De pagina's Asten/Koningsplein, Asten/Koningsplein/Voormalig liefdehuis G1036 worden nu weergegeven
Asten toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 16-03-2025 06:03:21
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Koningsplein

Algemeen

Het Koningsplein in Asten wordt nu gebruikt als een parkeerplaats, maar begin 20e eeuw was het een park met de fontein van Wijnen en het Heilig Hart beeld. Voor 1928 stond het bekend onder de naam plantsoen en zag er uit zoals op de twee onderstaande foto's met links de oude school en rechts villa Sint Jozef en daarnaast het Liefdegesticht:

01

Hieronder een foto uit 1915 van de andere zijde van het plantsoen met van links naar rechts de winkel van de familie Sanders, het dubbele woonhuis van Drika Berkvens en van der Poel, het oude postkantoor, de schoolmeesterswoning van ten Haaf, het dubbel woonhuis van de rijksontvanger Veltman en meester van Helden en het café van Gondeke en Minake Coolen. Dan op de hoek met de Molenstraat hotel Gitzels en geheel rechts de oude school:

02

Weer dertig jaren daarvoor stond er de uit 1478 stammende kerk, zoals te zien is op onderstaande twee foto's uit de periode 1890-1896 met rechts daarvan de uitbreiding van het Liefdehuis op de plaats de brouwerij van Hendrik Michielsen. Weer rechts daarvan het oorspronkelijke Liefdehuis op de plaats van de brouwerij van Francis Berkers. Links op de voorgrond het huis van Francis Verspeek dat plaats moest maken voor de bouw van de nieuwe kerk.

03

Op de foto hieronder is het huis afgebroken en geheel links zijn de huizen op de hoek van de huidige Wilhelminastraat en Koningsplein te zien. Links van de kerk zien we het toenmalige postkantoor, later de burgemeesterswoning met links daarvan het recent afgebroken huis van Ánneke de Bruin' op de hoek met de huidige Monseigneur den Dubbeldenstraat:

De toenmalige kerk op het Koningsplein had een opmerkelijke 13e eeuwse toren met kantelen en een weergang ter verdediging. Mogelijk was de toren van deze kerk de donjon van het oude slot 'Huys Ten Perre'. De kerk is in 1899 afgebroken, maar gaan we verder terug in de tijd, dan zien we de plattegrond van Asten op de onderstaande kadasterkaart uit 1832.

04

De kerk lag op deze kaart in tegenstelling tot veel andere dorpskernen niet aan het Marktveld in de buurt van het raadhuis, maar ruim 120 meter ten zuidwesten daarvan. Wel staat de kerk op de plek waar vroeger de wegen vanuit Someren, Ostade, Deurne en Wolfsberg samenkwamen en dit doet eveneens vermoeden dat hier vroeger het goed 'Huys Ten Perre' heeft gelegen. Als we uit de kadasterkaart alle huizen schrappen die na 1675 zijn gebouwd dan resteert onderstaande plattegrond van het centrum van Asten:

Het Marktveld is dan een groot plein voor de kerk met daaromheen de bebouwing van de huizen van de bewoners en de notabelen woonden rond die tijd in het huis met nummer 27 ten zuiden van de kerk bij de toenmalige school. Dit doet vermoeden dat dit het beste huis van het dorp was en mogelijk betreft dit het 'Huys Ten Perre', dat tot het einde van de 14e eeuw dienst deed als huis voor de Heren van Asten, de familie van Cuijk. Bij de bouw van een appartementencomplex op de plaats van het huis met nummer 27, waar in 1841 het Liefdehuis Bartholomeus stond, zijn bij een archeologsich onderzoek wel verstoringen maar geen noemenswaardige vondsten gedaan.

Bij heemkundekring de Vonder en uit het bestemmingsplan Asten centrumgebied1 valt onderstaande historische informatie te halen:

Asten wordt voor het eerst in 1212 in een oorkonde vermeld waarbij de abdij van Floreffe de kerk van Asten in bezit had. In 1282 vond een ruil van goederen plaats tussen de heer van Asten en het klooster van Postel; in de 14e eeuw was Ten Perre het machtscentrum en rond 1400 werd in het Aa-dal het huidige kasteel gebouwd. Het goed Ten Perre was de centrale hoeve van de familie van Cuijk in Asten en had waarschijnlijk grond en dus pachters over heel Asten verspreid, waaronder aan de Dijk, Ostade, Laarbroek, Heesakkers en langs de Aa. De ligging van dit machtscentrum is tot op heden niet bekend, maar vermoedelijk lag het in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Asten. Eind 14e eeuw werd het aangeduid als 't Huys Ten Perre, wat aangaf dat het een versterkt huis is. Naarmate het belang van Ten Perre in de 16e eeuw daalde, verdween ook langzaam de naam.

Op basis van het boek 'Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch' uit 18722 (weergegeven in groen) en krantenartikelen van Piet Hamilton uit 1904 komen we tot de volgende reconstructie:

Heren en vrouwen van Asten

De heerlijkheid behoorde omtrent het begin der 13e eeuw aan de heeren van Cuijk. Hieronder een overzicht van de heren en vrouwen van Asten vanaf 1220 tot 1399, wanneer Gerard van Berkel het kasteel aan de Aa bij Heusden bouwt (voor een overzicht van de heren en vrouwen van Asten na 1399 zie Kasteelruïne):

Periode Heer van Asten Vrouw van Asten Geboorte Overlijden
1221-1233 Albert van Cuijk Hadewijch van Meerheim ±1170 ±1233
1233-1240 Willem van Cuijk Beatrix van Diest ±1200 ±1240
1260-1275 Willem de Roovere Beatrix van Cuijk ±1238 ±1275
1275-1290 Arnold van Cuijk ±1232 ±1290
1290-1306 Willem van Stakenburg Margaretha van Boischot ±1261 Postel 17-10-1308
1306-1308 Jan I van Cuijk Jutta van Nassau ±1230 Cuijk 13-07-1308
1308-1319 Jan II van Cuijk Catharina van Berthout ±1264 ±1319
1319-1350 Otto van Cuijk Johanna van Vlaanderen ±1272 ±1350
1350-1357 Jan III van Cuijk Catharina van Berthout Grave ±1295 's-Hertogenbosch 08-09-1357
1357-1362 Jan IV van Cuijk Luijtgaarde van Voorst ±1320 ±1364
1362-1366 Pieter Couthereel ±1310 ±1373
1366-1371 Hendrick van Cuijk Gertrudis Couthereel ±1330 22-08-1371
1371-1380 Jan V van Cuijk Mechteld van Borssele ±1355 15-06-1442
1380-1387 Ricout de Cock ±1340 ±1389
1380-1399 Gerard van Berckel Geertruida van Gerwen of Mabelia (Beel) Arnoud Jan van Kelre ±1340 ±1417

Na 1399 vestigden de Heren en Vrouwen van Asten op het nieuw gebouwde kasteel (zie Kasteelruïne).

Albert van Cuijk, 1212-1233

Albert van Cuijk is geboren te Cuijk rond 1170 als zoon van Hendrick van Cuijk en Sophia van Rhenen. Hij is rond 1195 getrouwd met Hadewijch van Meerheim (Merum), geboren rond 1170 als dochter van Rutger van Merum en Aleydis van Horne. Hieronder het gezin van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Hendrick III ±1196


NN van Leuven
±1220
Joanna van Putten
±1238
Aleidis Persijn van der Aa

±1251 zie Hendrick III van Cuijk
2 Willem ±1198 ±1225
Beatrix van Diest
±1240 zie Willem van Cuijk
3 Godfried ±1200 Priester Xanten en Utrecht
4 Everard ±1201 Priester Keulen, Tiel en Utrecht
5 Aleydis ±1202 ±1230
Gijsbrecht III van Amstel
±1240
6 Rutger ±1204 ±1235
Maria van Diest
7 Dirck ±1206 Leiden ±1240
Kerstine van Leijden
Oegstgeest ±1254
8 Margaretha ±1208 ±1240
Hendrik I van Rode van Mierlo
9 Agnes ±1210 ±1240
Hendrick van Reifferscheid
10 Frederik ±1212 Priester Xanten

Albert van Cuijk is ridder, getuige een schenking van het allodium Herpen aan de Brabantse hertog 1191, heer van Cuyc en Grave 1204-1233 en heer van Herpen, Merum, stadsgraaf van Utrecht tot 12 maart 1220 toen hij zijn rechten voor 200 pond Utrechts heeft verkocht en leenman van de bisschop van Utrecht voor het hoge en lage gerecht van Gasperde en Everdingen. Hij is van 1212-1233 heer van Asten geweest, volgens onderstaande documenten waarin het patronaatsrecht van Asten en Lierop aan de abdij van Floreffe toekomt3:

06

Linksonder het wapen van de Heren van Cuijk en rechtsonder het kasteel van Grave waar de Heren van Cuijk hebben gewoond:

07 08

Albert van Cuijk is te Asten in 1233 overleden en Hadewijch van Meerheim (Merum) is in 1235 overleden.

Willem van Cuijk, 1233-1240

Willem van Cuijk is geboren rond 1198 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk). Hij is rond 1225 getrouwd met Beatrix van Diest, geboren rond 1205 als dochter van Arnold III van Diest en Aleida van Hengebach. Hieronder het gezin van Willem van Cuijk en Beatrix van Diest:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Beatrix ±1227 ±1260
Willem de Roovere
±1265 zie Willem de Roovere
2 Willem ±1229
3 Aleidis ±1231 ±1260
Daniël van Amstel
4 Arnold ±1232 ±1290 zie Arnold van Cuijk

Willem van Cuijk is heer van Escharen en is van 1233-1240 heer van Asten geweest. Willem van Cuijk en is in 1240 overleden.

Zoon Arnold van Cuijk wordt omstreeks 1282 als heer van Asten genoemd, bij een ruiltransactie waarbij de heer van Asten de zeggenschap en de opbrengsten ten oosten van de Aa verwerft en de abdij van Floreffe ten westen van deze rivier. Omstreeks 1306 wordt ook een Willem genoemd als heer van Asten, doch spoedig daarna komt de heerlijkheid aan zijn neef Jan I van Cuijk.

Door het huwelijk van Beatrix van Cuijk, vrouwe van Asten en Escharen, kwam dezelve aan haren echtgenoot Willem de Roovere, heer van Lierop, Stakenborg en Someren.

Willem de Roovere, 1260-1275

Beatrix van Cuijk is geboren rond 1227 als dochter van Willem van Cuijk en Beatrix van Diest (zie Willem van Cuijk). Zij is rond 1260 getrouwd met Willem de Roovere van Stakenborgh, geboren rond 1238 als zoon van Gerlach de Roover en Oda Jan van Megen en weduwnaar. Na haar overlijden in 1265 is Willem de Roovere van Stakenborgh rond 1265 hertrouwd met Luitgarda van Vrijmersheim. Hieronder de gezinnen van Beatrix van Cuijk met Willem de Roovere van Stakenborgh en die van hem met zijn twee andere vrouwen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Arnold* ±1255 ±1315
2 Willem ±1261 ±1290
Margaretha Mathijsdochter van Boischot
Postel 17-10-1308 zie Willem van Stakenburg
3 Beatrix ±1264 ±1290
Willem Gheerits van Doerne
±1315  
4 Jacob** ±1267 ±1330
5 Dirck Willem** ±1269 ±1330

*  kind uit het eerste huwelijk van Willem de Roovere van Stakenborgh
** kind uit het derde huwelijk van Willem de Roovere van Stakenborgh met Luitgarda van Vrijmersheim

Willem de Roovere van Stakenborgh is van 1260 tot 1275 heer van Asten geweest en is rond 1275 overleden. Zijn zwager Arnold van Cuijk is zijn opvolger.

Arnold van Cuijk, 1275-1290

Arnold van Cuijk is geboren rond 1232 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk).

Arnold van Cuijk werd omstreeks 1282 als heer van Asten genoemd, en wel bij een ruiltransactie waarbij de Heer van Asten de zeggenschap en de opbrengsten ten oosten van de Aa verwerft, en de abdij van Floreffe die ten westen van deze rivier.

Onder Arnolldus van Cuyk zijn de tienden van Asten door de geestelijkheid van Postel tegen de tienden van Lierop4:

Arnold van Cuijk is rond 1290 overleden.

Willem van Stakenburg, 1290-1306

Zoon Willem van Stakenborgh is geboren rond 1261 als zoon van Willem de Roovere van Stakenborgh en Beatrix van Cuijk (zie Willem de Roovere). Hij is rond 1290 getrouwd met Margaretha Mathiasdochter van Boischot en hieronder het gezin van Willem van Stakenborgh en Margaretha Mathiasdochter van Boischot:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Matheus ±1290 ±1320
Magdalena Hendriks van Haengreve
±1350
2 Hendrick ±1291 Prior van Postel
Na 1354 Pastoor van Oerle
Oerle 30-06-1359
3 Willem III 12-02-1292 ±1320
Mechtildis de Hertoghe
±1365
4 Arnold ±1294 Pastoor te Lithoyen  

De zoon van Beatrix van Cuijk, Willem van Stakenborgh, heer van Asten en Escharen, stond in 1306 zijn gemeend regt op het patronaat der kerken van Asten en Lierop aan den abdij van Floreffe af.

Willem van Stakenborgh is van 1290-1306 heer van Asten geweest in 1306 en gaf het recht om een pastoor te benoemen voor de kerken van Asten en Lierop aan Postel. Willem van Stakenborgh is op 17-10-1308 te Postel overleden.

09

Dit wordt bevestigd in onderstaande artikel5:

Zijn zoon Hendrik van Stakenborgh heeft de heerlijkheid aan den hertog van Braband verkocht, heeft het ordekleed van Premonstreit te Floreffe aangenomen en is in 1359 gestorven.

Hendrik van Stakenborgh, geboren rond 1291 als zoon van Willem van Stakenborgh en Margaretha Mathiasdochter van Boischot (zie Willem van Stakenburg) wordt genoemd als heer van Asten over de periode, hoewel hij ontbreekt in de lijst van heren en vrouwen van Asten. Hij bevestigt samen met zijn moeder Margaretha van Boisschot het collatierecht met zijn broers op 17-10-1308. Jonkheer Hendrik van Stakenborch, ridder, heer van Asten, Escharen en Lierop ondernam daarna de reis naar het Heilige Land, Bij zijn terugkomst rond 1320 trad hij in de abdij van Floreffe. Hij was van 1343 tot 1354 de 17e prior van Postel, waarna hij van 1354 tot zijn sterfjaar 1359 pastoor van Oerle is geweest. Hendrik van Stakenborg heeft vele schenkingen aan de priorij van Postel gedaan.

Voor de schenking van de heerlijkheid Asten door de hertog van Brabant aan Pieter Couthereel zie Pieter Couthereel.

Hendrick III van Cuijk

Hendrick III van Cuijk is geboren rond 1196 als zoon van Albert van Cuijk en Hadewijch van Meerheim (zie Albert van Cuijk). Hij is rond 1220 getrouwd met NN van Leuven en na haar overlijden rond 1224 hertrouwd met Joanna van Putten. Hendrick III van Cuijk is na haar overlijden rond 1238 een derde maal getrouwd met Aleidis Persijn van der Aa. De gezinnen van Hendrick III van Cuijk met NN van Leuven, met Joanna van Putten en met Aleidis Persijn van der Aa:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Agnes Cuijk ±1220 ±1240
Rudolf de Cock
±1265 achterkleinzoon Ricout
zie Ricout de Cock
2 Albert Cuijk ±1222 ±1250  
3 Alverardis* Cuijk ±1225 ±1250
Jacob I van Mirlaer
±1272
4 Gerard Cuijk ±1227 Provoost van Odiliënberg
5 Jan I* Cuijk ±1230 ±1260
Jutta van Nassau
Cuijk 13-07-1308 zie Jan I van Cuijk
6 Willem** Cuijk ±1240

*  kinderen uit het tweede huwelijk
** kinderen uit het derde huwelijk

Hendrick III van Cuijk is in 1251 overleden en Aleidis Persijn van der Aa is nog hertrouwd met Willem I van Boxtel.

Jan I van Cuijk, 1306-1308

Jan I van Cuijk is geboren te Cuijk rond 1230 als zoon van Hendrick III van Cuijk en Joanna van Putten (zie Hendrick III van Cuijk). Hij is rond 1260 getrouwd met Jutta van Nassau, geboren rond 1225 als dochter van Hendrik II van Nassau. Hieronder het gezin van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Hendrick ±1262 ±1290
Aleidis van Diest
±1315
2 Jan II ±1264 ±1290
Catharina van Berthout
±1319 kinderloos
3 Willem ±1266 ±1290
Johanna Sophia van Gymnich
±1303 zie Willem van Cuijk
4 Aleidis ±1268 ±1290
Hendrick van Voorne
±1330
5 Agnes ±1270 ±1295
Hendrick van Sponheim
±1345
6 Otto ±1272 ±1295
Aleidis van Diest
±1300
Johanna van Heverlee
±1305
Johanna van Vlaanderen
±1350 zie Otto van Cuijk

Jan I van Cuijk is een edelman, ridder en diplomaat. Hij is heer van Cuijk van 1254 tot 1308 en van Asten van 1306 tot 1308. In 1296 is Jan I van Cuijk betrokken bij het complot van edelen dat met als doel graaf Floris V van Holland naar Engeland te ontvoeren. Deze poging is in Muiderberg op moord uitgelopen. Jan I van Cuijk is op 13-07-1308 te Cuijk overleden.

 

 

13

Jan II van Cuijk, 1308-1319

Jan II van Cuijk is geboren rond 1264 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is rond 1290 getrouwd met Catharina Berthout. Hij is graaf van Cuijk en heer van Asten van 1308 tot 1319. Jan II van Cuijk had voor zover bekend geen nakomelingen en is in 1319 overleden.

Willem van Cuijk

Willem van Cuijk is geboren rond 1266 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is rond 1290 getrouwd met Johanna Sophia van Gymnich, geboren rond 1270 als dochter van Wennemar van Gymnich en Johanna van Elsloo. Hieronder het gezin van Willem van Cuijk en Johanna Sophia van Gymnich:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan III Grave ±1295 ±1320
Catharina van Berthout
's-Hertogenbosch 08-09-1357 zie Jan III van Cuijk

Johanna Sophia van Gymnich is in 1302 overleden en Willem van Cuijk is op 11-02-1303 overleden.

