De pagina's Asten/Markt, Asten/Markt/Voormalige school G1788 worden nu weergegeven
Asten toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 24-04-2024 00:04:40
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Markt

De Markt van Asten is gelegen rond het raadhuis en is tegenwoordig het centrale punt van het dorp. Tot rond 1800 was het ook hier een gemeenschap van landbouwers, waarvan enkelen ook een herberg bezaten of een winkelnering dreven. In de 19e eeuw gingen de bewoners zich specialiseren en kwamen er schoenmakers, kleermakers en smeden op de Markt of de directe omgeving. Ook in vroegere tijden werd er al markt gehouden, waarbij de boeren uit de omliggende gehuchten en kooplieden uit de omgeving hun waren verkochten.

Vroeger werd de naam Marktveld gebruikt en er bevond zich een brandkuil, die ook gebruikt werd voor het volksgericht toaffelen, waarbij de gestraften aan een touw door het water werden getrokken. Vanaf 1801 domineerde het raadhuis van Asten de Markt en hieronder een foto met het oude raadhuis en links daarvan herberg de Arend:

01

Op de Markt kwamen de wegen van en naar Lierop, Someren, Vlierden en Meijel samen en daartussen lagen de tot Asten behorende gehuchten. Er is echter ook wat te zeggen voor het feit dat deze wegen samenkomen op het huidige Koningsplein (zie Koningsplein), de plaats waar de oude kerk van Asten stond en mogelijk het 'Huys ten Perre' heeft gelegen. In het koor van die oude kerk vonden de raadsvergaderingen van schout en schepenen plaats tot 1800 plaats. De oudst bekende en gedetailleerde kaart van het dorp van Asten is de kadasterkaart van 1832, waarvan hieronder het deel rond de kerk en het raadhuis:

02

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1929 worden de definitieve namen toegekend aan de straten van Asten en de Markt wordt als volgt beschreven:

03

Van oudsher waren er verschillende winkels, ambachtshuizen en herbergen aan het Marktveld, echter daarnaast beoefende men het boerenbedrijf om in het onderhoud te voorzien. Dit kunnen we opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van de huidige Markt:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Willem Jan Loomans ƒ 55,-
Jan Peter Smits 58 ƒ 20,-
Gerrit van Riet 60 ƒ 18,-
weduwe Frans Huyberts 98 ƒ 66,-

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Op basis van deze gegevens kunnen we stellen dat er in de acht huizen die er destijds stonden bij vier huizen de akkerbouw of landbouw een belangrijke inkomstenbron was. Van de overige vier huizen was er een onbewoond, een in bewoning van een weduwe, een in verhuur en een huis was van een winkelier. Het betekent ook dat de Markt voor 1800 veel groter was en in directe verbinding moet hebben gestaan met de oude kerk.

04

Als we bedenken dat de huizen en erven met nummers 102 en 103 uit rond 1680 stammen, dan moet de Markt van Asten voor die tijd nog veel groter hebben uitgezien. Het eerst wordt het Marktveld genoemd in de 's Hertogenbossche courant van 08-05-1798 bij een advertentie over de verkoop van een inboedel en de huur van een huis Antonius en Marcelis van Bussel.

05

Het betreft hier herberg 'den Rooden Leeuw' met als huisnummer 102, gelegen aan wat heden ten dage de Marktstraat heet en destijds nog tot het Marktveld behoorde.

In de Nederlandsche Staatscourant van 16-02-1831 opnieuw een vermelding van het Marktveld van Asten als linie van toezicht voor accijnzen na de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden, het huidige België:

06

Gezien de afgemeten ruimte van de huidige Markt zijn er sinds die tijd een beperkt aantal huizen bijgebouwd. Rond 1850 zijn op de plaats van het onbewoonde huis twee woonhuizen gebouwd met kadasternummers G479 en G480, waarvan het laatste gezien de regelmatige wisseling van bewoners verhuurd moet zijn geweest. Het belangrijkste verschil is rond 1800 de bouw van het gemeentehuis met kadasternummer G577 en rond 1850 de bouw van een huis met kadasternummer G579 op plaatsen die tot dan toe niet bebouwd waren.

