geboren te Hulsberg op 12-07-1905 als dochter van Jan Jozef Klinkenberg en Maria Philemena Jacobs. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A282b, ook bekend staand als Julianastraat 8:
Linksonder in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 09-12-1924 de aanstelling van Johannes Rijpma tot directeur van 'de Oude Molen' en rechtsonder zijn komst naar Asten in de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-02-1925:
![]() |
![]() |
Ook in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 8:
Johannes (Hans) Rijpma is nog directeur geweest van de coöperatieve zuivelfabriek 'Het Anker' te Roosendaal en is op 27-12-1985 te 's-Hertogenbosch overleden.
In het huis heeft de vader van Maria Johanna Elisabeth Klinkenberg, Jan Jozef Klinkenberg, nog met zijn gezin ingewoond. Hij is geboren te Beek op 26-09-1877 als zoon van Jan Peter Jacob Klinkeberg en Maria Elisabeth Vankan. Hij is als dagloner op 18-06-1903 te Hulsberg getrouwd met Maria Philomena Jacobs, geboren te Hulsberg op 05-02-1880 als dochter van Jan Renerius Jacobs en Maria Mechtildis Erven. Na haar overlijden te Zevenbergen op 18-01-1926 is Jan Jozef Klinkenberg als directeur van de zuivelfabriek te Steenbergen op 30-08-1927 hertrouwd met Adriana Louisa van Dongen, geboren op 04-10-1872 te Oosterhout als dochter van Johannes van Dongen en Helena Johanna Olivier.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-01-1941 de komst van zoon Wilhelmus Josephus Cornelius Klinkenberg, geboren te Boekel op 28-09-1917, naar Asten. In diezelfde krant van 22-04-1942 zijn vertrek naar Helmond als assistent directeur van een zuivelfabriek:
![]() |
![]() |
Adriana Louisa van Dongen is op 09-06-1948 te Asten overleden en Jan Jozef Klinkenberg is te Asten op 02-10-1953 overleden. Hieronder de overlijdensakte van Adriana Louisa van Dongen en het bidprentje bij het overlijden van Jan Jozef Klinkenberg:
![]() |
![]() |
Op de foto hieronder is rechtsboven de voormalige thuisweverij van de familie Bluijssen en later woonhuis van de familie Eijsbouts (zie Voormalig huis G943) te zien. Linksonder is het fabriekscomplex van zuivelfabriek 'de Oude Molen' zichtbaar en daar tussenin is dit woonhuis zichtbaar:
Hieronder een foto gemaakt rond 1940 van de jeugdige leden van harmonie Sint Cecilia bij de Kindsheidoptocht met als derde van rechts zoon Wiebo Rijpma:
Overzicht bewoners
Julianastraat 8
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
A282b | 1927-1930 | Johannes Rijpma | Workum 16-02-1901 | Maria Klinkenberg | Hulsberg 12-07-1905 | |
8 | 1930-1938 | Johannes Rijpma | Workum 16-02-1901 | Maria Klinkenberg | Hulsberg 12-07-1905 |
Voormalige fabriek G599
Rond 1780 is door de Armen van Asten een nieuw huis gebouwd dat aan derden wordt verhuurd. In het huizenquohier over de periode 1781-1803 zien we verschillende huurders:
Jaar | Eigenaar nummer 20k Dorp | Bewoners nummer 20k Dorp |
---|---|---|
1781 | de gemeene armen alhier | Hendrik Koopman en Hendrik Verdeijseldonk |
1798 | den groote armen | Helena Neervens en weduwe Johannis Cox |
1803 | den groote armen | Anna Maria Vriens en weduwe Johannis Cox |
Bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staat het huis nog op naam van de Armen van Asten:
Kadaster 1811-1832; G599:
Huis en erf, groot 00 roede 58 el, het Derp, klassen 10.
Eigenaar: Armen van Asten.
De bewoning van het huis na 1803 is niet bekend en rond 1840 wordt het huis gekocht door Antonius Bluijssen, geboren te Asten op 13-09-1782 als zoon van Joannes Antonie Bluijssen en Anna Maria Ambrosius Bakens (zie Voormalig huis G517). Hij is op 05-05-1811 te Asten getrouwd met Maria Catharina Coolen, geboren te Asten op 05-11-1786 als dochter van Johannes Wilhelmus Coolen en Johanna Joannis de Laat (zie Prins Bernhardstraat 23):
Het gezin van Antonius Bluijssen en Maria Catharina Coolen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna Maria | Asten 29-01-1812 | Asten 29-04-1840 Joannes Verberne Asten 09-05-1847 Theodorus Strijbosch |
Asten 07-06-1889 | zie Markt 17 en 19 |
2 | Johannes | Asten 13-11-1813 | Ongehuwd | Asten 23-09-1880 | Johannes |
3 | Wilhelmus | Asten 20-04-1816 | Asten 10-10-1849 Anna Maria C Frencken |
Asten 18-05-1872 | Willem |
4 | Joanna | Asten 11-10-1818 | Ongehuwd | Asten 26-10-1881 | |
5 | Joannes | Asten 24-01-1821 | Asten 06-08-1852 Anna Maria J van den Dries |
Asten 26-03-1897 | Jan |
6 | Petronella | Asten 15-06-1823 | Ongehuwd | Asten 10-05-1857 | |
7 | Antonia | Asten 03-05-1827 | Kind | Asten 03-05-1827 |
Antonie Bluijssen had een katoenspinnerij en in 1841 had hij 40 werknemers1:
Antonie Bluijssen heeft vanaf 1843 bij de Staten-Generaal een invoerrecht op katoenen stofferen bepleit, zoals gemeld in de Nederlandsche staatscourant van 24-02-1845:
De katoenspinnerij in Asten had 36 mensen in dienst in 1852 en ongeveer 200 wevers waren werkzaam voor Antonius Bluijssen, zoals medegedeeld in de Noord-Brabanter van 12-08-1852:
Maria Catharina Coolen is op 05-02-1850 te Asten overleden en Antonius Bluijssen is op 31-03-1853 te Asten overleden. Rond 1854 wordt het woonhuis samen met G943 (zie Voormalig huis G943) omgebouwd tot blauwververij met kadasternummer G1079, waarin textiel met onder meer indigo werd gekleurd. De blauwververij is dan in handen van de zonen Wilhelmus (Willem), Johannes (Hannes) en Joannes (Jan) Bluijssen. Linksonder is in de Nederlandsche staatscourant daterend van 01-03-1843 een verzoek van Antonie Bluijssen als fabrikant van textiel te zien en rechtsonder de kadasterkaart uit 1855:
![]() |
![]() |
In de Nederlandse Staatscourant van 28-07-1848 staat de oprichting van de firma A. Bluijssen door de drie zonen van Antonius Bluijssen; Johannes (Hannes) nam de textiel waar, Wilhelmus (Willem) de kruidenierswaren en Joannes (Jan) de zuivel:
De productie was hoog en na het stoppen van de katoenspinnerij van Horn en zonen in 1856 werden rond 1860 circa 20.000 stukken stof geleverd, voornamelijk aan Nederlands Indië. Korte tijd had de firma Bluijssen concurrentie van Jan Hendrik de Ligt, geboren te Rotterdam op 09-08-1834 als zoon van Jacobus de Ligt en Wilhelmina Cornelia Dalmaeijer. Hij is op 17-11-1860 te Asten getrouwd met Louise Cerile Beckers, geboren te Philipsburg (Sint Maarten) op 01-01-1826 als dochter van Adrianus Beckers en Louise Cerile Lapierre. Hij woonde in de Torenstraat en had op Bergsland een katoenfabriek, die in 1865 werd opgeheven.
In 1851 waren er zo'n 200 wevers in dienst en in 1854 bericht het Centraal Bureau voor de Statistiek hoeveel mensen er werkten en wat ze verdienden2:
Na het overlijden van Wilhelmus (Willem) Bluijssen in 1872 komt de blauwververij bij een erfdeling geheel toe aan Johannes Bluijssen. Na het ongehuwd overlijden van Johannes (Hannes) Bluijssen te Asten op 23-09-1880 volgt een splitsing, waarbij op het erf een fabriek wordt gebouwd (zie Voormalig fabriekscomplex G1041). Het komt in eigendom van de firma A. Bluijssen Zonen geleid door zijn broer Joannes (Jan) Bluijssen, geboren te Asten op 24-01-1821 en te Asten op 06-08-1852 getrouwd met Anna Maria Josepha Adriana van den Dries, geboren te Hoogerheide op 05-10-1822 als dochter van Cornelis Wilhelmus van den Dries en Adriana Hendrica van Gils.
De blauwververij gaat verder als kadasternummer G1469 en wordt in 1885 verbouwd en krijgt kadasternummer G1649. In 1891 vindt een bijbouw plaats tot kadasternummer G1751 een staat het bekend als weverij. Joannes Bluijssen woonde in de Molenstraat (zie Burgemeester Wijnenstraat 25) en na zijn overlijden op 26-03-1897 te Asten, is de weverij in handen gekomen van zoon Antonius Cornelis Adrianus Bluijssen, geboren op 29-08-1853 te Asten. Hij is op 20-07-1880 te Helmond getrouwd met Maria Antonia Henriette Raijmakers, geboren te Helmond op 02-10-1852 als dochter van Hendrikus Josephus Raijmakers en Maria Mechtilda Spoorenberg. In dagblad de Tijd van 06-07-1880 en 21-07-1880 de ondertrouw en het huwelijk van Antonius Cornelis Adrianus Bluijssen:
![]() |
![]() |
Zij woonden in de Wilhelminastraat (zie Wilhelminastraat 27). In dagblad de Tijd van 26-04-1880 verkoopt Antonius Bluijssen een stoomketel en rechts in de krant de Zuid-Willemsvaart van 08-06-1882 is Antonius Bluijssen president van de feestcommissie:
![]() |
![]() |
Zij woonden in de Torenstraat en na het overlijden van Antonius Cornelis Adrianus Bluijssen te Asten op 24-08-1901, komt het huis wederom toe aan de firma A. Bluijssen Zonen en enkele jaren daarna koopt Maria Antonia Henriette Raijmakers als weduwe van Antonius Cornelis Adrianus Bluijssen een stuk dure grond zoals opgetekend in de Nieuwe Tilburgsche courant van 23-05-1903:
In 1905 wordt de weverij opgeheven en krijgt door sloping van een deel en door uitbreiding van de margarinefabriek, kadasternummer G1938 . Bij het faillissement van de firma A. Bluijssen Zonen in 1907, wordt de voormalige weverij verkocht aan Johannes Gerardus Sengers, waarbij later de firma Lidstone Castle & Company Limited medeëigenaar is. In 1915 volgt de verkoop aan naamloze vennootschap Amsterdamsche Handelsbank, met Asten Creameries als medeëigenaar.
In 1923 wordt de voormalige weverij via Antonie Janszoon Verberne doorverkocht aan Petrus Cornelis van Heugten, geboren te Helmond op 13-05-1895 als zoon van Antonius van Heugten en Wilhelmina Elisabeth de Wit. Hij is op 12-10-1920 te Someren getrouwd met Francina Petronella Peels, geboren te Ginneken op 18-08-1895 als dochter van Henricus Peels en Wilhelmina van Neerven. Zij komen in 1924 vanuit Helmond in de toenmalige Prins Hendrikstraat wonen en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 02-04-1924 de toestemming voor het oprichten van een strohulzenfabriek:
Dit betreft dan de fabriek met de naam 'The Elephant Stawworks', waarbij een Engelse naam is gekozen omdat voornamelijk aan Engeland werd geleverd. Op basis van artikelen in de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-08-1924 en 03-02-1927 blijkt dat de zaken voorspoedig verlopen:
![]() |
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-03-1926 wordt melding gemaakt van een 4 meter diep gat in de weg:
Er is volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-09-1927 wel een tegenslag door een flinke storm, maar in diezelfde krant van 02-02-1929 is er sprake van een uitbreiding:
![]() |
![]() |
Volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-09-1929 heeft een medewerker in de strohulzenfabriek een ongeluk gehad en in diezelfde krant van 14-12-1929 volgt een nieuwe uitbreiding:
![]() |
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-06-1931 wordt in de fabriek van Petrus Cornelis van Heugten een nieuwe ontdekking gedaan, die hem geen windeieren zal leggen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-09-1933 het begin van de crisis, tot die tijd bood de strohulzenfabriek werkgelegenheid aan zo'n 25 Astenaren:
Petrus Cornelis van Heugten verhuist in 1935 naar Eindhoven en neemt afscheid van zijn functies in de gemeenteraad van Asten, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-04-1935:
Ook in Eindhoven is Petrus Cornelis van Heugten een ondernemend man, want hij begint direct een winkel in de Willemstraat, zoals vermeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 15-06-1935:
Ook de fabriek van 'The Elephant Strawworks' in Asten wordt van opzet veranderd met uitbreiding van de productie van autopeds en kinderfietsen en krijgt de naam 'The Elephant Fabrieken', aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-06-1935:
In 1937 brandt de strovoorraad van Petrus Cornelis van Heugten af, zoals gemeld in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 27-11-1937:
De brand is veroorzaakt door het stiekeme roken van een medewerker, die een maand hechtenis krijgt opgelegd, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 09-03-1938:
De fabriek kan gewoon doordraaien en volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 25-01-1938 kan ook de productie van fietssturen ter hand worden genomen:
Gedurende de oorlogsjaren wordt nog personeel gevraagd volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 15-03-1940. De productie van strohulzen wordt afgebouwd en de zaak met dan de naam Elephant Fabrieken wordt uitgebreid aldus de Eindhovensche en Meijerijsche courant van 28-10-1941:
![]() |
![]() |
In de Tweede Wereldoorlog heeft het gebouw nog schade opgelopen en na de Tweede Wereldoorlog zoekt Petrus Cornelis van Heugten in het Helmondsch dagblad van 28-02-1945 een bedrijfsleider en in het Peelbelang van 24-03-1945 naar personeel:
![]() |
![]() |
In de Volkskrant van 18-12-1948 schrijft Petrus Cornelis van Heugten een prijsvraag uit voor een betere slagzin en in diezelfde krant van 15-02-1949 de prijswinnaars, echter de slagzin blijft hetzelfde:
![]() |
![]() |
Hieronder een oude foto van de Julianastraat met links vooraan de Elephant fabriek:
Hieronder twee glas-in-lood ramen van de Elephant fabriek3:
![]() |
![]() |
Het stro voor de Elephant fabriek werd door Janus van Eijk met paard en kar vervoerd, zoals te zien is op onderstaande foto:
Linksboven de Elephant fabriek en linksonder de sloop van de fabriek rond 1960 en rechts een kijkje in de werkplaats van de Elephant fabriek met in het midden Willem van der Wallen, geboren te Asten op 15-06-1913 als zoon van Hendrikus van der Wallen en Wilhelmina Bouwmans:
|
![]() |
In 1956 sluit de lasafdeling en wordt Wilhelmus Johannes van der Wallen ontslagen, zoals linksonder is te zien op de ontslagbrief. Rechts daarvan is nog een afbeelding van het logo van de Elephant fabrieken:
![]() |
![]() |
Rechts nog een foto van een opvouwbare poppenwagen gemaakt in de Elephant fabrieken. Petrus Cornelis van Heugten is op 28-05-1968 te Eindhoven overleden en de fabriek is daarna in bezit gekomen van zijn vrouw Francina Petronella Peels. Francina Petronella Peels is rond 1979 overleden en de fabriek komt in bezit van zoon Henricus Antonius Theresia van Heugten en kort daarna in 1982 is de fabriek gesloopt. |
![]() |
Overzicht bewoners
Dorp huis 20k
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1781 | de gemeene armen alhier | Hendrik Verdeijseldonk / H Koopman | Asten 28-03-1706 | |
1798 | den groote armen | Helena Neervens / wed Johannis Cox | Vlierden 07-09-1755 | |
1803 | den groote armen | Anna Maria Vriens / wed Johannis Cox | Asten 18-02-1781 |
Kadasternummer G599
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G599 | 1832 | Armen van Asten |
Julianastraat
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1854 | bewoning onbekend | |||||
1854-1891 | blauwververij | |||||
1891-1905 | weverij | |||||
1905-1923 | boterfabriek | |||||
1923-1939 | strohulzenfabriek | |||||
1939-1980 | elephant fabrieken |
Referenties
- ^De arbeidsbemiddeling in Nederland (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB18B:059556000:00066&coll=boeken&page=273&sortfield=date&query=asten&rowid=4)
- ^Statistisch jaarboekje voor het Koningrijk der Nederlanden, 1854 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=%22statistisch+jaarboekje%22&coll=boeken1&identifier=TodUAAAAcAAJ&rowid=4)
- ^Glas-in-lood Elephantfabriek Asten (https://www.glasinloodstudio.nl/ngg_tag/gebrandschilderd-glas-in-lood-elephant-fabriek-asten)
Voormalig huis G601
De eerst bekende bewoner van dit huis is Johannes Jansen Hoefnagels is geboren op 08-09-1666 te Asten als zoon van Johannes Goorts Hoefnagels en Angela Jansen Baekermans (zie Koningsplein 10). Hij is op 15-12-1692 te Asten getrouwd met Johanna Jan Paulus, geboren rond 1672 als dochter van Johannes Pauls Jansen en Margaretha Jan Martens (zie Marktstraat 1). Na haar overlijden te Asten op 01-05-1704 is Johannes Jansen Hoefnagels op 03-08-1706 te Asten hertrouwd met Catharina Aerts, geboren te Asten op 03-12-1674 als dochter van Aert Aerts en Margareta Peters:
De gezinnen van Johannes Jansen Hoefnagels met Johanna Jan Paulus en met Catharina Aerts:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria** | Asten 09-09-1691 | Kind | Asten ±1700 | |
2 | Johannes | Asten 11-09-1693 | Asten 29-06-1749 Maria van Hooff |
Asten 27-03-1776 | zie Voormalig huis G470 |
3 | Angela | Asten 29-10-1695 | Woensel 18-08-1720 Arnoldus Willem Brants |
Woensel 18-05-1752 | |
4 | Adrianus | Asten 08-08-1697 | Asten 12-02-1719 Maria Graets Asten 19-05-1748 Elisabeth Lammers Claus |
Asten 27-11-1779 | zie Voormalig huis G663 |
5 | Judocus | Asten 06-12-1699 | Asten 04-08-1720 Josijna Jansen Verleijsdonck Asten 06-09-1733 Ida Jansen van Dyck |
Asten 08-05-1750 | zie Marktstraat 5 |
6 | Maria | Asten 20-05-1702 | Ongehuwd | Asten 31-01-1763 | |
7 | Aldegondis | Asten 11-03-1704 | Ongehuwd | Asten 16-07-1774 | |
8 | Godefridus* | Asten 03-05-1708 | |||
9 | Maria* | Asten 28-01-1710 | |||
10 | Elisabeth* | Asten 17-02-1712 | Ongehuwd | Asten 21-12-1751 | |
11 | Arnoldus* | Asten 12-06-1714 | ±1735 Maria Hendricks ±1750 Hendrien van Heeswijk Berlicum 05-09-1756 Wilhelmina Smits |
Schijndel 22-02-1769 | Johanna, Asten 01-02-1736 Jennemie, Dinther 11-10-1763 |
12 | Johanna* | Asten 11-10-1717 | Geldrop 10-03-1745 Franciscus van den Broeck |
Asten ±1785 | |
13 | Gisbertus* | Asten 25-04-1721 |
* kinderen uit het tweede huwelijk
** onwettig kind geboren voor het eerste huwelijk
Voor zijn huwelijk heeft Johannes Jansen Hoefnagels met zijn broers Wouter en Thomas nogal eens ruzie gemaakt:
Asten Rechterlijk Archief 108 folio 129; 28-06-1689:
Maria getrouwd met Meester Hendrick Peeters verklaart ter instantie van Jan Roefs dat zij heeft gezien, dat gisteren 27 juni, Wouter Hoefnagels en Jan, zijn broeder, dronken zijnde, het huis van Jan Roefs zijn binnengelopen, waar groot tumult ontstond en dat stoelen en banken onstucken geslagen werden. Zij heeft verder horen roepen door de kinderen van Jan Roefs: "Moete gij lieden hier comen om mijnen moeder doodt te slaen". Alsmede dat er onder andere geroepen werd: "Steeckt U mesch op". Nog heeft zij gezien en gehoord, dat na de twisten, Jan Jan Hoefnagel uit het huis van Jan Roefs is komen lopen en riep: "Toe, grasdieven" en verder almaar razende en tierende liep.Asten Rechterlijk Archief 108 folio 130; 28-06-1689:
Maria Tresia, dochter Bernaert Volders, 12 jaar, verklaart ter instantie van Jan Roefs, dat zij gisteren, heeft gehoord dat er enig tumult en rumoer ten huize van Jan Roefs was en dat er op de stoelen en banken gestoten en geslagen werd. Zij heeft ook gehoord dat Jan Hoefnagels riep: "Toe, grasdief, toe, grasdief", staande in de deure of op den drempel van Jan Roefs.
Ook nog voor zijn huwelijk wordt Johannes Jansen Hoefnagels gedaagd door zijn aanstaande vrouw, mogelijk heeft dat te maken met dochter Maria, die voor hun huwelijk is geboren:
Asten Rechterlijk Archief 10 folio 67; 23-04-1692:
Jenneke, dochter Jan Paulussen, geassisteerd met haar vader, aanlegger contra Jan Jan Hoefnagels, gedaagde.
Ook in 1696 krijgen de broers Wouter, Thomas en Jan het met de gezagsvoerders van Asten aan de stok over de belasting op drank:
Asten Rechterlijk Archief 109 folio 116 verso; 19-10-1696:
Hendrick Gijsberts van den Bleeck verklaart ter instantie van Henrick van Winteroy, drost, dat hij op 16 october laatstleden met Gijsbert Hendricx en Philips Timmermans, schepenen, Frederick Bronckhorst, deurwaarder en Peeter van der Lith, secretaris een rondgang heeft gemaakt om de voute te vinden in de impost van wijnen, brandewijnen en bieren. Gekomen in het huis van Wouter Hoefnagel, herbergier, waar aanwezig waren Wouter, Thomas en Jan Hoefnagel, gebroeders, die samen hebben geassisteerd om de voute op te nemen. En waarvan een broeder, Jan, de voornoemde Hendrick Gijsberts van den Bleeck, attestant in deze, met een vuyst heeft geslagen aen ofte ontrent sijn linckeroogh van welcke slaen den voornoemde Hendrick Gijsberts van den Bleeck heeft ontfangen een blauw ofte swartigheydt aen of ontrent sijn linckeroogh. Attestant verklaart verder gezien te hebben dat Wouter Hoefnagel de voornoemde Frederick Bronckhorst heeft geruckt en gepluckt. Verder heeft hij gezien dat Thomas Hoefnagel de deur heeft toegehouden met in sijn handt een bierkan, dreygende daermede te smijten en waerop den deurwaerder andermael sijnen dienaerstock heeft uytgetrocken ende andermael geprotesteert uyt naeme van de hooge overigheyt.
Johannes Jansen Hoefnagels verkoopt een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 88 folio 30 verso; 13-08-1697:
Jan Jan Hoefnagels verkoopt aan Hendrick Aert Jan Tielen hooibeemd in 't Root 3 lopense, 2 lopense is koop en 1 lopense is schenking. Verponding ƒ 2,- per jaar. Koopsom ƒ 325,-.
Nadat de ouders van Johannes Jansen Hoefnagels in 1693 zijn overleden, is er een provisorische erfdeling gemaakt, maar ruim 15 jaar later komt broer Thomas daar op terug:
Asten Rechterlijk Archief 112 folio 1; 17-05-1709:
Jan Hoefnagels, 43 jaar, verklaart onder eede, ter instantie van Thomas Hoefnagel, dat het waar is dat hem, requirant, op 28 november 1694, als zijn loth ten deel was gevallen een obligatie van ƒ 250,- ten laste van de goederen van Aelken Metsers, weduwe Walraven Jansen, dit als anterieur van een schuld van ƒ 300,-. Welcke ƒ 300,-, hij comparant verklaert alleen maer aenbedeelt te sijn geweest eenige tijt daernaer aen Gijsbert Hoefnagels voor simpele handtschult of boeckschult, dat meer is genoeghsaem voor half verloren schult, als sijnde dat capitael maer begroot tegens andere personele schulden op een somme van ontrent de veertigh gulden. Tot op dat moment wist nog hij, deponent, nog iemand anders van de condividenten, dat er een obligatie van ƒ 300,- was gemaakt. Maer dat de selve in voege als voorschreven bij deylinge is aenbedeelt voor personele schult ende half verkregen als voorschreven ende dat alsoo het capitael van 250 gulden den requirant in desen ten deel gevallen is ende aenbedeelt als anterieur aen die 300 gulden als voorschreven. Schoon ende alhoewel naermaels bij thouden van de preferentie ende alsoo ruym een jaer geleden eerst is ondervonden, buyten gedachten van den deponent dat van die aenbedeelde personele schult was gemaeckt een scabinale gelofte. Deponent weet een en ander nog zo goed omdat hij mede-condivident is geweest en omdat hem heden nog is vertoond het origineel van de deling der gerealiseerde schulden. Alhoewel deze niet was getekend of finaal gepasseert doch echter ter secretarye berustende waarin in het loth van Gijsbert Hoefnagel in geenendeele gevonden werd de ƒ 300,-, meermaals vernoemd, tot een evident kenteecken, dat alleen maer tegens personeelschulden is geëgaliseert als voor. Deponent heeft na prelectie gepersisteert bij zijn afgelegde verklaring. Dit merck heeft gestelt Jan Hoefnagel, verklarende niet te connen schrijven.
Thomas Hoefnagels is weinig complimenteus ten opzichte van zijn broers Jan en Goort, die hem kennelijk goed lusten:
Asten Rechterlijk Archief 33-53; 06-10-1710:
Reproches van gedaagde. De erfgenamen van wijlen Jan Goort Hoeffnagels condividenten Francis Hoeffnagels, Cornelis Manders nomen uxoris, Jan Willem Pennincks nomen uxoris, Jan Hoeffnagels, Wouter Hoeffnagels en aanlegger Thomas Hoeffnagels.
Dat aanlegger uyt enen ingesogen haet ende aversie tegen desen, sijnen broeder, ten desen is agerende. Latende inmiddels al zijn andere broeders en zwagers vrij uit dit proces. Aanlegger heeft Jan Hoefnagels als getuige opgevoerd en deze heeft een opmerking gemaakt over zijn goede geheugen. Gedaagde zegt terwijl dit wel vijftien jaar geleden is. Sedert welken tijd des deponents memorie en geheugen door het teeren smeeren en gestadigh brandewijn drincken grootelijcks is verswaeckt. Dit is geen belediging, omdat het aan het gehele dorp bekend is. De deling indertijd is slordig geweest en schriftelijk is het maar een cartabelle ende verworpen vodde niet waardig om gelezen te worden. Niet gepasseert, noghte geteeckent, nogh dagh, nog datum, nogh de namen van de pretense overgestaene schepenen, nogh van de condividenten.
Komende tot de schone opgepronckte ende versierde attestatie van Goort Hoefnagels, 46 jaar en getrouwd met Catalyn, molenaar, te Someren de dato 21-05-1709 te Asten. Wezende van geen beter mar wel van slimmer calibre als de vorige. Dat Goort Hoefnagels is eenen quant met deselve debauches en emportement tot de gedistilleerde waters ende het excessieff drincken belemmert. Dat hij verscheidene malen met diverse qualen ende corruptien is alreets innegecommodeert geworden. Soo dat hij daeromme verscheyde reysen het brandewijn ende jennevel drincken heeft moeten verlooren. Doch telkens weer tot zijn oude gewoonte terugkerende. Hij heeft het bestier van sijn domestique affaires ende het bewint van sijn familie aan zijn vrouw moeten overlaten. Zij heeft onlangs nog verscheiden reizen naar 's Gravenhage, 's Hertogenbosch als elders moeten maken tot verrigtinge van solliciteren ende andere affaires. Dit omdat haar man te zwak was van memorie en vernuft. Dat Goort Hoeffnagels, of een valse eed heeft gedaan, of dat hij zijn memorie of verstand gepriveert was.
Hij verklaart op 21 mei 1709 voor schepenen van Asten dat aan Frans Hoeffnagels op 28 november 1694 is ten deel gevallen een obligatie van ƒ 250,- ende dat anterieur voor sekere obligatie van ƒ 300,-. Op deze, en nog enige andere verklaringen is hij verzocht ze onder eede te bevestigen. Hij is toen gevlucht naar Nederweert, om alzo de dans te ontspringen. Hopende dat de gedaagde van de zaak zou afzien. Zijn vrouw heeft steeds verklaart dat hij niet meer te Someren woonde. Bij het lichten van de Hooftliste tot Someren bleek dat hij nog te Someren woonde en dus gedaagd kon worden.Asten Rechterlijk Archief 112 folio 66; 04-11-1710:
Interrogatorium voor Thomas Hoefnagel om te ondervragen Jan Willem Pennincx, 54 jaar, Wouter Hoefnagel, 46 jaar, Jan Hoefnagel, 44 jaar.
De attestanten te ondervragen hoeveel penningen zij ontvangen hebben uit de personele effecten tussen hen, condividenten, terzake van de verkochte goederen van hun ouders?
Jan Willem Pennincx heeft ontfangen 125 gulden, alsdan vercocht te hebben sijn aendeel in de personele schult.
Wouter Hoefnagel heeft voor zijn deel aangenomen in de personele schuld ƒ 140,-.
Jan Hoefnagel verklaart dat hij Frans Hoefnagel uitgekocht heeft voor ƒ 100,- ende vier off vijf stucken ofte korven met bijen, sonder preciese te weten voor hoeveel het schultboeck bedraagt.
Of zij niet weten dat Gijsbert Hoefnagels nu Francis Conincx nomen uxoris is aangedeeld en schuld van ƒ 300,- ten laste van Aleke Metsers en dit om redenen dat men in die tijd die schuld niet meer waard vond dan een ander lot?
Jan Willem Pennincx en Wouter Hoefnagel verklaren niet beter te weten doch zonder zekerheid of de gehele inhoud van dit artikel geheel waar is.
Jan Hoefnagel wil zich houden aan zijn verklaring, op 17-05-1709, aan schepenen gegeven.
Nadat deze getuigenis aan hen is voorgelezen hebben ze deze onder eede bevestigd.
Eind 1710 maken de ouders van de eerste vrouw van Johannes Jansen Hoefnagels hun testament bekend en krijgen de zes kinderen uit dit huwelijk hun erfdeel:
Asten Rechterlijk Archief 112 folio 68; 22-11-1710:
Jan Paulus Jansen en Margrieta Jan Martens, zijn vrouw, aan het Marcktvelt, ontrent de Poel, testeren. Beide sieckelijck. Alle voorgaande maeckselen vervallen. Zij prelateren na hun beider dood aan Paulus, hun zoon en Peeter, hun zoon, ieder ƒ 100,-. Nog zullen deze een uytsetsel ontvangen als haere andere kinderen hebben gehad. Al hun goederen huis, land, meubelen, huisraad, uitstaande gelden, enzovoorts gaan naar de langstlevende van hen beiden met het recht dit te verminderen, indien nodig, tot onderhoud. Na hun beider dood zullen de goederen door hun zes kinderen en de zes kinderen van Jan Hoefnagels en wijlen Jenneke, hun dochter, hoofdsgewijze gedeeld worden onder conditie dat indien, een der zes kinderen van Jenneke, hun dochter, komt te overlijden dat diens goederen overgaan op haar andere broers en zusters.
Johannes Jansen Hoefnagels verkoopt een stuk land aan Jan Peter Smits:
Asten Rechterlijk Archief 91 folio 96; 30-09-1713:
Jan Hoefnagels getrouwd met Catalijn Aerts verkopen aan Jan Peter Smits land in 't Dorp ½ lopense. Verponding 3 stuiver/jaar. Koopsom ƒ 17,-.
Johannes Jansen Hoefnagels en zijn zoon Jan hebben brand gesticht in de Peel:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 18-08-1719:
Extract Flips van Heusden en Jelis Goorts verklaren onder eede, ter instantie van het officie, dat zij verscheiden malen hebben gezien, doch niet exact hoeveel maal, dat Jan zoon Jan Janssen Hoeffnagels vuur heeft gebragt in 't Heusdensbroeck en tselve daarmede op verscheyde plaatsen in brant gestoockenen daarnaar gesien dat den selven telckens de asschen door dat vuur gecomen met karren heeft weghehaalt. Ook Jan Hoefnagels den ouden zou hieraan mee hebben gedaan.
Zoon Jan Jan Hoefnagels wil in de herberg van Frans van de Loverbosch in Ommel een korsajen hemptrock (een lang hemd gemaakt van karsaai, een grove gekeperde, bepaalde manier van weven, wollen stof) hebben van Gabriel van Swanenbergh, maar dat gaat niet zachtzinnig:
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 195 verso; 27-09-1723:
Meester Gabriel van Swanenbergh dewelke ter instantie van 't officy gerichtelijck gedaagt sijnde en daarnaar bij vonnisse van schepenen, alhier, de dato 20-09-1723 gecondemneert tot het doen van de recollectie van sijn getuygenisse bij hem gegeven, den 20 januarij 1722, heeft naar voorlesinge van deselve daarbij gepersisteert. Zonder echter op de preciese woorden, vanwege de lange tijd geleden gecaptaert te willen worden. Hij voegt er aan toe dat Jan Jan Hoefnagels, omtrent 1719, ten huize van Francis van de Loverbosch een korsayen hemptrock, met gramme en drijgende woorden van hem, deponent, wilde hebben. Verder verklarende, dat hij van zijn vrouw gehoord had dat zij, in 1719, wel had geweten dat Jan Jan Hoefnagels hem een korsajen hemptrock had willen afvorderen. Zij heeft dit toen echter niet verteld omdat het niet in de speciale vraagpointen van de interrogatoriën stond. Zij heeft hem dit later verteld. Er nog aan toevoegende dat hij enige dagen voor de 18e januarij 1722, als koster, de sleutels van de kapel sijnde de gereformeerde kercke, tot Ommel gelegen uit het ongepermitteert klooster, te Ommel, heeft laten halen en bekomen, behalve een sleutel. En dat hij, op 18 januarij 1722, ten huize van Jan Doensen had moeten horen dat Jan Janssen Hoefnagels, aldaar had gezegd: "Wij sullen de cappel, bedoelende de gereformeerde kerk, te Ommel, afbreken" en meer dergelijke smadelijke woorden tegen de gereformeerden. Nog weet hij, dat ongeveer anderhalf jaar geleden, hij aan de drost had gedoleert dat Jan Janssen Hoefnagels, omtrent mei 1722, was gekomen, 's avonds laat, in zijn huis met een blanck mes in de hant, vresende van hem geaffronteert te worden, en over verdere drijgementen. De drost heeft daarop tegen zijn, deponents, vrouw gezegd: "Gij, lieden, moet U nu ontrent veertien dagen wat wagten en savonts in huys blijven. Ik sal middelertijt sien wat ik met Jan Janssen Hoefnagels en de andere sal doen. En dat de drost enige tijd later tegen hem, deponent, had gezegd dat hij, te weten Jan Hoefnagels een deserteur is van de militie van dit land. Ik heb er over gesproken met de Heer van Asten, om te schrijven aan de officier van zijn garnizoen en die kosten hem laten ophangen dan waren wij hem quyt dergelijke woorden in substantie. Nog ten laste van Jan Janssen Hoefnagels verklaart hij dat over deze en beëdigde attestatie door het officie de dato 18 augustus 1719 is gepasseert. En ook dat, op 24 januarij 1720, ten opzichte van schepenen, namens het officie, een attestatie ten laste van Jan Hoefnagels is gemaakt. Hij blijft verder bij zijn eerder afgelegde verklaringen.Asten Rechterlijk Archief 115 folio 204 verso; 09-10-1723:
Cornelia de vrouw van Gabriel van Swanenbergh, verklaart naar aanleiding van een eerder gegeven verklaring de dato 20-01-1722 welke haar voorgelezen is, dat zij wil persisteren op haar interrogatorium de dato 20-01-1722. Zij voegt er aan toe dat Jan Jan Hoefnagels, in 1719, ten huize van Francis van de Loverbosch, in 't Dorp, eenen korsayen hemptrock van haren man, Gabriel van Swanenberg, met brutale gramme en drijgende woorden hat afgevordert en willen hebben. Zij heeft hierover, op 20 januarij 1722, niets verteld omdat daarover niets gevraagd is en dat zij niet wist dat zij dat toentertijd kon verklaren. Zij verklaart verder dat, in mei 1722, Jan Jan Hoefnagels, 's avonds laat in haar huis was gekomen, met een blank mes in de hand, vrezende, door hem geaffronteert te worden, ofschoon een wagt in haar huis was gezet van omtrent drie of vier man, om alle dreigende affronten af te wenden. En dat enige tijd daarvoor de drost, Pieter de Cort, tegen haar had gezegd: "Gij, lieden, moet Uw nu ontrent veertien dagen wat wagten en savonts in huys blijven, ik sal middelertijt sien wat ik met Jan Jan Hoefnagels en de andere sal doen".
De verklaringen komen verder overeen met die van haar man de dato 27-09-1723.
Uiteindelijk worden Jan Jansen Hoefnagels en twee kompanen bestraft, maar de straffen vallen relatief laag uit:
Asten Rechterlijk Archief folio 104; 08-03-1724:
Uitspraak: Gedaagden Jan Jansen Hoefnagels, Jan Jan Peters en Jan Lamberts worden veroordeeld ter zake van gepleegde baldadigheden, moetwillicheden, insolentien en het spreken tot verachtinge der gereformeerden mitsgaders ter saken van differente rijsen vuur te brengen in het Heusdensbroeck. De eerste gedaagde ƒ 50,- en de twee laatste gedaagden ieder ƒ 25,- te betalen aan de aanlegger. De kosten van het geding komen ten laste van de drie gedaagden.
Johannes Jansen Hoefnagels is op 27-07-1725 te Asten overleden en in het huizenquohier van 1736 en bij de verpondingen van 1737 staat het huis op naam van Catharina Aerts als weduwe van Johannes Jansen Hoefnagels:
Jaar | Eigenaar nummer 20 Dorp | Bewoners nummer 20 Dorp |
---|---|---|
1736 | weduwe Jan Hoefnagels, arm | weduwe Jan Hoefnagels |
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 183 verso:
De weduwe Jan Hoefnaegels.
Een huijske met het aangelagh 1 copse.
Twee zonen uit het eerste huwelijk van Johannes Jansen Hoefnagels verhuren een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 116 folio 153 verso; 30-05-1729:
Joost Jan Hoefnagels en Ariaan Jan Hoefnagels zij mede voor hun verdere broers en zusters verwekt in een ander huwelijk met Catelijn Jansen. Zij verhuren aan Jan Willem Haasen land in de Heesackers 1½ lopense, zoals het aan hen door hun vader is achtergelaten. Huurtermijn 4 jaar. Huursom de lasten, met kwitantie te tonen, overeenkomende met ƒ 5-10-0 per jaar.
Catharina Aerts is op 20-11-1737 te Asten overleden en dochter Elisabeth vordert een schuld:
Asten Rechterlijk Archief 22 folio 35; 25-11-1737:
Elisabet Jan Hoefnagels, aanlegster contra Huybert Willems, gedaagde. Gedaagde is schuldig ƒ 6-8-0 wegens achterstaande intrest van ƒ 35,-. Ondanks aanmaningen heeft aanlegster deze som niet kunnen bekomen.
In het huizenquohier over de periode 1741-1746 staat het huis op naam van de kinderen van Johannes Jansen Hoefnagels en is dochter Elisabeth Jan Hoefnagels de bewoonster:
Jaar | Eigenaar nummer 20 Dorp | Bewoners nummer 20 Dorp |
---|---|---|
1741 | kinderen Jan Hoefnagels | Elisabet Hoefnagels |
1746 | kinderen Jan Hoefnagels | Elisabet Hoefnagels |
Vier kinderen uit het eerste huwelijk van Johannes Jansen Hoefnagels, te weten Jan, Adriaan, Maria en Joost, verkopen nog stukken land en groes uit de erfenis van hun ouders:
Asten Rechterlijk Archief 95 folio 34; 09-01-1741:
Jan, Ariaan en Maria, kinderen Jan Hoefnagels, geassisteerd met Jan Janse Paulus, hun oom en Joost Jan Hoefnagels. Zij verkopen aan Jan Jan van Dijk land de Heesacker agter de Pastorye; land de Snijerscamp; land de Heesacker naast Jan van de Loverbosch; land de Heesacker naast Goort Loomans; land in de Heesackers naast Goort Cuypers; groes te Ostaden. Hen aangekomen bij versterf van hun ouders. Koopsom ƒ 200,-.
Elisabeth Jan Hoefnagels is op 21-12-1751 te Asten overleden en de andere kinderen van Johannes Jansen Hoefnagels verhuren het huis aan Maria Leendert Jan Coolen als weduwe van Dirk van Gerwen, die vanuit de Berken (zie Voormalig huis B640) in het huis komt wonen:
Jaar | Eigenaar nummer 20 Dorp | Bewoners nummer 20 Dorp |
---|---|---|
1751 | kinderen Jan Hoefnagels | weduwe Dirk van Gerwen |
Maria Leendert Jan Coolen is rond 1753 overleden en in het huis komt wonen Johanna Jansen Hoefnagels, geboren te Asten op 11-10-1717 als dochter van Johannes Jansen Hoefnagels en Catharina Aertsen. Zij is op 03-10-1745 te Geldrop getrouwd met Franciscus Luycas van den Broeck, geboren te Geldrop op 22-08-1721 als zoon van Luycas Jansen van den Broeck en Catharina van den Heuvel:
Het gezin van Johanna Jansen Hoefnagels en Franciscus Luycas van den Broeck:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Catharina | Geldrop 13-09-1746 | ±1770 Johannes Joseph Julien |
Walcourt (B) | |
2 | Maria | Asten 23-04-1748 | |||
3 | Johanna | Asten 08-12-1749 | |||
4 | Lucas | Asten 21-10-1751 | Kind | Asten ±1751 | |
5 | Lucas | Asten 21-02-1755 | Tongelre 29-10-1780 Barbara Peter Geven |
Tongelre ±1782 |
Johanna Jansen Hoefnagels wordt verhoord met betrekking tot de bevalling van Maria Doensen:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 51; 02-08-1751:
Verhoor van Hendrien Frans Huybers getrouwd met Mattijs van Bussel, 35 jaar, Jacomyn Janse Smits, 40 jaar, Catarina Hombele getrouwd met Antoni Lomans, 40 jaar, Hendrien Clemens, 75 jaar, Sofia Huybert Abrahams, 32 jaar, Jenneke Janse Verleysdonk, weduwe Antoni de Kuyper, 50 jaar en Jenneke Hoefnagels getrouwd met Francis van den Broek, 32 jaar.
Of Sofia Doensen getrouwd of ongetrouwd is?
Allen antwoorden dat Sofia ongetrouwd is.
Of Sofia Doensen de naam niet gehad heeft dat zij zwanger was en ook wegens de dikte heeft geschenen zwanger te zijn?
Allen antwoorden dat zij hebben wel gehoord dat Sofia zwanger was.
Of zij wel gehoord hebben dat Sofia van een kind is verlost en waar en wanneer?
Hendrien Frans Huybers heeft van vertellen gehoord dat Hendrien Clemens gezegd zou hebben dat Sofia Doensen gekraamd had en dat het kind om hals was gebracht.
Jacomyn Janse Smits heeft horen zeggen van Maria, weduwe Jan Smits, de vrouw van Nol Smits en Griet Coolen dat Sofia gekraamd had, 's nachts, 17 op 18 juli laatstleden. Zij weet niet waar het kind is gebleven.
Catarina Hombele en Hendrien Clemens weten niets.
De anderen hebben horen zeggen dat Sofia gekraamd heeft in het huis van haar moeder.
Wie bij de verlossing is geweest en waar het kind is gebleven?
Hendrien Frans Huybers, Catarina Hombele, Hendrien Clemens, Sofia Huybert Abrahams en Jenneke Janse Verleysdonk weten van niets.
Jacomyn Janse Smits en Jenneke Hoefnagels hebben horen zeggen dat de vrouw van Mattijs van Bussel hierbij present is geweest.
Of zij weten, dat circa 14 dagen geleden, 's avonds laat bij het huis van de weduwe Jan Doensen, moeder van Sofia, en waar deze thans woont, personen hebben gestaan en ook niet een vrouw uit het huis hebben zien gaan. Wie waren dit?
Hendrien Frans Huybers, Catarina Hombele, Hendrien Clemens, Sofia Huybert Abrahams, Jenneke Janse Verleysdonk en Jenneke Hoefnagels weten van niets.
Jacomyn Janse Smits heeft horen zeggen dat aan het huis omtrent 12 personen zouden hebben gestaan.
Wat die personen aan het huis gezien en gehoord hebben?
Hendrien Frans Huybers, Catarina Hombele, Hendrien Clemens, Sofia Huybert Abrahams, Jenneke Janse Verleysdonk en Jenneke Hoefnagels weten van niets.
Jacomyn Janse Smits heeft horen zeggen dat die personen gehoord zouden hebben dat aan Sofia Doensen het spreken verboden werd.
Of onder het volk, alhier en elders niet een gerucht ging en gezegd wordt dat Sofia Doensen onlangs heeft gekraamd en het kind in de stal zou begraven zijn?
Allen verklaren die geruchten wel gehoord te hebben doch verder van niets te weten.
Of zij nog iets meer weten, zonder iets te verzwijgen?
Hendrien Frans Huybers, Catarina Hombele, Hendrien Clemens, Sofia Huybert Abrahams, Jenneke Janse Verleysdonk en Jenneke Hoefnagels hebben niets toe te voegen.
Jacomyn Janse Smits heeft wel van horen zeggen van de vrouw van Jan Driessen, dat de vrouw van Tijs van Bussel bij het kramen van Sofia Doensen geweest zou zijn.
Allen bevestigen onder eede.
Franciscus Luycas van den Broeck is waarschijnlijk bakker van beroep en vraagt hier een schuld op:
Asten Rechterlijk Archief 24 folio 80 verso; 20-02-1763:
Francis van den Broek, aanlegger contra Willem Tijssen, gedaagde. Gedaagde is schuldig ƒ 2-14-10 zijnde ƒ 1-4-10 van geleverd brood en ƒ 1-10-0 van geleend geld.
Franciscus Luycas van den Broeck is op 29-03-1763 te Asten overleden en in het huizenquohier over de periode 1756-1766 zijn de kinderen Jan Hoefnagels nog steeds eigenaar en wordt het bewoond door Franciscus Luycas van den Broeck en na zijn overlijden door zijn weduwe:
Jaar | Eigenaar nummer 20 Dorp | Bewoners nummer 20 Dorp |
---|---|---|
1756 | kinderen Jan Hoefnagels | Francis van den Broek |
1761 | kinderen Jan Hoefnagels | Francis van den Broek |
1766 | kinderen Jan Hoefnagels | weduwe Francis van den Broek |
Johanna Jansen Hoefnagels is daarna nog aan het werk als vroedvrouw, zoals blijkt uit onderstaande archiefstukken:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 171 verso 14-06-1779:
Jenneke Hoefnagels getrouwd geweest met Francis van den Broek, vroedvrouw, Maria van Riet getrouwd met Wilhelmus Knapen, buren en Alegonda Coopmans getrouwd met Cornelis Lintermans, buren. Zij verklaren dat zij, op 18 december 1778, 's avonds, zijn geroepen om te assisteren bij de bevalling van Maria van Rest getrouwd met Mattijs Gerrit van Brussel en dat deze verlost is van een zoon. Maria van Rest heeft tijdens het verlossen verklaart dat Marten Gerrit van Hugten, een getrouwd man, geboortig van Asten en wonende te Nederweert, de vader van het kind is.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 173; 12-08-1779:
Jan Slaats, 62 jaar en Evert van Geffen, 45 jaar, verklaren dat zij Maria van Rest getrouwd met Mattijs Gerrit van Brussel beiden geboren te Asten, zeer wel kennen. Maria van Rest heeft veelal in hun buurt gewoond. Mattijs Gerrit van Brussel is al enige jaren absent en de comparanten menen te hebben dat hij zich in Holland of elders ophoudt. Van zijn overlijden hebben zij met geen zekerheid gehoord. De tweede comparant verklaart verder dat hij Marten Gerrit van Hugten, te Weert, kent en die, voor zover hij weet, een getrouwd man is, beiden in leven en ze nog geen maand geleden beiden heeft gezien en gesproken. Onder eede bevestigd.Asten Rechterlijk Archief 20 folio 344; 22-11-1779:
Den drossard, aanlegger contra Maria van Rest getrouwd met Mattijs Gerrit van Brussel, gedaagde. Terzake van artikel 79 en 80 van Hare Hooge Mogendheden Egtreglement de dato 18-03-1656. Gedaagdesse heeft, op 24-01-1780, vrijwillig beleden dat zij met Mattijs voorschreven, nu circa zes jaar geleden is getrouwd. Deze heeft haar na enige maanden verlaten, zonder dat zij weet of hij dood of levend is. Zij heeft nooit enige tijding gehad. Op 18-12-1778 is zij verlost van een zoon die zij verkregen heeft van Marten Gerrit van Hugten, zijnde een getrouwd man en wonende onder Weert. Maria van Rest wordt voor altijd uit Asten gebannen.
