De pagina's Asten/Koningsplein, Asten/Koningsplein/Koningsplein 16 worden nu weergegeven
Asten toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 28-03-2024 21:03:41
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Koningsplein

Algemeen

Het Koningsplein in Asten wordt nu gebruikt als een parkeerplaats, maar begin 20e eeuw was het een park met de fontein van Wijnen en het Heilig Hart beeld. Voor 1928 stond het bekend onder de naam plantsoen en zag er uit zoals op de twee onderstaande foto's met links de oude school en rechts villa Sint Jozef en daarnaast het Liefdegesticht:

01

Hieronder een foto uit 1915 van de andere zijde van het plantsoen met van links naar rechts de winkel van de familie Sanders, het dubbele woonhuis van Drika Berkvens en van der Poel, het oude postkantoor, de schoolmeesterswoning van ten Haaf, het dubbel woonhuis van de rijksontvanger Veltman en meester van Helden en het café van Gondeke en Minake Coolen. Dan op de hoek met de Molenstraat hotel Gitzels en geheel rechts de oude school:

02

Weer dertig jaren daarvoor stond er de uit 1478 stammende kerk, zoals te zien is op onderstaande twee foto's uit de periode 1890-1896 met rechts daarvan de uitbreiding van het Liefdehuis op de plaats de brouwerij van Hendrik Michielsen. Weer rechts daarvan het oorspronkelijke Liefdehuis op de plaats van de brouwerij van Francis Berkers. Links op de voorgrond het huis van Francis Verspeek dat plaats moest maken voor de bouw van de nieuwe kerk.

03

Op de foto hieronder is het huis afgebroken en geheel links zijn de huizen op de hoek van de huidige Wilhelminastraat en Koningsplein te zien. Links van de kerk zien we het toenmalige postkantoor, later de burgemeesterswoning met links daarvan het recent afgebroken huis van Ánneke de Bruin' op de hoek met de huidige Monseigneur den Dubbeldenstraat:

De toenmalige kerk op het Koningsplein had een opmerkelijke 13e eeuwse toren met kantelen en een weergang ter verdediging. Mogelijk was de toren van deze kerk de donjon van het oude slot 'Huys Ten Perre'. De kerk is in 1899 afgebroken, maar gaan we verder terug in de tijd, dan zien we de plattegrond van Asten op de onderstaande kadasterkaart uit 1832.

04

De kerk lag op deze kaart in tegenstelling tot veel andere dorpskernen niet aan het Marktveld in de buurt van het raadhuis, maar ruim 120 meter ten zuidwesten daarvan. Wel staat de kerk op de plek waar vroeger de wegen vanuit Someren, Ostade, Deurne en Wolfsberg samenkwamen en dit doet eveneens vermoeden dat hier vroeger het goed 'Huys Ten Perre' heeft gelegen. Als we uit de kadasterkaart alle huizen schrappen die na 1675 zijn gebouwd dan resteert onderstaande plattegrond van het centrum van Asten:

Het Marktveld is dan een groot plein voor de kerk met daaromheen de bebouwing van de huizen van de bewoners en de notabelen woonden rond die tijd in het huis met nummer 27 ten zuiden van de kerk bij de toenmalige school. Dit doet vermoeden dat dit het beste huis van het dorp was en mogelijk betreft dit het 'Huys Ten Perre', dat tot het einde van de 14e eeuw dienst deed als huis voor de Heren van Asten, de familie van Cuijk. Bij de bouw van een appartementencomplex op de plaats van het huis met nummer 27, waar in 1841 het Liefdehuis Bartholomeus stond, zijn bij een archeologsich onderzoek wel verstoringen maar geen noemenswaardige vondsten gedaan.

Bij heemkundekring de Vonder en uit het bestemmingsplan Asten centrumgebied1 valt onderstaande historische informatie te halen:

Asten wordt voor het eerst in 1212 in een oorkonde vermeld waarbij de abdij van Floreffe de kerk van Asten in bezit had. In 1282 vond een ruil van goederen plaats tussen de heer van Asten en het klooster van Postel; in de 14e eeuw was Ten Perre het machtscentrum en rond 1400 werd in het Aa-dal het huidige kasteel gebouwd. Het goed Ten Perre was de centrale hoeve van de familie van Cuijk in Asten en had waarschijnlijk grond en dus pachters over heel Asten verspreid, waaronder aan de Dijk, Ostade, Laarbroek, Heesakkers en langs de Aa. De ligging van dit machtscentrum is tot op heden niet bekend, maar vermoedelijk lag het in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Asten. Eind 14e eeuw werd het aangeduid als 't Huys Ten Perre, wat aangaf dat het een versterkt huis is. Naarmate het belang van Ten Perre in de 16e eeuw daalde, verdween ook langzaam de naam.

Op basis van het boek 'Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch' uit 18722 (weergegeven in groen) en krantenartikelen van Piet Hamilton uit 1904 komen we tot de volgende reconstructie:

Heren en vrouwen van Asten

De heerlijkheid behoorde omtrent het begin der 13e eeuw aan de heeren van Cuijk. Hieronder een overzicht van de heren en vrouwen van Asten vanaf 1220 tot 1399, wanneer Gerard van Berkel het kasteel aan de Aa bij Heusden bouwt (voor een overzicht van de heren en vrouwen van Asten na 1399 zie Kasteelruïne):

Periode Heer van Asten Vrouw van Asten Geboorte Overlijden
1221-1233 Albert van Cuijk Hadewijch van Meerheim ±1170 ±1233
1233-1240 Willem van Cuijk Beatrix van Diest ±1200 ±1240
1260-1275 Willem de Roovere Beatrix van Cuijk ±1238 ±1275
1275-1290 Arnold van Cuijk ±1232 ±1290
1290-1306 Willem van Stakenburg Margaretha van Boischot ±1261 Postel 17-10-1308
1306-1308 Jan I van Cuijk Jutta van Nassau ±1230 Cuijk 13-07-1308
1308-1319 Jan II van Cuijk Catharina van Berthout ±1264 ±1319
1319-1350 Otto van Cuijk Johanna van Vlaanderen ±1272 ±1350
1350-1357 Jan III van Cuijk Catharina van Berthout Grave ±1295 's-Hertogenbosch 08-09-1357
1357-1362 Jan IV van Cuijk Luijtgaarde van Voorst ±1320 ±1364
1362-1366 Pieter Couthereel ±1310 ±1373
1366-1371 Hendrick van Cuijk Gertrudis Couthereel ±1330 22-08-1371
1371-1380 Jan V van Cuijk Mechteld van Borssele ±1355 15-06-1442
1380-1387 Ricout de Cock ±1340 ±1389
1380-1399 Gerard van Berckel Geertruida van Gerwen of Mabelia (Beel) Arnoud Jan van Kelre ±1340 ±1417

Na 1399 vestigden de Heren en Vrouwen van Asten op het nieuw gebouwde kasteel (zie Kasteelruïne).

Albert van Cuijk, 1212-1233

Albert van Cuijk is geboren te Cuijk rond 1170 als zoon van Hendrick van Cuijk en Sophia van Rhenen. Hij is rond 1195 getrouwd met Hadewijch van Meerheim (Merum), geboren rond 1170 als dochter van Rutger van Merum en Aleydis van Horne. Hieronder het gezin van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Hendrick III ±1196


NN van Leuven
±1220
Joanna van Putten
±1238
Aleidis Persijn van der Aa

±1251 zie Hendrick III van Cuijk
2 Willem ±1198 ±1225
Beatrix van Diest
±1240 zie Willem van Cuijk
3 Godfried ±1200 Priester Xanten en Utrecht
4 Everard ±1201 Priester Keulen, Tiel en Utrecht
5 Aleydis ±1202 ±1230
Gijsbrecht III van Amstel
±1240
6 Rutger ±1204 ±1235
Maria van Diest
7 Dirck ±1206 Leiden ±1240
Kerstine van Leijden
Oegstgeest ±1254
8 Margaretha ±1208 ±1240
Hendrik I van Rode van Mierlo
9 Agnes ±1210 ±1240
Hendrick van Reifferscheid
10 Frederik ±1212 Priester Xanten

Albert van Cuijk is ridder, getuige een schenking van het allodium Herpen aan de Brabantse hertog 1191, heer van Cuyc en Grave 1204-1233 en heer van Herpen, Merum, stadsgraaf van Utrecht tot 12 maart 1220 toen hij zijn rechten voor 200 pond Utrechts heeft verkocht en leenman van de bisschop van Utrecht voor het hoge en lage gerecht van Gasperde en Everdingen. Hij is van 1212-1233 heer van Asten geweest, volgens onderstaande documenten waarin het patronaatsrecht van Asten en Lierop aan de abdij van Floreffe toekomt3:

06

Linksonder het wapen van de Heren van Cuijk en rechtsonder het kasteel van Grave waar de Heren van Cuijk hebben gewoond:

07 08

Albert van Cuijk is te Asten in 1233 overleden en Hadewijch van Meerheim (Merum) is in 1235 overleden.

Willem van Cuijk, 1233-1240

Willem van Cuijk is geboren rond 1198 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk). Hij is rond 1225 getrouwd met Beatrix van Diest, geboren rond 1205 als dochter van Arnold III van Diest en Aleida van Hengebach. Hieronder het gezin van Willem van Cuijk en Beatrix van Diest:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Beatrix ±1227 ±1260
Willem de Roovere
±1265 zie Willem de Roovere
2 Willem ±1229
3 Aleidis ±1231 ±1260
Daniël van Amstel
4 Arnold ±1232 ±1290 zie Arnold van Cuijk

Willem van Cuijk is heer van Escharen en is van 1233-1240 heer van Asten geweest. Willem van Cuijk en is in 1240 overleden.

Zoon Arnold van Cuijk wordt omstreeks 1282 als heer van Asten genoemd, bij een ruiltransactie waarbij de heer van Asten de zeggenschap en de opbrengsten ten oosten van de Aa verwerft en de abdij van Floreffe ten westen van deze rivier. Omstreeks 1306 wordt ook een Willem genoemd als heer van Asten, doch spoedig daarna komt de heerlijkheid aan zijn neef Jan I van Cuijk.

Door het huwelijk van Beatrix van Cuijk, vrouwe van Asten en Escharen, kwam dezelve aan haren echtgenoot Willem de Roovere, heer van Lierop, Stakenborg en Someren.

Willem de Roovere, 1260-1275

Beatrix van Cuijk is geboren rond 1227 als dochter van Willem van Cuijk en Beatrix van Diest (zie Willem van Cuijk). Zij is rond 1260 getrouwd met Willem de Roovere van Stakenborgh, geboren rond 1238 als zoon van Gerlach de Roover en Oda Jan van Megen en weduwnaar. Na haar overlijden in 1265 is Willem de Roovere van Stakenborgh rond 1265 hertrouwd met Luitgarda van Vrijmersheim. Hieronder de gezinnen van Beatrix van Cuijk met Willem de Roovere van Stakenborgh en die van hem met zijn twee andere vrouwen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Arnold* ±1255 ±1315
2 Willem ±1261 ±1290
Margaretha Mathijsdochter van Boischot
Postel 17-10-1308 zie Willem van Stakenburg
3 Beatrix ±1264 ±1290
Willem Gheerits van Doerne
±1315  
4 Jacob** ±1267 ±1330
5 Dirck Willem** ±1269 ±1330

*  kind uit het eerste huwelijk van Willem de Roovere van Stakenborgh
** kind uit het derde huwelijk van Willem de Roovere van Stakenborgh met Luitgarda van Vrijmersheim

Willem de Roovere van Stakenborgh is van 1260 tot 1275 heer van Asten geweest en is rond 1275 overleden. Zijn zwager Arnold van Cuijk is zijn opvolger.

Arnold van Cuijk, 1275-1290

Arnold van Cuijk is geboren rond 1232 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk).

Arnold van Cuijk werd omstreeks 1282 als heer van Asten genoemd, en wel bij een ruiltransactie waarbij de Heer van Asten de zeggenschap en de opbrengsten ten oosten van de Aa verwerft, en de abdij van Floreffe die ten westen van deze rivier.

Onder Arnolldus van Cuyk zijn de tienden van Asten door de geestelijkheid van Postel tegen de tienden van Lierop4:

Arnold van Cuijk is rond 1290 overleden.

Willem van Stakenburg, 1290-1306

Zoon Willem van Stakenborgh is geboren rond 1261 als zoon van Willem de Roovere van Stakenborgh en Beatrix van Cuijk (zie Willem de Roovere). Hij is rond 1290 getrouwd met Margaretha Mathiasdochter van Boischot en hieronder het gezin van Willem van Stakenborgh en Margaretha Mathiasdochter van Boischot:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Matheus ±1290 ±1320
Magdalena Hendriks van Haengreve
±1350
2 Hendrick ±1291 Prior van Postel
Na 1354 Pastoor van Oerle
Oerle 30-06-1359
3 Willem III 12-02-1292 ±1320
Mechtildis de Hertoghe
±1365
4 Arnold ±1294 Pastoor te Lithoyen  

De zoon van Beatrix van Cuijk, Willem van Stakenborgh, heer van Asten en Escharen, stond in 1306 zijn gemeend regt op het patronaat der kerken van Asten en Lierop aan den abdij van Floreffe af.

Willem van Stakenborgh is van 1290-1306 heer van Asten geweest in 1306 en gaf het recht om een pastoor te benoemen voor de kerken van Asten en Lierop aan Postel. Willem van Stakenborgh is op 17-10-1308 te Postel overleden.

09

Dit wordt bevestigd in onderstaande artikel5:

Zijn zoon Hendrik van Stakenborgh heeft de heerlijkheid aan den hertog van Braband verkocht, heeft het ordekleed van Premonstreit te Floreffe aangenomen en is in 1359 gestorven.

Hendrik van Stakenborgh, geboren rond 1291 als zoon van Willem van Stakenborgh en Margaretha Mathiasdochter van Boischot (zie Willem van Stakenburg) wordt genoemd als heer van Asten over de periode, hoewel hij ontbreekt in de lijst van heren en vrouwen van Asten. Hij bevestigt samen met zijn moeder Margaretha van Boisschot het collatierecht met zijn broers op 17-10-1308. Jonkheer Hendrik van Stakenborch, ridder, heer van Asten, Escharen en Lierop ondernam daarna de reis naar het Heilige Land, Bij zijn terugkomst rond 1320 trad hij in de abdij van Floreffe. Hij was van 1343 tot 1354 de 17e prior van Postel, waarna hij van 1354 tot zijn sterfjaar 1359 pastoor van Oerle is geweest. Hendrik van Stakenborg heeft vele schenkingen aan de priorij van Postel gedaan.

Voor de schenking van de heerlijkheid Asten door de hertog van Brabant aan Pieter Couthereel zie Pieter Couthereel.

Hendrick III van Cuijk

Hendrick III van Cuijk is geboren rond 1196 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk). Hij is rond 1220 getrouwd met NN van Leuven en na haar overlijden rond 1224 hertrouwd met Joanna van Putten. Hendrick III van Cuijk is na haar overlijden rond 1238 een derde maal getrouwd met Aleidis Persijn van der Aa. De gezinnen van Hendrick III van Cuijk met NN van Leuven, met Joanna van Putten en met Aleidis Persijn van der Aa:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Agnes Cuijk ±1220 ±1240
Rudolf de Cock
±1265 achterkleinzoon Ricout
zie Ricout de Cock
2 Albert Cuijk ±1222 ±1250  
3 Alverardis* Cuijk ±1225 ±1250
Jacob I van Mirlaer
±1272
4 Gerard Cuijk ±1227 Provoost van Odiliënberg
5 Jan I* Cuijk ±1230 ±1260
Jutta van Nassau
Cuijk 13-07-1308 zie Jan I van Cuijk
6 Willem** Cuijk ±1240

*  kinderen uit het tweede huwelijk
** kinderen uit het derde huwelijk

Hendrick III van Cuijk is in 1251 overleden en Aleidis Persijn van der Aa is nog hertrouwd met Willem I van Boxtel.

Jan I van Cuijk, 1306-1308

Jan I van Cuijk is geboren te Cuijk rond 1230 als zoon van Hendrick III van Cuijk en Joanna van Putten (zie Hendrick III van Cuijk). Hij is rond 1260 getrouwd met Jutta van Nassau, geboren rond 1225 als dochter van Hendrik II van Nassau. Hieronder het gezin van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Hendrick ±1262 ±1290
Aleidis van Diest
±1315
2 Jan II ±1264 ±1290
Catharina van Berthout
±1319 kinderloos
3 Willem ±1266 ±1290
Johanna Sophia van Gymnich
±1303 zie Willem van Cuijk
4 Aleidis ±1268 ±1290
Hendrick van Voorne
±1330
5 Agnes ±1270 ±1295
Hendrick van Sponheim
±1345
6 Otto ±1272 ±1295
Aleidis van Diest
±1300
Johanna van Heverlee
±1305
Johanna van Vlaanderen
±1350 zie Otto van Cuijk

Jan I van Cuijk is een edelman, ridder en diplomaat. Hij is heer van Cuijk van 1254 tot 1308 en van Asten van 1306 tot 1308. In 1296 is Jan I van Cuijk betrokken bij het complot van edelen dat met als doel graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging is in Muiderberg op moord uitgelopen. Jan I van Cuijk is op 13-07-1308 te Cuijk overleden.

 

 

13

Jan II van Cuijk, 1308-1319

Jan II van Cuijk is geboren rond 1264 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is rond 1290 getrouwd met Catharina Berthout. Hij is graaf van Cuijk en heer van Asten van 1308 tot 1319. Jan II van Cuijk had voor zover bekend geen nakomelingen en is in 1319 overleden.