Otto van Cuijk, 1319-1350

Otto van Cuijk is geboren rond 1272 als zoon van Jan I van Cuijk en Jutta van Nassau (zie Jan I van Cuijk). Hij is getrouwd met Johanna van Vlaanderen, Johanna van Heverlee en Aleidis van Diest en hieronder zijn gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Adelise ±1320 ±1338

Omdat zijn broer Jan II van Cuijk kinderloos is overleden en zijn broers Hendrick en Willem al zijn overleden, is hij heer van Cuijk geworden. Hij is daarnaast heer van Mierlo en heer van Asten van 1319 tot 1350.

Jan III van Cuijk, 1350-1357

Jan III van Cuijk is geboren te Grave rond 1295 als zoon van Willem van Cuijk en Johanna Sophia van Gymnich (zie Willem van Cuijk). Hij is rond 1320 getrouwd met Catharina van Berthout en hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan IV ±1320 ±1350
Luijtgaarde van Voorst
±1362 zie Jan IV van Cuijk
2 Wennemar ±1325
3 Hendrick ±1330 ±1355
Gertrudis Couthereel
22-08-1371 zie Hendrick van Cuijk
4 Elisabeth ±1335 ±1360
Gerardus van Asperen

Jan III van Cuijk heeft het Land van Cuijk in 1353 verpand en de Stad Grave verkocht aan Jan van Wijflit, bastaardzoon van Jan II hertog van Brabant en Elsbeen van Wijflit. Omdat Jan van Wijflit niet wil betalen, is deze in 1356 vermoord en diens manschappen verjaagd uit Cuijk. Jan III van Cuijk was van 1350 tot 1357 heer van Asten en is op 08-09-1357 te 's-Hertogenbosch overleden.

Jan IV van Cuijk, 1357-1362

Jan IV van Cuijk is geboren rond 1320 als zoon van Jan III van Cuijk en Catharina van Berthout (zie Jan III van Cuijk). Hij is rond 1360 getrouwd met Luijtgaarde van Voorst, geboren rond 1335 als dochter van Sweder I van Voorst en Heilwig van Zuijlen. Het gezin van Jan IV van Cuijk en Luijtgaarde van Voorst:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan V ±1354 ±1387
Mechteld van Borssele
±1420
Johanna van der Leck
±1442 zie Jan V van Cuijk

Jan IV van Cuijk is heer van Asten van 1357  Hieronder een akte in het Latijn van Jan IV van Cuijk van 08-09-1358 waarin hij een overeenkomst sluit met zijn zwager Gerardus van Asperen voor een erfcijns van 200 pond te betalen met Pasen te Asten6

Na zijn dood in 1362 wordt de heerlijkheid Asten geschonken aan Pieter Couthereel. Zoon Jan V van Cuijk van Jan IV van Cuijk wordt door zijn oom Hendrick van Cuijk (zie Hendrick van Cuijk) opgevoed.

Uit de 'Geschiedenis van der heren, de heerlijkheid en de dorpen van Asten en Ommel, door Meester C. E. A. baron van Hövell tot Westerflier, handschrift in Streekarchivariaat Peelland, bladzijde 14 en 15 citeren we de overdracht van een deel van de goederen van Jan IV van Cuijk aan leenman van de hertog van Brabant Willem van der Aa (zie Kasteelruïne):

28 april 1367; feria quarta post octavas Pasche, anno domini trecentesimo sexagesimo septimo:
Johannes van Gestel draagt, uit naam van zichzelf en Franconis, zijn broer, alle goederen te Asten van jonker Johannes, heer van Cuyke en Hoestraten, waarop een erfelijke jaarrente van 250 pond was gevestigd, alsmede alle goederen en inkomsten van jonker Johannes, heer van Cuyke en Hoestraten, hen opgedragen door Goeswino Moedel Dicbier, alsmede alle goederen binnen de parochie Haren bij Meghen van jonker Henricus heer van Enke, alsmede alle renten en cijnsen aldaar van de heer van Hoestraten de vader van jonker Henricus, alsmede alle rechten en jurisdictie van jonker Henricus aldaar en tenslotte enige goederen en renten van jonker Henricus in en buiten Haren, die jonker Henricus aan hen, Johannis en Franconis, broers, had verkocht, op aan Wilhelmo van Aa, ridder en leenman van de hertog van Brabant. Getuigen: Willem Eelkini en Theodorus, zoon van Ywanus, schepenen van 's-Hertogenbosch.

Pieter Couthereel, 1362-1366

Pieter Couthereel is geboren rond 1310 en rond 1335 getrouwd en hieronder zijn gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gertrudis ±1335 ±1355
Hendrick van Cuijk
22-09-1418 zie Hendrick van Cuijk

Pieter Couthereel heeft de heerlijkheid Asten, die door Hendrik van Stakenborgh (zie Willem van Stakenburg) aan de hertog van Brabant geschonken was, als cadeau gekregen van diezelfde hertog van Brabant. 

Den 4 september 1362 heeft de hertog van Braband, om den lande bewezen diensten de heerlijkheid van Asten aan Peter Couthereel meijer van Leuven geschonken, doch deze gunsteling is in ongenade gevallen, is den 13 mei 1364 uit Leuven gebannen en in vergetelheid gestorven.

10

Bij wikipedia lezen we het volgende over Pieter Couthereel:

Pieter Couthereel was meier van Leuven vanaf 1348. Hoewel niet van adel of bijzonder rijk, werd hij niettemin door hertog Jan III van Brabant op deze hoge post benoemd. Hij kocht de heerlijkheid Asten van Hendrik van Stakenborg en werd in 1362 hiermee beleend door de hertog van Brabant als teken van dank voor bewezen goede diensten. Sindsdien hadden de hertogen van Brabant veel meer over hun leenmannen te vertellen, want de familie Van Cuijk was voordien zeer machtig en regelde veel zaken zelf.
Pieter Couthereel leidde in 1360 een volksopstand tegen het stadsbestuur van Leuven. De oorzaak was een slechte economische toestand ten gevolge van een crisis in de lakennijverheid. De verhouding tussen Couthereel en het stadsbestuur was al slecht vanaf zijn aantreden als meier. Couthereel koos positie voor de handwerkslieden en tegen de adel. Hij bezette het stadhuis en nam de schepenen gevangen. Hij werd nu heer van Leuven en was van mening dat, naast vertegenwoordigers van de adel, ook vertegenwoordigers van de handwerkslieden in het stadsbestuur dienden plaats te nemen.
Ondanks diverse pogingen tot vrede bleef het lang roerig. De adel ontvluchtte de stad en Couthereel vulde het machtsvacuüm op en werd in 1362 tot burgemeester benoemd. Nu kon hij ook munten slaan en de inkomsten die hieruit voortvloeiden bereikten nimmer de kas van de stad. Er wordt beweerd dat Couthereel deze in eigen zak stak. De edelen betoogden bij hertog Wenceslaus I dat ze de stad niet in mochten, waarop de hertog besloot orde op zaken te stellen. De poorten werden geopend, de adel trok binnen en Couthereel vluchtte met 70 hem trouw gebleven ridders naar Tervuren.

Linksonder een schilderij waarop Pieter Couthereel de privilegies van de patriciërs voor het volk verscheurt en rechts een standbeeld van hem in Leuven:

11 12

Nu was Pieter Couthereel bang voor een aanslag en hij trok zich terug op Kasteel Asten, samen met een talrijke aanhang. Het nieuwe, hem vijandig gezinde, stadsbestuur van Leuven weigerde hem zijn lijfrente te betalen en hij trachtte iedere vijand die zich buiten Brabant begaf te pakken te krijgen. Bovendien smeedde hij complotten. Dit alles had weinig succes. De positie van de handwerkslieden werd weer slecht zoals vroeger. In 1364 viel Pieter Couthereel in ongenade. De goederen van Pieter Couthereel, waaronder de heerlijkheid Asten, werden verbeurd verklaard en hijzelf werd uit Brabant verbannen, en mogelijk zelfs vogelvrij verklaard. Pas later, toen de adel niets meer van hem te duchten had, mocht hij in 1369 naar Leuven terugkeren, waar hij uiteindelijk verarmd en vereenzaamd stierf.

Pieter Couthereel is van 1362-1366 heer van Asten geweest en is kort na 1373 overleden.

Hendrick van Cuijk, 1366-1371

Hendrik van Cuijk is geboren rond 1330 als zoon van Jan III van Cuijk en Catharina van Berthout (zie Jan III van Cuijk). Hij is rond 1355 getrouwd met Gertrudis Couthereel, geboren rond 1335 als dochter van Pieter Couthereel (zie Pieter Couthereel). Na het overlijden van Hendrik van Cuijk is Gertrudis Couthereel in 1372 hertrouwd met Johan van Berlaer. Hieronder het gezin van Hendrik van Cuijk en Gertrudis Couthereel:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jan IV van Hoogstraten

Hendrick van Cuijk volgt zijn schoonvader Pieter Couthereel op als heer van Asten:

14

Hendrik van Cuijk is heer van Hoogstraten en van 1366-1371 heer van Asten en in 1367 stelt hij reglementen op met betrekking tot de gemeentegrenzen en de rechten van de Heer van Asten: 

Archives de Belgique offici fiscal de Brabant nummer 3266; 06-12-1367:
Wij Heynrich van Kuyck, heer van Asten, doen condt allen den genen die desen brieff sullen sien ofte hoeren lesen, want alrehande twyst ende discort tuschen ons ende onssen luyden van den dorp van Asten geweest heeft als van der gemeynten van Asten, daer wij wittelyck ende wael aff bevonden hebben bij den autsten ende bij den vroetsten dat wij wenich recht daertoe hadden, als van onser ouder wegen ende voersaten nae brieven ende beschede ende na den chijns die onse luyde van den dorpe van Asten daer af gegouden hadden waer omme wij aengesien hebben onser goeder luyden voerseit ende recht ende bescete, ende hebben hen verleyt ende vercleert ende verthynst voer ons, onsse oer ende nacomelingen die alvige gemeynte van Asten met allen hoeren toebehoerten gelegen bynnen desen palen: van den Drancke tot Aestappen den gerechten vliet op tot Rut den Rade en van Rut oert den gerechten vliet op tot Sinte Wilboertsput op Luttelmeyel ende vandair tot Amsloe ende van Amsloe tot Soenenmeeren ende van Soenenmeeren tot Shertogenpael toe ende van den pael al tot Wielput ende van Wielput den gerechten stroem nederwaert tot Liedrop ten Vondlen toe ende van daer den gerechten stroem nederwairt tot genen Spleet toe daer die twee Aaen vergaderen ende van dien Spleet den gerechten Vliet op tot Aestappen den Dranck weder toe ende alzoe verre als men in der waerheit vynden mach dat dese voerseiden plaetsen onser heerlycheit van Asten toebehorende sijn, omme sestelhalff pont payments als gemeynlycken tot Asten in boersen sal gaen te geldens tyde ende om drie aude groete alle jaer te gelden op Sinte Mertens dach alsoe als sij daer plagen te gelden ende voert in diene manieren dat die luyde van Asten die nu sijn ende namaels wesen sullen dese gemeynten bruycken ende besigen sullen ende al hoeren orbair daer op doen ende anders niemant.
Voert iest voerwaerde dat die heer van Asten op die gemeynte enen scutter setten sal te scutten op sess schillinghe swart, twee scillinge der Kerken, twee scillingen den heer ende twee scillinge den gemeynen dorpe ende dat dese voerschrevene scutter niet scutten sal die scepenen van Asten en sullent hem laten weten ende anders niet.
Voert iest voerwairde dat die heer van Asten sal behouden syn vysscherijen in den stroem, alsoe verre als hem toebehorende sijn ende sijn vysscherijen wyeren ende syn wateren steygen mach sonder yemans wederseggen, wart die gemeyne vyssscherye als opter gemeynt, dat die gemeynt daer op vyschen mach halff die vysche den genen die se viet ende de ander helft den heer alsoe verre als hy hier wonechtich is met synen properen lyve ende anders niet.
Voert iest voirwaert dat die heer van Asten uutgeven mach stegen en straten alsoe verre alse bynnen banloecs gelegen is ende anders niet.
Voert eest voerwaerde dat die heer van Asten noch noch die gebuer ende goede luyde van Asten gemeyntlyck niet uutgeven en sullen noch en mogen van dierre gemeynten die een sonder den ander allegader ende omme der meerre vestinghe onsen lieven gemynden dorpe van Asten hier af te hebben, soe hebben wij hen geloeft ende geloven voer ons, onse oer ende nacomleinge dese voerschrevene gemeynte te weren ten ewelyken dagen toe, ende alle dese punten voerschrevene vaste ende stede te houden, in kennisse der wairheyt.
Soe hebben wy desen brieff bezegelt met onsen propren zegel ende om meerre vestenisse wil soe hebben wy Henrick van Kuyck, heer van Asten voerschreven, gebeden onsen lieven gemynden scepen des dorps van Asten dat sy desen brieff met ons bezegelen willen ende om beden wil ons liefs gemynden joncker Heynrics van Kuyck, heer van Asten, soe hebben wy scepenen van Asten desen brieff mede bezegelt met ons gemeynen zegel ons scependomps. Gegeven int jaer ons heren dusent drie hondert tsestich ende soeven in Sinter Nicolaes dach.

Hendrik van Cuijk is op 22-08-1371 overleden en hieronder is te lezen hoe hij aan zijn eind kwam3:

Gertrudis Couthereel is hertrobuwd met Johan van Berlaer en op 22-09-1418 overleden.

Jan V van Cuijk, 1371-1380

Jan V van Cuijk is geboren rond 1355 als zoon van Jan IV van Cuijk en Luijtgaarde van Voorst (zie Jan IV van Cuijk). Hij is op 22-02-1387 getrouwd met Mechteld van Borssele, geboren rond 1355 als dochter van Frank van Borssele en Mechtildis van Meerssen. Na haar overlijden rond 1415 is Jan V van Cuijk rond 1420 hertrouwd met Johanna van der Leck (van Polanen), geboren rond 1395 als dochter van Henri van der Leck en Jeanne de Ghistelles (zie Kasteelruïne). Uit het tweede huwelijk zijn geen kinderen bekend en hieronder het gezin van Jan V van Cuijk en Mechteld van Borssele:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Jutta ±1389 Abdis van Sint Agnes

Jan V van Cuijk is heer van Hoogstraten en van 1371-1380 heer van Asten. In 1380 verkocht hij de heerlijkheid Asten aan Gerard van Berkel en Ricout de Cock, achterkleinzoon van bovengenoemde Agnes van Cuijk (zie Hendrick III van Cuijk). Zij zijn verder terug te vinden als Heren van Asten bij het Kasteel van Asten (zie Kasteelruïne) en bij wikipedia lezen we over hen:

Gerard van Berkel was een gegoede burger, die in 1380 de heerlijkheid Asten van Jan van Cuijk kocht, samen met de ridder Ricout de Cock.

Jan V van Cuijk is op 15-06-1442 overleden.

Ricout de Cock, 1380-1387

Ricout de Cock is geboren rond 1340 vermoedelijk als zoon van Gijsbert II de Cock en Goede. Gijsbert II de Cock is middels zijn vader Gijsbert I de Cock een kleinzoon van Rudolph de Cock en Agnes van Cuijk (zie Hendrick III van Cuijk). Verder is over afstamming, huwelijk of nakomeling van Ricout de Cock weinig bekend. 

In 1380 verkocht Jan V van Cuijk de rechten, cijns, tienden en molens van de heerlijkheid Asten aan Ricout de Cock7:

Ricout de Cock raakte geregeld in geldnood en verkocht dan een deel van zijn rechten. In een document van 19-10-1385 verkoopt hij een erfrente van oude schilden (munt met ongeveer 4 gram goud, zie afbeelding rechts) aan Louis van Kelre met de tienden van Asten als onderpand6:

Ricout de Cock overleed niet lang na 1387, en had schulden. De schuldeiser legde beslag op de bezittingen en Gerard van Berckel kocht ze, en kreeg zo de gehele heerlijkheid Asten in zijn bezit. Op 10-11-1398 kocht Mechteld van Borssele, de eerste vrouw van Jan V van Cuijk (zie Jan V van Cuijk), die erfrente met de tienden van Asten als onderpand, die door Ricout de Cock in handen waren gevallen van Louis van Kelre, weer terug6:

Het huis van Ricout de Cock, de mansio, een soort boerderij te Asten, is zeer waarschijnlijk het kasteel, 't Huys tot Asten, waar Gerard van Berckel in 1389 naar verhuisde. Het is niet duidelijk of er eerst een boerderij en later het kasteel op dezelfde plek werd gebouwd of dat het kasteel in de nabijheid van de oudere mansio is gebouwd.