Het huis wordt door de kinderen van Johannes Jansen Hoefnagels over de periode 1771-1776 verhuurd aan Jan Peter Hoefnagels en Elisabeth Hoefnagels, kinderen van Petrus Joannis Hoefnagels en Helena Diricks Cuijpers (zie Voormalig huis G773 en G774):
Jaar | Eigenaar nummer 20 Dorp | Bewoners nummer 20 Dorp |
---|---|---|
1771 | kinderen Jan Hoefnagels | Jan Peter Hoefnagels |
1776 | kinderen Jan Hoefnagels | Elisabet Hoefnagels |
In 1777 wordt het huis verkocht aan Antonius Meulenberg om de verpondingsachterstand te betalen:
Asten Rechterlijk Archief 100 folio 80 verso; 19-03-1777:
Jacobus van Ravesteyn, vorster, executeert, namens Philip van Rooy, collecteur der verpondingen en beden over 1774, ten laste van de weduwe en kinderen Jan Hoefnagels tot verhaal van ƒ 0-8-8 verponding over 1774. Hij verkoopt aan Antoni Meulenberg huiske en aangelag in het Dorp 1 copse, ene zijde den Armen, andere zijde een ackerweg, ene einde de straat, andere einde Jan Slaats; land of hof agter het voorschreven huiske 1 copse, ene zijde Francis van de Loverbosch, andere zijde Jan Slaats, andere einde den Armen. Koopsom ƒ 24,-.
Johanna Jansen Hoefnagels is rond 1785 overleden.
Antonius Jacobus Meulenberg is geboren te Geldrop op 06-07-1743 als zoon van Jacobus Jacobs Meulenberg en Maria Christianus Hanewinckel. Hij is als soldaat op 25-06-1769 te Asten getrouwd met Helena Petri Aarts, geboren te Asten op 11-07-1743 als dochter van Petrus Peeters en Johanna Teunis (zie Monseigneur den Dubbeldenstraat 38). Helena Petri Aarts is op 17-09-1801 te Asten overleden en Antonius Jacobus Meulenberg is op 14-11-1813 te Asten hertrouwd met Henrica Walraven, geboren te Asten op 14-10-1775 als dochter van Andries Hendrik Walraven en Johanna Gerrit van Heugten (zie Voormalig huis B700). Zij is sinds 18-01-1809 weduwe van Johannes Loomans, geboren te Asten op 04-08-1782 als zoon van Willem Wouter Loomans en Cornelia Johannes van Vlierden (zie Rinkveld 1), met wie zij op 05-05-1805 te Asten getrouwd was:
De gezinnen van Antonius Jacobus Meulenberg met Helena Petri Aarts en met Henrica Walraven en van Henrica Walraven met Johannes Loomans:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna* | Asten 25-05-1768 | |||
2 | Petrus | Asten 24-08-1770 | Kind | Asten 22-10-1779 | |
3 | Jacobus | Asten 19-01-1773 | Asten 12-02-1797 Johanna Francis van den Eerenbeemt |
Asten 10-09-1801 | zie Voormalig huis G503 |
4 | Franciscus | Asten 20-12-1774 | Kind | Asten 14-10-1779 | |
5 | Antonius | Asten 13-02-1777 | Kind | Asten 12-10-1779 | |
6 | Johanna | Asten 22-09-1779 | Kind | Asten 11-10-1779 | |
7 | Petrus | Asten 15-12-1782 | |||
8 | Johanna Maria | Asten 03-07-1785 | |||
9 | Petronella** | Asten 03-05-1807 | Kind | Asten 06-02-1809 | woonde in de Stegen |
10 | Helena** | Asten 14-07-1817 | Asten 09-05-1846 Arnoldus Verhees |
Asten 20-03-1871 |
* onwettig kind, geboren voor het huwelijk
** kind uit het huwelijk van Johannes Loomans en Henrica Walraven
** kind uit het huwelijk van Antonius Jacobus Meulenberg en Henrica Walraven
Antonius Jacobus Meulenberg wordt in het rechterlijk archief slechts tweemaal genoemd met betrekking tot een verkoop van een huis van zijn eerste vrouw:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 57 verso; 20-03-1769:
Jan Aarts, soldaat onder het tweede bataillon van de Luitenant Generaal de Villegas, Peter Aarts, Helena Aarts en Andries Aarts, zijnde broers en zuster. Zij verkopen aan Jan Canters een huiske, int Bergsland, aant Dorp 1 copse. Door hun ouders getimmerd op een huisplaats die voor de lasten was blijven liggen en met een akker door de oude regenten voor de lasten aan die ouders gelaten en alzo vele jaren als eygen goet bezeten; land 4 lopense. Verponding ƒ 2-19-6. Koopsom ƒ 40,-.
Marge: Jan Aarts, Peter Aarts, Antoni Meulenberg getrouwd met Helena Aarts en Andries Aarts zijn betaald ƒ 40,- op 19-03-1770.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 11-12-1769:
Antony Molenberg in garnizoen te Namen, Peter Aerts, te Asten en Jan Aerts in garnizoen te Heusden aanleggers contra Goort Jan Geven, gedaagde. Gedaagde is sinds 04-03-1768, aan de aanleggers, als erfgenamen van Peter Aarts, schuldig ƒ 21,-. Met belofte deze, op 6 maart daaropvolgende, terug te betalen. Tot nu toe is hij in gebreke gebleven.
In het huizenquohier over de periode 1781-1803 is Antonius Jacobus Meulenberg eigenaar en meestentijds bewoner van het huis. Na zijn tweede huwelijk verhuist hij naar de Stegen en verhuurt het huis aan Cornelis van Kessel:
Jaar | Eigenaar nummer 20 Dorp | Bewoners nummer 20 Dorp |
---|---|---|
1781 | Antonis Meulenberg | Antonis Meulenberg |
1798 | Antonij Meulenberg | Antonij Meulenberg |
1803 | Antonie Meulenberg | Cornelis van Kessel |
De laatste bewoner Cornelis Joannis van Kessel is geboren te Asten op 20-06-1771 als zoon van Johannes Cornelis van Kessel en Maria Peters van den Eijnde (zie Voormalig huis B68). Hij is op 13-02-1803 te Asten getrouwd met Johanna Peter Goorts, geboren te Deurne op \ als dochter van \. Na haar overlijden te Asten op 22-08-1806 is Cornelis Joannis van Kessel op 01-02-1807 te Asten hertrouwd met Hendrina Antoni Verbakel, geboren te Vlierden op 23-08-1774 als dochter van Antonius Verbakel en Maria van den Tillaart.
De gezinnen van Cornelis Joannis van Kessel met Johanna Peter Goorts en met Hendrina Antoni Verbakel:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Maria | Asten 16-03-1805 | Kind | Asten 27-03-1805 | |
2 | Petrus | Asten 26-03-1806 | Kind | Asten 19-10-1810 | |
3 | Johanna* | Asten 26-01-1808 | |||
4 | Antonij* | Vlierden 03-06-1814 | Kind | Vlierden 05-06-1814 |
* kinderen uit het tweede huwelijk
Voor zijn twee huwelijk maakt Cornelis Joannis van Kessel een staat en inventaris op:
Asten Rechterlijk Archief 132 folio 33; 16-01-1807:
Staat en inventaris opgemaakt door Cornelis van Kessel weduwnaar Johanna Peeter Goorts ten behoeve van hun kind. Peeter. Hij wil hertrouwen. Roerende goederen: een bed en toebehoren, een kist, een tafel, een kastje, drie stoelen, een wieg, een kacheltje, enig tin, enige ketels, enig aardewerk, een kuip, een emmer, een koekepan. De kleren van de overleden vrouw zijn verkocht en daarvan schulden betaald.
Cornelis Joannis van Kessel doet een goed woordje voor geneesheer Willem Fransen van den Eeerenbeemt:
Asten Rechterlijk Archief 132 folio 85; 06-04-1808:
Jelis van den Boomen, Wilbert van Bree, te Deurne, Pieter Verberne, Pieter Hendrik Verrijt, Jan Loomans, Jan Simons, Martinus Leysten, Arnoldus van den Eynden, Hendrikus Smits, Cornelis van Kessel, Luykas Janssen en Joost Hoebergen verklaren ter requisitie van Willem Fransen van den Eerenbeemt:
Cornelis van Kessel verklaart dat de requirant zijn, comparants, vrouw, op 26-01-1808, voorspoedig van een kind verlost heeft en ook van een zwerende borst genezen heeft. Het betreft Johanna, geboren te Asten op 26-01-1808 als dochter van Cornelius Joannis van Kessel en Henrica Antoni Verbaken.
Cornelis Joannis van Kessel en Hendrina Antoni Verbakel zijn nog naar Vlierden verhuist. Het is vooralsnog onbekend wanneer Hendrina Antoni Verbakel is overleden en Cornelis Joannis van Kessel is op 22-10-1857 te Asten overleden.
Eigenaar Antonius Jacobus Meulenberg is op 03-11-1819 te Asten overleden en Henrica Walraven is te Asten op 07-12-1820 te Asten hertrouwd met Nicolaas van Stiphout en op 20-02-1858 te Asten overleden (zie Voormalig huis G778). Voor het tweede huwelijk heeft Antonius Jacobus Meulenberg het huis verkocht aan Hendrik Althuysen, die al eerder als huurder in een nabijgelegen huis heeft gewoond (zie Julianastraat 17):
Asten Rechterlijk Archief 106 folio 19; 27-06-1804:
Anthony Meulenberg verkoopt aan Hendrik Althuys een huisje, hof met een plakje land daarachter staande in het landboek in twee percelen samen 3 copse, ene zijde den Armen, andere zijde een straatje vanaf de kinderen Jan Slaats. Verponding ƒ 0-8-8 per jaar. Koopsom ƒ 95,-.
Hendrik Althuysen, geboren te Interlaken (Zwi) rond 1730 is rond 1760 getrouwd met Maria Catharina Mouken. Na haar overlijden te Asten op 13-02-1792, is Hendrik Althuysen op 20-05-1792 te Asten hertrouwd met Willemina Adriana Biertempel, geboren te Middelburg rond 1755. Na haar overlijden te Asten op 05-06-1793 is Hendrik Althuysen een derde maal op 22-09-1793 te Asten getrouwd met Wendelina Maria Nicolaas van Ommeren, geboren te Bakel op 20-11-1763 als dochter van Nicolaas van Ommeren en Francina Tempelaar:
De gezinnen van Hendrik Althuysen met Maria Catharina Mouken, met Willemina Adriana Biertempel en met Wendelina Maria Nicolaas van Ommeren:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Christiaan* | ±1765 | Kind | Asten 04-12-1772 | |
2 | Jan Hendrik** | Asten 03-02-1793 | Kind | Asten 29-11-1793 | |
3 | Nicolaas Willem | Asten 19-10-1794 | Weert 12-10-1818 Maria Albers |
Bakel 12-08-1860 | zoon Willem (zie Voormalig huis G1885) dochter Wendelina (zie Voormalig huis G1251) |
4 | Fransina Wendelina | Asten 22-10-1797 | Alphen en Riel 18-05-1820 Zebulon Isaac de Rooij |
Roosendaal 31-07-1843 | |
5 | Pieter Fransoos | Asten 21-06-1801 | |||
6 | Maria Cornelia | Asten 18-12-1803 | |||
7 | Johanna Magdalena | Asten 18-12-1803 | Chaam 10-04-1835 Henricus Teeuwen |
Hoeven 15-08-1892 |
* kind uit het eerste huwelijk met Maria Catharina Mouken
** kind uit het tweede huwelijk met Willemina Adriana Biertempel
Hendrik Althuysen woont al vanaf rond 1770 in Asten, eerst in de pastorie, en in het archief van Asten wordt de dood van zijn zoon uit het eerste huwelijk gemeld:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 157; 04-12-1772:
Cornelis Joseph Daals, medisch doctor en Ferdinandus den Dubbelen, chirurgijn, hebben in de Pastory, alwaar Hendrik Authausen, schutter, woont gevisiteerd een zoontje, Christiaan, 7 jaar, van dezelfde. Verklaart is, dat hij heden, onder een heckepoort dood is gevonden. Op het lichaam zijn geen kwetsuren gevonden dan enkele blauwe plekken.
Hendrik Althuysen heeft in Asten dienst gedaan als ondervorster en veldwachter en in de borgemeestersrekeningen staat zijn traktement:
Asten, borgemeestersrekening 1773, inventarisnummer IX/135:
Betaalt aan Hendrik Halthausen negen-en- veertig gulden, in voldoening van een jaar tractement als onder vorster en uijtjagen van bedelaars, schoonhouden van de raadcamer, verscheene 24 junij 1774 en voor swinters s'avons te luijen van november tot meert 1774, ingevolge resolutie van regenten dato 22 juni.
Betaalt aan den overledene Jan Zabel en Hendrik Halthausen twee-en-vijftig gulden en tien stuijvers, in voldoening van een jaar tractement als nagtroeper, verscheene 21 december 1774, volgens quitantie nummer 51.
Betaalt aan Jan Zabel en Hendrik Halthausen twee-en-sestig gulden, in voldoening van een jaar tractement als bedel-jager, zijnde Jan Zabel den 5 meert 1774 overleden, en na die tijt door Hendrik Halthausen waar genomen, zijnde verscheene 24 junij 1774, dus volgens quitantie nummer 52.
Zij functie blijkt ook uit onderstaande archiefstukken:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 162; 17-02-1775:
Hendrik Halthausen, ondervorster en nagtroeper, verklaart dat hij, in de nacht van de 12e op de 13e, rondgaande in het Dorp, te circa half twee, volk hoorde en licht zag in de herberg van Cornelis Lintermans, bij de Kerk. Hij is naar binnengegaan en trof daar aan, zittende bij het vuur, Adriaan van Duuren en Peter van Hugten. Hij heeft hen gezegd dat zij naar huis zouden gaan. Adriaan van Duuren zei hierop tegen hem: "Schobber, wat doede gij hier in huys, het zijn U affairen niet". Peter van Hugten vatte de tang op en die in zijn hand hebbende, beide opstaande en naar hem toekomende werd hij door Peter van Hugten gedreigd of hij hem met de tang wilde slaan. Cornelis Lintermans is toen tussenbeide gekomen en heeft gesust waarop hij, deponent, uit het huis is weggegaan.
Verder verklaart hij dat hij in dezelfde nacht, om vier uur, komende bij de Mart, aan de Poel, Peter van Hugten is tegengekomen, welke met zich leidde een koe, zwart en wit van haar. Hij heeft hem aangesproken en gevraagd waar hij met dat beest vandaan kwam. Waarop deze antwoordde: "Dat zijn U affairen niet" en is doorgegaan. Voorschreven beest is maandag laatstleden in de stal van Peter van Hugten gevonden en door hem, Peter, in de stal van de weduwe Gerrit van Riet gebracht.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 168 verso; 01-03-1779:
Willem Daandel Coolen, 38 jaar, is, op donderdag, 4 februarij laatstleden, met zijn paard en kar gekomen van Someren. In de buurt van de voorste Velden heeft hij Hendrik Althousen, ondervorster en schutter en Hendrik Bernard, de bedeljager, ontmoet. Hendrik Althousen is op hem toegekomen, op de kar tastende, zei hij: "Hout stil, dat ik die kar visiteer". Waarop hij, deponent, heeft gezegd: "Ik laat de kar niet visiteren". Gezamelijk zijn zij toen richting Dorp gevaren en gekomen op de Cruyskesweg heeft hij, deponent, weer gezegd: "Laat mij na huys vaaren, ik hebber niet op als hetgeen ik nog hebbe". Althousen wilde dit niet toestaan. Gekomen in de Toerenstraat, zei Althuysen: "Ik arresteer U". Waarop hij, comparant zei: "Waarom arresteerde mij, brengt mij in een herrebergh op costen van ongelijke" en heeft de kar overgegeven en zijn paard vastgebonden bij het huis van Gerrit Verberne. Altuysen heeft daarop het houweel uit zijn, comparants, handen genomen en hem slagen toegebracht. Vluchtende in het huis van Gerrit Verberne is hij hier weer door Althuysen en Bernard uitgehaald en verscheidene malen met stok en sabel geslagen. Comparant is verder meegerukt en met paard en kar, telkens met de stok op het hoofd en lijf geslagen wordende, opgebracht naar den Drost. Een en ander wordt onder eede bevestigd.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 170; 01-03-1779:
Gerrit Verberne, 55 jaar, Arnoldus Vriens, 50 jaar, Peter Wagemans, 36 jaar, zij verklaren:
Gerrit Verberne dat hij, op 4 februari laatstleden, uit zijn huis voor de deur komende, Willem Daandel Coolen bij hem in huis kwam, zeggende: "Ik heb met turff buyten geweest, mag ik dat niet doen". Hij comparant heeft toen gezegd: "Ja". En als hij, Coolen, bij hem in huis zijnde, dan zijn ook Althuysen en Bernard binnengekomen. En heeft Althuysen, Willem Coolen met zijn haar gevat en tegen de kin gestoten en hij heeft Bernard met een houtje eens zien slaan. Comparant heeft bezwaar gemaakt tegen de actie in zijn huis, waarop zij gedrieën zijn weggegaan.
Arnoldus Vriens heeft gezien dat Althuysen, bij de huizen van Gerrit Verberne en Jan Tijssen, met een stok op Willem Daniel Coolen heeft geslagen.
Peter Wagemans verklaart hetzelfde.
Zij bevestigen een en ander onder eede.Asten Rechterlijk Archief 25 folio 38; 17-09-1781:
Den drost, aanlegger contra Jelis van Hugten, gedaagde. Gedaagde is, op 3 maart laatstleden, bevonden door Hendrik Halthausen dat hij vlikke heeft gestooke in het Scheeffven binne teekens. Boete ƒ 4-10-0 volgens artikel 30 van de Keuren.Asten Rechterlijk Archief 25 folio 58; 30-06-1783:
Den drost, aanlegger contra Hendrik van Helmond en Adriaan Hurkmans, beiden in de Wolfsberg, Pieter Tijs Verhoeven en Willem Lomans, beiden op Heusden. Op 31 mei laatstleden zijn voornoemde personen door Hendrik Halthausen, ondervorster en schutter, bevonden torff te steeken int Harkeplagven. Hetgeen bij Resolutie de dato 14-05-1768 is toegelegd en verboden daar turf te steken op een peene van ƒ 3,-.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 197; 04-10-1790:
Hendrik Althausen, schutter, te Asten en Samuel Stanifort, schutter, te Someren, verklaren dat zij, op 30 september laatstleden, zijn geweest in de Astense Hut, waar woont de weduwe Meeuwis Smits, en daar aantroffen een hen bekende jongeman, Hendrikus Gragtmans, waarmee zij enige tijd hebben gesproken over het stelen van paarden. Dat de tweede comparant hem toen beschuldigd heeft zulks gedaan te hebben of daaraan medeplichtig te zijn geweest. Hendrik Gragtmans heeft dan toegegeven, ten overstaan van hen beiden, dat hij aan Hendrik van de Ven een gestolen paard heeft verkocht en dat hij medeplichtig was aan paardsdieverije bij Jan Roymans, te Someren. De comparanten hebben, na het aanhoren van deze bekentenis, Hendrik Gragtmans voor arrestant gehouden, hem een ketting om de rechterarm gedaan en opgebracht.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 200 verso; 28-03-1791:
Verhoor van Bendert Verlijsdonk, 36 jaar, geboren te Asten, landarbeider, gegijzeld.
Of hij in militaire dienst is geweest, waarbij, waar, hoelang?
In de compagnie van Capiteyn van Erp, onder het Regiment van Generaal Hertel en in 1772 in garnizoen te Namen. Hij heeft voor 7 jaar en 7 maanden dienst genomen en in 1774 of 1775 met een klein paspoort enige tijd verlof gehad en niet meer bij het voorschreven regiment terug gekeerd.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 202; 01-04-1791:
Hendrik Althausen, dienaar des justitie en Samuel Stanifort, dienaar des justitie, te Someren, verklaren dat zij op zaterdagmiddag, 26 maart laatstleden, gegaan zijn naar het huis van de weduwe Jan Goort Canters, te Ommel, alwaar Bendert Verlijsdonk, deserteur van het Regiment van wijlen Generaal Hertel, zich veeltijds ophield. Wij hebben voornoemde Bendert daar aangetroffen en gezegd dat hij mee moest gaan naar den drossard. Hij is toen weggesprongen, in de stal, echter door de eerste comparant met de slip van de rok vastgehouden, ofschoon de deur achter hem toegestoten was. De tweede comparant is door het huis in de stal gegaan en zag dat Verlijsdonk een bijl in zijn hand had en roepende dat de lieden uit het huis de turfschop naar hem zouden brengen. Comparant heeft daarop zijn sabel getrokken en Verlijsdonk daarmee op zijn hoofd gehouwen. Verlijsdonk heeft hem daarop de sabel ontnomen en hem, comparant, daarmee een zware wond in de elleboog van zijn linkerarm toegebracht. Vervolgens heeft Verlijsdonk zich naar buiten begeven en daar de eerste comparant met dezelfde sabel op zijn hoofd heeft gehouwen zodanig, dat wel de hoed maar niet het hoofd beschadigd was. Vervolgens heeft hij zich op de vlucht begeven en hebben wij hem slechts met behulp van de grote hond van de tweede comparant gevangen hunnen nemen en opgebracht naar den drossard. Een en andere onder eede bevestigd.
Hendrik Althuysen koopt en verkoopt een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 100 folio 49 verso; 01-04-1776:
Hendrik Dirk Timmermans verkoopt aan Hendrik Halthausen een gedeelte van een leegliggend land, zoals door de koper is afgegraven 1 lopense. Verponding ƒ 0-3-8 per jaar. Koopsom de lasten.Asten Rechterlijk Archief 101 folio 235; 14-10-1788:
Hendrik Halthuysen verkoopt aan Antony Goort Lomans, molenaar land zijnde nu een aardappelveld aan de Moolen 1 lopense. Koopsom ƒ 28-10-0.
Voor zijn tweede huwelijk stelt Hendrik Althuysen huwelijkse voorwaarden op:
Asten Rechterlijk Archief 127 folio 104; 05-05-1792:
Hendrik Althuysen getrouwd geweest met Catharina Mouken, bruidegom, ter eenre en Willemina Adriana Biertempel, meerderjarige jonge dochter, bruid, ter andere zijde. Zij maken huwelijkse voorwaarden. Zij brengen beiden de goederen in die zij bezitten of nog verkrijgen. De lijfrente, staande ten name van de tweede comparante, renderende ƒ 64,- per jaar alsmede alle verdere kapitalen ten bate van de bruid ten intresse staande zullen moeten blijven in status quo zonder dat de bruidegom die kan veralinieeren, vertransporteren, belasten of opseggen. De intresten zullen jaarlijks genoten worden. Wanneer de bruidegom komt te overlijden voor de bruid, zonder kind(eren) uit dit huwelijk na te laten zullen zijn te erven goederen over gaan naar de bruid. Indien de bruid komt te overlijden voor de bruidegom, zonder kind(eren) uit dit huwelijk na te laten zullen haar te erven goederen over gaan naar de bruidegom. Doch, wanneer een van beide comparanten mocht overlijden, nalatende kind(eren) uit dit huwelijk zal de nalatenschap van de eerst aflijvige gaan naar het / de kind(eren). De langstlevende blijft echter de togt of vrugtgebruik behouden.
Als ook zijn tweede vrouw korte tijd daarna overlijdt en Hendrik Althuysen een derde maal wil trouwen, moet hij een staat en inventaris opmaken voor zijn zoon Jan Hendrik:
Asten Rechterlijk Archief 127 folio 165; 07-09-1793:
Staat en inventaris opgemaakt door Hendrik Althausen, laatst weduwnaar Willemina Adriana Biertempel ten behoeve van zijn kind, Jan Hendrik. Hij wil zich in derde huwelijk begeven met Wendelina Maria van Ommeren. Staat te weten dat de inventarisant met zijn overleden vrouw, op 5 mei 1792, een contract antenuptiaal hebben gemaakt en dat daarin ondermeer bepaald is dat de kapitalen ten behoeve van de tweede comparante als aanstaande bruid, staande ten intresse, zouden moeten blijven staan in statu quo zonder dat de eerste comparant enige vandien zou mogen veralieneren, vertransporteren, belasten of opzeggen. Doch dat de langstlevende de togt of vrugtgebruyk daarvan zou hebben in cas een van beiden der comparanten, nalatende kind(eren) in dit huwelijk kwam te overlijden. Zo worden hier gebracht twee obligaties à 4½% te samen groot ƒ 900,- ten laste van Michiel Berkers en Nicolaas Jansen, beiden te Helmond doch waarvan ƒ 100,- bij het leven van de voorschreven vrouw gelost is.
Roerende goederen: vier hemden, vijf jakken, zes rokken, een japon, vier neteldoeken, een paar zilveren gespjes, een boek met zilver beslag, twee dozijn borden, een dozijn kop en schotels, een latafel, zes stoelen, een koperen vuurpan.
Hendrik Althuysen zet op zijn oude dag zijn werk als veldwachter voort:
Asten Rechterlijk Archief 129 folio 100; 16-01-1799:
Hendrik Althuys, Francis Meulendijks en Jan van der Westen verklaren ter instantie van Jan Luys, te Weert, dat, op zondag, 2 december laatstleden, Jacobus Luys, zoon van de requirant, thans in gijzeling op de Bospoort, met Willem Hendrik van de Ven alhier opaan omswerven en zo gehoord en verstaan hebben enige dreigementen en baldadigheden hebben gepleegd, edog, dat hen seer wel bewust is en gezien hebben dat gemelde bovengenoemde persoonen doen ter tijd door en door dronken en beschonken sijn geweest. Zij verklaren een en ander onder eede.Asten Rechterlijk Archief 30 folio 225 verso; 13-10-1800:
Op woensdag, 24 september laatstleden, zijn wij, als leden der municipaliteit, de herschouw gaan doen over de rivieren en waterlopen bezijden Heusden en boven de Aa. Wij hadden bij de schouw een veld gevonden van de weduwe Pieter Slaats, in gebruik bij Hendrik Goris, waar de rivier niet behoorlijk geveegd was. Hendrik Althuys, heeft de herschouw uitgevoerd en gerapporteerd, dat hij, terugkomende over de pad van Hendrik van den Eynden, op Pieter van Loon uitschietende, in het straatje bij Dirk Jan Coolen en de weduwe Mattijs Verrijt, door voorschreven pad lopende door Willem Daandel Kolen met een hout op de rechterschouder geslagen is, zodanig dat dit hout brak. De reden van dit slaan kan alleen zijn dat hij voornoemde Willem, op 27 juni laatstleden heeft aangebracht wegens het op verboden plaatsen hei of strooisel halen.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 30-04-1804:
Willem Jan van den Boomen, aanlegger namens deze van Schayk, procureur contra Theodorus Johannes Sengers, schout civiel, gedaagde. Getuigen: Dirk Leenen, 40 jaar, schepen, Wilhelmus Verberne, 33 jaar, armmeester, Hendrik Althuysen, 68 jaar, schutter.
Aan de eerste twee getuigen te vragen of zij present waren, 's avonds, 10 mei 1803, om 10 of 11 uur, omtrent het Marktvelt?
Beiden antwoorden bevestigend.
Of daar langs gekomen is, op weg naar huis, Willem Jan van den Boomen, geboren alhier?
Dirk Leenen en Wilhelmus Verberne zeggen dat als deze toen gepasseert is, hem niet gekent te hebben.
Of dezelfde van den Boomen iets misdreef of aan iemand iets misdeed?
Dirk Leenen en Wilhelmus Verberne zeggen dat door de schout, tegen den persoon, welke later Willem Jan van den Boomen bleek te zijn, tot driemaal toe is geroepen: "Weerdaar" waarop deze persoon antwoordde dat hij een knecht of dienstbode was. Waarop de schout repliceerde: "Dat is niet voldoende. Ik moet weten wie gij zijt". Waarop deze persoon weer riep: "Daar legt U niet aan gelegen".
Of het niet waar is dat de schout bij van den Boomen gekomen, hem met zijn arm pakkende en hem zo rukkende, leidde tot onder het Raadhuis en hem in een kelder of gat bracht en dat toesloot niettegenstaande dat van den Boomen zich niet verweerde?
Zij hebben gezien dat van den Boomen onder het Raadhuis in het Boterhuys is gebracht. En later, na de ronde of pratrouille gedaan te hebben, hebben gezien dat van den Boomen in het turfhok zat, met nog een tweede persoon, welke destijds bij Jan van Bussel, als dienstknecht woonde. Dirk Leenen heeft nog gezegd: "Dat het bedroefd was dat zij hun naam niet wilden noemen, want dat zij dan naar huis hadden kunnen gaan". Waarop geantwoordt is: "Dat zij niet naar huis gingen en daar bleven".
Aan Hendrik Althuysen te vragen of hij, op 11 mei 1803, om 9 uur, op het Raadhuis is geweest?
Hendrik Althuysen antwoordt bevestigend.
Of hij, aldaar zijnde, gezien heeft dat Willem Jan van den Boomen in het keldergat, diefkelder of gevankenis onder het Raadhuis opgesloten was, zonder stoel, bank, stro, bed en zonder eten of drinken?
Het opgesloten zitten wordt door Hendrik Althuysen bevestigd. Hij weet echter niet of er eten en drinken was of niet.
Of hij toen hij de deur geopend heeft en Willem Jan van den Boomen is weggegaan?
Op order van de schout, heeft Hendrik Althuysen de deur geopend en er twee personen uitgelaten te weten van den Boomen en nog een, welke bij Jan van Bussel woonde. Zij zijn toen naar boven, naar het Raadhuis gegaan.
Of de drie deponenten van den Boomen kennen als een eerlijke en brave jongeman?
Zij verklaren van den Boomen niet verder te kennen. Zij bevestigen een en ander onder eede.Asten Rechterlijk Archief 17 folio 62; 02-12-1805:
Jan Loomans is, op 9 februari laatstleden, door de schutter, Hendrik Althuys, met een brandende pijp aangetroffen in de schuur van Pieter Brunas. Hem wordt een boete opgelegd van ƒ 3,-.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 02-12-1805:
Schepenen van Asten, remonstreert Theodoris Jois Sengers, schout, te Asten. Dat Jan Loomans, op 9 februarij 1805, met een brandende pijp in de schop van Pieter Brunas door de diender, Hendrik Althuysen, is bevonden en daarover gecalangeert was in een boete van drie gulden. Na mondeling verhoor van voornoemde diender en Jan Lomans, door schepenen, in naam en vanwege het Bataafsche volk, is gedaagde de boete van drie gulden opgelegd en de kosten van het vonnis. Gedaagde is door de vorster gerechtelijk op de hoogte gesteld om de boete aan hem te voldoen. Ook heeft de vorster tot driemaal toe presentatie van executie gedaan. Bij de derde presentatie heeft de vorster van de weduwe Andries Walraven, waar Jan Lomans inwoont, bekomen dat Jan Lomans niets in huis had dat het zijne was. En dus vervolgens niets in executie genomen kon worden. Mits welke ik Ulieden verzoek om Jan Lomans te veroordelen, ingevolge het 18e artikel van het reglement op het Justitiewezen van d.d. 22-03-1803 voor de tijd van zes weken te worden gezet op water en brood, daags 1½ pond en twee kannen water. Dit op zijn kosten.Asten Rechterlijk Archief 31 folio 27 verso; 15-10-1807:
Hendrikus van den Eerenbeemt en Peter Marcelis Verrijt verklaren dat zij, op 09-10-1807, des voormiddags, wanneer zij en Hendrik Althuys, dienaar der justitie, met zijn dochter, Anna en zoon Nicolaas met het uitdoen van aardappelen bezig waren bij hen is gekomen, Francyna Hendrik Martens getrouwd met Johannis Francis Slaats en dat deze met een blank mes in de hand op Hendrik Althuys is komen aanlopen roepende: "Bijaldien gij van mijne grond niet afblijft dan zal ik Uw doodsteeken of gij mij". Waarop Hendrik Althuys geantwoord heeft: "Ik moet mijn aardappelen evenswel uythebben". Comparanten zijn doorgegaan met aardappelen uitdoen. Daarop is Francyna met een riek in de hand op Hendrik Althuys aangekomen en heeft hem gezegd dat hij de aardappelen moest laten staan tot hij haar had voldaan. En heeft zij, Francyna, daarop met de riek gestoken in de linkerduim en door een slag met de riek hem een wonde aan de rechterhand kleine vinger toegebracht. Daarna heeft zij de dochter op het hoofd en arm geslagen. Een en ander wordt onder eede bevestigd.Asten Rechterlijk Archief 31 folio 18-12-1807:
Samenvatting van meerdere acten. Door commies controleur der Convoyen en Licenten, W. Ramaer, te Asten, zijn, op dinsdag, 08-12-1807, twee karren, bespannen met vijf paarden en beladen met enige goederen aangehouden en bij de commies collecteur, H. van den Bosch, uitgeladen. De karren en paarden zijn gebracht in de afgesloten plaats en stallen van de herberg der kinderen Theodorus Sengers en aldaar onder bewaking gesteld van Hendrik Althuys, 70 jaar, en Pieter Naagel, 46 jaar, beiden dienaren der justitie. In de nacht is een der karren en vijf paarden gestolen geworden. De voornoemde dienaren zeggen niet te weten hoe dat kan ze zijn echter wel, bij toerbeurt zich een wijnig bij het vier in de agterhuysinge van de kinderen Theodorus Sengers gaan warmen. En dat, toen Pieter Naagel eens ging zien hij bevond dat de achterpoort open was en een kar en vijf paarden weg waren. Het Corpus van Asten verklaart dat een en ander aan hen bekend is geworden doch dat zij niets kunnen doen omdat er geen aangifte van is gedaan.
Johannes Antonius Sengers verklaart dat, op 08-12-1807, om circa 8 uur 's avonds, Hermanus Gerrit Roosen, vorster, bij hem gekomen is en gevraagd heeft of hij twee karren en vijf paarden kon plaatsen. Dat deze na bevestiging bij hem gebracht zijn en dat daarbij waren de commies Gerbrands en de gaarder, Willem van Riet. Hij was van mening dat de karren aangeslagen waren. De bewaking is door voornoemde dienaren der justitie overgenomen. De comparant is ca. half tien nog eens op de plaats geweest en heeft aan de bewakers gevraagd of zij al een boterham met een kan bier gehad hadden, hetgeen met 'Ja' beantwoord werd. Circa 10 uur, na nog een tijd in huis doorgebracht te hebben is hij vertrokken naar zijn meisje, ongeveer een half uur ver buiten het dorp. Hij is hier gebleven tot de volgende morgen 9 uur, waarna hij mist is gaan varen en rond de middag weer thuis gekomen.
Thuis komende hoorde hij van het voorgevallene. Hij begrijpt niet hoe het heeft kunnen gebeuren uit een ruimte rontom beslooten met twee groote poorten en twee kleyne poordjes van binnen met grendels en stekken toegemaakt. Hij is van mening dat de poorten van binnenuit opengemaakt moeten zijn. Hij bevestigd een en ander onder eede.
Pieter Klomp verklaarde dat zijn paard, aangespannen zijnde aan de kar van Jan Timmermans, komende van Ceulen, te Voordeldonck is aangehouden en in bewaring is gesteld bij de kinderen Theodorus Sengers. Dat dit paard een a twee dagen later, 's avonds, aan zijn stal stond, doch toen niet zeker wist of het zijn paard was of niet. Hij heeft het op stal gezet en de volgende dag bevonden dat het zijn paard was.
Wendelina Maria Nicolaas van Ommeren is op 09-03-1810 te Asten overleden en bij de verpondingen van 1810 staat het huis op naam van Hendrik Althuysen:
Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 183:
Hendrik Althuijs bij koop 27-06-1804.
Antonie Meulenberg.
Nummer 20 huijs, hof en aangelag.
Hendrik Althuysen is op 18-04-1817 te Asten overleden en de voogden over de kinderen verkopen het huis aan Hendrik Tops:
Notarieel Archief Asten 41-63; 27-07-1818:
Nicolaas Althuijs, schoenmaker te Geldrop, Jacobus Hendrik van Ommeren, als voogd van de kinderen van wijlen Hendrik Althuijs verkopen aan Hendrik Tops huisje en hof, groot ½ lopense, ene zijde armen voor ƒ 107,-.
Hendrik Tops is geboren te Veldhoven op 20-09-1771 als zoon van Arnoldus Tops en Christina van Hoof. Hij is op 25-08-1799 te Veldhoven getrouwd met Joanna Schuts, geboren op 03-02-1773 te Veldhoven als dochter van Cornelius Schuts en Maria Moescops. Hij woonde in Someren (zie Voormalig huis G579) en verkoopt het huis snel door aan Antonius Zeegers:
Notarieel Archief Asten 43-101; 30-12-1820:
Hendrik Tops verkoopt aan Anthonij Zeegers een huisje en hof groot ¼ lopense, ene zijde Jan Hoefnagels, andere zijde de armen.
Bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staat het huis nog steeds op naam van Antonius Zeegers:
Kadaster 1811-1832; G601:
Huis en erf, groot 01 roede 80 el, het Derp, klassen 9.
Eigenaar: Antonie Seegers.
Antonius Seegers is geboren te Asten op 21-07-1786 als zoon van Antonia Seegers (zie Jan van Havenstraat 23). Hij is te Asten op 11-01-1812 getrouwd met Anna Maria Walraven, geboren te Asten op 26-02-1781 als dochter van Andries Hendrik Walraven en Johanna Gerrit van Heugten (zie Voormalig huis B700):
Het gezin van Antonius Seegers en Anna Maria Walraven:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Anna | Asten 16-02-1812 | Ongehuwd | Asten 14-09-1842 | |
2 | Antonius Franciscus | Asten 16-01-1814 | Asten 09-05-1845 Wilhelmina van de Kerkhof |
Asten 03-09-1852 | zie Emmastraat 14 |
3 | Joanna Maria | Asten 04-02-1817 | Ongehuwd | Asten 22-03-1864 | |
4 | Joanna | Asten 17-11-1820 | Kind | Asten 23-09-1821 | |
5 | Johannes | Asten 16-11-1823 | Asten 20-02-1855 Catharina Bosch |
Asten 12-12-1880 | zie Driehoekstraat 4 |
Anna Maria Walraven is op 06-11-1839 te Asten overleden en Antonius Seegers is op 10-09-1850 te Asten overleden.
Het huis is rond 1855 verkocht aan Gerardus Kortenbach, geboren te Asten op 18-01-1819 als zoon van Martinus Cortenbach en IJda van der Loo. Hij is als klompenmaker op 24-10-1845 te Asten getrouwd met Petronella van Bussel, geboren te Asten op 03-02-1818 als dochter van Pieter van Bussel en Hendrina Haasen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis met huizingnummer A133:
Ook in de periode 1869-1879 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A197:
Gerardus Kortenbach is op 12-05-1870 te Asten overleden en de weduwe en kinderen verhuizen rond 1873 naar elders. Het huis komt in handen van Johannes Bluijssen en wordt afgebroken. Rond 1885 wordt het bouwland met kadasternummer G1650 en korte tijd later samengevoegd met de boterfabriek tot G1690 (zie Voormalig fabriekscomplex G1041).
Overzicht bewoners
Huis in het Derp
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1692 | Johannes Jansen Hoefnagels | Asten 08-09-1666 | Johannes Jansen Hoefnagels | Asten 08-09-1666 |
1725 | weduwe Johannes Hoefnagels | Asten 03-12-1674 | weduwe Johannes Hoefnagels | Asten 03-12-1674 |
Dorp huis 20
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | weduwe Jan Hoefnagels, arm | Asten 03-12-1674 | weduwe Jan Hoefnagels | Asten 03-12-1674 |
1741 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | Elisabet Hoefnagels | Asten 17-02-1712 |
1746 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | Elisabet Hoefnagels | Asten 17-02-1712 |
1751 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | weduwe Dirk van Gerwen | |
1756 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | Francis van den Broek | Geldrop 22-08-1721 |
1761 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | Francis van den Broek | Geldrop 22-08-1721 |
1766 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | weduwe Francis van den Broek | Asten 11-10-1717 |
1771 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | Jan Peter Hoefnagels | Asten 01-09-1716 |
1776 | kinderen Jan Hoefnagels | Asten 11-09-1693 | Elisabet Hoefnagels | Asten 31-12-1729 |
1781 | Antonis Meulenberg | Geldrop 06-07-1743 | Antonis Meulenberg | Geldrop 06-07-1743 |
1798 | Antonij Meulenberg | Geldrop 06-07-1743 | Antonij Meulenberg | Geldrop 06-07-1743 |
1803 | Antonie Meulenberg | Geldrop 06-07-1743 | Cornelis van Kessel | Asten 20-06-1771 |
Kadasternummer G601
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G601 | 1832 | Antonius Seegers | Asten 21-07-1786 |
Julianastraat
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1804 | Antonie Meulenberg | Geldrop 06-07-1743 | met kinderen | |||
1804-1810 | Hendrik Althuijzen | Interlaken (Zwi) ±1730 | Wendelina van Ommeren | Bakel 20-11-1763 | † 09-03-1810 | |
1810-1817 | Hendrik Althuijzen | Interlaken (Zwi) ±1730 | met kinderen | † 18-04-1817 | ||
1818-1820 | eigenaar Hendrik Tops | |||||
1820-1839 | Antonius Seegers | Asten 21-07-1786 | Anna Maria Walraven | Asten 26-02-1781 | † 06-11-1839 | |
1839-1850 | Antonius Seegers | Asten 21-07-1786 | met kinderen | † 10-09-1850 | ||
1850-1855 | Joanna Maria Seegers | Asten 04-02-1817 | met broer Jan | |||
1855-1859 | Gerardus Kortenbach | Asten 18-01-1819 | Petronella van Bussel | Asten 04-02-1818 | ||
A133 | 1859-1869 | Gerardus Kortenbach | Asten 18-01-1819 | Petronella van Bussel | Asten 04-02-1818 | |
A197 | 1869-1870 | Gerardus Kortenbach | Asten 18-01-1819 | Petronella van Bussel | Asten 04-02-1818 | † 12-05-1870 |
A197 | 1870-1877 | Petronella van Bussel | Asten 04-02-1818 | weduwe Kortenbach | naar A195 | |
A197 | 1877 | eigendom van Johannes Bluijssen en afgebroken |
Voormalig huis G772
Dit huis wordt in 1683 overgedragen aan Jan en Andries Elias:
Asten Rechterlijk Archief 81 folio 167; 20-04-1683:
Jan Joost Roefs, oud collecteur van de verponding, heeft op 15-07-1681, met vonnis van schepenen van 1681 verkocht om daaraan de achterstallige verponding te verhalen een huiske en aangelag in het Dorp van Peter Willem van Berckel, ene zijde en einde Joost Jan Beckers, andere zijde Peeter Jan Aerts, andere einde de pad. Het huiske is nu overgedragen aan Jan en Andries Eliassen. Koopsom ƒ 44,-.
Andreas Elias is geboren te Asten op 30-01-1655 als zoon van Elias en Maria. Hij is op 12-02-1679 te Asten getrouwd met Jacoba Jansens, geboren te Asten op 28-02-1647 als dochter van Jacobus Joannis en Antonia:
Conjuncti sunt matrimonio Andreas Elias et Jacoba Jansens; testes Philippus Thomas et Maria Hurckmans.
In huwelijkse echt gebonden Andreas Elias en Jacoba Jansens; getuigen Philippus Thomas en Maria Hurckmans.
Het gezin van Andreas Elias en Jacoba Jansens:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 04-01-1680 | |||
2 | Mechtildis | Asten 27-04-1682 | |||
3 | Maria | Asten 15-04-1685 | kind | Asten 18-05-1896 | |
4 | Anna | Asten 16-06-1688 |
Andreas Elias is op 10-10-1693 te Asten overleden en zijn broer Johannes Elias koopt de andere helft van het huis:
Asten Rechterlijk Archief 87 folio 55 verso; 10-12-1693:
Jan Antonis en Jan van Helmont, borgemeesters, Sint Jan 1691-1692, verkopen aan Jan Eliasse de helft van huis, hof en aangelag in 't Dorp 13 roede. Achtergelaten door wijlen Andries Eliassen, broeder van de koper. Koopsom ƒ 46,-.
Johannes Elias is geboren te Asten op 07-01-1644 als zoon van Elias en Maria. Hij is op 28-05-1673 getrouwd met Maria Abrahams, geboren te Asten op 18-03-1651 als dochter van Abraham Joannis Michielsen en Lucia Diepenbeecx (zie Voormalig huis G154). Na haar overlijden te Asten rond 1676 is Johannes Elias te Asten op 05-11-1679 hertrouwd met Helena Jansen, geboren te Asten op 28-02-1652 als dochter van Johannes Joannis en Maria:
Conjuncti sunt matrimonio Joannes Elias et Helena Jansens; testes Judocus Jansens et Joannes Aelberts.
In huwelijkse echt gebonden Joannes Elias en Helena Jansens; getuigen Judocus Jansens en Joannes Aelberts.
De gezinnen van Johannes Elias met Maria Abrahams en met Helena Jansen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Gerard* | Asten 24-04-1674 | Asten 26-08-1708 Dierske Fransen |
Asten 23-06-1723 | dochter Anna Maria zie Burgemeester Frenckenstraat 6 |
2 | Elias | Asten 08-05-1681 | |||
3 | Johannes | Asten 23-02-1683 | |||
4 | Antonius | Asten 05-03-1686 | Asten 06-09-1722 Johanna Jacobs Asten 10-10-1734 Anna Coolen |
Asten 08-01-1763 | |
5 | Jacobus | Asten 12-09-1688 | |||
6 | Maria | Asten 21-07-1692 |
* kind uit het eerste huwelijk
Uit onderstaand archiefstuk blijken de ouders van de eerste vrouw van Johannes Elias en krijgt zoon Gerardus een erfenis van zijn grootmoeder:
Asten Rechterlijk Archief 110 folio 34; 05-11-1698:
Sijke Diepenbeecx, weduwe Abraham Michielsen, ziek, wonende ten huize van Huybert Aert Jacobs, in het Dorp, testeert. Alle voorgaande maeckselen vervallen. Zij prelegateert aan Maria Jansen van Goch getrouwd met Huybert Aert Jacobs al haar kleren dit wegens gedane diensten tijdens haar ziekte en nog doende. Nog prelegateert zij aan de vijf onmondige kinderen van Antoni Hendrick Mennen en Elisabet Abrahams, haar dochter 1⁄4e deel in seecker huyske mette aengelegen erffenisse ofte de helfte in haer, testatrices, helfte. Dit te aanvaarden na haar, testatrices, dood.
Haar enige erfgenamen worden de kinderen van Maria Abrahams met name Geerit uit het huwelijk met Jan Elias, Willem Vogels getrouwd met Jenneke Abrahams, Elisabet Abrahams, weduwe Antonis Hendrick Mennen en Huybert Abrahams. Kinderen en kleinkinderen van haar en Abraham Michiels. Zij zullen na haar dood de goederen hoofdsgewijze delen.
Bij de verpondingen van 1713 staat het huis op naam van Johannes Elias:
Verpondingen 1713 XIV-60 folio 88 verso:
Jan Elias. In de bede ƒ 0-1-8.
Johannes Elias is op 12-01-1723 te Asten overleden en zijn zoon Antonius erft het huis. Antonius Jansen Elias, geboren te Asten op 05-03-1686 is op 06-09-1722 te Asten getrouwd met Johanna Jacobs, geboren te Asten op 24-09-1691 als dochter van Jacobus Thijssen en Antonia Jansen. Na haar overlijden te Asten op 14-03-1731 is Antonius Jansen Elias (ook Leijsen genoemd) op 10-10-1734 te Asten hertrouwd met Anna Coolen, geboren te Vlierden op 02-06-1691 als dochter van Theodorus Petri Colen en Petronella. Uit dit tweede huwelijk zijn geen kinderen bekend::
1722 7bris 6; juncti sunt matrimonio Antonius Jansen et Joanna Jacobs; testes Gerit Jansen et Jacob Tijssen.