Willem van Cuijk

Willem van Cuijk is geboren rond 1266 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is rond 1290 getrouwd met Johanna Sophia van Gymnich, geboren rond 1270 als dochter van Wennemar van Gymnich en Johanna van Elsloo. Hieronder het gezin van Willem van Cuijk en Johanna Sophia van Gymnich:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan III Grave ±1295 ±1320
Catharina van Berthout
's-Hertogenbosch 08-09-1357 zie Jan III van Cuijk

Johanna Sophia van Gymnich is in 1302 overleden en Willem van Cuijk is op 11-02-1303 overleden.

Otto van Cuijk, 1319-1350

Otto van Cuijk is geboren rond 1272 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is getrouwd met Johanna van Vlaanderen, Johanna van Heverlee en Aleidis van Diest en hieronder zijn gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Adelise ±1320 ±1338

Omdat zijn broer Jan II van Cuijk kinderloos is overleden en zijn broers Hendrick en Willem al zijn overleden, is hij heer van Cuijk geworden. Hij is daarnaast heer van Mierlo en heer van Asten van 1319 tot 1350.

Jan III van Cuijk, 1350-1357

Jan III van Cuijk is geboren te Grave rond 1295 als zoon van Willem van Cuijk en Johanna Sophia van Gymnich (zie Willem van Cuijk). Hij is rond 1320 getrouwd met Catharina van Berthout en hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan IV ±1320 ±1350
Luijtgaarde van Voorst
±1362 zie Jan IV van Cuijk
2 Wennemar ±1325
3 Hendrick ±1330 ±1355
Gertrudis Couthereel
22-08-1371 zie Hendrick van Cuijk
4 Elisabeth ±1335 ±1360
Gerardus van Asperen

Jan III van Cuijk heeft het Land van Cuijk in 1353 verpand en de Stad Grave verkocht aan Jan van Wijflit, bastaardzoon van Jan II hertog van Brabant en Elsbeen van Wijflit. Omdat Jan van Wijflit niet wil betalen, is deze in 1356 vermoord en diens manschappen verjaagd uit Cuijk. Jan III van Cuijk was van 1350 tot 1357 heer van Asten en is op 08-09-1357 te 's-Hertogenbosch overleden.

Jan IV van Cuijk, 1357-1362

Jan IV van Cuijk is geboren rond 1320 als zoon van Jan III van Cuijk en Catharina van Berthout (zie Jan III van Cuijk). Hij is rond 1360 getrouwd met Luijtgaarde van Voorst, geboren rond 1335 als dochter van Sweder I van Voorst en Heilwig van Zuijlen. Het gezin van Jan IV van Cuijk en Luijtgaarde van Voorst:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan V ±1354 ±1387
Mechteld van Borssele
±1420
Johanna van der Leck
±1442 zie Jan V van Cuijk

Jan IV van Cuijk is heer van Asten van 1357  Hieronder een akte in het Latijn van Jan IV van Cuijk van 08-09-1358 waarin hij een overeenkomst sluit met zijn zwager Gerardus van Asperen voor een erfcijns van 200 pond te betalen met Pasen te Asten6

Na zijn dood in 1362 wordt de heerlijkheid Asten geschonken aan Pieter Couthereel. Zoon Jan V van Cuijk van Jan IV van Cuijk wordt door zijn oom Hendrick van Cuijk (zie Hendrick van Cuijk) opgevoed.

Uit de 'Geschiedenis van der heren, de heerlijkheid en de dorpen van Asten en Ommel, door Meester C. E. A. baron van Hövell tot Westerflier, handschrift in Streekarchivariaat Peelland, bladzijde 14 en 15 citeren we de overdracht van een deel van de goederen van Jan IV van Cuijk aan leenman van de hertog van Brabant Willem van der Aa (zie Kasteelruïne):

28 april 1367; feria quarta post octavas Pasche, anno domini trecentesimo sexagesimo septimo:
Johannes van Gestel draagt, uit naam van zichzelf en Franconis, zijn broer, alle goederen te Asten van jonker Johannes, heer van Cuyke en Hoestraten, waarop een erfelijke jaarrente van 250 pond was gevestigd, alsmede alle goederen en inkomsten van jonker Johannes, heer van Cuyke en Hoestraten, hen opgedragen door Goeswino Moedel Dicbier, alsmede alle goederen binnen de parochie Haren bij Meghen van jonker Henricus heer van Enke, alsmede alle renten en cijnsen aldaar van de heer van Hoestraten de vader van jonker Henricus, alsmede alle rechten en jurisdictie van jonker Henricus aldaar en tenslotte enige goederen en renten van jonker Henricus in en buiten Haren, die jonker Henricus aan hen, Johannis en Franconis, broers, had verkocht, op aan Wilhelmo van Aa, ridder en leenman van de hertog van Brabant. Getuigen: Willem Eelkini en Theodorus, zoon van Ywanus, schepenen van 's-Hertogenbosch.

Pieter Couthereel, 1362-1366

Pieter Couthereel is geboren rond 1310 en rond 1335 getrouwd en hieronder zijn gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gertrudis ±1335 ±1355
Hendrick van Cuijk
22-09-1418 zie Hendrick van Cuijk

Pieter Couthereel heeft de heerlijkheid Asten, die door Hendrik van Stakenborgh (zie Willem van Stakenburg) aan de hertog van Brabant geschonken was, als cadeau gekregen van diezelfde hertog van Brabant. 

Den 4 september 1362 heeft de hertog van Braband, om den lande bewezen diensten de heerlijkheid van Asten aan Peter Couthereel meijer van Leuven geschonken, doch deze gunsteling is in ongenade gevallen, is den 13 mei 1364 uit Leuven gebannen en in vergetelheid gestorven.

10

Bij wikipedia lezen we het volgende over Pieter Couthereel:

Pieter Couthereel was meier van Leuven vanaf 1348. Hoewel niet van adel of bijzonder rijk, werd hij niettemin door hertog Jan III van Brabant op deze hoge post benoemd. Hij kocht de heerlijkheid Asten van Hendrik van Stakenborg en werd in 1362 hiermee beleend door de hertog van Brabant als teken van dank voor bewezen goede diensten. Sindsdien hadden de hertogen van Brabant veel meer over hun leenmannen te vertellen, want de familie Van Cuijk was voordien zeer machtig en regelde veel zaken zelf.
Pieter Couthereel leidde in 1360 een volksopstand tegen het stadsbestuur van Leuven. De oorzaak was een slechte economische toestand ten gevolge van een crisis in de lakennijverheid. De verhouding tussen Couthereel en het stadsbestuur was al slecht vanaf zijn aantreden als meier. Couthereel koos positie voor de handwerkslieden en tegen de adel. Hij bezette het stadhuis en nam de schepenen gevangen. Hij werd nu heer van Leuven en was van mening dat, naast vertegenwoordigers van de adel, ook vertegenwoordigers van de handwerkslieden in het stadsbestuur dienden plaats te nemen.
Ondanks diverse pogingen tot vrede bleef het lang roerig. De adel ontvluchtte de stad en Couthereel vulde het machtsvacuüm op en werd in 1362 tot burgemeester benoemd. Nu kon hij ook munten slaan en de inkomsten die hieruit voortvloeiden bereikten nimmer de kas van de stad. Er wordt beweerd dat Couthereel deze in eigen zak stak. De edelen betoogden bij hertog Wenceslaus I dat ze de stad niet in mochten, waarop de hertog besloot orde op zaken te stellen. De poorten werden geopend, de adel trok binnen en Couthereel vluchtte met 70 hem trouw gebleven ridders naar Tervuren.

Linksonder een schilderij waarop Pieter Couthereel de privilegies van de patriciërs voor het volk verscheurt en rechts een standbeeld van hem in Leuven:

11 12

Nu was Pieter Couthereel bang voor een aanslag en hij trok zich terug op Kasteel Asten, samen met een talrijke aanhang. Het nieuwe, hem vijandig gezinde, stadsbestuur van Leuven weigerde hem zijn lijfrente te betalen en hij trachtte iedere vijand die zich buiten Brabant begaf te pakken te krijgen. Bovendien smeedde hij complotten. Dit alles had weinig succes. De positie van de handwerkslieden werd weer slecht zoals vroeger. In 1364 viel Pieter Couthereel in ongenade. De goederen van Pieter Couthereel, waaronder de heerlijkheid Asten, werden verbeurd verklaard en hijzelf werd uit Brabant verbannen, en mogelijk zelfs vogelvrij verklaard. Pas later, toen de adel niets meer van hem te duchten had, mocht hij in 1369 naar Leuven terugkeren, waar hij uiteindelijk verarmd en vereenzaamd stierf.

Pieter Couthereel is van 1362-1366 heer van Asten geweest en is kort na 1373 overleden.

Hendrick van Cuijk, 1366-1371

Hendrik van Cuijk is geboren rond 1330 als zoon van Jan III van Cuijk en Catharina van Berthout (zie Jan III van Cuijk). Hij is rond 1355 getrouwd met Gertrudis Couthereel, geboren rond 1335 als dochter van Pieter Couthereel (zie Pieter Couthereel). Na het overlijden van Hendrik van Cuijk is Gertrudis Couthereel in 1372 hertrouwd met Johan van Berlaer. Hieronder het gezin van Hendrik van Cuijk en Gertrudis Couthereel:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan IV van Hoogstraten

Hendrick van Cuijk volgt zijn schoonvader Pieter Couthereel op als heer van Asten:

14

Hendrik van Cuijk is heer van Hoogstraten en van 1366-1371 heer van Asten en in 1367 stelt hij reglementen op met betrekking tot de gemeentegrenzen en de rechten van de Heer van Asten: 

Archives de Belgique offici fiscal de Brabant nummer 3266; 06-12-1367:
Wij Heynrich van Kuyck, heer van Asten, doen condt allen den genen die desen brieff sullen sien ofte hoeren lesen, want alrehande twyst ende discort tuschen ons ende onssen luyden van den dorp van Asten geweest heeft als van der gemeynten van Asten, daer wij wittelyck ende wael aff bevonden hebben bij den autsten ende bij den vroetsten dat wij wenich recht daertoe hadden, als van onser ouder wegen ende voersaten nae brieven ende beschede ende na den chijns die onse luyde van den dorpe van Asten daer af gegouden hadden waer omme wij aengesien hebben onser goeder luyden voerseit ende recht ende bescete, ende hebben hen verleyt ende vercleert ende verthynst voer ons, onsse oer ende nacomelingen die alvige gemeynte van Asten met allen hoeren toebehoerten gelegen bynnen desen palen: van den Drancke tot Aestappen den gerechten vliet op tot Rut den Rade en van Rut oert den gerechten vliet op tot Sinte Wilboertsput op Luttelmeyel ende vandair tot Amsloe ende van Amsloe tot Soenenmeeren ende van Soenenmeeren tot Shertogenpael toe ende van den pael al tot Wielput ende van Wielput den gerechten stroem nederwaert tot Liedrop ten Vondlen toe ende van daer den gerechten stroem nederwairt tot genen Spleet toe daer die twee Aaen vergaderen ende van dien Spleet den gerechten Vliet op tot Aestappen den Dranck weder toe ende alzoe verre als men in der waerheit vynden mach dat dese voerseiden plaetsen onser heerlycheit van Asten toebehorende sijn, omme sestelhalff pont payments als gemeynlycken tot Asten in boersen sal gaen te geldens tyde ende om drie aude groete alle jaer te gelden op Sinte Mertens dach alsoe als sij daer plagen te gelden ende voert in diene manieren dat die luyde van Asten die nu sijn ende namaels wesen sullen dese gemeynten bruycken ende besigen sullen ende al hoeren orbair daer op doen ende anders niemant.
Voert iest voerwaerde dat die heer van Asten op die gemeynte enen scutter setten sal te scutten op sess schillinghe swart, twee scillinge der Kerken, twee scillingen den heer ende twee scillinge den gemeynen dorpe ende dat dese voerschrevene scutter niet scutten sal die scepenen van Asten en sullent hem laten weten ende anders niet.
Voert iest voerwairde dat die heer van Asten sal behouden syn vysscherijen in den stroem, alsoe verre als hem toebehorende sijn ende sijn vysscherijen wyeren ende syn wateren steygen mach sonder yemans wederseggen, wart die gemeyne vyssscherye als opter gemeynt, dat die gemeynt daer op vyschen mach halff die vysche den genen die se viet ende de ander helft den heer alsoe verre als hy hier wonechtich is met synen properen lyve ende anders niet.
Voert iest voirwaert dat die heer van Asten uutgeven mach stegen en straten alsoe verre alse bynnen banloecs gelegen is ende anders niet.
Voert eest voerwaerde dat die heer van Asten noch noch die gebuer ende goede luyde van Asten gemeyntlyck niet uutgeven en sullen noch en mogen van dierre gemeynten die een sonder den ander allegader ende omme der meerre vestinghe onsen lieven gemynden dorpe van Asten hier af te hebben, soe hebben wij hen geloeft ende geloven voer ons, onse oer ende nacomleinge dese voerschrevene gemeynte te weren ten ewelyken dagen toe, ende alle dese punten voerschrevene vaste ende stede te houden, in kennisse der wairheyt.
Soe hebben wy desen brieff bezegelt met onsen propren zegel ende om meerre vestenisse wil soe hebben wy Henrick van Kuyck, heer van Asten voerschreven, gebeden onsen lieven gemynden scepen des dorps van Asten dat sy desen brieff met ons bezegelen willen ende om beden wil ons liefs gemynden joncker Heynrics van Kuyck, heer van Asten, soe hebben wy scepenen van Asten desen brieff mede bezegelt met ons gemeynen zegel ons scependomps. Gegeven int jaer ons heren dusent drie hondert tsestich ende soeven in Sinter Nicolaes dach.

Hendrik van Cuijk is op 22-08-1371 overleden en hieronder is te lezen hoe hij aan zijn eind kwam3:

Gertrudis Couthereel is hertrobuwd met Johan van Berlaer en op 22-09-1418 overleden.

Jan V van Cuijk, 1371-1380

Jan V van Cuijk is geboren rond 1355 als zoon van Jan IV van Cuijk en Luijtgaarde van Voorst (zie Jan IV van Cuijk). Hij is op 22-02-1387 getrouwd met Mechteld van Borssele, geboren rond 1355 als dochter van Frank van Borssele en Mechtildis van Meerssen. Na haar overlijden rond 1415 is Jan V van Cuijk rond 1420 hertrouwd met Johanna van der Leck (van Polanen), geboren rond 1395 als dochter van Henri van der Leck en Jeanne de Ghistelles (zie Kasteelruïne). Uit het tweede huwelijk zijn geen kinderen bekend en hieronder het gezin van Jan V van Cuijk en Mechteld van Borssele:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jutta ±1389 Abdis van Sint Agnes

Jan V van Cuijk is heer van Hoogstraten en van 1371-1380 heer van Asten. In 1380 verkocht hij de heerlijkheid Asten aan Gerard van Berkel en Ricout de Cock, achterkleinzoon van bovengenoemde Agnes van Cuijk (zie Hendrick III van Cuijk). Zij zijn verder terug te vinden als Heren van Asten bij het Kasteel van Asten (zie Kasteelruïne) en bij wikipedia lezen we over hen:

Gerard van Berkel was een gegoede burger, die in 1380 de heerlijkheid Asten van Jan van Cuijk kocht, samen met de ridder Ricout de Cock.

Jan V van Cuijk is op 15-06-1442 overleden.

Ricout de Cock, 1380-1387

Ricout de Cock is geboren rond 1340 vermoedelijk als zoon van Gijsbert II de Cock en Goede. Gijsbert II de Cock is middels zijn vader Gijsbert I de Cock een kleinzoon van Rudolph de Cock en Agnes van Cuijk (zie Hendrick III van Cuijk). Verder is over afstamming, huwelijk of nakomeling van Ricout de Cock weinig bekend. 

In 1380 verkocht Jan V van Cuijk de rechten, cijns, tienden en molens van de heerlijkheid Asten aan Ricout de Cock7:

Ricout de Cock raakte geregeld in geldnood en verkocht dan een deel van zijn rechten. In een document van 19-10-1385 verkoopt hij een erfrente van oude schilden (munt met ongeveer 4 gram goud, zie afbeelding rechts) aan Louis van Kelre met de tienden van Asten als onderpand6:

Ricout de Cock overleed niet lang na 1387, en had schulden. De schuldeiser legde beslag op de bezittingen en Gerard van Berckel kocht ze, en kreeg zo de gehele heerlijkheid Asten in zijn bezit. Op 10-11-1398 kocht Mechteld van Borssele, de eerste vrouw van Jan V van Cuijk (zie Jan V van Cuijk), die erfrente met de tienden van Asten als onderpand, die door Ricout de Cock in handen waren gevallen van Louis van Kelre, weer terug6:

Het huis van Ricout de Cock, de mansio, een soort boerderij te Asten, is zeer waarschijnlijk het kasteel, 't Huys tot Asten, waar Gerard van Berckel in 1389 naar verhuisde. Het is niet duidelijk of er eerst een boerderij en later het kasteel op dezelfde plek werd gebouwd of dat het kasteel in de nabijheid van de oudere mansio is gebouwd.