Het huis met nummer 103 naast het oude raadhuis dateert uit het begin van de 18e eeuw en is jarenlang in bezit geweest van de familie Doense, een naam die in Asten niet meer voorkomt. Zij waren paardenhandelaars en dreven handel tot ver in Duitsland, echter aan hun rijkdom komt een einde en na 100 jaar wordt het huis verkocht aan Leonardus Bots die het doorverkoopt aan notaris en burgemeester Abraham van Nouhuijs. Na 1850 is het huis als winkel in gebruik en vanaf 1879 wordt het door Lambert Michielsen als logement met de naam 'Den Arend' gebruikt. Dat logement wordt door hem in de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-03-1883 verkocht en diezelfde krant van 21-12-1901 bericht over een ansichtkaart die rechtsonder is te zien:

07

08

09

Het hotel is daarna jarenlang geleid door de familie Verdijsseldonck-van Hoek tot het rond 1940 plaats moest maken voor het nieuw te bouwen gemeentehuis.

Een ander hotel op de Markt met nummer 83 was in handen van de oorspronkelijk uit Nuenen afkomstige familie Sengers, die een belangrijke stempel op de ontwikkeling van Asten heeft gedrukt. Theodorus Johannes Sengers was de eerste burgemeester van Asten die in het oude raadhuis met zijn wethouders de raadsvergaderingen hield. Het was in de 17e eeuw een armoedig huis in eigendom van de familie Beckers, die het verkocht aan de familie Verberne en zij verhuurden het huis. Via de familie Nijssen, eveneens veerhuurders, komt het aan het eind van de 18e eeuw in handen van Theodorus Johannes Sengers. In het begin van de 19e eeuw wordt het huis uitgebouwd tot een huis met stallen en in de krant de Noord Brabander van 20-06-1844 wordt al gesproken over de herberg van de kinderen van de kinderen Sengers:

10

In 1911 wordt het hotel afgebroken met als doel om daar het nieuwe gemeentehuis te bouwen, echter er is veel kritiek en uiteindelijk komt er op die plaats in 1919 het nieuwe post- telegrafie- en telefoniekantoor.

Naast het vorige huis stond de brouwerij van Huybert Tielen op nummer 98, die al in het begin van de 17e eeuw in bedrijf was. Zijn zoon Frans nam de brouwerij over en later kwam het via zijn dochter Hendrina als herberg in handen van Mathijs van Bussel. Diens zoon Johannes was van beroep metselaar en vernieuwde het pand, maar zette de herberg voort. Zijn drie ongehuwde kinderen verkochten het in 1872 aan de oorspronkelijk uit Kaldenkirchen (D) afkomstige familie Bakens. Bijna 100 jaar woonden en werkten verschillende generaties van de familie Bakens als smid en herbergier in het huis, dat rond 1900 is herbouwd. Vanaf 1966 krijgt het nog steeds bestaande pand als naam 'café van Hoek' en hieronder een foto uit 1905 waarop zowel de smederij van Bakens achter de lindebomen als daarachter hotel Sengers te zien zijn:

11

Opvallend op bovenstaande foto is het gebouw geheel rechts en dat betreft de Openbare school, een prachtig doch niet erg doeltreffend gebouw. De school is gebouwd op een plaats waar sinds de 17e eeuw de familie Loomans woonde op huisnummer 97. Goort Peeter Loomans, zijn zoon Willem en diens zonen Tony en Joost hebben er ruim 100 jaar een boerenbedrijf met akkerbouw en veeteelt, bedreven. Uiteindelijk komt het in bezit van laatstgenoemde Joost Loomans die het verhuurt en in 1750 verkoopt aan Frans Martens. Zijn dochter Willemyn trouwt met Joost Hoebergen en diens zoon Piet en kleinzoon Willem Hoebergen beoefenden er hun boerenbedrijf. In 1892 koopt de gemeente het huis op voor de bouw van de bovengenoemde Openbare school. In 1963 werd de school gesloopt en kwam er de eerste supermarkt in Asten met de naam A&O.

Op die foto boven is links achter de kiosk nog een opvallend huis te zien, dat destijds bewoond werd door notaris Hockers. Het oorspronkelijke huis met huisnummer 60 werd in het begin van de 17e eeuw bewoont door de familie Roefs; Joost Roefs, diens zoon Joost en kleinzoon Joost waren schepenen van Asten en vervulden een belangrijke bestuurlijke rol. Hoewel het bestuur in die tijd in gereformeerde handen was, moest de drossaard vanwege een tekort aan geschikte kandidaten toch rooms katholieke schepenen benoemen. Kleinzoon Joost Roefs raakte in problemen met de gereformeerden en moest in 1729 zijn huis verkopen aan vorster Gerrit van Riet. Zijn zoon Leendert van Riet verkocht het huis in 1820 aan Wilhelmus Verberne, die een korte tijd burgemeester van Asten is geweest. Het huis is na zijn zoon Johannes door kleinzoon Wilhelmus Antonius Verberne in 1880 opnieuw opgebouwd en in 1902 verhuurd aan notaris Hockers. In 1906 wordt het verkocht aan de familie van Stratum die er een café begint, later overgenomen door bakker Johannes Eijsbouts, getrouwd met dochter Johanna. Het bleef café ook toen Cor Clevis het in 1947 overnam en bestaat nog steeds onder de naam 'De Kantine'.