6 september 1722; in huwelijkse echt gebonden Antonius Jansen en Joanna Jacobs; getuigen Gerit Jansen et Jacob Tijssen.
Het gezin van Antonius Jansen Elias en Johanna Jacobs:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 18-02-1723 | Asten 16-02-1754 Albertina van Bussel |
Asten 11-05-1802 | |
2 | Dorothea | Asten 26-10-1724 | Asten 13-05-1770 Leonardus de Vos |
Asten 22-09-1779 |
Voor zijn tweede huwelijk moet Antonius Jan Elias nog een staat en inventaris opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 117 folio 79; 25-09-1734:
Antony Lijsen weduwnaar van Jenneke Jansen maakt ten behoeve van zijn minderjarige kinderen een staat en inventaris. Hij wil hertrouwen met Anna Coolen, jonge dogter, geboren te Vlierden en wonende te Asten.
Onroerende goederen: huis, hof en aangelag in het Dorp 1½ cops3, ene zijde Martinus Jan Paulus, andere zijde Peeter Jan Smits, andere einde weduwe Tony Coolen.
Roerende goederen: een bed, 1 broodtrogh, 1 kistje, 1 kastje.
In 1742 dreigt in beslagname van zijn huis wegens achterstallige verponding:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 280 verso; 09-04-1742:
Gerrit van Riet, vorster, namens Antoni Heycoop, collecteur der ordinaire landsverponding, 1739, legt beslag op de vaste goederen van Antoni Jansen Elias om daaraan te verhalen ƒ 0-06-08
Bij de verpondingen van 1737 en 1754 en in het huizenquohier over de periode 1736-1761 staat het huis op naam van Antonius Jan Elias (alias Liesen) en wordt het door hem bewoond:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 183:
Antonij Janssen Elias
Huijs, hoff en aangelagh 1 copse. In de bede ƒ 0-1-8.Verpondingen 1754 XIV-63 folio 223:
Antoni Janse Elias.
Nummer 19 huijs, hoff en aangelag en een ackerke 30 roede.
Jaar | Eigenaar nummer 19 Dorp | Bewoners nummer 19 Dorp |
---|---|---|
1736 | Tonij Leisen | Tonij Leisen |
1741 | Antoni Liesen | Antoni Liesen |
1746 | Antoni Liessen | Antoni Liessen |
1751 | Antoni Liesen | Antoni Liesen |
1756 | Antoni Liesen | Antoni Liesen |
1761 | Antoni Liesen | Antoni Liesen |
Anna Coolen is op 03-10-1750 te Asten overleden en Antonius Elias is op 08-01-1763 te Asten overleden. Volgens het huizenquohier is het huis daarna afgebroken en daarnaast opnieuw opgebouwd:
Jaar | Eigenaar nummer 19 Dorp | Bewoners nummer 19 Dorp |
---|---|---|
1766 | is afgebrooke | daarnevens een ander nieuw opgebouwt |
Zoon Johannes Antoni Elias is geboren te Asten op 18-02-1723 is op 16-02-1754 te Asten getrouwd met Albertina van Bussel, geboren te Mierlo op 23-10-1725 als dochter van Judocus van Bussel en Maria Langendonk:
Het gezin van Johannes Antoni Elias en Albertina van Bussel:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna | Asten 14-10-1755 | Kind | Asten ±1755 | |
2 | Judocus | Asten 17-01-1758 | Asten 18-05-1788 Catharina F van Heugten Asten 31-05-1801 Francisca Thomas Hendriks |
Asten 09-06-1804 | |
3 | Johanna | Asten 25-01-1765 | ±1808 Francis Vingerhoeds |
Albertina van Bussel heeft nog een flinke erfenis tegoed van hun oudoom Baltus La Bare:
Asten Rechterlijk Archief 121 folio 77 verso; 09-11-1758:
Schepenen van Asten verklaren ter instantie van Jan Elias dat Albertina van Bussel, alhier, op 16-02-1754, is getrouwd met de requirant in deze en dat zij een dochter is van Joost van Bussel en Mariet Langendonk. Jan Elias en Jan Antoni Elias is een en dezelfde persoon zijnde in het trouwregister, alhier, aangetekend als Jan Antoni Elias en dat zijn vader Antoni Elias genaamd is. Dog om cortheyt word ook wel alleen maar geschreven Jan Elias, het is echter een en dezelfde persoon.Asten Rechterlijk Archief 121 folio 100 verso; 05-05-1759:
Tomas Bakers getrouwd met Petronella Langendonk en Jan Elias getrouwd met Albertina van Bussel. Zij geven procuratie aan Jacobus van der Maas, te Amsterdam, om namens hen te verkopen drie obligaties ter somme van ƒ 2400,- staande ten laste van Holland en West Vrieslant, ten comptoire van de Ontfanger Generaal, te 's Gravenhage. Een van ƒ 1200,- ten name van Anna van der Wille de dato 22-06-1645, folio 490 nummer 1, folio 54 verso en geaggreert de dato 20-07-1645. Een dito ƒ 1000,- ten name van Hendrik Berevelt de dato 18-09-1693, nummer 1981,1, geaggreert de dato 31-12-1693, nummer 6004 folio 413. Een prijsobligatie gesproten uit de loterij van ƒ 12.000.000,- in 1712 gevallen in de 18e klasse staande in blanco ƒ 250,-, waarvan de augumentatie van ƒ 50,- is afgelost en gedateerd 01-03-1712 folio 3718, nummer 382 en geaggreert de dato 01-11-1715 nummer 382 folio 40.
Een en ander is hen aangekomen uit hoofde van hun vrouwen uit de boedel van Baltus La Bare, gewoond hebbende te Amsterdam testament de dato 01-03-1731 notaris Dirck Block soals dat ampelder consteert bij seekere acte van overgifte gepasseert te Amsterdam voor notaris Peter de Wilde de dato 11-04 laatstleden.Asten Rechterlijk Archief 121 folio 111; 17-08-1759:
Tomas Bakers getrouwd met Petronella Langendonk en Jan Elias getrouwd met Alberdina van Bussel geven te kennen dat zij magtig hebben gemaakt, Jacobus van der Maas, te Amsterdam, om namens hen te verkopen drie obligatie te samen ƒ 2400,-. De comparanten staan ook toe dat Jacobus van der Maas aan de borgemeesters van Amsterdam de 20e penning voldoet en zij willen onder eede verklaren dat zij geen meerdere obligaties of effecten bezitten die uit de boedel van Baltus La Bare gekomen zijn.Asten Rechterlijk Archief 121 folio 134 verso; 14-05-1760:
Thomas Bakers getrouwd met Petronella Langendonk en Jan Elias getrouwd met Alberdina van Bussel. De mannen net hun vrouwen hier gecompareert. Zijnde, de comparante, Petronella Langendonk, een dochter van wijlen Pieter Langendonk en de comparante, Alberdina van Bussel, een dochter van Marretje Langendonk getrouwd met wijlen Joost van Bussel. Zij geven te kennen dat Jacobus van der Maas, te Amsterdam, volgens quitantie de dato 11-04-1759 ten overstaan van Pieter de Wilde, notaris te Amsterdam, gepasseert, van den Meester Franciscus a Meynsman, in qualiteyt als door den Edelen Agtbaare Heeren Schepenen der stad gecommitteert tot curator ad lites om de persoon van Hendrik Trakkers te representeeren. Uyt hoofde van de procuratie door de comparanten, Thomas Bakers en Jan Elias, ider Nomine Uxoris, den eerste october 1758, ten overstaan van Dominicus Gemets, notaris, tot Amsterdam, gepasseert in voldoening van het vonnis bij gemelde schepenen van Amsterdam, den 27 maart 1759, geweesen voor reekening van hun, comparanten, wegens den boedel van Baltus La Bare. Jacobus van der Maas, heeft, met procuratie op 05-05-1759 deze obligaties verkocht en aan de comparanten, onlangs te Amsterdam zijnde, rekening gedaan. Zij hebben bevonden dat er ƒ 1514-17-0 meer was ontvangen dan uitgegeven. Dit bedrag hebben zij, comparanten, ook ontvangen en aangenomen en gaan finaal accoord met de gedane werkzaamheden.
Zus Dorothea Elias verkoopt haar erfdeel in het huis aan Johannes Antoni Elias:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 154 verso; 29-09-1764:
Dorotea Elias verkoopt aan Jan Antoni Elias, haar broer, de helft in huiske, hof en aangelag en een akkerke daarbij in het Dorp 30 lopense, ene zijde Wilhelmus van Riet, andere zijde de pad en weg, ene einde Evert van Geffen. Koopsom ƒ 10,-.
Johannes Antoni Elias koopt ook nog een stuk grond bij zijn huis:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 155; 29-09-1764
Wilhelmus van Riet verkoopt aan Jan Antoni Elias een hoekje van een akkerke gelegen voor het huiske van de koper 1 copse. Koopsom ƒ 13-2-8.
Johannes Antoni Elias en zijn zwager Leonardus Vos zijn ook nog betrokken bij de verkoop van een huis:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 325; 08-05-1775:
Antoni en Joost Kuypers, Jan Antoni Elias, Leendert Vos, Peter Noyen, te Deurne, Petrus, Johannes, Elisabet en Maria Kuypers alle vier kinderen van Bernardus Kuypers en wonende te Oostmalle, Schilde en Deurne in Brabant, Cornelis Verhoeven, te Vlierden. Zij verkopen aan Joost Kuypers 4⁄5e deel onverdeeld in huis, schop, hof en aangelag in het Dorp ½ lopense, ene zijde Peter Verberne, andere zijde de pad en Willem van Dijk, ene einde de straat, andere einde Tomas Bakers en anderen. Joost Kuypers is voor het ander 1⁄5e deel al eigenaar. Verponding ƒ 0-15-0 per jaar. Koopsom ƒ 60,-.
Albertina van Bussel is op 08-05-1776 te Asten overleden. In het huizenquohier van Asten over de periode 1771 tot 1798 staat het huis op naam van Johannes Antoni Elias en is hij ook bewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 19 Dorp | Bewoners nummer 19 Dorp |
---|---|---|
1771 | Jan Elias | Jan Elias |
1776 | Jan Elias | Jan Elias |
1781 | Jan Elias en Jenneke Wildens | Jan Elias en Jenneke Wildens |
1798 | Jan Elias | Jan Antoni Elias en Joost Elias |
Johannes Antoni Elias is op 11-05-1802 te Asten overleden en volgens het huizenquohier gaat het huis over op zijn zoon Judocus:
Jaar | Eigenaar nummer 19 Dorp | Bewoners nummer 19 Dorp |
---|---|---|
1803 | Joost Elias | Joost Elias |
Judocus Jan Elias, geboren te Asten op 17-01-1758 is op 18-05-1788 te Asten getrouwd met Maria Catharina Francisci van Heugten, geboren te Asten op 08-12-1764 als dochter van Franciscus Judoci van Heugten en Maria Godefridi van den Moosdyk. Na haar overlijden te Asten op 02-03-1800 is Judocus Jan Elias op 31-05-1801 te Asten hertrouwd met Francisca Thomas Hendriks, geboren te Asten op 23-07-1753 als dochter van Thomas Henrici Jansen en Wilhelma Theodori Joosten en weduwe van Walterus Sanders (zie Voormalig huis G525). Uit dit tweede huwelijk zijn geen kinderen bekend:
Het gezin van Judocus Jan Elias en Maria Catharina Francisci van Heugten:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Alberta | Asten 02-05-1789 | Lierop 19-11-1836 Petrus Verbeek |
Someren 04-12-1857 | |
2 | Johanna Maria | Asten 23-01-1791 | Ongehuwd | Asten 04-12-1811 | |
3 | Franciscus | Asten 04-10-1793 | Kind | Asten 06-11-1810 | |
4 | Petrus | Asten 09-02-1797 | Lierop 27-05-1820 Petronella van Moorsel Lierop 22-04-1841 Joanna Segers Lierop 16-08-1865 Elizabeth Wijnen |
Lierop 22-06-1885 |
Judocus Jan Elias is op 09-06-1804 te Asten overleden en Francisca Thomas Hendriks is te Asten op 21-03-1809 overleden. De voogden over de kinderen van Judocus Jan Elias en Maria Catharina Francisci van Heugten verkopen het huis aan Johannes van den Heuvel:
Asten Rechterlijk Archief 107a; 04-02-1809:
Paulus Jan Cornelissen en Jan Gerrit van Hugten als voogden over de onmondige kinderen van Joost Elias en Catharina van Hugten, beiden overleden en Francis Vingerhoeds man van Johanna Elias. Zij verkopen aan Jan van den Heuvel een huis en erf in het Dorp oud nummer 308, nieuw nummer 318. Koopsom ƒ 337,-.
De verpondingen van 1810 geven de bewoningsgeschiedenis van de laatste jaren weer:
Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 183:
Jan van den Heuvel bij transport 1809.
Johanna en kinderen Joost Elias.
Joost en Johanna bij versterf 1804.
De kinderen bij versterf 1802.
Jan Antoni Elias.
Nummer 19 huijs en hof 17 roede.
Johannes Hendrikx van den Heuvel is geboren te Deurne op 25-09-1740 als zoon van Henricus Gevers van den Heuvel en Cecilia Francisci van den Berkmortel. Hij is op 01-06-1766 te Asten getrouwd met Johanna Janse van Rijt, geboren te Asten op 18-01-1742 als dochter van Johannes Jansen Verryt en Anna Maria Janssen Paulus (zie Marktstraat 1):
Het gezin van Johannes Hendrikx van den Heuvel en Johanna Janse van Rijt:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Henricus | Asten 14-06-1767 | Kind | Asten ±1767 | |
2 | Johannes | Asten 11-10-1769 | Ongehuwd | Asten 02-07-1807 | |
3 | Martinus | Asten 15-01-1772 | Kind | Asten ±1772 | |
4 | Petrus | Asten 29-01-1775 | Asten 27-10-1820 Elisabeth Koppens |
Asten 28-09-1827 | zie Voormalig huis G618 |
5 | Antonius | Asten 20-01-1778 | Kind | Asten 16-10-1779 | |
6 | Anna Maria | Asten 28-06-1779 | Asten 02-08-1807 Jacobus Jan van de Cruys |
Asten 09-01-1840 | zie Marktstraat 1 |
7 | Johanna | Asten 07-03-1782 | Meijel 15-10-1808 Thomas Christiaan van der Weerden |
Meijel 16-10-1862 | |
8 | Henricus | Asten 01-10-1784 | Kind | Asten 17-04-1789 |
Zij verhuurden het huis aan derden, want ze woonden eerst aan de Marktstraat (zie Marktstraat 1) en later mogelijk in de Torenstraat (zie Voormalig huis G618). Johanna Jansen van Rijt stelt haar testament op:
Notarieel Archief Asten 34-87; 29-12-1811:
Johanna van Rijt gehuwd met Jan van den Heuvel. Ik geef alles aan mijn man, en daarna aan Maria de dochter de ½ en Peter de zoon de andere ½. Behalve het klein huijsje te Asten ter plaatse Joost Elias padt zijn 318 dat krijgt dochter Johanna gehuwd met Tomas van de Weerde.
Johannes Hendrikx van den Heuvel is op 14-04-1812 te Asten overleden en Johanna Jansen van Rijt is op 17-04-1819 te Asten overleden. Het huis moet door Thomas Christiaan van der Weerden verkocht zijn, want bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staat het huis op naam van Jan Hoefnagels:
Kadaster 1811-1832; G772:
Huis en erf, groot 00 roede 84 el, het Derp, klassen 7.
Eigenaar: Jan Hoefnagels.
Op de bovenstaande kadasterkaart wordt ook nog een paadje in de richting van de Wolfsberg getoond zijnde het Joost Elias paadje, dat later is in het Lijsen peike of later nog het door Harry Verdijsseldonck genoemde Lijsterpééjke1.
Het huis wordt in 1833 verkocht aan Johannes Zeegers, in 1848 aan Johannes Verasdonk en in 1850 aan Johannes van Kuijk. Na diens overlijden op 15-11-1856, gaat het over naar zijn weduwe Catharina Kerkers, die het huis in 1861 verkoopt aan Antonie Francis van Houts. In 1862 volgt verkoop aan Theodorus Strijbosch en in 1868 de doorverkoop aan Hendrica Leenen.
Tot die tijd is het huis waarschijnlijk verhuurd geweest en daarna is een deel verhuurd aan Franciscus Looijmans, geboren te Someren op 19-10-1817 als zoon van Petrus Wilhelmus Looijmans en Aldegonda Francisca Claasen. Hij is als dagloner op 18-05-1844 te Heeze getrouwd met Wilhelmina Verberne, geboren te Heeze op 24-01-1809 als dochter van Martinus Verberne en Anna Franciscus van Bussel. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis met huizingnummer A131:
Wilhelmina Verberne is op 20-12-1864 te Asten overleden en Franciscus Looijmans is op 30-01-1867 te Asten hertrouwd met Josijna de Smit, geboren te Asten op 06-02-1828 als dochter van Peter de Smit en Johanna Geven. Ook in de periode 1869-1879 wonen zij in het huis met huizingnummer A195:
Franciscus Looijmans is op 19-03-1877 te Asten overleden en Josijna de Smit verhuist naar Liessel en is aldaar op 05-05-1884 overleden. In het huis komt wonen Petronella van Bussel, geboren te Asten op 04-02-1818 als dochter van Pieter van Bussel en Hendrina Haasen. Zij is sinds 12-05-1870 weduwe van Gerardus Kortenbach, geboren te Asten op 05-12-1820 als zoon van Martinus Cortenbach en IJda van der Loo, met wie zij op 24-10-1845 te Asten getrouwd was.
Zij verhuizen naar A168 en de nieuwe bewoner is Petrus Bosch, geboren te Asten op 02-11-1841 als zoon van Johannes Bosch en Maria Wolters. Hij is als fabrieksarbeider op 15-04-1872 te Asten getrouwd met Francisca Davids, geboren te Asten op 07-11-1847 als dochter van Johannes Baptist Davids en Anna Maria Linden.
Zij vertrekken naar A119 en in het huis komt wonen Johannes Sauve, geboren op 25-02-1831 te Someren als zoon van Johannes Sauve en Johanna van Lierop. Hij is sinds 16-10-1873 weduwnaar van Theodora Maria Janssens, geboren te Mierlo op 23-09-1839 als dochter van Wilhelmus Janssens en Johanna Cornelissen, met wie hij als fabrieksarbeider op 07-04-1864 te Mierlo getrouwd was. Ook in de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met huizingnummer A198:
Johannes Sauve verhuist met zijn gezin in 1882 naar A87 en de nieuwe bewoner is Johannes van Bussel, geboren te Asten op 11-12-1843 als zoon van Johannes van Bussel en Hendrina Verrijt (zie Voormalig huis F872). Hij is als arbeider op 08-02-1882 te Asten getrouwd met Francisca van de Laar, geboren te Someren op 08-02-1850 als dochter van Hendrik van de Laar en Johanna Maria Lemmens.
Zij verhuizen eind 1885 naar de Wolfsberg en ook sinds 1882 woont in het huis Antonius Looijmans, geboren te Someren op 18-04-1819 als zoon van Petrus Wilhelmus Looijmans en Aldegonda Francisca Claasen. Hij is als dagloner op 05-05-1860 getrouwd met Barbara Brunas, geboren te Woensel op 29-09-1822 als dochter van Johannes Brunas en Johanna Dekkers.
Antonius Looijmans is op 15-02-1883 te Asten overleden en Barbara Brunas is op 03-01-1884 te Asten overleden. Daarna wordt het huis bewoond door Wilhelmus Martens, geboren op 12-04-1849 te Asten als zoon van Hendrik Martens en Johanna Slaats (zie Zand 2 en 4). Hij is als dagloner op 26-01-1883 te Asten getrouwd met Antonia Coolen, geboren te Asten op 06-11-1852 als dochter van Theodorus Koolen en Maria Haasen (zie Voormalig huis F178).
Zij verhuizen eind 1889 naar A193 (zie Voormalig huis G779) en de nieuwe huurder is Antonius van der Linden, geboren te Helmond op 04-04-1849 als zoon van Johannes van der Linden en Antonia van Hout. Hij is als wever op 15-04-1872 te Asten getrouwd met Sophia Smits, geboren te Someren op 02-05-1844 als dochter van Peter Smits en Wilhelmina Maas. Zij verhuizen aan het einde van de periode naar B58 en dit deel van het huis is daarna niet meer bewoond.
In het ander deel van het huis komen in 1867 de eigenaars, gezusters Leenen, vanuit het Koningsplein (zie Voormalig huis G591) in het huis wonen. Hendrica Leenen, geboren te Asten op 10-08-1803 als dochter van Theodorus Leenen en Margaretha van de Cruijs, is gezinshoofd. Zij zijn allen naaisters van beroep en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis met huizingnummer A132:
In de periode 1869-1879 heeft het huis huizingnummer A196:
Hendrica Leenen is op 09-10-1873 te Asten overleden en Antonia Leenen is op 06-01-1878 te Asten overleden. Maria Josephina Leenen woont met nog twee zussen in de periode 1879-1890 in het huis met huizingnummer A199:
Maria Josephina Leenen is op 02-01-1882 te Asten overleden en linksonder het bidprentje bij haar overlijden. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 02-06-1883 zetten Isabella en Petronella Leenen hun inboedel te koop:
![]() |
![]() |
Isabella Leenen is op 03-04-1884 te Asten overleden. De enige overgebleven zus Petronella Leenen verhuist naar het Liefdehuis en is op 19-12-1895 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Het huis wordt gekocht door Johannes Bluijssen, die het huis verhuurd aan Adrianus van den Boomen, geboren te Asten op 24-10-1850 als zoon van Johanna van den Boomen (zie Voormalig huis G683). Hij is als fabrieksarbeider op 14-06-1875 te Asten getrouwd met Maria Catharina Douzé, geboren te Asten op 08-12-1852 als dochter van Johannes Douzé en Johanna Catharina Tabbers (zie Voormalig huis G432). De inwonende schoonmoeder Johanna Tabbers is op 26-03-1890 te Asten overleden.
Helena Cortooms, geboren te Asten op 20-11-1823 als dochter van Johannes Cortooms en Allegonda Zegers. Zij is ongehuwd op 10-01-1884 te Asten overleden en laat iets na aan Adrianus van den Boomen volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 23-01-1884:
Ook over de periode 1890-1900 en 1900-1910 wonen Adrianus van den Boomen en Maria Catharina Douzé met hun gezin in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A217 en A220:
Rond 1896 is het huis in bezit gekomen van Antonius Cornelus Adrianus Bluijssen en die bouwt op het erf een loods, stal en ijskelder met kadasternummer G1834 (zie Voormalig fabriekscomplex G1041). Het huis blijft onveranderd en krijgt kadasternummer G1835 en in 1905 bij een splitsing kadasternummer G1937. Bij het faillissement van de firma Bluijssen wordt het huis rond 1907 verkocht aan Johannes Gerardus Sengers met de firma Lidstone Castle & Co limited als mede-eigenaars (zie Voormalig fabriekscomplex G1041). Al die tijd huurt Adrianus van den Boomen het huis tot hij met zijn gezin aan het einde van de periode naar A43 (zie Burgemeester Wijnenstraat 42) verhuist. Op basis van onderstaand bevolkingsregister kunnen we opmaken dat het huizingnummer van dit huis A243 in de periode 1910-1920 moet zijn geweest:
Eind 1910 komt vanuit Helmond in het huis wonen Octavius Franciscus Houthooft, geboren te Helmond op 29-04-1862 als zoon van Ludovicus Jacobus Houthooft en Theresia Antonia Ruijttens. Hij is als bankwerker op 03-08-1896 te Tegelen getrouwd met Maria Wilhelmina Gertruda Ververgaart, geboren te Tegelen op 29-08-1871 als dochter van Antoon Hubert Ververgaart en Gertrud Adelheid Menten. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met huizingnummer A243:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-03-1913 de geboorte van zoon Hubertus:
In 1915 wordt het huis verkocht aan de Amsterdamsche Handelsbank met Asten Creameries als mede-eigenaar. Octavius Franciscus Houthooft verhuist dan met zijn gezin naar Tegelen; Octavius Franciscus Houthooft is op 26-11-1940 te Tegelen overleden en Maria Wilhelmina Gertruda Ververgaart is op 03-07-1943 te Tegelen overleden.
In 1920 komt vanuit Uteringadeel in het huis wonen Sjoerd Bergsma, geboren te Grouw op 28-10-1893 als zoon van Klaas Bergsma en Grietje van Stralen. Hij is als machinist op 21-11-1914 te Leeuwarderadeel getrouwd met Pietje Humalda, geboren te Goutum 10-04-1890 als dochter van Klaas Feyes Humalda en Trijntje Johanna van der Klinse.
Zij vertrekken in 1921 naar Buurmalsen en de nieuwe bewoner is Marinus Joosten, geboren te Asten op 16-03-1887 als zoon van Peter Joosten en Antonia Kanters. Hij is als tramconducteur te Asten op 12-11-1915 getrouwd met Helena Hölsken, geboren op 23-03-1896 te Asten als dochter van Hendrikus Hölsken en Aldegonda van den Berg. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij op verschillende adressen waaronder huizingnummer A279:
In 1923 wordt het huis verkocht aan Antonie Janszoon Verberne, die het een jaar later doorverkoopt aan Peter Cornelis van Heugten (zie Voormalige fabriek G599) en krijgt het samen met de naastgelegen fabriek kadasternummer G2282.
Marinus Joosten verhuist met zijn gezin rond 1924 naar A74 (zie Voormalig huis G1086) en vanuit Weert komt in het huis wonen Marinus van der Aa, geboren te Gemert op 29-06-1885 als zoon van Johannes Wilhelmus van der Aa en Johanna Frijters. Hij is als smid op 24-02-1908 te Helmond getrouwd met Maria Antonetta Catharina Verberne, geboren te Helmond op 09-06-1882 als dochter van Johannes Norbertus Verberne en Antonia van Deun. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A279:
Marinus van der Aa vertrekt met zijn gezin in 1928 naar Helmond en het huis wordt daarna bewoond door Theodorus Cortenbach, geboren te Asten op 27-10-1896 als zoon van Antonius Cortenbach en Maria van Helmond (zie Voormalig huis G1309). Hij is als fabrieksarbeider op 05-05-1922 te Asten getrouwd met Johanna van Stratum, geboren te Asten op 30-04-1896 als dochter van Francis van Stratum en Elisabeth Jansen (zie Voormalig huis G1313). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A262 in het huis met huizingnummer A279 wonen, ook bekend staand als Julianastraat 18:
Ook in de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 18:
Rond 1935 verhuizen Theodorus Cortenbach en Johanna van Stratum met hun gezin naar Wolfsberg 5 (zie Voormalig huis G1814) en verdere bewoning van het huis is niet bekend. Hieronder een oude foto van het huis:
Op de onderstaande foto zien we nogmaals het huis aan de Julianastraat 18 tijdens een wielerwedstrijd en dat zou beste eens de 2e ronde van Asten kunnen zijn, waarvan verslag gedaan wordt in Het Parool van 01-05-1950:
![]() |
![]() |
Het huis heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog nog oorlogsschade opgelopen en is daarna afgebroken.
Overzicht bewoners
Huis in het Derp
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1683 | Andreas Elias | Asten 30-01-1655 | Andreas en Johannes Elias | |
1693 | Johannes Elias | Asten 07-01-1644 | Johannes Elias | Asten 07-01-1644 |
1723 | Antonius Elias | Asten 05-03-1686 | Antonius Elias | Asten 05-03-1686 |
Dorp huis 19
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | Tonij Leisen | Asten 05-03-1686 | Tonij Leisen | Asten 05-03-1686 |
1741 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 |
1746 | Antoni Liessen | Asten 05-03-1686 | Antoni Liessen | Asten 05-03-1686 |
1751 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 |
1756 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 |
1761 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 | Antoni Liesen | Asten 05-03-1686 |
1766 | is afgebrooke | daarnevens ander nieuw opgebouwt | ||
1771 | Jan Elias | Asten 18-02-1723 | Jan Elias | Asten 18-02-1723 |
1776 | Jan Elias | Asten 18-02-1723 | Jan Elias | Asten 18-02-1723 |
1781 | Jan Elias en Jenneke Wildens | Asten 18-02-1723 | Jan Elias en Jenneke Wildens | Asten 18-02-1723 |
1798 | Jan Elias | Asten 18-02-1723 | Jan Antoni Elias en Joost Elias | Asten 18-02-1723 |
1803 | Joost Elias | Asten 17-01-1758 | Joost Elias | Asten 17-01-1758 |
Kadasternummer G772
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G772 | 1832 | Jan Hoefnagels |
Julianastraat 18
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1804 | Judocus Jan Elias | Asten 17-01-1758 | Francisca Thomas Hendriks | Asten 23-07-1853 | † 09-06-1804 | |
1804-1809 | Francisca Thomas Hendriks | Asten 23-07-1853 | weduwe Elias | † 21-03-1809 | ||
1809-1812 | Johannes van den Heuvel | Deurne 25-09-1740 | Johanna Jansen van Rijt | Asten 18-01-1742 | † 14-04-1812 | |
1812-1819 | Johanna Jansen van Rijt | Asten 18-01-1742 | weduwe van den Heuvel | † 17-04-1819 | ||
1820-1867 | verschillende eigenaren die het huis aan derden verhuren | |||||
A132 | 1867-1869 | Hendrica Leenen | Asten 10-08-1803 | met zussen | ||
A196 | 1869-1873 | Hendrica Leenen | Asten 10-08-1803 | met zussen | † 09-10-1873 | |
A196 | 1873-1878 | Antonia Leenen | Asten 14-06-1805 | met zussen | † 06-01-1878 | |
A196 | 1878-1879 | Maria Josepha Leenen | Asten 26-03-1811 | met zussen | ||
A199 | 1879-1882 | Maria Josepha Leenen | Asten 26-03-1811 | met zussen | † 02-01-1882 | |
A199 | 1882-1883 | Isabella Leenen | Asten 13-06-1813 | met zus | ||
A199 | 1883-1890 | Adrianus van den Boomen | Asten 24-10-1850 | Maria Catarina Douzé | Asten 08-12-1852 | |
A217 | 1890-1900 | Adrianus van den Boomen | Asten 24-10-1850 | Maria Catarina Douzé | Asten 08-12-1852 | |
A220 | 1900-1910 | Adrianus van den Boomen | Asten 24-10-1850 | Maria Catarina Douzé | Asten 08-12-1852 | |
A243 | 1910-1911 | Adrianus van den Boomen | Asten 24-10-1850 | Maria Catarina Douzé | Asten 08-12-1852 | naar A43 |
A243 | 1911-1919 | Octavius Houthooft | Helmond 29-04-1862 | Maria Ververgaart | Tegelen 29-08-1871 | Tegelen |
A243 | 1919-1920 | Sjoerd Bergsma | Grouw 28-10-1893 | Pietje Humalda | Goutum 10-04-1890 | Buurmalsen |
A279 | 1921-1924 | Marinus Joosten | Asten 16-03-1887 | Helena Hölsken | Asten 23-03-1896 | |
A279 | 1924-1928 | Marinus van der Aa | Gemert 29-06-1885 | Maria Verberne | Helmond 09-06-1882 | Helmond |
A279 | 1928-1930 | Theodorus Cortenbach | Asten 27-10-1896 | Johanna van Stratum | Asten 30-04-1896 | |
18 | 1930-1935 | Theodorus Cortenbach | Asten 27-10-1896 | Johanna van Stratum | Asten 30-04-1896 | Wolfsberg 5 |
Julianastraat (tijdelijke afsplitsing)
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1820-1859 | verschillende eigenaren die het huis aan derden verhuren | |||||
A131 | 1859-1864 | Franciscus Looijmans | Someren 19-10-1817 | Wilhelmina Verberne | Heeze 24-01-1809 | † 20-12-1864 |
A131 | 1864-1869 | Franciscus Looijmans | Someren 19-10-1817 | Josijna de Smit | Asten 06-02-1828 | |
A195 | 1869-1877 | Franciscus Looijmans | Someren 19-10-1817 | Josijna de Smit | Asten 06-02-1828 | † 19-03-1877 |
A195 | 1877-1878 | Petronella van Bussel | Asten 04-02-1818 | weduwe Kortenbach | naar A168 | |
A195 | 1878-1878 | Petrus Bosch | Asten 02-11-1841 | Francisca Davids | Asten 07-11-1847 | naar A119 |
A195 | 1878-1879 | Johannes Sauvé | Someren 25-02-1831 | met kinderen | ||
A198 | 1879-1882 | Johannes Sauvé | Someren 25-02-1831 | met kinderen | naar A87 | |
A198 | 1882-1885 | Johannes van Bussel | Asten 11-12-1843 | Francisca van de Laar | Someren 08-02-1850 | Wolfsberg |
A198 | 1882-1883 | Antonius Looijmans | Someren 18-04-1819 | Barbara Brunas | Woensel 29-09-1822 | † 15-02-1883 |
A198 | 1883-1884 | Barbara Brunas | Woensel 29-09-1822 | weduwe Looijmans | † 03-01-1884 | |
A198 | 1885-1889 | Wilhelmus Martens | Asten 12-04-1829 | Antonia Coolen | Asten 06-11-1852 | naar A193 |
A198 | 1889-1890 | Antonius vd Linden | Helmond 04-04-1849 | Sophia Smits | Someren 02-05-1844 | naar B58 |
Referenties
- ^In de voetsporen van Hollidee (ISBN 9789081094047)
Voormalig huis G773 en G774
Dit huis wordt bewoond door Dirck Fransen, geboren rond 1595 en rond 1625 getrouwd met Maria Jan Aerts Rutten, geboren rond 1600. Hieronder het gezin van Dirck Fransen en Maria Jan Aerts Rutten:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Anna | Asten ±1625 | Asten ±1650 Joost Jansen Beckers |
Asten 01-01-1691 | |
2 | Elisabeth | Asten ±1630 | Asten 10-11-1652 Johannes Frans Coolen |
Asten 27-12-1669 | |
3 | Paulus | Asten ±1636 | Asten 26-11-1673 Willemke Hendrix Verdijsseldonck |
Asten 25-03-1683 | |
4 | Jacobus | Asten ±1639 | Ongehuwd | Asten 12-03-1710 | |
5 | Johannes | Asten ±1643 | Ongehuwd | Asten 11-06-1706 |
Dirck Fransen ziet af van een erfenis van de familie Haubraeken:
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 211; 20-03-1664:
Dirck Fransen en Willem Willemsen van Haubraeken als comende off vermogende te wesen mede gherechte erfgenaemen van Jan Joosten alias Switsers ende Lijsken Willems van Houbraeken, sijne huysvrouwe, geweeste sijnde. Zij zien, ten bate van Hendrick Bernarts, af van huis en erffve in het Dorp, ene zijde en einde de straten, andere zijde Michiel Colen den ouden, andere einde de pad,
Dirck Fransen, die soms in het archief ook Dirck Fransen Cremers wordt genoemd, is op 26-04-1665 te Asten overleden en zijn weduwe, Maria Jan Aerts Rutten, heeft nog geld tegoed:
Asten Rechterlijk Archief 79 folio 155; 18-12-1671:
Mayke, weduwe Willem Goossens van Berckel, is schuldig aan Marie, weduwe Dirck Franssen ƒ 25,- à 5%. Onderpand haar huysken mette plaetse.
Nadat Maria Jan Aerts Rutten op 08-10-1676 te Asten is overleden, verdelen de kinderen de nalatenschap van hun ouders en erft zoon Pauwels Dirck Fransen een huis en een huisje:
Asten Rechterlijk Archief 82 folio 21 verso; 05-04-1677:
Joost Janssen Beckers, getrouwd met Anneke Dircx, Hendrick Aerts en Peter van der Lit als momboiren van de vier onmondige kinderen van wijlen Elisabet Dircx en Jan Frans Coolen, Pauwels, Jacob en Jan Dircx. Kinderen van Dirck Franssen en Merike Jan Aerts Rutten. Zij verdelen de nagelaten goederen.
1e lot krijgt Joost Jansen Beckers de helft van een stuk groes in de Haeseldonck geheel 3½ lopense; groes de achterste helft van het Lanckvelt bij Ostaden 3½ lopense; land tussen de Weegen naest de Wolsberghen 2 lopense 29 roede; land het Neutie 43 roede; land in de Snijerscamp naest het Casteel. Belast met: 152 gulden en 2 stuiver; 3 stuiver en 4 penningen per jaar aan de Heilige Geest van Asten; ƒ 1-05-10 per jaar aan rentmeester Donders.
2e lot krijgen de onmondige kinderen van Jan Frans Colen ƒ 250,-; de helft van een stuk groes int Root geheel 3 lopense 12 roede naast de zijde van de Dijck; de helft van een groesveld achter Ostaden naast de Aa geheel 4 lopense 10 roede; de helft van een akker ontrent de 5 lopense 2 roede; land tussen de Weegen naest Ostaden 1 lopense 35 roede; land in de Snijerscamp de zijde van het Dorp 12 roede. Belast met ½e deel van de bovengenoemde rente.
3e lot krijgt Pauwel Dircx het cleyn huyske en het huis van Jan de Ketelaer in het Dorp, ene en andere zijde Gijsbert Hendricx, ene einde weduwe Mathijs van den Hove, andere einde de straat; de helft van een groesveld int Root geheel 3 lopense 12 roede de zijde naast weduwe Meester Mathijs van den Hove; de voorste helft van een groesveld achter Ostaden geheel 4 lopense 10 roede; land in de Loverbosch 2 lopense; land de Heesacker 2 lopense 5 roede; land in de Snijerscamp naast Someren 12 roede. Belast met naast de andere, zijn deel, in de voorschreven lasten.
4e lot krijgt Jacob Dircx de achterste helft van het huis met het half aangelag, ene zijde Jan Roefs en anderen, andere zijde de delers, ene einde de straat, andere einde weduwe Meester Mathjs van den Hove; de helft van een groesveld het Lanckvelt bij Ostaden 3½ lopense; de helft van een groesvelt de Haeseldonck naast Goort Peeters; de helt van een akker bij het huys; land den Bernaartsacker op de Logte 1 lopense; land in de Snijerscamp naast Joost Joost Roefs. Belast met zijn deel in de voorschreven lasten.
5e lot krijgt Jan Dircx de voorste helft van het huys met de helft van het aangelag naast de zijde van de kinderen Huybert Lucas, ene zijde Mathijs Janssen, andere zijde en einde de delers, ene einde de straat; land op de Logte 2 lopense; land op de Appers 1 lopense 24 roede; land aent Liender 20 roede; groes int Liender 1½ lopense; groes int Root 2 lopense. Belast met ƒ 50,- aan van Berckel, te 's Hertogenbosch; 14 stuiver per jaar aan de Heilige Geest van Asten; 1 stuiver per jaar aan de Heer van Asten. Land achter Feyke Tijssen 2 lopense 29 roede. Belast met 1 mauwer rogge per jaar aan rentmeester Donder; zijn deel in de voorschreven lasten.
De twee jongste zonen, Jan Dirck Fransen en Jacob Dirck Fransen, die ongehuwd zijn gebleven, erven een huis en worden nog geregeld in de archieven genoemd:
Asten Rechterlijk Archief 109 folio 113 verso; 25-09-1696:
Jan Dirck Fransen, Jacob Dirck Fransen en Peter Jan Aerts getrouwd met Jenneke Jan Beckers. Allen erven van wijlen Joost Jan Beckers, zij delen diens nagelaten goederen.
1e lot krijgen Jan en Jacob huis, nere, schuur. schop en aangelag in het Dorp ½ lopense, ene zijde en einde het tweede lot, andere zijde Marie Dielis, andere einde de weg; de helft van het land tussen den Weegen 5 copse; land tussen de Weegen 1 lopense; land op het Nootie 1 lopense; groes int Root 2 lopense; groes int Lielder 1 copse.
Johan Dirck Fransen, hier ook Cremers genoemd, verkoopt zijn kindsdeel in het huis dat zij van hun ouders hebben geërfd aan zijn broer:
Asten Rechterlijk Archief 89 folio 104; 10-06-1706:
Johan Dirck Cremers verkoopt aan Jacob Dirck Cremers, zijn broeder, zijn kindsdeel in huis, land en groes in 't Dorp en de Root. Koopsom ƒ 130,-.
Jan Dirck Fransen is op 11-06-1706 te Asten overleden en zijn broer Jacob Dirck Fransen moet opdraaien voor een duur uitstapje van Hendrick van den Bleeck:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 29-11-1706:
Hendrick van den Bleeck, aanlegger contra Jacob Dirck Fransen, als erfgenaam van Jan Dirck Fransen, gedaagde. Raadslieden voor aanlegger A. Molemakers en voor gedaagde H. Verbeeck.
Aanlegger is met speciale volmacht benoemd ten dienste van gedaagdes broeder, die gedaagde verscheidene sommen geld heeft geleend. Volmacht is van de dato 19-04-1689. Dit ter oorzake dat Jan Frans Coolen en Hendrick Driessen hadden gedagvaardt voor de Raad van Brabant Jan Dirck Fransen en Hendrick van den Bleeck, erfgenaam van Joris Willemse van der Winde, oud borgemeester. Betreffende een wissel van ƒ 780,- der Franse contributie die de gedaagde aan hem moet valideren. En welke reeds voor uitgave was geboekt. Ende oock de selve penningen uyt hooffde van welcke den wissel spruyten hadden verstreckt ende betaelt. Deze zaak heeft circa vier jaar voor de Raad gehangen en is zonder finale uitspraak tussen elkander bijgelegd. De onkosten zijn betaald geworden, behalve de kosten die hij, aanlegger, heeft gemaakt aan verschotten ende vacatien zijnde ƒ 304,85 volgens specificatie. Gedaagde is voor een helft erfgenaam van zijn voornoemde broeder maar blijft niettegenstaende veelvoudig minnelijcke interpellatie in gebreke deze kosten te voldoen. Reden waarom hij de weg van het recht kiest.Jan Dirck Fransen, oud borgemeester met Joris Willemsen van der Winden geeft procuratie aan Hendrick van den Bleeck, om namens hem, naar 's Gravenhage te gaan en aldaar voor de Raad van Brabant te vervolgen, samen met de erfgenamen van Joris Willemsen voornoemd tegen Jan Frans Coolen en Hendrick Andriessen, oud borgemeesters, te Asten. De gemachtigde krijgt vrijheid van handelen, de dato 19-04-1689.
Specificatie van kosten die Hendrick van den Bleeck in deze zaak te 's Gravenhage en elders, in tijdsbestek van drie jaar, gemaakt heeft ƒ 304-17-0, waarvan de helft voor gedaagde ƒ 152-8-8.
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 09-02-1707:
Jacob Dirck Fransen, gedaagde, zegt alvorens te willen antwoorden, te protesteren tegen een opgediste specificatie van declaratie, verschotten, vacatiën. Hij ontkent dat zijn broeder, samen met de erven van Joris Willems van der Winden een proces heeft moeten subtineren tegen Jan Frans Colen en Hendrick Andriessen, oud borgemeesters. De wissel van ƒ 780,- was betaald. Blijkende ook dat de zaak is bijgelegd. Mitsgaders dat oock d'oncosten daerover geresen sijn geheel betaelt ende voldaen. Gedaagde is het niet eens met de hoge advieskosten te Eyndhoven en vraagt daarvan kwitantie. De tweede post, de reis van 28 april naar 's Gravenhage en den 1e mei weer terug, alzo tien dagen, en hiervoor ƒ 4,- per dag declarerende. Eerstens is aanlegger geen koopman ofte practisijn maar wel een boer of gering ingesetene van het dorp, aan wie niet meer wordt betaald dan voor een schepen of regent. Van deze en ook de overige posten wordt een specificatie en kwitantie gevraagd. Ook wil gedaagde weten wat in 's Gravenhage bijeengebracht is ter zake van dit proces.Asten Rechterlijk Archief 33-52; 13-04-1707:
Aanlegger zegt dat gedaagde niet kan beseffen wat allemaal gedaan moet worden om instructie te geven. Aanlegger is niet op 28 april vertrokken naar 's Gravenhage maar op 21 april.
Pauwels Dirck Fransen is geboren te Asten rond 1636 als zoon van Dirck Fransen en Maria Jan Aerts Rutten. Hij is op 26-11-1673 te Asten getrouwd met Willemke Hendrix Fransen Verdijsseldonck geboren te Asten rond 1646 als dochter van Hendrick Fransen Verdijsteldonck en Johanna Hendrix (zie Dijkstraat 37 en 39):
1673, November 12; sponsalia Pouwels Dirx et Willemke Hendrix; coram testes Jan Dirx et Joost Janssen. November 26; Matrimonio coram testes Jan Dirx et Jan Hendrix.
12 november 1673; ondertrouwcontract tussen Pouwels Dirx en Willemke Hendrix; voor getuigen Jan Dirx en Joost Janssen. 26 november; huwelijkscontract voor getuigen Jan Dirx et Jan Hendrix.
Het gezin van Pauwels Dirck Fransen en Willemke Hendrix Fransen Verdijsseldonck:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Dirck | Asten 11-02-1674 | Kind | Asten 28-09-1689 | |
2 | Johannes | Asten 16-04-1677 | Kind | Asten ±1677 | |
3 | Johannes | Asten 05-09-1678 | Asten 03-02-1704 Heylke Dircx Cuypers |
Asten 18-07-1714 | |
4 | Maria | Asten 18-12-1680 | Asten 13-02-1708 Hendrick Jansen Hoefnagels |
Asten 10-04-1753 | |
5 | Johanna | Asten 20-06-1683 |
Pauwels Dirck Fransen en zijn schoonvader hebben een schuld bij de familie van der Stijl:
Asten Rechterlijk Archief 81 folio 19 verso; 22-01-1680:
Hendrick Fransen Verdijsteldonck en Pauwels Dirck Fransen zijn schuldig aan Anna, dochter Wilbordts van der Stijl en Merike, zijn vrouw, te Deursen ƒ 200,- à 5%. Het eerste jaar is vervallen op Sint Andriesdag 1678. Indien Anna komt te overlijden zal de resterende som aanstonds terugbetaald worden aan haar erfgenamen. Marge: 20-07-1687 zijn Sijke Wilborts, Engel Wilborts, Marike Wilborts van der Stijl, Helena Wilborts, Jenneke Wilborts, Bernart Wilborts van der Steyl als erven van Anna van der Stijl voldaan van de ƒ 200,- en intrest.
Pauwels Dirck Fransen koopt een stuk land in de buurt van de huidige Emmastraat tegenover de huidige Julianastraat:
Asten Rechterlijk Archief 81 folio 130; 31-08-1682:
Cornelis Cornelissen, Hendrick Jansen Basen getrouwd met Jenneke Cornelis Cornelissen en Mathijs Jansen Coolen getrouwd met Handerske Cornelis Cornelissen. Zij verkopen aan Paulus Dirck Franssen land ontrent de Verckensmerckt 1 lopense 1 roede. Koopsom ƒ 50,-.
Pauwels Dirck Fransen spant een zaak aan tegen zijn zwager Jan Frans Coolen:
Asten Rechterlijk Archief 9 folio 7; 25-01-1685:
Paulus Dircx, aanlegger contra Jan Frans Coolen, gedaagde. Betreffende het doen van liquidatie ten behoeve van zekere onmondige kinderen.
Pauwels Dirck Fransen is op 25-03-1685 te Asten overleden en zijn weduwe Willemke Henrici Fransen Verdijsseldonck, zet de zaak tegen haar zwager Jan Frans Coolen voort:
Asten Rechterlijk Archief 9 folio 104; 13-03-1686:
Willemke, weduwe Paulus Dircx, aanlegger contra Jan Frans Colen, gedaagde. De zaak heeft stilgestaan wegens het overlijden van aanlegsters man.
Willemke Henrici Fransen Verdijsseldonck is op 29-09-1686 te Asten hertrouwd met Luycas Huberti van der Loo, geboren te Asten rond 1653 als zoon van Huybert Luycas van der Loo en Jenneke Jacob Corstiaens en weduwnaar van Helena Geraerts (zie Voormalig huis G783). Voor zover bekend zijn er geen kinderen uit dit huwelijk geboren en Willemke Henrici Fransen Verdijsseldonck heeft nog steeds geld tegoed van haar zwager Jan Frans Coolen:
Asten Rechterlijk Archief 108 folio 128; 09-06-1689:
Schepenen van Asten verklaren ter instantie van Lucas van der Loo getrouwd met Willemke Fransen Verdijsteldonck, weduwe Paulus Dirck Fransen, dat zij zeer wel weten dat tussen Willemke Verdijsteldonck, toen nog weduwe zijnde ter eenre en Jan Frans Coolen ter andere zijde een proces was ontstaan voor schepenen, alhier, en dat wij schepenen, in juni 1686, bij de partijen zijn geweest om deze te hooren en examineren. De partijen zijn toen in onze aanwezigheid akkoord geworden in die zin, dat Jan Frans Coolen aan Willemke zou voldoen ƒ 140,-. De ene helft te voldoen over zes maanden en de andere helft over een jaar. Nog is overeengekomen dat Jan op deze ƒ 140,- zou mogen korten hetgene Willemke op zijn borgemeestersboek schuldig was.