Gerard van Berckel, 1380-1399

Er bestaan verschillende verklaringen over de echtgenote van Gerard van Berckel, waarvan de voornaamste twee in de bewoningsgeschiedenis van Asten zijn opgenomen. Een afstammingslijst vermeldt een huwelijk met Geertruida van Gerwen, zoals hieronder beschreven. Bij de andere is sprake van een huwelijk met Mabelia (Beel) Arnoud Jan van Kelre, welke beschreven wordt bij het kasteel (zie Kasteelruïne). Welke van de twee de juiste is, blijft vooralsnog onduidelijk, al is wel bekend dat in beide beschrijvingen de zoon Goossen van Berckel de opvolger is. Het huwelijk van Gerard van Berckel met Geertruida van Gerwen is gebaseerd op onderstaand archiefstuk8, waarbij aangenomen wordt dat Gerard van Berckel een zoon van Nicolaes Gerard van Berckel:

Gerard van Berckel is geboren rond 1340 als zoon van Nicolaes Gerard van Berckel en Geerborch Peter van den Steenwech9. Hij is rond 1372 getrouwd met Geertruida van Gerwen, geboren rond 1345. Hieronder het gezin van Gerard van Berckel en Geertruida van Gerwen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gerard ±1373
2 Goossen ±1377 ±1418
Lysbeth Hendrick Beckers
±1425
Aleit Marcel Kemt
±1448 zie Kasteelruïne
3 Hendrick ±1380 ±1400
Heylwigh Ysbous van Asten
±1421
Geertruyt Aerts van Heeswyck
±1450 Abt van Echternach
zoon Gerit
4 Jan ±1383 ±1420
Maria Heym
±1425
Margaretha Lucas van Erp
±1454 laat legaat na
zie Voormalig huis F179
en Lagendijk 3
en Voormalig huis F162
5 Nicolaas ±1385 ±1415
Oda Hugo van Wyck
±1448 zie Familie van Berckel

Gerard van Berckel was bontwerker en pelser en in 1371, 1374, 1384, 1388, 1393, 1397, 1408 en 1413 schepen van 's-Hertogenbosch en woonde hoogstwaarschijnlijk in 's-Hertogenbosch want in de archieven en de oudste Domeinrekening van de Meierij van 's-Hertogenbosch, staat hier over10:

Algemeen Rijksarchief te Brussel Rekenkamer Registratie nummer 5233; 1404:
Van Mervrouwen huus in Shertoghenbosch in de Hintemerstrate, haer toecomende in verliden tiden by verbeurten van weylen here Alarde van Os zone, omdat Gherard van Berkel vercreghen heeft van Mervrouwen vorscreve. Van den beimde, achter 't vorser, huus, Mevrouwen vorser, toecomende als boven, niet hier omdat Magriete van Helewe dien houd haer leven lanc.

Domeinrekening Registratienummer 5267, 1447:
Van mijns 's Heren 's Hertogen huys, gelegen in Shertogenbosch in die Hynthemerstrate ende van den beempden af ter 't voirschrevene huys gelegen; die kijndere Gerits van Berkel houden 't, overmijds dat haere ouders vercregen hebben metten rechte; dairom hier niet.

Gerard van Berckel was in 1380 door aankoop eigenaar van het landgoed 'Ten Perre', dat een landbouwbedrijf was waaraan opbrengsten waren verbonden en hij gebruikte 't Huys Ten Perre als beheerscentrum voor zijn bezittingen in Asten. Nadat Gerard van Berckel rond 1387 de heerlijkheid Asten door afkoop van Ricout de Cock had verworven, deed hij omstreeks 1395 'Ten Perre' van de hand, maar behield de inkomsten uit de heerlijke rechten. Gerard van Berckel deed dit om de mansio van Ricout de Cock, gelegen in het moeilijk toegankelijke dal van de Aa, uit te bouwen tot een kasteel, dat liggend in het rivierdal beter te verdedigen was. In 1423 lezen we in een oorkonde dat 't Huys tot Asten bestond uit een versterking, een woongedeelte en een hofstede. Bovendien lag er in de omgeving van het kasteel een hoeve geheten 'Het Hofgoed'. Deze boerderij die op een omgracht terrein lag op enkele honderden meters van het kasteel, zou de mansio kunnen zijn die Ricout de Cock kwijt raakte aan Gerard van Berckel. Gerard van Berckel werd beleend door de Hertog van Brabant, die zijn rechten dus erkende. Hiermee was de heerlijkheid Asten niet langer meer in het bezit van de oude adel.

Naarmate het belang van Ten Perre daalt in de 16e eeuw, verdwijnt ook langzaam de naam. Men heeft lang aangenomen dat dit huys Ten Perre ooit heeft gelegen op Ostade, net buiten de kom van Asten. Maar naar men in 2012 vastgesteld heeft lag kasteel Ten Perre in het centrum van het dorp op het Koningsplein waar nu de nieuwe kerk en het stadhuis staan.

In de Bossche Protocollen wordt Gerard van Berckel geregeld genoemd met betrekking tot het goed ten Perre:

Bossche Protocollen 1179 folio 386; 1390-1394:
Gerit van Berkel emancipeert Goossen zijn zoon en geeft hem een cijns te betalen uit alle goed van Jonker Jan van Kuyc in Asten verkregen van Heer Willem van Huerne, Heer van Duffel en Herlaer.

Bossche Protocollen. 1180 folio 199; 1393-1396:
't huis ten Perre Gerit van Berkel, Heer van Asten en Bruysten Peys, schoonzoon van Art Doerkens

Bossche Protocollen 1181 folio 116; 1397-1399:
Heer Dirck Rover, ridder, zijn helft in cijnsen van Asten, andere helft van Gerit van Berkel, die waren van Heer Rijcout Kock, ridder.

Bossche Protocollen 1183 folio 48 verso; 1402-1403:
Willem Jan Bueckinc, Jan zoon van Jan van Dynther van Asten en Gerit van Berkel betreffende een pacht aan hem op 't goed ter Perre.

Gerard van Berckel verhuist aan het einde van de 14e eeuw naar wat nu bekend staat als de kasteelruïne (zie Kasteelruïne).

Geschiedenis

Van oudsher woonden er edelen en notabelen aan het Koningsplein, maar waren er ook verschillende winkels, ambachtshuizen en herbergen aan wat we nu het Koningsplein noemen, echter daarnaast beoefende men het boerenbedrijf om in het onderhoud te voorzien. Dit kunnen we opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van het huidige Koningsplein:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Willem Jan Loomans 55 ƒ 55,-
Antoni de Kuyper 53 ƒ 30,-

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Van de acht huizen beoefenden slechts twee bewoners het boerenbedrijf, hetgeen aanmerkelijk minder is dan in andere delen van het dorp Asten. Hieruit blijkt eens te meer dat de gegoede stand hier zijn woningen had, zoals jonkheer Floris Pieter van Cotshausen, schouten Lambert Henricks en Peeter van der Lith schepenen Francis Canters en Antoni Muyen, koopman Goort Marten Doensen en winkelier Arnoldus van den Eijnden. Vrijwel alle plaatsen rondom het Koningsplein kennen een lange historie van bebouwing en behoren tot de oudst bewoonde plaatsen van Asten.

In het midden van het huidige Koningsplein heeft de uit de 15e eeuw stammende kerk met 13e-eeuwse westwaarts gerichte toren gestaan met daarom heen een kerkhof. De van oorsprong katholieke kerk is van 1648 tot 1798 in handen van de gereformeerden geweest en is ook voor raadsvergaderingen van schout en schepenen gebruikt. Vlak naast de kerk heeft een school gestaan, waar tot 1830 les is gegeven door veelal gereformeerde schoolmeesters. Later is er aan de oostzijde van de kerk een nieuwe school aan het Koningsplein gebouwd, die tot 1892 dienst heeft gedaan. De oude school is rond 1835 bij het kerkhof gevoegd, de nieuwe school is later gebruikt als opslagplaats en rond 1960 afgebroken. In 1899 is de kerk afgebroken en op de plaats van kerk en kerkhof is het kerkplein met de 'Plantsoen' gekomen.

Tegenover de kerktoren heeft huis met nummer 29 gelegen waarin van 1610 tot 1680 de familie Lamberts Verrijt heeft gewoond. Daarna is het huis in handen gekomen van Francis Jan Canters en rond 1756 is het overgegaan op zijn neef Jan Peters Verberne. In 1769 is het huis verkocht aan Peter Wagemans en diens dochter heeft er nog tot 1844 gewoond. Vervolgens is het huis bewoond door de familie Verspeek tot het in 1895 is opgekocht door de Rooms Katholieke gemeente van Asten. Op de plaats van het huis is de nieuwe Heilige Maria Presentatiekerk gebouwd, die nog steeds het beeldmerk van Asten is.

In het huis met nummer 55 hebben Joost Aert Roefs en zijn afstammelingen van 1600 tot 1700 gewoond. Het huis heeft daarna een periode met bewoners als Theodorus Petri Coolen, Johannes Alberti van Riet en Johannes Willem Trouwen gekend tot het in 1740 in bezit kwam van Jan Ture Loomans. Tot 1823 heeft de familie Loomans in het huis gewoond en is daarna als winkel verkocht aan Daniel van Lierop. Ook de volgende bewoners Adriaan van Beek, Joseph Verdonschot, Antoni Wilhelmus Verberne en Antonius Dominicus Sengers hebben in de woning een winkel gehad. In 1910 wordt de familie Sanders winkeleigenaar en door vererving gaat het over op de familie de Bruijn en het pand staat nog altijd bekend als de winkel van Anneke de Bruijn.

Het naastgelegen huis met nummer 54 is oorspronkelijk ook in eigendom van de familie Roefs geweest en werd verpacht aan derden. Ook hier is het huis rond 1700 overgegaan op Theodorus Petri Coolen en in 1713 op de familie Muijen. Tot 1784 is het in hun eigendom gebleven en is het huis verkocht aan Franciscus Meulendijk, die het tot 1824 in bezit hebben gehad. Daarna hebben vele families het huis bewoond en rond 1867 is het huis nog gesplitst met als bijzondere bewoner Jans Douzé.

Huis nummer 53 is van 1605 tot 1643 bewoond geweest door Hanrick Willem Verhaeghen en daarna door schoolmeester Adriaen Verhoffstadt. Zijn erfgenamen hebben het in 1666 verkocht aan Dirck van Breugel echtgenoot van Florentia de Merode, die haar adellijke titel afstond. In 1691 is het huis aan de molenaarsfamilie Hoefnagels verkocht en in 1725 met de naam 'de Valck' aan Wilhelmus Jan Loomans. Na diens financiële problemen heeft de familie Muijen het tot 1808 in bezit gehad met als hoofdbewoner Joseph Sauvé tweede echtgenoot van de weduwe Muijen. Steven Jan Canters heeft het huis geërfd en het is in 1837 verkocht aan Laurens Jelissen. In 1877 is het huis afgebrand en door de gemeente opgekocht om op die plaats twee statige huizen te bouwen. Het meest westelijk gelegen huis is tot 1920 gebruikt als postkantoor en later als burgemeesterswoning, het andere huis werd de schoolmeesterswoning en kostschool van schoolmeester Ten Haaf.

Evert Peeter Dors woont vanaf 1838 in het huis met nummer 52 en zijn stiefzoon Godefridus Luycas neemt in 1685 het huis over. Hij verkoopt het in 1695 aan zijn halfbroer Wilbordt Evert Dors, die het in 1698 doorverkoopt aan zijn zus Heylke Evert Dors. Vanaf 1685 wordt het bewoond door Jan Jansen van Ruth, getrouwd met Margriet Evert Dors. In 1718 komt het huis in handen van de uit Gemert afkomstige winkelier Arnoldus van den Eijnden, die er tot 1755 woont. Jenneke Jan Wilbers is de volgende bewoner en haar overlijden gaat het over op haar broer Dirck Wilbers. In 1786 wordt het huis verkocht aan Jacobus van de Goor die het in 1804 doorverkoopt aan Jacobus Jansen. Vanaf 1825 wordt het huis bewoond door de kleermakersfamilie Linden en in 1856 wordt het huis gesplitst. Rond 1900 is het dubbele woonhuis opgekocht door de gemeente en herbouwd tot een statige dubbelwoning. In het ene huis heeft nog schoolmeester van Helden gewoond en het andere huis is bestemd voor de gemeentesecretarissen.

Van huis nummer 51 is de bewoningsgeschiedenis vanaf het eind van de 17e eeuw bekend met de verkoop van het huis van Aert Jansen van Ruth aan Goort Marten Doensen. Zijn dochter, getrouwd met Mathijs Muijen wordt in 1743 eigenaar, maar verhuurt het huis aan derden. Na de grote brand van 1776, waarbij vier huizen aan beide zijden van de huidige Burgemeester Wijnenstraat zijn afgebrand, is het huis opgebouwd en in 1784 geruild met het huis van Marcelis Koppens op de Ommelse Bos. In 1838 wordt de familie Brekelmans eigenaar en na 1859 de familie Coolen, waar dochters Gondeke en Minake nog in het begin van de 20e eeuw hun café hadden. Later is het huis in bezit gekomen van de familie Bekken-Ceelen eigenaar van een ijzerwinkel met de naam 'de Pelikaan'.

Aan de zuidzijde van het huidige Koningsplein hebben in de 16e eeuw verscheidene huizen gestaan, waarvan schout Lambert Henricx in het grootste huis met nummer 27 heeft gewoond. Na zijn overlijden is secretaris Laurens Volders bewoner en hij heeft zijn bezit uitgebreid met twee andere naastgelegen huizen en genoemd 'de grote Hage'. Drossaard Peeter van Lith en diens nazaten, hebben van 1684 tot 1734 de huizen bewoond en daarna is Florenz Pieter van Cotzhausen de bewoner. Hij stamt af van Duitse adel en heeft als secretaris van Asten gewerkt in opdracht van de Heren van Asten. Het moet een groot huis geweest zijn, want hij heeft in die tijd ook nog de gezinnen van een kapitein, luitenant en cornet van de huzaren van kolonel Sandor ondergebracht. Na 1789 heeft doctor van Moorsel nog een korte tijd in het huis gewoond, maar hij heeft de betaling niet rond gekregen, waardoor het huis aan belastingontvanger Feyth is verkocht. Na zijn overlijden in 1797 komt het huis in handen van molenaar Antony Kievits, die met het malen van graan op verschillende plaatsen in de Peel zijn geld heeft verdiend. Na 6 jaar de molen van Asten te hebben gepacht is het huis in 1804 verkocht aan de rijke koopmansfamilie Timmermans.
Hendrik Michielsen en Francis Berkers hebben in 1832 de huizen opgekocht en beiden hebben de inmiddels verouderde huizen als bierbrouwerij gebruikt en deels als woning verhuurd. Vlak voor zijn overlijden heeft Francis Berkers zijn bierbrouwerij aan de Rooms Katholieke gemeente verkocht en is in opdracht van pastoor Bartholomeus Kemps het Liefdehuis gesticht. Hendrik Michielsen heeft in 1867 hetzelfde gedaan en opnieuw is de bierbrouwerij gebruikt voor de uitbreiding van het Liefdehuis. Na verschillende verbouwingen staat er nu nog steeds op die plaats op zowel het Koningsplein als de Kerkstraat huize Bartholomeus.

Ook op de plaats van huis nummer 26 hebben verschillende huizen gestaan en daar heeft Cornelis Jan Kemp rond 1650 in het voornaamste huis gewoond. In 1679 is het verkocht aan de uit Gemert afkomstige herbergier Hendrikus Gijsberts van den Bleeck, die zijn bezit daar aanmerkelijk heeft uitgebreid met huizen met namen als 'de Engel' en het 'Borstenhofken'. In 1712 is het huis verkocht aan Antoniske Martens, weduwe van Jan van de Loverbosch, die getuige haar erfenis over veel geld heeft beschikt. De familie van de Loverbosch heeft het huis tot 1788 in bezit gehad, maar veelal aan derden verhuurd. Grutter en brouwer Marcellis van Bussel heeft het huis opgekocht om het in 1811 door te verkopen aan boterfabrikant Antoni Bluijssen. In de bijna honderd jaar dat de familie Bluijssen hier heeft gewoond is die firma enorm uitgegroeid en is op die plaats een villa gebouwd. In 1907 is echter het faillissement aangevraagd en zijn de villa en de overige panden verkocht aan de Rooms Katholieke gemeente. Vanaf dat moment heeft het deel uitgemaakt van huize Bartholomeus.

Linksonder is de enigszins aangepaste kaart van Theo Meulendijks te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw. Rechtsonder is de huidige situatie te zien, waarbij de huizen gebouwd tussen 1750 en 1800 paars zijn omcirkeld, tussen 1800 en 1850 blauw zijn omcirkeld, tussen 1850 en 1900 groen zijn omcirkeld en die tussen 1900 en 1950 oranje zijn omcirkeld:

15 16

De gekleurde huizen op de linker kaart betreffen huizen van voor 1800, waarbij de kleur groen staat voor cijnsplichtige huizen en het gebouw in geel geeft de kerk aan. Het aantal huizen is nagenoeg gelijk gebleven als we in aanmerking nemen dat de wit gekleurde huizen G591a en G592a onderdeel uitmaakten van het bezit van huisnummer 27.

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1929 worden de definitieve namen toegekend aan de straten van Asten en het Koningsplein wordt als volgt beschreven:

17

Men was in die tijd best trots op het Koningsplein getuige onderstaande ingezonden brief in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-07-1929 met rechts een foto van rond 1900 van de kermis op het Koningsplein met het Hippodrome van de familie Stips:

18 19

Hieronder uit de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-09-1902 een verslag van de kermis met het Hippodrome:

Bij die kermis hoort een spreekwoord voor de dorpen Someren, Lierop en Asten over hoe men aan het geld komt om dat uit te kunnen geven op de kermis.