De familie Roefs, inmiddels ook een naam die je in Asten niet meer tegenkomt, was ook in bezit van het naastgelegen 17e eeuwse pand met huisnummer 59. Johannes Aerts Coopmans erft het in 1706 en hij en zijn zoon Willem, zoals de naam al doet vermoeden, kooplieden en handelden vermoedelijk in granen. In 1767 wordt het huis verkocht aan Andries Bertens en de erven van zijn dochter Helena verkopen het huis door aan Peter Laurens Verleijsdonk. Daarna wordt het huis een huurpand, gezien de vele bewoners en is het in 1900 herbouwd. Vanaf ongeveer 1950 is het huis in gebruik als café.

Ook het huis daarnaast met huisnummer 57 stamt uit het begin van de 17e eeuw en is in eigendom van de familie Roefs en komt door een huwelijk van Catharina Roefs met Lambertus Kerckels in diens bezit. Zijn zoon Faes Kerckels verkoopt het in 1708 aan Johannes Smits en zijn zoon Johannes is jarenlang eigenaar en bewoner. Na zijn kinderloos overlijden komt het middels zijn zuster Catharina in handen van Paulus Verberne. Het huis wordt in 1790 verkocht aan en opnieuw opgebouwd door Peter van Bussel, die net als zijn zoon Arnoldus en kleinzoon Johannes Petrus als horlogemakers in het huis hebben gewoond en gewerkt. Als in 1911 zijn weduwe Maria Elisabeth van Bussel overlijdt, wordt het huis bewoond door Bernardus van de Bosch en de familie van Duppen. Uiteindelijk komt het in 1942 als café in handen van Piet de Wit en is in 2014 ten prooi gevallen aan de vernieuwing van het centrum.

Een opmerkelijke plek op het Marktveld wordt ingenomen door een brandkuil, die gebruikt werd als waterbron om branden te blussen, maar ook een functie had bij zogenaamde 'toaffel' processen. Deze brandkuil, in de volksmond de poel geheten, wordt voor het eerst genoemd in 1698:

Asten Rechterlijk Archief 88; folio 51; 13-02-1698:
Jan Hendrick Basen en Jacob Hendrick Basen, gebroeders, verkopen aan Peter de Laet getrouwd met Heylke Hendrick Basen, hun zuster, hun kindsdeel in huis, land en groes ontrent de Poel 8 lopense. Bewoner / gebruiker is Jacob Hendrick Basen. Het is hun nagelaten door hun ouders. De verkopers worden kost- en schadeloos gehouden van alle lasten en schulden door hun ouders nagelaten. Koopsom ƒ 66,-.

De familie Basen woonde toen in wat nu de Marktstraat heet en hieronder een korte beschrijving van een volksgericht nabij de waterpoel op het Marktveld, dat ook bekend stond onder de naam 'toaffelen':

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 73; 28-11-1755:
En Aalbert Verrijt, alzo op geweldige wijze op de kar gebonden zijnde, daarbij op die wijze niet mede heeft moeten zitten zijn moeder Jenneke Vogels, en op die wijze samen zijn rondgevoerd door de straten van het Dorp en aan de herbergen stilgestaan, onder andere aan de herberg van Gerrit van Riet, waar de voerlieden van de kar order vroegen aan Swanenberg, zijn gevoerd naar de Waterpoel, waar Aalbert Verrijt op blote knieën op de straat, voor alleman, zijn vrouw Johanna Smits om vergiffenis heeft moeten bidden of dat zij hem anders door de poel wilden slepen.