Willemke Henrici Fransen Verdijsseldonck is op 11-06-1692 te Asten overleden en er worden voogden aangesteld over de kinderen:
Asten Rechterlijk Archief 10 folio 83; 25-06-1692:
Jacob Dircx Fransen en Hendrick Verdijsteldonck zijn aangesteld als momboiren over de onmondige kinderen van Paulus Dircx en Willemke Hendrick Verdijsteldonck.
Zoon Johannes Pauwels Cremers is geboren te Asten op 05-09-1678 en op 03-02-1704 te Asten getrouwd met Heylke Dircx Cuypers, geboren te Asten op 05-10-1683 als dochter van Theodorus Anthonis de Cuyper en Anna Joannis Baltis:
Het gezin van Johannes Pauwels Cremers en Heylke Dircx Cuypers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Paulus | Asten 04-01-1705 | |||
2 | Anna Maria | Asten 06-04-1708 | Rotterdam 31-01-1734 Frans Silverberg |
Rotterdam 08-04-1760 | * |
3 | Wilhelmus | Asten 26-08-1710 | Rotterdam 26-04-1733 Gritie Coninghs |
Tongelre 10-05-1788 | * zie Burgemeester Wijnenstraat 13 en 15 |
4 | Johannes | Asten 30-05-1711 | Kind | Asten ±1711 | |
5 | Henrica | Asten 24-08-1713 | Rotterdam 20-06-1745 Petrus van de Laer |
Rotterdam 26-08-1757 | * |
* zij zijn zich Hasendonk of Verhaseldonk gaan noemen
Johannes Pauwels Cremers erft een oud huis dat in de buurt van het Slotje op Ostaden moet hebben gelegen:
Asten Rechterlijk Archief 111 folio 91; 27-03-1708:
Lambert Willems getrouwd met Anneke Jan Baltus, weduwe Dirck Antony Cuypers, Jan Paulus Cremers getrouwd met Heylke, dochter Dirck Antony Cuypers, Antony Antonissen Cuypers en Peeter Jan Baltus als momboiren over Jenneke, dochter Dirck Antony Cuypers. Zij delen de nagelaten goederen van wijlen Dirck Antonissen Cuypers en Anneke voorschreven.
2e lot krijgt Jan Paulus Cremers het oude huis, hof en aangelag met den dries tot de gracht van weduwe Jonker Stockheyn toe en een peelveld 2 lopense, ene zijde Huybert Aerts, andere zijde de delers, ene einde de straat, andere zijde weduwe Jonker Stockheyn; de andere helft van de helft is ¼e deel met de groes aan het einde; land de Kievitshof 7 copse; land ontrent de Kievitshof 5 copse.
Ook zijn schoongrootvader bedeelt zijn kleinkinderen in zijn testament, waaronder Johannes Pauwels Cremers:
Asten Rechterlijk Archief 112 folio 18 verso; 01-11-1709:
Antonis Antonissen Cuypers, ontrent het Marckvelt, ziek, testeert. Alle voorgaande maeckselen vervallen. Dat na zijn dood de kinderen van Jan Antonis Dircx en Antonetta Paulus, zijn vrouw, met name Antony, Joost, Hendrien getrouwd met Aert de Volder, Catalijn Jansen, Jenneken Jansen getrouwd met Marten Michiels van Deursen, Maria Jansen, broeders en zusters en de kinderen van Dirck Antoni Dircx en Anneke Jan Baltus, zijn vrouw, met name Heylke getrouwd met Jan Paulus Cremers, Jenneke getrouwd met Jan Jansen Paulussen. Alle acht samen zijn nagelaten goederen zullen delen te weten huis, land en groes, tin, koper, linnen, wol, gereet ende ongereet en verder alles wat hij, testateur, in eigendom heeft. Zij zullen wel gehouden zijn zijn lasten en schulden te betalen. Maria Jansen, zijn nicht, en dienstmaeght zal wegens haar getrouwe dienst haar huurpenningen en haer toebaet moeten ontvangen.
Johannes Pauwels Cremers en zijn zwager Hendrick Jansen Hoefnagels mengen zich nog in de eerder genoemde schuld die Jan Frans Colen aan hun moeder respectievelijk schoonmoeder moet betalen:
Asten Rechterlijk Archief 12 folio 108; 25-11-1709:
Jan Paulus Cremers en Hendrick Jansen Hoefnagels getrouwd met Marie Paulus Cremers, aanleggers contra Jan Frans Colen en Stijntie, weduwe Anthony Jan Frans Colen, gedaagden. Betreft het executabel maken van een schepenobligatie van ƒ 100,- de dato 08-11-1690. Gedaagden zijn schuldig aan Lucas Huyberts van der Loo getrouwd geweest met Willemken, weduwe Paulus Dircx, van wie aanleggers erfgenamen zijn ƒ 100,- à 5%. De achterstand in intrest is veele en verscheyde jaeren. In 1698 is door de eerste gedaagde ƒ 35,- afgelost.
Als zijn oom Jacob Dirck Fransen komt te overlijden, laat Johannes Pauwels Cremers diens goederen taxeren:
Asten Rechterlijk Archief 162; 31-03-1710:
Taxatie van de onroerende goederen van Jacob Dirck Fransen overleden, 12 maart 1710. Jan Paulus Cremers is mede-erfgenaam van de overledene. Waarde:
Huis, hof en aangelag in het Dorp 5 lopense, ene zijde Peeter Canters, andere zijde Lambert Franssen en anderen, ene einde weduwe Antonis Franssen en anderen, andere einde de straat ƒ 258,-
¼e deel in een half huiske in het Dorp ½ copse, ene zijde en einde Peeter Jan Aerts, andere zijde Jan Peeters en anderen, andere einde de weg ƒ 15,-
De helft van land tusschen de Weegen 3 copse ƒ 5,-
De helft van land tusschen de weegen 1 lopense ƒ 5,-
Land den Appert 5 copse ƒ 18,-
Land de Sneyerscamp ½ lopense ƒ 20,-
De helft van het Nootie 3 copse ƒ 2,50
Land achter Nicolaes van der Linden ƒ 23,-
Land op de Lochten ½ lopense ƒ 5,-
Land het Lienderpleckie 1 copse ƒ 2,-
Groes het Liender 2 lopense ƒ 52,-
Groes de mager Hasseldonck 5 copse ƒ 5,-
Groes het Root 3½ lopense ƒ 53,-
Groes het Root 1 lopense ƒ 18,-
Groes Achterboschvelt 5 copse ƒ 35,-
Belast met 6 vat rogge per jaar aan rentmeester des Tombes; ƒ 1-6-14 per jaar cijns aan het huis van Asten; ƒ 0-8-08 per jaar aan rentmeester des Tombes met meer anderen; ƒ 2-5-00 per jaar aan den Armen met meer anderen. Na aftrek van de lasten blijft over ƒ 265,50
20e penning is ƒ 13,27½.
Bij de erfdeling van de nalatenschap van Jacob Dirck Fransen ontvangt Johannes Pauwels Cremers een huis in het dorp:
Asten Rechterlijk Archief 112 folio 51; 19-06-1710:
Jan Paulus Cremers, Hendrick Hoefnagel getrouwd met Maria Paulus Cremers, Nicolaes Paulus Verhees getrouwd met Jenneke Jan Coolen, Marcelis Antonis, als geboren momboir van Stijntie Antonissen, weduwe Antonis Jan Coolen en haar onmondige kinderen met name Maria, Jan en Elisabet ten behoeve van deze drie onmondige kinderen mits dat Stijntie het jaarlijks inkomen daarvan zal genieten en omdat Stijntie dit noodzakelijk nodig heeft ter opvoeding van haar kinderen. Zij zal, met toestemming van drost en schepenen, de goederen mogen verkopen. Allen erven van wijlen Jacob Dirck Cremers, hun oom. Zij delen de nagelaten goederen.
1e lot krijgt Jan Paulus Cremers huis, schuur, schop en aangelag in het Dorp 3 lopense 25 roede, ene zijde Peeter Canters, andere zijde Lambert Fransen en anderen, ene einde weduwe Antonis Fransen en anderen, andere einde de straat; land in de Snijderscamp ½ lopense; groes in de Roeter 2 lopense 25 roede. Belast met 6 vat rogge per jaar aan rentmeester des Tombes; de cijns die Jacob Dircx moet betalen aan het Huis van Asten, hierin moet Peeter Jan Aerts betalen ƒ 0-2-9 per jaar. De verkrijger zal het huis niet mogen veronderpanden tenzij de voorschreven rente en cijns zijn afgelost. Verponding ƒ 2,- per jaar.
Johannes Pauwels Cremers wordt collecteur van de contributie benodigd voor de Spaanse successieoorlog:
Asten Rechterlijk Archief 12 folio 192; 16-03-1711:
Jan Paulus Cremers en Jan Goort Dielis zijn collecteurs over de Fransse en Hixpanische contributie 15-05-1710 en verlengd tot 14-05-1711.Asten Rechterlijk Archief 27 folio 43; 11-06-1714:
Jan Paulus Cremers cum suis, collecteurs der vijandelijke contributie 15-05-1710-1711, Michiel van de Cruys cum suis, borgemeesters, Sint Jan 1710-1711. Zij krijgen toestemming om wanbetalers te dwingen tot volle betaling.
Johannes Pauwels Cremers is op 18-07-1714 te Asten overleden en Heylke Dircx Cuypers maakt een staat en inventaris voor haar tweede huwelijk:
Asten Rechterlijk Archief 114 folio 110 verso; 20-07-1715:
Heylke Dircx weduwe van Jan Paulus Cremers wil hertrouwen met Peeter Janssen Hoefnagels, jongman. Zij, geassisteerd met Jan Hendricx en Dirck Lamberts, bloedverwanten. Ten behoeve van haar vier onmondige kinderen maakt zij een staat en inventaris.
Onroerende goederen: een huis, hof, dries en aangelag in het Dorp 2 lopense, ene zijde Jan Marten Doensen, andere zijde Jan Liessen. Zoals tegenwoordig bij haar in bewoning.
Heylke Dircx is op 22-07-1715 hertrouwd met Peeter Jansen Hoefnagels, geboren op 06-09-1680 te Asten als zoon van Johannes Gijsbertus Hoefnagels en Elisabeth Peter Loomans (zie Voormalig huis G579):
Het gezin van Peeter Jansen Hoefnagels en Heylke Dircx Cuypers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 01-09-1716 | Son 24-04-1744 Elisabeth Antoni van den Berg Asten 13-05-1753 Alegonda Giele Zeegers |
Asten 27-03-1776 | zie Voormalig huis G778 |
2 | Elisabeth | Asten 28-11-1719 | Asten 10-12-1747 Johannes Jansen Walravens |
Asten 04-02-1790 | zie Voormalig huis B716 en ook Voormalig huis G601 |
3 | Theodorus | Asten 16-01-1726 | Eindhoven 21-02-1751 Catharina Ketelaers |
Tongelre 30-10-1797 | Stratum |
Peeter Jansen Hoefnagels koopt een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 92 folio 75 verso; 03-06-1716:
Claas Antonis Verhees verkoopt aan Peter Jan Hoefnagels hooibeemd 't Root 4 lopense. Koopsom ƒ 250,-.
De erfgenamen van Antony Antonissen Cuypers, waaronder kleindochter Heylken Dircx Cuypers, verkopen zijn winkelwaren en zijn huis op het Marktveld:
Asten Rechterlijk Archief 136; 27-01-1717:
Joost Janse en Marten van Deurse als momboiren van de vier onmondige kinderen van Antony de Kuyper en Catryn Teunis, Peter Jan Hoefnagels getrouwd met Heylken Dircx, Jan Jan Paulus getrouwd met Jenneke Dircx, Aart de Volder getrouwd met Hendrien Jansse, Catalijn Jansse mede voor Jan Wenninck getrouwd met Maria Jansse. Allen erven van Antony Antonissen Kuypers. Zij verkopen de roerende goederen nagelaten door Antony Antonissen Kuypers
Opmerking: Veel winkelspullen, oliemaat, olievat, waag, zoutvaten, pijpeton, traanmaat, gewichten, winkelkas, blocken, moutkuip enzovoorts. Totale opbrengst ƒ 134-13-15, waarvan aan de onmondige kinderen toekomt ƒ 38-00-08.
Zij verkopen aan Jan Verhosen huis, hof en aangelag aant Merktvelt in het Dorp 2 lopense nagelaten door Antonis Antonis Kuypers, ene zijde Joost Joost Roefs, andere zijde weduwe Jan Kuypers, ene einde de straat, andere einde kinderen Niclaas van der Linden. Belast met ƒ 2-10-0 per jaar aan den Armen van Asten; ƒ 2-10-0 per jaar aan de Kerk van Asten. Verponding ƒ 2-10-0 per jaar. Koopsom ƒ 425,-. Lasten ƒ 125,-.
De onroerende goederen van Johannes Pauwels Cremers, die worden gebruikt door Peeter Jansen Hoefnagels, worden in beslag genomen:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 9; 12-04-1737:
Gerrit van Riet, vorster, met procuratie van Lambert van den Boomen, waarnemende het borgemeestersboek van Andries Peters en Hendrik Martens, borgemeesters, Sint Jan 1734-1735, legt, tot verhaal van de reële borgemeesterslasten, beslag op de vaste goederen van Jan Paulus Cremers, gebruiker Peeter Jan Hoefnagels ƒ 4-02-04; Peter Jan Hoefnagels ƒ 8-00-05.
Bij de verpondingen van 1737 staat het huis op naam van Peeter Jansen Hoefnagels:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 180c:
Peeter Jan Hoefnagels.
Huijs, hoff en aangelagh 7 lopense
Peeter Jansen Hoefnagels heeft nog een restschuld van een obligatie voor de Armen van Asten:
Asten Rechterlijk Archief 94 folio 201; 03-11-1739:
Petronella en Willemyna Vermeer schenken aan den Armen van Asten ƒ 60,-, zijnde het restant van een obligatie van ƒ 200,- ten laste van Peter Jan Gijsbert Hoefnagels getrouwd met Heylke Dirk Kuypers de dato 03-02-1727 notaris Pieter de Cort.
Peter Jan Hoefnagels en Heylke, weduwe Jan Paulus Cremers, zijn vrouw, zijn schuldig aan den Armen van Asten ƒ 60,- à 4%. Marge: 02-03-1743 gelost.
Heylke Dircx Cuypers beschrijft de schuld die zij aan Louis Hoefnagels heeft:
Asten Rechterlijk Archief 95 folio 73 verso; 20-10-1741:
Helena Dirk Cuypers getrouwd met Peter Jan Hoefnagels geassisteerd met Pieter van Riet, mits haar man tegenwoordig absent zijnde, is schuldig aan Louis Hoefnagels ƒ 100,- à 3% te weten ƒ 36-19-0 bij afrekening met Louis Hoefnagels schuldig gebleven op 06-10-1738; ƒ 17-13-0 wegens gekocht koren van Louis Hoefnagels op 05-07-1728; ƒ 55-08-0 nu ontvangen als lening van Louis Hoefnagels. Marge 02-03-1743 gelost.
Heylke Dircx Cuypers is op 22-11-1748 te Asten overleden en Peeter Jansen Hoefnagels heeft nog illegaal turf gestoken in de Peel en hem wordt een boete opgelegd:
Asten Rechterlijk Archief 24 folio 7; 30-06-1749:
Jacobus Losecaat, secretaris, aanlegger contra Peter Jan Hoefnagels, gedaagde. Aanlegger zegt dat Joost Kerkers, peelmeester, op 15-06-1749, de gedaagde heeft aangetroffen torvende aan de Baan in de Peel en deze daarop heeft gecanlangeert met een boete van ƒ 3,-, ingevolge de keure, artikel 7. Ook is hem opgedragen de kuil te dichten. Wegens non comparitie wordt gedaagde veroordeeld tot het vorenstaande.
In het huizenquohier over de periode 1736-1751 staat het huis op naam van Peeter Jansen Hoefnagels en is hij eerst bewoner. Hij verhuist naar een nabijgelegen nieuw huis (zie Voormalig huis G778) en verhuurt dit huis eerst aan derden en later aan zijn zoon Johannes:
Jaar | Eigenaar nummer 18 Dorp | Bewoners nummer 18 Dorp |
---|---|---|
1736 | Peeter Jan Hoefnagels | Peeter Jan Hoefnagels |
1741 | Peter Jan Hoefnagels | Peter Janse van de Leensel |
1746 | Peter Jan Hoefnagels | Jan Peter Hoefnagels |
1751 | Peter Jan Hoefnagels | Jan Hoefnagels |
1756 | afgebrooke | een huijs nieuw opgetimmert |
Peeter Jansen Hoefnagels is op 06-01-1754 te Asten overleden, het huis is afgebroken en de kinderen uit de beide huwelijken van Heylke Dircx Cuypers verdelen de erfenis, waarbij het huis wordt verkocht aan broer Willem Verhaseldonk:
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 67 verso; 08-03-1755:
Jan Peter Hoefnagels, Dirk Hoefnagels, wonende te Stratum, Elisabet Hoefnagels, wonende te Son, zij mede voor Frans Silvinenberg man van Anna Maria Haazendonk, wonende te Rotterdam en Pieter van de Laar man van Hendrina Haazendonk, hun twee halve zusters, wonende te Rotterdam. Zij verkopen aan hun broeder Willem Verhaseldonk 5⁄6e deel onverdeeld in het oude en nieuwe huis, schuur, hof en aangelag in het Dorp 7 lopense, ene einde de straat, andere einde kinderen Peter Voermans; land tussen de Weegh 1½ lopense; land de Snijerscamp ½ lopense; land in de Pas 5 copse; land aan het Lindert ½ lopense; land den Hoogendries 1½ lopense; groesbeemt in het Lindert 3 lopense; groes in het Root 3 lopense; groes Vosselsvelt 2 lopense; land de Kruysacker te Ostaden 1 lopense 3 copse; land aan de Kievitshoff 1 lopense 3 copse; land den Agtergaal 1 lopense 1 copse; groes het Lankveltje 1 lopense; groes het Weyvelt 2 lopense; groes het Busselke 1 lopense 1 copse; groes aan de Graaff 1 lopense; groes de Hoffstad 1 lopense; land en beemdje het Leenackerke 3 lopense hetwelk voor het Leenhof te Asten zal worden overgegeven door Jan Peter Hoefnagels aan Willem Verhaseldonk die het ook daar moet verheffen volgens leenrecht. Belast met 6 vat rogge per jaar aan het Gemene Land. Koopsom ƒ 25,-.
De kinderen uit het eerste huwelijk zijn zich Hasendonk of Verhaseldonk gaan noemen en wonen in Rotterdam. Wilhelmus Jan Pouwels Verhaseldonk is geboren te Asten op 26-08-1710 en als bleker op de Coolsingel te Rotterdam op 26-04-1733 getrouwd met Margaretha (Gritie) Coninghs, geboren rond 1710 en weduwe van Gerrit de Jong. Hieronder hun ondertrouwcontract opgemaakt op de Coolsingel:
Het gezin van Wilhelmus Jan Pouwels Verhaseldonk en Margaretha (Gritie) Coninghs:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Rotterdam 02-11-1734 | Kind | Rotterdam 13-08-1737 | |
2 | Paulus | Rotterdam 23-10-1736 | Kind | Rotterdam 13-02-1740 | |
3 | Joannes | Rotterdam 09-06-1738 | Kind | Eindhoven 24-05-1743 | |
4 | Maria | Rotterdam 22-09-1740 | Asten 01-12-1771 Adrianus Bits |
Achel | |
5 | Kind | Eindhoven 01-02-1744 | Kind | Eindhoven 01-02-1744 |
Zowel Willem Verhaseldonk als zijn zus Anna Maria vragen een paspoort aan:
Asten Rechterlijk Archief 117 folio 30 verso 24-01-1733:
Paspoort voor Willem Jan Haseldonck, is van eerlijke ouders en zijn vader is hier collecteur geweest.Asten Rechterlijk Archief 117 folio 58; 06-01-1734:
Paspoort voor Anna Maria Haseldonck, jonge dochter, haar vader, Jan Haseldonck, is collecteur geweest.
Willem Verhaseldonk woonde in Rotterdam, daarna in Eindhoven, vervolgens in Bergse Hoek en keert later weer terug naar Asten. Hij handelde vanuit zijn verschillende woonplaatsen ook nog met geld en onroerend goed in Asten:
Asten Rechterlijk Archief 95 folio 101; 28-06-1742:
Willem Verhaseldonk, te Eyndhoven, is nader van den bloede aan Willemyna Hoefnagels, te Antwerpen, dan Jan Pieter van Riet. Hij vernadert de koop zoals gedaan op 28-07-1741 van land de Haseldonk 2 lopense; beemd aan Vorselen 2 lopense; acker met het Hofke 1 lopense.Asten Rechterlijk Archief 95 folio 111 verso; 15-08-1742:
Louis Hoefnagels en Peter Jan Aarts, momboiren over Johanna Maria Loomans, zijn schuldig aan Willem Verhaseldonk, te Eyndhoven, ƒ 150,- a 4%. Marge: 03-10-1765 Willem Verhaseldonk, te Asten, heeft ontvangen van Hendrik Coopmans en Jan Janse Verberne, als momboiren van het kind Hendrik Verberne ƒ 50,- als restant. De ƒ 100,- heeft hij ontvangen van de ouders van het kind.Asten Rechterlijk Archief 95 folio 114; 25-09-1742:
Hendrik Halbersmit, chirurgijn, is schuldig aan Willem Verhaseldonk, te Eyndhoven ƒ 200,- à 4%. Marge: 13-07-1767 gelost aan Willem Verhaseldonk, te Asten.Asten Rechterlijk Archief 95 folio 120; 15-10-1742:
Jan Aart Smits is schuldig aan Willem Verhaseldonk, te Eyndhoven ƒ 100,- à 4%. Marge: 04-08-1751 Willem Verhaseldonk, wonende op den Bergesehoek is door de erven Jan Aart Smits voldaan.
Hij koopt ook een huis in de huidige Molenstraat, maar verkoopt het later weer en daarna wordt het vernadert door zijn halfbroer:
Asten Rechterlijk Archief 95 folio 170; 10-07-1743:
Andries Verreyt verkoopt aan Willem Verhaseldonk, te Eyndhoven huis, hof en aangelag 2 lopense, ene zijde Willem Antoni Muyen, andere zijde de Kosterij en anderen; groes het Hoyvelt in 't Root 3 lopense; land de Weeg 3 copse; land de Heesacker 3 lopense; groes het Weyvelt in 't Rood 3 lopense. Belast met ƒ 1-2-8 per jaar aan den Armen van Asten; 1⁄3e deel in twee vat rogge per jaar aan de Kempenaar van het Gemene Land. Verkoper aangekomen bij transport de dato 04-03-1743. Land in de Heesacker 1 lopense 2 roede; land de Snijerskamp 1½ copse; land het Bergsland 1 lopense; groes het Root 2 lopense. Deze vier laatste percelen zijn de verkoper aangekomen bij overlijden van zijn vrouws ouders deling de dato 29-12-1742. Conditie: Recht van terugkoop. Koopsom ƒ 342,-.Asten Rechterlijk Archief 96 folio 46 verso; 28-07-1746:
Willem Verhaseldonk, te Eyndhoven, verkoopt aan Antoni Loomans huis, hof en aangelag 2 lopense, ene zijde Willem Antoni Muyen, andere zijde de Costerij en anderen; ene einde Henrik Hoefnagels cum suis, andere einde Johanna Loomans cum suis; land de Snijerskamp 1½ copse. Belast met ƒ 1-2-8 per jaar aan den Armen van Asten. Koopsom ƒ 170,-.
Hij verkoopt aan Goort Loomans, molenaar groes het Hoyvelt in het Root 3 lopense. Koopsom ƒ 130,-.
Hij verkoopt aan Jan Verreyt land den Heesacker 3 lopense. Koopsom ƒ 60,-.
De goederen zijn verkoper aangekomen bij transport de dato 10-07-1743 van Andries Verreyt, met recht van terugkoop, deze ziet af van dit recht.Asten Rechterlijk Archief 119 folio 119; 28-07-1746:
Oculaire inspectie van het huis en neere, heden verkocht, door Willem Verhaseldonk aan Antoni Loomans bewoner Andries Verreyt. De vorst van het huis en neere behoren gerepareerd te worden; achter de neere, het dak aan de noordzijde van de worm, twee gespan behoren vernieuwd of gerepareerd te worden evenals de schoorsteen.Asten Rechterlijk Archief 96 folio 51 verso; 10-10-1746:
Jan Hoefnagels verklaarde nader van den bloede te wezen aan Willem Verhaseldonk dan Antoni Loomans, hij vernadert huis, hof en aangelag 2 lopense, ene zijde Willem Antoni Muyen, andere zijde de Costerij en anderen, ene einde Hendrik Hoefnagels cum suis, andere einde Johanna Loomans cum suis; land de Snijerskamp 1½ copse. Belast met ƒ 1-2-8 per jaar aan den Armen van Asten. Met overneming van alle kosten, lijkoop, trekgeld, briefgeld, 40e penning, zegers en alle verdere onraat.
Willem Verhaseldonk verkoopt land en een obligatie:
Asten Rechterlijk Archief 96 folio 71 verso; 19-06-1747:
Willem Verhaseldonk verkoopt aan Peternel Goort Doensen weduwe Andries Verreyt een Weyvelt in het Root 3 lopense; land den Wegh 3 copse; land in de Heesackers 1 lopense 2 roede; land in het Bergsland 1 lopense; groes in het Root 2 lopense. Koopsom de lasten.Asten Rechterlijk Archief 96 folio 218 verso; 02-08-1751:
Willem Verhaseldonk aan den Bergse Hoek, bij Rotterdam, verkoopt aan Tomas van der Weerden beemd te Vorselen 2 lopense; een akker met het Hofke 1 lopense. Verkoper aangekomen bij vernadering de dato 08-06-1742. Koopsom ƒ 84,-.Asten Rechterlijk Archief 97 folio 134 verso; 03-11-1754:
Willem Verhaseldonk verkoopt aan Gerrit Verberne, te Someren een schepenobligatie van ƒ 250,- à 4% ten laste van wijlen Joost Janse Verberne en ten bate van de verkoper de dato 26-09-1742. Marge: 19-06-1790 gelost aan Jan Verdijsteldonk getrouwd met Elisabet Gerrit Verberne, te Someren.Asten Rechterlijk Archief 97 folio 140 verso; 19-01-1758:
Willem Verhaseldonk verkoopt aan Hendrik Paulus Verberne en Antony Jacob Kuypers groes de Hofstad 1 lopense; groes aan de Graft 1 lopense; groes het Busselke 5 copse; het Weyvelt 2 lopense; het Lankveltje 1 lopense; land den Agtergaal 5 copse; land de Kievitshoff 5 copse; land de Kievitshoff 7 copse; de Kruysacker 7 copse; het Vosselsvelt 2 lopense; groes / land den Hoogendries 1 lopense. Koopsom ƒ 350,-.
Dit huis en een ander huis worden door Willem Verhaseldonk verkocht aan Everardus van Geffen:
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 160; 06-01-1759:
Willem Verhaseldonk verkoopt aan Evert van Geffen huis, hof, schuur en aangelag 7 lopense, ene zijde de straat, andere zijde kinderen Peter Voermans; land tusschen de Weg 1½ lopense; land de Snijerskamp ½ lopense; land in de Pas 5 copse; een akkertje aan het Lindert ½ lopense; groesbeemd in 't Lindert 3 lopense. groes in 't Root 3 lopense; weiveld in de Haseldonk 2 lopense. Belast met 6 vat rogge per jaar aan het Gemene Land, in kapitaal ƒ 117-3-3 oort; ƒ 1-7-0 per jaar aan het Huis van Asten. In de koop is inbegrepen de stenen, hout en kalk op het erf liggende voor het bouwen van een huis en neere. Het huis moet gebouwd worden zoals het door de verkoper gedaan zou zijn. Koopsom ƒ 600,-.
De cijnzenlijst over de periode 1709-1761 geeft een duidelijke samenvatting van de bewoningsgeschiedenis van het huis:
Asten Cijnzen 1709-1761 bladzijde 86 folio 44:
Evert van Geffen bij koop 1759.
Willem Verhaseldonk bij transport en versterff 1755.
Heijlke Dirx weduwe Jan Pauwels Cremers ende Pauwels, Willem, Annamarie ende Hendrik, haere kinderen.
Jan Pouwels Cremers.
Jan ende Marie, kinderen van Pauwels Dircx Franssen uijt huijs, hoff ende aengelegen erffve onder Asten int Dorp gelegen, groot twee lopenen, ene zijde Luijcas Huijberts met meer anderen, andere zijde Peter Jan Aerts met meer anderen, ene einde de erffgenamen Jans Frans Corsten met meer anderen, andere einde den gemeenen wegh. I pul.
Margaretha Coninghs is op 26-09-1779 te Asten overleden en Willem Verhaseldonk is vermoedelijk op 10-05-1788 te Tongelre overleden. Hieronder zijn begraafakte waarbij de klokken driemaal worden geluid:
Everardus Henrici van Geffen is geboren te Helmond op 25-09-1732 als zoon van Hendrik Lamberts van Geffen en Joanna Maria Aarts Haenackers (zie Kasteellaan 6 tot en met 8). Hij is op 19-01-1755 te Asten getrouwd met Geertruida Paulus Hoefnagels, geboren te Asten op 23-06-1723 als dochter van Paulus Thomas Hoefnagels en Henrica Jansen van Heugten:
Het gezin van Everardus Henrici van Geffen en Geertruida Paulus Hoefnagels:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Paulus | Asten 01-10-1757 | Geldrop 27-03-1786 Susanna de Groot Geldrop 19-06-1803 Maria Geertrui Smits |
Geldrop 22-04-1833 | |
2 | Henrica | Asten 21-09-1759 | Ongehuwd | Helmond 28-01-1834 | |
3 | Johanna | Asten 07-07-1761 | Geldrop 08-04-1792 Johannes Kordh |
±1794 |
Geertruida Paulus Hoefnagels heeft geld tegoed dat later aan haar man wordt gegeven:
Asten Rechterlijk Archief 96 folio 184 verso; 28-08-1750:
Jan Janse Verberne is schuldig aan Geertruy Hoefnagels, jonge dochter ƒ 400,- à 3%.
Marge: 26-07-1756 gelost aan Evert van Geffen getrouwd met Geertruy Hoefnagels.
Everardus Henrici van Geffen en zijn vader, die op het neerhuis bij het kasteel woont, hebben een schuld:
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 127 verso; 16-07-1757:
Hendrik van Geffen en Evert van Geffen, zijn zoon, zijn schuldig aan Willemyn Fransen, weduwe Francis van den Boomen ƒ 100,- à 3%.
Everardus Henrici van Geffen koopt een plek waar een huis gebouwd kan worden:
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 148 verso; 14-04-1758:
Goort Mattijs Kuypers en zijn meerderjarige kinderen, Mattijs en Hendrien, verkopen aan Evert van Geffen een huisplaats en aangelag 2 lopense, ene zijde weduwe Lambert Cornelis, andere zijde Hendrik Stevens of de weg; den Kalveracker 5 copse; de Hannekesacker 1½ lopense; de Lindertacker 1 lopense; groes het Linder 1 lopense. Belast met ƒ 5-15-0 per jaar; met Adriaan Lintermans en Marcelis Jan Daniels, ieder 1⁄3e deel, aan ƒ 0-07-8 per jaar aan het Gemene Land. Koopsom ƒ 100,- à 3¼%. Marge: 10-11-1758 gelost met het passeren van een obligatie van ƒ 100,- voor den Armen van Asten; verkoper was deze schuldig aan den Armen van Asten.
Everardus Henrici van Geffen verkoopt zijn huis in de Wolfsberg voordat hij het huis van eerder genoemde Willem Verhaseldonk koopt:
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 157 verso; 06-01-1759:
Evert van Geffen verkoopt aan Hendrik Peter Driessen de onverdeelde helft in huis, hof en aangelag en een akker daaraan in de Wolfsberg 6 lopense, ene zijde weduwe Cornelis Lambers, andere zijde Hendrik Haase, ene einde de straat; land de Venacker 3 lopense; den grooten Apart 1½ lopense; de Voorsten acker 3½ lopense; land het Ven 2 lopense; groes het Ven 2 lopense; land 2½ lopense; groes 5 lopense; groes de Meulenschouw 1 lopense; een weiveld 4 lopense. Koopsom ƒ 500,-.
Het oude huis verkoopt Everardus Henrici van Geffen aan Roeloff Graaff (zieVoormalig huis G778), die vanaf 1761 in de huidige Burgemeester Frenckenstraat woont (zie Voormalig huis G517):
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 186 verso; 22-11-1759:
Evert van Geffen verkoopt aan Roeloff Graaff, ondervorster, en schutter huis, hof en aangelag 1 lopense, ene zijde Jan Slaats, andere zijde de verkoper, ene einde de straat, andere einde de verkoper en kinderen Lambert Verheyen. Verponding ƒ 0-15-0 per jaar. Koopsom ƒ 190,-. Te betalen ƒ 90,- op 01-01-1760 en ƒ 100,- à 3%. De verkoper mag ieder jaar van de borgemeesters vorderen ƒ 25,- van het tractement van de koper als betaling.
Everardus Henrici van Geffen koopt een stuk land en heeft schulden:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 79; 11-01-1763:
Hendrik Dirk Timmermans getrouwd met Maria Verheyden en Anneke Verheyden verkopen de goederen, hen aangekomen bij deling de dato 14-02-1755. Zij verkopen aan Evert van Geffen land de Langenacker 2½ lopense. Verponding ƒ 1-01-0 per jaar. Bede ƒ 0-12-8 per jaar. Koopsom ƒ 45,-.Asten Rechterlijk Archief 98 folio 97 verso; 21-02-1763:
Evert van Geffen is schuldig aan Dirk Jansen van de Loverbosch ƒ 100,- à 3%. Marge: 08-09-1766 gelost.
Everardus Henrici van Geffen ruilt een stuk land met Joost Voermans door middel van belening:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 199; 19-12-1765:
Evert van Geffen geeft in belening aan Joost Voermans groes het Lindert 3 lopense. Beleentijd 12 jaar. Beleensom ƒ 45,-.
Joost Voermans geeft in belening aan Evert van Geffen groes het Lindert 2 lopense. Beleentijd 12 jaar. Beleensom ƒ 45,-.
Everardus Henrici van Geffen heeft flink wat schuld:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 221; 08-09-1766:
Evert van Geffen is schuldig aan Gerrit Verberne, te Someren ƒ 150,- à 4%.Asten Rechterlijk Archief 24 folio 109; 09-11-1767:
Hendrik Koopmans, aanlegger contra Evert van Geffen, gedaagde. Aanlegger krijgt nog van gedaagde bij afrekening de dato 20-08-1764 ƒ 4-16-4.Asten Rechterlijk Archief 98 folio 254 verso; 20-01-1768:
Evert van Geffen is schuldig aan Jacobus Losecaat ƒ 50,- à 4%.
Everardus Henrici van Geffen verkoopt een huisplaats in de Wolfsberg en een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 82 verso; 02-12-1769:
Evert van Geffen verkoopt aan Francis Plenders, in de Wolfsberg een huisplaats en aangelag bij Hendrik Stevens 2 lopense. Verkoper aangekomen bij transport in 1758. Koopsom ƒ 24,-.Asten Rechterlijk Archief 99 folio 89 verso; 14-02-1770:
Evert van Geffen verkoopt aan Francis Plenders land den Kalveracker 1 lopense 1 copse. Koopsom ƒ 22-10-0.
Geertruida Paulus Hoefnagels verklaart dat dokter Nentwich hun kinderen genezen heeft van een schimmelinfectie:
Asten Rechterlijk Archief 123 folio 69 verso; 19-12-1770:
Pieter Lomans, oud borgemeester, Pieter Paulusse en Geertruy Hoefnagels getrouwd met Evert van Geffen. Zij verklaren ter instantie van Johan Joseph Nentwich, medicijne practicus, dat deze van hen, comparanten, heeft genezen zes kinderen van het quaatseer waarmee deze lange jaren besmet waren geweest en dit in corte tijt en suyver daarvan gecureert en nog veele andere van die quaale heeft geneesen. Verder verklaren wij, schepenen, dat Nentwich, gedurende zijn verblijf, alhier, zich wel gecomporteert heeft zonder dat aan ons enige klachten over sijn operatiën off medicijnen zijn ter ore gekomen, maar integendeel veel lof en dat de medicijnen tot goed effect zijn geweest.
Johan Joseph Nentwich heeft als Weit Berumter Oculist und Operateur & Medicinae Practicus in 1740 een boek gepubliceerd met eenvoudige recepten voor zelfgenezing1. Linksonder de omslag van het boek met de titel: Mitleydiger Artzt überhaupt gegen alle Arme Krancke, ins besondere gegen die von Medicis abgelegene Land-Leuthe, gemeinen Haußmittelen oder doch wenig constenden Urßenen die mehresten Leibs-Krankheiten nach der einfältigen Methode der Natur sich selbst zu curieren auffrichtig und gründlich lehret. Rechtsonder een typisch recept met rabarber, arabische gom, gebrande hoorn, mosselenpoeder, crotonschorspoeder en hondstong.
![]() |
![]() |
Everardus Henrici van Geffen verkoopt land en zijn oogst:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 276 verso; 22-08-1774:
Evert van Geffen verkoopt aan Willem Coolen land ½ lopense. Koopsom ƒ 25,-.Asten Rechterlijk Archief 151; 25-07-1776:
Evert van Geffen verkoopt den oogst te velde in 4 kopen. Opbrengst ƒ 71,-.Asten Rechterlijk Archief 149; 22-07-1777:
Evert van Geffen, in het Dorp, verkoopt zijn oogst te velde in 9 kopen. Koopsom ƒ 75,-.Asten Rechterlijk Archief 100 folio 99 verso; 08-11-1777:
Evert van Geffen verkoopt aan Antoni Jan Nelissen land de Pasacker 1 lopense 1 copse. Koopsom ƒ 69-4-0.
Het eerder beleende stuk land wordt nu door de kinderen van Joost Voermans met Everardus Henrici van Geffen geruild:
Asten Rechterlijk Archief 100 folio 101; 27-12-1777:
Antoni Fransen en Johannes van Brussel, als voogden over de onmondige kinderen van Joost Voermans, verklaren dat Evert van Geffen op tijd heeft aangeboden de beleende gelden van een stuk groes transport de dato 19-12-1765. Zij verkopen nu aan Evert van Geffen groes in het Lindert 3 lopense. Koopsom ƒ 45,-.
Evert van Geffen verkoopt aan de kinderen Joost Voermans groes in 't Linder 2 lopense. Koopsom ƒ 45,- waarvoor het in belening is geweest en niet is betaald.
Everardus Henrici van Geffen heeft een varken gekocht, maar nog niet volledig afbetaald:
Asten Rechterlijk Archief 25 folio 28; 13-07-1778:
Gerrit Welten, te Vlierden, aanlegger contra Evert van Geffen, gedaagde. Gedaagde is nog ƒ 4-10-0 schuldig van een gekocht en geleverd varken de dato 29-06-1777.
Geertruida Paulus Hoefnagels is getuige van de verdrinking van een kind:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 171l 09-06-1779:
Cornelis Josephus Daals, medecijnen doctor, heeft vanmiddag, 3 uur, ten huize van Cornelis Lintermans, in het Dorp, het dode lichaam van Annemie Lintermans, 1½ jaar oud, gevisiteerd. Het kind is, zo verklaarde de moeder, de vrouw van Cornelis Lintermans en Geertruy Hoefnagels getrouwd met Evert van Geffen, kort te voren uit een kuipje met enig water, staande aan de deur, gehaald. Het lag voorover op het hoofd met de benen omhoog. Bij visitatie heeft alles gewezen op verdrinking.
Aan Everardus Henrici van Geffen wordt gevraagd of hij Mathijs Gerrit van Brussel kent:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 173l 12-08-1779:
Jan Slaats, 62 jaar en Evert van Geffen, 45 jaar, verklaren dat zij Maria van Rest getrouwd met Mattijs Gerrit van Brussel, beiden geboren te Asten, zeer wel kennen. Maria van Rest heeft veelal in hun buurt gewoond. Mattijs Gerrit van Brussel is al enige jaren absent en de comparanten menen te hebben dat hij zich in Holland of elders ophoudt. Van zijn overlijden hebben zij met geen zekerheid gehoord. De tweede comparant verklaart verder dat hij Marten Gerrit van Hugten, te Weert, kent en die, voor zover hij weet, een getrouwd man is, beiden in leven en ze nog geen maand geleden beiden heeft gezien en gesproken. Onder eede bevestigd.
De armmeesters melden dat Everardus Henrici van Geffen een betalingsachterstand heeft:
Asten Rechterlijk Archief 25 folio 55 verso; 20-01-1783:
Mattijs Herings, armmeester, 1776-1778, aanlegger contra Evert van Geffen, gedaagde. Gedaagde heeft een rente-achterstand aan den Armen van ƒ 10-16-10.
Everardus Henrici van Geffen moet ook nog zijn gekochte vlas betalen:
Asten Rechterlijk Archief 25 folio 62; 17-10-1783:
Den drost, aanlegger contra Evert van Geffen, gedaagde. Gedaagde is nog schuldig, wegens gekocht vlas op de koopdag van weduwe Jan Broens de dato 13-12-1781 ƒ 5-13-0.
Geertruida Paulus Hoefnagels is op 24-10-1786 te Asten overleden en Everardus Henrici van Geffen is op 19-10-1788 te Someren hertrouwd met Christina Thielen, geboren te Someren op 10-02-1745 als dochter van Johannes Tilen en Anna Franciscus Verhoysen. Voor zover bekend zijn er geen kinderen uit dit huwelijk geboren. Voor dit huwelijk moet hij een staat en inventaris voor zijn drie kinderen maken:
Asten Rechterlijk Archief 126 folio 147 verso; 04-10-1788:
Staat en inventaris van Evert van Geffen, weduwnaar Geertruy Hoefnagels ten behoeve van zijn drie kinderen met name Paulus, Hendrien en Johanna. Hij wil hertrouwen.
Onroerende goederen: huis, schuur, hof en aangelag in het Dorp 6 lopense; land tussen de Weg 1½ lopense; land de Snijerskamp 2½ lopense; land den Langenakker 2½ lopense; groes het Rood 3 lopense; weiveld de Haaseldonk 2 lopense; land Hannekesakker 1½ lopense; land het Lindert 1 lopense; groes het Lindert 1 lopense; groesbeemt in het Lindert 3 lopense.
Roerende goederen: een bed met toebehoren, twee kasten, een kist, twee tafels, zes stoelen, diverse ketels, potten en pannen, vuurgerei, een hofscheer, een topscheer, twee galeye schotels, diverse andere schotels en borden, zowel aardewerk als tin.
Schulden: ƒ 150,- à 4% aan Losecaat, drost; ƒ 50,- in diverse posten.
Everardus Henrici van Geffen laat graan malen op de molen van zijn schoonzoon in Stiphout:
Asten Rechterlijk Archief 128 folio 75; 05-06-1795:
Eevert van Geffen verklaart, ter requisitie van de regenten, dat Jan Cortius, molenaar, te Stiphout, zijn schoonzoon, op 12 mei laatstleden, zijnde marktdag, alhier, te Asten, ten huize van hem, declarant, heeft horen zeggen dat hij 28 vat rogge had gekocht van Antoni Timmermans. Dat hij. declarant, namens zijn schoonzoon, op 28 mei laatstleden, is gekomen ten huize van Antonie Timmermans om het voorschreven koren op te halen. Antonie Timmermans heeft aan hem toen 24 vat koren uit de schuur toegemeeten en nog 4 vat van de zolder. Het koren is ten huize van Timmermans blijven liggen tot 3 juni laatstleden. Op 3 juni heeft hij, declarant, zich vervoegd bij de leden der Municipaliteit van Asten en verzocht om het voorschreven koren te mogen brengen naar zijn huis met het aanbod, namens zijn schoonzoon, om het koren te gebruiken ten bate van deze gemeente, door mulder, bakker als anderszinds. En verklaren Eevert van Geffen en Philips Peeter van Bussel, dat zij woensdag, 3 juni, 's avonds, rond 10 uur, zijn gekomen ten huize van Antoni Timmermans, met kar en paard van de tweede ondergetekende en dat zij aldaar hebben opgeladen de 28 vat koren en dit gebracht hebben ten huize van de eerste. En verklaren wij ondergetekende regenten dat wij, op dinsdag, 19 mei laatstleden, met de secretaris Nouhuys, de opschrijving en huysvisitatie hebben gedaan bij Antoni Timmermans en daar alleen hebben gevonden 15 vat rogge.
Everardus Henrici van Geffen is aangesteld als collecteur van de tienden:
Asten Rechterlijk Archief 128 folio 84; 28-08-1795:
Eevert van Geffen, door Leendert van Riet als rentmeester, aangestelde collecteur over de thiendens, alhier, toebehorende aan de Heer en Vrouwe van Asten, verklaart dat hij op verzoek van de ingezetenen van Asten is beginnen te thienden de 6e augustus tot 23 augustus. Wanneer Leendert van Riet, als rentmeester, aan hem gezegd heeft om aan de ingesetenen welke bij hem kwamen om te tienden te antwoorden dat sij alevenwel de thiendens kwamen op te laden ofschoon deselve getient waaren. Dog is den 23e niemand bij hem, comparant, geweest om te versoeken dat veltvrugten mogten getient worden. De comparant verklaart verder dat hem, in kwaliteit als boven, geen kwaad is aangedaan door een of andere ingezetene. Op gisteren, de 27e, is hem door Leendert van Riet gezegd om niet meer te tienden.Asten Rechterlijk Archief 128 folio 85; 12-09-1795:
Mattijs Pieter Slaats verklaart dat hem door Leendert van Riet, als rentmeester van de Heer en Vrouw van Asten, is opgedragen om de klamptiende bij hem, comparant, in pacht den Houterman genaamd in te gaan zamelen en op te varen zoals vanouds is gedaan. Pieter Kanters verklaart dat hij, op de 20e augustus, gekomen is ten huize van Leendert van Riet en aan hem, als rentmeester van de Heer en Vrouwe van Asten, heeft gezegd dat hij, comparant, eenig koorn had staan onder de klampenthienden van de Heer en Vrouwe van Asten gehorende en dat hij gaarne dat koorn soude inhalen, wat hij met de thiende soude aanvangen, of hij, declarant, het selfs mogte thiende. Waarop Leendert van Riet aan hem, declarant, gezegd heeft dat hij naar Eevert van Geffen mocht gaan welke collecteur was.
Een resolutie hierover vinden we terug bij de 'Resolutien van de provisioneele representanten van het volk van Bataafsch Braband, genomen in den jaare 1795'2:
Door de armmeesters worden de goederen van Everardus Henrici van Geffen in beslag genomen vanwege betalingsachterstand en daarna wordt zijn huis en land verkocht aan Dirk Antony Leenen:
Asten Rechterlijk Archief 129 folio 152 verso; 09-01-1800:
Gerardus Hermanus Roosen, vorster, neemt, namens Jan Willem Kolen en Jan Janse Timmermans, armmeesters, 1797-1799, in arrest de vaste goederen staande ten name van Eevert van Geffen tot verhaal van ƒ 16-10-0.Asten Rechterlijk Archief 104 folio 148 verso; 18-03-1800:
Hermanus Gerardus Roosen, vorster en exploiteur, verkoopt, namens Jan Willem Koolen en Jan Janse Timmermans, als armmeesters, 1797-1799, aan Dirk Antony Leenen huis, hof en aangelag, groes en land ten name van Evert van Geffen wegens verschuldigde rente van ƒ 10-10-0 over 1797-1799. Alsmede 1⁄3e deel in een rente van ƒ 5-15-0 per jaar over 1797-1799 te betalen met Jan Marcelis Daniels en Adriaan Lintermans; huis, hof en aangelag en de Hannekesakker 9 lopense 27 roede; land het Liender 47 roede; land en groes in 't Liender 4 lopense 22 roede; land tussen de Weegen 1 lopense 18 roede; land in de Snijerskamp 18 roede; twee percelen groes de Haseldonk het Rood 4 lopense 34 roede; groes de Roetert 42 roede. Belast met ƒ 1-08-2 per jaar aan het Huis van Asten; ƒ 0-07-8 per jaar aan het Geestelijk Comptoir in een meerdere pacht; ƒ 3-10-0 per jaar aan den Armen van Asten; 1⁄3e deel van ƒ 5-15-0 per jaar aan den Armen van Asten; 6 vat rogge per jaar aan het Geefhuis, te 's Hertogenbosch. Koopsom ƒ 690,-.Asten Rechterlijk Archief 104 folio 151 verso; 18-03-1800:
Hermanus Gerardus Roosen, vorster en exploiteur, heeft van de goederen van Evert van Geffen ontvangen ƒ 690,-, na aftrek van ƒ 7,-, zijnde de kosten van officier en schepenen, rest nog ƒ 683,- teneinde eenieder die gerechtigd is het hunne te laten bekome.