Gerard van Berckel, 1380-1399

Er bestaan verschillende verklaringen over de echtgenote van Gerard van Berckel, waarvan de voornaamste twee in de bewoningsgeschiedenis van Asten zijn opgenomen. Een afstammingslijst vermeldt een huwelijk met Geertruida van Gerwen, zoals hieronder beschreven. Bij de andere is sprake van een huwelijk met Mabelia (Beel) Arnoud Jan van Kelre, welke beschreven wordt bij het kasteel (zie Kasteelruïne). Welke van de twee de juiste is, blijft vooralsnog onduidelijk, al is wel bekend dat in beide beschrijvingen de zoon Goossen van Berckel de opvolger is. Het huwelijk van Gerard van Berckel met Geertruida van Gerwen is gebaseerd op onderstaand archiefstuk8, waarbij aangenomen wordt dat Gerard van Berckel een zoon van Nicolaes Gerard van Berckel:

Gerard van Berckel is geboren rond 1340 als zoon van Nicolaes Gerard van Berckel en Geerborch Peter van den Steenwech9. Hij is rond 1372 getrouwd met Geertruida van Gerwen, geboren rond 1345. Hieronder het gezin van Gerard van Berckel en Geertruida van Gerwen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gerard ±1373
2 Goossen ±1377 ±1418
Lysbeth Hendrick Beckers
±1425
Aleit Marcel Kemt
±1448 zie Kasteelruïne
3 Hendrick ±1380 ±1400
Heylwigh Ysbous van Asten
±1421
Geertruyt Aerts van Heeswyck
±1450 Abt van Echternach
zoon Gerit
4 Jan ±1383 ±1420
Maria Heym
±1425
Margaretha Lucas van Erp
±1454 laat legaat na
zie Voormalig huis F179
en Lagendijk 3
en Voormalig huis F162
5 Nicolaas ±1385 ±1415
Oda Hugo van Wyck
±1448 zie Familie van Berckel

Gerard van Berckel was bontwerker en pelser en in 1371, 1374, 1384, 1388, 1393, 1397, 1408 en 1413 schepen van 's-Hertogenbosch en woonde hoogstwaarschijnlijk in 's-Hertogenbosch want in de archieven en de oudste Domeinrekening van de Meierij van 's-Hertogenbosch, staat hier over10:

Algemeen Rijksarchief te Brussel Rekenkamer Registratie nummer 5233; 1404:
Van Mervrouwen huus in Shertoghenbosch in de Hintemerstrate, haer toecomende in verliden tiden by verbeurten van weylen here Alarde van Os zone, omdat Gherard van Berkel vercreghen heeft van Mervrouwen vorscreve. Van den beimde, achter 't vorser, huus, Mevrouwen vorser, toecomende als boven, niet hier omdat Magriete van Helewe dien houd haer leven lanc.

Domeinrekening Registratienummer 5267, 1447:
Van mijns 's Heren 's Hertogen huys, gelegen in Shertogenbosch in die Hynthemerstrate ende van den beempden af ter 't voirschrevene huys gelegen; die kijndere Gerits van Berkel houden 't, overmijds dat haere ouders vercregen hebben metten rechte; dairom hier niet.

Gerard van Berckel was in 1380 door aankoop eigenaar van het landgoed 'Ten Perre', dat een landbouwbedrijf was waaraan opbrengsten waren verbonden en hij gebruikte 't Huys Ten Perre als beheerscentrum voor zijn bezittingen in Asten. Nadat Gerard van Berckel rond 1387 de heerlijkheid Asten door afkoop van Ricout de Cock had verworven, deed hij omstreeks 1395 'Ten Perre' van de hand, maar behield de inkomsten uit de heerlijke rechten. Gerard van Berckel deed dit om de mansio van Ricout de Cock, gelegen in het moeilijk toegankelijke dal van de Aa, uit te bouwen tot een kasteel, dat liggend in het rivierdal beter te verdedigen was. In 1423 lezen we in een oorkonde dat 't Huys tot Asten bestond uit een versterking, een woongedeelte en een hofstede. Bovendien lag er in de omgeving van het kasteel een hoeve geheten 'Het Hofgoed'. Deze boerderij die op een omgracht terrein lag op enkele honderden meters van het kasteel, zou de mansio kunnen zijn die Ricout de Cock kwijt raakte aan Gerard van Berckel. Gerard van Berckel werd beleend door de Hertog van Brabant, die zijn rechten dus erkende. Hiermee was de heerlijkheid Asten niet langer meer in het bezit van de oude adel.

Naarmate het belang van Ten Perre daalt in de 16e eeuw, verdwijnt ook langzaam de naam. Men heeft lang aangenomen dat dit huys Ten Perre ooit heeft gelegen op Ostade, net buiten de kom van Asten. Maar naar men in 2012 vastgesteld heeft lag kasteel Ten Perre in het centrum van het dorp op het Koningsplein waar nu de nieuwe kerk en het stadhuis staan.

In de Bossche Protocollen wordt Gerard van Berckel geregeld genoemd met betrekking tot het goed ten Perre:

Bossche Protocollen 1179 folio 386; 1390-1394:
Gerit van Berkel emancipeert Goossen zijn zoon en geeft hem een cijns te betalen uit alle goed van Jonker Jan van Kuyc in Asten verkregen van Heer Willem van Huerne, Heer van Duffel en Herlaer.

Bossche Protocollen. 1180 folio 199; 1393-1396:
't huis ten Perre Gerit van Berkel, Heer van Asten en Bruysten Peys, schoonzoon van Art Doerkens

Bossche Protocollen 1181 folio 116; 1397-1399:
Heer Dirck Rover, ridder, zijn helft in cijnsen van Asten, andere helft van Gerit van Berkel, die waren van Heer Rijcout Kock, ridder.

Bossche Protocollen 1183 folio 48 verso; 1402-1403:
Willem Jan Bueckinc, Jan zoon van Jan van Dynther van Asten en Gerit van Berkel betreffende een pacht aan hem op 't goed ter Perre.

Gerard van Berckel verhuist aan het einde van de 14e eeuw naar wat nu bekend staat als de kasteelruïne (zie Kasteelruïne).

Geschiedenis

Van oudsher woonden er edelen en notabelen aan het Koningsplein, maar waren er ook verschillende winkels, ambachtshuizen en herbergen aan wat we nu het Koningsplein noemen, echter daarnaast beoefende men het boerenbedrijf om in het onderhoud te voorzien. Dit kunnen we opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van het huidige Koningsplein:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Willem Jan Loomans 55 ƒ 55,-
Antoni de Kuyper 53 ƒ 30,-

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Van de acht huizen beoefenden slechts twee bewoners het boerenbedrijf, hetgeen aanmerkelijk minder is dan in andere delen van het dorp Asten. Hieruit blijkt eens te meer dat de gegoede stand hier zijn woningen had, zoals jonkheer Floris Pieter van Cotshausen, schouten Lambert Henricks en Peeter van der Lith schepenen Francis Canters en Antoni Muyen, koopman Goort Marten Doensen en winkelier Arnoldus van den Eijnden. Vrijwel alle plaatsen rondom het Koningsplein kennen een lange historie van bebouwing en behoren tot de oudst bewoonde plaatsen van Asten.

In het midden van het huidige Koningsplein heeft de uit de 15e eeuw stammende kerk met 13e-eeuwse westwaarts gerichte toren gestaan met daarom heen een kerkhof. De van oorsprong katholieke kerk is van 1648 tot 1798 in handen van de gereformeerden geweest en is ook voor raadsvergaderingen van schout en schepenen gebruikt. Vlak naast de kerk heeft een school gestaan, waar tot 1830 les is gegeven door veelal gereformeerde schoolmeesters. Later is er aan de oostzijde van de kerk een nieuwe school aan het Koningsplein gebouwd, die tot 1892 dienst heeft gedaan. De oude school is rond 1835 bij het kerkhof gevoegd, de nieuwe school is later gebruikt als opslagplaats en rond 1960 afgebroken. In 1899 is de kerk afgebroken en op de plaats van kerk en kerkhof is het kerkplein met de 'Plantsoen' gekomen.

Tegenover de kerktoren heeft huis met nummer 29 gelegen waarin van 1610 tot 1680 de familie Lamberts Verrijt heeft gewoond. Daarna is het huis in handen gekomen van Francis Jan Canters en rond 1756 is het overgegaan op zijn neef Jan Peters Verberne. In 1769 is het huis verkocht aan Peter Wagemans en diens dochter heeft er nog tot 1844 gewoond. Vervolgens is het huis bewoond door de familie Verspeek tot het in 1895 is opgekocht door de Rooms Katholieke gemeente van Asten. Op de plaats van het huis is de nieuwe Heilige Maria Presentatiekerk gebouwd, die nog steeds het beeldmerk van Asten is.

In het huis met nummer 55 hebben Joost Aert Roefs en zijn afstammelingen van 1600 tot 1700 gewoond. Het huis heeft daarna een periode met bewoners als Theodorus Petri Coolen, Johannes Alberti van Riet en Johannes Willem Trouwen gekend tot het in 1740 in bezit kwam van Jan Ture Loomans. Tot 1823 heeft de familie Loomans in het huis gewoond en is daarna als winkel verkocht aan Daniel van Lierop. Ook de volgende bewoners Adriaan van Beek, Joseph Verdonschot, Antoni Wilhelmus Verberne en Antonius Dominicus Sengers hebben in de woning een winkel gehad. In 1910 wordt de familie Sanders winkeleigenaar en door vererving gaat het over op de familie de Bruijn en het pand staat nog altijd bekend als de winkel van Anneke de Bruijn.

Het naastgelegen huis met nummer 54 is oorspronkelijk ook in eigendom van de familie Roefs geweest en werd verpacht aan derden. Ook hier is het huis rond 1700 overgegaan op Theodorus Petri Coolen en in 1713 op de familie Muijen. Tot 1784 is het in hun eigendom gebleven en is het huis verkocht aan Franciscus Meulendijk, die het tot 1824 in bezit hebben gehad. Daarna hebben vele families het huis bewoond en rond 1867 is het huis nog gesplitst met als bijzondere bewoner Jans Douzé.

Huis nummer 53 is van 1605 tot 1643 bewoond geweest door Hanrick Willem Verhaeghen en daarna door schoolmeester Adriaen Verhoffstadt. Zijn erfgenamen hebben het in 1666 verkocht aan Dirck van Breugel echtgenoot van Florentia de Merode, die haar adellijke titel afstond. In 1691 is het huis aan de molenaarsfamilie Hoefnagels verkocht en in 1725 met de naam 'de Valck' aan Wilhelmus Jan Loomans. Na diens financiële problemen heeft de familie Muijen het tot 1808 in bezit gehad met als hoofdbewoner Joseph Sauvé tweede echtgenoot van de weduwe Muijen. Steven Jan Canters heeft het huis geërfd en het is in 1837 verkocht aan Laurens Jelissen. In 1877 is het huis afgebrand en door de gemeente opgekocht om op die plaats twee statige huizen te bouwen. Het meest westelijk gelegen huis is tot 1920 gebruikt als postkantoor en later als burgemeesterswoning, het andere huis werd de schoolmeesterswoning en kostschool van schoolmeester Ten Haaf.

Evert Peeter Dors woont vanaf 1838 in het huis met nummer 52 en zijn stiefzoon Godefridus Luycas neemt in 1685 het huis over. Hij verkoopt het in 1695 aan zijn halfbroer Wilbordt Evert Dors, die het in 1698 doorverkoopt aan zijn zus Heylke Evert Dors. Vanaf 1685 wordt het bewoond door Jan Jansen van Ruth, getrouwd met Margriet Evert Dors. In 1718 komt het huis in handen van de uit Gemert afkomstige winkelier Arnoldus van den Eijnden, die er tot 1755 woont. Jenneke Jan Wilbers is de volgende bewoner en haar overlijden gaat het over op haar broer Dirck Wilbers. In 1786 wordt het huis verkocht aan Jacobus van de Goor die het in 1804 doorverkoopt aan Jacobus Jansen. Vanaf 1825 wordt het huis bewoond door de kleermakersfamilie Linden en in 1856 wordt het huis gesplitst. Rond 1900 is het dubbele woonhuis opgekocht door de gemeente en herbouwd tot een statige dubbelwoning. In het ene huis heeft nog schoolmeester van Helden gewoond en het andere huis is bestemd voor de gemeentesecretarissen.

Van huis nummer 51 is de bewoningsgeschiedenis vanaf het eind van de 17e eeuw bekend met de verkoop van het huis van Aert Jansen van Ruth aan Goort Marten Doensen. Zijn dochter, getrouwd met Mathijs Muijen wordt in 1743 eigenaar, maar verhuurt het huis aan derden. Na de grote brand van 1776, waarbij vier huizen aan beide zijden van de huidige Burgemeester Wijnenstraat zijn afgebrand, is het huis opgebouwd en in 1784 geruild met het huis van Marcelis Koppens op de Ommelse Bos. In 1838 wordt de familie Brekelmans eigenaar en na 1859 de familie Coolen, waar dochters Gondeke en Minake nog in het begin van de 20e eeuw hun café hadden. Later is het huis in bezit gekomen van de familie Bekken-Ceelen eigenaar van een ijzerwinkel met de naam 'de Pelikaan'.

Aan de zuidzijde van het huidige Koningsplein hebben in de 16e eeuw verscheidene huizen gestaan, waarvan schout Lambert Henricx in het grootste huis met nummer 27 heeft gewoond. Na zijn overlijden is secretaris Laurens Volders bewoner en hij heeft zijn bezit uitgebreid met twee andere naastgelegen huizen en genoemd 'de grote Hage'. Drossaard Peeter van Lith en diens nazaten, hebben van 1684 tot 1734 de huizen bewoond en daarna is Florenz Pieter van Cotzhausen de bewoner. Hij stamt af van Duitse adel en heeft als secretaris van Asten gewerkt in opdracht van de Heren van Asten. Het moet een groot huis geweest zijn, want hij heeft in die tijd ook nog de gezinnen van een kapitein, luitenant en cornet van de huzaren van kolonel Sandor ondergebracht. Na 1789 heeft doctor van Moorsel nog een korte tijd in het huis gewoond, maar hij heeft de betaling niet rond gekregen, waardoor het huis aan belastingontvanger Feyth is verkocht. Na zijn overlijden in 1797 komt het huis in handen van molenaar Antony Kievits, die met het malen van graan op verschillende plaatsen in de Peel zijn geld heeft verdiend. Na 6 jaar de molen van Asten te hebben gepacht is het huis in 1804 verkocht aan de rijke koopmansfamilie Timmermans.
Hendrik Michielsen en Francis Berkers hebben in 1832 de huizen opgekocht en beiden hebben de inmiddels verouderde huizen als bierbrouwerij gebruikt en deels als woning verhuurd. Vlak voor zijn overlijden heeft Francis Berkers zijn bierbrouwerij aan de Rooms Katholieke gemeente verkocht en is in opdracht van pastoor Bartholomeus Kemps het Liefdehuis gesticht. Hendrik Michielsen heeft in 1867 hetzelfde gedaan en opnieuw is de bierbrouwerij gebruikt voor de uitbreiding van het Liefdehuis. Na verschillende verbouwingen staat er nu nog steeds op die plaats op zowel het Koningsplein als de Kerkstraat huize Bartholomeus.

Ook op de plaats van huis nummer 26 hebben verschillende huizen gestaan en daar heeft Cornelis Jan Kemp rond 1650 in het voornaamste huis gewoond. In 1679 is het verkocht aan de uit Gemert afkomstige herbergier Hendrikus Gijsberts van den Bleeck, die zijn bezit daar aanmerkelijk heeft uitgebreid met huizen met namen als 'de Engel' en het 'Borstenhofken'. In 1712 is het huis verkocht aan Antoniske Martens, weduwe van Jan van de Loverbosch, die getuige haar erfenis over veel geld heeft beschikt. De familie van de Loverbosch heeft het huis tot 1788 in bezit gehad, maar veelal aan derden verhuurd. Grutter en brouwer Marcellis van Bussel heeft het huis opgekocht om het in 1811 door te verkopen aan boterfabrikant Antoni Bluijssen. In de bijna honderd jaar dat de familie Bluijssen hier heeft gewoond is die firma enorm uitgegroeid en is op die plaats een villa gebouwd. In 1907 is echter het faillissement aangevraagd en zijn de villa en de overige panden verkocht aan de Rooms Katholieke gemeente. Vanaf dat moment heeft het deel uitgemaakt van huize Bartholomeus.

Linksonder is de enigszins aangepaste kaart van Theo Meulendijks te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw. Rechtsonder is de huidige situatie te zien, waarbij de huizen gebouwd tussen 1750 en 1800 paars zijn omcirkeld, tussen 1800 en 1850 blauw zijn omcirkeld, tussen 1850 en 1900 groen zijn omcirkeld en die tussen 1900 en 1950 oranje zijn omcirkeld:

15 16

De gekleurde huizen op de linker kaart betreffen huizen van voor 1800, waarbij de kleur groen staat voor cijnsplichtige huizen en het gebouw in geel geeft de kerk aan. Het aantal huizen is nagenoeg gelijk gebleven als we in aanmerking nemen dat de wit gekleurde huizen G591a en G592a onderdeel uitmaakten van het bezit van huisnummer 27.

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1929 worden de definitieve namen toegekend aan de straten van Asten en het Koningsplein wordt als volgt beschreven:

17

Men was in die tijd best trots op het Koningsplein getuige onderstaande ingezonden brief in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-07-1929 met rechts een foto van rond 1900 van de kermis op het Koningsplein met het Hippodrome van de familie Stips:

18 19

Hieronder uit de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-09-1902 een verslag van de kermis met het Hippodrome:

Bij die kermis hoort een spreekwoord voor de dorpen Someren, Lierop en Asten over hoe men aan het geld komt om dat uit te kunnen geven op de kermis.

Als we de situatie van 1830 vergelijken met de huidige situatie, dan is het uit 1750 stammende huis met nummer 54 recent verdwenen en staat ook het even oude huis met nummer 55 op de nominatie om te worden gesloopt. Asten moet zich schamen dat ze een stuk historie zomaar aan de sloophamer overgeven en renovatie of desnoods herbouw van dit laatst overgebleven huis, is meer op zijn plaats voor een typisch woonhuis in het 18e-eeuwse Asten. Hieronder een foto van het inmiddels verdwenen dubbele woonhuis:

20

De statige herenhuizen die uit de periode 1875-1900 en in opdracht van de toenmaals rijke gemeente Asten zijn gebouwd, zijn nog altijd beeldbepalend voor het Koningsplein. De oude kerk is in 1899 gesloopt, maar daarvoor in de plaats is een prachtige nieuwe kerk gebouwd. De pastoors vanaf 1273 tot 1980 en kapelaans van 1673 tot 1958 zijn bij deze kerk beschreven. Hieronder een foto van de oude en nieuwe kerk:

21

Bij die oude kerk heeft ook nog een school gestaan, die tot 1835 in gebruik is geweest en daarna is aan de oostzijde van de kerk een nieuwe school gebouwd, die tot 1893 dienst heeft gedaan. De schoolmeesters over de periode 1600 tot 1921 zijn bij de eerstgenoemde school beschreven.