Als we de situatie van 1830 vergelijken met de huidige situatie, dan is het uit 1750 stammende huis met nummer 54 recent verdwenen en staat ook het even oude huis met nummer 55 op de nominatie om te worden gesloopt. Asten moet zich schamen dat ze een stuk historie zomaar aan de sloophamer overgeven en renovatie of desnoods herbouw van dit laatst overgebleven huis, is meer op zijn plaats voor een typisch woonhuis in het 18e-eeuwse Asten. Hieronder een foto van het inmiddels verdwenen dubbele woonhuis:

20

De statige herenhuizen die uit de periode 1875-1900 en in opdracht van de toenmaals rijke gemeente Asten zijn gebouwd, zijn nog altijd beeldbepalend voor het Koningsplein. De oude kerk is in 1899 gesloopt, maar daarvoor in de plaats is een prachtige nieuwe kerk gebouwd. De pastoors vanaf 1273 tot 1980 en kapelaans van 1673 tot 1958 zijn bij deze kerk beschreven. Hieronder een foto van de oude en nieuwe kerk:

21

Bij die oude kerk heeft ook nog een school gestaan, die tot 1835 in gebruik is geweest en daarna is aan de oostzijde van de kerk een nieuwe school gebouwd, die tot 1893 dienst heeft gedaan. De schoolmeesters over de periode 1600 tot 1921 zijn bij de eerstgenoemde school beschreven.

Dat men in de tijd van het afbreken van de oude kerk en het inrichten van het Koningsplein, dat toen 'Plantsoen' heette, niet zo zorgvuldig omging met de doden begraven op het oude kerkhof dat bij de oude kerk lag, moge blijken uit deze ingezonden brief in de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-05-1900:

En dan nog het grote verschil aan de zuidzijde van het Koningsplein, waar eerst edelen en notabelen hebben gewoond. Dat moet destijds toch wel het duurste stukje Asten zijn geweest en doet vermoeden dat de familie van Cuyk hier vroeger het 'Huys Ten Perre' heeft bezeten. Na het verval van de huizen mede door een grote brand in 1636 gevolgd door de pestepidemie in datzelfde jaar. Toen de gereformeerden in 1648 de kerk overnamen, werd er een muur om de kerkhof gebouwd, waarbij de toegang tot de zuidzijde werd versperd. Nadat de katholieken weer zeggenschap kregen over de kerk zijn er bierbrouwerijen gevestigd en op de fundamenten daarvan is het Liefdegesticht gebouwd, waarvan de oversten vanaf 1841 tot 1956 zijn beschreven. Een prachtige metafoor duikt op: Waar destijds de stichters van de plaats Asten woonden, werd later bier gebrouwen en kwamen nog later de oude Astenaren aan hun einde. Hieronder een foto van de zuidzijde van het Koningsplein. 

Referenties
  1. ^Bestemmingsplan Asten centrumgebied (https://raad.asten.nl)
  2. ^Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch, L. H. C. Schutjes 1872 (https://books.google.nl/books/about/Geschiedenis_van_het_Bisdom_s_Hertogenbo.html?hl=nl&id=9t1aAAAAcAAJ&redir_esc=y)
  3. ^abGeschiedenis van Corsendonck, 1881 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=asten&page=14&coll=boeken1&identifier=NVDiqEGTVAgC&rowid=5)
  4. ^Tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis, taal- en letterkunde, jaargang 1, nummer 11 en 12, 1883-1886 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMUBTB01:001598009:00002&query=%22van+der+poll%22+tiend%2A+asten&coll=dts)
  5. ^Batavia illustrata, ofte verhandelinge vanden oorspronk, voortgank, zeden, eere, staat en godtsdienst van Oud Batavien, 1685 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=%22wolfert+van+brederode%22+asten&page=1&coll=boeken1&identifier=NZ5iAAAAcAAJ)
  6. ^abcNadere oorkonden uit het archief van Buren, 1853 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=asten&coll=boeken1&page=6&identifier=KnpoAAAAcAAJ&rowid=9)
  7. ^Taxandria; tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis en volkskunde, jaargang 22, 1915 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMUBTB01:001566001:00084&query=%22heerlijkheid+asten%22+1535&coll=dts&sortfield=date)
  8. ^Nederlandsch geslacht-, stam- en wapenboek, 1785 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=dpo:3487:mpeg21:0207&query=%22gerard+van+berckel%22+asten&coll=boeken&rowid=8)
  9. ^Personen in stambomen, Gerard Claeszoon van Berckel (https://www.genealogie-van-zon.nl/Stamouders.php?ID=14302)
  10. ^Bossche encyclopedie (http://bossche-encyclopedie.nl/overig/verdwenen%20panden/hof%20van%20brabant.htm)

Koningsplein 16

Vanaf ongeveer 1600 woont in dit huis Joost Aert Roefs, geboren rond 1575 en rond 1600 getrouwd met Elisabeth (Lijsken) Hansen, geboren rond 1580. Na het overlijden van Joost Aert Roefs rond 1630 is Elisabeth (Lijsken) Hansen rond 1643 hertrouwd met Johannes Jansen Claeuws, geboren rond 1580 als zoon van Jan Peeter Claeuws en weduwnaar van Helena (Heylken) Driessen van de Waeter, geboren rond 1600. Voor zover bekend zijn er geen kinderen uit de tweede relatie geboren. Hieronder het gezin van Joost Aert Roefs met Elisabeth (Lijsken) Hansen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Catalijn Asten ±1605 Asten ±1630
Lambert Kerckels
Asten ±1637
Huybert van der Schouwen
Asten ±1646
Joris Willems
Asten 08-09-1673
2 Judocus Asten ±1610 Asten ±1635
Petronella Hendricks Peeters
Asten 17-01-1675 zie Markt 17 en 19

Johannes Jansen Claeuws had een broer Petrus Claeuws, geboren te Asten rond 1590, studeerde theologie in Leuven en was van 1621 tot 1666 pastoor Petrus Clausius van Teefelen. In het Katholyk Meyereysch memorieboek van 18191 en bij de Nieuwe beschrijving van het Bisdom 's-Hertogenbosch van 18442 wordt hij als dusdanig genoemd. Onder zijn leiding werd rond 1660 een nieuwe kerk tegen de toren van Teefelen gebouwd.

Ten tijde van zijn pastoorschap in Teefelen en vooral daarna komt Petrus Claeuws geregeld voor in de archieven, waaruit ook de relatie met Jan Jansen Claeuws blijkt:

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 2; 26-01-1634:
Heer en Meester Peter Claus, pastoor te Teeffelen, verkoopt aan Jan Peters, zijn broeder, de goederen die hem zijn toegevallen uit de nalatenschap van zijn ouders gelegen te Ostaden als elders.

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 178 verso; 19-05-1662:
Jan Jansen Henskens verkoopt aan Heer Peeter Claeuws, pastoor, te Teeffelen een rente van ƒ 45,- per jaar ten l;aste van het Corpus van Asten de dato 05-10-1658

Asten Rechterlijk Archief 7 folio 263; 30-03-1678:
Hendrick Gijsberts van den Bleeck getrouwd met Josyn Janssen. Voor een helft erfgenamen van Lijske Hanssen, hun grootmoeder, aanleggers contra Heer Peeter Claeuws, pastoor, te Teeffelen, nu wonende te Asten, als enige erfgenaam van Jan Janssen Claeuws, zijn broeder, gedaagden.

Asten Rechterlijk Archief 7 folio 302; 12-10-1678:
Peerke, weduwe Joost Roefs, mede namens de kinderen contra Heer Peeter Claeuws, pastoor te Teeffelen, thans hier wonende, als universeel erfgenaam van zijn broer Jan Jansen Claeuws, gedaagde.

Asten Rechterlijk Archief 82 folio 58; 21-11-1678:
Faes Lamberts Kerckels namens de onmondige kinderen van Lambert Kerckels, Jan Antonis Deynen getrouwd met Heylke, dochter Huybert van de Schouwen en Catelijn Roefs, Adriaen Daniels getrouwd met Elisabeth Huybers van der Schouwen en Catalijn Roefs, Joris Willems van der Wynden namens zijn dochter Willemke, Hendrick Gijsberts getrouwd met Josyntie. Allen kinderen van Joris Willems en Catalijn Roefs. En alzo erfgenamen van wijlen Catalijn Roefs, wijlen Jan Jansen Claeuws en Lijsken Roefs. Zij bekennen voldaan te zijn vanwege Heer Peeter Claeuws wegens het contract nuptiael of huwelijksvoorwaarden gemaakt voor schepenen, alhier, tussen Jan Jansen Claeuws getrouwd geweest met Elisabeth Roefs. Alsook van het testament van dezelfde echtelieden. Zij zullen geen pretenties meer hebben op de goederen van Heer Peeter Claeuws.

Asten Rechterlijk Archief 82 folio 71 verso; 10-03-1679:
Joost zoon Joost Roefs, Hendrick Peeter Lomans getrouwd met Handerske Roefs, Jan Roefs mede voor de andere zwagers en zusters. Allen kinderen en erven van Joost Roefs, in leven president te Asten. ter eenre en Heer Peeter Claeuws, pastoor te Teeffelen namens hem Marcellus Martens en Mathijs Frans de Groot ter andere zijde. Zij maken een contract waarin de erven van wijlen Joost Roefs bekennen ten volle voldaan te zijn door Heer Peeter Claeuws, vanwege het contract of huwelijksvoorwaarden schepenen Asten tussen Jan Janssen Claeuws en Elisabet Roefs, zijn vrouw. Alsmede ook van het testament van de voorschreven echtelieden. Zij hebben niets meer te eisen en te pretenderen, ook niet op de goederen an Heer Peeter Claeuws gekomen van Jan Fransen Claeuws en gelegen te Ostaden, in labeur bij Jacob. Ook sijn doodt ende teniedt de ƒ 100,- waarvan het briefke onder hem, Claeuws, berust.

Ook bij het archief van studiebeurzen wordt Petrus Clausius nog genoemd::

Ick ondergeschrevene attestere midts desen gesien te hebben dat Heer Peter Jacob Gheenen presbiter ende rector van de fundatie gefundeert op den autaer genaempt van Sint Severus ende Andries int jaer 1620 heeft dienst gedaen ende gecelebreert ende dat ick int selve jaer cappellaen van de vrijheijt ende parochie van Oss was, datum Teeffelen den 23e augustus anno 1657 ende was ondertekent Petrus Clausius Astensius pastoor in Teeffelen anno estatis 61 pasto 37; de goederen vier mergen lants den Hongercamp teijnen den Grooten metten guebell iij mergen lants op den Cleijnen Paelacker eenen hoff groot 7 à 8 vaetsaet bijden Rushoevel datum Teeffelen den 23e augusti anno 1657 en de was ondertekent Petrus Clausius Astensis pastor in Teeffelen anno estatis 61 post 37 collata concordat quod attestor L. van Duersen notarius.

Petrus Claeuws is op 31-08-1680 te Asten overleden en hieronder zijn doodakte:

1680 Augusti 31; obijt R. D. Petrus Claus quondij pastor in Teefelen

31 augustus 1680; overleden patoor Petrus Claus gewezen pastoor van Teefelen

Na zijn dood worden zijn goederen en renten verkocht en komen ten goede aan de armen van Asten:

Asten Rechterlijk Archief 81 folio 47 verso; 29-10-1680:
Dirck Jansen op 't Velt, te Rostaert, in het land van Gelder, verkoopt aan Marcellus Martens en en Mattijs Fransen de Groot 1⁄4e deel in ƒ 1000,- zoals het Corpus van Asten, op 05-10-1658, heeft opgenomen van Jan Jansen alias Henskens. Op 19-05-1662 heeft deze de rente verkocht aan Heer Peeter Claeuws, pastoor, te Teeffelen volgens akte. Verkoper is de rente aangekomen bij testament van wijlen Heer Peeter. Koopsom ƒ 187,50

Helena (Heylken) Driessen van de Waeter, die een halfzus is van Lambert Kerckels, getrouwd met haar dochter Catalijn Roefs, maakt met haar tweede man Johannes Jansen Claeuws een testament op:

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 165 verso; 10-03-1642:
Jan Janssen getrouwd met Heylken. Zij testeren en begeren, ondermeer, dat na hun dood zij begraven worden in gewijde aarde en dat hun naaste vrienden hiertoe zullen worden geroepen. ƒ 100,- aan de Kerk voor een jaargetijde. De langstlevende zal ook een malder of een mud rogge per jaar leveren tot laeffenisse van de zielen van den iersten afflijvigen te geven aan de Heilige Geestmeesters van Asten om op Goeden Vrijdag te worden vuytgespynt aen den huysarmen van Asten. ƒ 25,- aan de Heilige Geest van Asten, te betalen door Jan Frans Dielis uit een rente na overlijden van de eerste der testateuren. De langstlevende zal 25 missen laten doen aan het Onze Lieve Vrouwenaltaar.
Aan Meriken, dochter Jan Hanrick Stricken wordt het beste lijffken vermaakt.
Aan Lijsken, dochter Cornelis Peters daer moeder aff is Meriken voorschreven haar beste rok.
Aan Aelken getrouwd met Jan Michielssen haar quade huycke.
Aan de vrouw van Dielis Hanricx haar termeyten rock.
Aan Peerken, de vrouw van Joost Joost Roeffs het stoffen lijffken.
Alle lijnwaet der testatrice gaat naar de drie kinderen van Jan Hanrick Stricken, zusters kinderen.
Aan Joost Joost Roeffs en de voorkinderen van Cathalijn, zijn zuster getrouwd geweest met Lambert Kirckels, de halve broeder van de testatrice ieder ƒ 50,-. Te betalen na overlijden van de langstlevende. Indien Joost en zijn zuster hiermee niet tevreden zijn en de langstlevende daeromme qualijck tracteerden dan zullen zij van dit legaat gefrustreert blijven.
Alle andere goederen, roerend en onroerend, gaan naar de langstlevende. Na hun beider dood zullen Heer Peter Claus, de broeder van de testateur, pastoor te Teeffelen, en zijn zusters kinderen, wonende te Overpeel, ter exclusien van haar vader, Aert Hanricx, ontvangen de een helft en de zusters kinderen der testatrice, naar het landrecht van Asten, de andere helft der goederen.

Helena (Heylken) Driessen van de Waeter is naar alle waarschijnlijkheid kort hierna overleden.

Dochter Catharina Roefs is geboren te Asten rond 1605 en rond 1630 getrouwd met Lambertus Kerckels, geboren rond 1600. Lambertus Kerckels is rond 1636, waarschijnlijk tijdens de pestepidemie overleden en Catharina Roefs is rond 1637 hertrouwd met Huybert Jansen van der Schouwen. Huybert Jansen van der Schouwen is rond 1645 overleden en Catharina Roefs is een derde maal getrouwd rond 1646 met Joris Willems van der Wynden. Hieronder de gezinnen van Catharina Roefs met Lambertus Kerckels, met Huybert Jansen van der Schouwen en met Joris Willems van der Wynden:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Servatius Asten ±1630 Asten ±1655
Anna Meus Hoeben
Asten 06-11-1672
Frenske Gerit Nuyssen
Asten 16-11-1707 zie Voormalig huis G481
en Voormalig huis G467
2 Lambertus Asten ±1634 Asten ±1660
Anna
3 Heylke* Asten 13-12-1637 Asten 28-01-1674
Jan Anthonis Deynen
Asten 28-01-1707 zie Voormalig huis B503
4 Johannes* Asten 01-01-1642 Kind Asten ±1642
5 Elisabeth* Asten 14-02-1643 Breda ±1670
Adriaen Daendels van Hees
6 Judoca** Asten ±1647 Asten 18-06-1675
Hendrick Gijsberts van den Bleeck
Asten 07-04-1681 zie Julianastraat 1
7 Wilhelma** Asten 28-04-1649 Ongehuwd Asten 12-02-1719

*  kinderen uit het tweede huwelijk
** kinderen uit het derde huwelijk

Catharina Roefs is als Lyneken Jeuriens op 08-09-1673 te Asten overleden en met kinderen uit drie huwelijken is de erfenis vrij complex, zeker gezien het feit dat grootmoeder nog in leven is:

Asten Rechterlijk Archief 6 folio 292; 08-11-1673:
Alzo enige questien ende verschillen gescaepen was tussen de voor- en nakinderen van Catalijn Roefs eerst getrouwd geweest met Lambert Kerckels, die na zijn overlijden heeft nagelaten twee zonen, met name Faes en Lambert.
Catalijn is hertrouwd met Huybert van der Schouwen waaruit geboren zijn twee dochters, met name Heylke, hier geassisteerd met Joost Roefs, en Elisabeth getrouwd met Adriaen Daendels, wonende te Breda.
Nadat Huybert van der Schouwen is overleden hertrouwde Catalijn met Joris Willems waarbij ze twee kinderen heeft verkregen met name Josyntie en Willemyn, beiden nog onmondig en geassisteerd met hun vader.
Door het overlijden van Catalijn Roefs hebben zij met elkaar een contract aangegaan betreffende alle nagelaten goederen van de overledene.
Joris Willems zal aan Faes Lamberts Kerckels betalen ƒ 125,-. Betaald 19-04-1678.
Idem aan Lambert Lambert Kerckels ƒ 125,-. Zij gaan hiermee uit de erfenis behalve voor hetgeen nog zal komen van hun grootmoeder Lijske, weduwe Jan Janssen Claeuws. Marge 19-04-1678: Anna weduwe Lambert Kerckels verklaart dat haar man deze ƒ 125,- heeft ontvangen.
Heylke en Lijske zullen ontvangen elk ƒ 150,- ontvangen van Joris Willems. Zij gaan hiermee uit de erfenis behalve voor hetgeen nog zal komen van hun grootmoeder Lijske, weduwe Jan Janssen Claeuws. Marge 28-12-1675: Adriaen Daendels getrouwd met Lijske heeft ƒ 150,- ontvangen. Jan Anthonis Deynen, getrouwd met Heylke heeft ƒ 150,- ontvangen.
Joris Willems en zijn kinderen zullen blijven bezitten alle roerende en onroerende goederen. Ondermeer tekende: dit merck heeft gestelt Joris Willems.