Het huizenquohier over de periode 1761-1798 meldt Everardus Henrici van Geffen als eigenaar en bewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 18 Dorp | Bewoners nummer 18 Dorp |
---|---|---|
1761 | Evert van Geffen | Evert van Geffen |
1766 | Evert van Geffen | Evert van Geffen en Hendrien Keijzers |
1771 | Evert van Geffen | Evert van Geffen en Jan Hendrik Meulendijk |
1776 | Evert van Geffen | Evert van Geffen en in de camer Meijntje Smits |
1781 | Evert van Geffen | Evert van Geffen en Willem Slegers |
1798 | Evert van Geffen | Evert van Geffen en Marcelis Verrijt |
Vanaf ongeveer 1770 komt vanuit de Langstraat (zie Voormalig huis G682) Jan Hendrik Meulendijk, geboren te Asten op 11-05-1702 als zoon van Johannes Hendrix en Wilhelmina Thomas Jacobs (zie Berken 7), in het huis wonen. Zijn gezin staat elders beschreven (zie Julianastraat 9). Zijn vrouw, Catharina Frans Lammers, is als Catharina Joannis Meulendijk op 30-01-1772 te Asten overleden en Johannes Jansen van de Meulendijk is vermoedelijk op 03-11-1775 als Johannes Jansen overleden en in zijn overlijdensakte wordt gemeld dat hij in Hernen, een dorp bij Nijmegen, is overleden.
Omdat hij, tijdens zijn werk voor predikant Aelbers (zie Langstraat 22), geregeld naar Nijmegen reisde, is dit goed mogelijk.
Ook is nog bewoner geweest Marcelis Francis Verrijt, geboren te Valkenswaard op 06-08-1745 als zoon van Francis Marceli Verryt en Petronella Martens Hoeijmans. Hij is op 12-10-1782 te Asten getrouwd met Johanna Maria Jansen van de Moosdijk, geboren te Someren op 29-01-1749 als dochter van Johannes Arnoldus van de Moosdyk en Johanna Mathias van Deursen.
Koper van het huis Dirk Antony Leenen is geboren te Asten op 18-09-1763 als zoon van Antoni Petri Leynen en Isabella Joannes Vervoordeldonck (zie Voormalig huis C763). Hij is op 21-05-1797 te Asten getrouwd met Anna Margaretha Judoci van de Cruys, geboren te Asten op 22-09-1777 als dochter van Judocus Joannes van de Cruys en Johanna Thys van Bussel (zie Markt 12):
Het gezin van Dirk Antony Leenen en Anna Margaretha Judoci van de Cruys:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Isabella | Asten 06-09-1798 | Kind | Asten 17-03-1813 | |
2 | Judocus | Asten 03-03-1800 | Ongehuwd | Tongelre 27-05-1867 | Bakker |
3 | Johanna Maria | Asten 05-04-1802 | Ongehuwd | Asten 28-02-1866 | |
4 | Henrica | Asten 22-08-1803 | Ongehuwd | Asten 09-10-1873 | zie Voormalig huis G591 |
5 | Antonia | Asten 15-06-1805 | Ongehuwd | Asten 06-01-1878 | zie Voormalig huis G591 |
6 | Maria Catharina | Asten 14-01-1807 | |||
7 | Antonius | Asten 12-10-1809 | Kind | Asten 04-10-1810 | |
8 | Maria Josepha | Asten 21-03-1811 | Ongehuwd | Asten 02-01-1882 | zie Voormalig huis G591 |
9 | Isabella | Asten 13-06-1813 | Ongehuwd | Asten 02-04-1884 | zie Voormalig huis G591 |
10 | Petronella | Asten 10-06-1815 | Ongehuwd | Asten 19-12-1895 | zie Voormalig huis G591 |
11 | Anna Maria | Asten 26-05-1817 | Kind | Asten 29-05-1817 |
Dirk Antony Leenen woont zelf op de hoek van de huidige Emmastraat en Julianastraat in de richting van de Wolfsberg en volgens het huizenquohier van 1803 verhuurt hij het huis aan derden, waaronder Everardus Henrici van Geffen en Marcelis Verrijt:
Jaar | Eigenaar nummer 18 Dorp | Bewoners nummer 18 Dorp |
---|---|---|
1803 | Dirck Leenen | Marcelis Verrijt en in de kamer Evert van Geffen |
Bewoner Everardus Henrici van Geffen is op 03-06-1808 te Asten overleden en zijn echtgenote Christina Thielen is te Asten op 28-10-1811 overleden. Hieronder de overlijdensakte van Everardus Henrici van Geffen
Bij de verpondingen van 1810 is het huis nog in bezit van Dirk Antony Leenen:
Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 182:
Dirk Leenen bij transport 18-03-1800.
Evert van Geffen.
Nummer 18 nieuw huijs, schuur, hof en aangelag 6 lopense.
Bewoonster Johanna Maria Jansen van de Moosdijk is op 11-12-1810 te Asten overleden en Marcelis Francis Verrijt verhuist waarschijnlijk naar een ander huis en is op 18-01-1823 te Asten overleden. Hun zoon Peter Verrijt, geboren te Asten op 13-12-1787 is op 18-02-1820 te Asten getrouwd Justina Roymans, geboren te Asten op 29-09-1789 als dochter van Willem Henrici Roymans en Catharina Huiberti van Bussel (zie Achterbos 8). Peter Verrijt is op 18-04-1850 te Asten overleden.
Dirk Antony Leenen verkoopt het huis enkele jaren later aan Mathijs van Alphen:
Notarieel Archief Asten 36-63; 30-08-1813:
Dirk Antoon Leenen verkoopt aan Matheus van Alphen, een huis, tuin en land, groot 9 lopense 27 roeden, bij koop van Evert van Geffen op 08-03-1800, ene zijde Nicolaas van Stiphout, andere zijde weduwe Jan van den Heuvel.
Mathijs van Alphen is geboren te Tongelre op 28-04-1782 als zoon van Adrianus van Alphen en Johanna Straetman. Hij is op 17-09-1812 te Asten getrouwd met Catharina Johannes Joannis Broens, geboren te Asten op 22-11-1791 als dochter van Johannes Broens en Anna Gertruida Wilhelmi van den Eerenbeemt:
Het gezin van Mathijs van Alphen en Catharina Johannes Broens:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna Maria | Asten 06-07-1813 | Asten 12-09-1835 Judocus van de Ven |
Asten 06-02-1900 | zie Voormalig huis G1109 |
2 | Adrianus | Asten 31-05-1815 | Kind | Asten 16-06-1815 | |
3 | Anna Maria | Asten 14-12-1816 | Helmond 25-04-1844 Francis van Brussel |
Helmond 21-11-1895 | |
4 | Joannes | Asten 10-04-1819 | Asten 13-05-1848 Johanna Lemmens Asten 21-07-1854 Hendrica van Lierop |
Asten 20-04-1864 | zie Voormalig huis G927 |
5 | Adrianus | Asten 17-02-1822 | Ongehuwd | Asten 25-05-1849 | |
6 | Willem | Asten 20-08-1824 | Kind | Asten 02-02-1826 |
Mathijs van Alphen is op 23-10-1825 te Asten overleden en bij het kadaster staan twee huizen op naam van zijn weduwe Catharina Johannes Broens:
Kadaster 1811-1832; G773:
Huis en erf, groot 01 roede 07 el, de Hemel, klassen 9.Kadaster 1811-1832; G774:
Huis en erf, groot 03 roede 40 el, de Hemel, klassen 9.
Eigenaar: Weduwe van Mathijs van Alphen.
Beide huizen zijn in 1837 door brand verwoest en daarna heropgebouwd tot het westelijk gelegen kleinere huis met kadasternummer G926 (zie hieronder), bewoond door de weduwe van Mathijs van Alphen en een huis met kadasternummer G927 (zie Voormalig huis G927) bewoond door zoon Johannes van Alphen.
Catharina Johannes Broens is op 23-02-1827 hertrouwd met Mathias Voermans, geboren te Asten op 11-11-1798 als zoon van Francis Nicolai Voermans en Antonetta Francisci van Heugten (zie Voormalig huis F1249). Mathias Voermans is op 12-08-1851 te Asten overleden en Catharina Johannes Broens komen we tegen in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 op huizingnummer A130b:
Catharina Johannes Broens is op 16-09-1866 te Asten overleden en dochter Martina Voermans, geboren te Asten op 02-12-1827, woont daarna samen haar broer Francis Voermans in het huis met over de periode 1869-1879 huizingnummer A194:
Ook in de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A197:
Rond 1882 verhuizen zij naar A84 en de nieuwe bewoner is Theodorus Zeegers, geboren te Asten op 18-08-1810 als zoon van Joannus Theodorus Segers en Joanna Maria Verheijen. Hij is als dagloner op 04-05-1838 te Asten getrouwd met Maria Josepha van Bussel, geboren te Asten op 17-11-1803 als dochter van Mathijs van Bussel en Anna Maria Verhoeven.
In 1885 verhuizen zij naar A167 en het huis wordt daarna bewoond door Johannes de Gruiter, geboren te Asten op 26-02-1863 als zoon van Johannes de Gruiter en Everdina Brouwers. Hij is als dagloner op 09-03-1885 te Asten getrouwd met Antonia van Laanen, geboren te Asten op 15-10-1859 als dochter van Wilhelmus van Laanen en Wilhelmina van de Kerkhof.
In 1886 vertrekken zij naar Venlo en de volgende bewoner is Theodorus Bartholomeus Gellings, geboren te Bergen op 26-08-1854 als zoon van Hendrick Gellings en Maria Sibilla Elders. Hij is als kuiper op 07-05-1883 te Asten getrouwd met Anna Maria Smits, geboren te Asten op 28-12-1850 als dochter van Joannes Smits en Wilhelmina Peeters.
Aan het einde van de periode verhuizen zij naar A157 en het huis is in 1884 samen met het nevenstaande huis toebedeeld aan Gerardus van der Loo (zie Voormalig huis G927). In 1888 bestaan de twee huizen uit drie woningen met kadasternummers G1691, G1692 en G1693 en onderaan de bovenstaande staat staat dat het huis daarna bewoond wordt door Willem Martens en Lambertus Klinkenberg.
In een deel van het huis woont Willem Martens, geboren te Asten op 05-04-1849 als zoon van Hendrik Martens en Johanna Slaats (zie Zand 2 en 4). Hij is als dagloner op 26-01-1883 te Asten getrouwd met Antonia Koolen, geboren te Asten op 05-11-1852 als dochter van Theodorus Koolen en Maria Haasen (zie Voormalig huis F178). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1890-1900 wonen zij in het huis met huizingnummer A204:
In 1893 verhuizen zij naar A201 (zie Voormalig huis G1109) en de nieuwe bewoner is Lucas Leijten, geboren op 09-07-1844 te Vlierden als zoon van Johannes Leijten en Johanna van Gerwen. Hij is als dagloner op 15-02-1884 te Asten getrouwd met Antonia Boerekamps, geboren te Asten op 26-08-1859 als dochter van Godefridus Boerekamps en Maria Lintermans.
Lucas Leijten verhuist met zijn gezin in 1894 naar D43 en het huis wordt daarna bewoond door Wilhelmus Kuipers, geboren te Zwaluwe op 01-09-1856 als zoon van Cornelis Kuijpers en Geertruida Krijnen. Hij is als dagloner op 02-08-1890 te Asten getrouwd met Maria Elisabeth Peeters, geboren te Asten op 13-03-1865 als dochter van Peter Peeters en Hendrina van de Vijfeijken.
In 1895 vertrekken zij naar Zwaluwe en de volgende bewoner is Laurens Lodewijk Meulendijks, geboren te Asten op 31-12-1868 als zoon van Johannes Meulendijks en Francisca Scheuninks. Hij is als klompenmaker op 07-04-1893 te Asten getrouwd met Johanna Heesakkers, geboren te Schijndel op 01-08-1863 als dochter van Hendrikus Heesakkers en Hendrien van der Heijden. Zij verhuizen aan het einde van de periode naar A264.
Het andere deel van het huis wordt bewoond door Lambertus Klinkenberg, geboren op 13-04-1846 te Asten als zoon van Johannes Klinkenberg en Francijna Aarts. Hij woont als dagloner samen met zijn zuster Hendrica Klinkenberg ook in de periode 1890-1900 in het huis met huizingnummer A204a:
Zij verhuizen in 1893 naar A181 en de nieuwe bewoner is Gordina Manders, geboren op 19-07-1842 te Lierop als dochter van Joost Manders en Josina Peters. Zij is sinds 24-04-1882 weduwe van Laurens van den Heuvel, geboren te Deurne op 10-08-1837 als zoon van Peter van den Heuvel en Anna Maria Verheijen, met wie zij op 27-04-1864 te Vlierden getrouwd was. In 1896 vertrekken zij naar A79 en dit deel van het huis is daarna niet meer bewoond.
Vanuit het nevenstaande huis (zie Voormalig huis G927) komt in het huis wonen eigenaar Gerardus van der Loo, geboren te Sint Oedenrode op 23-07-1850 als zoon van Hendrikus van der Loo en Petronella de Kroon. Hij is als houtzager op 09-01-1879 getrouwd met Antonia van Alphen, geboren op 21-03-1851 te Asten als dochter van Johannes van Alphen en Johanna Lemmens (zie Voormalig huis G927). In de krant de Zuid-Willemsvaart van 18-11-1899 biedt hij dit huis en het naastgelegen huis te koop aan:
Beide huizen zijn gekocht door de tramwegmaatschappij Eindhoven-Geldrop, zoals te lezen is in de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-09-1903:
De woningen worden verhuurd en in de periode 1900-1910 woont Gerardus van der Loo met zijn gezin in het huis met huizingnummer A216:
Gerardus van der Loo verhuist met zijn gezin naar A219d (zie Kerkstraat 30). Beide huizen worden rond 1910 samen met andere woningen in bezit van de tramwegmaatschappij Eindhoven-Geldrop in de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-12-1909 te koop aangeboden:
De koper is Franciscus van Helmond, die de beide huizen tot twee nieuwe woningen met kadasternummers G2080 en G2081 (zie Voormalig huis G927) opbouwt en hij verhuurt de huizen aan derden.
De nieuwe bewoner is Wilhelmus Althuizen, geboren te Bakel op 12-10-1837 als zoon van Nicolaas Althuizen en Maria Aelbers en kleinzoon van Hendrik Althuijzen (zie ook Voormalig huis G601). Hij is sinds 04-09-1899 weduwnaar van Cornelia Maria van Bladel, geboren te Herpt op 07-02-1820 als dochter van Hendrikus van Bladel en Ida van den Pangaard, met wie hij op 11-08-1868 te Oudheusden getrouwd was. Wilhelmus Althuizen is op 16-08-1900 te Vught hertrouwd met Johanna Janssen, geboren te Asten op 12-05-1843 als dochter van Theodorus Janssen en Johanna Maria Jansen (zie Voormalig huis G498). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 komen zij vanaf 1914 uit A49 (zie Voormalig huis G215) in het huis met huizingnummer A242 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 23-03-1918 verkoopt Willem Althuizen zijn inboedel:
Zij verhuizen rond 1918 naar het Liefdehuis; Johanna Janssen is op 21-11-1920 te Asten overleden en Wilhelmus Althuizen is op 01-05-1921 te Asten overleden.
In het huis komt wonen Peter van der Heijden, geboren te Asten op 24-09-1878 als zoon van Johannes van der Heijden en Petronella Verheijen. Hij is als sjouwer op 24-04-1903 te Asten getrouwd met Johanna Mikkers, geboren te Asten op 17-10-1878 als dochter van Johannes Mikkers en Antonia Bukkems. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 komen zij vanuit A306 in het huis met huizingnummer A242 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 21-11-1906 en van 18-06-1910 de geboortes van zonen Johannes Franciscus en Adrianus Antonius:
![]() |
![]() |
Het huis is in 1918 verkocht aan de naamloze vennootschap Amsterdamsche Handelsbank en Asten Creameries en in 1923 doorverkocht Johannes Hendrikszoon Boerkamps. Al die tijd blijft het huis verhuurd en ook over de periode 1920-1930 woont Peter van der Heijden met zijn gezin in het huis met huizingnummer A276, ook bekend staand als Julianastraat 22:
Ook in de periode 1930-1938 woont Petrus van der Heijden met zijn gezin in het huis aan de Julianastraat 22:
In 1935 krijgt het huis samen met het naastgelegen huis (zie Voormalig huis G927) het kadasternummer G2421. Petrus van der Heijden en Johanna Mikkers verhuizen met hun gezin in 1936 naar Sint Jozefstraat 2 en het huis wordt daarna bewoond door Aloijsius Beekman, geboren te Deurne op 20-02-1908 als zoon van Bernardus Beekman en Johanna Catharina Kerver. Hij is als landbouwer op 03-06-1936 te Asten getrouwd met Johanna Petronella van de Ven, geboren te Helmond op 23-10-1911 als dochter van Willem van de Ven en Wilhelmina van Moorsel. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 22:
Zij verhuizen in 1937 via Stegen 16 naar Kerkstraat 58 en de nieuwe huurder van het huis is Hendricus Adrianus Johannes van Hoof, geboren te Helmond op 01-12-1914 als zoon van Henricus Johannes van Hoof en Godefrida van Hout. Hij is als chauffeur op 23-01-1937 te Helmond getrouwd met Johanna Petronella de Kimpe, geboren te Helmond op 13-04-1916 als dochter van Hendricus Josephus de Kimpe en Johanna Maria Antonia Spierings. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 22:
Zij verhuizen kort daarna naar het nevenstaande huis op Julianastraat 24 (zie Voormalig huis G927) en de nieuwe huurder is Antonius Arnoldus Sprenkels, geboren te Berlicum op 28-10-1896 als zoon van Lambertus Sprenkels en Petronella Janssen. Hij is als schoenmaker op 10-06-1929 te Asten getrouwd met Maria Cortooms, geboren op 18-06-1897 te Asten als dochter van Laurens Cortooms en Anna Maria van Oosterhout. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Julianastraat 36 in het huis aan de Julianastraat 22 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-09-1941 de geboorte van zoon Marinus:
Op basis van onderstaande advertenties in het Peelbelang van 27-01-1945 voor de verkoop van een kar en in het Helmondsch dagblad van 11-06-1945 het ruilen van een slagkar, valt op te maken dat Johannes Hoefnagels het huis nog heeft bewoond:
![]() |
![]() |
Nog later is in dit huis de textielwinkel Verdonschot-van Heugten gevestigd, waarvan hieronder een etalagefoto:
Overzicht bewoners
Huis in het Derp
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1625 | Dirck Fransen | ±1595 | Dirck Fransen | ±1595 |
1665 | weduwe Dirck Fransen | ±1600 | weduwe Dirck Fransen | ±1600 |
1676 | Pauwels Dirck Fransen | Asten ±1636 | Pauwels Dirck Fransen | Asten ±1636 |
1685 | weduwe Pauwels Dirck Fransen | Asten ±1646 | Luycas Huberti van der Loo | Asten ±1653 |
1692 | Johannes Pauwels Cremers | Asten 05-09-1678 | Johannes Pauwels Cremers | Asten 05-09-1678 |
1714 | wed Johannes Pauwels Cremers | Asten 05-10-1683 | Peeter Jansen Hoefnagels | Asten 06-09-1680 |
Dorp huis 18
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | Peeter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 | Peeter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 |
1741 | Peter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 | Peter Janse van de Leensel | Asten 06-09-1680 |
1746 | Peter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 | Jan Peter Hoefnagels | Asten 01-09-1716 |
1751 | Peter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 | Jan Hoefnagels | Asten 01-09-1716 |
1756 | afgebrooke | een huijs nieuw opgetimmert | ||
1761 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 |
1766 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 | Evert van Geffen en Hendrien Keijzers | Helmond 25-09-1732 |
1771 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 | Evert van Geffen en Jan Hendrik Meulendijk | Helmond 25-09-1732 |
1776 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 | Evert v Geffen en in de camer Meijntje Smits | Helmond 25-09-1732 |
1781 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 | Evert van Geffen en Willem Slegers | Helmond 25-09-1732 |
1798 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 | Evert van Geffen en Marcelis Verrijt | Helmond 25-09-1732 |
1803 | Dirck Leenen | Asten 05-09-1778 | Marcelis Verrijt en in de kamer Evert van Geffen | Valkenwaard 06-08-1745 |
Kadasternummer G774
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G774 | 1832 | Mathias Voermans | Asten 11-11-1798 |
Julianastraat 22
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1808 | Evert van Geffen | Helmond 25-09-1732 | Christina Thielen | Someren 10-02-1745 | † 03-06-1808 | |
1808-1812 | Christina Thielen | Someren 10-02-1745 | weduwe van Geffen | † 28-10-1811 | ||
1813-1825 | Mathijs van Alphen | Tongelre 28-04-1782 | Catharina Broens | Asten 22-11-1791 | † 23-10-1825 | |
1825-1827 | Catharina Broens | Asten 22-11-1791 | weduwe van Alphen | |||
1827-1837 | Mathias Voermans | Asten 11-11-1798 | Catharina Broens | Asten 22-11-1791 | ||
1837 | huis is afgebrand en heropgebouwd tot twee woningen | |||||
G926 | 1837-1851 | Mathias Voermans | Asten 11-11-1798 | Catharina Broens | Asten 22-11-1791 | † 12-08-1851 |
G926 | 1851-1859 | Catharina Broens | Asten 22-11-1791 | weduwe Voermans | ||
A130b | 1859-1866 | Catharina Broens | Asten 22-11-1791 | weduwe Voermans | † 16-09-1866 | |
A130b | 1866-1869 | Martina Voermans | Asten 02-12-1827 | met broer | ||
A194 | 1869-1879 | Martina Voermans | Asten 02-12-1827 | met broer | ||
A197 | 1879-1882 | Martina Voermans | Asten 02-12-1827 | met broer | naar A84 | |
A197 | 1882-1885 | Theodorus Zeegers | Asten 18-08-1810 | Maria Josepha van Bussel | Asten 17-11-1803 | naar A167 |
A197 | 1885-1886 | Johannes de Gruiter | Asten 26-02-1863 | Antonia van Laanen | Asten 15-10-1859 | Venlo |
A197 | 1886-1890 | Theodorus Gellings | Bergen 26-08-1854 | Anna Maria Smits | Asten 28-12-1850 | naar A157 |
A204a | 1890-1893 | Lambert Klinkenberg | Asten 13-04-1846 | met zus | naar A181 | |
A204a | 1893-1896 | Gordina Manders | Lierop 19-07-1842 | weduwe vaan den Heuvel | naar A79 | |
A204 | 1890-1893 | Wilhelmus Martens | Asten 05-04-1849 | Antonia Koolen | Asten 05-11-1852 | naar A201 |
A204 | 1893-1894 | Lucas Leijten | Vlierden 09-07-1844 | Antonia Boerekamps | Asten 26-08-1859 | naar D43 |
A204 | 1894-1895 | Wilhelmus Kuipers | Zwaluwe 01-09-1856 | Maria Elisabeth Peeters | Asten 13-03-1865 | Zwaluwe |
A204 | 1895-1900 | Laurens Meulendijks | Asten 31-12-1868 | Johanna Heesakkers | Schijndel 01-08-1863 | naar A264 |
A216 | 1900-1909 | Gerardus van der Loo | Sint Oedenrode 23-07-1850 | Antonia van Alphen | Asten 21-03-1851 | naar A267 |
A242 | 1910-1918 | Wilhelmus Althuizen | Bakel 12-10-1837 | Johanna Janssen | Asten 12-05-1843 | naar A257 |
A242 | 1918-1920 | Peter van der Heijden | Asten 24-09-1878 | Johanna Mikkers | Asten 17-10-1878 | |
A276 | 1920-1930 | Peter van der Heijden | Asten 24-09-1878 | Johanna Mikkers | Asten 17-10-1878 | |
22 | 1930-1936 | Peter van der Heijden | Asten 24-09-1878 | Johanna Mikkers | Asten 17-10-1878 | Sint Jozefstraat 2 |
22 | 1936-1937 | Aloijsius Beekman | Deurne 20-02-1908 | Johanna van de Ven | Helmond 23-10-1911 | Stegen 16 |
22 | 1937-1938 | Hendrikus van Hoof | Helmond 01-12-1914 | Johanna de Kimpe | Helmond 13-04-1916 | Julianastraat 24 |
22 | 1938 | Antonius Sprenkels | Berlicum 28-10-1896 | Maria Cortooms | Asten 18-06-1897 |
Referenties
- ^Mitleydiger Artzt überhaupt gegen alle Arme Krancke (https://books.google.nl/books?id=CpfGwkCQo_cC))
- ^Resolutien van de provisioneele representanten van het volk van Bataafsch Braband, genomen in den jaare 1795 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?objectsearch=asten&coll=boeken&identifier=dpo:7113:mpeg21:0471)
Voormalig huis G927
Dit afgesplitste huis (zie Voormalig huis G773 en G774) is overgegaan op Johannes van Alphen, geboren te Asten op 09-04-1814, als zoon van Mathijs van Alphen en Catharina Johannes Broens. Hij is als blauwverver te Asten op 13-05-1848 getrouwd met Johanna Lemmens, geboren te Asten op 24-07-1823 als dochter van Johannes Lemmens en Johanna Maria van Bussel. Na haar overlijden te Asten op 02-01-1854 is Johannes van Alphen op 21-07-1854 te Asten hertrouwd met Hendrina van Lierop, geboren te Asten op 14-06-1810 als dochter van Joannes van Lierop en Maria Rooijmans. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis met huizingnummer A130a:
Johannes van Alphen is op 20-04-1864 te Asten overleden en Hendrina van Lierop woont ook over de periode 1869-1879 en in de periode 1879-1890 in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A193 en A196:
Hendrina van Lierop is op 28-05-1882 te Asten overleden en bij de erfdeling wordt het huis toebedeeld aan houtzager Gerardus van der Loo. Stiefdochter Antonia van Alphen, geboren te Asten op 21-03-1851 als dochter van Johannes van Alphen en Johanna Lemmens is te Asten op 09-01-1879 getrouwd met Gerardus van der Loo, geboren te Sint Oedenrode op 23-07-1850 als zoon van Hendrikus van der Loo en Petronella de Kroon. In 1888 bestaan de twee huizen uit drie woningen met kadasternummer G1691, G1692 en G1693.
Een deel van het huis met huizingnummer A196a wordt vanaf 1882 bewoond door Antonetta Goossens, geboren op 08-02-1821 te Deurne als dochter van Francis Goossens en Petronella Marel. Zij is sinds 03-04-1881 weduwe van Petrus van Heugten, geboren te Asten op 31-08-1817 als zoon van Theodorus van Heugten en Joanna van den Eijnden, met wie zij op 23-04-1852 te Asten getrouwd was. Antonetta Goossens verhuist kort daarna naar A194.
Later wordt dit deel bewoond door Johannes Linden, geboren te Asten op 01-02-1866 als zoon van Lambert Linden en Catharina Bukkems (zie Koningsplein 6). Hij is als kleermaker op 03-02-1893 te Asten getrouwd met Petronella van Empel, geboren te Asten op 30-11-1868 als dochter van Johannes Hubertus van Empel en Petronella Verberne (zie Prins Bernhardstraat 29). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1890-1900 komen zij vanuit Eindhoven in de woning met huizingnummer A203a wonen:
Een half jaar later verhuist Johannes Linden naar D46a (zie Kerkstraat 72) en is de nieuwe bewoner Petrus van Veghel, geboren te Geldrop op 26-09-1874 als zoon van Andries van Veghel en Johanna Maria van der Loo. Hij is als kuiper op 16-11-1896 te Helmond getrouwd met Elisabeth Slegers, geboren te Helmond op 16-10-1875 als dochter van Gerardus Slegers en Petronella Vinken.
Zij verhuizen aan het einde van de periode via A174a naar Helmond en vanuit Nederweert komt Heinrich Ludwig Bongartz, geboren te Sankt Thönis op 07-09-1863 als zoon van Gottfried Bongartz en Margaretha Verstappen. Hij is op 19-08-1899 te Nederweert getrouwd met Johanna Maria Hendriks geboren te Nederweert op 21-12-1852 als dochter van Peter Hendriks en Elisabeth van Tongerlo. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1900-1910 wonen zij in de woning met huizingnummer A215:
Heinrich Ludwig Bongartz heeft nogal wat problemen met de buurtkinderen en de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-03-1903 noemt eigenaar Gerardus van der Loo en de huurder Bongartz die nog niet aanwezig was:
Drie weken later wordt er in de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-03-1903 meer duidelijk over wat als straatjongenszaak bekend staat. De kwajongens zijn Piet van der Loo en Hendrikus van der Loo, twee zonen van de verhuurder, en enkele jongens van buurman Lambertus Bekx, die verderop in deze beschrijving nog voorkomt
De jongens wordt een straf opgelegd en na dit voorval is Heinrich Ludwig Bongartz met zijn gezin teruggekeerd naar Nederweert. Heinrich Ludwig Bongartz is overleden en Johanna Maria Hendriks is op 31-01-1942 te Nederweert overleden.
De woning wordt daarna bewoond door Jacobus Boerekamps, geboren te Asten op 21-02-1877 als zoon van Hendrikus Boerekamps en Josijna van Soest. Hij is als houtzager op 24-04-1903 te Asten getrouwd met Anna Maria Joosten, geboren te Deurne op 03-05-1881 als dochter van Pieter Joosten en Maria van Someren.
Zij verhuizen in april 1904 naar de Wolfsberg (zie Voormalig huis G994) en de nieuwe bewoner is Petronella Welten, geboren te Asten op 19-01-1837 als dochter van Dirk Welten en Hendrina van Vlerken. Samen met haar zus Hendrika Welten, geboren te Asten op 22-04-1849, wonen zij tot het overlijden van Petronella Welten op 06-09-1906 in de woning.
Hendrika Welten vertrekt daarna naar de Driehoek (zie Driehoekstraat 14) en de woning wordt daarna bewoond door Antonet van Heugten, geboren te Someren op 03-06-1833 als dochter van Antonie van Heugten en Anna van Horrik. Antonet van Heugten is op 28-12-1910 te Asten overleden en er zijn geen verdere aanknopingspunten voor de bewoningsgeschiedenis van deze woning.
De andere woning wordt, zoals eerder hierboven te zien was, bewoond door Maria Lucas, geboren te Someren op 09-01-1827 als dochter van Willem Lucas en Maria Hurkmans. Zij is sinds 21-05-1875 weduwe van Hendrikus Peeters, geboren te Asten op 10-10-1823 als zoon van Christiaan Peeters en Petronella van de Zanden, met wie zij op 25-02-1859 te Asten getrouwd was. Ook in de periode 1890-1900 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A202:
Maria Lucas is dan van beroep baker en verhuist met haar gezin in 1897 naar A136b, waarna het huis wordt bewoond door Jacobus Aarts, geboren te Asten op 18-05-1872 als zoon van Johannes Aarts en Hendrina Strijbosch. Hij is als arbeider op 12-02-1897 te Asten getrouwd met Johanna van Leunen, geboren te Asten op 14-10-1858 als dochter van Hubertus van Leunen en Johanna Maria Rooijakkers. Zij is sinds 04-02-1895 weduwe van Martinus Maas, geboren te Lieshout op 07-02-1859 als zoon van Christiaan Maas en Hendrica Slegers, met wie zij op 06-02-1889 te Asten getrouwd was.
Zij vertrekken in 1900 naar D44 en eigenaar Gerardus van der Loo woont in het andere deel van het huis met over de periode 1890-1900 huizingnummer A203:
Gerardus van der Loo biedt het huis en het nevenstaande huis te koop aan in de krant de Zuid-Willemsvaart van 18-11-1899:
De huizen zijn gekocht door de tramwegmaatschappij Eindhoven-Geldrop en Gerardus van der Loo verhuist met zijn gezin naar het nevenstaande huis (zie Voormalig huis G773 en G774).
De nieuwe bewoner is fabrieksarbeider Lambertus Bekx, geboren te Asten op 02-01-1860 als zoon van Jacobus Bekx en Anna Maria Welten. Hij is sinds 12-05-1900 weduwnaar van Maria Petronella van de Mortel, geboren te Someren op 11-02-1860 als dochter van Arnoldus van de Mortel en Maria Elisabeth Paulussen, met wie hij op 20-04-1887 te Someren getrouwd was.
Lambertus Bekx is op 26-10-1900 te Asten hertrouwd met Petronella van Bussel, geboren te Asten op 16-12-1872 als dochter van Philippus van Bussel en Francina Berkers. Ook in de periode 1900-1910 wonen zij in het huis met huizingnummer A218:
Zij verhuizen in 1909 naar Stratum en vanuit Meijel komt in het huis wonen Hendrik van de Mortel, geboren te Meijel op 04-04-1882 als zoon van Hendrik van de Mortel en Clara Jacobs. Hij is te Asten op 22-11-1907 getrouwd met Martha van Veghel, geboren te Asten op 25-03-1885 als dochter van Andries van Veghel en Johanna Maria van der Loo. Aan het einde van de periode verhuist Hendrik van de Mortel met zijn gezin naar D47a.
Samen met nog andere huizen wordt dit huis door Tramwegmaatschappij Eindhoven-Geldrop doorverkocht in de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-12-1909:
Koper Franciscus van Helmond verbouwt het huis tot twee nieuwe woningen met kadasternummers G2080 (zie Voormalig huis G773 en G774) en G2081 en hij verhuurt de huizen aan derden.
Het nieuw gebouwde huis wordt bewoond door Jacobus Zeegers, geboren te Asten op 16-02-1870 als zoon van Hendrikus Zegers en Antonia Bukkems (zie Voormalig huis G1462). Hij is als arbeider op 07-05-1897 te Asten getrouwd met Johanna van Hoek, geboren op 01-10-1872 te Asten als dochter van Antonie van Hoek en Rosina Ceelen (zie Emmastraat 60). Zij komen vanuit A227 (zie Voormalig huis G547) en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met huizingnummer A241:
Linksonder een oude foto van de Julianastraat in Asten met in het midden het huis van Jacobus Zegers en rechtsonder in de krant de Zuid-Willemsvaart 22-03-1913 en van 10-10-1914 de geboortes van dochter Francisca Maria en zoon Hendrikus:
![]() |
|
Aan het einde van de periode verhuizen zij naar A366 en in het huis komt wonen Johannes van der Heijden, geboren te Asten op 03-01-1880 als zoon van Johannes van der Heijden en Petronella Verheijen. Hij is als arbeider op 05-05-1905 te Asten getrouwd met Catharina Peeters, geboren te Asten op 18-08-1878 als dochter van Peter Peeters en Hendrina van de Vijfeijken. In het bevolkingsregister van Asten in de periode 1910-1920 komen zij vanuit A193 in het huis met huizingnummer A241 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-12-1908 en van 23-07-1910 de geboortes van zoon Petrus Johannes en van dochter Johanna Maria:
![]() |
![]() |
Het huis is in 1918 verkocht aan de naamloze vennootschap Amsterdamsche Handelsbank en Asten Creameries en in 1923 doorverkocht Johannes Hendrikszoon Boerkamps. Al die tijd blijft het huis verhuurd en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 woont Johannes van der Heijden met zijn gezin in het huis met huizingnummer A275, ook bekend staand als Julianastraat 24:
Ook in de periode 1930-1938 wonen Johannes van der Heijden en Catharina Peeters met hun gezin in het huis aan de Julianastraat 24:
In 1935 krijgt het huis samen met het naastgelegen huis (zie Voormalig huis G773 en G774) het kadasternummer G2421. Catharina Peeters is op 20-06-1934 te Asten overleden en Johannes van der Heijden verhuist rond 1937 met zijn gezin naar de Stationstraat 25A. Vanuit Julianastraat 22 komt in het huis wonen Hendricus Adrianus Johannes van Hoof, geboren te Helmond op 01-12-1914 als zoon van Henricus Johannes van Hoof en Godefrida van Hout. Hij is als chauffeur op 23-01-1937 te Helmond getrouwd met Johanna Petronella de Kimpe, geboren te Helmond op 13-04-1916 als dochter van Hendricus Josephus de Kimpe en Johanna Maria Antonia Spierings. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 24:
Zij verhuizen in 1938 naar Helmond en in het huis komt wonen Wilhelmus Joseph van Dinther, geboren te Deurne op 14-04-1896 als zoon van Johannes Wilhelmus van Dinther en Anna Maria Goossens. Hij is als arbeider op 18-01-1924 te Asten getrouwd met Petronella van Helmond, geboren te Asten op 21-11-1894 als dochter van Hubertus van Helmond en Petronella Marcus. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 24:
Later is dit huis nog in bezit gekomen van Johannes Antonius (Antoon) Bekken, geboren te Gardingen op 06-09-1898 als zoon van Johannes Antonius Bekken en Martina Geertruida van Leuteren. Hij is als timmerman op 02-05-1932 te Asten getrouwd met Francisca Catharina (Ciska) Ceelen, geboren te Asten op 14-02-1908 als dochter van Johannes Ceelen en Maria Haazen (zie Voormalig huis C1308).
In het Peelbelang van 12-05-1945 verkoopt Antoon Bekken een radio en konijnen:
Johannes Antonius (Antoon) Bekken had na de Tweede Wereldoorlog nog een tabakswinkel aan de Julianastraat. Hij is op 20-10-1972 te Geldrop overleden en Francisca Catharina (Ciska) Ceelen is op 08-10-1993 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
Hieronder nog een foto uit 1959 van het huwelijk van dochter Maria Bekken en Martien van Helmond met achteraan van links naar rechts Hendrika Maria (Drika) van Bussel, Petrus (Piet) van Helmond, Martinus Jacobus (Martien) van Helmond, Maria Bekken, Johannes Antonius (Antoon) Bekken en Francisca Catharina (Ciska) Ceelen:
Hieronder een etalagefoto uit 1955 van de tabakswinkel van Antoon Bekken:
Hieronder nog een foto van de winkel van Antoon Bekken:
Overzicht bewoners
Julianastraat 24
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1837-1848 | Johannes van Alphen | Asten 09-04-1814 | met familie | |||
1848-1854 | Johannes van Alphen | Asten 09-04-1814 | Johanna Lemmens | Asten 24-07-1823 | † 02-01-1854 | |
1854-1859 | Johannes van Alphen | Asten 09-04-1814 | Hendrina van Lierop | Asten 14-06-1810 | ||
A130a | 1859-1864 | Johannes van Alphen | Asten 09-04-1814 | Hendrina van Lierop | Asten 14-06-1810 | † 20-04-1864 |
A130a | 1864-1869 | Hendrina van Lierop | Asten 14-06-1810 | weduwe van Alphen | ||
A193 | 1869-1879 | Hendrina van Lierop | Asten 14-06-1810 | weduwe van Alphen | ||
A196 | 1879-1882 | Hendrina van Lierop | Asten 14-06-1810 | weduwe van Alphen | † 28-05-1882 | |
A196 | 1882-1890 | Gerardus van der Loo | Sint Oedenrode 23-07-1850 | Antonia van Alphen | Asten 21-03-1851 | |
A203 | 1890-1900 | Gerardus van der Loo | Sint Oedenrode 23-07-1850 | Antonia van Alphen | Asten 21-03-1851 | naar A219 |
Tijdelijke | afsplitsingen | of onderverhuringen | ||||
A196a | 1882-1883 | Antonetta Goossens | Deurne 08-02-1821 | weduwe van Heugten | naar A194 | |
A203a | 1899-1899 | Johannes Linden | Asten 01-02-1866 | Petronella van Empel | Asten 30-11-1868 | naar D46a |
A203a | 1899-1900 | Petrus van Veghel | Geldrop 26-09-1874 | Elisabeth Slegers | Helmond 16-10-1875 | naar A174a |
A215 | 1900-1903 | Heinrich Ludwig Bongartz | Sankt Thönis (D) 07-09-1863 | Joanna Maria Hendriks | Nederweert 21-12-1852 | Nederweert |
A215 | 1903-1904 | Jacobus Boerekamps | Asten 22-02-1872 | Anna Maria Joosten | Deurne 03-05-1881 | |
A215 | 1904-1906 | Petronella Welten | Asten 19-01-1837 | met zus | † 06-09-1906 | |
A215 | 1907-1910 | Antonetta van Heugten | Someren 03-06-1833 | † 28-12-1910 | ||
A202 | 1890-1897 | Maria Lucas | Someren 09-01-1827 | weduwe Peeters | naar A136b | |
A202 | 1897-1899 | Jacobus Aarts | Asten 18-05-1872 | Johanna van Leunen | Asten 14-10-1858 | naar D44 |
A202 | 1899-1900 | Lambertus Bekx | Asten 02-01-1860 | Maria Petronella van de Mortel | Someren 11-02-1860 | † 12-05-1900 |
A218 | 1900-1909 | Lambertus Bekx | Asten 02-01-1860 | Petronella van Bussel | Asten 16-12-1872 | Stratum |
A218 | 1909-1910 | Hendrik van de Mortel | Meijel 04-04-1882 | Martha van Veghel | Asten 25-03-1885 | naar D47a |
A241 | 1910-1918 | Jacobus Zeegers | Asten 16-02-1870 | Johanna van Hoek | Asten 01-10-1872 | naar A366 |
A241 | 1918-1920 | Johannes van der Heijden | Asten 03-01-1880 | Catharina Peeters | Asten 18-08-1878 | |
A275 | 1920-1930 | Johannes van der Heijden | Asten 03-01-1880 | Catharina Peeters | Asten 18-08-1878 | |
24 | 1930-1934 | Johannes van der Heijden | Asten 03-01-1880 | Catharina Peeters | Asten 18-08-1878 | † 20-06-1934 |
24 | 1934-1837 | Johannes van der Heijden | Asten 03-01-1880 | met kinderen | Stationstr 25A | |
24 | 1937-1938 | Hendricus van Hoof | Helmond 01-12-1914 | Johanna de Kimpe | Helmond 13-04-1916 | Helmond |
24 | 1938 | Wilhelmus van Dinther | Deurne 14-04-1896 | Petronella van Helmond | Asten 21-11-1894 |
Voormalig huis G778
Dit uit rond 1740 daterend huis is in eigendom van Peeter Jansen Hoefnagels, geboren op 06-09-1680 te Asten als zoon van Johannes Gijsbertus Hoefnagels en Elisabeth Peter Loomans. Hij is op te Asten 22-07-1715 getrouwd met Heylke Dircx Cuypers, geboren te Asten op 05-10-1683 als dochter van Theodorus Anthonis de Cuyper en Anna Joannis Baltis en weduwe van Johannes Pauwels Cremers (zie Voormalig huis G773 en G774):
Het gezin van Peeter Jansen Hoefnagels en Heylke Dircx Cuypers:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 01-09-1716 | Son 24-04-1744 Elisabeth Antoni van den Berg Asten 13-05-1753 Alegonda Giele Zeegers |
Asten 27-03-1776 |
dochter Hendrica |
2 | Elisabeth | Asten 28-11-1719 | Asten 10-12-1747 Johannes Jansen Walravens |
Asten 04-02-1790 | zie Voormalig huis B716 en ook Voormalig huis G601 |
3 | Theodorus | Asten 16-01-1726 | Eindhoven 21-02-1751 Catharina Ketelaers |
Tongelre 30-10-1797 | Stratum |
Peeter Jansen Hoefnagels woonde eerst in het naastgelegen huis (zie Voormalig huis G773 en G774), maar in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1741-1751 is hij eigenaar en bewoner van het huis:
Jaar | Eigenaar nummer 17b Dorp | Bewoners nummer 17b Dorp |
---|---|---|
1741 | Peter Jan Hoefnagels | Peter Jan Hoefnagels |
1746 | Peter Jan Hoefnagels | Peter Jan Hoefnagels |
1751 | Jan Hoefnagels | onbewoont |
Zijn zoon Johannes Hoefnagels, geboren te Asten op 01-09-1716, is daarna nog eigenaar. Peeter Jansen Hoefnagels is op 06-01-1754 te Asten overleden en de kinderen uit de beide huwelijken van Heylke Dircx Cuypers (zie ook Voormalig huis G773 en G774) verdelen de erfenis, waarbij het huis wordt verkocht aan broer Willem Verhaseldonk:
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 67 verso; 08-03-1755:
Jan Peter Hoefnagels, Dirk Hoefnagels, wonende te Stratum, Elisabet Hoefnagels, wonende te Son, zij mede voor Frans Silvinenberg man van Anna Maria Haazendonk, wonende te Rotterdam en Pieter van de Laar man van Hendrina Haazendonk, hun twee halve zusters, wonende te Rotterdam. Zij verkopen aan hun broeder Willem Verhaseldonk 5⁄6e deel onverdeeld in het oude en nieuwe huis, schuur, hof en aangelag in het Dorp 7 lopense, ene einde de straat, andere einde kinderen Peter Voermans; land tussen de Weegh 1½ lopense; land de Snijerscamp ½ lopense; land in de Pas 5 copse; land aan het Lindert ½ lopense; land den Hoogendries 1½ lopense; groesbeemt in het Lindert 3 lopense; groes in het Root 3 lopense; groes Vosselsvelt 2 lopense; land de Kruysacker te Ostaden 1 lopense 3 copse; land aan de Kievitshoff 1 lopense 3 copse; land den Agtergaal 1 lopense 1 copse; groes het Lankveltje 1 lopense; groes het Weyvelt 2 lopense; groes het Busselke 1 lopense 1 copse; groes aan de Graaff 1 lopense; groes de Hoffstad 1 lopense; land en beemdje het Leenackerke 3 lopense hetwelk voor het Leenhof te Asten zal worden overgegeven door Jan Peter Hoefnagels aan Willem Verhaseldonk die het ook daar moet verheffen volgens leenrecht. Belast met 6 vat rogge per jaar aan het Gemene Land. Koopsom ƒ 25,-.
De kinderen uit het eerste huwelijk van Heylke Dircx Cuypers en Johannes Pauwels Cremers zijn zich Hasendonk of Verhaseldonk gaan noemen en wonen in Rotterdam. Zoon Wilhelmus Jan Pouwels Verhaseldonk is geboren te Asten op 26-08-1710 en als bleker op 26-04-1733 op de Coolsingel te Rotterdam getrouwd met Margaretha (Gritie) Coninghs, geboren rond 1710 en weduwe van Gerrit de Jong. Hieronder hun ondertrouwcontract opgemaakt op de Coolsingel:
Het gezin van Wilhelmus Jan Pouwels Verhaseldonk en Margaretha (Gritie) Coninghs:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Rotterdam 02-11-1734 | Kind | Rotterdam 13-08-1737 | |
2 | Paulus | Rotterdam 23-10-1736 | Kind | Rotterdam 13-02-1740 | |
3 | Joannes | Rotterdam 09-06-1738 | Kind | Eindhoven 24-05-1743 | |
4 | Maria | Rotterdam 22-09-1740 | Asten 01-12-1771 Adrianus Bits |
Achel | |
5 | Kind | Eindhoven 01-02-1744 | Kind | Eindhoven 01-02-1744 |
Zij woonden elders in Asten (zie Burgemeester Wijnenstraat 13 en 15) en dit huis en een nieuw te bouwen huis (zie Voormalig huis G773 en G774) worden door Willem Verhaseldonk verkocht aan Everardus van Geffen:
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 160; 06-01-1759:
Willem Verhaseldonk verkoopt aan Evert van Geffen huis, hof, schuur en aangelag 7 lopense, ene zijde de straat, andere zijde kinderen Peter Voermans; land tusschen de Weg 1½ lopense; land de Snijerskamp ½ lopense; land in de Pas 5 copse; een akkertje aan het Lindert ½ lopense; groesbeemd in 't Lindert 3 lopense. groes in 't Root 3 lopense; weiveld in de Haseldonk 2 lopense. Belast met 6 vat rogge per jaar aan het Gemene Land, in kapitaal ƒ 117-3-3 oort; ƒ 1-7-0 per jaar aan het Huis van Asten. In de koop is inbegrepen de stenen, hout en kalk op het erf liggende voor het bouwen van een huis en neere. Het huis moet gebouwd worden zoals het door de verkoper gedaan zou zijn. Koopsom ƒ 600,-.