Hieronder twee foto's van de Markt gemaakt rond 1920:

11a

Hoe het verder met de ontwikkeling van de brandweer ging, citeren we uit de geschiedenis van de brandweer Asten1,2:

Op 30 december 1731 komt er een besluit van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden tot stand, waarin bepaald wordt, dat de dorpsbesturen een brandreglement dienen op te stellen. Op 30 oktober 1732 wordt het brandreglement in Asten van kracht. Vervolgens verschijnt er op 15 augustus 1755 een Orde en Reglement ter voorkominge en blussinge van Brant. Daarbij komen allerlei aanvullingen en strenger toezicht bij de uitoefening daarvan. In 1763 zijn negen Astenaren aangesteld voor het bestieren van de brandspuit en staat er een brandspuithuisje midden in het dorp. Daarin staan de spuit, emmers, haken, ladders en zeilen. Later komen er op verschillende plaatsen in het dorp zulke huisjes.
Het eerste Astense raadhuis, dat in september 1801 in gebruik genomen wordt, kent op de begane grond een brandspuitvertrek. Dit is groot genoeg om de aanwezige brandblusmiddelen op te bergen. Opzij zijn twee aparte ingangen, een voor het boter- of waaghuis en de ander voor de brandspuit. In 1822 wordt opnieuw een brandreglement opgesteld, waarvan rechts de voorplaat. In 1861 levert de Rotterdams firma Bikkers een grote brandspuit met zuigerpomp en toebehoren aan de gemeente Asten en wordt als onderkomen wordt een nieuw brandspuithuis gebouwd in het centrum van het dorp.

De eerder genoemde poel op het Marktveld, die voor het blussen van branden gebruikt werd, bestond nog zeker tot het eind van de 19e eeuw, zoals valt op te maken bij de bouw van de nieuwe school, zoals bericht in de Peel- en Kempenbode van 18-11-1893: 

Uit de Sumatra Post van 16-04-1930 een foto van een brandspuitoefening op de Markt, waarbij de Openbare school mooi in beeld is:

12

Iets achter de brandkuil is in 1918 een twee-onder-een-kap woning gebouwd, die er nog steeds staat met als huidige adres Markt 6 en Markt 8.

De Markt, eerder bekend als het Marktveld werd ook gebruikt voor de markten en later voor de kermis in Asten. De jaarmarkten waren in de 18e eeuw op drie dinsdagen, te weten de dinsdag voor Sint Matthijs (24 februari), de dinsdag voor Sint Servaas (13 mei) en de dinsdag voor Sint Maarten (11 november). In de loop van de 19e eeuw is de eerstgenoemde jaarmarkt verdwenen om in 1897 op een andere weekdag (maandag) weer te worden ingevoerd en tot na de Tweede Wereldoorlog is dit zo gebleven. Linksonder uit de Almanak van 1793, daaronder uit de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 1853 en geheel onder de herintroductie in de Peel- en Kempenbode van 02-09-1896. Rechtsonder een foto gemaakt rond 1900 van de markt op het Marktveld in de richting van de weg naar Ommel: 

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 12-07-1924 worden de voorbereidingen beschreven en de daarin genoemde bioscooptent van Willem Brouwers krijgt later nog een boete voor het illegaal vertonen van een film3

Hieronder is de kaart van Theo Meulendijks te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw:

13

De gekleurde huizen betreffen huizen van voor 1800, waarbij de kleur groen staat voor cijnsplichtige huizen en blauw geeft de brandkuil aan. Waren er rond 1800 nog zeven huizen, in het midden van de 19e eeuw was dat aantal gegroeid tot 11 huizen, waarbij de witte huizen nieuw zijn.

De kadasternummers G480 en G481 zijn nieuwe huurwoningen en kenden in de loop van de jaren vele bewoners. Uiteindelijk zijn ook deze huizen kort na de Tweede Wereldoorlog opgekocht door Piet de Wit, die er zijn garagebedrijf vestigde. Naast het raadhuis met kadasternummer G577 is rond 1825 nog een huis met kadasternummer G579 gebouwd in opdracht van Antonius Wilhelmus Verberne. In 1872 is het opgekocht door de familie Knaapen, die een deel verhuurde en een deel gebruikte voor hun schildersbedrijf. Vanaf 1916 hebben zij het gehele pand in bezit en is er café 'De Peelpoort' gevestigd. Na de bouw van het nieuwe gemeentehuis is ook dit huis afgebroken, maar op onderstaande foto van omstreeks 1940 is dit café nog net zichtbaar:

14

De Markt kent dus nog 9 vooroorlogse huizen, waarvan er slechts twee, zijnde een gesplitst huis, uit de 19e eeuw afkomstig is, waarvan hieronder een foto juist links van de kiosk:

15

16

Voormalige school G1788

Deze pagina bevat de volgende hoofdstukken:

Geschiedenis

In 1891 heeft de gemeenteraad van Asten besloten dat er een nieuwe school moest komen. In 1892 wordt de grond van het eerdere huis van Piet Hoebergen (zie Voormalig huis G520) en de smederij G1337 van Gerard Bakens (zie Markt 12) aangekocht. Daar is een nieuwe openbare school gebouwd, die de de oude school aan het Koningsplein (zie Voormalige school G875) moest vervangen.