Dat men in de tijd van het afbreken van de oude kerk en het inrichten van het Koningsplein, dat toen 'Plantsoen' heette, niet zo zorgvuldig omging met de doden begraven op het oude kerkhof dat bij de oude kerk lag, moge blijken uit deze ingezonden brief in de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-05-1900:

En dan nog het grote verschil aan de zuidzijde van het Koningsplein, waar eerst edelen en notabelen hebben gewoond. Dat moet destijds toch wel het duurste stukje Asten zijn geweest en doet vermoeden dat de familie van Cuyk hier vroeger het 'Huys Ten Perre' heeft bezeten. Na het verval van de huizen mede door een grote brand in 1636 gevolgd door de pestepidemie in datzelfde jaar. Toen de gereformeerden in 1648 de kerk overnamen, werd er een muur om de kerkhof gebouwd, waarbij de toegang tot de zuidzijde werd versperd. Nadat de katholieken weer zeggenschap kregen over de kerk zijn er bierbrouwerijen gevestigd en op de fundamenten daarvan is het Liefdegesticht gebouwd, waarvan de oversten vanaf 1841 tot 1956 zijn beschreven. Een prachtige metafoor duikt op: Waar destijds de stichters van de plaats Asten woonden, werd later bier gebrouwen en kwamen nog later de oude Astenaren aan hun einde. Hieronder een foto van de zuidzijde van het Koningsplein. 

Referenties
  1. ^Bestemmingsplan Asten centrumgebied (https://raad.asten.nl)
  2. ^Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch, L. H. C. Schutjes 1872 (https://books.google.nl/books/about/Geschiedenis_van_het_Bisdom_s_Hertogenbo.html?hl=nl&id=9t1aAAAAcAAJ&redir_esc=y)
  3. ^abGeschiedenis van Corsendonck, 1881 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=asten&page=14&coll=boeken1&identifier=NVDiqEGTVAgC&rowid=5)
  4. ^Tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis, taal- en letterkunde, jaargang 1, nummer 11 en 12, 1883-1886 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMUBTB01:001598009:00002&query=%22van+der+poll%22+tiend%2A+asten&coll=dts)
  5. ^Batavia illustrata, ofte verhandelinge vanden oorspronk, voortgank, zeden, eere, staat en godtsdienst van Oud Batavien, 1685 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=%22wolfert+van+brederode%22+asten&page=1&coll=boeken1&identifier=NZ5iAAAAcAAJ)
  6. ^abcNadere oorkonden uit het archief van Buren, 1853 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=asten&coll=boeken1&page=6&identifier=KnpoAAAAcAAJ&rowid=9)
  7. ^Taxandria; tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis en volkskunde, jaargang 22, 1915 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMUBTB01:001566001:00084&query=%22heerlijkheid+asten%22+1535&coll=dts&sortfield=date)
  8. ^Nederlandsch geslacht-, stam- en wapenboek, 1785 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=dpo:3487:mpeg21:0207&query=%22gerard+van+berckel%22+asten&coll=boeken&rowid=8)
  9. ^Personen in stambomen, Gerard Claeszoon van Berckel (https://www.genealogie-van-zon.nl/Stamouders.php?ID=14302)
  10. ^Bossche encyclopedie (http://bossche-encyclopedie.nl/overig/verdwenen%20panden/hof%20van%20brabant.htm)

Voormalig liefdehuis G1036

Hieronder wordt de geschiedenis van het Liefdehuis besproken, alsmede de rectoren over de periode 1884-1959 en de oversten over de periode 1841-1956:

Geschiedenis

De stichter van de Zusters van Liefde is Joannes Zwijsen, geboren op 28-08-1794 te Kerkdriel als zoon van molenaar Petrus Zwijsen en Elizabeth Baets. In de periode 1832-1842 was hij pastoor van de parochie 't Heike in Tilburg. De grote meerderheid van zijn parochianen bestond uit textielarbeiders en dagloners. Zij verdienden met hard werken slechts een karig loon. De sociale omstandigheden waren bijzonder slecht en kinderarbeid in fabrieken en werkplaatsen kwam in die tijd veelvuldig voor. Zwijsen was begaan met de nood van mensen. Energiek en doortastend wist Zwijsen wegen te vinden om de nood te verlichten. Hij schreef:

In 1832 Pastoor dezer parochie geworden zijnde, besloot ik een Gesticht van Liefdadigheid op te rigten, uitsluitend in het belang der arme kinderen mijner parochie, die geene gelegenheid hadden eenig onderrigt te ontvangen. Ik had niets anders op het oog, dan het oprigten eener school, waarin die arme kinderen zouden onderwezen worden in lezen, schrijven, naayen en breyen.

Hij noemde het Congregatie van de Zusters van Liefde, van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid. Spoedig vond het goede werk dat daar verricht werd ook vervolg in andere plaatsen en Asten was de tiende plaats waar op 19-07-1841 een Liefdehuis werd gesticht.

Rond 1840 wordt het huis met kadasternummer G591a en de tuin met kadasternummer G922 van Francis Berkers (zie Voormalig huis G591) voor ƒ 1000,- verkocht aan de Roomsch Katholieke kerk van Asten en daar wordt het Liefdehuis gesticht. Kort daarna wordt er een school bijgebouwd, zoals te lezen is in de machtiging rechts en gaat men hieronder op zoek naar personeel1.

Kadasternummer G1036 is het Liefdehuis en kadasternummer G1037 een meisjesschool, zoals te zien is op de kadasterkaart linksonder:

Rechts een foto uit rond 1890 van het eerste Liefdehuis, gelegen aan de huidige Kerkstraat.

01

Het Liefdehuis in Asten had Sint Bartholomeus als patroonheilige, genoemd naar pastoor Bartholomeus Kemps (zie Bartholomeus Kemps). Zuster Norberta (zie zuster Norberta) en zuster Delphina, overste in Helmond, werden vanuit Tilburg naar Asten gezonden en richten op 19-07-1841 het Liefdehuis op met twaalf stoelen en vier bedden.

In 1840 wordt de bierbrouwerij gesplitst met kadasternummer G951 en komen er twee kleine huisjes bij met kadasternummers G952 en G953 op de plaats waar eerder schuur G592a stond.

De bierbrouwerij van Hendrik Michielsen (zie Voormalig huis G591) wordt met de bijbouw van twee huisjes in 1867 voor ƒ 3000,- verkocht aan de Rooms Katholieke kerk van Asten. De brouwerij wordt afgebroken en daarna wordt het Gasthuis Liefdezusters met kadasternummer G1264 op die plaats uitgebreid. De nevenstaande kadasterkaart laat de nieuwbouw op de plaats van de bierbrouwerij bij de kerk zien.

De hierboven genoemde twee huisjes worden rond 1885 bij het Liefdehuis getrokken tot kadasternummer G1677, waarvan hieronder de kadasterkaart. Het huis met kadasternummer G1676 betreft het huis van Johannes Hermanus Severius Bluijssen (zie Julianastraat 2) dat in 1907 eveneens deel ging uitmaken van het Liefdehuis.

02

A voormalige bierbrouwerij van Hendrik Michielsen op de plaats van G591 en deel van G592a
B voormalige huisjes op de plaats van G592a
C nieuw gebouwde kapel met huizingnummer A211 in de periode 1879-1890
D eerste Liefdehuis uit 1841 op de plaats van G591a
E eerste deel van de school uit 1842
F uitbreiding van de school
G nieuw gebouwde boerderij

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-08-1882 en 26-02-1895 worden afbraakmaterialen te koop aangeboden van de restauraties van het Liefdehuis:

03 04

Het Liefdehuis huisvestte zieken en ouden van dagen uit Asten, maar ook van elders. Opvallend is dat vele geestelijken hun laatste dagen in het Liefdehuis doorbrachten, zoals oud-pastoor Norbertus Henricus van Dijck. Hij werd geboren te Tilburg op 02-12-1805 als zoon van Henricus Hubertus van Dijck en Antonia Francisca Arnolda van Liemdt. Rond 1830 was hij net als zijn vader van beroep kleermaker Eind juni 1877 komt hij vanuit Boorsheim (B), waar hij pastoor was, in het Liefdehuis wonen. Norbertus Henricus van Dijck is op 21-02-1880 te Asten overleden, aldus de Tilburgsche courant van 29-02-1880.


Een
andere pastoor was Joannes Mathias Cornelis Eijcken, geboren te Geldrop op 14-05-1868 als zoon van Antonius Stephanus Eijcken en Maria Catharina Tulleners. Hij was pastoor in Afferden en kwam in 1929 vanuit Druten naar het Liefdehuis. De Limburger van 12-03-1931 meldt dat Joannes Mathias Cornelis Eijcken de heilige sacramenten heeft ontvangen en hij is daarna op 16-04-1931 te Asten overleden.

Ook notabelen vonden hun weg naar het Liefdehuis in Asten. Zoals bijvoorbeeld schoenfabrikant Everardus Wilhelmus Krijtberg, geboren te Waalwijk op 03-05-1861 als zoon van Josephus Krijtberg en Maria Adriana van Ree. Hij komt in 1929 in pension Sint Joseph wonen vanuit Vlijmen samen met  Maria Ida Josephina Pernot, geboren te 's-Hertogenbosch op 21-08-1862 als dochter van Pieter Jacobus Pernot en Regina Maria Anna Landheer, met wie hij op 05-06-1894 te 's-Hertogenbosch getrouwd was. 

Everardus Wilhelmus Krijtberg is op 08-06-1935 te Asten overleden, zoals bericht in het Dagblad van Noord-Brabant van 12-06-1936. Maria Ida Josephina Pernot is op 29-04-1944 te Deurne overleden.

Bij het Liefdehuis behoorde een school en welke hulpmiddelen men tot zijn beschikking had, wordt aangegeven in de Provinciale verslagen voor het onderwijs van 1871:

Volgens het Nieuws van de Dag van 28-07-1890 is het 50-jarige bestaan van het Liefdehuis van de zusters van de Heilige Vincentius gevierd:

05

En in dagblad De Tijd van 24-07-1890 een verslag van de feestelijkheden:

Hieronder een foto van het in 1867 gebouwde en in 1901 verfraaide Liefdegesticht aan het Koningsplein:

06

Hieronder twee foto's van 1900 en 1950 van de kapel van het Liefdehuis:

Rond 1907 wordt ook de villa van Bluijssen (zie Julianastraat 2) betrokken bij het Liefdegesticht:

07

Hieronder een foto uit 1924 van de binnenplaats van het Liefdegesticht met de koeien van de boerderij met links aan het melken Fredericus Bernardus (Frits) de Vent (zie Prins Bernhardstraat 70) en rechts bij de koe Hendricus (Driek) van de Cruijs (zie Wolfsberg 52):

In 1928 overkomt knecht Hubertus Adrianus van Baar (zie Voormalig huis G396) een dodelijk ongeluk, zoals gemeld in de Bredasche courant van 13-12-1928.

 

 

Hieronder twee foto's van de in 1939 aangebrachte nieuwe voorgevel van het inmiddels tot 'Huize Bartholomeus' omgedoopte Liefdegesticht:

08

09

Op basis van gegevens van wikipedia, tilburgwiki en een verhaal van Paul Huismans van het Brabants Historisch Informatiecentrum, komen we tot de volgende reconstructie van het Liefdehuis:

De Dochters van Liefde van Vincentius a Paulo die soms ook eenvoudigweg worden aangeduid met de naam Dochters van Liefde, of Liefdeszusters vormen een Gemeenschap van apostolisch leven binnen de Katholieke Kerk. De gemeenschap is gewijd aan de Heilige Vincentius a Paulo, die samen met de Heilige Louise Legras-de Marillac ook geldt als de oprichter van deze gemeenschap. Op 23 november 1832 sticht Joannes Zwijsen de Congregatie van de Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid. Hij begint klein, samen met drie zusters, vanuit een kleine woning in de Tilburgse wijk 't Heike. De congregatie begon met drie Belgische begijnen in een huisje op 't Heike. In 1833 verhuisden zes zusters naar de Nieuwlandstraat. In 1834 werd door dertien zusters een tehuis betrokken op de hoek van de huidige Kloosterstraat en de Oudedijk, dat door Zwijsen werd aangeduid als 'het huis met de dertien celletjes'.

In 1841 hadden de Zusters van Liefde in Asten een klooster gesticht op verzoek van en in nauwe samenwerking met pastoor Bartholomeus Kemps. Ze begonnen hun liefdewerken in een huis tegenover de pastorie op de plaats van brouwerij Berkers, dat in 1852 werd uitgebreid en waarbij ook de kapel werd vergroot. In 1866 is het geheel verbouwd. De gemeente gaf in 1845 goedkeuring voor het oprichten van een lagere school 'buiten bezwaar van de gemeente of 's lands kas'. Het onderwijs in lezen, schrijven en rekenen mocht alleen aan meisjes worden gegeven. In 1867 werd aan het Koningsplein, op de plaats van brouwerij Michielsen, een nieuw klooster gebouwd naar plannen van architect Goyarts uit Tilburg. De zusters openden toen tevens een bewaarschool. In 1884 werden de oude bouwvallige gebouwen afgebroken en verrees er een nieuw liefdegesticht aan de Kerkstraat. Elf jaar later weken de zusters uit naar de oude openbare school, waar een nieuwe school en een slaapzaal werden gebouwd. Terwijl de voorgevel van de vrouwenbouw nog in 1901 was verfraaid, kon men in 1908 de belendende villa Sint Jozef kopen. Deze villa was in 1850 gebouwd door de familie Bluyssen en was sinds 1908 onderdeel van het gasthuis.

In 1923 waren er 65 oudere bewoners in het Liefdegesticht, terwijl er plaats was voor 75 en geschiedde de verpleging in klassen. De derde klasse kostte ongeveer 100 gulden per jaar en de eerste klasse ruim 500 gulden jaarlijks.

Rond 1927 telde de bewaarschool 179 leerlingen waaraan de zusters kleuteronderwijs onder leiding van zuster Guthbertha gaven:

In 1927 waren er 234 meisjes die lager onderwijs volgden bij de zusterschool grenzend aan het Liefdehuis onder leiding van zuster Angelica:

De letters a-i en k hebben betrekking op de vakken a: lezen, b: schrijven, c: rekenen, d: Nederlands, e: geschiedenis, f: aardrijkskunde, g: kennis der natuur, h: zingen, i: tekenen, k: handwerken.

De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 12-07-1941 meldt het 100-jarige bestaan van het Liefdehuis:

Hieronder volgt een overzicht van de rectoren en oversten van het Liefdehuis en daarna nog een overzicht van de schoolhoofden en onderwijzeressen.

Rectoren van het Liefdehuis

Op basis van informatie uit het jubileumboek Bartholomeus van Toon Hoefnagels en Wim Joosten2, is de volgende lijst van rectoren van het Liefdehuis te maken over de periode 1884-1959. De eerste jaren van het bestaan van het Liefdehuis verzorgden de pastoors de pastorale zorg, maar door de toenemende vraag uit de gemeenschap en het geringe aantal kapelaans moest worden uitgekeken naar inwonende pensiongasten met een achtergrond als priester.

# Periode Rector Geboorteplaats en datum Overlijdensplaats en datum
1 1884-1889 Franciscus de Haan Asten 29-09-1832 Asten 02-08-1893
2 1901-1909 Cornelis Bol Poeldijk 16-11-1844 Asten 24-06-1909
3 1909-1925 Petrus Alphonsius van Roessel Oisterwijk 11-02-1860 Asten 06-05-1925
4 1925-1929 Albertus Franciscus Coppens Lieshout 07-08-1864 Nijmegen 13-03-1945
5 1929-1931 Joannes Mathias Cornelius Eijcken Geldrop 14-05-1868 Asten 16-04-1931
6 1931-1935 Wilhelmus Wissels Hasselt (B) 11-1899 Hasselt (B) ±1963
7 1935-1937 Johannes Gerardus Josephus Princée Esch 06-11-1907 Hees 28-03-1965
8 1937-1939 Hendrikus Wilhelmus van Enschot Goirle 16-07-1876 Helden 25-05-1945
9 1939-1959 Frederik Norbertus Odo Bernard Maria Allard Geertruidenberg 13-05-1903 Eindhoven 20-10-1889

Franciscus de Haan, 1884-1889

Franciscus de Haan is geboren te Asten op 29-09-1832 als zoon van Joannes de Haan en Petronella van Bussel (zie Voormalig huis G359). Hij is in 1859 tot priester gewijd en is van 1860-1879  kapelaan in Haaren. Daarna is hij van 1879-1884 pastoor van Kessel en keert in 1884 vanuit Alem vanwege ziekte terug naar Asten, waar hij in het Liefdehuis verblijft en staat in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1879-1890 ingeschreven:

Franciscus de Haan wordt daar officieus rector en is op 02-08-1893 te Asten overleden. Hieronder de overlijdensadvertentie in de Maasbode van 05-08-1893 en rechts de overlijdensakte.

Cornelis Bol, 1901-1909

Cornelis Bol is geboren te Poeldijk op 16-11-1844 als zoon van Cornelus Bol en Alida van der Bol. Op basis van krantenberichten kan geconcludeerd worden dat hij rond 1869 tot priester is gewijd. Hij is van 1876-1884 kapelaan geweest in Amsterdam (Het Vaderland 27-09-1876), van 1884-1889 pastoor te Maassluis (Het Vaderland 31-12-1884) en van 1889-1901 pastoor te Weesp (De Grondwet 28-02-1889).

In dagblad De Tijd van 13-08-1890  worden door pastoor Bol leningen voor de kerk geloot en volgens de Maasbode van 08-06-1892 is hij betrokken bij de bedevaart:

In november 1901 komt hij vanuit Gemert in het Liefdehuis wonen en staat in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1900-1910 ingeschreven:

Hij wordt daar officieus rector met goedvinden van bisschop van der Ven en is op 24-06-1909 te Asten overleden. Hieronder de overlijdensadvertentie in het RK dagblad het huisgezin van 30-06-1909 en rechts de overlijdensakte:

Petrus Alphonsius van Roessel, 1909-1925

Petrus Alphonsius van Roessel is geboren te Oisterwijk op 11-02-1860 als zoon van Franciscus van Roessel en Maria van Beckhoven.

Op basis van nevenstaande necrologie in dagblad De Tijd van 07-05-1925 maken we op dat hij van 1887-1891 kapelaan is geweest in Alphen aan de Maas, van 1891-1896 kapelaan te Sint Oedenrode, van 1896-1902 kapelaan te Grave en van 1902-1909 rector te Diessen.