Dit oude huis verkoopt Everardus Henrici van Geffen aan Roeloff Graaff, die vanaf 1761 in de huidige Burgemeester Frenckenstraat woont (zie Voormalig huis G517):
Asten Rechterlijk Archief 97 folio 186 verso; 22-11-1759:
Evert van Geffen verkoopt aan Roeloff Graaff, ondervorster, en schutter huis, hof en aangelag 1 lopense, ene zijde Jan Slaats, andere zijde de verkoper, ene einde de straat, andere einde de verkoper en kinderen Lambert Verheyen. Verponding ƒ 0-15-0 per jaar. Koopsom ƒ 190,-. Te betalen ƒ 90,- op 01-01-1760 en ƒ 100,- à 3%. De verkoper mag ieder jaar van de borgemeesters vorderen ƒ 25,- van het tractement van de koper als betaling.
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1756-1761 zijn deze wisselingen van eigenaar te zien, waarbij het huis aan derden wordt verhuurd:
Jaar | Eigenaar nummer 17b Dorp | Bewoners nummer 17b Dorp |
---|---|---|
1756 | Willem Verhaseldonk | Jan Peter Hoefnagels |
1761 | Roeloff Graaff | Willem Tijssen, weduwe Dirk van Gerven en Nol Smits |
Roelof Graaff woonde in een ander huis in Asten (zie Voormalig huis G517) en verkoopt het huis door aan Gerrit Weegers, die het op zijn beurt weer doorverkoopt aan Antony Mennen, ook wel Metten genoemd:
Asten Rechterlijk Archief 98 folio 72; 09-12-1762
Roeloff Graaff verkoopt aan Gerrit Weegers huis, hof en aangelag in het Dorp 1 lopense, ene zijde Jan Slaats, andere zijde en einde Evert van Geffen, ene einde de straat. Verponding ƒ 0-15-0 per jaar. Verkoper aangekomen bij transport de dato 22-11-1759. Koopsom ƒ 236,- waarvan ƒ 100,- à 3%.Asten Rechterlijk Archief 98 folio 139 verso; 28-03-1764:
Gerrit Weegers verkoopt aan Antoni Metten, getrouwd met Hendrien Janse Roeters huis, hof en aangelag in het Dorp 1 lopense, ene zijde Jan Slaats, andere zijde en einde Evert van Geffen, ene einde de straat. Verkoper aangekomen bij transport de dato 09-12-1762. Koopsom ƒ 210,-; ƒ 100,- wordt betaald aanstaande Pasen aan Roedolf Graaff welke de verkoper nog moet lossen. En dan jaarlijks ƒ 25,- aan Roedolf Graaff. De resterende ƒ 50,- gaan naar Marten van Bussel, zoals bij de koop besproken is. Marge: 04-02-1768 ƒ 100,- gelost door Antoni Metten aan Gerrit Weegers en deze heeft weer gelost aan Roedolf Graaff. Marge: 29-04-1780 ƒ 50,- gelost door weduwe Antoni Metten aan Matteys Verreyt als een der erfgenamen van Marten van Bussel.
Antony Jansen Mennen is geboren te Asten op 15-05-1705 als zoon van Johannes Willems en Johanna Tyssen (in het rechterlijk archief van Asten worden de kinderen Jan Willem Metten genoemd en dochter Maria Jansen Metten, geboren te Asten op 09-01-1701 en getrouwd met Dirk Lambers). Hij is op 30-09-1731 te Asten getrouwd met Johanna Peeters Claassen, geboren te Asten rond 1710.
Na haar overlijden te Asten rond 1743 is Antony Jansen Mennen op 28-02-1745 te Asten hertrouwd met Wilhelmina Jan Smits, geboren te Asten op 11-06-1709 als dochter van Johannes Peeters en Wilhelmina Mathijssen. Na haar overlijden te Asten op 24-03-1746 is Antony Jansen Mennen op 08-08-1751 te Asten een derde maal getrouwd met Hendrica Jansen Hendrik Roeters, geboren te Asten op 16-03-1709 als dochter van Johannes Hendricks en Josina Tyssen en weduwe van Joost Cranenbroek. Uit het tweede en derde huwelijk zijn geen kinderen bekend.
Het gezin van Antony Jansen Mennen en Johanna Peeters Claassen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Petrus | Asten 21-04-1732 | |||
2 | Johannes | Asten 21-05-1733 | Asten 09-02-1755 Maria Gijsberti Koninkx |
Asten 01-12-1782 | zie Voormalig huis F1204 |
3 | Hubertus | Asten 08-02-1735 | Asten 29-06-1760 Anna Maria Hendrik Coolen |
Asten 01-10-1779 | zie ook Voormalig huis G853 |
4 | Anna Maria | Asten 09-10-1736 | Kind | Asten ±1736 | |
5 | Wilhelmina | Asten 11-06-1739 | Kind | Asten ±1739 | |
6 | Henricus | Asten 18-11-1742 | Ongehuwd | Asten 18-05-1764 |
* zij zijn de oudgrootouders van de latere eigenaar Hendrikus Johannes (Harry) Mennen (zie Voormalig huis G780)
Voor zijn tweede huwelijk moet Antony Jansen Mennen nog een staat en inventaris opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 90 verso; 13-02-1745:
Staat en inventaris van Antoni Metten getrouwd geweest met Jenneke Peters ten behoeve van zijn onmondige kinderen, Pieter, Jan, Huybert en Hendrik. Hij wil hertrouwen met Willemyn Jan Smits.
Roerende goederen: een bed met toebehoren, een weefgetouw met zes kammen, een baktrog en een kist, haal en tang met een vuurijzer, vier stoelen, een ijzeren en een koperen ketel, zes tinnen lepels en een halve beddekoets.
Zijn derde vrouw, Hendrica Jansen Hendrik Roeters, spant een geding aan tegen een schuldenaar:
Asten Rechterlijk Archief 24 folio 92; 15-05-1765:
Hendrien, vrouw van Antoni Metten wegens ziekte van haar man, aanlegger, contra Willem Tijssen, gedaagde. Aanlegster heeft tussen Kerstmis en Nieuwjaar laatstleden aan gedaagde 2 ducatons geleend op conditie binnen acht dagen terug te betalen. Ondanks aanmaningen zijn de ƒ 10-10-0 nog niet terugbetaald.
In het huizenquohier van Asten van 1766 staat het huis op naam van Antony Jansen Mennen en verhuurt hij het aan derden:
Jaar | Eigenaar nummer 17b Dorp | Bewoners nummer 17b Dorp |
---|---|---|
1766 | Antoni Metten | Adriaan Wijlen en Jenneke Hendriks |
Vanuit een ander huis in het dorp (zie Voormalig huis G663) is inwonend is Adrianus Dirks Weijlen, geboren te Mierlo op 15-05-1730 als zoon van Theodorus Jansen en Catharina Adrianus van Brussel. Hun gezin is elders beschreven (zie Voormalig huis F191) en zij verhuizen rond 1772 naar een ander huis in het dorp (zie Voormalig huis G539).
Hendrica Jansen Hendrik Roeters is op 22-02-1766 te Asten overleden en Antony Jansen Mennen is op 23-03-1768 te Asten overleden
De kinderen van Antony Jansen Mennen en zijn stiefdochter Jenneke verdelen de erfenis, waarbij het huis toekomt aan Hubertus Antoni Mennen:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 49; 26-09-1768:
Jan Mennen of Metten, met zijn broeder Huybert Antoni Mennen. Kinderen van Antoni Metten alias Mennen, Jenneke Claassen, jonge dochter, te Nederweert, dochter van Hendrien Janse Roeters, getrouwd geweest met Antoni Mennen die in dit huwelijk heeft aangekocht een huis en dus op voornoemde kinderen verstorven. Jan en Jenneke verkopen nu aan Huybert hun 2⁄3e deel onverdeeld in dit huis, stal en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Jan Slaats, andere zijde Evert van Geffen, ene einde de straat, andere einde Willem van den Eerenbeemt en Evert van Geffen. Verponding ƒ 0-15-0 per jaar. Belast met ƒ 50,- die Marten van Bussel ten laste van het huis heeft staan transport de dato 28-03-1764. Marge: deze zijn gelost. Koopsom ƒ 135,-. Waarvan ƒ 70,- à 3% aan Jenneke Claassen. Marge: 24-09-1776 deze zijn gelost.
Zoon Hubertus Antoni Mennen (Metten), geboren te Asten op 08-02-1735 is op 29-06-1760 te Asten getrouwd met Anna Maria Hendrik Coolen, geboren te Asten op 01-06-1738 als dochter van Henricus Coolen en Hendrina Janse Verbeeck:
Het gezin van Huybert Antoni Mennen (Metten) en Anna Maria Hendrik Coolen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johannes | Asten 27-03-1762 | |||
2 | Henricus | Asten 05-07-1763 | Asten 01-02-1789 Petronella Hendrik van Helmont |
±1803 | zie Voormalig huis G853 |
3 | Godefridus | Asten 11-09-1766 | Kind | Asten 19-09-1779 |
Huybert Antoni Mennen, die op de Wolfsberg (zie Voormalig huis G853) woont, wordt geregeld in het archief genoemd met betrekking tot schulden of vorderingen:
Asten Rechterlijk Archief 24 folio 121 verso; 11-12-1769:
Den drost, aanlegger contra Huybert Metten, gedaagde. Gedaagde is nog schuldig ƒ 9-4-4 van jura en verschot van transport en custingbrieff de dato 26-09-1768.Asten Rechterlijk Archief 24 folio 130; 16-09-1771:
Huybert Metten, aanlegger contra Willem Tijssen, gedaagde. Gedaagde is nog ƒ 4,- schuldig wegens huur.Asten Rechterlijk Archief 24 folio 130 verso; 28-10-1771:
Den drost, aanlegger contra Huybert Metten, gedaagde. Gedaagde is nog schuldig van lands- en dorpslasten over 1765, 1767 en 1768 ƒ 3-19-14.
In het huizenquohier over de periode 1771-1781 is Huybert Antoni Mennen eigenaar van het huis en na zijn overlijden te Asten op 01-10-1779 zijn zijn weduwe en kinderen eigenaar. Hij woont elders (zie Voormalig huis G853) en verhuurt het huis aan derden:
Jaar | Eigenaar nummer 17b Dorp | Bewoners nummer 17b Dorp |
---|---|---|
1771 | Huijbert Metten | Gerrit Zwaartvegers, Wouter van Bussel en Lucia Abrahams |
1776 | Huijbert Metten | Jan Vreijnsen, Antoni Verreijt en Lambert Vlemminx |
1781 | weduwe en kinderen Huijbert Metten | Elisabeth Hoefnagels, Jan van Kessel en Francis Meulendijks |
De latere bewoner Jan van Kessel is elders beschreven (zie Voormalig huis B68) en hij verhuist naar een nabijgelegen huis (zie Kleine Marktstraat 13).
Anna Maria Hendrik Coolen ziet af van het tochtrecht voor het huis en verkoopt het samen met haar zoon Henricus aan Nicolaas van Stiphout:
Asten Rechterlijk Archief 127 folio 24; 01-11-1790:
Anna Maria Hendrik Colen, weduwe Huybert Mennen, verklaart te renuntieren en af te zien van het togtregt in huis, hof en aangelag in het Dorp 1 lopense, ene zijde Evert van Geffen, andere zijde Jan Slaats. Dit ten behoeve van Hendrik Mennen, haar zoon aan wie het erfrecht voor de helft toekomt. De andere helft van het erfrecht komt aan haar, comparante, toe.Asten Rechterlijk Archief 102 folio 39 verso; 01-11-1790:
Anna Maria Hendrik Coolen weduwe van Huybert Mennen en haar minderjarige zoon, Hendrik Huybert Mennen, verkopen aan Nicolaas van Stiphout huis, hof en aangelag in het Dorp 1 lopense, ene zijde Evert van Geffen, andere zijde Jan Slaats, waarvan de eerste comparante voor de ene helft het erfrecht en voor de andere helft de togt bezat en waarvan zij op heden de togt heeft afgegaan en gerenuntieert op haar voornoemde zoon aan wie dat erfrecht was aanbestorven. Koopsom ƒ 300,-.
Anna Maria Hendrik Coolen is op 27-12-1794 te Asten overleden.
Nicolaas Andreas van Stiphout is geboren te Sint Oedenrode op 22-11-1747 als zoon van Andries van Stiphout en Dorothea Dirks van Soggel. Hij is op 02-02-1766 te Sint-Oedenrode getrouwd met Johanna van Heijsbergen, geboren rond 1745:
Rite catholica sacramentum matrimonium contraxeruns sequentes; Nicolaus van Stiphout et Joannes van Hinsbergen; mutua testes Arnoldus Wilhelmi van Karis et Anna van Rijsinge.
Sacrament van het huwelijk met achtereenvolgende contracten; Nicolaus van Stiphout en Joannes van Hinsbergen; wederzijdse getuigen Arnoldus Wilhelmi van Karis en Anna van Rijsinge.
Het gezin van Nicolaas Andreas van Stiphout en Johanna Johannes van Heijsbergen:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna | Sint-Oedenrode 15-12-1766 | Asten 14-02-1790 Wilhelmus Antoni Verleijsdonk |
Asten 12-09-1834 | zie Voormalig huis G780 |
2 | Martinus | Sint Oedenrode 17-05-1768 | Kind | Sint Oedenrode 08-08-1768 | |
3 | Maria | Sint-Oedenrode 21-04-1770 | Asten 16-05-1802 Andries Strijbosch |
Meijel 24-01-1840 | |
4 | Dorothea | Sint-Oedenrode 21-05-1772 | Asten 22-07-1798 Antony Hendrik Hoorenbeek |
Weert 29-09-1857 |
Moeder Dorothea Dirks van Soggel is op 22-04-1787 te Sint Oedenrode overleden en vader Andries van Stiphout woont bij hen in en is op 20-04-1800 te Asten overleden.
Johanna van Heijsbergen is op 23-10-1803 te Asten overleden en Nicolaas Andreas van Stiphout is te Asten op 19-05-1805 hertrouwd met Hendrina Janse van Bree, geboren te Someren op 10-05-1755 als dochter van Johannes Petrus van Bree en Maria Slegers en weduwe van Martinus van Hugten. Hendrina van Bree is op 17-09-1818 te Asten overleden en Nicolaas Andreas van Stiphout is een derde maal getrouwd op 07-12-1820 met Hendrina Walraven, geboren te Asten op 14-10-1775 als dochter van Andries Hendrick Walraven en Johanna Gerits van Heugten en weduwe van Anthonie Jacobus Meulenberg en van Johannes Loomans (zie Voormalig huis G601).
Voor zijn tweede huwelijk moet Nicolaas van Stiphout nog een staat en inventaris opmaken:
Asten Rechterlijk Archief 131 folio 148; 04-05-1805:
Staat en inventaris opgemaakt door Nicolaas van Stiphout weduwnaar Johanna van Heesbergen ten behoeve van hun drie kinderen. Hij wil hertrouwen met Hendrina Jan van Bree weduwe van Martinus van Heugten.
Vaste goederen: een huis, hof en aangelag in 't Dorp 1 lopense, ene zijde Dirk Leenen, andere zijde kinderen Jan Slaats.
Roerende goederen: 1 kist, 1 stoel, 1 lepel, 2 bedden met toebehoren, 1 paar bedgordijnen, 1 kleine koperen waag met schaaltjes.
Nicolaas Andreas van Stiphout koopt nog een aandeel in huis en land:
Asten Rechterlijk Archief 106 folio 83; 28-12-1805:
Arnoldus van der Linden man van Hendrina Marte van Hugten, te Woensel, verkoopt aan Nicolaas van Stiphout zijn aandeel in een huis, hof en akkerland in het Bergsland neven weduwe Arnoldus Muyen. Koopsom ƒ 8,-.
In het huizenquohier over de periode 1798-1803 en bij de verpondingen van 1810 staat Nicolaas Andreas van Stiphout als eigenaar van het huis en is hij ook grotendeels bewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 17b Dorp | Bewoners nummer 17b Dorp |
---|---|---|
1798 | Nicolaas van Stiphout | Nicolaas van Stiphout en Willem Verlijsdonk |
1803 | Nicolaas van Stiphout | Nicolaas van Stiphout in de kamer Jan Geeven |
Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 181 verso:
Nicolaas van Stiphout ½ en Johanna, Theodora en Maria kinderen bij versterf.
Nicolaas van Stiphout bij transport 01-11-1790.
Anna Maria Hendrik Coolen weduwe Huijbert Mennen ½ en haar zoon ½ bij versterf 1779.
Nummer 17b huijs, hof en aangelag 1 lopense.
Bij een verdeling met de kinderen als erfgenamen van de helft van het huis, wordt het huis toebedeeld aan Nicolaas Andreas van Stiphout:
Notarieel Archief Asten 43-80; 17-10-1820:
Nicolaas van Stiphout man van Johanna van Heijnsbergen, Andries Strijbosch man van Theodora van Stiphout, eerder weduwe van Antonij Horenbeek, Johanna van Stiphout gehuwd met Willem Verleijsdonk, zij delen een huis waarvan Nicolaas van Stiphout de helft al in bezit heeft.
1e lot krijgt Nicolaas van Stiphout huis, ene zijde Mathijs van Alphen.
Het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 meldt Nicolaas Andreas van Stiphout nog altijd als eigenaar van twee kleine huizen (zie ook Voormalig huis G779):
Kadaster 1811-1832; G778:
Huis en erf, groot 00 roede 87 el, de Hemel, klassen 10.
Eigenaar: Nicolaas van Stiphout
Nicolaas van Stiphout is op 21-12-1830 te Asten overleden en het huis komt in handen van zijn derde echtgenote Hendrina Walraven. In 1837 wordt het huis met kadasternummer G778 verkocht aan Hendrik Arnoldus Swinkels (zie hieronder) en Hendrina Walraven blijft in het huis met kadasternummer G779 wonen (zie Voormalig huis G779).
Dit huis wordt rond 1837 verkocht aan Hendrik Arnoldus Swinkels, geboren op 03-10-1801 te Nuenen als zoon van Arnoldus Swinkels en Cornelia de Wit. Hij is als dagloner op 19-05-1837 te Asten getrouwd met Maria Mennen, geboren te Asten op 10-05-1796 als dochter van Johannes Mennen en Joanna Maria Verhese. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis met huizingnummer A128:
Ook in de periode 1869-1879 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A191:
Maria Mennen 11-01-1871 te Asten overleden en Hendrikus Swinkels is op 30-11-1871 te Asten hertrouwd met Hendrina Verdonschot, geboren te Someren op 11-06-1822 als dochter van Johannes Verdonschot en Johanna van de Ven (zie Lindestraat 25). Zij is sinds 03-12-1869 weduwe van Petrus Schoolmeesters, geboren te Swalmen op 23-03-1813 als zoon van Arnoldus Schoolmeester en Anna Catharina Dingelstad, met wie zij op 10-08-1852 te Asten getrouwd was.
Hendrikus Swinkels is op 02-03-1873 te Asten overleden en rond 1877 verhuist Hendrina Verdonschot met haar gezin naar A251 (zie Voormalig huis F1499). De nieuwe bewoner is Antonie Haazen, geboren te Asten op 11-01-1820 als zoon van Hendrik Haazen en Anna Maria van Seccelen. Hij is als arbeider op 06-02-1863 te Asten getrouwd met Mechelina van Tilburg, geboren te Vlierden op 15-02-1825 als dochter van Godefridus van Tilburg en Luitgarda van den Heuvel. In de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met huizingnummer A194:
Mechelina van Tilburg is op 10-11-1880 te Asten overleden en Antonius Haazen is op 09-09-1881 te Asten hertrouwd met Petronella van Heugten, geboren te Asten op 11-12-1853 als dochter van Petrus van Heugten en Antonetta Goossens. Ook in de periode 1890-1900 wonen zij in het huis met huizingnummer A200:
Antonius Haazen is op 13-02-1891 te Asten overleden en rond 1900 wordt het huis herbouwd met in 1905 een bijbouw tot kadasternummer G1867. Petronella van Heugten woont ook over de periode 1900-1910 en in de periode 1910-1920 in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A213 en A237:
Petronella van Heugten is op 11-02-1918 te Asten overleden en zoon Antonie Hazen, geboren te Asten op 07-12-1887 is op 04-09-1917 te Asten getrouwd met Martha Maria Geven, geboren te Asten op 11-02-1888 als dochter van Karel Geven en Maria Koolen. Zij verhuizen aan het einde van de periode naar A319 en de nieuwe bewoner is Petrus Gerardus van Hagen, geboren op 19-12-1896 te Asten als zoon van Mathijs van Hagen en Wilhelmina van de Ven. Hij is als stucadoor op 21-06-1920 te Asten getrouwd met Wilhelmina Welten, geboren te Asten op 21-12-1897 als dochter van Joost Welten en Maria Damen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met huizingnummer A237:
Rond 1920 wordt het huis verkocht aan Jacoba Petronella van der Linden, weduwe van Leonardus Thielen en in 1924 aan Godefrida Hoebergen. De huurder Petrus Gerardus van Hagen blijft ook in de periode 1920-1930 in het huis met dan huizingnummer A273 wonen:
Zij verhuizen rond 1927 naar A128 en de nieuwe bewoner van het huis is Antonie (Toon) Maas, geboren te Asten op 28-08-1886 als zoon van Johannes Maas en Johanna Maria Koolen. Hij is als gemeente-arbeider op 08-02-1916 te Asten getrouwd met Johanna Maria Wendelina van den Bosch, geboren te Asten op 03-01-1892 als dochter van Bernardus van der Bosch en Maria van der Heijden (zie Markt 15).
Hieronder de trouwfoto van Toon Maas en Wendelina van den Bosch met op de bovenste rij van links naar rechts Maria (Miet) Maas, Wilem van den Bosch, Marcella van den Bosch, Karel van den Bosch, Wendelina van den Bosch, twee kinderen van Marcellus van der Heijden, Clasien van der Heijden; op de middelste rij van links naar rechts Janus Maas, Sjaak van der Heijden, onbekend, broer van der Heijden, Theodurus Maas, Marcellus en Francien van der Heijden; op de onderste rij Betje, weduwe van Adrianus Maas, Anneke Maas, Jan Maas (vader bruidegom), Anna Koolen (moeder bruidegom), Toon Maas, Wendelina van den Bosch, Maria van der Heijden (moeder bruid), Bernardus van den Bosch (vader bruid), Wendelina Althuizen (grootmoeder van Wendelina van den Bosch en moeder van Maria van der Heijden).
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 hebben zij op vele adressen gewoond alvorens in huizingnummer A273 te komen wonen:
Antonie Maas verhuist rond 1929 naar A392a in de Prins Hendrikstraat (zie Monseigneur den Dubbeldenstraat 43) en het huis wordt daarna verkocht aan en bewoond door Leo Beijers, geboren te Deurne op 07-04-1905 als zoon van Hermanus Beijers en Petronel Gielens. Hij is als metselaar op 06-04-1929 te Asten getrouwd met Maria Elisabeth Joris, geboren te Posterholt op 02-07-1904 als dochter van Antoon Joris en Anna Gertrudis Hubertina Peeters. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A263 in het huis met huizingnummer A273, ook bekend staand als Julianastraat 28, wonen:
Ook in de periode 1930-1938 wonen Leo Beijers en Maria Elisabeth Joris met hun gezin in het huis aan de Julianastraat 28:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-05-1932 en van 19-12-1936 de geboortes van dochter Petronella en van zoon Antonius:
![]() |
![]() |
Volgens de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 21-11-1935 krijgt Leo Beijers nog ongewenst bezoek:
Leo Beijers is met zijn gezin in april 1939 naar Mierlo verhuisd en het huis wordt gekocht door Hendrik Johannes Mennen (zie Voormalig huis G780), die het gebruikt voor uitbreiding van zijn drukkerij.
Overzicht bewoners
Dorp huis 17b
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1741 | Peter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 | Peter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 |
1746 | Peter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 | Peter Jan Hoefnagels | Asten 06-09-1680 |
1751 | Jan Hoefnagels | Asten 01-09-1716 | onbewoont | |
1756 | Willem Verhaseldonk | Asten 26-08-1710 | Jan Peter Hoefnagels | Asten 01-09-1716 |
1761 | Roeloff Graaff | Willem Tijssen, weduwe Dirk van Gerven, Nol Smits | ||
1766 | Antoni Metten | Asten 15-05-1705 | Adriaan Wijlen en Jenneke Hendriks | |
1771 | Huijbert Metten | Asten 08-02-1735 | Gerrit Zwaartvegers, Wouter van Bussel, Lucia Abrahams | |
1776 | Huijbert Metten | Asten 08-02-1735 | Jan Vreijnsen, Antoni Verreijt, Lambert Vlemminx | |
1781 | weduwe en kinderen Huijbert Metten | Asten 01-06-1738 | Elisabeth Hoefnagels, Jan van Kessel, Francis Meulendijks | |
1798 | Nicolaas van Stiphout | Sint Oedenrode 22-11-1747 | Nicolaas van Stiphout en Willem Verlijsdonk | Sint Oedenrode 22-11-1747 |
1803 | Nicolaas van Stiphout | Sint Oedenrode 22-11-1747 | Nicolaas van Stiphout en kamer Jan Geeven | Sint Oedenrode 22-11-1747 |
Kadasternummer G778
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering | |
---|---|---|---|---|---|---|
G778 | 1832 | Hendrina Walraven | Asten 14-10-1775 | weduwe van Stiphout |
Julianastraat 28
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1818 | Nicolaas van Stiphout | Sint Oedenrode 22-11-1747 | Hendrina Jansen van Bree | Someren 10-05-1755 | † 17-09-1818 | |
1818-1830 | Nicolaas van Stiphout | Sint Oedenrode 22-11-1747 | Hendrina Walraven | Asten 14-10-1775 | † 21-12-1830 | |
1830-1837 | Hendrina Walraven | Asten 14-10-1775 | weduwe van Stiphout | |||
1837-1859 | Hendrik Arnoldus Swinkels | Nuenen 03-10-1801 | Maria Mennen | Asten 10-05-1796 | ||
A128 | 1859-1869 | Hendrik Arnoldus Swinkels | Nuenen 03-10-1801 | Maria Mennen | Asten 10-05-1796 | |
A191 | 1869-1871 | Hendrik Arnoldus Swinkels | Nuenen 03-10-1801 | Maria Mennen | Asten 10-05-1796 | † 11-01-1871 |
A191 | 1871-1873 | Hendrik Arnoldus Swinkels | Nuenen 03-10-1801 | Hendrina Verdonschot | Someren 11-06-1822 | † 03-02-1873 |
A191 | 1873-1875 | Hendrina Verdonschot | Someren 11-06-1822 | weduwe Swinkels | naar | |
A191 | 1875-1879 | Antonie Haazen | Asten 11-01-1820 | Mechelina van Tilburg | Vlierden 15-02-1825 | |
A194 | 1879-1880 | Antonie Haazen | Asten 11-01-1820 | Mechelina van Tilburg | Vlierden 15-02-1825 | † 10-11-1880 |
A194 | 1881-1890 | Antonie Haazen | Asten 11-01-1820 | Petronella van Heugten | Asten 11-12-1853 | |
A200 | 1890-1891 | Antonie Haazen | Asten 11-01-1820 | Petronella van Heugten | Asten 11-12-1853 | † 13-02-1891 |
A200 | 1891-1900 | Petronella van Heugten | Asten 11-12-1853 | weduwe Haazen | ||
A213 | 1900-1910 | Petronella van Heugten | Asten 11-12-1853 | weduwe Haazen | ||
A237 | 1910-1918 | Petronella van Heugten | Asten 11-12-1853 | weduwe Haazen | † 11-02-1918 | |
A237 | 1918-1919 | Antonie Haazen | Asten 07-12-1887 | Martha Maria Geven | Asten 11-02-1888 | naar A319 |
A237 | 1919-1920 | Petrus Gerardus van Hagen | Asten 19-12-1896 | Wilhelmina Welten | Asten 21-12-1897 | |
A273 | 1920-1927 | Petrus Gerardus van Hagen | Asten 19-12-1896 | Wilhelmina Welten | Asten 21-12-1897 | naar A128 |
A273 | 1927-1929 | Antonie Maas | Asten 28-08-1886 | Johanna Wendelina van den Bosch | Asten 03-01-1892 | naar A392a |
A273 | 1929-1930 | Leo Beijers | Deurne 07-04-1905 | Maria Elisabeth Joris | Posterholt 02-07-1904 | |
28 | 1930-1938 | Leo Beijers | Deurne 07-04-1905 | Maria Elisabeth Joris | Posterholt 02-07-1904 |
Voormalig huis G779
Het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 meldt Nicolaas Andreas van Stiphout als eigenaar van twee kleine huizen (zie Voormalig huis G778):
Kadaster 1811-1832; G779:
Huis en erf, groot 00 roede 59 el, de Hemel, klassen 10.
Eigenaar: Nicolaas van Stiphout.
Nicolaas Andreas van Stiphout is getrouwd op 07-12-1820 met Hendrina Walraven, geboren te Asten op 14-10-1775 als dochter van Andries Hendrick Walraven en Johanna Gerits van Heugten en weduwe van Anthonie Jacobus Meulenberg en van Johannes Loomans (zie Voormalig huis G601).
Nicolaas van Stiphout is op 21-12-1830 te Asten overleden en Hendrina Walraven woont in 1837 in dit huis en is op 20-02-1858 overleden. Het huis gaat over op haar schoonzoon Arnoldus Verhees, geboren te Asten op 01-03-1820 als zoon van Peter Verhees en Joanna Slaats. Hij is als wever te Asten op 09-05-1846 getrouwd met Helena Meulenberg, geboren te Asten op 14-07-1817 als dochter van Anthonie Meulenberg en Hendrina Walraven. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen Arnoldus Verhees en Helena Meulenberg in het huis met huizingnummer A127b:
Ook in de periode 1869-1879 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A190:
Helena Meulenberg is op 20-03-1871 te Asten overleden en Arnoldus Verhees is op 17-01-1876 te Asten overleden. In 1877 wordt het huis verkocht aan Petronella Vinken, geboren op 19-03-1817 te Asten als dochter van Adrianus Vinken en Helena Slegers (zie Voormalig huis A267). Zij is sinds 31-07-1876 weduwe van Johannes Hendrikx, geboren te Asten op 26-05-1811 als zoon van Johannes Joannis Hendrikx en Anna Maria Antoni van Eijck, met wie zij op 12-02-1841 te Asten getrouwd was. In de periode 1879-1890 woont Petronella Vinken in het huis met huizingnummer A193:
Rond 1886 verhuist Petronella Vinken naar het Liefdehuis en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 16-05-1885 verkoopt zij haar inboedel. Petronella Vinken is op 14-09-1889 te Asten overleden.
In het huis komt wonen Willem Martens, geboren te Asten op 05-04-1849 als zoon van Hendrik Martens en Johanna Slaats (zie Zand 2 en 4). Hij is als dagloner op 26-01-1883 te Asten getrouwd met Antonia Coolen, geboren te Asten op 05-11-1852 als dochter van Theodorus Coolen en Maria Haasen (zie Voormalig huis F178).
Zij verhuizen aan het einde van de periode naar A204 (zie Voormalig huis G773 en G774) en het huis wordt verkocht aan Leonardus Bots, geboren te Asten op 29-03-1825 als zoon van Wilhelmus Bots en Agnes van Hout. Hij is als dagloner op 21-02-1870 te Asten getrouwd met Anna Catharina Ceelen, geboren te Asten op 08-08-1825 als dochter van Hendrik Ceelen en Joanna Maria Sleegers. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1890-1900 wonen zij in het huis met huizingnummer A199:
Anna Catharina Ceelen is op 22-09-1896 te Asten overleden en in de periode 1900-1910 woont Leonardus Bots in het huis met huizingnummer A212:
Leonardus Bots verkoopt het huis in 1905 aan Peter Johannes Cuppens, die het huis verbouwt en verhuurt. Leonardus Bots verhuist naar A235 en de huurder van het huis is Wilhelmina van Rut, geboren te Someren op 23-07-1845 als dochter van Willem van Ruth en Wilhelmina Dirks. Ook in de periode 1910-1920 woont Wilhelmina van Rut in het huis met huizingnummer A236:
Wilhelmina van Rut verhuist in 1911 naar Leende;
Het huis wordt verkocht aan Carel van Helmond, die het huis verhuurd. De huurder is Bernardus Maria Smulders, geboren te Tilburg op 10-07-1874 als zoon van Alphonsus Gasparus Smulders en Maria Jacoba van Brunschot. Hij is als koperdraaier op 27-11-1906 te Asten getrouwd met Elisabeth Adriana Verheijde, geboren te Vught op 19-05-1876 als dochter van Lambertus Verheijde en Antonetta Simons.
Zij verhuizen kort daarna naar A313 (zie Monseigneur den Dubbeldenstraat 6) en het huis wordt daarna verkocht aan en bewoond door Hendrik van Eijk, geboren te Someren op 28-09-1846 als zoon van Martinus van Eijk en Catharina van Diepen. Hij is op 17-01-1883 te Someren getrouwd met Goverdina Bosch, geboren te Someren op 12-09-1850 als dochter van Mathijs Bosch en Johanna Maria Leenen. Na haar overlijden op 26-08-1890 te Someren, is Hendrik van Eijk op 10-02-1892 te Leende hertrouwd met Maria Catharina van Lieshout, geboren te Leende op 20-04-1867 als dochter van Antonius van Lieshout en Maria Catharina Prinsen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 komen zij vanuit A298 in het huis met huizingnummer A236 wonen:
Hendrik van Eijk is op 29-12-1920 te Asten overleden en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 16-07-1921 verkopen de weduwe en kinderen het huis:
In het huis komt wonen Samuel Kats, geboren te Rheden op 18-05-1880 als zoon van Levi Kats en Hendrika Sternfeld en gescheiden van Sara Canes. Hij is een broer van Johanna Kats, die elders in Asten woonde (zie Voormalig huis G1382A). Samuel Kats is als slager op 21-12-1911 te Groningen hertrouwd met Rozette Meijer, geboren te Groningen op 07-02-1874 als dochter van Emanuel Isaak Meijer en Maria van Zuiden. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A272:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-03-1922 wordt het faillissement van zijn slagerij aangekondigd:
Zij verhuizen in april 1922 naar Amsterdam; Rozette Meijer is op 26-06-1928 te Apeldoorn overleden en Samuel Kats is nog een derde maal getrouwd met Esther Poppelsdorf en op 02-04-1943 in het concentratiekamp te Sobibor (P) overleden. Hieronder twee foto's1 van Samuel Kats en een foto van het vernietigingskamp Sobibor in Polen:
|
![]() |
Opmerkelijk is wel dat deze Joodse familie als bewoners worden opgevolgd door NSB-er (zie Prins Bernhardstraat 44) Johannes Franciscus Petrus van Lieshout, geboren te Asten op 19-11-1901 te Asten als zoon van Franciscus Dorotheus van Lieshout en Dorothea Maria Geertruda Nuijts. Hij is op 04-03-1922 te Deurne getrouwd met Antonetta Amalia Fransen, geboren op 14-03-1902 te Thorne (G-Br) als dochter van Petrus Fransen en Anna Maria van den Boomen.
Rechts in de krant de Zuid-Willemsvaart van 25-03-1922 het veretrek van Johannes Franciscus Petrus van Lieshout als slager naar Deurne, waar hij getrouwd is. Een jaar later keert hij terug in Asten, zoals vermeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 31-03-1923.
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij op huizingnummer A272, ook bekend staand als Julianastraat 30. |
|
In 1925 wordt Johannes Franciscus Petrus van Lieshout beboet voor het overtreden van de wapenwet, met de aanklacht in de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-02-1925 en het vonnis in diezlefde krant van 11-03-1925. |
|
![]() |
Zij verhuizen aan het einde van de periode naar de Marialaan 3 in Ommel (zie Voormalig tramstation B1421) en verdere bewoning van dit huis is niet bekend. In 1933 wordt het huis verkocht aan Johannes van Goch en vrijwel direct doorverkocht aan Hendrik Johannes Mennen (zie Voormalig huis G780). In 1935 wordt het huis gesloopt en start Hendrik Johannes Mennen met de bouw van een drukkerij.
Overzicht bewoners
Kadasternummer G779
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G779 | 1832 | Hendrina Walraven | Asten 14-10-1775 | weduwe van Stiphout |
Julianastraat 30
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1837-1858 | Hendrina Walraven | Asten 14-10-1775 | weduwe van Stiphout | † 20-02-1858 | ||
A127b | 1859-1869 | Arnoldus Verhees | Asten 01-03-1820 | Helena Meulenberg | Asten 14-07-1817 | |
A190 | 1869-1871 | Arnoldus Verhees | Asten 01-03-1820 | Helena Meulenberg | Asten 14-07-1817 | † 20-03-1871 |
A190 | 1871-1876 | Arnoldus Verhees | Asten 01-03-1820 | met kinderen | † 17-01-1876 | |
A190 | 1877-1879 | Petronella Vinken | Asten 19-03-1817 | weduwe Hendriks | ||
A193 | 1879-1886 | Petronella Vinken | Asten 19-03-1817 | weduwe Hendriks | Liefdehuis | |
A193 | 1886-1890 | Wilhelmus Martens | Asten 05-04-1849 | Antonia Coolen | Asten 05-11-1852 | naar A204 |
A199 | 1890-1896 | Leonardus Bots | Asten 29-03-1825 | Anna Catarina Ceelen | Asten 08-08-1825 | † 22-09-1896 |
A199 | 1896-1900 | Leonardus Bots | Asten 29-03-1825 | met kinderen | ||
A212 | 1900-1906 | Leonardus Bots | Asten 29-03-1825 | met kinderen | naar A235 | |
A212 | 1906-1910 | Wilhelmina van Rut | Someren 23-07-1845 | weduwe van Doorn | ||
A236 | 1910-1911 | Wilhelmina van Rut | Someren 23-07-1845 | weduwe van Doorn | Leende | |
A236 | 1911-1912 | Bernardus Smulders | Tilburg 10-07-1874 | Elisabeth Verheijde | Vucht 19-05-1876 | naar A313 |
A236 | 1912-1920 | Hendrik van Eijk | Someren 28-09-1846 | Goverdina Bosch | Someren 12-09-1850 | † 29-12-1920 |
A272 | 1921-1922 | Samuel Kats | Rheden 18-05-1880 | Rozetta Meijer | Groningen 07-02-1874 | Amsterdam |
A272 | 1922-1930 | Johannes van Lieshout | Asten 19-11-1901 | Antonetta Fransen | Thorne 14-03-1902 | Marialaan 3 |
30 | 1930-1935 | onbewoond | ||||
30 | 1935 | in gebruik bij drukkerij Mennen |
Referenties
- ^Joods monument (https://www.joodsmonument.nl/nl/page/161239/samuel-kats)
Voormalig huis G780
Volgens het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 betreft dit een rond 1810 gebouwd huis is in bezit van de weduwe van Wilhelmus Verleijsdonk:
Kadaster 1811-1832; G780:
Huis en erf, groot 00 roede 59 el, de Hemel, klassen 10.
Eigenaar: Weduwe van Willem Verleisdonk.
Wilhelmus Antony Verleijsdonk is geboren te Asten op 22-05-1766 als zoon van Antonius Vreijnsse Verlysdonk en Anna Hendrikx van Heugten (zie Voordeldonk 80). Hij is op 14-02-1790 te Asten getrouwd met Johanna Nicolaas van Stiphout, geboren te Sint Oedenrode op 15-12-1766 als dochter van Nicolaas Andreas van Stiphout en Johanna Johannes Heijnsbergen (zie Voormalig huis G778)
Het gezin van Wilhelmus Antony Verleijsdonk en Johanna Nicolaas van Stiphout:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Antonius | Asten 17-08-1790 | Kind | Asten 04-08-1806 | |
2 | Martinus | Asten 09-12-1791 | Asten 28-05-1819 Anna Maria Berkers |
Asten 25-06-1857 | zie Voormalig huis G242 |
3 | Anna Maria | Asten 05-10-1794 | Ongehuwd | Asten 25-04-1813 | |
4 | Johannes | Asten 17-05-1799 | Asten 03-06-1820 Catharina Bemelmans |
Asten 21-09-1867 | zie Voormalig huis C1309 |
5 | Francisca | Asten 08-08-1802 | Ongehuwd | Asten 14-01-1838 |
Wilhelmus Antony Verleijsdonk is op 15-01-1813 te Asten overleden en Johanna Nicolaas van Stiphout is op 12-09-1834 te Asten overleden. Het huis wordt daarna verkocht aan Lucas Leonardus van der Loo, geboren te Asten op 13-11-1788 als zoon van Leonardus Lucas van der Loo en Gertruda Antoni Kemps. Hij is op 19-04-1812 te Asten getrouwd met Petronella Kanters, geboren te Asten op 26-06-1788 als dochter van Johannes Petri Kanters en Wilhelmina Stevens:
Het gezin van Lucas Leonardus van der Loo en Petronella Kanters:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Leonardus | Asten 24-08-1816 | Ongehuwd | Asten 23-04-1891 | |
2 | Wilhelmina | Asten 24-03-1819 | Ongehuwd | Asten 19-01-1889 | |
3 | Geertruda | Asten 20-10-1825 | Ongehuwd | Asten 01-06-1894 |
Petronella Kanters is op 11-05-1837 te Asten overleden en Lucas Leonardus van der Loo woonde in de huidige Emmastraat en is te Asten op 24-01-1858 overleden. Het huis wordt verhuurd en de eerst bekende huurder is Johannes Cortenbach, geboren te Asten op 16-11-1823 als zoon van Martinus Cortenbach en Ida van der Loo. Hij is als klompenmaker op 19-11-1853 te Deurne getrouwd met Maria van Rijt, geboren te Meijel op 17-03-1817 als dochter van Francis van Rijt en Jacomine Peeters. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 wonen zij in het huis met huizingnummer A127a:
Zij verhuizen in 1861 naar Venraij en in het huis komt wonen Elisabeth Martens, geboren te Asten op 02-07-1814 als dochter van Willem Martens en Helena Kanters. Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1869-1879 woont zij in het huis met huizingnummer A189:
Elisabeth Martens is op 04-01-1879 te Asten overleden en de nieuwe bewoner is Hendrika Timmermans, geboren te Asten op 31-03-1836 als dochter van Hendrik Timmermans en Johanna Maria van Vosselen (zie Voormalig huis B623). Zij is sinds 29-12-1870 weduwe van Pieter van Zandtvoort, geboren te Someren op 23-07-1829 als zoon van Johannes van Zandtvoort en Helena Maria Hurkmans, met wie zij te Asten op 01-05-1857 getrouwd was.
Hendrika Timmermans is op 24-01-1881 te Asten hertrouwd met dagloner Antonie Theunissen, geboren te Asten op 12-08-1832 als zoon van Joannes Teunissen en Hendrica Slaats (zie Pannenhoef 10). Hij is sinds 16-08-1879 weduwnaar van Wilhelmina de Smidt, boren te Someren op 21-02-1820 als dochter van Peter de Smidt en Johanna Geenen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met huizingnummer A191:
Hun huwelijk had nogal wat voeten in aarde en in de Maasbode van 01-02-1881 wordt dit uitgebreid beschreven:
Antonie Theunissen had dus eerder verkering met Helena Verasdonk, geboren te Asten op 15-09-1847 als dochter van Johannes Verasdonk en Joanna Catharina Tabbers. Linksonder hun huwelijksaangifte op 08-11-1880 en rechtsonder de huwelijksaangifte van Antonie Theunissen met zijn nieuwe vlam Hendrika Timmermans twee maanden later op 08-01-1881:
![]() |
![]() |
Helena Verasdonk vertrekt in 1884 naar Someren en is op 06-06-1884 te Someren getrouwd met Petrus Johannes Theodorus Meesterburrie en op 02-01-1934 te Asten overleden.
Antonie Theunissen en Hendrika Timmermans verhuizen in 1882 naar A50 en in het huis komt wonen Elisabeth Kanters, geboren op 03-03-1811 te Someren als dochter van Wilhelmus Kanters en Lutgarda van de Loverbosch.
Zij verhuist begin 1884 naar het Liefdehuis en is op 27-09-1884 te Asten overleden. De nieuwe bewoner is Lucas Leijten, geboren op 09-07-1844 te Vlierden als zoon van Johannes Leijten en Johanna van Gerwen. Hij is als dagloner op 15-02-1884 te Asten getrouwd met Antonia Boerekamps, geboren te Asten op 26-08-1859 als dochter van Godefridus Boerekamps en Maria Lintermans.
Zij verhuizen in 1888 naar A197 (zie Voormalig huis G540) en de nieuwe bewoner is Ida Martens, geboren te Asten op 27-11-1825 als dochter van Willem Martens en Helena Kanters en zus van de eerder genoemde bewoner Elisabeth Martens. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1890-1900 woont zij ook in het huis met huizingnummer A198:
Ida Martens verhuist in 1891 naar A186 en het huis wordt daarna bewoond door eigenaar Geertruida van der Loo, geboren te Asten op 21-10-1825 als dochter van Lucas Leonardus van der Loo en Petronella Kanters. Zij is na het overlijden van haar broer en zus vanuit de Emmastraat in het huis komen wonen. Na het overlijden van Geertruida van der Loo op 01-06-1894 te Asten wordt in de Peel- en Kempenbode van 29-09-1894 het huis door de erfgenamen te koop aangeboden:
De koper van het huis is Petrus Johannes Leenen die het huis blijft verhuren en vanaf 1896 woont in het huis Elisabeth Aerthijs, geboren te Nederweert op 26-09-1836 als dochter van Joannes Aerthijs en Elisabeth van Nieuwenhoven. Zij is sinds 06-06-1881 weduwe van Martinus Verstappen, geboren te Meijel op 07-06-1837 als zoon van Johannes Verstappen en Maria Roijmans en weduwnaar van Francisca Berkers, met wie zij te Asten op 15-01-1879 getrouwd was.
In 1901 wordt er een deel bijgebouwd en wordt het huis bewoond door haar stiefschoondochter Theodora Mennen, geboren te Asten op 21-06-1868 als dochter van Theodorus Mennen en Francisca van Rijt. Zij is sinds 06-03-1900 weduwe van Johannes Verstappen, geboren te Asten op 22-05-1866 als zoon van Martinus Verstappen en Francisca Berkers, met wie zij te Asten op 05-01-1894 getrouwd was. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1900-1910 woont zij samen met haar kinderen en stiefschoonmoeder in het huis met huizingnummer A211:
Elisabeth Aerthijs is in 1909 verhuisd naar Vught en is aldaar op 23-04-1910 overleden en Theodora Mennen verhuist met haar kinderen naar A168. Het huis is in 1905 verkocht aan Joannes Mennen, geboren te Asten op 09-01-1873 als zoon van Hendrikus Mennen en Anna Maria Sauvé.
In het huis komt wonen Pieter Lammers, geboren te Someren op 10-10-1832 als zoon van Antonie Lammers en Anna Maria Vermeer. Hij is als metselaar op 08-04-1869 te Someren getrouwd met Maria Catharina Winckels, geboren op 08-04-1832 te Nederweert als dochter van Petrus Winkels en Geertrudis van de Mortel. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1900-1910 komen zij vanuit A205 in het huis met huizingnummer A211 wonen:
Vanaf 1910 staat eerder genoemde schoonzoon Johannes Mennen als hoofd van het gezin. Hij is als kuiper op 06-06-1902 te Asten getrouwd met Maria Gertruda Lammers, geboren op 12-05-1873 te Someren als dochter van Pieter Lammers en Maria Catharina Winckels. In de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met huizingnummer A235:
Pieter Lammers is op 13-10-1915 te Asten overleden, Johannes Mennen is op 30-12-1917 te Asten overleden en Maria Catharina Winckels is op 15-01-1919 te Asten overleden. Hieronder de overlijdensakte van Pieter Lammers en het bidprentje bij het overlijden van Maria Catharina Winckels:
![]() |
![]() |
Maria Gertruda Lammers woont daarna met haar kinderen in het huis en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 betreft het huis A271, ook bekend staand als Julianastraat 34:
Ook in de periode 1930-1938 woont Maria Gertruda Lammers met haar kinderen in het huis aan de Julianastraat 34:
In 1935 vindt er een bijbouw plaats en ook de naastgelegen panden (zie Voormalig huis G778 en Voormalig huis G779) worden opgekocht door zoon Hendrikus Johannes (Harry) Mennen, geboren te Asten op 10-09-1904. In dat huis hebben zijn oudgrootouders Joannes Antonius Mennen en Maria Gysberti Koninkx eerder gewoond (zie Voormalig huis G778).