Joris Willems van der Wynden is op 04-04-1680 te Deurne hertrouwd met Hendrickje Theunis en op 16-12-1680 te Asten overleden. Hieronder de doodakten van Catharina Roefs en Joris Willems van der Wynden:

Zoon Judocus Roefs is geboren rond 1610 en rond 1635 getrouwd met Petronella Hendricks Peeters, geboren rond 1610 als dochter van Joost Peters en hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Petrus Asten ±1636 Kind Asten ±1636
2 Sophia (Lucia) Asten 26-10-1637 ±1660
Johannes Jansen Melis
±1680
Johannes Nicolaessen van Aelst
Asten 13-01-1689
3 Elisabeth Asten ±1639 Kind Asten ±1637
4 Johanna Asten ±1640 ±1662
Hendrick Gerits van Helmont
Asten 12-07-1706
5 Johannes Asten ±1641 Asten 23-11-1670
Margriet Goort van Gorcum
Asten 01-05-1692
6 Judocus Asten ±1642 Asten 24-02-1664
Maria Willem Dircx
Asten 11-02-1717 zie Markt 17 en 19
7 Henricus Asten 26-04-1644 Kind Asten ±1644
8 Maria Asten 01-05-1645 Religieuse *
9 Arnoldus Asten 05-03-1647 Kind Asten ±1644
10 Henrica Asten 26-08-1648 Asten 08-10-1673
Hendrick Peters Loomans
Asten 09-12-1700 zie ook Markt 17 en 19
en Voormalig huis B714
11 Helena Asten 19-03-1651 Asten 09-02-1676
Paulus Jansen Coopmans
Asten 21-08-1696
Peter Hendrick Canters
Asten 09-07-1693

zie Voormalig huis G525

12 Catharina Asten ±1653 Religieuse Nunhem 28-05-1739 **

*  zij was religieuze te Achel
**  zij is op 19-09-1678 geprofest op het klooster Maria-Schoot (zie Voormalig huis B409)

Hun stiefvader, Jan Jansen Claeuws en moeder Lijsken Hansen maken hun testament op:

Asten Rechterlijk Archief 53; 15-12-1663:
Jan Jansen Claeuws getrouwd met Lijsken Hansen. Zij bevestigen dat zij de akte van huwelijksvoorwaarden de dato 29-07-1642 schepenen, alhier willen handhaven. Jan Jansen Claeuws herroept het testament dat hij gemaakt heeft met Heylken, dochter Andries van de Waeter, zijn gewezen vrouw, op 06-03-1642, alhier, voor zover hem betreft.
Verder willen zij testateuren dat de tochte van alle goederen die zij bezitten komt aan de langstlevende. Dit met uitzondering van de stockgoederen op Ostaden, die de erfgenaam van de testateur, terstond na zijn dood, mag aanvaarden. Zij legateren aan Jenneken, dochter Joost Roefs een beemdje int Root 7 copse, dat zij gekocht hebben van Joost Roefs. Dit omdat Jenneken, hen nu meer dan twintig jaar achtereen getrouw gedient heeft zonder daarvoor eenige hueringe genooten te hebben. Aan Joost Roefs een obligatie van ƒ 400,- ten laste van Joost Jan Tielen; de helft van een beemd int Root geheel 5 lopense en waarvan de andere helft reeds is van Joost Roefs. De beemd is gekomen van Meester Mathijs van den Hove. Dit wegens de menichvuldige diensten en getrouwichheden die zij, in hun leven, van Joost hebben genoten en nog dagelijks zijn genietende. Nog aan Joost Roefs land op de Lochte 1½ lopense, dit onder last en servituet dat Joost, of zijn nakomelingen, op Goede Vrijdag, zal moeten uitspinden een malder rogge aan den huysarmen van Asten. Wie dat zijn mogen zij zelf bepalen. De legaten worden terstond na hun beider dood uitbetaald en ontvangen. Uit de goederen in de Stegen, waarvan Jan Jansen Claeuws volgens de huwelijksvoorwaarden alleen eigenaar is gebleven, gaan aan de vier kindskinderen van wijlen Lijsken, zijn zuster ieder ƒ 50,-; aan Peeter, zoon Lamert Claeuws, zijn neef ƒ 50,-; aan Anneken, dochter Marcelis Martens, waarvan hij, testateur, peter is ƒ 25,-; aan Peeter Jan Gebelen, zijn neef ƒ 20,-; aan alle kinderen waarvan hij, testateur, peter is of worden zal, en die na zijn dood nog in leven zijn ƒ 2,50; aan Hendrick Dielis de helft van een stuk land aen de Pas geheel 1 lopense, gekomen van Jan Leuwen en de helft van het Koolkampken in de Stegen 1 copse; aan Weyndel getrouwd met Symon Custers, of haar kinderen de helft van een rente van 100 daalder ten laste van Evert Peters.
Joost Roefs wordt benoemd als executeur, samen met Marcelis Martens, om terstond, na overlijden van de testateuren, de legaten te voldoen uit de stockgoederen gelegen in de Steegen en uit zijn erfelijke en erfhafelijke goederen uit zijn laatste huwelijk geconquesteert en verkregen. De executeuren worden ook gemachtigd, om na het overlijden van beide testateuren al hun roerende en onroerende goederen te verkopen. Het surplus, na betaling van alle legaten, kunnen zij uitreiken aan de huysarmen van Asten en aan andere, waarvan de testateur hen mondeling last gegeven heeft. Zij hoeven daarvan niemand meer rekening af te leggen.

Johannes Jansen Claeuws is op 02-02-1666 te Asten overleden en Elisabeth (Lijsken) Hansen blijft in 1676 bij haar testament:

Asten Rechterlijk Archief 53; 22-01-1676:
Elisabeth Hansen, weduwe Jan Janssen Claeuw, persisteert bij het testament dat zij op 15-12-1663 heeft gemaakt met, nu, wijlen haar man. Met dien verstande dat Jenneke, dochter Joost Roefs zal hebben het bedde met sijn toebehoort, mitsgaders de betstede alwaer sij testatrice op is liggende. Dit, wegens de vele diensten welke Jenneke aan haar, op haar ziekbed, gedaan heeft.

Elisabeth (Lijsken) Hansen is als Lijsken Jansen op 16-11-1676 te Asten overleden en hieronder de doodakten van Johannes Jansen Claeuws en Elisabeth (Lijsken) Hansen:

Daarna wordt de erfenis verdeeld. De kinderen van Joost Roefs erven een deel van een huis bij de kerk van hun grootmoeder Elisabeth; het andere deel komt toe aan de erven van hun oudtante Catharina:

Asten Rechterlijk Archief 82 folio 7 verso; 07-02-1677:
Jan sone Johan Melisse getrouwd met Sijke, dochter Joost Roefs, Hendrick Gerits van Helmont getrouwd met Jenneke, dochter Joost Roefs, Joost, sone Joost Roefs, Hendrick Lomans getrouwd met Handerske, dochter Joost Roefs, Pauwels Janssen getrouwd met Heylken, dochter Joost Roefs, Lijneke, dochter Joost Roefs geassisteerd met Frans Mathijssen en Peeter Reynders. Kinderen van Joost Roefs en Peerken Hendricx.
Faes Lambert Kerckels, namens de onmondige kinderen van wijlen Lambert Kerckels, Jan Anthonis Deynen getrouwd met Heylke, Adriaen Daendels getrouwd met Elisabeth Roefs, Joris Willems van der Wynden getrouwd geweest met Catalijn Roefs namens zijn dochter Willemeyntie, Hendrick Gijsberts getrouwd met Josyntie Roefs.
Allen erfgenamen van wijlen Elisabeth Roefs. Zij delen haar nagelaten goederen.
1e lot krijgen de kinderen Joost Roefs de voorste helft van het huis naast de Kerkmuur met de helft van den hof met het schuurtje naast het straatje, ene zijde Goyaert van Gorcum, andere zijde het straetje, ene einde de straat, andere einde weduwe Jan Jansen Slaets; land de Snijerscamp int Root 2 lopense; land 2½ lopense; land tussen de Weegen; ¾e delen in een dries in het Dorp; ¾e delen in een stuk groes int Root geheel 2½ lopense; ƒ 300,- van een kapitaal van ƒ 400,- ten laste van Joost Jan Tielen. Belast met de helft van ƒ 50,-; 11 stuiver 1 oort per jaar aan rentmeester Donder uit den Dries. De goederen zijn deels gekocht van Heer Peeter Claeuws, behalve het huis en 3 lopense land.
2e lot krijgen Faes Lambert Kerckels cum suis de achterste helft van het huiske naast van Gorcum en de helft van den hof naast van Gorcum met het plaetse hof achter het huiske van de weduwe Joost Roefs, ene zijde de straat, andere zijde weduwe Michiel Peter Colen; beemd aen de Cruyskenswegh; land den Berckenbosch 7 copse; ¼e deel van 2½ lopense groes int Root; ¼e deel van 2 lopense groes int Dorp; ƒ 100,- uit ƒ 400,- ten laste van Joost Jan Tielen. Belast met de helft van ƒ 50,- aan de Heilige Geest van Asten; 3 stuiver 12 penningen per jaar aan rentmeester Donder.

De erven van Catharina Roefs verkopen hun deel direct door aan Johannes Joosten Roefs:

Asten Rechterlijk Archief 82 folio 5; 04-02-1677:
Faes Lambertsen Kerkels mede voor de onmondige kinderen van wijlen Lambert Kerckels, Jan Anthonis Deynen getrouwd met Heylke Huyberts, Adriaen Daendels getrouwd met Elisabet Huyberts, Joris Willems van der Wynde namens Willemyntie, zijn dochter. Hendrick Gijsberts getrouwd met Josyntie, dochter Joris Willems van der Wynde. Kinderen van wijlen Catalijn Roefs. Zij verkopen aan Jan Roefs de helft, het achterste deel, van het huis, te weten de kamer met de kelder gelegen ontrent de Kerk met de halve hof, ene zijde Goyaert Gorcum, ene einde weduwe Jan Jan Slaets en Jan Roefs. Belast met de helft van ƒ 50,- aan de Heilige Geest van Asten. Koopsom ƒ 139,-; land den Berckenbosch tot Ostaden 7 copse. Koopsom ƒ 30,-; ¼e deel van den dries naast de Rootsestraet geheel 2 lopense. Koopsom ƒ 52,-.

Ook het andere deel van het huis wordt door de erven van Joost Roefs doorverkocht aan Johannes Joost Roefs:

Asten Rechterlijk Archief 82 folio 29; 21-05-1677:
Hendrick Geerits van Helmont getrouwd met Jenneke, dochter Joost Roefs, Hendrick Peeters getrouwd met Harriske, dochter Joost Roefs, Pauwels Janssen getrouwd met Heylken, dochter Joost Roefs. Allen geswagers van Joost Roefs en zij verkopen aan hun swager Jan Joosten, hun deel in de helft van een huiske in het Dorp, ene zijde Goiart van Gorcum, andere zijde het stratien, ene einde de straat, andere einde weduwe Jan Jan Slaets. De condities zijn gelijk als die waarop Joost Roefs het andere deel aan zijn zoon Jan heeft verkocht. Koopsom ƒ 200,-.

Johannes Joost Roefs is geboren te Asten rond 1641 als zoon van Judocus Roefs en Petronella Hendricks Peeters. Hij is op 23-11-1670 te Asten getrouwd met Margaretha Goort van Gorcum, geboren rond 1645 als dochter van Goort van Gorcum en Aldegonda (zie Voormalig huis G609):

Jan Joost Roefs en Margriet Goort van Gorcum

01

Het gezin van Johannes Joost Roefs en Margaretha Goort van Gorcum:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Maria Asten 28-09-1671 Asten 02-12-1696
Theodorus Peeter Coolen
Asten 16-04-1714
2 Elisabeth Asten 24-08-1673 Kind Asten ±1673
3 Josyn Asten 06-03-1675 Kind Asten ±1675
4 Judocus Asten 31-10-1676 Ongehuwd Best 09-02-1713
5 Aleidis Asten 10-12-1678 Kind Asten ±1678
6 Aldegundis Asten 29-01-1682 Kind Asten 17-09-1697
7 Petrus Asten 12-10-1683 Kind Asten ±1683

Johannes Joost Roefs is getrouwd met zijn buurmeisje, aangezien het huis dat zij bewonen bij dat van Goort van Gorcum lag. Goort van Gorcum was destijds schepen van Asten evenals de vader Joost Roefs van Johannes Joost Roefs:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 148; 17-07-1661:
Wij Heer Everard de Doerne, Heere der vrije grondtheerlijckheyt Asten, mitsgaeders Joost Roefs, Goort van Gorchum, Peeter Hendrix, Wilbort Jansen, Aert Jan Aelberts, Marcelis Martens en Dielis Joosten, schepenen, Martinus van der Lith ende Jan Jansen, kerckmeesteren, Goort van Gorchum en Peeter Wilborts van Bussel, Heilige Geestmeesters. Allen in de voorverhaelde qualiteyt representerende het gemeyne corpus der voorschreven vrije grondtheerlijckheyt verclaeren ende bekennen uyt goede fundamentale redenen geconsenteert ende geaccordeert te hebben gelijck wij consenteren ende accorderen mits desen dat de gelijcke ingesetenen der heerlijckheyt Nederweert sullen mogen schaeren, soo int weyden ende hoeden met alderhande beesten als heyde meyen, neffens ingesetenen deser vrije grondtheerlijckheyt voornoemt alsulcken plaetse in de Peel van Asten, de gemeynte van Asten competerende gelijck die van Meyel volgens de bescheede daervan sijnde tegens die van Asten in beleeninge hebben gehadt.

Johannes Joost Roefs pacht het jachtrecht:

Asten Rechterlijk Archief 81 folio 127; 15-07-1682:
Jan Roefs heeft gepacht de wiltbaen beginnende van de Somersendijck langs de Aa tot het Bergels moleken en soo tot Dirck op 't Sant. Wel verstaande dat hij niet verder mag jagen of patrijseren als tot den Molenen het Lielder hetwelk vrij zal moeten blijven, evenals de hei en de Peel. Met diens verstande, dat ik door mijn weyman en dienaren mag jagen waar het mij uitkomt, zonder enige bekeuring.

In 1692 wordt Johannes Joost Roefs ziek en maakt hij samen met zijn vrouw hun testament op:

Asten Rechterlijk Archief 109 folio 3; 28-04-1692:
Jan Joosten Roefs getrouwd met Margareta van Gorcum, wonende ontrent de Kerck. Jan ziek, Margareta cloeck ende gesont. Zij testeren. Alle voorgaande maakselen vervallen, al hun goederen, roerend en onroerend, gaan naar de langstlevende van hun beide om daarmee te handelen naar vrije keuze. Na hun beider dood gaan de overblijvende goederen naar hun kinderen om hooft voor hooft gedeeld te worden.

Johannes Joost Roefs is op 01-05-1692 te Asten overleden en Margaretha Goort van Gorcum verkoopt geregeld stukken land om in het onderhoud van haar kinderen te voorzien:

Asten Rechterlijk Archief 88 folio 1 verso; 14-11-1696:
Margareta van Gorcum, weduwe Jan Roefs, verkoopt aan Jan Hendrick Bernaerts land ontrent den Cruyswegh ½ lopense. Koopsom ƒ 25,-.

Margaretha Goort van Gorcum verkoopt haar goederen aan haar drie nog in leven zijnde kinderen:

Asten Rechterlijk Archief 88 folio 6 verso; 19-12-1696:
Margareta van Gorcum, weduwe Jan Joost Roefs, verkoopt aan Maria, haar dochter getrouwd met Dirck Coolen, Joost, haar onmondige zoon en Aldegonda haar onmondige dochter al haar roerende en onroerende goederen, testament de dato 28-04-1692. De kinderen zullen haar haar verdere leven onderhouden.

Margaretha Goort van Gorcum moet nog wel een schuld betalen aan de advocaat voor verleende diensten bij de erfenis van haar man en haar vader:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 25-06-1698:
Meester Thomas Ideleth, advocaet, te Someren, aanlegger contra Margriet, weduwe Jan Roeffs en haar kinderen mede als erfgenamen van Jan Roeffs, haar man en van Goyaert van Gorcum, wijlen haar vader en grootvader gedaagden. Betreft voornamelijk verteringen gedaan tijdens het afwikkelen van de erfenis van Goort van Gorcum, alsmede enige kleine schulden van Goort voor de somma van ƒ 39-11-08.

Haar zoon Joost is buiten Asten gevlucht vanwege een moord op Peeter Marten Doense:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 72; 15-01-1700:
Gijsbert Hendricx, oud schepen en oud borgemeester, Antonis Jansen, oud borgemeester en Andries Coolen, oud borgemeester. Zij verklaren ten overstaan van schepenen dat Joost, sone Jan Roefs en Margareta van Gorcum is geboren te Asten van vrome eerlijke ouders. Hij heeft zich zelf ook altijd als een eerlijk en nijver man gedragen, edoch alles voor sooveel ons kennelijck is. Dan dat Joost Jan Roefs door een haestigheyt sigh selven heeft te buyten gegaen gelijck in de daegelijxe wandelinge geseght wort van op den 22 september 1698 met een mesche gequest heeft den persoon van Peeter Marten Doensen en waeraen dese nae eenighe daeghen deser werelt is comen te overlijden. Nae welck overlijden de voornoemde Joost Jan Roefs, nu en dan sigh heeft begeven buyten Asten tot verrichtinge van sijn ambacht.