In het Eindhovensch dagblad van 08-05-1925 staat nog onderstaand bericht.

In oktober 1909 komt hij vanuit Diessen in het Liefdehuis wonen en staat in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1900-1910 ingeschreven:

In 1918 gaat Petrus Alphonsius van Roessel met emeritaat, maar blijft rector van het Liefdehuis. Hij is op 06-05-1925 te Asten overleden en linksonder de overlijdensadvertentie in het RK dagblad het huisgezin van 07-05-1925, middenonder zijn bidprentje en rechtsonder zijn overlijdensakte:

Albertus Franciscus Coppens, 1925-1929

Albertus Franciscus Coppens is geboren te Lieshout op 07-08-1864 als zoon van Martinus Coppens en Bartholomea van de Ven. Hij genoot zijn opleiding bij de Norbertijnen in Leuven (B) en is in 1899 tot priester gewijd. Hij is daarna priester in de abdij van Heverlé (B) en ontvangt voor zijn werk voor vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog een koninklijke onderscheiding. In augustus 1925 wordt hij vanuit Overijssche (B) als rector van het Liefdehuis in Asten benoemd, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-09-1925:

Albertus Franciscus Coppens wordt dan in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 ingeschreven:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-06-1929 de mededeling dat rector Albertus Franciscus Coppens benoemd is in Moergestel:

Hieronder een foto bij de eerste steenlegging van de nieuwe kerk van Moergestel in 1931 met als meest rechtse geestelijke rector Coppens3:

Albertus Franciscus Coppens is op 11-03-1945 te Nijmegen overleden en hieronder zijn overlijdensakte:

Joannes Mathias Cornelius Eijcken, 1929-1931

Joannes Mathias Cornelius Eijcken is geboren te Geldrop op 14-05-1868 als zoon van Antonius Stephanus Eijcken en Maria Catharina Tulleners. Hij is in 1893 tot priester gewijd, is daarna 20 jaar professor aan het klein seminarie in Sint Michielsgestel en wordt in 1912 tot pastoor benoemd te Afferden, waar hij in 1922 met emeritaat gaat. In 1929 neemt hij ontslag en vestigt zich in het Liefdehuis te Asten, zoals bericht in dagblad De Tijd van 16-09-1929:

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komt Joannes Mathias Cornelius Eijcken in september 1929 vanuit Druten in het Liefdehuis te Asten wonen:

Joannes Mathias Cornelius Eijcken is op 16-04-1931 te Asten overleden en hieronder zijn in memoriam in dagblad de Tijd van 17-04-1931, de overlijdensadvertentie in dagblad De Tijd van 20-04-1931 en zijn overlijdensakte:

Wilhelmus Wissels, 1931-1935

Wilhelmus (pater Valentinus) Wissels is geboren te Hasselt op 18-11-1899. en volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komt hij in 1930 in het Liefdehuis in Asten wonen:

Wilhelmus Wissels wordt in 1934 terug geroepen naar Kortrijk (B) om als kapelaan te gaan werken, aldus berichten in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-10-1934 en dagblad De Tijd van 08-10-1934:

Wilhelmus Wissels is in 1963 te Hasselt (B) overleden.

Johannes Gerardus Josephus Princée, 1935-1937

Johannes Gerardus Josephus Princée is geboren te Esch op 06-11-1907 als zoon van Joseph Maria Antonius Princée en Theresia Anna Brox. Hij is in 1933 tot priester gewijd en is daarna kapelaan te Nistelrode. Dagblad De Tijd van 07-08-1935 vermeldt dat hij vanwege ziekte naar het Liefdehuis in Asten gaat:

Johannes Gerardus Josephus Princée wordt in 1937 tot rector van het sanatorium van Son benoemd, zoals gemeld in de Maasbode van 17-07-1937:

Johannes Gerardus Josephus Princée wordt in 1951 nog tot rector bij de zusters Franciscanessen in Deurne benoemd, waarvan hieronder een foto uit 1956 van deurnewiki4 te midden van de zusters:

Hij viert daar in 1958 zijn zilveren priesterjubileum en wordt in 1959 tot rector van het Liefdehuis in Budel benoemd en de Volkskrant van 16-11-1963 meldt linksonder dat  hem eervol ontslag is verleend. Hij is op 28-03-1965 te Hees overleden en rechtsonder zijn overlijdensbericht in dagblad De Tijd van 30-03-1965:

Hendrikus Wilhelmus van Enschot, 1937-1939

Hendrikus Wilhelmus (Harrie) van Enschot is geboren te Goirle op 16-07-1876 als zoon van Johannes Baptist van Enschot en Johanna Rosalia Knegtel. Hij is in 1901 tot priester gewijd, waarvan linksonder een foto5 en van zijn opleiding heeft hij nog een boek geschreven met de titel 'Een feestgeschenk uit Haaren om uw geheugen wat op te frissen'. Hij wordt daarna van 1902-1909 kapelaan in Mill, van 1909-1913 kapelaan te Mierlo en van 1913-1922 kapelaan te Woensel bij Eindhoven. In 1922 wordt Hendrikus Wilhelmus van Enschot tot pastoor van Diessen benoemd, zoals medegedeeld in dagblad De Tijd van 27-03-1922:

Hieronder een foto van pastoor Harrie van Enschot te midden van de Rooms Katholieke Jonge Boerenstand6:

In de Maasbode van 15-04-1932 wordt Hendrikus Wilhelmus van Enschot tot rector in Druten benoemd:

Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komt hij in juli 1937 vanuit Druten in het Liefdehuis wonen:

In juli 1940 vertrekt hij naar Helden en vervolgens naar Rome, waar hij volgens de Eindhovensche en Meijerijsche courant van 28-12-1940 op 01-06-1941 zijn 40-jarig priesterjubileum viert:

Hendrikus Wilhelmus (Harrie) van Enschot is op 25-05-1945 te Helden overleden.

Frederik Norbertus Odo Bernard Maria Allard, 1939-1959

Frederik Norbertus Odo Bernard Maria (Fred) Allard is geboren te Geertruidenberg op 13-05-1903 als zoon van Hermanus Josephus Cornelius Maria Allard en Maria Alexandra Elisabeth Anna Barge. Hij studeert aan het groot seminarie te Haaren en is in 1930 tot priester gewijd en de Tilburgsche courant van 09-08-1930 meldt zijn aanstelling als kapelaan te Baardwijk:

Frederik Norbertus Odo Bernard Maria Allard is de eerste officiële rector die door de bisschop is benoemd, zoals gemeld in dagblad De tijd van 24-06-1939:

Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komt hij in augustus 1939 vanuit Waalwijk in het Liefdehuis wonen:

In 1959 heeft Frederik Norbertus Odo Bernard Maria (Fred) Allard afscheid genomen van de pastorale zorg in het Liefdehuis en heeft hij nog gewerkt op verschillende plaatsen in Noord Brabant, waaronder Someren en onderstaande foto toont hem links vooraan bij de uitreiking van het Nieuw Guinea Herinneringskruis7:

Frederik Norbertus Odo Bernard Maria (Fred) Allard is op 20-10-1989 te Eindhoven overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:

Oversten van het Liefdehuis

In het jubileumboek Bartholomeus van Toon Hoefnagels en Wim Joosten2, staat de volgende lijst met oversten van het Liefdehuis over de periode 1841-1956:

# Periode Overste Naam Geboorteplaats en datum Overlijdensplaats en datum
1 1841-1880 zuster Norberta Catharina Arnolda van Dijck Tilburg 21-11-1811 Tilburg 13-07-1884
2 1880-1885 zuster Bernarda Adriana Antonia Brouwer Amsterdam 19-03-1818 Tilburg 10-12-1886
3 1885-1911 zuster Engelberte Hendrica van Rijswijk Tilburg 04-08-1838 Liempde 25-02-1912
4 1911-1917 zuster Norberte Anna Helena Mannaerts Tilburg 26-07-1866 Tilburg 24-06-1943
5 1917-1919 zuster Theresine Maria Catharina van Oerle Boxtel 17-07-1860 Moergestel 01-02-1929
6 1919-1920 zuster Antonella Maria Josephina van den Bogaerd Tilburg 15-03-1879 Tilburg 04-04-1962
7 1920-1923 zuster Adeltrude Elisa Maria Hubertina Erdkamp Roermond 26-10-1881 Diessen 01-04-1965
8 1923-1930 zuster Restituta Johanna van den Broek Beesd 13-12-1872 Rijswijk 01-01-1951
9 1930-1935 zuster Apolonia Anna Cornelia van Roestel Tilburg 10-04-1869 Tilburg 21-01-1952
10 1935-1941 zuster Restituta Johanna van den Broek Beesd 13-12-1872 Rijswijk 01-01-1951
11 1941-1945 zuster Innocentius Maria Hubertine Cox Maasniel 30-05-1870 Tilburg 17-05-1948
12 1945-1951 zuster Irenea Francisca van Dinther Geffen 06-12-1898 Tilburg 07-01-1972
13 1951-1956 zuster Hedwigia Josina Maria van Heeswijk Stratum 29-12-1885 Moergestel 24-03-1971

Norberta van Dijck, 1841-1880

Catharina Arnolda van Dijck (zuster Norberta) is geboren te Tilburg op 21-11-1811 als dochter van Henricus van Dijck en Antonia Francisca Arnolda van Liemdt. In 1839 heeft zij het nieuw gebouwde Liefdehuis in Helmond bezocht en op 14-07-1841 is Norberta van Dijk samen met zuster Delphina, overste te Helmond, in Asten aangekomen en hebben een start gemaakt met het Liefdehuis in Asten. Zij is de eerste overste en blijft dat tot haar terugkeer naar Tilburg op 05-07-1880. Catharina Arnolda (zuster Norberta) van Dijck is op 13-07-1884 te Tilburg overleden en hieronder haar overlijdensakte:

10

Hieronder een foto van het Liefdegesticht zoals het er uit zag ten tijde dat zuster Norberta Asten verliet:

Maria Bernarda Brouwer, 1880-1885

Adriana Antonia (zuster Maria Bernarda) Brouwer is geboren te Amsterdam op 19-03-1818 als dochter van Gerardus Brouwers en Adriana Volkers. Zij heeft haar opleiding genoten bij de Zusters van Liefde te Tilburg en vertrekt op 01-10-1877 naar Eindhoven. Op 08-08-1881 vertrekt zij vanuit Tilburg naar Asten en wordt daar overste tot zij op 03-04-1885 naar Tilburg terugkeert. Adriana Antonia (zuster Maria Bernarda) Brouwer is op 10-12-1886 te Tilburg overleden en hieronder haar akte van overlijden:

11

Engelberte van Rijswijk, 1885-1911

Hendrica (zuster Engelberte) van Rijswijk is geboren te Tilburg op 04-08-1838 als dochter van landbouwer Engelbertus van Rijswijk en Joanna Maria van Broekhoven. Zij doet haar opleiding tot Liefdezuster in Tilburg en heeft ondermeer gewerkt in Hilvarenbeek. Op 23-04-1885 komt zij van daaruit als overste in het Liefdehuis van Asten werken. Op 05-05-1911 vertrekt zij naar Liempde en Hendrica (zuster Engelberte) van Rijswijk is op 25-02-1912 te Liempde overleden en hieronder haar overlijdensakte:

12

Norberte Mannaerts, 1911-1917

Anna Helena (zuster Norberte) Mannaerts is geboren te Tilburg op 26-07-1866 als dochter van Petrus Norbertus Mannaerts en Eva Raijmakers. Zij is aanvankelijk naaister van beroep en begint met haar opleiding bij de Liefdeszusters in Tilburg. Op 05-11-1897 vertrekt zij als verpleegster in het Liefdegesticht aan de Rozemarijnstraat in Eindhoven. Ze heeft daarna nog gewerkt te Rijsenburg en wordt op 17-06-1911 als overste van het Liefdegsticht in Asten benoemd. Zij vertrekt op 02-06-1917 uit Asten en wordt overste in Diessen, daarna van 18-06-1923 tot 31-05-1929 naar Gennep en vervolgens wordt ze overste van het Liefdegesticht aan de Markt te Helmond. Anna Helena (zuster Norberte) Mannaerts is op 24-06-1943 te Tilburg overleden en hieronder haar overlijdensakte:

13

Theresine van Oerle, 1917-1919

Maria Catharina (zuster Theresine) van Oerle is geboren te Boxtel op 17-07-1860 als dochter van Johannes van Oerle en Johanna Maria van Nuenen. In de periode 1880-1890 heeft zij haar opleiding gedaan bij de zusters van Liefde te Tilburg en heeft daarna ondermeer gewerkt te Sint Michielsgestel. Van daaruit komt zij op 09-04-1915 naar het Liefdegesticht in Diessen en op 06-06-1917 komt zij vanuit Diessen en wordt overste bij het Liefdegesticht te Asten. Op 06-09-1919 keert zij terug naar Tilburg om vervolgens op 25-11-1919 naar Moergestel te gaan. Maria Catharina (zuster Theresine) van Oerle vertrekt op 05-07-1923 naar Moergestel en is aldaar op 01-02-1929 overleden en hieronder haar overlijdensakte:

14

Antonella van den Bogaerd, 1919-1920

Maria Josephina (zuster Antonella) van den Bogaerd is geboren te Tilburg op 15-03-1879 als dochter van Antonius van den Bogaerd en Antonia Cornelia Vogels. Zij heeft haar opleiding tot Liefdezuster gedaan in Tilburg en heeft daarna ondermeer gewerkt in Venlo. Op 12-05-1917 komt zij vanuit Venlo te werken in het Rooms Katholiek Liefdegesticht van Heusden. Van daaruit wordt zij op 25-10-1919 overste van het Liefdehuis van Asten. Zij vertrekt op 07-05-1920 naar Delft en op 17-05-1921 naar het Sint Antoniusgesticht in Heusden. Daarna verhuist zij op 04-05-1925 naar Venlo en Maria Josephina (zuster Antonella) van den Bogaerd is op 04-04-1962 te Tilburg overleden en hieronder de akte bij haar overlijden:

15

Adeltrude Erdkamp, 1920-1923

Elisa Maria Hubertina (zuster Adeltrude) Erdkamp is geboren te Roermond op 26-10-1881 als dochter van koopman Godefridus Hubertus Erdkamp en Anna Gertrudis Hövelings. Zij heeft haar opleiding gedaan als Liefdezuster en keert op 10-12-1910 naar Tilburg terug. Op 18-12-1911 vertrekt zij naar het Liefdegesticht in Weert en heeft daarna nog in Delft gewerkt. Want op 07-05-1920 komt zij vanuit Delft naar het Liefdehuis in Asten waar zij overste wordt. Op 15-11-1923 vertrekt zij naar Druten. Elisa Maria Hubertina (zuster Adeltrude) Erdkamp is op 01-04-1965 te Diessen overleden en hieronder haar overlijdensakte:

16

Restituta van den Broek, 1923-1930, 1935-1941

Johanna (zuster Restituta) van den Broek is geboren te Beesd op 13-12-1872 als dochter van kleermaker Theodorus van den Broek en Antonia Baars. Zij komt op 04-04-1894 vanuit Utrecht bij de Liefdezusters in Tilburg en vertrekt na haar opleiding in 27-01-1896 naar Delft. Zij heeft nog gewerkt in Zeist en komt op 22-10-1923 vanuit Zeist werken als overste bij het Liefdehuis te Asten. Zij vertrekt op 28-02-1930 naar Budel en ruilt voor enkele jaren van functie met Anna Cornelia (zuster Apolonia) van Roestel. Op 02-10-1935 keert zij vanuit Arnhem weer terug in Asten voor een tweede termijn als overste. Op 26-07-1941 verhuist zij naar Eindhoven en Johanna (zuster Restituta) van den Broek is op 01-01-1951 te Rijswijk overleden en hieronder haar overlijdensakte:

17

Uit het schooljaar 1925-1926 dateert onderstaande foto van de eerste klas van de bewaarschool met naam, toenmalig adres en geboortedatum:
Bovenste rij van links naar rechts: Janus van den Eerenbeemd (Polderweg 2, 03-04-1921), Bert Spenkels (Ommelscheweg 22, 06-06-1921), Toon Seijkens (Wolfsberg 46, 05-02-1921), Frits de Bruijn (Koningsplein 16, 04-10-1920), Jan Linden (Stationstraat 10, 24-11-1920), Bert van Seccelen (Kerkstraat 38, 25-12-1920), Toon van Heugten (Dijk 11, 22-03-1921) en Frans Brouwers (onbekend).
Op de tweede rij van links naar rechts: Jan van de Ven (Prins Hendrikstraat, 23-11-1921), Frans van Oosterhout (Wolfsberg 21, 15-10-1920), André Remery (Molenstraat 22, 27-01-1921), Gerard Eijsbouts (Markt 17, 04-05-1921), Ben Martens (Sint Jozefstraat 1, 25-03-1921), Toon Wernars (Kerkstraat 30, 26-04-1921), Paul Bakens (Prins Hendrikstraat 29, 18-05-1921) en Louis Reijnen (Molenstraat 39, 10-01-1921).
Op de derde rij van links naar rechts: Huub van den Burg (Langstraat 16, 04-10-1920), Jan van Lieshout (Ommelscheweg 1A, 12-06-1921), Jan Eijsbouts (Stationstraat 22, 26-01-1922), Frans van Bommel (Ommelscheweg 8, 24-03-1921), Jan Bakens (Emmastraat 45, 23-02-1921), Harrie van Kemenade (Burgemeester Frenckenstraat 3, 01-10-1921), Wim Michiels (Langstraat 12, 03-10-1921), Harrie Swinkels (Voordeldonk 13, 27-03-1921), Ties van Deursen (Bussel 1, 03-02-1922), Toon van Oosterhout (Wolfsberg 21, 04-10-1921) en Louis Haazen (onbekend).
Op de vierde rij van links naar rechts: Toon van den Burg (Langstraat 16, 19-10-1921), Jan van Eijk (Julianastraat 16-02-1921), Hendrik Vlemmings (Wolfsberg 17, 13-11-1920), Sjef Loomans (Driehoekstraat 12, 24-07-1921), Jan Driessen (Molenstraat 27, 24-04-1921), Has van Bussel (Hemel 9, 03-06-1921), Theo van Roy (Kerkstraat 64, 18-02-1921), Louis Propst (Prins Hendrikstraat 43, 18-05-1921), Ceel Stevens (Hemel 4, 03-01-1920) en Huub van Lierop (Hindert 4, 11-07-1921).
Op de onderste rij van links naar rechts: Martien Welten (Vosselen 1, 06-06-1921), Wim van Bussel (Voordeldonk 6, 23-11-1920), Jan Manders (Wilhelminastraat 19, 04-11-1921), Wim Hendriks (Langstraat 20, 05-10-1921), Jan van Roij (Logtenstraat 13, 05-12-1921), Gerrit van Oosterhout (Kerkstraat 40, 26-04-1921), Noud van den Heuvel (Ostade 14, 25-10-1921) en Karel Engelen (Hemel 16, 31-12-1921).

