Lindestraat 34

Rond 1902 bouwt Hubertus Verdonschot een huis met kadasternummer G1932 op een deel van voormalig bouwland G322 dat hij in 1897 van de kinderen Verberne heeft gekocht, zoals te zien is op nevenstaande kadasterkaart.   Hubertus Verdonschot woont elders in de Lindestraat (zie Voormalig huis G1013) en verhuurt het huis aan Antonius Cornelis Bertens, geboren te Tilburg op 14-03-1878 als zoon van Peter Bertens en Joanna Maria Brouwers. Hij is als kopergieter op 19-08-1902 te Asten getrouwd met Petronella van Schaijk, geboren te Asten op 23-05-1880 als dochter van Gerardus van Schaijk en Johanna van Bree (zie Prins Bernhardstraat 47).   In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1900-1910 wonen zij in het huis met huizingnummer A78a:

Zij vertrekken in juli 1903 naar Oegstgeest om zich later in Tilburg te vestigen en alwaar hij op 12-08-1960 is overleden en Petronella van Schaijk is op 03-01-1962 te Tilburg overleden.

Het huis komt in bezit van schoonzoon van de eigenaar Marinus Snijders, geboren te Asten op 01-02-1874 als zoon van Frederik Hendrik Snijders en Josijna Driessen. Hij is als fabrieksarbeider op 04-09-1903 te Asten getrouwd met Johanna Maria Verdonschot, geboren te Asten op 14-02-1881 als dochter van Hubertus Verdonschot en Antonia van Gogh. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 25-09-1907 de geboorte van zoon Hubertus Josephus:

Ook in de periode 1910-1920 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A87:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-02-1912 en van 07-06-1913 de geboortes van dochters Johanna en Anna Maria:

Over de periode 1920-1930 woont Marinus Snijders als koopman met zijn gezin in het huis met huizingnummer A92, ook bekend staand als Lindestraat 20:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-01-1920 en van 11-10-1921 de geboortes van dochters Gerarda Antonia Huberdina:

Hieronder een foto van olieman Marinus Snijders voor zijn huis met zijn petroleumkar, waarmee hij vanaf 1915 door Asten reed met de slogan 'Hoe het pijpje drop vergaat, staat in de volgende automaat':

Uit het verhaal 'Oliekar Pijpje Drop komt eraan' bij het Brabants Historisch Informatie Centrum1 citeren we:

De olielamp was de voorloper in verlichting tot de katoenpit voortaan gevoed werd met petroleum. Voor deze brandstof kon je in Asten terecht bij 'De Automaat', beheerd door Marinus Snijders. Het aan de man brengen van de brandstof gebeurde vooral in het ongeëlektrificeerde buitengebied en tijdens de oorlog, toen de stroom op rantsoen was gesteld.
'De Automaat' stond op pet en kar te lezen. Ieder die een maatje olie kocht, kreeg een gratis krantje dat naast reclame ook een stripverhaaltje bevatte. Om het vervolgverhaal bij te houden was het zaak wekelijks het vierkante olieblik te laten vullen voor lamp en petroleumstelletje. Dat laatste was in veel gezinnen aanwezig voor het sudderen van de geslachte kip of het stoofvlees op zaterdag voor de bouillonsoep van zondag.

Hieronder het gratis krantje van 'Pijpje Drop' en de slogan van 'De Automaat':

Het woord 'Pijpje Drop'komt ook nog voor in een gedicht van Jacobus Hendrikus (Koos) Speenhof in de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-10-1922 bij de afschaffing van de halve cent:

Ook over de periode 1930-1938 woont Marinus Snijders met zijn gezin in het huis aan de Lindestraat 20:

Volgens de Eindhovensche en Meijerijsche courant 10-01-1940 viert Marinus Snijders zijn zilveren jubileum als verkoper van petroleum:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-03-1943 biedt Marinus Snijders een kinderwagen te koop aan:

Johanna Maria Verdonschot is op 04-03-1942 te Asten overleden en Marinus Snijders is te Asten op 08-03-1944 overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

Het huis bestaat nog steeds en heeft als huidige adres Lindestraat 34, waarvan hieronder een streetview:

Overzicht bewoners

Lindestraat 20