Margaretha Goort van Gorcum is als Margriet Jan Roefs op 13-05-1700 te Asten overleden en hieronder de doodakten van Johannes Joost Roefs en Margaretha Goort van Gorcum:

Voor haar overlijden zijn al momboiren aangesteld voor de kinderen:

Asten Rechterlijk Archief 11 folio 91; 25-02-1700:
Joost Roefs en Jan Elias zijn aangesteld als momboiren over de onmondige kinderen van Jan Roefs en Margarita van Gorcum.

Gezien het feit dat dochter Aldegundis Jan Roefs al op 17-jarige leeftijd is overleden en zoon Joost Jan Roefs voortvluchtig is, mogen we aannemen dat dochter Maria Jan Roefs de gehele erfenis krijgt toebedeeld.

Dochter Maria Jan Roefs is geboren te Asten op 28-09-1671 en op 02-12-1696 te Asten getrouwd met Theodorus Peeter Coolen, geboren te Asten op 14-08-1670 als zoon van Peter Gielis Colen en Merike Peters:

Conjuncti sunt matrimonio Theodorus Petri Colen et Maria Jois Roefs; testes de sunt mutuo.

In huwelijkse echt gebonden Theodorus Petri Colen en Maria Jois Roefs; getuigen zijn dezelfde als bij het echtpaar dat op hetzelfde moment trouwde, Franciscus Lucas en Aleidis Fransen.

02

Het gezin van Maria Jan Roefs en Theodorus Peeter Coolen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Maria Asten 18-03-1697 >1698
2 Johannes Asten 27-12-1698 Asten 28-11-1745
Maria Halbersmit
Asten 04-10-1773 zie Kluisstraat 1
3 Petronilla Asten 14-08-1701
4 Margaretha Asten 16-01-1704 Ongehuwd Asten 02-01-1763
5 Theodorus Asten 02-07-1706

Theodorus Peeter Coolen wordt gedaagd voor belediging van een ambtenaar in functie:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 24-06-1698:
Wordt gedaagd Dirck Colen omdat hij Willem van Hughten, schepen, in zijn functie en bediening heeft gedisrespecteert en gemolesteert.

De oudste dochter van Theodorus Peeter Coolen en Maria Jan Roefs koopt de goederen van haar oom:

Asten Rechterlijk Archief 88 folio 73; 22-09-1698:
Joost Jansen Roefs verkoopt aan Maria, dochter Dirck Coolen en Maria Janse Roefs zijn kindsdeel in al zijn, roerende en onroerende, goederen. Koopsom ƒ 250,-.

Theodorus Peeter Coolen moet nog een schuld van zijn schoonvader voldoen:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 03-12-1698:
Thomas Idelet, advocaat, aanlegger contra Dirck Colen getrouwd met Marie, dochter wijlen Jan Roefs, gedaagde. Gedaagde zegt geen schuld aan aanlegger te hebben. Ook weet hij niets van de schulden die wijlen Jan Roeffs nog zou hebben te voldoen aan aanlegger. Aanlegger zegt dat deze schuld Jan Roeffs, des gedaagdens huysvrouwe vader sou concerveren doch oock de grootvader zaliger. Dat die goederen op 19-12-1696 in fraudem creditorum zijn gecedeert en overgegeven.

Theodorus Peeter Coolen legt een verklaring af om een dorpsgenoot te helpen aan een nieuw paspoort:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 48 verso; 20-03-1699:
Compareerde voor schepenen Dirck Coolen, 28 jaar en Francis Jan Canters, 22 jaar. Zij verklaren ter instantie van Dirck Jansen dat deze in april 1698 heeft behandigt op de Coeveringh aan Willem Free, voerman, te Buyl seecker inlanse paspoort mentionerende van linnen lappen ofte todden om dit paspoort te overhandigen ten comptoire te Helmont, aan van Ommeren. De voerman heeft aangenomen dit te doen, doch is in gebreke gebleven. Weshalve wij, schepenen, verklaren dat het Dirck Jansen onmogelijk is geweest om de kosten van het paspoort te betalen. Hij is een armen desolaten persoon. Jae, wat meer is hebbende een lamme hant. Wij verzoeken aan Heer van Ommeren, de requirant in deze, de kosten van het paspoort ter eere Godts, te remitteren en kwijt te schelden.

Theodorus Peeter Coolen koopt een paard met koets:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 85; 09-09-1700:
Hendrick Peeter Lomans verkoopt zijn swart hengstpeert met het peertsgetouwende karre aan Dirck Coolen voor 60 rijksdaalders. Hij bedankt Dirck voor zijn goede betaling. Verder verklaert Dirck Coolen tot affecie ende genegentheydt, die welcke hij is toedragende den persoon van Hendrick Peeter Lomans, als sijnde een getrouw man, gehuyrt te hebben voor sijnen dienstknecht voor den tijt van een jaer doorwelcken dienst den voorschrevene Dirck Coolen gelooft te betaelen 50 ricxdaelders vanwelke geloofde huerpenningen de voorschrevene Dirck Coolen weeckelijck gelooft, proportione, te betalen aen den voorschrevene Hendrick Lomans. Alsmede in sijn sieckte de behulpsame hant te bieden. Des sal den voorschrevene Henderick Peeter Lomans ter discretie van zijn meester, Dirck Colen, verobligeert ende gehouden wesen te vaeren met twee andere peerden. Soo ende gelijck hij, Coolen, goet vinden sal tot sijnen meeste proffijtete behooren.

Theodorus Peeter Coolen heeft een betaling afgerond:

Asten Rechterlijk Archief 11 folio 123; 18-01-1701:
Dirck Coolen heeft op de secretarie zijn deel geconsigneerd ten behoeve van Maria, het onmondige kind van Antonis Bastiaens, wonende ten huize van Joost Hendricx, te Heese.

Bij een kroegbezoek is Theodorus Peeter Coolen getuige van een ruiling:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 111; 05-11-1701:
Jan Gijsbert Hoefnagel, 44 jaar, Dirck Coolen, 31 jaar en Jan Joosten van Buel, 34 jaar. Zij verklaren ter instantie van Huybrecht Abahams, metselaer, dat zij op donderdag 3 november laatstleden ten huize van Bruysten Fransen, herbergier, in het Dorp, rond de klok van 10 à 11 uur, hebben zitten drinken. Aanwezig was onder meer Hendrick Gijsberts van den Bleeck. Attestanten verklaren dat na voorgaande discoursen de voornoemde Huybert Abrahams en Hendrick van den Bleeck samen een mangeling zijn aangegaan betreffende een huis zodanig dat Hendrick zou toekomen een huiske met hof en aangelag int Berghslant waar Huybert voornoemd nu in woont. Verder verklaren de attestanten dat zij gehoord en gezien hebben dat Hendrick zou overdragen aan Huybert een huiske met den hof en aangelag ontrent de Kercke in het Dorp, gekomen van Anneke Doensen. Onder verdere conditie dat ieder uit zijn object zou mogen halen al zijn meubelen en voorts alles wat niet nagelvast is. De overdracht zal plaats vinden Pasen 1702. En zal Hendrick van den Bleeck gehouden zijn de schuur, staande op de hofstad van wijlen Anneke Doensen, af te breken, direct na Pasen. Ook hebben zij gehoord dat Hendrick zou ontvangen de uitgezette penningen die Huybert mocht hebben uitstaan op Dirck Jacob Coppens of diens kinderen waarop Huybert gezegd heeft: "Daer en heb ick geen gelt meer aen uytstaen, dat is mij gerestitueert". Waarop Hendrick heeft gezegd: "Ick ben daermede tevreden, want ick sal U den intrest laeten trecken ende ick sal het capitael hebben". Daarna hebben de twee mangelaars de wijncoop laten drinken een halve ton bier, waarvan zij ieder een kinneken bier zouden betalen. Ook is door elk van hen een stuiver armengeld betaald.

Theodorus Peeter Coolen koopt en verkoopt een stuk land in de Wolfsberg:

Asten Rechterlijk Archief 89 folio 86; 02-05-1705:
Dirck Coolen verkoopt aan Alegonda weduwe Jan Hendrick Bernaerts groes de Haseldonck 6 lopense, ene zijde en einde de kinderen Daendel Jansen, andere zijde Jan Dircx, andere einde de Aa.

Asten Rechterlijk Archief 90 folio 1; 07-01-1707:
Dirck Coolen verkoopt aan Jan Jansen van den Wildenbergh land in de Wolfsbergh 1 1⁄2 lopense, ene zijde de kinderen Daniels Jansen, andere zijde. Jan Lintermans, ene einde Andries Thomas, andere einde de straat. Verponding 9 stuiver per jaar. Koopsom ƒ 40,-

Theodorus Peeter Coolen is als Dirick Koolen op 09-05-1710 overleden en zijn weduwe Maria Jansen Roefs ondervindt de nodige tegenslag:

Asten Rechterlijk Archief 112 folio 115 verso; 06-06-1711:
Schepenen van Asten certificeren dat toonder dezes met name Maria Jan Roefs, weduwe Dirck Coolen, te Asten is geboren uit eerlijke en vrome ouders. Zij kan voor haar vijf naeckte kinderen niet de kost winnen. Temeer daar requirante door de grote storm, op 17 mei laatstleden geheel is bedorven en geruwineert zodanig dat zij genoodzaakt is de goede luyden aan te spreken om een aalmoes. Wij vergunnen haar deze attestatie.

Maria Jan Roefs, die dement is geworden, is genoodzaakt haar huis te verkopen:

Asten Rechterlijk Archief 91 folio 60 verso; 25-05-1712:
Frans Cornelis van Weert cum suis borgemeesters, Sint Jan 1709-1710, Jan Anthonissen cum suis borgemeesters, Sint Jan 1708-1709. Zij laten tot verhaal van de dorps- en landslasten de goederen van wijlen Dirck Coolen getrouwd met Maria Janse Roefs, tegenwoordig zinneloos, verkopen; te weten huis, koestallen en hof, zoals die afgepaald is neven den hof van het klein huiske met de ingang tussen beide deze twee huizen samen met de eigenaar en gebruiker van het neven het voorschreven huis liggende klein huiske, gelegen ontrent de Kerk, ene zijde Catalijn, weduwe Antonis van Ruth, andere zijde en ene einde de straat, andere zijde het klein huiske. Verponding 10 stuiver per jaar. Belast met ƒ 1-17-8 per jaar aan rentmeester des Tombes. Koper is Jan van Riet. Koopsom plus rente is ƒ 333,25.

Asten Rechterlijk Archief 145; 21-06-1712:
Rekening, bewijs en reliqua van Frans Cornelis van Weert cum suis, borgemeesters, Sint Jan 1709-1710, Jan Antonis en Frans Janssen Keyls, borgemeesters Sint Jan 1708-1709, wegens de penningen van de goederen, laatst in gebruik geweest bij Maria, weduwe Dirck Colen, welke tegenwoordig door de Armmeesters als sinneloos gedetineert is.
Onvangsten: het groot huis ƒ 287,-; het klein huis in het Dorp ƒ 106,-; land ƒ 80,-; land ƒ 26,-; land de Snijderscamp ƒ 15,-; land int Ven ƒ 29,-; land 1 1⁄2 lopense ƒ 16,-; groesbeemd ƒ 236,-; groesbeemd ƒ 127,-; van de wijncoop, 5% van de opbrengsten, zonder de slagen ƒ 39-14-00; nog ƒ 6-14-00.
Totaal: ƒ 967-08-00.
Uitgaven: de specificatie van Meester Johan Francois Vogelvangers, advocaat, te 's Gravenhage ƒ 21,-; Johan Boon, procureur ƒ 25,-; Pieter de Cort, notaris ƒ 12-12-00; Meester Hendrick Verbeeck ƒ 69,-; Hendrick Tho poel ƒ 8-01-00; Pieter van der Lith, secretaris ƒ 7-07-00; Jan van Riet, vorster ƒ 20-09-08; Frans Cornelis en Jan Tonis, borgemeesters 1708 en 1709 ƒ 32-17-00; Molemaeckers, advocaat, te Helmont ƒ 5,- en anderen ƒ 135-05-12.
Totaal: ƒ 360-00-00.
Ten behoeve van de pantcrediteuren rest dus nog ƒ 604-01-00.
Volgt een overzicht van de preferenten Johan Bocx, koster en schoolmeester, te Leende een obligatie van ƒ 200,- de dato 14-12-1683 schepenen Asten inclusief rente ƒ 230,-; weduwe Hendrick Vervordeldonck en de erven van Elsken weduwe Jan Vervordeldonck een obligatie van ƒ 100,- de dato 30-11-1685 schepenen Asten met drie jaar rente ƒ 115,-; den Armen van Asten een obligatie van ƒ 25,- met drie jaar rente ƒ 29-05-00; Margriet weduwe Jan Paulus op 14-11-1692 heeft mijn vader af wesen rekenen met de weduwe Jan Roefs, zij heeft betaald ƒ 3-00-00 en is nog schuldig ƒ 19-15-00; specificatie van D. van Esch, deurwaarder, terzake van Joost Jansen Roeffs, oud molenaar, te Nederweerdt bedrag ƒ 36-06-00 de dato 14-10-1712; met Dirck Colen alles bij accoorde afgerekent soo van verpondingsboecken als andersints; alsmede van een obligatie van 23 gulden van sijn moeder Margriet van Gorcum, sodat mij heeft betaelt 7 gulden 10 stuiver, actum 31-01-1704; aan Hendrick Canters compt de weduwe Jan Coolen tgene Dierck Coolen ten haere huyse brandewijn gehalt de somme van ƒ 6-1-8; Dierck Colen debet aan Jan Pinxternakel, te 's Hertogenbosch de dato 23-05-1712 van geleverde krammen in 1700 en 1701 volgens extract uit het schuldboek, nog te betalen ƒ 16-13-00; aan de weduwe Willem Hendrick Dielis van Dierck Colen wegens geleverd meel ƒ 20,-; aan de weduwe Jan Hendrick Bernaerts van de weduwe Dierck Koolen ƒ 70,-; aan Maria Jansen gedient voor mijdt voor de somme van 18 gulden sonder toebeurs bij Jan Joosten Roeffs en Margriet van Gorcum, sijn huysvrouwe, gewesen ouders van Maria Roefs weduwe Dierck Coolen, voor welcke dienst haer een loon is gebuerdt doer om haer een dienst om naer landts recht aen haer te wijsen het geene haer comporteert; aan Jan Peter Smits, Maria Dierck Colen heft bey mey gehaelt doen haeren man was gestorven ende doen sey sick was met haer kinderen en niemant woudent haer langhen sonder gelt inder noet heb ickt haer gelanght het genige sey van doen hou in haer huyshouding tot onderhout van die persoenen een somme van ƒ 4-5-4, actum 12-06-1712; aan Jan Bistervelts van Dierck Coolen saliger 20 gulden wegens een half aem wachgelder tot mij gehaldt, utwijsen het schriefboeck Helmont 27-08-1710.
Van Joost Jansen Roefs beken schuldig te zijn aan Mari Janssen Roefs weduwe Dirck Colen, mijn zuster ƒ 50,-., hiervoor zal ik haar gedurende haar verdere leven vrij wonen geven in het klein huiske, gelegen te Asten naast Wouter Hoefnagels en het groot huis nu door haar bewoond, de lasten komen voor haar rekening., of ik zal haar, ook gedurende haar leven, eerlijcke wooninge bezorgen te Nederweert, dit ter harer electie. 

Het kleine huisje wordt verkocht aan Paulus Petri Canters (zie Voormalig huis G655) en Maria Jan Roefs is als Maria Coolen te Asten op 16-04-1714 overleden. Hieronder de doodakten van Theodorus Peeter Coolen en Maria Jan Roefs:

De koper van het grote huis is Johannes Alberti van Riet, geboren te Son rond 1660 als zoon van Albertus van Riet en Wilhelmina. Hij is te Asten op 04-06-1691 getrouwd met Catharina Petri Massin, geboren te Maaseijk (B) op 17-12-1665 als dochter van Peter Massin en Margareta:

Conjuncti sunt matrimonio coram R. D. Gerardo Verschuren Joannes Alberti van Riet et Catharina Petri Massin; testes Hubertus Wilhelmi Bernaerts et Martinus Arnoldi van Hoek:

In huwelijks echt gebonden voor pastoor Gerardo Willems zijn Joannes Alberti van Riet en Catharina Petri Massin; getuigen Hubertus Wilhelmi Bernaerts en Martinus Arnoldi van Hoeck.