17a

Apolonia van Roestel, 1930-1935

Anna Cornelia (zuster Apolonia) van Roestel is geboren te Tilburg op 10-04-1869 als dochter van landbouwer Johannes Cornelius van Roestel en Johanna van Iersel. Zij is opgeleid tot liefdezuster en verpleegster in Tilburg. Zij heeft ondermeer gewerkt te Gennep en in mei 1909 komt zij vanuit Gennep naar Moergestel. Op 16-12-1913 vertrekt zij naar het Liefdegesticht in Stiphout en blijft daar tot 04-03-1919 en wordt overste in het Liefdehuis in Udenhout. Op 26-04-1925 verhuist zij naar Budel en op 03-03-1930 ruilt zij van de functie als overste van het Liefdegesticht te Asten met Johanna (zuster Restituta) van den Broek. Op 03-10-1935 vertrekt zij naar Eindhoven en Anna Cornelia (zuster Apolonia) van Roestel is op 21-01-1952 te Tilburg overleden en hieronder haar overlijdensakte:

18

Innocentius Cox, 1941-1945

Maria Hubertina (zuster Innocentius) Cox is geboren te Maasniel 30-05-1870 als dochter van Leonardus Cox en Anna Margaretha van Melick. Zij heeft haar opleiding gedaan bij de Liefdezusters in Tilburg. Op 26-07-1941 komt zij vanuit Tilburg als overste bij het Liefdegesticht in Asten werken. Op 23-05-1945 vertrekt zij terug naar Tilburg en Maria Hubertina (zuster Innocentius) Cox is te Tilburg op 17-05-1948 overleden en hieronder haar overlijdensakte:

19

Irenea van Dinther 1945-1951

Francisca (zuster Irenea) van Dinther is geboren te Geffen op 06-12-1898 als dochter van landbouwer Hendrikus van Dinther en Adriana van Nistelrooij. Op 23-10-1922 vertrekt zij vanuit Geffen naar Tilburg voor haar opleiding tot Liefdezuster en verpleegster. Vanuit Tilburg gaat zij op 15-05-1924 aan het werk op het blindeninstituut te Grave. Zij heeft daarna nog gewerkt in Hilvarenbeek en is op 23-05-1945 vertrokken naar het Liefdegesticht in Asten. Zij is daar overste van de Liefdezusters tot haar vertrek op 21-07-1951 naar Zutphen. Francisca (zuster Irenea) van Dinther is op 07-01-1972 te Tilburg overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Hedwigia van Heeswijk, 1951-1956

Josina Maria Antonia (zuster Hedwigia) van Heeswijk is geboren te Stratum op 29-12-1885 als dochter van molenaar Johannes Wilhelmus van Heeswijk en Josina Cornelia van Bussel. Zij verhuizen rond 1900 naar Doetinchem en zij legt in 1905 haar kloostergelofte als liefdezuster af. Haar eerste werk is in Woensel en op 04-01-1906 keert ze vanuit Woensel terug naar Tilburg om vervolgens op 24-03-1908 naar Oss te vertrekken. Josina Maria Antonia (zuster Hedwigia) van Heeswijk heeft ook nog in Venlo gewerkt en op 02-08-1928 keert ze terug naar Woensel om daar als overste te werken op het Liefdegesticht aldaar. In het Eindhovensch dagblad van 22-09-1930 de aankondiging van het zilveren kloosterjubileum van zuster Hedwigia en enkele dagen later in diezelfde krant van 26-09-1930 de feestelijkheden:

20 21

Op 26-10-1931 vertrekt Josina Maria Antonia (zuster Hedwigia) van Heeswijk naar het Heilige Antoniusgesticht in 's-Hertogenbosch. Zij heeft daarna nog gewerkt in Heusden en komt van daaruit op 24-07-1951 naar het Liefdegesticht in Asten. Zij is daar overste tot 1956 en wordt opgevolgd door zuster Leonarda van der Geest. Josina Maria Antonia (zuster Hedwigia) van Heeswijk is te Moergestel op 24-03-1971 overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Schoolhoofden van het Liefdehuis

Hieronder een overzicht van de schoolhoofden van de meisjesschool van het Liefdehuis:

# Periode Hoofd meisjesschool Naam Geboorteplaats en datum Overlijdensplaats en datum
1 1845-1865 zuster Josephina
2 1865-1880 zuster Damasca Adalia Berendina Mens Zwolle 12-09-1831 Moergestel 07-03-1928
3 1880-1889 zuster Siarda Maria van de Kamp Berlicum 02-01-1855 Strijp 24-11-1911
4 1892-1905 zuster Baptista Francisca Catharina Lohe Amsterdam 06-09-1832 Asten 04-08-1905
5 1905-1914 zuster Gratia Maria Anna van Gool Diessen 17-01-1881 Diessen 02-07-1950
6 1914-1954 zuster Angelica Helena Maria Brans Strijp 07-11-1890 Aarle Rixtel 31-01-1980

Hieronder een overzicht van de schoolhoofden van de bewaarschool van het Liefdehuis:

# Periode Hoofd bewaarschool Naam Geboorteplaats en datum Overlijdensplaats en datum
1 1867-1882 zuster Michael Antonetta Josephina Henrica Kerssemakers Gestel 01-02-1843 Made en Drimmelen 01-05-1925
2 1894-1924 zuster Vincentiane Maria Sibilla Hubertina Backhuijs Venlo 12-08-1864 Moergestel 26-04-1933
3 1895-1935 zuster Guthbertha Maria Johanna Steenkamp Deventer 04-04-1848 Moergestel 17-06-1940
4 1919-1954 zuster Amarantha Arnolda Maria Johanna Staps Tilburg 19-07-1885 Diessen 26-07-1975

In 1932 werden zowel een nieuwe meisjesschool, de Mariaschool (zie Voormalige meisjesschool G2398) als een nieuwe bewaarschool, de Sint Jozefschool (zie Voormalige bewaarschool G2398) in gebruik genomen en werd na bijna 100 jaar afscheid genomen van het onderwijs bij het Liefdehuis. De Liefdezusters zetten daar nog wel het onderwijs voort, maar dat werd langzaam overgenomen door niet religieuze onderwijzeressen. Hier volgt een nadere beschrijving van de genoemde religieuze schoolhoofden.

(zuster Josephina), 1845-1865

In het jubileumboek 'Bartholomeus' van Toon Hoefnagels en Wim Joosten2 wordt melding gemaakt dat het eerste hoofd der school zuster Josephina was. Het is bekend dat zij van 1845 tot 1867 in het Liefdehuis in Asten heeft verbleven en vermoedelijk is zij aangesteld op basis van onderstaande vacature uit de Nieuwe bijdragen van 1845:

Aangezien het zeker in de periode rond 1850 een hele puzzel is om van de kloosternamen van de Liefdezusters aan hun wereldse namen te komen, is vooralsnog over zuster Josephina niet meer bekend.

Adalia Berendina (zuster Damasca) Mens, 1865-1880

Adalia Berendina (zuster Damasca) Mens is geboren te Zwolle op 12-09-1831 als dochter van winkelier Joannes Antoni Mens en Maria Stienhorst. Zij treedt op 09-05-1852 in bij de Liefdeszusters van Tilburg en in 1865 wordt zij hoofd van de meisjesschool in het Liefdehuis in Asten. Die taak vervulde zij 15 jaar tot haar vertrek op 09-06-1880 naar Tilburg. In de Provinciale Verslagen van het onderwijs van eind 1878 wordt Adalia Berendina Mens als hoofd der school genoemd en ook hulponderwijzers: 

Vervolgens wordt op 19-10-1880 zij hoofd der school in Stiphout en op 20-03-1885 vertrekt zuster Damasca voor dezelfde functie naar Hilvarenbeek. Op 12-09-1904 keert zij terug naar Tilburg en wordt overste van het klooster van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid. Op 11-12-1922 gaat zij met verlof naar Moergestel, waar zij haar 75-jarige kloosterfeest viert, aldus linksonder is te lezen in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 16-02-1927:

Adalia Berendina (zuster Damasca) Mens is op 07-03-1928 te Moergestel overleden en rechtsboven staat haar overlijden in de Volkskrant van 13-03-1928. Hieronder haar overlijdensakte:

Maria (zuster Siarda) van de Kamp, 1880-1889

Maria (zuster Siarda) van de Kamp is geboren te Berlicum op 02-01-1855 als dochter van onderwijzer Robertus Henricus van de Kamp en Hendrika van Kempen. Zij is op 17-01-1874 ingetreden bij de Liefdeszusters in Tilburg en vertrekt op 23-04-1877 naar Venlo, waar zij haar akte van hulponderwijzeres haalt, zoals linksonder bericht in het Nieuws van de dag van 22-11-1877:

Zij wordt op 03-08-1878 geprofest en vertrekt daarna naar Oss, waar zij slaagt voor hoofdonderwijzeres, zoals rechtsboven medegedeeld in het Algemeen handelsblad van 17-04-1880. Op 09-06-1880 komt zuster Siarda vanuit Oss in Asten aan, waar hoofd van de meisjesschool van het Liefdehuis wordt. In de Provinciale Verslagen van het onderwijs van eind 1885 wordt Maria van de Kamp als hoofd der school genoemd en ook hulponderwijzers: 

Zij vertrekt op 23-05-1889 naar Leende en wordt op 03-05-1899 hoofd van de school in Strijp.

Maria (zuster Siarda) van de Kamp is op 24-11-1911 te Strijp overleden en hieronder haar overlijdensakte en het bidprentje bij haar overlijden:

Francisca Catharina (zuster Baptista) van Lohe, 1892-1905

Francisca Catharina (zuster Baptista) van Lohe is geboren te Amsterdam op 06-09-1832 als dochter van Johan Heinrich van Lohe en Anna Maria Francisca Catharina Kohaus. Ze treedt in op 07-06-1855 in het klooster van de Liefdezusters in Tilburg en is vanaf 1858 werkzaam als Liefdezuster in het klooster van de Heilige Agnes aan de Venestraat in Geertruidenberg. Op 19-10-1882 vertrekt zij vanuit Geertruidenberg naar Geffen en werkt daar als hoofdonderwijzeres in 'Het oude klooster'.

Op 02-06-1892 wordt zuster Baptista overgeplaatst naar Asten om daar leiding te geven aan de meisjesschool van het Liefdehuis. In 1905 viert ze haar gouden kloosterjubileum en dat wordt opgeteked in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 09-06-1905:

Zuster Baptista was al ziek voordat ze haar gouden kloosterfeest vierde en is 2 maanden later te Asten overleden. De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 12-08-1905 brengt het droeve nieuws naar buiten.

 

Francisca Catharina (zuster Baptista) van Lohe is op 04-08-1905 te Asten overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Maria Anna (zuster Gratia) van Gool, 1905-1914

Maria Anna (zuster Gratia) van Gool is geboren te Diessen op 17-01-1881 als dochter van dagloner Hendrik van Gool en Aldegonda Anna Cornelia Damen. Van 02-08-1899 tot 02-08-1900 werkte zij als dienstmeid bij molenaresse de weduwe Verheggen in Hilvarenbeek en keerde daarna weer terug in het ouderlijk huis. Op 15-03-1902 vertrekt zij naar het klooster van het Gasthuis in Tilburg en is op 08-12-1904 ingetreden bij de Zusters van Liefde in Tilburg.

Op 01-12-1905 vertrekt zuster Gratia naar Asten en wordt hoofd van de meisjesschool van het Liefdehuis. Ze wordt op 09-08-1909 geprofest en blijft tot 1914 schoolhoofd en vertrekt op 18-12-1917 naar Oss en is daar onderwijzeres op de Rafaëlschool bij het Sint Leonardus gesticht. Van 16-12-1926 tot 25-11-1936 werkte zuster Gratia aan de school op de Heikant in Tilburg en gaat daarna naar het Liefdesgesticht Sint Franciscus van Sales in Kerkdriel. Op 11-11-1945 vertrekt ze naar Diessen en Maria Anna (zuster Gratia) van Gool is op 02-07-1950 aldaar overleden. Hieronder haar overlijdensakte, het bidprentje bij haar overlijden en een foto van de website van de familie van Gool8:

Helena Maria (zuster Angelica) Brans, 1914-1954

Helena Maria (zuster Angelica) Brans is geboren te Strijp op 07-11-1890 als dochter van landbouwer Johannes Brans en Johanna Maria van de Ven. Op 15-04-1904 vertrekt zij vanuit Strijp naar Tilburg en treedt daar op 06-10-1907 in bij de Zusters van Onze Lieve Vrouw Moeder van Barmhartigheid. Volgens de Tilburgsche courant van 11-05-1911 en het Algemeen Handelsblad van 01-08-1913 slaagt zij voor de akte en de hoofdakte voor lager ondewijs: 

Op 16-08-1913 vertrekt zij naar Hilvarenbeek en van daaruit op 31-08-1914 naar Beuningen om op 30-12-1914 te worden benoemd als hoofd van de meisjesschool van het Liefdehuis in Asten. In Het Vaderland van 07-08-1918 wordt gemeld dat zij geslaagd is voor het examen Frans:

Zuster Angelica haalt ook de onderwijsbevoegdheid Esperanto en zowel de Nieuwe Tilburgsche courant als de krant de Zuid-Willemsvaart van 08-12-1928 berichten hierover:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-10-1932 wordt haar loopbaan beschreven bij haar 25 jarig kloosterjubileum:

De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-10-1932 maakt melding van het aanstaande zilveren kloosterfeest en de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-12-1932 besteedt aandacht aan de feestelijkheden die er die dag hebben plaatsgevonden: 

Intussen was er een nieuwe bewaarschool, de Sint Jozefschool (zie Voormalige bewaarschool G2398), waar zuster Amarantha (zie ) hoofd was en een nieuwe meisjesschool, de Mariaschool (zie Voormalige meisjesschool G2398) met zuster Angelica als schoolhoofd gebouwd.

In 1934 brengt monseigneur Matthias Leonardus (Trudo) Brans, een broer van Helena Maria Brans, een bezoek aan Asten. Hij is sinds 1933 bisschop van Sumatra en een aankondiging van zijn bezoek staat in de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-05-1934.

Linksonder een foto van Matthias Leonardus (Trudo) Brans en rechtsonder een foto van de leerkrachten van de Mariaschool in 1949 met de onderwijzeressen, waaronder de drie zusters van links naar rechts Angelica, Gemma en Woutera.

Zuster Angelica was tot in de jaren 50 van de vorige eeuw hoofd der school en is tot 1972 in het Liefdehuis in Asten gebleven en vertrok daarna naar Mariëngaarde in Aarle Rixtel. Helena Maria (zuster Angelica) Brans is op 31-01-1980 te Aarle Rixtel overleden en hieronder haar overlijdensadvertentie in de Volkskrant van 02-02-1980:

Antonetta Josephina Henrica (zuster Michael) Kerssemakers, 1867-1882

Antonetta Josephina Henrica (zuster Michael) Kerssemakers is geboren te Gestel op 01-02-1843 als dochter van fabrikant Godefridus Hubertus Kerssemakers en Maria Catharina de Wit. Zij treedt rond 1866 in bij de Liefdezusters in Tilburg en vertrekt in 1867 naar de pas opgerichte bewaarschool van het Liefdehuis in Asten. In het begin had de school 20 leerlingen en aan het einde van het jaar waren het er al 50 om aan het eind van haar dienstverband uit te groeien tot 160 kleuters. Op 28-09-1882 neemt zuster Michael afscheid en vertrekt naar Helmond en vier jaar later op 14-09-1886 is Oss haar nieuwe standplaats. Vanuit Oss gaat zuster Michael op 02-06-1891 naar Utrecht en daarna heeft ze nog gewerkt in Borgloon (B) en tenslotte vanaf 16-04-1897 in Made en Drimmelen. Antonetta Josephina Henrica (zuster Michael) Kerssemakers is op 01-05-1925 te Made en Drimmelen overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Maria Sibilla Hubertina (zuster Vincentiane) Backhuijs, 1894-1924

Maria Sibilla Hubertina (zuster Vincentiane) Backhuijs is geboren te Venlo op 12-08-1864 als dochter van Renier Willem Backhuijs en Anna Elisabeth Sittarz. Zij treedt rond 1886 in bij de Zusters van Liefde in Tilburg en linksonder in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van  25-04-1890 staat dat zij geslaagd is voor onderwijzeres:

Vanuit Tilburg vertrekt zij op 02-05-1890 naar het Sint Annagesticht in Nijmegen en rechtsboven in het Nieuws van de dag van 25-10-1892 meldt dat zij geslaagd voor het examen gymnastiek. Vanuit Nijmegen vertrekt zij op 02-09-1893 naar Hoorn en van daar op 01-08-1894 naar Asten, waar zij hoofd wordt van de bewaarschool in het de Liefdehuis. In het Jaarboek voor het onderwijs van 1923 wordt zuster Vincentiane nog genoemd:

Op 12-08-1924 vertrekt zij naar Geffen, vervolgens naar 's-Hertogenbosch en op 26-02-1931 komt zij aan in Tilburg, waar zij overste is geworden in het Ignatiusgesticht. Zij vertrekt op 07-04-1933 naar Moergestel en in het Dagblad van Noord-Brabant van 27-04-1933 wordt gemeld dat zij aldaar is overleden.