Hij begint er in 1930 een drukkerij, aldus het Eindhovensch dagblad van 30-10-1930 de inschrijving bij de Kamer van Koophandel:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 18-11-1932 meldt dat de drukkerij van Harry Mennen is getroffen door een brand:
Hendrikus Johannes (Harry) Mennen is op 29-08-1940 te Geldrop getrouwd met Catharina Petronella (Toos) van den Baar, geboren te Geldrop op 13-11-1911 als dochter van Andreas van den Baar en Johanna Catharina van Zeeland.
Hendrikus Johannes (Harry) Mennen heeft ook rond 1933 een dorpskrant voor Asten gemaakt, waarvan hieronder een uitgave uit 1942:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 08-07-1943 wordt nog gemeld dat zij een regenjas zijn verloren op het fietspad tussen Asten en Geldrop en rechtsonder zoekt Harry Mennen personeel in de krant Oost-Brabant van 17-03-1945:
![]() |
![]() |
Ook in de Helmondsche courant van 24-10-1945 wordt nog naar personeel voor de drukkerij gezocht:
Hieronder een foto uit 1955 van de drukkerij van Mennen in de Julianastraat in Asten:
Maria Gertruda Lammers is op 13-12-1958 te Asten overleden en hieronder de overlijdensakte van Johannes Mennen en het bidprentje bij het overlijden van Maria Gertruda Lammers:
![]() |
![]() |
Catharina Petronella (Toos) van den Baar is op 30-07-1990 te Geldrop overleden en Hendrikus Johannes (Harry) Mennen is op 30-07-1996 te Deurne overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
Hieronder een foto gemaakt op de hoek van de Julianastraat en de Sint Jozefstraat met in het midden de drukkerij van Harry Mennen:
Overzicht bewoners
Kadasternummer G780
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G780 | 1832 | Johanna van Stiphout | Sint Oedenrode 15-12-1766 | weduwe Verleijsdonk |
Julianastraat 34
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1810-1813 | Willem Verleijsdonk | Asten 22-05-1766 | Johanna van Stiphout | Sint Oedenrode 15-12-1766 | † 15-01-1813 | |
1813-1834 | Johanna van Stiphout | Sint Oedenrode 15-12-1766 | weduwe Verleijsdonk | † 12-09-1834 | ||
1834-1837 | Lucas Leonardus van der Loo | Asten 13-11-1788 | Petronella Kanters | Asten 26-06-1788 | † 11-05-1837 | |
1837-1853 | Lucas Leonardus van der Loo | Asten 13-11-1788 | met kinderen | |||
1853-1859 | Johannes Cortenbach | Asten 16-11-1823 | Maria van Rut | Meijel 17-03-1817 | ||
A127a | 1859-1861 | Johannes Cortenbach | Asten 16-11-1823 | Maria van Rut | Meijel 17-03-1817 | naar Venray |
A127a | 1861-1869 | Elisabeth Martens | Asten 02-07-1814 | |||
A189 | 1869-1879 | Elisabeth Martens | Asten 02-07-1814 | † 04-01-1879 | ||
A191 | 1879-1881 | Henrika Timmermans | Asten 31-03-1836 | weduwe van Zandtvoort | ||
A191 | 1881-1882 | Antonie Theunissen | Asten 12-08-1832 | Henrika Timmermans | Asten 31-03-1836 | naar A50 |
A191 | 1882-1884 | Elisabeth Kanters | Someren 03-03-1811 | Liefdehuis | ||
A191 | 1884-1888 | Lucas Leijten | Vlierden 09-07-1844 | Antonia Boerekamps | Asten 26-08-1859 | naar A197 |
A191 | 1888-1890 | Ida Martens | Asten 27-11-1825 | |||
A198 | 1890-1891 | Ida Martens | Asten 27-11-1825 | naar A186 | ||
A198 | 1891-1894 | Geertruida van der Loo | Asten 20-10-1825 | † 01-06-1894 | ||
A198 | 1895-1900 | Elisabeth Aerthijs | Nederweert 26-09-1836 | weduwe Verstappen | ||
A211 | 1900-1905 | Theodora Mennen | Asten 21-06-1868 | weduwe Verstappen | naar A168 | |
A211 | 1905-1910 | Peter Lammers | Someren 12-10-1832 | Maria Catharina Winckels | Nederweert 08-04-1832 | |
A235 | 1910-1917 | Johannes Mennen | Asten 09-01-1873 | Maria Gertruda Lammers | Someren 12-05-1873 | † 30-12-1917 |
A234 | 1917-1920 | Maria Gertruda Lammers | Someren 12-05-1873 | weduwe Mennen | ||
A271 | 1920-1930 | Maria Gertruda Lammers | Someren 12-05-1873 | weduwe Mennen | ||
34 | 1930-1938 | Maria Gertruda Lammers | Someren 12-05-1873 | weduwe Mennen |
Voormalig huis G540
In de tot woning omgebouwde schuur met kadasternummer G540 behorend bij het huis met kadasternummer G539 op de hoek van de huidige Emmastraat en Julianastraat woont vanaf 1878 Hubertus Bakx, geboren op 11-06-1838 te Luijksgestel als zoon van Bartholomeus Bakx en Catharina Brans. Hij is als landbouwer op 08-02-1878 te Asten getrouwd met Petronella Dielissen, geboren te Asten op 07-05-1833 als dochter van Jelis Dielissen en Johanna Maria van Bussel. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1869-1879 heeft het huis nog geen huizingnummer:
Zij verhuizen in hetzelfde jaar naar elders in Asten en in het huis komt wonen Neeltje van der Sijde, geboren te Woudrichem op 18-04-1824 als dochter van Huibert van der Sijde en Adriana Laurentia Goedbloet. Zij is sinds 06-08-1864 weduwe van Aate Folkert Brugmans, geboren op 16-03-1809 te Veere als zoon van Isaak Brugmans en Siebregje Folkertsma, met wie zij op 26-07-1849 te Helmond getrouwd was.
Zij verhuizen in 1879 naar D46b in de Wolfsberg en de volgende bewoner is Josephus Martens, geboren te Ginneken op 25-02-1836 als zoon van Adriaan Martens en Catharina Roelands. Hij is als commies op 15-06-1874 te Luijksgestel getrouwd met Maria Theresia Thijsen, geboren te Luijksgestel op 21-04-1848 als dochter van Willem Thijsen en Anna van Hulsel. Ook in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met huizingnummer A163:
Rond 1881 verhuist Josephus Martens met zijn gezin naar A54 en komt Peter Johannes van Brussel, geboren te Asten op 19-09-1839 als zoon van Godefridus van Brussel en Francisca van Gerwen, in het huis wonen. Hij heeft als zouaaf gediend in het Pauselijke leger en is als schoenmaker op 30-10-1876 te Asten getrouwd met Petronella Vlietstra, geboren te Lierop op 03-07-1845 als dochter van Matthijs Vlietstra en Barbara van Breda.
Zij verhuizen in 1883 naar A188a.
In 1883 wordt de schuur afgebroken en verhuist de nieuwe bewoner Hendrikus Verdonschot naar de tegenover liggende woning gemaakt uit de nieuw gebouwde schuur behorende bij kadasternummer G783, dat toen is veranderd in kadasternummer G1652. Hendrikus Verdonschot is geboren te Asten op 29-12-1836 als zoon van Hubertus Verdonschot en Goverdina Peeters (zie Voormalig huis G970). Hij is als wever te Asten op 11-01-1872 getrouwd met Antonetta van Heugten, geboren te Someren op 17-03-1846 als dochter van Antonie van Hugten en Anna van Horrik.
Korte tijd later verhuizen zij naar elders in Asten en wordt het huis verhuurd aan Hendrika Klinkenberg, geboren te Asten op 20-01-1837 als dochter van Johannes Klinkenberg en Francisca Aarts. Zij verhuist in 1884 naar A181 en de nieuwe bewoner is Petronella van Bussel, geboren te Asten op 04-02-1818 als dochter van Pieter van Bussel en Hendrina Haasen. Zij is sinds 12-05-1870 weduwe van Gerardus Cortenbach, geboren te Asten op 05-12-1820 als zoon van Martinus Cortenbach en IJda van der Loo, met wie zij op 24-10-1845 te Asten getrouwd was.
In 1888 verhuist Petronella van Bussel naar A150 en komt Lucas Leijten, geboren op 09-07-1844 te Vlierden als zoon van Johannes Leijten en Johanna van Gerwen. Hij is als dagloner op 15-02-1884 te Asten getrouwd met Antonia Boerekamps, geboren te Asten op 26-08-1859 als dochter van Godefridus Boerekamps en Maria Lintermans. Ook in de periode 1879-1890 wonen zij in het huis met huizingnummer A197:
Lucas Leijten vertrekt met zijn gezin in 1893 naar A204 en in het huis komt wonen Laurens Lodewijk Meulendijks, geboren te Asten op 31-12-1868 als zoon van Johannes Meulendijks en Francisca Scheuninks (zie Hemel 8 en 10). Hij is als klompenmaker op 07-04-1893 te Asten getrouwd met Johanna Heesakkers, geboren te Schijndel op 01-08-1863 als dochter van Hendrikus Heesakkers en Hendrien van der Heijden.
Zij verhuizen in 1897 naar A204 (zie Voormalig huis G773 en G774) en de volgende bewoner is Hendricus van Helmond, geboren te Asten op 23-03-1829 als zoon van Peter van Helmond en Catharina van de Kerkhof en weduwnaar van Martha Verleijsdonk. Hij is als winkelier op 26-04-1876 te Meijel getrouwd met Petronella Strijbos, geboren te Meijel op 14-11-1834 als dochter van Antoon Strijbos en Johanna Hendrikx. Ook in de periode 1900-1910 wonen zij in het huis met huizingnummer A210:
In 1903 verhuizen zij naar A171 (zie Voormalig huis G410) en daarna wordt het huis bewoond door Theodorus Verberne, geboren te Stratum op 24-08-1819 als zoon van Hendrikus Verberne en Elisabeth Verstappen. Hij is sinds 27-09-1860 weduwnaar van Anna Maria Verheijen, geboren te Asten op 02-09-1819 als dochter van Johannes Verheijen en Joanna van Heugten, met wie hij op 28-01-1853 te Asten getrouwd was.
Theodorus Verberne is op 05-12-1903 te Asten overleden en zijn schoondochter Antonia van den Ven, geboren te Someren op 22-12-1855 als dochter van Hendrik van de Ven en Petronella van de Moosdijk, blijft in het huis wonen. Zij is sinds 27-04-1887 weduwe van Hendrikus Verberne, geboren te 15-10-1856 als zoon van Theodorus Verberne en Anna Maria Verheijen, met wie zij op 16-04-1883 te Asten getrouwd was.
In 1909 verhuizen zij naar A202 en de nieuwe bewoner is Wilhelmus van Bommel, geboren te Deurne op 11-05-1883 als zoon van Pieter van Bommel en Geertruida Maas. Hij is als bierbrouwersknecht op 23-04-1909 te Asten getrouwd met Wilhelmina Rijnders, geboren te Asten op 13-07-1882 als dochter van Willem Rijnders en Anna Maria Linders.
Zij verhuizen aan het einde van de periode naar A229 en in het huis komt wonen Helena Brekelmans, geboren te Asten op 15-09-1869 als dochter van Hendrikus Brekelmans en Maria Slaats. Samen met broers Francis en Jacobus en onwettige zoon Adrianus woont zij in het huis met huizingnummer A234:
Zij verhuizen in 1911 naar D51 in de Wolfsberg en het huis wordt daarna bewoond door Hendrika Welten, geboren te Asten op 22-04-1849 als dochter van Dirk Welten en Hendrina van Vlerken. Aan het einde van de periode verhuist zij naar A339 (zie Voormalig huis G1413) en onder op bovenstaande staat wordt als nieuwe bewoner genoemd Francis van Bussel, geboren te Heeze op 21-10-1855 als zoon van Tielman van Bussel en Helena Maria Verbeek. Hij is als landbouwer op 08-02-1882 te Asten getrouwd met Johanna Maas, geboren te Lierop op 16-08-1852 als dochter van Johannes Maas en Antoneth Koolen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit C112 op Voordeldonk (zie ) in het huis met huizingnummer A270 wonen:
Francis van Bussel is op 23-06-1922 te Asten overleden en Johanna Maas verhuist aan het einde van de periode naar het Liefdehuis. In het huis komt wonen Antonius Arnoldus Sprenkels, geboren te Berlicum op 28-10-1896 als zoon van Lambertus Sprenkels en Petronella Janssen. Hij is als schoenmaker op 10-06-1929 te Asten getrouwd met Maria Cortooms, geboren op 18-06-1897 te Asten als dochter van Laurens Cortooms en Anna Maria van Oosterhout. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A270, ook bekend staand als Julianastraat 36:
Ook in de periode 1930-1938 wonen zij in het huis aan de Julianastraat 36:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-10-1934 en van 27-12-1935 de geboortes van zoon Petrus en dochter Petronella:
![]() |
![]() |
Zij verhuizen rond 1936 naar Julianastraat 22 (zie Voormalig huis G773 en G774) en in het huis komt wonen Petrus Johannes van Helmond, geboren te Asten op 10-01-1891 als zoon van Hubertus van Helmond en Petronella Marcus (zie Jan van Havenstraat 42). Hij is als fabrieksarbeider op 23-04-1915 te Mierlo getrouwd met Petronella Johanna Sanders, geboren te Mierlo op 04-10-1879 als dochter van Joannes Sanders en Johanna Maria Scheepers. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Koningsplein 18 in het huis aan de Julianastraat 36 wonen:
Zij verhuizen rond 1937 naar de Prins Hendrikstraat 7 (zie Voormalig huis G643) en de nieuwe bewoner is Hubertus Hendrikus Kuijpers, geboren te Asten op 06-11-1898 als zoon van Bartel Kuipers en Maria Christina Slaats (zie Voormalig huis D1753). Hij is als chauffeur op 20-04-1923 te Asten getrouwd met Adriana Johanna Sauvé, geboren te Asten op 29-04-1902 als dochter van Willem Sauvé en Wilhelmina Benders (zie Emmastraat 56). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Molenstraat 50 (zie Burgemeester Wijnenstraat 84) in het huis aan de Julianastraat 36 wonen:
Zij verhuizen rond 1938 naar Prins Bernhardstraat 26 (zie Voormalig huis G442) en de nieuwe bewoner is Francis Verhees, geboren te Asten op 15-10-1891 als zoon van Andreas Verhees en Anna Maria Lammers. Hij is als landbouwer op 20-04-1921 te Vlierden getrouwd met Alberta Janssen, geboren te Asten op 28-09-1897 als dochter van Antonius Janssen en Petronella Berkers. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Kleine Heitrak 26 (zie Kleine Heitrak 34) in het huis aan de Julianastraat 36 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-06-1940 de geboorte van dochter Louisa:
Alberta Janssen is op 08-12-1981 te Asten overleden en Francis Verhees is op 08-12-1987 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
Overzicht bewoners
Julianastraat 36
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1878-1878 | Hubertus Bakx | Luijksgestel 11-06-12838 | Petronella Dielissen | Asten 07-05-1833 | ||
1878-1879 | Neeltje van der Sijde | Woudrichem 18-04-1824 | weduwe Brugmans | naar D46b | ||
A163 | 1879-1881 | Josephus Martens | Ginneken 25-02-1836 | Maria Theresia Thijssen | Luijksgestel 21-04-1848 | naar A54 |
A163 | 1881-1883 | Peter Johannes van Brussel | Asten 19-09-1838 | Petronella Vlietstra | Lierop 03-07-1845 | naar A188a |
A163 | 1883-1883 | Hendrik Verdonschot | Asten 29-12-1836 | Antonetta van Heugten | Someren 17-03-1846 | |
A163 | 1883-1884 | Hendrika Klinkenberg | Asten 20-01-1837 | naar A181 | ||
A163 | 1884-1888 | Petronella van Bussel | Asten 04-02-1818 | weduwe Cortenbach | naar A150 | |
A163 | 1888-1890 | Lucas Leijten | Vlierden 09-07-1844 | Antonia Boerekamps | Asten 26-08-1859 | |
A197 | 1890-1893 | Lucas Leijten | Vlierden 09-07-1844 | Antonia Boerekamps | Asten 26-08-1859 | naar A204 |
A197 | 1893-1897 | Laurens Meulendijks | Asten 31-12-1868 | Johanna Heesakkers | Schijndel 01-08-1863 | naar A204 |
A197 | 1897-1900 | Hendricus van Helmond | Asten 23-03-1829 | Petronella Strijbos | Meijel 14-11-1834 | |
A210 | 1900-1903 | Hendricus van Helmond | Asten 23-03-1829 | Petronella Strijbos | Meijel 14-11-1834 | naar A171 |
A210 | 1903-1903 | Theodorus Verberne | Stratum 24-08-1819 | met familie | † 05-12-1903 | |
A210 | 1904-1909 | Antonia van de Ven | Someren 22-12-1855 | weduwe Verberne | naar A202 | |
A210 | 1909-1910 | Wilhelmus van Bommel | Deurne 11-05-1833 | Wilhelmina Rijnders | Asten 13-06-1882 | naar A229 |
A234 | 1910-1911 | Helena Brekelmans | Asten 15-09-1869 | met familie | naar D51 | |
A234 | 1911-1920 | Hendrika Welten | Asten 22-04-1849 | naar A339 | ||
A270 | 1920-1922 | Francis van Bussel | Heeze 21-10-1855 | Johanna Maas | Lierop 16-08-1852 | † 23-06-1922 |
A270 | 1922-1928 | Johanna Maas | Lierop 16-08-1852 | weduwe van Bussel | Liefdehuis | |
A270 | 1929-1930 | Antonius Sprenkels | Berlicum 28-10-1896 | Maria Cortooms | Asten 18-06-1897 | |
36 | 1930-1936 | Antonius Sprenkels | Berlicum 28-10-1896 | Maria Cortooms | Asten 18-06-1897 | Julianastraat 22 |
36 | 1936-1937 | Peter Johannes van Helmond | Asten 10-01-1891 | Petronella Sanders | Mierlo 04-10-1879 | Prins Hendrikstraat 7 |
36 | 1937-1938 | Hubertus Hendrikus Kuijpers | Asten 06-11-1898 | Adriana Johanna Sauvé | Asten 29-04-1902 | Prins Bernhardstraat 26 |
36 | 1938 | Francis Verhees | Asten 15-10-1891 | Alberta Janssen | Asten 28-09-1897 |
Voormalig huis G783
Dit huis is in eigendom van Jacobus Corstiaens, geboren rond 1590 en rond 1620 getrouwd met Judith Thomas Dryes, geboren te Asten rond 1596 als dochter van Thomas Dryes en Anneken. Hieronder het gezin van Jacobus Corstiaens en Judith Thomas Dryes:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Jenneke | Asten ±1625 | Asten 25-01-1652 Huybert Luycas van der Loo |
Asten 12-08-1674 | |
2 | Teuniske | Asten ±1627 | Asten 06-11-1667 Johannes Lenaerts |
Asten 15-06-1674 |
Jacobus Corstiaens koopt een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 58; 30-06-1632:
Wilbort Herman Verlynden mede voor Joost en Mechtildis, zijn broer en zuster, geven wederom over aan Jacop Corstjaens land 32 roede achter Michiel Tijs Franssen. Welcke voorschrevene los geschiedt sijnde, is geconditioneert dat voorschreven Jacop Corstjaens, kersmisse eerstkomend sal gehouden wesen te geven de somma van xviiii gulden eens, des datelijck te geven aen den voorschreven Wilbort Verlynden.
De schoonmoeder van Jacobus Corstiaens verkoopt samen met haar kinderen een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 73 folio 10; 28-02-1634:
Anneken, weduwe Thomas Dryes geassisteerd met mij secretaris Volders en haar kinderen met name Jacop Corstjaens getrouwd met Judith, Peter, haar zoon, Meriken, dochter Thomas Dryes geassisteerd met Jan Janssen, Bernard, haar zoon buiten Asten wonende voor deze, ik, secretaris. Zij verkopen aan Dryes Thomas Dryes, haar zoon en hun broeder groes in de Haseldonck 2 lopense soo taffgegraven leeght. De aflossing bedraagt ƒ 125,-.
Jacobus Corstiaens koopt nog een stuk land bij de pastorie van zijn neef:
Asten Rechterlijk Archief 74 folio 13; 15-02-1635:
Dirck Jan Corstjaens verkoopt aan Jacop Corstjaens land achter de Pastorye. Coram Geraert Dircx en Jan Aert Rutten, leenmannen, ter zake dat het leengoed is.
Jacobus Corstiaens is rond 1640 overleden en zijn weduwe Judith Thomas Dryes moet nog een schuld aflossen, die later door haar schoonzoon wordt betaald:
Asten Rechterlijk Archief 77 folio 28; 03-02-1649:
Judtien, weduwe Jacop Corstjaens verklaart nog te moeten betalen een koop, gedaan door wijlen haar man, op 26-11-1630, schepenen Asten, aan Anneken, dochter wijlen Dircx de Width ƒ 24,50.
Marge: Thomas Geldens heeft van Huybert Luycas, schoonzoon van Judtien Corstjaens ƒ 22,60 ontvangen, de rest wordt betaald Sint Marten offwel Corsmisse eerstkomend.
Marge: 07-05-1653 Anneke Dircx de With is voldaan van deze obligatie.
Dochter Jenneke Jacob Corstiaens, geboren te Asten rond 1625 is op 25-01-1652 te Asten getrouwd met Hubertus Luycas van der Loo is geboren te 's Hertogenbosch rond 1620 als zoon van Meester Luycas van der Loo:
Op heden den 4 Januarij 1652 sijn ondertrout Huijbert sone Meester Luycas van der Loo wonende binnen den Bosch ende Jenneke dogter Jacob Corstiaens coram Jan Michiels ende Joost Roefs schepenen. Ende sijn getrout de 25e dito voor schepenen voornoemd.
Het gezin van Hubertus Luycas van der Loo en Jenneke Jacob Corstiaens:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Agnes | Asten ±1652 | Eindhoven 31-08-1681 Hendrick Peeters van Dooren |
Lieshout 19-12-1701 | |
2 | Luycas | Helmond 04-03-1653 | Asten 18-09-1678 Helena Geraerts Asten 29-09-1686 Willemke Hendrik Verdijsseldonk Asten 02-12-1696 Catharina Wouters de Groot |
Asten 17-10-1721 | |
3 | Jacobus | Asten 04-03-1655 | Asten 24-05-1683 Anna Jansen Berckers |
Asten 26-07-1723 | zie Voormalig huis G549 |
4 | Johannes | Asten 08-01-1661 | Kind | Asten ±1661 |
Kort voor zijn huwelijk koopt Hubertus Luycas van der Loo het huis van zijn schoonouders:
Asten Rechterlijk Archief 77 folio 102 verso; 26-01-1652:
Jan Lenarts man van Teuniske draagt over aan Huybert Luycassen van de Loo, zijn zwager, al de goederen die hem van sijn wijfs vader zal zijn aenbestorven en door sijn wijfs moeder nog in tocht worden bezeten en na haar overlijden heeft te verwachten, roerend en onroerend, een huis en hof in het Dorp. Overdraagsom ƒ 60,-. Mede compareerde Juth Jacobs, moeder van de vrouwen van Jan Lenarts en Huybert Luycassen van de Loo, zijnde haar enige erfgenamen. Zij onderschrijft het voorgaande en in ruil daarvoor wordt zij door Huybert, haar verdere leven onderhouden in kost en kleren.
De schoonmoeder van Hubertus Luycas van der Loo, Judith Thomas Dryes, is op 20-05-1662 te Asten overleden. Hubertus Luycas van der Loo komt nog in de archieven voor bij de aankoop en verkoop van stukken land:
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 76 verso; 05-09-1657:
Frans Joosten verkoopt aan Huybert Luycasse van der Loo land in 't Dorp naast zijn eigen land. Belast met ½ hoen per jaar cijns aan de Heer van Asten.Asten Rechterlijk Archief 78 folio 116 verso; 04-03-1660:
Huybert van der Loo verkoopt aan Dirck Fransen een hoek land in het Dorp 21½ roede.
Hubertus Luycas van der Loo is op 19-06-1662 te Asten overleden en hieronder zijn begraafakte:
Jenneke Jacob Corstiaens verkoopt nog een stuk land:
Asten Rechterlijk Archief 78 folio 191; 12-02-1663:
Jenneken, weduwe Huybert van der Loo, geassisteerd met Andries Andriessen, haar gekoren momboir verkoopt, met decreet van schepenen, aan Andries Tomassen groes in de Haseldonck ½ lopense. Koopsom ƒ 18,-.
Jenneke Jacob Corstiaens is op 12-08-1674 te Asten overleden:
Zoon Luycas Huybers van der Loo is geboren te Helmond op 04-03-1653 en op 18-09-1678 te Asten getrouwd met Helena Geraerts, geboren te Asten op 01-05-1645 als dochter van Gerardus Gerardi en Petronella. Na haar overlijden te Asten op 30-08-1685 is Luycas Huybers van der Loo op 29-09-1686 te Asten hertrouwd met Willemke Hendrix Fransen Verdijsseldonck, geboren rond 1646 als dochter van Hendrick Fransen Verdijsteldonck en Johanna Hendrix en weduwe van Pauwels Dirck Fransen. Na haar overlijden te Asten op 11-06-1692, is Luycas Huybers van der Loo een derde maal getrouwd op 02-12-1696 te Asten met Catharina Wouters de Groot, geboren te Asten op 24-07-1661 als dochter van Walteris Geven de Groot en Margaretha Antonis Aerts:
1673, November 12; sponsalia Pouwels Dirx et Willemke Hendrix; coram testes Jan Dirx et Joost Janssen. November 26; Matrimonio coram testes Jan Dirx et Jan Hendrix.
12 november 1673; ondertrouwcontract tussen Pouwels Dirx en Willemke Hendrix; voor getuigen Jan Dirx en Joost Janssen. 26 november; huwelijkscontract voor getuigen Jan Dirx et Jan Hendrix.
De gezinnen van Luycas Huybers van der Loo met Helena Geraerts, met Willemke Hendrix Fransen Verdijsseldonck en met Catharina Wouters de Groot:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Hubertus | Asten 13-10-1680 | Kind | Asten ±1680 | |
2 | Johanna | Asten 21-10-1682 | Kind | Asten ±1682 | |
3 | Johanna | Asten 24-08-1685 | Kind | Asten ±1685 | |
4 | Paulus* | Asten 19-05-1687 | Asten 10-02-1712 Anna Maria Jansen Hooghmoed |
Meijel 03-03-1759 | |
5 | Hubertus* | Asten 01-04-1690 | Asten 19-11-1719 Wilhelmina Jansen |
Asten 21-11-1731 | |
6 | Wilhelma** | Asten 25-05-1698 | Kind | Asten 19-01-1716 | |
7 | Johanna** | Asten 11-06-1701 | Kind | Asten ±1701 |
* kinderen uit het tweede huwelijk
** kinderen uit het derde huwelijk
Luycas Huybers van der Loo heeft nog geld tegoed van de zwager van zijn vrouw en later van diens kinderen:
Asten Rechterlijk Archief 9 folio 353; 04-05-1689:
Luycas Huyberts van der Loo getrouwd met Willemke Verdijsteldonck, weduwe Paulus Dircx, aanlegger contra Jan Frans Coolen, gedaagde. Gedaagde wil de ƒ 140,- betalen mits aanlegger zal overleggen de hantobligatie door gedaagde getekend waaruit blijkt dat hij de zelfde som schuldig is aan aanlegger. Gedaagde heeft ook nog te ontvangen ƒ 250,- met intrest hem ten deel gevallen bij scheiding en deling.Asten Rechterlijk Archief 86 folio 108 verso; 08-11-1690:
Jan Frans Colen en Antonis Jan Frans Colen, zijn zoon, zijn schuldig aan Lucas Huyberts van der Loo ƒ 100,- à 5% herkomende uit obligatie de dato 20-03-1673.
Luycas Huybers van der Loo koopt en leent nog een stuk land van de familie van zijn derde vrouw:
Asten Rechterlijk Archief 88 folio 61 verso; 18-05-1698:
Aert Goorts en Elisabeth, weduwe Tielen Fransen, verkopen aan Lucas van der Loo groes in de Campen 35 roede. Koopsom ƒ 36,-.Asten Rechterlijk Archief 88 folio 92 verso; 28-05-1699:
Elisabeth Wouterse de Groodt, weduwe Tielen Frans Joosten verkoopt, bij belening, aan Lucas van der Loo, haar zwager 1⁄5e deel in een akker op de Lochte geheel 6 lopense. Beleentijd 6 jaar
Nogmaals wordt door familieleden van de vrouw van Luycas Huybers van der Loo gehamerd op het feit dat Jan Frans Colen nog steeds niet heeft betaald:
Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-11-1709:
Jan Paulus Cremers en Hendrick Janssen Hoefnagels getrouwd met Mari Paulus Cremers, aanleggers contra Jan Frans Colen en Stijntie, weduwe Anthonis Jan Frans Colen, gedaagden. Gedaagden zijn sinds 8 november 1690 schuldig aan Lucas Huyberts van der Loo, getrouwd geweest met Willemken, weduwe Paulus Dircx, van wie aanleggers erfgenamen zijn ƒ 100,- à 5%. De achterstand in intrest is veele en verscheyde jaeren. In 1698 is door de eerste gedaagde ƒ 35,- afgelost.
Luycas Huybers van der Loo maakt een inventaris op van de goederen die hij een zijn zoon Paulus in bezit hebben:
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 94 verso; 19-11-1720:
Luycas van der Loo maakt een inventaris van zijn goederen die hij bezit en in zijn laatste huwelijk met Catalijn Wouters, zijn vrouw, heeft ingebracht en aan hem en zijn zoon Paulus, uit zijn huwelijk met Willemyn Verdijseldonck competeren.
Onroerende goederen: huis, hof en aangelag in het dorp met 1 lopense land daaraangelegen, zoals hij in bewoning en gebruik heeft; land in de Loverbos 1 lopense; land / groes in de Haseldonck 3 cope; groes Vrouwkensvelt te Ostaden.
Geld: ƒ 100,- ten laste van Tijs Jansse Cuypers; ƒ 50,- ten laste van Hendrik Aart Ruysers; ƒ 35,- ten laste van Jan Frans Colen; ƒ 37,80 van verkochte bieën; ƒ 55,- van de vrouwe van Asten wegens huurpenningen.
Roerende goederen: 7 vimmen ongedorste rogge, twee weefgetouwen en hun toebehoren met 12 kammen, een bed, enige ketels en vuurgerei.
Luycas Huybers van der Loo is op 17-10-1721 te Asten overleden en kort daarna verdeelt Catharina Wouters de Groot de goederen met haar stiefzoon Paulus Luycas van der Loo:
Asten Rechterlijk Archief 115 folio 127 verso; 18-12-1721:
Catalijn Wouters, weduwe van Luycas van der Loo en Paulus Luycas van der Loo maken een scheiding en deling van de goederen die Luycas van der Loo heeft nagelaten, zowel uit dit huwelijk als uit eerdere.
1e lot krijgt Paulus huis, hof en aangelag in het Dorp 2 lopense, ene zijde Jan van Gijsenroy, andere zijde Peeter Jan Hoefnagels, ene einde de straat, andere einde weduwe Lamert Fransse; land / groes het kemke 2½ lopense; land op de Logte 2 lopense 20 roede; groes Vrouwkensvelt 1 lopense; land in de Loverbos 1 lopense; land het Horsje 3 copse. Belast met 3 stuiver 2 penningen per jaar aan het Huis van Asten; 7 stuiver 8 penningen per jaar geestelijke pacht. Verponding ƒ 3-13-10 per jaar.
Conditie: Catelijn Wouters zal gedurende haar verdere leven in de kamer van het voorschreven huis mogen blijven wonen, dit zonder ietwes daarvoor te betalen. Ze krijgt een hof voor haar provisie en mag twee mulder vruchten op de zolder schudden.
2e lot krijgt Catelijn groes den Baltis 3 lopense; groes de Heihorst 1½ lopense; land naast Jan Vriens 3 copse; land naast Willem Loomans 1 lopense. Belast met 26 stuiver per jaar geestelijke pacht; 1⁄3e deel van 5 stuiver per jaar aan den Armen van Asten. Verponding ƒ 2-8-0 per jaar.
Als Catharina Wouters de Groot ziek wordt, maakt zij haar testament op:
Asten Rechterlijk Archief 116 folio 26 verso; 06-07-1726:
Lijneke Wouters, weduwe Luycas van der Loo, in het Dorp, ziek, testeert. Alle voorgaande maakselen vervallen. Haar nalatenschap zal gaan naar Flips Wouters 1⁄5e deel, Lijs Tilens 1⁄5e deel, Eyke Wouters de vrouw van Peeter Dries 1⁄5e deel, haar broeder en zusters, de kinderen van Teunis Wouters en Willemyn Goorts Verheyden en Elske Hendrik Aarts als representante van haar vader samen 1⁄5e deel en de vijf kinderen van haar zuster, Jenneke Wouters en Willem Abrahams 1⁄5e deel.
Catharina Wouters de Groot is op 21-09-1726 te Asten overleden en haar goederen worden volgens het bovenstaande testament getaxeerd en daarna verdeeld:
Asten Rechterlijk Archief 162a; 18-11-1726:
Taxatie van de onroerende goederen van Lijneke, weduwe Luycas van der Loo overleden 22-09-1726. Philips Wouters, alhier, is een der erfgenamen. Waarde
Groes 3 lopense naast Willem Goort Loomans ƒ 110,-
Groes 1 lopense naast Peeter Driesse ƒ 10,-
Land naast Jan Vriens 1 lopense ƒ 8,-
Land 1 lopense naast Willem Loomans ƒ 5,-
Totaal ƒ 133,-
20e penning ƒ 6-13-0.Asten Rechterlijk Archief 116 folio 86; 12-11-1727:
Flips Wouters, Peeter Driessen getrouwd met Ida Wouters, Lysbet Wouters, weduwe Tilen Fransse, Wouter, zoon Antonis Wouters mede voor Goortje Antonis Wouters, zijn zuster, Jan, zoon Willem Loomans en Jenneke Wouters mede voor zijn verdere broers en zusters. Allen erven van wijlen Lijneke Wouters, weduwe Luycas van der Loo testament de dato 06-07-1726. Zij verdelen de nagelaten goederen.
1e lot krijgt Flips land de Wolsberg weduwe Jan Vriens 1 lopense. Belast met 5 stuiver per jaar aan den Armen van Asten. Verponding 6 stuiver per jaar. Bede 5 stuiver per jaar.
2e lot krijgt Peeter land de Logte 1 lopense; groes de Wolsberg 3 copse. Belast met 1 gulden 7 stuiver per jaar geestelijke pacht, te 's Hertogenbosch. Verponding 14 stuiver per jaar. Bede 15 stuiver per jaar.
3e lot krijgt Lysbet ƒ 55,-.
4e lot krijgen de kinderen Antonis Wouters groes de Wolsberg naast Willem Goort Loomans 3 lopense. Verponding 1 gulden 8 stuiver per jaar.
5e lot krijgen de kinderen Willem Loomans ƒ 55,-.
Zoon Paulus Luycas van der Loo is geboren te Asten op 19-05-1687 en op 13-01-1712 ondertrouwd te Meijel en op 10-02-1712 te Asten getrouwd met Anna Maria Jansen Hoogmoedt, alias Faldera, geboren te Roermond op 23-12-1682 als dochter van Joannes Hoemoet en Catharina Hermes:
Op huijden 10 Februarij 1712 soo sijn voor de schepenen van Asten getrouwt in conforme van dy eerste reglement Paulus van der Loo jongeman van Asten en Anna Maria Homoet geboortigh tot Ruremonde bruijd alhier gewoont.
Het gezin van Paulus Luycas van der Loo en Anna Maria Jansen Hoogmoedt:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Mathias Hubertus | Roermond 30-03-1712 | |||
2 | Johannes | Asten 16-03-1715 | Ongehuwd | Meijel 15-02-1764 | |
3 | Wilhelmina | ±1728 | Kind | Linne 13-08-1728 | |
4 | Wilhelmus | ±1729 | Kind | Linne 27-09-1729 |
Paulus Luycas van der Loo verkoopt land dat hij van zijn grootvader Hendrik Franssen Verdijsteldonck heeft geërfd:
Asten Rechterlijk Archief 91 folio 88; 24-04-1713:
Paulus van der Loo, te Besel, in de lande van Monfort, verkoopt aan Maria Hendricx, te Vosselen 1⁄12e deel van groes en land aan Vosselen, de groes wordt begrensd door Gerit en Jan Aerts, het land door Geverd van Doerne en Theunis Peters. Bij erfenis van zijn grootvader verkregen en waarvan de rest is van Jan Paulus, Hendrina Hoefnagel, Jan Hendricx Verdijseldonck, Maria Hendricx en Francis Hendricx Verdijseldonck. Belast met 1⁄3e deel van ƒ 100,-. Koopsom ƒ 112,50. Lasten ƒ 33,35.
Paulus Luycas van der Loo woont in het land van Montfoort in het huidige Limburg en vraagt een paspoort aan:
Asten Rechterlijk Archief 114 folio 44; 09-08-1714:
Paspoort voor Paulus van der Loo, geboren te Asten, zijnde van goed gedrag. Hij is jager geweest bij de Vrouwe van Asten. Zijn vader is, alhier, collecteur geweest van 's landslasten en heeft daarvan ook loffelijck rekening gedaan.
In 1729, na het overlijden van zijn stiefmoeder Catharina Wouters de Groot, verkoopt hij het huis aan Johannes Jansen van Dijk:
Asten Rechterlijk Archief 93 folio 113 verso; 08-09-1729:
Paulus Luycas van de Loo, wonende te Linne in het Ampt Monfort, verkoopt aan Jan Janse Goorts van Dijck huis, hof en aangelag 2 lopense, ene zijde erven Jan Timmermans, andere zijde weduwe Jan Doensen, ene einde de straat, andere einde erven Lambert Fransen; land naast Antonis Fransen Voermans 2 lopense; land naast erven Hendrik Jan Hoefnagels 1 lopense; groes / land naast Jan van Helmont 2½ lopense; land naast Thijs Dirx 1 lopense; groes naast erven Jan Paulus 1 lopense. Belast met ƒ 0-7-8 per jaar aan rentmeester de la Calmette; ƒ 0-3-2 per jaar aan het Huis van Asten. Koopsom ƒ 465,-.
Anna Maria Jansen Hoogmoedt is op 26-06-1756 te Meijel overleden en Paulus Luycas van der Loo is op 03-03-1759 te Meijel overleden.
Johannes Janssen Goorts van Dyck is geboren te Asten op 12-10-1691 als zoon van Johannes Jan Goorts en Catharina Driessen. Hij is op 21-11-1728 te Asten getrouwd met Johanna Jansen van Dol, geboren te Asten op 10-05-1705 als dochter van Johannes Jansen Doll en Johanna Jansen (zie Wolfsberg 8):
Juncti sunt matrimonio Jois Jansen van Dijck et Joanna Janssen; testes Arnoldus Willems van Heugten et Anna Janssen.
In huwelijkse echt gebonden Johannes Jansen van Dijck en Joanna Janssen; getuigen Arnoldus Willems van Heugten en Anna Janssen.
Het gezin van Johannes Janssen Goorts van Dyck en Johanna Jansen van Dol:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Catharina | Asten 22-03-1731 | Asten 31-10-1751 Johannes Jansen Slaats |
Asten 22-12-1769 | |
2 | Johanna | Asten 27-04-1733 | Kind | Asten ±1733 | |
3 | Johanna Maria | Asten 13-08-1735 | Asten 29-01-1758 Johannes Brunas |
Asten 06-08-1773 | zie Voormalig huis G826 en Stegen 80 |
4 | Johannes | Asten 09-01-1738 | Deurne 25-01-1761 Elizabetha Eymers van Loon |
Asten 13-05-1793 | zie Voormalig huis C1333 en Jan van Havenstraat 1 |
5 | Wilhelmus | Asten 18-02-1741 | Asten 17-01-1768 Maria Wilhelmi Slaats |
Asten 18-07-1792 | zie Emmastraat 23 |
6 | Bonaventura | Asten 14-02-1745 | Mierlo 18-10-1767 Anna Maria Goris |
Mierlo 18-03-1768 |
Johannes Janssen Goorts van Dyck heeft een schuld aan Paulus Luycas van der Loo vanwege de koop van het huis:
Asten Rechterlijk Archief 93 folio 114; 08-09-1729:
Jan Janse Goorts van Dijck is schuldig aan Paulus Luycas van der Loo ƒ 350,- à 4%.
Johannes Janssen Goorts van Dyck koopt verschillende stukken land:
Asten Rechterlijk Archief 93 folio 187 verso; 21-04-1732:
Jan Tielens, te Hees, Jan Jansen Walravens de jonge Nomen Uxoris mede voor haar moeder en Jan Walravens. Zij verkopen aan Jan Goort Gerardts en Jan Jansen van Dijck land den Loghtenacker 2½ lopense. Koopsom ƒ 40,-.Asten Rechterlijk Archief 93 folio 210 verso; 15-12-1732:
Marcelis Driessen en Jan Goort Gerards momboiren van de drie onmondige kinderen van Hendrik Hoefnagels en Hendrien Willem Aarts verkopen, vanwege de kosten der erfmangeling, aan Jan Janse van Dijck land op de Loghte 1½ lopense. Koopsom: ƒ 30,-.Asten Rechterlijk Archief 94 folio 12 verso; 04-01-1734:
Marten van Deursen verkoopt aan Jan Jansen van Dijck land in 't Dorp 1 lopense. Koopsom
ƒ 15-15-00.
Johannes Janssen Goorts van Dyck heeft nog een geschil met Joost Jan Hoefnagels (zie Marktstraat 5) en Martin Jan Paulus (zie Julianastraat 1) betreffende een oogst op een gepacht stuk land van Philippus Carolus van Dongelbergen (zie Busselseweg 7). Er wordt een schikking getroffen:
Asten Rechterlijk Archief 14 folio 387; 24-10-1735:
Joost Hoeffnagels, aanlegger contra Jan Jansen van Dijck. Aanlegger en gedaagde hebben, in 1725, een clamptiende competerende aan de Heer Philippus Carolus van Dongelbergen, te Blaerthem, aengeslagen en opgevoerd. Gedaagde heeft het koren daarvan geprovenieert en in zijn huis ontvangen en daarna ten gelde gemaakt. Om langdurige processen te voorkomen is gedaagde verzocht om verantwoording, bewijs en reliqua aan aanlegger te overleggen. Tot nu is dit niet gedaan.
Gedaagde zegt dat de zaak van zeer weinig importantie is en de aenlegger is bestaende in maeghschappe en dus om de vrintschap te conserveren en onnodighe costen te eviteren. Hij verzoekt om een regeling. Aanlegger vraagt ƒ 50,-. Gedaagde betaald ƒ 25,- plus de kosten.Asten Rechterlijk Archief 14 folio 387; 24-10-1735:
Martinus Jan Paulus, aanlegger contra Jan Jansen van Dijk, gedaagde. Gedaagde en aanlegger hebben, in 1725, een clamptiende, behorende aan Heer Philippus Carolus van Dongelbergen, te Blaerthem in pagt aengeslagen en opgevoerd. Gedaagde heeft het coren daervan geprovenieert ten sijnen huyse ontfangen en naar zijn welgevallen gebeneficieert en ten gelde gemaakt. Gedaagde is tot heden, ondanks veelvuldige aanmaningen en de verplichting daartoe, niet gekomen tot het overleggen van een behoorlijke rekening, bewijs en reliqua.
Gedaagde zegt dat de zaak van te geringe importantie is en zou deze liever in de minne afdoen. Aanlegger vraagt ƒ 50,-. Gedaagde betaald ƒ 15,- plus de kosten.
Johannes Janssen Goorts van Dyck heeft een lening afgesloten bij zijn zwager Joost Jan Hoefnagels:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 8 verso; 05-04-1737:
Joost Jan Hoefnagels en zijn vrouw, Ida Jansen van Dijk, verklaren en accepteren de belasting, door de eerste comparant gedaan, op de goederen van zijn voorkinderen, verwekt bij Josyna Verlensdonk tot ondersteuning van hun, comparanten, huishouden als anderszins gedaan met een belening van ƒ 200,- aan Jan Jansen van Dijk. De goederen zullen binnen de tijd van zes jaar weer worden vrijgemaakt. De voorkinderen van Joost Jan Hoefnagels en Josyna Jan Verlensdonk zullen van deze transactie kost- en schadeloos gehouden worden. Schepenacte de dato 13-02-1737.
Johannes Janssen Goorts van Dyck koopt nog meer land:
Asten Rechterlijk Archief 94 folio 126 verso; 01-08-1737:
Jan Peter Smits verkoopt aan Jan Jansen van Dijk land den Heesacker 1 lopense; de Moenesacker 1 lopense; Goort Oomsacker int Lindert; het Hofke 1 copse; den Bleek 2 lopense; groes het Weyvelt 1 lopense. Koopsom ƒ 100,-.Asten Rechterlijk Archief 94 folio 138 verso; 25-11-1737:
Laurens Bruystens verkoopt aan Jan Jansen van Dijk een hoek of gedeelte van het aangelag aan zijn huis in 't Dorp zijnde groes 1 lopense 3 copse. Overeengekomen is nog dat de verkoper de koper moet laten wegen door en over een akker van de verkoper, gelegen in de Logte. Koopsom ƒ 60,-.
Samen met zijn zwager verkoopt Johannes Janssen Goorts van Dyck een obligatie:
Asten Rechterlijk Archief 94 folio 190 verso; 20-04-1739:
Jan Jansen van Dijk getrouwd met Jenneke, dochter Jan van Bussel, anders Jan Doll en Peter Joosten van Bussel getrouwd met Anneke, dochter Jan Doll. Zij verkopen aan Gabriel van Swanenberg en Dirk Jansen van Someren, kerkmeesters, alhier een obligatie van ƒ 150,- à 3% ten laste van het Corpus van Asten in 1695 ten behoeve van Jan Doll. Verkopers aangekomen bij versterf van hun ouders.
Als collecteur van de landtol moet Johannes Janssen Goorts van Dyck verantwoording afleggen:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 202 verso; 25-02-1740:
Interrogatorium voor Willem van Riet, commis van den grooten Brabandsche zwijgende landtol.
Compareerde, Jan van Dijk, 49 jaar, hem werd gevraagd off hij niet weet, dat de requirant, op 8 februarij laatstleden, bij sijn huis niet heeft aangeslagen, seekere Abraham, sijnde een knegt van Tomas Peters, woonende tot Valkensweert, ter saake den selve geen tol bij hem was hebbende van de tarwe op sijn kar, bespannen met twee paarden, gelaaden had?
Deponent verklaart dat hem kennelijk is dat de requirant de voornoemde Abraham heeft aangeslagen, maar niet te weeten off den tol goet was off niet, off ook niet of hij tol off geen tol bij hem had.
Off op die aanslag de voornoemde Abraham met de voornoemde requirant niet wilde accordeeren om in der minne af te doen en off de selve Abraham niet verscheyde maale aan de requirant gelt presenteerde om van de aanslag ontslaagen te weesen?
Deponent verklaart dat dit zo is geweest.
Wert mede gevraagt off hij deponent voor de voornoemde Abraham aan de requirant niet heeft gepresenteert, vijff pistoletten, off hij deponent mede niet gehoort off gesien heeft dat de voornoemde Abraham aan de requirant een tolbriefje vertoonde en dat de requirant seyde: "Daar heb je wel vier maal op gevaaren" en dat den voornoemde Abraham seyde: "Neen, maar tweemaal"?
Deponent verklaart dat Abraham aan de requirant heeft gepresenteert, circa 40 gulden en dat hij, deponent alsdoen presenteerde aan de requirant vijff vosjes of pistoletten, dog sonder last van imanden en verklaart verder den inhoud van desen artikel waar te wesen.
En off hem, deponent, niet kennelijk is dat den requirant met de voornoemde Abraham en de soon van Tomas Peters in den avont, ontrent seeven uuren, te zaame, met de kar en paarden, van sijn huys sijn gegaan na het comptoir?
Jan van Dijk antwoordt bevestigend.
Wert ook gevraagt off in denselve avont, binnen het uur off daarontrent, den voornoemde Abraham met de kar, paarden en tarwe met de soon van Tomas Peters aan sijn huys wederom niet terug sijn gekoomen?
Deponent verklaart dit niet te weten.
Off hij, deponent, also doen niet gesien, gehoort, off weet, off de voornoemde Abraham op de kar off bij hem had, het snaphaan en bangenet van de requirant, alsook niet weet waar het selve is?