03

Het gezin van Johannes Alberti van Riet en Catharina Petri Massijn:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Albertus Asten 19-03-1692 Asten 09-10-1718
Aldegonda van de Cruys
Asten 26-09-1745 zie ook Jan van Havenstraat 1
2 Petrus Asten 11-10-1693 Asten 20-08-1714
Petronella van Eynt
Asten 14-05-1749 zie Voormalig huis G583
3 Martinus Asten 22-09-1695 Kind Asten ±1695
4 Gerardus Asten 02-11-1697 Ongehuwd Asten 15-10-1784
5 Wilhelmus Asten 01-05-1699 Beek en Donk 01-10-1724
Maria Eynhouts
Erp 10-08-1747 reydende commies van den groote
Brabantsche zwijgende landtol
6 Antonius Asten 18-04-1701 Asten 25-07-1734
Hendrina Aart Clemans
Asten 19-08-1752 zie Voormalig huis G427
7 Martinus Asten 01-08-1703 Ongehuwd Venray 29-05-1731 controleur van de koning
van Pruisen

Het is vrij zeker dat de familie van Riet niet in dit huis heeft gewoond, aangezien ze ook een herberg met destijds nummer 102 (zie Voormalig huis G583) in het bezit hadden. In het archief van Asten legt Catharina Massijn een verklaring af over Willem Grootens:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 06-03-1716:
Compareerde voor Willem de With, notaris, te Eyndhoven, residerende te Asten, Catarina Massijn, vrouw van Johan van Riet, hospes en herbergier, te Asten. Zij verklaart, ter instantie van Frans Keels en Peeter Canters, dat op 10-10-1715, wanneer ten hare huize het getuigenverhoor plaats vond terzake Willem Grootens gezien te hebben dat Frans Jansen Keels dede buytenshuys ende deure roepen, den advocaet Ideleth, patronicerende Willem Grootens, als gedetineerde, en dat sij deselven advocaet Idelet, naerdat alvoorens buytenshuys metten voornoemde Frans Keels eenige discours hadde gehadt, wederom in huys comende heeft hooren seggen desen man is schrupuleus daer in. Maer men moet al wat doen om den grooten hoops wille. Denoterende daermede de andere persoonen die aldaer mede present waren om te getuigen voor Willem Grootens. Zij verklaarde verder dat dit is geschiedt in den avond, onder het drinken van verscheidene glazen of pinten bier ende het roocken van tabacq ten haren huize. En waar door de comparanten veel gepraet ende woorden gemaeckt wierden. Zij heeft niet kunnen verstaan wat ieder voor zich heeft gezegd. De zuster van Willem Grootens heeft het gelag van de requiranten en diverse andere personen betaald.

Als Johannes Alberti van Riet ziek wordt stelt hij samen met zijn vrouw een nieuw testament op:

Asten Rechterlijk Archief 116 folio 276 verso; 17-05-1732:
Jan van Riet en Catharina Massin, zijn vrouw, ontrent de Kerk, in het Dorp, testeren. Hij ziek, zij gezond. Alle voorgaande maakselen vervallen. Al hun goederen gaan naar de langstlevende van hen beiden. Indien echter de langstlevende weer in een ander huwelijk zou treden dan komt dit testament te vervallen en zullen de goederen volgens de reghten en costuymen locaal geërft worden.

Johannes Alberti van Riet is op 07-09-1732 te Asten overleden en Catharina Petri Massijn verkoopt het huis aan Jan Willem Trouwen:

Asten Rechterlijk Archief 94 folio 58 verso; 16-04-1735:
Catarina Massyn, weduwe Jan van Riet verkoopt aan Jan Willem Trouwen huis, hof en aangelag ontrent de Kerck van Asten 1 lopense, ene zijde Tony Muyen, andere zijde en ene einde de straat, andere einde Andries Verriet. Belast met ƒ 1-17-8 per jaar aan de Kempenaar. Koopsom ƒ 190,-.

Catharina Petri Massin is op 20-08-1737 te Asten overleden.

Johannes Willem Trouwen is geboren te Someren op 07-03-1707 als zoon van Willem Trouwen en Anna Johannes Hurcmans. Hij is op 27-01-1732 te Someren getrouwd met Maria Antoni Loomans, geboren te Someren op 29-10-1706 als dochter van Antonius Antoni Loomans en Maria Johannes Vrensen. Na haar overlijden als Maria Jan Trauwe te Asten op 27-11-1748 is Johannes Willem Trouwen hertrouwd te Asten op 11-01-1750 met Anna Maria Jan Peter Smits, geboren te Asten op 30-10-1709 als dochter van Johannes Petrus Jan Smits en Maria Joannis Paulusse (zie Voormalig huis G535):

Contraxerunt matrimonio Joannes Wilhelmi Trouwen et Maria Anthony Loomans; testes Matthias Petri van Helmont.

Huwelijkscontract van Joannes Wilhelmi Trouwen en Maria Anthony Loomans; getuige Matthias Petri van Helmont.

04

De gezinnen van Johannes Willem Trouwen met Maria Antoni Loomans en met Anna Maria Jan Peter Smits:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Maria Asten 10-05-1733 Asten 23-01-1763
Johannes Antoni Driessen
Asten 23-10-1793
2 Anna Maria Asten 03-06-1735 Asten 06-02-1757
Marcelis Jansen
Asten 22-06-1780 zie Voormalig huis G535
3 Catharina Asten 01-04-1737 Asten 20-05-1764
Francis Janse Verberne
Asten 01-06-1789 zie Voormalig huis G622
4 Wilhelmina Asten 20-08-1739 Kind Asten ±1739
5 Theodorus Asten 21-03-1742 Kind Asten 24-05-1749
6 Johanna Asten 20-03-1744 Kind Asten 20-06-1749
7 Francisca Asten 27-01-1747 Kind Asten 23-10-1747

* het tweede huwelijk kende voor zover bekend geen kinderen

De verpondingen van 1737 lopen al vooruit op de verkoop van het huis aan Johannes Bonaventura Loomans:

Verpondingen 1737 XIV-61 folio 193 verso:
Nu Jan Bonaventura Loomans.
Transport 31-12-1739.
Jan Willem Trouwen.
Huijs, hoff en aangelagh int Dorp 2 copse.

Jan Willem Trouwen heeft een schuld, die hij gelost heeft met de verkoop van zijn huis aan Jan Bonaventura Loomans:

Asten Rechterlijk Archief 94 folio 140 verso; 20-02-1738:
Jan Willem Trouwen is schuldig aan Floris Pieter van Cotshausen ƒ 100,- à 4%; is 15-03-1740 gelost.

Asten Rechterlijk Archief 94 folio 209 verso; 31-12-1739:
Jan Willem Trouwen verkoopt aan Jan Bonaventura Loomans een huis, hof en aangelag aan de Kerk 1 lopense, ene zijde Antoni Muyen, andere zijde en ene einde de straat, andere einde Andries van Ruth. Belast met ƒ 1-17-8 jaarlijks aan de Kempenaar, rentmeester van het Gemene Land.

Jan Willem Trouwen verhuist met zijn gezin naar de huidige Emmastraat (zie Emmastraat 31 en later Voormalig huis G535).

Johannes Bonaventura Loomans is geboren te Asten op 26-04-1712 als zoon van Bonaventura Teunis Loymans en Henrica Jansen van Heugten (zie Wolfsberg 62). Hij is op 22-11-1739 te Asten getrouwd met Wilhelmina Joannis Verhoijsen, geboren te Asten op 12-11-1713 als dochter van Johannes Verhoyse en Petronella van de Cruys (zie Voormalig huis G489 en G490). Na haar overlijden als Wilhelma Jan Loomans te Asten op 14-10-1747, is Johannes Bonaventura Loomans te Asten op 01-02-1750 hertrouwd met Maria Henrici van Geffen, geboren te Helmond op 13-01-1719 als dochter van Hendricus Lammers van Geffen en Joanna Maria Aarts (zie Kasteellaan 6 tot en met 8):

05

De gezinnen van Johannes Bonaventura Loomans met Wilhelmina Joannis Verhoijsen en met Maria Henrici van Geffen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Anna Maria Asten 02-09-1741 Asten 30-10-1768
Johannes Smits
Asten 26-07-1789 **
voor zoon Petrus zie
Voormalig huis F1644
2 Johannes Bonaventura Asten 06-12-1743 Kind Asten ±1743
3 Jacobus Johannes Asten 27-11-1744 Kind Asten ±1744
4 Henricus Sebastianus Asten 14-11-1746 Pastoor Beek en Donk 16-03-1826 ***
5 Wilhelmus* Asten 25-09-1750 Asten 27-05-1781
Elisabeth Francis Timmermans
Asten 20-10-1799
Wilhelmina Nicolaas Voermans
Asten 02-12-1826 zie Voormalig huis C1323
6 Johannes Bonaventura* Asten 04-03-1752 Bergeijk 09-10-1796
Elisabeth van de Ven
Bergeijk 13-01-1820
7 Maria* Asten 19-12-1753 Asten 05-07-1778
Hendrik Tijs van den Eynden
Asten 10-04-1788 zie Antoniusstraat 12
8 Antonius* Asten 06-03-1755 Heeze 30-09-1798
Anna Maria Michael Vromans
Heeze 09-11-1800
Maria Jan Heesius
Heeze 18-04-1820
9 Johanna Maria* Asten 25-04-1757 Kind Asten ±1757
10 Jacoba Wilhelmina* Asten 17-04-1759 Asten 01-09-1782
Henricus Gerardi van Exel
Asten 28-12-1793 zie Voormalig huis G838
11 Johanna* Asten 20-04-1761 Heeze 29-06-1783
Wouter van Gerwen
Heeze 07-11-1819

* kinderen uit het tweede huwelijk
** oudoom Henricus van de Cruys is als 'pastor in Lommel' doopgetuige

*** zoon Henricus Sebastianus Loomans, geboren te Asten op 14-11-1746, studeerde in Leuven, werd priester en in 1773 benoemd tot kapelaan in de Sint-Willibrordus parochie in Deurne. In 1785 werd hij benoemd tot pastoor in Beek en Donk, waar hij op 16-03-1826 overleed. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 15-06-1935 wordt hij nog als pastoor genoemd bij het herstel van de klokken van de kerk van Beek en Donk.

Voor zijn tweede huwelijk moet Johannes Bonaventura Loomans een staat en inventaris opmaken, die van enige rijkdom getuigt en waaruit ook blijkt dat er bier gebrouwen en een herberg gehouden wordt:

Asten Rechterlijk Archief 120 folio 5; 17-01-1750:
Staat en inventaris opgemaakt door Jan Bonaventura Loomans weduwnaar Willemyn Verhoysen ten behoeve van Maria en Hendricus, zijn kinderen. Hij wil hertrouwen met Maria van Geffen.
Onroerende goederen: een huis, hof en aangelag met schuur, stallen en brouwhuis bij de Kerk, ene zijde weduwe Antoni Muyen.
Roerende goederen: onder andere 2 koeien, 1 kalf, 2 vere bedden en toebehoren, 1 slecht beddeke, 1 brouwketel en verder brouwgereedschap gekomen van zijn ouders. De brouwketel en kuip zijn nieuw opgericht na zijn vrouws overlijden. 4 koperen handketels, 1meremiet, 1 koperen sey, 1 koperen koffiekan, 2 kannen groot, 1idem van een kan, 1 blecke koffiepotje, diverse bier, melk en andere kannen en pinten. diverse jenevermaten 1 pint, halve pint, een maatje, een half maatje, tinwerk, peperbus, mosterdpot, kandelaars zoutvaatjes, 1 koperen koeketel, 1 leunstoel, 14 houten stoelen, en een met leer beklede stoel, 5 tafels, toeslaande als anders, diverse lampen, 1 koffiemolen, 1 spiegel, 8 koppen en schotels koffygoet van porcelein, 3 paar grove theekoppen en schotels, 16 tinnen schotels, 8 tinnen borden, 12 tinnen lepels, 1 tinnen waterpot, 8 delfse aarden schotels, 1 tent gekocht voor vier ducaten, 1 kaske, 1 klein kaske of blockje, 3 ijzeren potten, pannen, ketels, vuurgerei, diverse kuipen, tobben, teilen, potten, 3 schoorsteenkleden, weeggerei, linnengoed, mout, gerst, brouwgoed en contant geld circa ƒ 500,- gulden.

In het huizenquohier over de periode 1736-1756 is Jan Ture Loomans het grootste deel van de tijd eigenaar en bewoner:

Jaar Eigenaar nummer 55 Dorp Bewoners nummer 55 Dorp
1736 Jan Willem Trouwen Willem Jan Loomans en weduwe Tonij Peeters
1741 Jan Ture Loomans Jan Ture Loomans en Huijbert Wilberts
1746 Jan Ture Loomans Jan Ture Loomans en Huijbert Wilberts
1751 Jan Ture Loomans Jan Ture Loomans
1756 Jan Ture Loomans Jan Ture Loomans

Vermoedelijk is het huis rond 1750 opnieuw opgebouwd en bij de verpondingen wordt al vooruitgelopen over de erfenis van twee kinderen uit het eerste huwelijk van Johannes Bonaventura Loomans:

Verpondingen 1754 XIV-63 folio 233 verso:
Hendricus en Anna Maria kinderen van Jan Bonaventura Lomans.
Eerste huwelijk bij deijling 09-07-1761.
Nummer 55 huijs en hoff 20 roede.

Johannes Bonaventura Loomans is op 20-03-1761 te Asten overleden en de erfenis wordt verdeeld, waarbij het huis toekomt aan Hendricus en Anna Maria Loomans als kinderen uit het eerste huwelijk; Maria van Geffen en alle kinderen ontvangen de brouwerij:

Asten Rechterlijk Archief 121 folio 169; 16-07-1761:
Pieter Verhoysen en Hendrik Peter Driessen voogden over Hendricus en Anna Maria, onmondige kinderen van wijlen Jan Bonaventura Lomans en Willemyna Verhoysen, beiden overleden alsmede Hendrik van Geffen en Jan Jansen Verberne voogden over Willem, Bonaventura, Maria, Johanna, Antoni, Jacomyn en Johanna, onmondige kinderen van Jan Ture Lomans en Maria van Geffen, in tweede huwelijk alsmede Maria van Geffen weduwe van Jan Bonaventura Lomans geassisteerd met Hendrik van Geffen, haar vader. Zij delen de nagelaten goederen die Jan Bonaventura Lomans met zijn eerste vrouw, Willemyna Verhoysen heeft bezeten. En bij het aangaan van het tweede huwelijk, met Maria van Geffen, daarvan en van de verdere boedel, een staat en inventaris heeft geformeert op 17-01-1750. De vaste goederen zijn door de comparanten in twee, zoveel mogelijk gelijke, delen gebracht:
1e lot krijgen Hendricus en Anna Maria de voorkinderen van Jan Bonaventura Lomans en Willemyna Verhoysen een huis, hof en plaats met de pad daarachter, naast de brouwerij zoals die in gebruik is bij het huis en brouwerij, ene zijde weduwe Antoni Muyen, andere zijde de straat en dan de pad langs de brouwerij, ene einde Antoni Lomans, andere einde de straat; een wortelveldje in de Wolfsberg 1 copse; de helft in een akker de Heesacker deze helft 2 lopense; land den Pasacker 1 lopense; de helft in een groesveldje in het Root geheel 1½ lopense. Belast met ƒ 2,- per jaar aan het Gemene Land, rentmeester de Kempenaar. Besproken is nog dat de goot die tussen dit huis en de brouwerij loopt gezamelijk eigendom blijft. De pomp hoort aan de brouwerij en de put daarvan staat op de plaats van het huis. De eigenaar van de brouwerij zal bij reparatie altijd toegang mogen hebben tot deze put. Opbreken gaat echter op diens kosten.
2e lot krijgen Maria van Geffen, de zeven nakinderen en de twee voorkinderen de schuur en brouwerij met alles wat daar aan en bij hoort, ene zijde het huis uit het vorige lot, andere zijde de straat, ene einde de pad, andere einde Antoni Lomans; de helft van den Heesacker deze helft is 2½ lopense; een huisplaats in de Wolfsberg ½ lopense; land tusschen de Weegen 1 lopense 1 copse; de helft in een groesveld in het Root geheel 1½ lopense; een huisplaats of aangelag in het Dorp 1 lopense.

Maria Henrici van Geffen is op 24-11-1765 te Asten hertrouwd met Antoni Peter Sluijters, geboren te Helden op 16-11-1733 als zoon van Petrus Sluijters en Gertrudis Kops:

06

Het gezin van Maria Henrici van Geffen met Antoni Peter Sluijters:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johanna Asten 03-08-1766 Asten 07-05-1797
Lambert Michielsen
Asten 27-06-1821 zie Voormalig huis G655
2 Petrus Asten 17-02-1769 Gestel 14-04-1799
Johanna Smulders
Asten 05-02-1826
3 Henricus Asten 04-04-1771 Kind Asten ±1771

Voor haar tweede huwelijk moet Maria van Geffen een staat en inventaris opmaken en huwelijkse voorwaarden opstellen:

Asten Rechterlijk Archief 122 folio 141 verso; 09-11-1765:
Maria van Geffen, weduwe Jan Bonaventura Lomans, wil hertrouwen, zij zou voordien een staat of inventaris moeten formeren ten behoeve van haar kinderen. Zij heeft echter, in haar weduwlijke staat, op 31-10-1761, een dergelijke staat opgemaakt. Zij vult deze aan met:
Onroerende goederen: groes het Voorste veltje 3 lopense, transport de dato 31-12-1763.
Roerende goederen: twee paar slaaplakens, twee wollen dekens, twee koperen koffiepotten, drie tinnen harschette en een tinnen kom, vier stoelen en een tafel, een comfoor, twaalf Delftse borden, zes tafelmessen, lepels, furketten, vier pinten met tinnen deksels, twee kannen met tinnen deksels, een katoenen schoorsteenkleed, twee pelle handdoeken, vier pelle tafellakens.
Schulden en pretenties: zijn ten opzichte van de vorige inventaris niet gewijzigd.

Asten Rechterlijk Archief 122 folio 142 verso; 09-11-1765:
Antoni Sluyters bruidegom ter eenre en Maria van Geffen, weduwe Jan Bonaventure Lomans, bruid geassisteerd met Hendrik van Geffen en Jan Janse Verberne als momboiren over haar zes onmondige kinderen.
Zij maken huwelijksvoorwaarden. Zij brengen beiden alle goederen in die zij bezitten en nog verkrijgen. Uitgezonderd het aandeel dat de voorkinderen volgens de gemaakte inventaris toekomt. Zij zullen de voorkinderen behoorlijk opvoeden en verzorgen of het kinderen van dit huwelijk waren. Indien de bruid voor haar man komt te overlijden, nalatende kind(eren) van dit huwelijk, zal hij in het volle bezit van de nalatenschap blijven en de voor- en nakinderen behoorlijk opvoeden als een kinderen. Als hij de langstlevende is, zonder dat er kind(eren) uit dit huwelijk geboren worden dan zal hij de nalatenschap in togte blijven bezitten en zal na zijn overlijden alles gaan naar de kind(eren) dan in leven zijnde.