Maria Sibilla Hubertina (zuster Vincentiane) Backhuijs is op 26-04-1933 te Moergestel overleden en hieronder haar overlijdensakte.

Maria Johanna (zuster Guthbertha) Steenkamp, 1895-1935

Maria Johanna (zuster Guthbertha) Steenkamp is geboren te Deventer op 04-04-1848 als dochter van schoenmaker Johannes Bernardus Steenkamp en Johanna Wassink. Zij treedt op 08-09-1874 in bij de zusters van Liefde in Tilburg en vertrekt op 05-11-1875 naar het klooster van de Lifdeszisters op het Binderseind in Helmond en is rond 1890 vertrokken naar Weert. Op 10-01-1895 komt zuster Guthbertha vanuit Weert naar het Liefdehuis in Asten om aldaar op de bewaarschool te gaan werken.  De Astenaar Wim Nolens beschrijft haar in zijn Astense verhalen3.

Ik moet eerst even zuster Bertha beschrijven. Zij was, schat ik, ongeveer 1,50 meter hoog en bijna even breed. Zij had van die venijnige oogjes onder die vooruitstekende kap en kon je zó zien dat er met haar niet te spotten viel. In de hand had zij een klepper, zo'n ding dat op een boek leek maar dat bestond uit twee houten helften met scharniertjes aan één zijde. Zij kon dat ding met de nodige wellust hanteren om tijdens perioden van het nodige lawaai de discipelen tot stilte te manen. De eerste dag op school schijn ik behoorlijk gebruld te hebben; de tweede dag schijn ik al stout geweest te zijn en moest ik in het bankje met gevouwen handjes stil blijven zitten met krijtpoeder op mijn vingers. Ik vond dit blijkbaar niet in de haak en heb het krijt weggeblazen. Er werd toen hevig geklepperd en moest ik naast de bank gaan staan.
Nu was zuster Bertha niet alleen hoofd van de kleuterschool maar had zij vérgaande bevoegdheden bij de jaarlijkse "Kindsheid". Dat was een optocht van de kinderen van de beide lagere scholen in ons dorp ten bate van de missie. De kinderen waren dan allen gekleed in de meest kleurrijke kostuums, waarvan de meeste gratis beschikbaar gesteld door de familie Bluyssen, die diverse heiligen en andere personen uit het oude en nieuwe testament moesten voorstellen. Ook de "herremenie" Sint Cecilia verleende haar belangeloze medewerking en onderweg werd er dan gecollecteerd voor het goede doel. In de periode dat ik op de kleuterschool zat had ik altijd één baantje graag willen hebben en dat was dat van het Kindje Jezus. Dat lag in een lekker bedje op een hangwagentje en hoefde je dus niet te lopen terwijl de rest allemaal per pedes apostolorum moest voortsukkelen.
Toen ik wat groter werd was er nog één baantje dat ik graag had willen hebben: heraut te paard die vooraan de stoet opende en met een toeter de komst van de optocht aankondigde. Ook deze baan heb ik nimmer gehad. Ik ben achtereenvolgens page van de Heilige Aloysius geweest, de zwarte van de drie koningen, slaaf aan een ketting en nog meerdere tweedehands baantjes. Zoals jullie zien was ik dus niet zuster Bertha's vriendje, die in deze verdeling altijd het laatste woord had. Het meest spannende van de Kindsheid vond ik altijd, als na afloop van de optocht de harmonie al spelend de kerk binnentrok en in volle muziek dan onder de gewelven losbarstte.

Zuster Guthbertha wordt ook beschreven in een artikel in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-09-1924 bij haar gouden kloosterjubileum:

Een jaar later meldt het blad Het huisgezin van 04-09-1925 linksonder de feestelijkheden bij de ontvangst van een eremedaille. Maria Johanna (zuster Guthbertha) Steenkamp vertrekt op 30-01-1936 naar Moergestel en is aldaar op 17-06-1940 overleden en rechtsonder haar overlijdensakte: 

Arnolda Maria Johanna (zuster Amarantha) Staps, 1919-1954

Arnolda Maria Johanna (zuster Amarantha) Staps is geboren te Tilburg op 19-07-1885 als dochter van wever Johannes Cornelis Staps en Maria de Jong. Zij trad op 28-02-1904 in bij de Zusters van Liefde in Tilburg 10-07-1907 naar Weert en volgens de Limburger koerier van 14-11-1916 slaagt zij voor de akte voor bewaarschoolonderwijs:

Op 04-02-1917 komt zuster Amarantha vanuit Weert naar het Liefdehuis in Asten en wordt benoemd tot hoofd van de bewaarschool. De Nieuwe Tilburgsche courant van 25-02-1929 meldt haar zilveren kloosterfeest en het Nieuwsblad voor het huisgezin van 12-02-1954 haar gouden kloosterfeest:

Arnolda Maria Johanna (zuster Amarantha) Staps is op 26-07-1975 in Huize Theresia te Diessen overleden. Linksonder een foto van zuster Amarantha temidden van de kleuters en rechts een foto van het klooster in Diessen: 

Onderwijzeressen van het Liefdehuis

In de bevolkingsregistsers worden bij het Liefdehuis religieuzen genoemd die ook als onderwijzeressen worden beschreven. Hieronder een overzicht van deze onderwijzeressen, waarvan duidelijk is dat het (nog) niet compleet is en van sommige onderwijzeressen is de kloosternaam nog onbekend.

# Periode Onderwijzeres Naam Geboorteplaats en datum Overlijdensplaats en datum
1 1849-1905 zuster Camilla Alberta Geertruda Joosten Helmond 13-07-1831 Asten 21-10-1905
2 1855-1893 zuster Rosa Henrica Elisabeth van den Heuvel Veghel 26-05-1823 Moergestel 01-10-1896
3 1869-1890 zuster Alexis Henrica van den Nieuwenhof Gestel 02-01-1850 Moergestel 07-05-1903
4 1880-1885 zuster Adrianie Maria Dimphina Verheggen Hilvarenbeek 03-06-1849 Moergestel 12-04-1911
5 1885-1890 zuster Germaine Anna Maria Petronella Bieshaar Zaltbommel 03-12-1836 Moergestel 17-12-1903
6 1888-1893 zuster Felicienne Philipina Maria Norberta Muskens Gennep 06-06-1847 Moergestel 25-06-1922
7 1890-1923 zuster Getula Cornelia Kanters Dongen 12-09-1854 Moergestel 15-02-1925
8 1892-1896 zuster Leonardia Maria Catharina Wagemans Tilburg 23-05-1866 Asten 03-12-1896
9 1892-1895 zuster Edmundo Elisabeth Horsten Tilburg 27-02-1871 Moergestel 07-05-1900
10 1899-1899 onbekend Klasina Johanna Aukes Huizum 03-05-1880 Asten 27-07-1949
11 1900-1915 zuster Ursula Maria Francisca van Merendonk Tilburg 25-09-1879 Amsterdam 10-10-1915
12 1908-1910 onbekend Theresia Maria van Zantbeek Tilburg 12-05-1877 Diessen 05-04-1959
13 1914-1915 onbekend Louisa Christina Scholten Zutphen 02-01-1886 Beuningen 16-09-1917
14 1914-1951 zuster Mathia Adriana Christina Spijkers Delfshaven 26-06-1871 Tilburg 19-10-1952
15 1915-1916 onbekend Maria Elisabeth Petronella van den Bouwhuijsen 's-Hertogenbosch 27-10-1894
16 1915-1917 zuster Hélène Cornelia Johanna Linthorst Winschoten 17-04-1877 Asten 12-11-1917
17 1915-1920 zuster Leander Petronella de Leest Bladel 12-12-1891 Moergestel 08-03-1963
18 1916-1930 zuster Leonora Geertruida Wilhelmina Neimeijer Assen 10-01-1875 Diessen 01-07-1952
19 1924-1941 zuster Ladislas Bernardina Everharda de Ruijter Zutphen 22-07-1887 Moergestel 23-11-1961
20 1931-1938 zuster Hermanus Maria Anna Lucia Antonia Heegeman Veghel 07-07-1871 Asten 20-05-1838

Hier volgt een nadere beschrijving van de genoemde religeiuze onderwijzeressen.

Alberta Geertruda (zuster Camilla) Joosten, 1849-1905

Alberta Geertruda Joosten is geboren op 13-07-1831 te Helmond als dochter van Paulus Joosten en Maria Anna Verbiest. Zij is op 14-10-1848 geprofest en komt in 1849 in het Liefdehuis van Asten werken als onderwijzeres en zij wordt genoemd als hulponderwijzeres bij de schoolhoofden zuster Damasca (zie zuster Damasca) en zuster Siarda (zie zuster Siarda). De Noord Brabanter van 11-10-1898 vermeldt haar gouden kloosterjubileum:

De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 17-10-1898 doet verslag van de feestelijkheden:

Zuster Camilla heeft gedurende meer dan 50 jaar les gegeven aan de Astense meisjes, zoals bericht in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 24-10-1905:

Alberta Geertruda (zuster Camilla) Joosten is op 21-10-1905 te Asten overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Henrica Elisabeth (zuster Rosa) van den Heuvel, 1855-1893

Henrica Elisabeth (zuster Rosa) van den Heuvel is geboren te Veghel op 26-05-1823 als dochter van Johannes van den Heuvel en Maria van Rooij. Van haar is bekend dat ze rond 1855 in Asten op de meisjesschool van het Liefdehuis als hulponderwijzeres is komen werken. Zij wordt als dusdanig genoemd bij de hoofden der school zuster Damasca (zie zuster Damasca) en zuster Siarda (zie zuster Siarda).

Henrica Elisabeth (zuster Rosa) van den Heuvel vertrekt op 16-07-1893 uit Asten naar Moergestel en is aldaar op 01-10-1896 overleden. Hieronder haar overlijdensakte:

Henrica (zuster Alexis) van den Nieuwenhof, 1869-1880

Henrica (zuster Alexis) van den Nieuwenhof is geboren te Gestel op 02-01-1850 als dochter van Hendrik van den Nieuwenhof en Henrica Mikkers. Zij treedt op 02-05-1868 in bij de Liefdezusters in Tilburg en vertrekt op 15-02-1869 vanuit Tilburg naar het Liefdehuis in Asten. Daar staat zij te boek als hulponderwijzeres op de meisjesschool bij zuster Damasca (zie zuster Damasca). 

Zuster Alexis vertrekt op 05-11-1880 naar Dussen en van daaruit op 02-07-1890 naar Hilvarenbeek. In 1893 wordt zij benoemd tot overste van het Liefdehuis in Gennep en werkt daar tot zij met ziekteverlof op 21-04-1903 naar Moergestel verhuist. In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 11-05-1903 en de Tilburgsche courant van 14-05-1903 wordt haar overlijden bekend gemaakt:

Henrica (zuster Alexis) van den Nieuwenhof is op 07-05-1903 te Moergestel overleden

Maria Dimphina (zuster Adrianie) Verheggen, 1880-1885

Maria Dimphina (zuster Adrianie) Verheggen is geboren te Hilvarenbeek op 03-06-1849 als dochter van Johannes Theodorus Verheggen en Maria Catharina de Groot. Zij treedt op 24-05-1868 in bij de Zusters van Liefde in Tilburg, is op 30-07-1872 geprofest en is daarna hulponderwijzeres op 't Heike in Tilburg. Op 13-11-1880 komt zij vanuit Tilburg als onderwijzeres werken op de meisjesschool van het Liefdehuis in Asten en wordt als zodanig genoemd bij het schoolhoofd zuster Siarda (zie zuster Siarda). 

Op 13-11-1885 vertrekt zuster Adrianie naar Gulpen en op basis van de advertentie rechts in de Tilburgsche courant van 07-11-1886 is zij samen met haar religieuze zuster Maria Antonetta Verheggen nog bij het 40-jarige huwelijksfeest van haar ouders geweest.

 

Op 30-09-1888 vertrekt zij vanuit Gulpen naar Maasdriel en werkt daar in het klooster van de Zusters van Liefde in Velddriel.

 

Op 02-10-1900 komt zij vanuit Maasdriel aan in Wijk bij Duurstede, alwaar zij in het jaarverslag over 1900 als onderwijzeres genoemd wordt.

Op 28-02-1901 komt Maria Dimphina (zuster Adrianie) Verheggen aan in Moergestel, alwaar zij op 12-04-1911 is overleden. Hieronder haar overlijdensakte en het bidprentje bij haar overlijden:

Anna Maria Petronella (zuster Germaine) Bieshaar, 1885-1890

Anna Maria Petronella (zuster Germaine) Bieshaar is geboren te Zaltbommel op 03-12-1836 als dochter van kleermaker Johannes Josephus Bieshaar en Elisabeth Flooren. Zij verhuist met het gezin via 's-Gravenhage in april 1851 naar Haarlem en in 1855 naar Zutphen. In de periode 1849-1859 treedt zij in bij de Liefdezusters in Tilburg. Vanuit Tilburg komt zij op 30-09-1858 aan in Nijmegen en vertrekt op 15-05-1862 naar Zwolle. Daarna heeft ze rond 1868 gewerkt aan het Sint Bernardusgesticht aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam en keert op 07-01-1870 terug in Tilburg. Zuster Germaine verblijft daarna nog in Limburg, waar de archieven nog altijd slecht beschikbaar zijn. Op 20-11-1885 komt zij vanuit Gulpen in Asten om les te geven op de meisjesschool bij hget Liefdehuis, waar zij nog als hulponderwijzeres genoemd wordt bij schoolhoofd zuster Siarda (zie zuster Siarda). Zij verlaat Asten op 30-01-1890 en toen had je ook al een toeslagenschandaal, want vanwege het feit dat Anna Maria Petronella Bieshaar de maand januari niet heeft volgemaakt, eist de Raad van State van 1891 dat de 16 gulden en 66 cent loon wordt terug betaald. 

Het is onbekend waar zuster Germaine naar toe is gegaan, maar ze gaat op 28-09-1896 naar Sint Michielsgestel en van daaruit op 08-10-1902 naar Helmond. Op 15-06-1903 komt zij vanuit Helmond aan in Moergestel en Anna Maria Petronella (zuster Germaine) Bieshaar is daar op 17-12-1903 overleden. Hieronder haar overlijdensakte.

Philipina Maria Norberta (zuster Felicienne) Muskens, 1888-1893

Philipina Maria Norberta Muskens is geboren te Gennep op 06-06-1847 als dochter van Lodewijk Muskens en Louisa Maria Willemsen. Zij treedt in 1868 in bij de zusters van Liefde in Tilburg en gaat rond 1869 via Nijmegen op 22-10-1870 naar Venlo. Op 21-10-1885 komt zij vanuit Roermond in Budel en vertrekt daar op 03-02-1888 naar Asten. Zuster Felicienne werkt waarschijnlijk als zuster voor de bewaarschool, aangezien zij later als dusdanig wordt genoemd, in het Liefdehuis in Asten. Op 09-02-1893 vertrekt zij naar Tessenderloo (B) en van daaruit op 24-05-1894 naar Dussen om op 19-06-1895 uit Dussen weer in het moederhuis in Tilburg terug te keren. Op 15-11-1899 vertrekt zij naar Maasdriel en keert op 13-04-1909 weer terug in Tilburg. Zij vertrekt op 07-03-1913 Moergestel alwaar Philipina Maria Norberta (zuster Felicienne) Muskens op 25-06-1922 is overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Cornelia (zuster Getula) Kanters, 1890-1923

Cornelia (zuster Getula) Kanters is geboren te Dongen op 12-09-1854 als dochter van smid Pieter Kanters en Catharina Verbunt. Zij treedt op 06-06-1878 in bij de Liefdezusters in Tilburg en vertrekt op 17-10-1879 naar 's Hertogenbosch. Terwijl zij daar woont en werkt slaagt zij voor de onderwijsakte van het lager onderwijs, zoalslinksonder gemeld in het Nieuws van de dag van 15-10-1880. Tevens slaagt zij kmoirt daarna voor het examen handwerken, aldus rechtsonder in de Tilburgsche courant van 17-10-1880:

Zij heeft daarna gewerkt in Utrecht want op 10-03-1890 komt zuster Getula vanuit Utrecht naar het Liefdehuis in Asten en is daar onderwijzers aan de meisjesschool tot haar vertrekt in 1923 naar het Sint Stanislausgesticht in Moergestel, zoals medegedeeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-07-1923.

De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 17-02-1925 meldt het overlijden van zuster Getula.

Cornelia (zuster Getula) Kanters is op 15-02-1925 te Moergestek overleden en hieronder haar overlijdensakte.

Maria Catharina (zuster Leonardia) Wagemans, 1892-1896

Maria Catharina (zuster Leonardia) Wagemans is geboren te Tilburg op 23-05-1866 als dochter van schoenmaker Johannes Jacobus Wagemans en Ida de Groot. Zij treedt rond 1880 in bij de Liefdezusters in Tilburg en vertrekt in november 1891 naar Arnhem. De Arnhemsche courant van 21-04-1892 meldt haar slagen voor de onderwijsakte: 

Zij komt in mei 1892 naar het Liefdehuis in Asten en is aldaar op 03-12-1896 overleden. De Noord-Brabanter van 12-12-1896 meldt haar begrafenis:

LInksonder de overlijdensadvertentie in de Nieuwe Tilburgsche courant van 10-12-1896 en rechtsonder haar overlijdensakte:

Elisabeth (zuster Edmundo) Horsten, 1892-1895

Elisabeth (zuster Edmundo) Horsten is geboren te Tilburg op 27-02-1871 als dochter van wever Adrianus Horsten en Maria Catharina de Rooij. Zij is rond 1889 ingetreden bij de Liefdezusters in Tilburg en vertrekt op 18-03-1890 naar Utrecht. Op 18-07-1892 komt zij vanuit uit Dussen in Asten om les te geven op de meisjesschool van het Liefdehuis. Zij vertrekt op 07-01-1895 naar Weert en als zij ziek wordt, gaat ze op 07-01-1897 naar Moergestel. Elisabeth (zuster Edmundo) Horsten is aldaar op 07-05-1900 overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Klasina Johanna Aukes (onbekend), 1899-1899

Klasina Johanna Aukes is geboren te Huizum op 03-05-1880 als dochter van commisionair Sjoerd Aukes en  Veronica Galama. Zij verhuist met het gezin in mei 1882 naar de Willemskade in Leeuwarden en in augustus 1893 naar Diever. Klasina Johanna Aukes werkt vanaf 05-12-1895 als dienstbode in Harlingen tot haar vertrek op 25-09-1897 naar Rotterdam, waar zij intreedt bij de zusters van Liefde. 