Deponent verklaart dit niet te weten.
De overtreder is Abraham de Jongh, geboren te Valkenswaard op 02-11-1721 als zoon van Johan de Jongh en Maria Degenaer.
Johannes Janssen Goorts van Dyck koop een obligatie:
Asten Rechterlijk Archief 95 folio 4 verso; 10-03-1740:
Hendrik Meusse Roymans verkoopt aan Jan Jansen van Dijk een obligatie van ƒ 150,-, schepenen Asten de dato 04-03-1682 ten laste van Joost Jan Tielen en ten bate van Jenneke, weduwe Jan Andriessen van Ruth. De verkoper is ze aangekomen bij versterf van zijn ouders. De intrest wordt nu betaald door Aart Hendrik Tielen. Koopsom ƒ 60,-. Marge: 15-01-1792 Jan en Willem van Dijk, Jan Slaats Nomen Uxoris en Jan Brunas Nomen Uxoris kinderen en erven van Jan Jansen van Dijk zijn voldaan en schelden de achterstallige intrest kwijt.
Johannes Janssen Goorts van Dyck koopt samen met Johannes Matijssen van Dijk (zie Dijkstraat 58) een deel in de Braeselse en Wijtflietse klamptiende, wiens deel later overgaat naar zoon Wilhelmus Joannes van Dijk (zie Emmastraat 23):
Asten Rechterlijk Archief 95 folio 12; 27-04-1740:
Evert Hurkmans, te Deurne, als momboir over Johanna Maria Loomans, dochter Willem Jan Loomans en Engel Hoefnagels, verkoopt aan Jan Jan van Dijk en Jan Tijsse van Dijk, ieder voor de helft de helft in een 1⁄10e en 1⁄20e deel in een klamptiende de Braselse en Witveltse. Belast met de helft van 7½ cop rogge per jaar in een meerdere rente van 12 vat per jaar uit de gehele clamptiende, aan de Kempenaar van het Gemene Land. Koopsom: ƒ 530,-.Asten Rechterlijk Archief 95 folio 13; 27-04-1740:
Antoni Heycoop, procureur, verkoopt, namens de regeerders van Asten, de verhantligte goederen van Willem Jan Loomans, aan Jan Jan van Dijk en Jan Tijsse van Dijk, ieder voor de helft de helft in een 1⁄10e en 1⁄20e deel in een klamptiende de Braselse en Witveltse. Belast met de helft van 7½ cop rogge per jaar in een meerdere rente van 12 vat per jaar uit de gehele clamptiende, aan de Kempenaar van het Gemene Land. Koopsom ƒ 530,-.Johannes Janssen Goorts van Dyck ruilt een huis met Jan van de Cruys dat later wordt geïnspecteerd en nogal wat gebreken heeft:
Asten Rechterlijk Archief 95 folio 50; 20-03-1741:
Jan Janse van Dijk geeft bij erfmangeling over aan Jan van de Cruys een huiske en hof in de Wolfsberg naast de straat ½ lopense. Koopsom ƒ 30,-.
Jan van de Cruys geeft bij erfmangeling over aan Jan Janse van Dijk huis, hof en aangelag in 't Dorp 3 lopense, ene zijde Goort en Willem Loomans, andere zijde weduwe Peter Verberne, ene einde de straat, andere einde de weg. Leenroerig aan het Huis van Asten. Taxatie prijs ƒ 180,-. Koopsom ƒ 40,-.Asten Rechterlijk Archief 118 folio 291; 07-06-1742:
Oculaire inspectie gedaan aan het huis van Jan Janse van Dijk transport alhier 20-03-1741 op het Leenhoff en in huur bij Jan Willem Trouwen en ter requisitie van deze. In de kamer, de zijmuur met de gevel gevallen, deze op te maken en te repareren. De glazen in de ramen te repareren en te vernieuwen. De zolder boven de kamer, opkamer en keuken waar nodig te repareren. Het dak boven de opkamer, gootkamer en keuken te repareren en vernieuwen. De deuren, venster en deurgebonten te repareren.
In 1734 is het huis van Johannes Janssen Goorts van Dyck afgebrand en ruim tien jaar later verzoekt hij om kwijtschelding van de verponding:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 85; 02-11-1744:
Jan Jansen van Dijk verklaart dat, in januari 1734, zijn huis, schuur en stal is afgebrand alsmede zeven hoornbeesten en paard, hooi en stro met de oogst en andere granen en veel van zijn meubelen en huisraad. Getaxeerde schade ƒ 2000,-. Met behulp van goede vrienden is alles weer in de vorige staat gebracht, maar hij is daardoor in de schulden geraakt. Hij verzoekt om remissie van de reële verponding, gedurende de tijd van veertien jaar, ten bedragen van ƒ 19-10-8 per jaar, rustende op het huis in het Dorp.
Toegestaan wordt twaalf jaar, voor fout en wanbetaling aan de borgemeesters goed te zullen doen. De reële verponding ƒ 19-10-8 en de ordinaire landsverponding ƒ 19-10-8, de bede ƒ 6-09-2.
Bij de verpondingen van 1737 en 1742 en in het huizenquohier over de periode 1736-1746 staat het huis op naam van Johannes Janssen Goorts van Dyck en wordt het ook door hem bewoond:
Verpondingen 1737 XIV-61 folio 180a:
Jan Janse van Dijck.
Huijs, hoff en aangelagh 1½ lopense.Verpondingen 1742 XIVd-62 folio 349:
Catarina, Maria, Jan, Willem en Bonaventura, kinderen Jan Janse van Dijk.
Bij versterff 1748.
Huijs, hoff en aangelag 1½ lopense.
Jaar | Eigenaar nummer 15 Dorp | Bewoners nummer 15 Dorp |
---|---|---|
1736 | Jan Janse van Dijck | Jan Janse van Dijck |
1741 | Jan Janse van Dijk | Jan Janse van Dijk |
1746 | Jan Janse van Dijck | Jan Janse van Dijck |
Johannes Janssen Goorts van Dyck is op 29-09-1747 te Asten overleden en Johanna Jansen van Dol is te Asten op 28-10-1747 overleden. Er worden voogden aangesteld over de kinderen:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 181; 20-11-1747:
Jan Tijssen van Dijk en Peter Joosten van Bussel worden aangesteld als voogden over Catarina, Maria, Jan, Willem en Bonaventura, onmondige kinderen van wijlen Jan Jansen van Dijk en Jenneke Jan Dolle. Zij zullen het intrest van de kinderen naar behoren waarnemen. Marge: 02-06-1768 copie aan Annemie Gores weduwe Bonaventura van Dijk, te Mierlo.
Peter Joosten van Bussel, getrouwd met een zus van Johanna Jansen van Dol verklaart dat hij de erfgoederen van de familie van Dol nalaat aan de kinderen van Johannes Janssen Goorts van Dyck:
Asten Rechterlijk Archief 119 folio 225; 14-11-1748:
Peter Jooste van Bussel welke verklaarde dat hij met wijlen Jan Jansen van Dijk in huwelijk gehad hebbende de zuster van comparants vrouw en dus te samen erfgenamen geweest zijnde van wijlen Jan Dol. Maar heeft hij, comparant, met wijlen Jan Jansen van Dijk geregeld dat de voorschreven. erfgoederen van Jan Doll zouden zijn en blijven aan Jan Jansen van Dijk zoals deze die sedertdien ook bezeten. Hij verklaart nu alsnog van deze goederen af te zien en te laten aan Catarina, Maria, Jan, Willem en Bonaventura, kinderen van Jan Jansen van Dijk mits deze de rente, pachten en schulden daarop staande zullen voldoen.
Ook krijgen de kinderen nog het stuk land en groes dat hun vader in belening had:
Asten Rechterlijk Archief 120 folio 18; 12-06-1750:
Martinus Tijssen van Hooff getrouwd met Helena, dochter wijlen Willem Aart Smits verklaart dat hij weet dat Marcelis Andriessen en Goort Buckums als momboiren van zijn vrouw, op 22-02-1740, in belening hebben gegeven aan Jan Jansen van Dijk groes / land in het Root 5 lopense. Beleensom ƒ 100,-. Zij hadden geen toestemming van de wethouders waardoor het transport geen rechtsgeldigheid heeft. Omdat hij, comparant, echter ervaren heeft dat die penningen ten bate van zijn vrouw sijn geëmployeert verklaart hij het transport te laudeeren en te approberen, latende het stuk land / groes aan de kinderen Jan Jansen van Dijk.
De voogden over de kinderen dienen een verzoek in om het huis te verhuren aan dochter Catharina Jansse van Dijk, die inmiddels getrouwd is:
Asten Rechterlijk Archief 28 folio 7; 08-05-1752:
Gezien het request van Jan Tijssen van Dijk en Peter Joosten van Bussel als voogden over de vijf onmondige kinderen van wijlen Jan Jansen van Dijk en Jenneke Jansen van Bussel, beiden in 1748 overleden en waarin ondermeer;
Sedert het overlijden van de ouders zijn de kinderen in het ouderlijk huis blijven wonen en hebben de goederen, samen met een knecht, bewerkt. Zij hebben elkander opgevoed. Op 31-10-1751 is de oudste zuster, Catarina getrouwd met Jan Janse Slaats. Het wordt nu beter geoordeeld om tot een provisionele verdeling der goederen over te gaan.
Het huis, land en groes wordt voor een jaar aan Jan Jansen Slaats verhuurd voor ƒ 25,- per jaar en twee vijmen dakstro te verdekken. Alsmede in dit jaar in kost en logement te onderhouden, Bonaventura, de jongste der onmondige kinderen. Volgt nog een verdeling der roerende goederen.
Naschrift: Toestemming wordt verleend mits goede rekening, bewijs en reliqua te doen.
Dochter Catharina Jansse van Dijk is geboren te Asten op 22-03-1731 en op 31-10-1751 te Asten getrouwd met Johannes Jansen Slaats, geboren te Asten op 25-09-1717 als zoon van Johannes Jan Janse Slaets en Jenneke Dirriks van Heugten (zie 't Hoekske 5):
Het gezin van Catharina Jansse van Dijk en Johannes Jansen Slaats
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna | Asten 20-06-1753 | Ongehuwd | Asten 23-01-1844 | |
2 | Helena | Asten 16-10-1755 | Ongehuwd | Asten 10-03-1837 | |
3 | Catharina | Asten 14-03-1758 | Ongehuwd | Asten 05-09-1793 | |
4 | Johannes | Asten 03-01-1761 | Ongehuwd | Asten 18-09-1779 | |
5 | Theodorus | Asten 31-12-1763 | Ongehuwd | Asten 02-09-1831 | |
6 | Bonaventura | Asten 17-11-1766 | Asten 22-11-1795 Johanna Maria Wilbert Aarts Someren 26-12-1808 Anna Maria Petri van Otterdyk |
Asten 05-06-1816 |
Er wordt door de voogden een rekening opgemaakt van de inkomsten en uitgaven van de kinderen van Johannes Janssen Goorts van Dyck en Johanna Jansen van Dol:
Asten Rechterlijk Archief 146; 04-02-1754:
Aan het College,
Jan Tijssen van Dijk en Jan Joosten van Bussel als momboiren over de nog onmondige vier kinderen van Jan Jansen van Dijk en Jenneke Janse van Bussel, beiden overleden, geven te kennen dat zij, met Uw approbatie, zijnde van de dato 08-05-1752, een accoord en deling hebben gemaakt met Jan Janse Slaats getrouwd met Catrina, zuster van de onmondige en dat aan Jan Janse Slaats is gebleven de meubelen, beesten en bouwgereedschap, voor ƒ 279,- te voldoen aan de onmondigen; de oogst, toen nog te velde, zou over de kinderen verdeeld worden; het huis en circa 40 lopense land en groes zou voor een jaar à ƒ 25,- verhuurd worden aan Jan Janse Slaats gedurende dat jaar zou hij Bonaventura, de jongste der onmondigen onderhouden.
Aan de supplianten is bij approbatie opgedragen de ƒ 279,- te ontvangen en daarvan de schulden en lasten der onmondigen te betalen en hiervan behoorlijk rekening te doen. Betaald zijn onder andere:
Aan de drossard, alhier, wegens 3 jaar kerkpacht, huur van het land en salaris ƒ 42-00-00
Aan de weduwe Wilhelmus Loomans wegens restant van een koopsom van het veld int Linder door de vader der onmondigen gekocht ƒ 11-00-00
Aan de erfgenamen Jan Symons van Douwbraken, te Lierop, twee jaar intrest van ƒ 300,-, door hun vader opgenomen ƒ 18-18-00
Aan Gistel, de achterstand van een korenrente ƒ 5-05-00
Aan Dirk Swanenberg drie jaar kerkpacht ƒ 7-07-00
Aan Peter Berkers een jaar kerkpacht ƒ 2-09-00
Diverse belastingen ƒ 220-14-00
Jan Slaats moet betalen ƒ 61-13-08
Nog aan Jan Slaats voor acht maanden kostgeld van Willem, den onmondige ƒ 20-00-06
Deze heeft ook nog voor twee jaar, dus tot Pasen 1754, de goederen gehuurd à ƒ 25,- per jaar, daarna is deze weer verlengd met twee jaar, doch nu voor ƒ 30,- per jaar. Bonaventura komt dan voor twee jaar bij hem in de kost.
Francis van de Mortel heeft in huur een huis, land en groes in de Wolfsberg per jaar ƒ 45-00-00
Een huis in het Dorp is in drie porties verdeeld en verhuurd.
Jan Hoefnagels heeft in huur een akker 3½ lopense ƒ 7-10-00
Jan Trouwen heeft in huur een groesveldje 1 lopense ƒ 4-00-00
Jan Ture Loomans heeft in huur een groesveld aan het Slootje 2 lopense ƒ 4-00-00
Jan de Smit heeft in huur land in het Linder 3 lopense ƒ 8-10-00
Paulus van den Berg heeft in huur land 1 lopense voor 2 vat rogge per jaar.
Dirk Hoebergen heeft in huur land 3 lopense voor 7½ vat rogge per jaar.
Weduwe Aart Wilbers heeft voor de helft gehuurd een akker aan Vorsele geheel 5 lopense voor 6 vat rogge per jaar, de andere helft ligt leeg.
De kinderen Jelis Vreynse hebben in huur een akker 1 lopense voor 4 vat rogge per jaar.
Bernardus Brunas heeft in huur groes 3 copse per jaar ƒ 1-16-00
Aan de kinderen komt ook nog toe 1⁄8e deel in de Braselse tiende.
De kinderen ontvangen dus aan jaarhuur uit de goederen ƒ 150-00-00 behalve de tienden.
Waarvan af moeten de reparaties, kerk en armpachten. Bevonden is nog dat ten laste van de boedel komen aan Jan Tijssen van Dijk ƒ 250,- die hij op 28-10-1749 heeft gelost aan M. van den Broek, door Jan Jansen van Dijk, de vader van de kinderen, opgenomen van Hendrik van den Broek notariële obligatie de dato 12-09-1730 ƒ 250-00-00
Door Jan Tijssen van Dijk is ook nog betaald aan Goort van Lieshout ƒ 300,- die Jan Jansen van Dijk geleend had van Jan Symons Verdoeybraake, te Lierop die het geld terug wilde hebben op 03-12-1753 gelost ƒ 300-00-00
Nog enige kosten zijn door Jan Tijsse van Dijk betaald ƒ 631-00-02
Deze heeft hij graag terug en vraagt hiervoor een obligatie van ƒ 550,- à 3%.
Nog staan ten laste van de boedel:
Aan Albert Verheyen ƒ 500-00-00
Aan Dirk Hoebergen ƒ 150-00-00
Aan Marten van Bussel ƒ 50-00-00
Aan Peter van Bussel ƒ 200-00-00
En 7 jaar intrest ƒ 42-00-00
Aan Marten van Bree als knecht ƒ 27-02-08
Totaal ƒ 1300-02-10
De momboiren vinden dat ze een goede rekening hebben overlegd en vragen om van hun momboirschap ontslagen te worden. Jan Jan Slaats kan en wil dit overnemen.Asten Rechterlijk Archief 120 folio 111 verso; 07-03-1754:
Jan Janse Slaats is in plaats van Jan Tijssen van Dijk, op 04-02-1754, aangesteld tot momboir over de onmondige kinderen van Jan Jansen van Dijk en Jenneke Jansen, beiden overleden met name Jan, Willem, Maria en Bonaventura.Asten Rechterlijk Archief 97 folio 40 verso; 07-03-1754:
Jan Janse Slaats getrouwd met Catrina, dochter Jan Jan van Dijk en Peter Joosten van Bussel, als voogden over de onmondige kinderen Jan Jan van Dijk, zijn schuldig aan Jan Tijssen van Dijk ƒ 550,- à 3%.Om af te lossen aan:
Hendrik van den Broek, te Eyndhoven ƒ 250,- ten laste van Jan Janse van Dijk
Jan Simons Verdoeyenbraaken, te Lierop ƒ 300,- eveneens ten laste van Jan Janse van Dijk.
Marge: 10-11-1774 gelost door Willem van Dijk aan Mattijs van Dijk, pastoor, te Middelbeers.
In het huizenquohier over de periode 1751-1756 is het huis in eigendom van de kinderen van Johannes Jansen Goorts van Dyck en wordt het in eerste instantie door hen bewoond en later is Johannes Jansen Slaats de hoofdbewoner:
Jaar | Eigenaar nummer 15 Dorp | Bewoners nummer 15 Dorp |
---|---|---|
1751 | kinderen Jan Janse van Dijck | kinderen Jan Janse van Dijck |
1756 | kinderen Jan van Dijk | Jan Slaats en Christoffel Sevengraven |
Inwonend is Christoffel Josephus Sevengraeff, geboren te Schilnach in Beieren (D) rond 1725. Hij is op 02-09-1759 te Someren getrouwd met Anna Maria Hendrik Meus, geboren op 07-12-1734 te Someren als dochter van Henricus Johannes Meus en Elisabeth Arnoldus Vleminx:
Het gezin van Christoffel Josephus Sevengraeff en Anna Maria Hendrik Meus:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Kind | Someren 15-03-1762 | Kind | Someren 15-03-1762 | |
2 | Hendrikus | Someren 31-01-1763 | Someren 21-09-1809 Lucia Hendrik Bernards |
Someren 15-07-1824 |
Christoffel Josephus Sevengraeff is op 18-06-1763 te Someren overleden en Anna Maria Hendrik Meus is op 07-10-1771 te Someren overleden.
De verpondingen van 1754 lopen al vooruit op de erfdeling:
Verpondingen 1754 XIV-63 folio 218 verso:
Jan Janse Slaats bij deijling 02-10-1758.
Nummer 15 huijs, schuur stallinge schop, hoff en aangelag waaronder hoffstad van Doense 2½ lopense.
In 1758 worden de goederen verdeeld en wordt Johannes Jansen Slaats eigenaar van het huis waarin hij al sinds zijn huwelijk met Catharina Jansse van Dijk woont:
Asten Rechterlijk Archief 121 folio 66a verso; 02-10-1758:
Peter Joosten van Bussel, momboir over Jan, Willem en Bonaventura, onmondige kinderen van wijlen Jan Jansen van Dijk mede geassisteerd met Jan Tijsse van Dijk, schepen, in plaats van Jan Janse Slaats, momboir, die deze deling ook aangaat, Jan Janse Slaats getrouwd met Catarina, dochter Jan Jansen van Dijk, Jan Brunas getrouwd met Maria, dochter Jan Jansen van Dijk. Allen kinderen en erven van Jan Jan Jansen van Dijk en Jenneke Jansen van Dol. Zij verdelen de nagelaten goederen. Alle goederen zijn allodiaal met uitzondering van een huis hierna genoemd, hetwelk leenroerig is aan het Huis van Asten.
1e lot krijgt Jan Janse Slaats huis, schuur, stal, schop, hof en aangelag in het Dorp en alwaar in is wonende 2½ lopense, ene zijde kinderen Francis Timmermans, andere zijde Willem Verhaseldonk, ene einde de straat en de hofstad van Jan Doense; land de Kerkpatacker 1½ lopense met nog 1 lopense land daaraangelegen; land naast weduwe Antoni Voermans 4 lopense; land naast kinderen van de weduwe Jan Verberne 1 lopense; land den Bergacker 3 copse; een akkertje gekomen van de weduwe Jan Peter Smits ½ lopense; land de Heesacker 1½ lopense; land de Vossel of Langenacker 1½ lopense; een huisplaats waarop de schop staat 1 lopense; groes het Straatje 2½ lopense; groes de Bleek 2 lopense; groes / land gekomen van het kind van Aart de Smit 5 lopense; groes den Dries bij de Steege 1½ lopense; een hooibeemd 3½ lopense; groes aan het Slootje 1 lopense. Dit lot omvat 14 lopense land en 17½ lopense groes. Verponding ƒ 13-19-10 per jaar. Bede ƒ 3-17-04 per jaar. Belast met ƒ 200,- à 3½% aan Willemyn Franse, weduwe Francis van den Boomen, te Lierop; ƒ 150,- à 3% aan Dirk Hoebergen; ƒ 1-19-0 per jaar aan het Gemene Land rentmeester de Kempenaar; ƒ 0-05-0 per jaar aan de Kerk van Asten; de helft van ƒ 0-9-0 per jaar aan den Armen van Asten.
2e lot krijgt Willem, onmondige zoon van Jan Jansen van Dijk huis, hof en aangelag in het Dorp leenroerig aan het Huis van Asten, alwaar het verheven moet worden, ene zijde Goort Loomans, andere zijde weduwe Laurens Bruystens, ene en andere einde de straat; een gedeelte van een aangelag in het Dorp 1 lopense 3 copse gekomen van Laurens Bruystens; land 2½ lopense gekomen van Jan Goort Gerarts; land den Hoypat 3½ lopense; land de Logten 3 lopense; land op de Logten 2½ lopense gekomen van Joost Jan Hoefnagels; de Monensacker 1 lopense; land in de Loverbosch 1 lopense; land de Heesacker 1 lopense; land den Berg 1½ lopense; groes de Pas 1½ lopense; een weiveld naast Jan Walraven 4 lopense; groes naast weduwe Hendrik Hoefnagels 1 lopense; groes in het Lindert 3 lopense; groes den Bleek 3½ lopense; groes het Lindersvelt 3 lopense; een schuur en neere of achterste gedeelte van een huis met de grond en hof in het Dorp, zoals aangekocht is op 09-01-1747. Dit lot omvat 18 lopense land en 18 lopense groes. Verponding ƒ 13-19-8 per jaar. Bede ƒ 3-17-4 per jaar. Belast met: ƒ 200,- à 3% aan Jan Tijssen van Dijk; ƒ 0-15-4 per jaar aan het Gemene Land rentmeester de Kempenaar met het draaggelt; ƒ 0-07-8 per jaar aan den Armen van Asten; 1⁄3e deel van ƒ 0-5-0 per jaar aan den Armen van Asten; ƒ 0-18-0 per jaar aan Oldenzee, te Helmont; de helft van ƒ 0-9-0 per jaar aan den Armen van Asten.
3e lot krijgt Jan onmondige zoon Jan Jansen van Dijk huis, schuur, stalling, hof en aangelag in de Wolfsberg 2 lopense, ene en andere zijde Adriaan Lintermans, ene einde de straat; land in het Kempke 3 copse; land de Peelpat 3 lopense; land den Appert 1 lopense; de Fopperacker 1 lopense; land den Eyserenman 2 lopense; land de Warandacker 1 lopense; groes het Kempke 2 lopense; groes den Baltus 1½ lopense; groes in de Weert 1½ lopense; groes het Weyvelt 3 lopense; het voorste veltje in de Haseldonk; land naast Evert van Geffen 2 lopense; land aan de Wolfsberg 1½ lopense. Dit lot omvat 13 lopense land en 10½ lopense groes. Verponding ƒ 10-10-0 per jaar. Bede ƒ 3-02-4 per jaar. Belast met ƒ 200,- à 3% aan Peter van Bussel; ƒ 1-15-0 per jaar aan de kerk van Asten; ƒ 0-12-6 per jaar aan den Armen van Asten; ƒ 50,- à 3% aan Marten van Bussel. Marge: 18-04-1786 Jan Verreyt en Mattijs Smits mede namens de verdere erfgenamen van Marten van Bussel hebben de voorschreven ƒ 50,- ontvangen. Peter van Bussel heeft ook de ƒ 100,- ontvangen van Jan van Dijk.
4e lot krijgt Jan Brunas huis, stal, schop, hof en aangelag 3 copse, ene zijde Hendrik van der Paalen, andere zijde en einden de straat; land over het huys 3 copse; land den Heesacker 5 copse; land de Fopperacker 3 lopense; land de Heesacker 2 lopense; land in de Holstraat 2 lopense; land in het Lindert 3 copse; het aangelag 1 lopense gekomen van Jan Dol; land de Loverbosch 1 lopense; land Goort Oomsacker 1 lopense; groes het Hofke 1 copse; groes in de Weert 2½ lopense; groes het Weyvelt 1 lopense; groes in het Lindert 3 lopense; het achterste stuk groes in de Haseldonk 1½ lopense. Dit lot omvat 12 lopense land en 10 lopense groes. Verponding ƒ 8-00-0 per jaar. Bede ƒ 2-12-0 per jaar. Belast met ½ vat en 1 maatje rogge per jaar aan Gistel, te 's Hertogenbosch; ƒ 1-14-8 per jaar aan den Armen van Asten.
5e lot krijgt Bonaventura, onmondige zoon Jan Jansen van Dijk 1⁄8e deel in de Braselse Wiltveltsche tienden. Door Jan Jansen van Dijk gekocht de dato 27-04-1740 en 02-03-1746. Belast met ƒ 400,- à 3% aan Jan Tijssen van Dijk.
De cijnzenlijst over 1709-1761 geeft een prima samenvatting van de bewoningsgeschiedenis:
Asten Cijnzen 1709-1761 bladzijde 100 folio 43:
Jan Janse Slaats nomine uxoris bij deijling 1758.
Catarina, Maria, Jan, Willem en Ture van Dijk bij versterff 1748.
Jan Janse van Dijck bij coop 1729.
Nu 1722 Paulus soone van Lucas van der Loo voorschreven.
Luijcas soone Huijberts van der Loo uijt huijs, hoff ende aenhoorende erffve onder Asten int dorp gelegen, groot ontrent dertig roeijen, ene zijde Jan van Riet, andere zijde Jan Janssen Dircx, ene einde den acker van Cornelis Pot, andere einde de gemene straet. III d.
Die selve uyt het selve pant ½ pul 1709 tot en met 1761.
Johannes Jansen Slaats heeft hierdoor wel een schuld opgebouwd, die na zijn overlijden door zijn kinderen wordt gelost:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 6; 21-05-1768:
Jan Slaats is schuldig aan de onmondige kinderen van Arnoldus van der Vee, te Someren ƒ 150,- à 4%.
Marge: 27-01-1801 gelost aan Antoni Losecaat, te Eyndhoven, door de kinderen Jan Slaats. Antoni Losecaat aangekomen bij transport de dato 22-11-1777.
Catharina Jansse van Dijk is op 22-12-1769 te Asten overleden en er is sprake van nog een schuld:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 244; 01-12-1773:
Jan Slaats, in het Dorp, is schuldig aan Jacobus van Ravesteyn, vorster, ƒ 125,- à 3½%.
Marge 30-01-1804 gelost door de kinderen Jan Slaats.
Met zijn familieleden van de kant van zijn vrouw verkoopt Johannes Jansen Slaats een deel van een tiende aan zijn zwager Willem van Dijk:
Asten Rechterlijk Archief 99 folio 293 verso; 10-11-1774:
Jan van Dijk, in de Wolfsberg, Jan Brunas, in het Dorp, Jan Slaats, in het Dorp. Zij verkopen aan Willem van Dijk, hun broeder en zwager 3⁄8e deel in 1⁄8e deel van een clamptiende de Witveltse of Braselse. Verponding ƒ 7-13-2 per jaar. Koopsom ƒ 528-15-0. De koper heeft reeds 1⁄4e deel in bezit. Hij neemt als last over 3⁄4e deel van ƒ 375,-, zijnde ƒ 281,22, in een obligatie van ƒ 550,- de dato 07-03-1774 en nu van Mattijs van Dijk, pastoor te Middelbeers.
Johannes Jansen Slaats getuigt dat hij Mathijs Gerrit van Brussel goed kent:
Asten Rechterlijk Archief 30 folio 173; 12-08-1779:
Jan Slaats, 62 jaar en Evert van Geffen, 45 jaar, verklaren dat zij Maria van Rest, getrouwd met Mattijs Gerrit van Brussel, beiden geboren te Asten, zeer wel kennen. Maria van Rest heeft veelal in hun buurt gewoond. Mattijs Gerrit van Brussel is al enige jaren absent en de comparanten menen te hebben dat hij zich in Holland of elders ophoudt. Van zijn overlijden hebben zij met geen zekerheid gehoord. Evert van Geffen verklaart verder dat hij Marten Gerrit van Hugten, te Weert, kent en die, voor zover hij weet, een getrouwd man is, beiden in leven en ze nog geen maand geleden beiden heeft gezien en gesproken. Onder eede bevestigd.
Namens de schoonfamilie van Johannes Jansen Slaats wordt er nog land verkocht:
Asten Rechterlijk Archief 102 folio 116 verso; 06-10-1792:
Jan van Dijk, Jan Slaats getrouwd geweest met Catharina van Dijk, Jan Brunas getrouwd geweest met Maria van Dijk en Willem van Dijk meerderjarige zoon van wijlen Willem van Dijk voor zich en zijn moeder, Maria Slaats weduwe Willem van Dijk. Zij verkopen aan Arnoldus van Geffen land de Nagtegaal 3½ lopense; land een perceel gelegen als voor ½ lopense. Koopsom ƒ 150,-.Asten Rechterlijk Archief 102 folio 142 verso; 02-01-1793:
Jan van Dijk, Jan Slaats weduwnaar Catharina van Dijk, Jan Brunas weduwnaar Maria van Dijk, Willem, meerderjarige zoon van wijlen Willem van Dijk voor zich en zijn moeder, Maria Slaats. Zij verkopen aan Jenneke Jelisse land den akker in de Kievitshorst 1 lopense. Belast met ƒ 0-18-0 per jaar aan den Armen van Lierop. Koopsom ƒ 65,-.
Johannes Brunas is nog geld schuldig aan de schoondochter van Johannes Jansen Slaats, getrouwd met zijn zoon Bonaventura Janse Slaats:
Asten Rechterlijk Archief 103 folio 68 verso; 05-03-1795:
Jan Brunas den ouden is schuldig aan Johanna Maria Wilbert Aarts ƒ 200,- à 3½%.
Naschrift: 30-01-1803 Bonaventura Slaats, als wettige houder Nomen Uxoris, stemt toe tot cassatie.
In het huizenquohier over de periode 1761 tot 1798 staat het huis op naam van Johannes Jansen Slaats en wordt het ook door hem en zijn kinderen bewoond:
Jaar | Eigenaar nummer 15 Dorp | Bewoners nummer 15 Dorp |
---|---|---|
1761 | Jan Slaats | Jan Slaats |
1766 | Jan Slaats | Jan Slaats |
1771 | Jan Slaats | Jan Slaats |
1776 | Jan Slaats | Jan Slaats |
1781 | Jan Slaats en kinderen | Jan Slaats en kinderen |
1798 | Jan Slaats en kinderen | Jan Slaats en kinderen |
Johannes Jansen Slaats is op 29-09-1798 te Asten overleden en het huizenquohier van 1803 en de verpondingen van 1810 vermelden dat het huis op naam staat van zijn kinderen, die behalve jongste zoon Bonaventura Janse Slaats ongehuwd zijn:
Jaar | Eigenaar nummer 15 Dorp | Bewoners nummer 15 Dorp |
---|---|---|
1803 | kinderen Jan Slaats | kinderen Jan Slaats |
Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 180:
Johanna, Helena, Dirk en Bonaventura kinderen bij versterf 1798 van Jan Slaats.
Nummer 15 huijs, schuur, stallinge, schop, hof en aangelag waaronder hoffstad van Doense.
Ook bij het kadaster over de periode 1811-1832 staat het huis nog onverdeeld op naam van de kinderen van Johannes Jansen Slaats:
Kadaster 1811-1832; G783:
Huis en erf, groot 04 roede 26 el, de Hemel, klassen 6.
Eigenaar: Kinderen Jan Slaats.
Zoon Bonaventura Janse Slaats is geboren te Asten op 17-11-1766 en op 22-11-1795 te Asten getrouwd met Johanna Maria Wilbert Aarts, geboren te Asten op 07-11-1764 als dochter van Willebrordus Aert Wilbers en Maria Joannis van den Broek (zie Voormalig huis B714). Na haar overlijden op 07-03-1797 te Asten, is Bonaventura Jan Slaats op 26-12-1808 te Someren hertrouwd met Anna Maria Petri van Otterdyk, geboren te Someren op 02-08-1776 als dochter van Petrus van Otterdyk en Anna de Leeuw:
De gezinnen van Bonaventura Jan Slaats met Johanna Maria Wilbert Aarts en met Anna Maria Petri van Otterdyk:
# | Voornaam | Geboorte | Huwelijk | Overlijden | Referentie |
---|---|---|---|---|---|
1 | Johanna* | Asten 01-09-1796 | Kind | Asten 06-12-1796 | |
2 | Maria Catharina | Asten 09-02-1810 | Asten 19-01-1838 Joannes Eijsbouts |
Asten 20-01-1864 | |
3 | Anna Maria | Asten 28-09-1811 | Asten 08-04-1842 Laurentius Scheuninks |
Asten 02-05-1883 | zie Hemel 8 en 10 |
4 | Johannes | Asten 24-05-1814 | Asten 25-01-1839 Johanna Maria Stevens |
Asten 21-12-1874 | zie Voormalig huis G837 |
* kind uit het eerste huwelijk
Als Johanna Maria Wilbert Aarts ziek wordt, stelt zij samen met Bonaventura Jan Slaats een testament op:
Asten Rechterlijk Archief 128 folio 168; 13-12-1796:
Bonaventura Slaats en Jennemaria Wilbert Aarts, zijn vrouw, zij ziek, testeren. Alle voorgaande makingen vervallen. Alles aan de langstlevende van hen beiden. Zij legateren aan Maria van den Broek, weduwe Wilbert Aarts, de tweede comparantes moeder ƒ 150,- te voldoen met uitstaande gelden van de tweede comparante alsmede de beste swarte kleederen, voorschoot en falie tot den lijve van de tweede comparante behoorende. Zij legateren nog aan Jennemaria, dochter Paulus Voermans het gouden kruis en knop. Staat te weten dat de vaste goederen aan beide comparanten ouders competerende vooralsnog niet zijn verstorven. En ofschoon deselve ook mogten verstorven sijn dat de eene op des anders nalatenschap egter geen pretens maken, sal of wil maken, maar dat al hetselve van die sijde waarvan gekomen is ook sal worden genoten en geerft. Renuntieerende also de eene sowel als de andere van de nalatenschap hiervoor geroert.
Bonaventura Jan Slaats is op 05-06-1816 te Asten overleden en de kinderen hebben samen met hun moeder, oom en tantes in het huis gewoond. Maria Petri van Otterdyk is op 16-12-1853 te Asten overleden. In 1858 verkrijgt dochter Maria Catharina Slaats het huis bij de erfdeling en in het huizenquohier over de periode 1859-1869 komen we Maria Catharina Slaats, geboren op 09-02-1810 te Asten, als akkerbouwster tegen op huizingnummer A126:
Maria Catharina Slaats is sinds 17-11-1859 weduwe van Joannes (Jan) Eijsbouts, geboren te Asten op 01-10-1806 als zoon van Theodorus Eijsbouts en Judoca Kerkers, met wie zij op 19-01-1838 te Asten getrouwd was. Over Jan Eijsbouts lezen we het volgende:
Joannes Eijsbouts was naast boer en graanhandelaar ook gemeenteontvanger en had als taak om het gemeentegeld te ontvangen en ook uit te geven. Meestal betrof het een persoon met een goede opleiding en ook met enige status in het dorp en werd door de gemeenteraad aangesteld. Als loon kreeg hij een deel van de ontvangsten.
|
![]() |
Na het overlijden van Maria Catharina Slaats op 20-01-1864 te Asten, wordt zoon Theodorus Eijsbouts, geboren te Asten op 09-11-1838 hoofd van het huishouden. Ook in de periode 1869-1879 woont hij in het huis met huizingnummer A188:
Akkerbouwer Theodorus (Tidder) Eijsbouts is op 08-02-1872 te Asten getrouwd met Huberdina (Huberta) Jacobs en verhuist naar A179 (zie Hemel 2). Zijn broer, horlogemaker Bonaventura (Ture) Eijsbouts, is op 30-01-1873 te Klundert getrouwd met Catharina Maria Krijnen en verhuist naar A30. Hun broer akkerbouwer Joannes (Hannes) Eijsbouts, geboren te Asten op 21-12-1849 wordt bij scheiding en deling in 1877 hoofd van het gezin en woont samen met zijn zussen Helena Maria en Francisca in de periode 1879-1890 in het huis met huizingnummer A191:
Rond 1884 vindt er een bijbouw plaats, die ook aan derden wordt verhuurd (zie Voormalig huis G540) en krijgt het huis kadasternummer G1652. Joannes (Hannes) Eijsbouts is op 01-02-1886 te Asten getrouwd met Anna Catharina van den Eijnden en verhuist naar A100. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1890-1900 wonen beide zussen Helena Maria (Mijntje) en Francisca (Zijntje) Eijsbouts in het huis met huizingnummer A195:
Door het plotselinge overlijden van hun broer Joannes (Hannes) Eijsbouts in 1900 en diens vrouw Anna Catharina van den Eijnden in 1899 hebben de beide zussen de opvoeding van hun kinderen op zich genomen en zijn verhuisd naar A110. Het huis is verkocht en in het huis is komen nicht Maria Catharina (Mieke) Eijsbouts, geboren te Asten op 02-08-1873 als dochter van Theodorus Eijsbouts en Huberta Jacobs (zie Hemel 2). Zij is te Asten op 04-10-1898 getrouwd met molenaar Peter Johannes Andreas (Johan) Cuppens, geboren te Asten op 30-11-1871 als zoon van Gerardus Winandus Cuppens en Johanna Maria Kerkers (zie Julianastraat 9). Ook in de periode 1900-1910 en 1910-1920 wonen zij in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A209 en A233:
Ook in de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A269:
Over Maria Catharina (Mieke) Eijsbouts en Peter Johannes Andreas (Johan) Cuppens lezen we het volgende:
In april 1924 vertrok Mieke Eijsbouts met molenaar Johan Cuppens en hun kinderen naar het Belgische Reppel, nadat hun molen gelegen op de grens met de Wolfsberg tot tweemaal toe was afgebrand. Voor die tijd had Johan Cuppens in 1912 al een houtzagerij naast de graanwindmolen bij laten bouwen.
Over de brand staat het volgende in de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-08-1919:
Linksonder een foto van de brand in de molen van Cuppens en rechtsonder een foto van de watermolen in Reppel (B):
![]() |
![]() |
Johan had in Reppel in 1923 van hun laatste geld een watermolen gekocht. Hij verbouwde de molen en de schorsmolen ten behoeve van de leerlooierijen werd afgebroken. Het olieslagdeel was al eerder afgebroken en er bleef alleen de graanmolen behouden. Zijn zoon Henricus Johannes (Harry) Cuppens trouwde met Martha Eerdekens afkomstig uit een Belgische molenaarsfamilie en nam de molen over. In 1972 is met het malen van graan gestopt en werd de molenactiviteit geruild voor recreatie. Er kwam een waterklok met sprookjesfiguren en ook de tiendeschuur is nog behouden. Tot op de dag van vandaag is de molen nog in handen van Rita van Asten-Cuppens, een kleindochter van Johan Cuppens.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-03-1924 het vertrek van Johan Cuppens naar Reppel (B), waar hij een watermolen koopt, waarvan rechts een pentekening van die watermolen:
![]() |
![]() |
Maria Catharina (Mieke) Eijsbouts is te Reppel (België) op 27-07-1930 overleden en Peter Johannes Andres (Johan) Cuppens is op 03-05-1933 te Leuven (B) overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Het huis is in 1924 verkocht aan Peter Johannes (Janus) van Eijk en het huis wordt tot twee huizen verbouwd. Peter Johannes (Janus) van Eijk, geboren te Asten op 04-09-1889 als zoon van Francis van Eijk en Johanna Vlemmings (zie Diesdonkerweg 9) is als vrachtrijder op 26-04-1918 te Asten getrouwd met Maria Elisabeth (Miet) Hoebergen, geboren te Asten op 08-08-1893 als dochter van Willem Hoebergen en Johanna Maria van Bussel (zie Wilhelminastraat 60).
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit A357 (zie Wilhelminastraat 60) in het huis met huizingnummer A269, ook bekend staand als Julianastraat 38, wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-09-1924 en van 16-01-1926 de geboortes van zoon Henricus Jacobus en van dochter Johanna Elisabeth:
![]() |
![]() |
Eind 1926 brandt de autobus van Janus van Eijk, die reed op Weert en Helmond, af zoals gemeld in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-01-1927:
Ook over de periode 1930-1938 wonen Peter Johannes van Eijk en Maria Elisabeth Hoebergen met hun gezin in het huis aan de Julianastraat 38:
Peter Johannes (Janus) van Eijk is de oprichter van de firma 'Gebroeders van Eijk' en op hun website1 schrijven zij het volgende over de historie van het bedrijf:
De firma Gebroeders van Eijk is in 1908 opgericht door Janus van Eijk, de grootvader van de huidige eigenaren. Hij begon destijds een besteldienst waarbij de goederen met paard en wagen werden uitgevent. In 1919 werd het bedrijf uitgebreid met een busdienst op Weert. Het bedrijf werd inmiddels mede bestierd door zijn broers Fried en Jan. De eerste vrachtwagen werd aangeschaft, een model A-Ford. In de oorlog werd deze echter geconfisqueerd door de Duitsers. De gebroeders gingen illegaal verder met een handkar.
De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-01-1927 meldt nog een brand in de bus van Janus van Eijk: |
![]() |
Inmiddels is Gebroeders van Eijk uitgegroeid tot een bedrijf met 120 medewerkers waarvan een gedeelte zorgt voor de circa 850 distributiezendingen per dag door de hele Benelux. Sinds 2013 beschikt Gebroeders van Eijk ook over een volledig ingericht warehouse van 11.000 m2 aan de Beemdstraat in Someren. Dagelijks verlaten hier ongeveer 250 zendingen het pand om in heel de Benelux uitgevent te worden.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-07-1930 meldt Peter Johannes van Eijk dat hij een autoband is verloren en in diezelfde krant van 30-12-1933 wenst hij een zalig Nieuwjaar:
![]() |
![]() |
Hieronder een foto met Janus van Eijk met zijn paard en wagen voor het huis aan de Julianastraat. In de deuropening zijn vrouw Miet met twee dochters Ciska en Anna:
Hieronder het paard met een volgeladen wagen van Janus van Eijk voor zijn huis in de Julianastraat:
Hieronder een foto van het transportbedrijf van de Gebroeders van Eijk met van links naar rechts Harrie, vader Janus, Wim en Jan:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-03-1938 en van 26-07-1938 wint zoon Jan van Eijk twee prijzen voor het oplossen van een puzzel:
![]() |
![]() |
Ook zus Ciska sleept een geld prijs in de wacht zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 09-08-1938. Dan breekt de oorlog uit en als het zuiden van Nederland bevrijd is meldt Peter Johannes van Eijk dat er weer transport mogelijk is in het Peelbelang van 21-10-1944:
![]() |
![]() |
Nogmaals een foto van de vrachtwagens van de gebroeders van Eijk met op de achtergrond de Mariaschool aan de Julianastraat:
Maria Elisabeth (Miet) Hoebergen is op 25-12-1965 te Asten overleden en Peter Johannes (Janus) van Eijk is te Asten op 20-12-1966 overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:
![]() |
![]() |
Overzicht bewoners
Huis in het Derp
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1620 | Jacobus Corstiaens | ±1590 | Jacobus Corstiaens | ±1590 |
1652 | Huybert Luycas van der Loo | Den Bosch ±1620 | Huybert Luycas van der Loo | Den Bosch ±1620 |
1662 | weduwe Huybert van der Loo | Asten ±1625 | weduwe Huybert van der Loo | Asten ±1625 |
1674 | Luycas Huybers van der Loo | Helmond 04-03-1653 | Luycas Huybers van der Loo | Helmond 04-03-1653 |
1721 | Paulus van der Loo | Asten 19-05-1687 | Paulus van der Loo | Asten 19-05-1687 |
1729 | Johannes Jansen van Dyck | Asten 12-10-1691 | Johannes Jansen van Dyck | Asten 12-10-1691 |
Dorp huis 15
Jaar | Eigenaar | Geboorte | Hoofdbewoner | Geboorte |
---|---|---|---|---|
1736 | Jan Janse van Dijck | Asten 12-10-1691 | Jan Janse van Dijck | Asten 12-10-1691 |
1741 | Jan Janse van Dijk | Asten 12-10-1691 | Jan Janse van Dijk | Asten 12-10-1691 |
1746 | Jan Janse van Dijck | Asten 12-10-1691 | Jan Janse van Dijck | Asten 12-10-1691 |
1751 | kinderen Jan Janse van Dijck | Asten 22-03-1731 | kinderen Jan Janse van Dijck | Asten 22-03-1731 |
1756 | kinderen Jan van Dijk | Asten 22-03-1731 | Jan Slaats en Christoffel Sevengraven | Asten 25-09-1717 |
1761 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 |
1766 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 |
1771 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 |
1776 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 | Jan Slaats | Asten 25-09-1717 |
1781 | Jan Slaats en kinderen | Asten 25-09-1717 | Jan Slaats en kinderen | Asten 25-09-1717 |
1798 | Jan Slaats en kinderen | Asten 25-09-1717 | Jan Slaats en kinderen | Asten 25-09-1717 |
1803 | kinderen Jan Slaats | Asten 20-06-1753 | kinderen Jan Slaats | Asten 20-06-1753 |
Kadasternummer G783
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
G783 | 1832 | Anna Maria van Otterdyk | Someren 02-08-1776 | weduwe Slaats |
Julianastraat 38
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
1803-1816 | Bonaventure Slaats | Asten 17-11-1766 | Anna Maria van Otterdyk | Someren 02-08-1776 | † 05-06-1816 | |
1816-1853 | Anna Maria van Otterdyk | Someren 02-08-1776 | weduwe Slaats | † 16-12-1853 | ||
1853-1858 | kinderen Slaats | Asten 09-02-1810 | ||||
1858-1859 | Joannes Eijsbouts | Asten 01-10-1806 | Maria Catharina Slaats | Asten 09-02-1810 | † 17-11-1859 | |
A126 | 1859-1864 | Maria Catharina Slaats | Asten 09-02-1810 | weduwe Eijsbouts | † 20-01-1864 | |
A126 | 1864-1869 | Theodorus Eijsbouts | Asten 09-11-1838 | met familie | ||
A188 | 1869-1872 | Theodorus Eijsbouts | Asten 09-11-1838 | met familie | naar A179 | |
A188 | 1872-1873 | Bonaventura Eijsbouts | Asten 12-06-1847 | met familie | naar A30 | |
A188 | 1873-1879 | Johannes Eijsbouts | Asten 21-12-1849 | met familie | ||
A191 | 1879-1886 | Johannes Eijsbouts | Asten 21-12-1849 | met familie | naar A100 | |
A191 | 1886-1890 | Helena Maria Eijsbouts | Asten 19-03-1840 | met zus | ||
A195 | 1890-1900 | Helena Maria Eijsbouts | Asten 19-03-1840 | met zus | naar A110 | |
A209 | 1900-1910 | Peter Johannes Cuppens | Asten 30-11-1871 | Maria Catharina Eijsbouts | Asten 02-08-1873 | |
A233 | 1910-1920 | Peter Johannes Cuppens | Asten 30-11-1871 | Maria Catharina Eijsbouts | Asten 02-08-1873 | |
A269 | 1920-1924 | Peter Johannes Cuppens | Asten 30-11-1871 | Maria Catharina Eijsbouts | Asten 02-08-1873 | Reppel |
A269 | 1924-1930 | Peter Johannes van Eijk | Asten 04-09-1889 | Maria Elisabeth Hoebergen | Asten 08-08-1893 | |
38 | 1930-1938 | Peter Johannes van Eijk | Asten 04-09-1889 | Maria Elisabeth Hoebergen | Asten 08-08-1893 |
Referenties
- ^Gebroeders van Eijk - Historie (http://www.gebroedersvaneijk.nl/organisatie/historie)