Omdat Antoni Peter Sluijters geen ontlastbrief van zijn geboorteplaats Helden kan krijgen, komt hij niet in aanmerking voor armenzorg. In plaats daarvan wordt een waarborgsom gestort:

Asten Rechterlijk Archief 122 folio 144; 16-11-1765:
Maria van Geffen, weduwe Jan Bonaventure Loomans, geassisteerd met Antony Sluyter, haar aanstaande man verklaart te stellen tot cautie ƒ 300,- ten behoeve van den Armen van Asten in plaats van de cautie te brengen aan de plaats van de magistraat van de geboorteplaats van Antoni Sluyters, zijnde Helden, alwaar hij geen ontlastbrief heeft kunnen verkrijgen. Een en ander ter voldoening van haar Hoog Mogenden Resolutie de dato 07-09-1731 en 28-10-1763.

Het huis al die tijd in eigendom van de kinderen van Jan Ture Loomans en daarna zijn Antoni Peter Sluijters en Maria van Geffen met alle kinderen de bewoners:

Jaar Eigenaar nummer 55 Dorp Bewoners nummer 55 Dorp
1761 kinderen Jan Ture Loomans kinderen Jan Ture Loomans
1766 kinderen Jan Ture Loomans Antoni Sluijters
1771 kinderen Jan Ture Loomans Antoni Sluijters
1776 kinderen Jan Ture Loomans Antoni Sluijters

Antoni Peter Sluijters verhuist rond 1780 naar een nieuw gebouwd huis aan de overzijde van de straat (zie Voormalig huis G611B) en in de bewoningslijst van het huis zijn de kinderen van Johannes Bonaventure Lomans nog steeds eigenaar. Het huis wordt bewoond door derden, waaronder Johannes Smits als man van Anna Maria Lomans:

Jaar Eigenaar nummer 55 Dorp Bewoners nummer 55 Dorp
1781 kinderen Jan Ture Lomans Jan Ture Lomans, Johannes Smits en Wilhelmus Knaape
1798 kinderen Jan Ture Lomans Willem van Leend, Andries Zeegers en Hendrik van Heugten
1803 Hendrikus Lomans Petronella Lomans

Bij de verpondingen van 1810 staat het huis nog op naam van Hendricus Loomans en zijn zus Anna Maria Loomans:

Verpondingen 1810 XIVd-67 Dorp folio 202 verso:
Henricus en Anna Maria Lomans.
Nummer 55 huijs en hof 20 roede.

Hendricus Loomans is pastoor en na het overlijden van zijn zus Anna Maria Loomans wordt het huis in het notarieel archief verkocht aan Daniel van Lierop:

Notarieel Archief Asten 46-64; 26-08-1823:
Wilhelmus Verberne krijgt volmacht van Henderikus Sebastiaan Looman, pastoor te Beek en Donk, en verkoopt aan Daniel van Lierop, een huis en hof in de Thoorenstraat, ene zijde P. J. Sengers, andere einde Arnoldus van Bussel.

Ook bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staat het huis op naam van Daniel van Lierop:

Kadaster 1811-1832; G653:
Huis en erf, groot 02 roede 20 el, het Derp, klassen 3.
Eigenaar: Daniel van Lierop.

07

08

Daniel van Lierop is geboren te Mierlo op 08-01-1787 als zoon van Wilhelmus van Lierop en Helena van den Heurik (zie Koningsplein 4). Hij is als koopman op 25-04-1817 te Asten getrouwd met Anna Maria Samuels, geboren te Asten op 04-07-1786 als dochter van Hendrik Samuels en Johanna van Hoek (zie Voormalig huis G417).

Op 03-04-1842 heeft de 55-jarige Daniel van Lierop iemand verwond en moet daarvoor 18 dagen doorbrengen in de gevangenis in 's Hertogenbosch:

09

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 komen we Daniel van Lierop als herbergier en Anna Maria Samuels tegen in het huis met huizingnummer A8:

10

Zij verhuizen in 1861 naar Someren en Daniël van Lierop is op 25-01-1861 te Someren overleden en Anna Maria Samuels is op 20-09-1862 te Someren overleden.

Het huis wordt opgekocht door Joanna Maria de Vocht, sinds 22-04-1858 weduwe van Johannes Antonius Sengers (zie Markt 14 en 16). In het huis komt wonen Adriaan van Beek, geboren te Geldrop op 19-09-1827 als zoon van Antonie van Beek en Anna Versleeuwen. Hij is als fabrieksarbeider op 23-06-1852 te Geldrop getrouwd met Antonetta van der Linden, geboren te Geldrop op 13-04-1827 als dochter van Johannes van der Linden en Elisabeth van de Kerkhof. Zij verhuizen in 1862 terug naar Geldrop, in 1867 naar Tilburg en rond 1870 naar Mechelen (B).

In het bevolkingsregister is daarna geen verdere bewoning terug te vinden en mogelijk is het huis in die tijd opgeknapt. Vanaf 1869 woont Josephus Verdonschot, geboren te Someren op 26-03-1815 als zoon van Johannes Verdonschot en Johanna Maria van de Ven, in het huis. Hij is als winkelier op 20-01-1849 te Sint Anthonis getrouwd met Wilhelmina Wolters, geboren te Sint Anthonis op 05-11-1816 als dochter van Martinus Wolters en Joanna van Kalker.

11

Josephus Verdonschot verhuist in 1870 met zijn gezin naar A127 (zie Voormalig huis G432) en in het huis komt wonen Antonie Wilhelmus Verberne, geboren te Asten op 06-03-1841 als zoon van Joannes Verberne en Joanna Maria Bluijssen (zie Markt 17 en 19). Hij is op 14-07-1873 te Asten getrouwd met Hendrika van den Eijnden, geboren te Asten op 06-06-1845 als dochter van Gerardus van den Eijnden en Petronella Leenen (zie Voormalig huis G440).

Inwonend is van december 1875 tot februari 1876 belastingontvanger Pierre Paul Eugène Hoefnagels, geboren te Helden op 10-11-1852 als zoon van Jan Willem Hoefnagels en Eulalie Louise Narcice Mathieu. Rechts zijn tijdelijke waarneming3.

Pierre Paul Eugène Hoefnagels vertrekt in februari 1876 naar Maasbree en is op 26-12-1924 te Arnhem overleden. Van juni 1876 tot maart 1877 is belastingontvanger Carel Lodewijk Klein, geboren te Utrecht op 24-08-1840 als zoon van George Lodewijk Klein en Maria Johanna Wilhelmina Hulleman. Rechts in De standaard van 15-12-1875 zijn aanstelling. Hij vertrekt in maart 1877 naar Aardenburg en is op 19-12-1881 te Lekkerkerk overleden.

Rond 1880 krijgt het huis door bijbouw en vereniging kadasternummer G1551, zoals te zien is op nevenstaande kadasterkaart. Het staat dan te boek als huis en bakkerij.

 

 

 

Ook over de periode 1879-1890 en in de periode 1890-1900 wonen Antonie Wilhelmus Verberne en Hendrika van den Eijnden met hun gezin in het huis met huizingnummer A9. Hendrika van den Eijnden is op 28-01-1890 te Asten overleden; zij is een schoonzus van de eigenaar Antonius Dominicus Sengers, die het pand rond 1880 van de erfgenamen van zijn op 03-06-1874 overleden moeder Johanna Maria de Vocht had gekocht.

12

Antonie Wilhelmus Verberne verkocht als koopman ook haarverzorgingsmiddelen, zoals bericht in Le courier de la Meuse van 10-05-1889: 

Antonie Wilhelmus Verberne was een goede varkensfokker volgens onderstaand artikel in de Peel- en Kempenbode van 31-05-1893:

De bakkerij van Antonius Wilhelmus Verberne wordt uiteindelijk failiet verklaard, zoals medegedeeld in De Telegraaf van 09-10-1901 en 25-11-1902:

13

Antonie Wilhelmus Verberne verhuist in 1897 naar A111 (zie Markt 17 en 19) en vanuit A79 aan de Tramstraat (zie Prins Bernhardstraat 23) komt in het huis wonen winkelier Antonius Dominicus Sengers, geboren te Asten op 31-03-1838 als zoon van Johannes Antonie Sengers en Johanna Maria de Vocht (zie Markt 14 en 16 en foto rechtsboven). Hij is sinds 04-07-1897 weduwnaar van Johanna Antonia van den Eijnden, geboren te Asten op 23-12-1847 als dochter van Gerardus van den Eijnden en Petronella Leenen (zie Voormalig huis G440), met wie hij op 14-07-1873 te Asten getrouwd was. Samen met zijn kinderen woont hij ook over de periode 1900-1910 in het huis met dan huizingnummer A11:

14

Antonius Dominicus Sengers is op 20-06-1910 te Asten overleden en de kinderen verkopen het huis als winkelhuis, waarvan de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-09-1910 melding maakt:

15

De koper is Arnoldus Dielis Sanders, geboren te Son en Breugel op 20-08-1842 als zoon van tapper Johannes Sanders en Maria Damen. Hij is voormalig sluiswachter (zie Voormalig sluiswachtershuis F673) en volgens Het Nieuws van de Dag van 04-02-1911 ontvangt hij daarvoor een staatspensioen:

16

Arnoldus Dielis Sanders is op 19-02-1873 te Helmond getrouwd met en Johanna Maria Philipsen, geboren te Someren op 25-10-1840 als dochter van Everardus Philipse en Joanna Maria van Kreij. Sinds het overlijden van Johanna Maria Philipsen op 08-03-1904 te Asten is hij weduwnaar en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 woont hij als winkelier in het huis met huizingnummer A12:

17

Arnoldus Dielis Sanders is op 01-07-1919 te Asten overleden en zijn dochter Johanna Maria Sanders, geboren te Someren op 11-08-1883, neemt het huis over. Zij is op 06-02-1918 te Asten getrouwd met winkelier Petrus Johannes Gijsbertus de Bruijn, geboren te Hilversum op 21-02-1891 als zoon van Frederic Clement Antoine de Bruijn en Emmetje van de Berg. Ook in de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A13, ook bekend staand als Koningsplein 16:

18

In de Nieuwe Venloosche courant van 13-11-1920 de geboorte van zoon Fredericus en rechts in de krant de Zuid-Willemsvaart van 30-08-1921 de verkoop van een geyser:

19 20

Ook over de periode 1930-1938 wonen Petrus Johannes Gijsbertus de Bruijn en Johanna Maria Sanders met hun gezin in het huis aan het Koningsplein 16:

21

Linksonder een reclame voor het brood van de kinderen van Arnoldus Dielis Sanders en rechtsonder een bon van de winkel van de familie De Bruijn:

In het Peelbelang van 16-12-1944 de openingstijden van de winkel van Piet de Bruijn. In het Peelbelang van 13-01-1945 de sluiting vanwege familieomstandigheden en dat had te maken met het overlijden van zoon Frits de Bruijn zoals blijkt uit de dankbetuiging in het Peelbelang van 10-02-1945:

22 23 24

Zoon Fredericus Arnoldus Franciscus (Frits) de Bruijn, geboren te Asten op 04-10-1920, was een verzetstrijder en is al in september 1944, de nadagen van de Tweede Wereldoorlog, om het leven gekomen. In het Peelbelang van 13-10-1945 meldt zijn familie dit en in de Provinciale Drentsche en Asser courant van 22-01-1947 wordt hem postuum de vrijheidsmedaille toegekend:

25 26

Hieronder het bidprentje bij zijn overlijden en de gedenksteen op het oorlogsmonument4:

27

28

29

Na de Tweede Wereldoorlog is er in de winkel van Petrus Johannes Gijsbertus de Bruijn voor alle Astenaren gratis Engelse zeep af te halen, zoals medegedeeld in het Peelbelang van 10-03-1945:

Hieronder een foto van het Koningsplein met achter de man de winkel van de familie de Bruijn:

Johanna Maria Sanders is op 04-12-1954 te Asten overleden en Petrus Johannes Gijsbertus de Bruijn is op 14-09-1960 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

31 32 33

Na hun overlijden heeft hun dochter Johanna Maria (Anneke) de Bruijn, geboren op 09-04-1919 te Asten nog jarenlang de winkel in bezit en gebruik gehad. Hieronder links een pentekening van het Koningsplein met links de winkel van Anneke de Bruijn en rechts een foto van Anneke in haar winkel:

34 35

Hieronder een foto van Anneke de Bruijn in haar woonkamer:

Het uit 1750 stammende huis op het adres Koningsplein 16 is in 2018 afgebroken. Burgemeester en wethouders van Asten zouden verplicht moeten worden om een cursus 'behoud van erfgoed' te volgen. Hieronder nog twee foto's, waarbij ook nog een schuur behorende bij het huis aan de huidige Monseigneur den Dubbeldenstraat is te zien en daaronder een streetview uit 2010:

36

37

Eind 2018 is het huis afgebroken en wat nog rest zijn de muurankers, waarvan Karel Brusewitz mij onderstaande foto's heeft gestuurd:

37a 37b

Overzicht bewoners

Huis in het Derp
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1600 Joost Aert Roefs ±1575 Joost Aert Roefs ±1575
1630 weduwe Joost Aert Roefs ±1580 weduwe Joost Aert Roefs ±1580
1643 Johannes Jansen Clauws ±1580 Johannes Jansen Clauws ±1580
1666 weduwe Joost Aert Roefs ±1580 weduwe Joost Aert Roefs ±1580
1677 Johannes Joost Roefs Asten ±1641 Johannes Joost Roefs Asten ±1641
1700 Theodorus Peter Coolen Asten 28-09-1671 Theodorus Peter Coolen Asten 28-09-1671
1712 Johannes Alberti van Riet Son ±1670
1734 Johannes Willem Trouwen Someren 07-03-1707 Johannes Willem Trouwen Someren 07-03-1707
Dorp huis 55
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1736 Jan Willem Trouwen Someren 07-03-1707 Willem Jan Loomans en weduwe Tonij Peeters Someren 07-03-1707
1741 Jan Ture Loomans Asten 26-04-1712 Jan Ture Loomans en Huijbert Wilberts Asten 26-04-1712
1746 Jan Ture Loomans Asten 26-04-1712 Jan Ture Loomans en Huijbert Wilberts Asten 26-04-1712
1751 Jan Ture Loomans Asten 26-04-1712 Jan Ture Loomans Asten 26-04-1712
1756 Jan Ture Loomans Asten 26-04-1712 Jan Ture Loomans Asten 26-04-1712
1761 kinderen Jan Ture Loomans Asten 02-09-1741 kinderen Jan Ture Loomans Asten 02-09-1741
1766 kinderen Jan Ture Loomans Asten 02-09-1741 Antoni Sluijters Helden 16-11-1733
1771 kinderen Jan Ture Loomans Asten 02-09-1741 Antoni Sluijters Helden 16-11-1733
1776 kinderen Jan Ture Loomans Asten 02-09-1741 Antoni Sluijters Helden 16-11-1733
1781 kinderen Jan Ture Lomans Asten 02-09-1741 Jan Ture Lomans en anderen Asten 04-03-1752
1798 kinderen Jan Ture Lomans Asten 02-09-1741 Willem van Leend, Andries Zeegers en Hendrik van Heugten Helmond 11-06-1733
1803 Hendrikus Lomans Asten 14-11-1746 Petronella Lomans Asten 23-09-1741
Kadasternummer G653
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
G653 1832-1861 Daniel van Lierop Mierlo 10-01-1787
G653 1861-1880 Johanna Maria de Vocht Joanna Maria de Vocht 29-06-1796 weduwe Sengers
G1551 1880-1910 Antonius Dominicus Sengers Asten 31-03-1838 verbouwing
G1551 1910-1919 Arnoldus Dielis Sanders Breugel 20-08-1842
G1551 1919-1938 Petrus de Bruijn Hilversum 21-02-1891
Koningsplein 16
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1803-1823 Henricus Loomans Asten 14-11-1746 met zuster
1823-1859 Daniel van Lierop Mierlo 10-01-1787 Maria Samuels Asten 29-06-1787
A8 1859-1860 Daniel van Lierop Mierlo 10-01-1787 Maria Samuels Asten 29-06-1787 naar Someren
A8 1860-1862 Adriaan van Beek Geldrop 19-09-1827 Antonetta van der Linden Geldrop 12-04-1827 naar Geldrop
A8 1862-1869 bewoning onbekend
A10 1869-1873 Joseph Verdonschot Someren 26-03-1815 Wilhelmina Wolters Sint Anthonis 05-11-1816 naar A127
A10 1873-1879 Antonie Wilhelmus Verberne Asten 06-03-1841 Hendrika van den Eijnden Asten 06-06-1845
A9 1879-1890 Antonie Wilhelmus Verberne Asten 06-03-1841 Hendrika van den Eijnden Asten 06-06-1845 28-01-1890
A9 1890-1897 Antonie Wilhelmus Verberne Asten 06-03-1841 met kinderen naar D9
A9 1897-1900 Antonius Dominicus Sengers Asten 31-03-1838 met kinderen
A11 1900-1910 Antonius Dominicus Sengers Asten 31-03-1838 met kinderen 20-06-1910
A12 1910-1919 Arnoldus Dielis Sanders Breugel 20-08-1842 met kinderen 01-06-1919
A13 1920-1930 Petrus de Bruijn Hilversum 21-02-1891 Johanna Maria Sanders Someren 08-06-1878
16 1930-1938 Petrus de Bruijn Hilversum 21-02-1891 Johanna Maria Sanders Someren 08-06-1878