Zij behaalt haar akte voor onderwijzeres, zoals gemeld in de Opregte Haarlemsche courant van 02-06-1899 en vertrekt voor haar eerste baan als onderwijzeres op 01-07-1899 vanuit Rotterdam naar het Liefdehuis in Asten.

Twee maanden later op 31-08-1899 vertrekt zij naar Groningen om op 18-09-1900 weer terug te keren bij de Liefdezusters in Rotterdam.

Zij vertrekt 16-06-1901 naar Lisse en op 15-10-1903 naar het Rooms Katholiek gesticht in Leidschendam. Op 31-08-1906 wordt zij aangesteld als onderwijzeres aan de Rooms Katholieke parochiale meisjesschool in Oudewater. Vanuit Oudewater komt zij samen met haar moeder van 06-02-1908 tot 02-02-1909 inwonen bij haar oom Jan Nicolaas Aukes die als winkelier in de Vrijstraat in Eindhoven werkt. Daarna vertrekt zij naar Oerle waar Klasina Johanna Aukes op 09-09-1909 is getrouwd met sigarenfabrikant Joseph Maria Ludolf Cornelis Zeegers, geboren te Eindhoven op 20-02-1876. Zij wonen daarna te Eindhoven, Middelburg, Schoorl, Amsterdam, Bergen, Aarle Rixtel en uiteindelijk keert Klasina Johanna Aukes terug in het Liefdehuis in Asten, waar zij op 27-07-1949 komt te overlijden. Hieronder haar overlijdensakte:

Maria Francisca (zuster Ursula) van Merendonk, 1900-1915

Maria Francisca (zuster Ursula) van Merendonk is geboren te Tilburg op 25-09-1879 als dochter van timmerman Josephus Cornelis van Merendonk en Philomena Virginie Ader. Zij treedt op 01-10-1896 in bij de Zusters van Liefde en behaalt haar akte voor onderwijzeres, zoals linksonder gemeld in De Noordbrabanter van 11-06-1900:  

Ze wordt geprofest op 19-06-1900 en haar eerste baan als onderwijzeres begint op 30-06-1900 bij de meisjesschool van het Liefdehuis in Asten. Rechtsboven slaagt zij volgens Het Vaderland van 21-03-1913 voor het examen handwerken. Maria Francisca (zuster Ursula) van Merendonk is op 10-10-1915 te Amsterdam overleden en haar overlijdensakte is in het archief van Asten opgetekend, omdat zij daar toen nog woonachtig was. Hieronder haar overlijdensakte en het bidprentje bij haar overlijden:

Maria Petronella (zuster Alphonsie) Kraanen, 1906-1908

Maria Petronella (zuster Alphonsie) Kraanen is geboren te Tilburg op 23-12-1881 als dochter van leraar Petrus Alphonsus Kraanen en Philomena Johanna Maria Smeur. Zij behaalt al op jonge leeftijd haar akte voor onderwijzeres en tevens voor handwerken, zoals bericht in De Noord Brabanter van 11-06-1900 en van 23-02-1901:

In 1903 treedt zij in bij de zusters van Liefde in Tilburg en vertrekt op 27-08-1904 naar 's-Gravenhage en slaagt daar voor de hoofdakte, zoals opgetekend in Land en Volk van 23-08-1906.

Kort daarna op 03-09-1906 komt Maria Petronella Kraanen vanuit 's-Gravenhage naar het Liefdehuis in Asten om als onderwijzeres te werken.

Op 26-05-1908 vertrekt zij naar Kerkdriel om op 28-01-1910 naar Ubbergen te verhuizen en vanaf 29-09-1911 te gaan werken in het Sint Willebrordus gesticht in 's-Gravenhage.

Zij behaalt daar de akte Frans, zoals bericht in de Haagsche courant van 08-08-1914.

Op 20-08-1914 vertrekt zij naar Oss, wordt daar hoofd van de Sint Jozefschool en in de Gelderlander van 04-08-1928 wordt gemeld dat zuster Alphonsie haar zilveren kloosterfeest viert:

Op 28-03-1930 gaat zij vanuit Oss naar het Sint Pius gesticht in Amsterdam en wordt daar hoofd van de Sint Theresiaschool. Op 10-08-1933 vertrekt Maria Petronella Kraanen naar het Nazareth Liefdehuis in Venlo.

Maria Petronella (zuster Alphonsie) Kraanen is op 05-04-1959 te Diessen overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Theresia Maria (onbekend) van Zantbeek, 1908-1910

Theresia Maria van Zantbeek is geboren te Tilburg op 12-05-1877 als dochter van smid Franciscus Hubertus van Zantbeek en Petronella Wilhelmina Ader. Zij vertrekt op 06-10-1888 naar haar zus Catharina Maria van Zantbeek in Aarle Rixtel om op 11-10-1889 terug te keren in het ouderlijk huis in Tilburg. Theresia Maria van Zantbeek treedt op 23-11-1894 in bij de Liefdezusters in Stratum en keert op 07-10-1898 terug in Tilburg om op 14-06-1899 naar Diessen te vertrekken. Van daaruit is ze naar Utrechts vertrokken en in De Maasbode van 01-04-1903 staat dat Theresia Maria van Zantbeek geslaagd is voor het examen handwerken:

Op 30-09-1908 komt Theresia Maria van Zantbeek vanuit Utrecht in Asten om les te geven in handwerken aan de meisjesdschool van het Liefdehuis. Op 28-09-1910 vertrekt ze naar Arnhem en ze heeft daarna nog in Helmond gewerkt. Theresia Maria van Zantbeek is op 31-05-1957 te Diessen overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Louisa Christina (onbekend) Scholten, 1914-1915

Louisa Christina Scholten is geboren te Zutphen op 02-01-1886 als dochter van spekslager Johannes Wilhelmus Scholten en Maria Johanna Theresia Evers. Op 14-09-1900 treedt zij in bij de Zusters van Onze Lieve Vrouw Moeder van Barmhartigheid in Tilburg en vertrekt op 16-06-1908 naar Oss om op 01-10-1908 weer in Tilburg terug te keren. Op 10-10-1914 wordt Louisa Christina Scholten overgeplaatst naar het Liefdehuis in Asten om daar in het onderwijs op de meisjesschool te werken. 

Op 01-01-1916 vertrekt Louisa Christina Scholten naar Beuningen waar zij hoofd der school werd, zoals gemeld wordt in het Jaarboek van het Rooms Katholiek onderwijs van 1917. In De standaard van 09-08-1916 staat nog het bericht dat zij is geslaagd voor het examen Frans voor lager onderwijs.

Louisa Christina Scholten is op 16-09-1917 te Beuningen overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Adriana Christina (zuster Mathia) Spijkers, 1914-1951

Adriana Christina (zuster Mathia) Spijkers is geboren te Delfshaven op 26-06-1871 als dochter van smidsknecht Hendrik Spijkers en Catharina Maria Stoopman. Zij werkt in Rotterdam en keert op 29-05-1893 terug naar Delfshaven om op 16-10-1893 als winkeljuffrouw in 's-Gravenhage te gaan werken.

Op 02-01-1896 komt zij vanuit 's-Gravenhage naar Tilburg en treedt in bij de Liefdezusters om op 11-11-1896 te worden overgeplaatst naar Heusden. Vervolgens werkt zij vanaf 11-06-1899 in Kampen en 's-Hertogenbosch om op 03-04-1905 in Hoorn werkzaan te zijn. Van daaruit komt zij op 27-09-1905 in Deventer, waar zij met goed gevolg het examen nuttige handewerken aflegt, zoals bericht in Het Vaderland van 03-03-1910.

Op 02-05-1914 komt zuster Mathia vanuit Deventer in Asten als onderwijzeres handwerken bij het Liefdehuis. 

In 1946 viert zuster Mathia haar gouden kloosterfeest, zoals staat opgetekend in de Helmondsche courant van 09-01-1946:

Op 20-06-1951 vertrekt Adriana Christina Spijkers naar Tilburg, alwaar zij op 19-10-1952 is overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Maria Elisabeth Petronella (onbekend) van den Bouwhuijsen, 1915-1916

Maria Elisabeth Petronella van den Bouwhuijsen is geboren te 's-Hertogenbosch op 27-10-1894 als dochter van Johannes van den Bouwhuijsen en Maria Johanna Helena van de Ven. Zij genoor haar opleiding tot Liefdezuster waarschijnlijk in 's-Hertogenbosch. Het Vaderland van 23-11-1910 en het Algemeen Handelsblad van 05-04-1912 melden dat zij is geslaagd voor de examens gymnastiek en handwerken. 

Op 10-12-1913 komt zij uit 's-Hertogenbosch naar het Liefdehuis in Stratum en keert op 27-03-1914 terug naar 's-Hertogenbosch om op 18-01-1915 in het Liefdehuis Asten te gaan werken.

Zij zocht de liefde elders en keert op 31-08-1916 terug naar 's-Hertogenbosch. Maria Elisabeth Petronella van den Bouwhuijsen is op 17-08-1920 te 's-Hertogenbosch getrouwd met Samuel Willem Weisfelt. Zij wonen daarna nog in Middelburg.

Cornelia Johanna (zuster Hélène) Linthorst, 1915-1917

Cornelia Johanna (zuster Hélène) Linthorst is geboren te Winschoten op 17-04-1877 als dochter van Lubertus Linthorst en Helena van der Eerden. Op 30-11-1896 treedt zij in bij de Liefdezusters in Tilburg en vertrekt op 29-05-1897 naar Stratum. Zij behaalt daar de onderwijsakte, zoals medegedeeld in de Nieuwe Tilburgsche courant van 15-06-1899:

Zuster Hélène vertrekt op 27-06-1899 naar Helmond om daar les te geven aan de meisjesschool tot haar vertrek in 1914 naar Rijsenburg. Op 12-06-1915 komt zij vanuit Rijsenburg naar het Liefdehuis in Asten, alwaar Cornelia Johanna (zuster Hélène) Linthorst op 12-11-1917 is overleden. Hieronder haar overlijdensakte:

Petronella (zuster Leander) de Leest, 1915-1920

Petronella (zuster Leander) de Leest is geboren te Bladel op 12-12-1891 als dochter van landbouwer Michiel de Leest en Maria Catharina Kennis. Zij werkt van 04-11-1911 tot 08-06-1914 als dienstbode bij fabrikant Habraken in Zeelst en treedt op 25-08-1914 in bij de Liefdezusters in Tilburg. Zij vertrekt op 01-09-1915 naar Asten en wordt op 27-09-1918 geprofest. 

Op 19-04-1920 vertrekt zij vanuit Asten naar Moergestel en op 29-01-1936 naar het ziekenhuis aan het Westeinde te 's-Gravenhage en van daaruit op 04-12-1936 naar de Maliesingel in Utrecht. Op 17-02-1938 keert zuster Leander vanuit Amsterdam weer terug naar Moergestel en onderstaande artikelen uit de Nieuwe Tilburgsche courant van 24-01-1936 en 03-03-1938 berichten hierover: 

Petronella (zuster Leander) de Leest is op 08-03-1963 te Moergestel overleden en hieronder haar overlijdensakte en bidprentje bij haar overlijden:

Geertruida Wilhelmina (zuster Leonora) Neimeijer, 1916-1930

Geertruida Wilhelmina (zuster Leonora) Neimeijer is geboren te Assen op 10-01-1875 als dochter van smid Egbertus Johannes Neimeijer en Berendina Johanna Sander. Zij woont van 06-11-1894 tot 29-07-1895 in Almelo en op 29-04-1897 treedt zij in bij de Liefdezusters in Tilburg. Op 12-02-1898 wordt zuster Leonora overgeplaatst naar Venlo waar zij akte voor onderwijzeres haalt, aldus de Limburger koerier van 10-05-1902 

Waar zij daarna les heeft gegeven is vooralsnog onbekend tot zij op 06-06-1916 Asten op de meisjesschool van het Liefdehuis in Asten komt werken. Linksonder meldt de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 22-04-1922 haar 25-jarige feest voor haar intrede in het klooster: 

Rechtsboven uit de Nieuwe Tilburgsche courant van 06-12-1930 haar overplaatsing naar Moergestel waar zij op 21-11-1930 is aangekomen. Zij vertrekt nog op 05-04-1933 naar Arnhem, maar keert een half jaar later weer terug in Moergestel. In 1939 woont zuster Leonora in Diessen, alwaar zij op 01-07-1952 is overleden en hieronder haar overlijdensakte: 

Bernardina Everharda (zuster Ladislas) de Ruijter, 1924-1941

Bernardina Everharda (zuster Ladislas) de Ruijter is geboren te Zutphen op 22-07-1887 als dochter van schrijnwerker Gerhardus Antonius de Ruijter en Helena Scholten. Zij vertrekt op 18-03-1902 naar Stratum waar zij intreedt als leerlinge bij de Liefdezusters en vertrekt op 05-05-1908 naar Haarlem. Op 15-09-1909 komt zuster Ladislas vanuit Haarlem als winkeljuffrouw op de Marnixkade in Amsterdam werken en op 09-05-1911 komt zij aan in het klooster van de Liefdezusters in Tilburg. Op 20-05-1912 vertrekt zij naar Utrecht en slaagt voor het examen handwerken volgens De Nieuwe courant van 13-03-1913 en behaalt daar de akte voor onderwijzers, zoals medegedeeld in Het Vaderland van 25-05-1916:

Verder is bekend dat zuster Ladislas op 03-05-1924 vanuit Venlo als onderewijzeres in Asten komt werken tot haar vertrek in 1941 naar Moergestel, zoals medegedeeld in het Noordbrabantsch dagblad voor het huisgezin van 10-03-1941 en de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-04-1941:

Bernardina Everharda (zuster Ladislas) de Ruijter is op 23-11-1961 te Moergestel overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Maria Anna Lucia Antonia (zuster Hermanus) Heegeman, 1931-1938

Maria Anna Lucia Antonia (zuster Hermanus) Heegeman is geboren te Veghel op 07-07-1871 als dochter van pettenmaker Johannes Martinus Heegeman en Antonetta Wilhelmina Huberta van Krugten. In 1875 verhuisde het gezin naar Rotterdam en van januari 1885 tot mei 1886 woonde zij bij een oom en tante in Grave. Zij trad op 09-01-1891 in bij de Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid in Tilburg en werd op 24-06-1895 geprofest. Volgens het Nieuws van de dag van 02-12-1892 slaagt zij voor her gymnastiek examen en de Limburger koerier van 25-04-1896 meldt dat zij haar diploma voor onderwijzeres heeft gehaald:

Zij vertrekt op 22-05-1896 naar Groesbeek en komt op 29-04-1899 van daaruit als onderwijzeres bij de Liefdezusters in Leende. Zuster Maria Hermanus vertrok op 01-09-1899 naar Diessen. Eind 1899 vertrekt zij naar de Sint Bernardus School aan de Nieuwe Passerdersstraat in Amsterdam, zoals ook bericht in het Schoolblad, jaargang 29 van 30-01-1900:

Zij geeft daar ruim 30 jaar les en vertrekt op 27-03-1931 naar Asten. Maria Anna Lucia Antonia (zuster Hermanus) Heegeman is op 20-05-1838 te Asten overleden en hieronder haar overlijdensakte:

Een bijzondere gebeurtenis staat nog opgetekend in de Helmondsche courant van 06-11-1946 betreffende een gouden bruiloft van het echtpaar Marijnen-Van Son:

Adrianus Bartholomeus Christianus Marijnen is geboren te 's-Hertogenbosch op 28-02-1869 als zoon van Bartholomeus Johannes Marijnen en Catharina Christina Henrica van Kempen. Hij is als meubelmaker op 05-11-1896 te 's-Hertogenbosch getrouwd met Joanna Antonia van Son, geboren te 's-Hertogenbosch op 24-08-1871 als dochter van Michael van Son en Adriana Henrica van Dijk.

Adrianus Bartholomeus Christianus Marijnen is op 31-01-1949 te Asten overleden en Joanna Antonia van Son is op 27-03-1954 te Asten overleden. Hieronder het bidprentje bij het overlijden van Adrianus Bartholomeus Christianus Marijnen en de overlijdensakte van Joanna Antonia van Son.

Na de recente verbouwing resteert alleen nog het pension en de vleugel aan de Kerkstraat, waarvan hieronder twee foto's:

Overzicht bewoners

Kadasternummer G1036
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
G1036 1840-1867 Rooms katholieke gemeente van Asten nieuwbouw
G1264 1867-1885 Rooms katholieke gemeente van Asten uitbreiding
G1677 1885-1938 Rooms katholieke gemeente van Asten vernieuwing
Referenties
  1. ^Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding, voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen, 1845 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=dts:440009:mpeg21:0073&coll=dts&query=asten&page=13&sortfield=date&rowid=6)
  2. ^abcBartholomeus 1841-1991, Toon Hoefnagels en Wim Joosten, Schriks drukkerij Asten, 1991
  3. ^abDe eerste-steenlegging voor de nieuwe kerk van Moergestel (https://www.regionaalarchieftilburg.nl/zoek-een-foto/detail/3b359e72-9021-4fa1-b497-0872502e767c)
  4. ^Foto bij het 100-jarige bestaan van de kloostercongregatie (https://deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Bestand:26.578.jpg)
  5. ^Foto van priester Hendrikus Wilhelmus van Enschot (https://www.zeelandnet.nl/communities/stamboom/p/60529-fam-van-enschot-genealogie)
  6. ^Het bestuur van de Rooms Katholieke Jonge Boerenstand in Diessen (https://www.fotostichtingdiessen.nl)
  7. ^Uitreiking Nieuw Guinea Herinneringskruis (https://www.fotohistorisch.nl/zoek/120/+/plaats/Lierop,Someren)
  8. ^Website familie van Gool (https://www.familievangool.nl/)
  9. ^Astense verhalen van Wim Nolens (http://www.nolens.info/flierefluiter.htm)