De nieuwe school krijgt kadasternummer G1788, zoals te zien is op de nevenstaande kadasterkaart.

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-04-1893 besteedt het gemeentebestuur de bouw aan en in de Peel- en Kempenbode van 22-11-1893 is aan Hartjens uit Deurne en Coolen uit Asten het verf- en raamwerk gegund:

01 02

De krant de Zuid-Willemsvaart van 06-05-1893 meldt dat Frans Rooijakkers uit Deurne de laagste inschrijver was. Uiteindelijk kreeg hij de opdracht om voor bijna 25.000 gulden de school in Oud-Hollandse stijl te bouwen en op 01-04-1894 was de school klaar, zoals ook medegedeeld in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 16-12-1893:

Hoe het er met de school voorstond, blijkt uit een verslag van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen in het Koningrijk der Nederlanden over 18961:

De tabel laat zien dat het schoolgeld 2 gulden en 40 cent per leerling per jaar bedroeg. Van de 164 leerlingen in Asten, 33 leerlingen waren naar de Sint Pieterschool in Ommel verhuisd, verlieten er 20 vroegtijdig de school om een ambacht uit te oefenen (3), veldarbeid te verrichten (9), hun ouders te helpen (6) of vertrokken naar een andere gemeente (2).

In 1898 staat de openbare school er iets beter voor met van de 185 jongens en slechts 8 die om eerder genoemde redenen de school niet bezochten1:

De gemeenteraad van Asten was in 1903 voornemens om het schoolgeld af te schaffen, maar werd door de koningin teruggefloten, zoals genoemd in het Nieuws van de dag van 09-09-1903:

De school op de Markt was uitgerust met een apart gymnastieklokaal en in het verslag van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen in het Koningrijk der Nederlanden over 1904 wordt de resultaat op fysiek en intellect (sic) als gunstig beoordeeld1:

Wat onderwijzers rond 1905 verdienden, kan worden opgemaakt uit een raadverslag van de gemeente Asten weergegeven in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 28-02-1902 en de krant de Zuid-Willemsvaart van 06-03-1907:

Piet Hamilton, die nogal tekeer ging tegen de manier waarop het onderwijs in Asten was geregeld, beschrijft in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-08-1906 de samenstelling van de vijf klassen met ruim 200 leerlingen, waarvan 10 leerlingen het 7e en 8e leerjaar volgen:

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 staat de openbare lagere school op huizingnummer A135:

03

De school was in 1912 al weer te klein en het prachtige gebouw was eigenlijk niet erg geschikt als school, koud, weinig licht en hoofdonderwijzer Ten Haaf gebruikte het gymnastieklokaal voor de leerlingen van zijn kostschool. Omdat een nieuwe school in Heusden nog lang op zich liet wachten, is besloten om op de zolderverdieping twee extra lokalen in te richten.

Ook had de school te maken met de geuroverlast van de naastgelegen koekfabriek, die tegelijkertijd werd uitgebreid. De school krijgt kadasternummer G2127 en de koekfabriek kadasternummer G2128 (zie Voormalig huis G521), zoals weergegeven op de nevenstaande kadasterkaart.

Dit wordt alles bediscussieerd in de raadsvergadering van 17-12-1913, beschreven in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-12-1913:

De aanbesteding vindt plaats in 1914, zoals bericht in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 23-06-1914:

Het werk wordt voor de school aan de Markt wordt gegund aan Gerardus Smits en die voor de verbouw van de school in Ommel aan Johannes Mathijs van Deursen. 

In 1920 komt er een nieuwe onderwijswet, zoals hieronder beschreven2

In de grondwet van 1917 wordt de financiële gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder lager onderwijs vastgelegd. Daarmee komt een einde aan de schoolstrijd, ten minste wat betreft het lager onderwijs; voor het voortgezet onderwijs is dat pas na de Tweede Wereldoorlog het geval. De algemene bepalingen met betrekking tot het lager onderwijs die in de grondwet staan, worden uitgewerkt in de Lageronderwijswet van 1920, die met ingang van 1 januari 1921 van kracht wordt.
In de wet staat dat het Rijk de salarissen van de onderwijzers betaalt en dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de stichtings- en onderhoudskosten van alle schoolgebouwen en voor de kosten voor de inrichting van de lokalen en de aanschaf van leermiddelen. Overigens is de vergoeding van de salarissen door het Rijk gebonden aan bepaalde criteria. 'Boventallige' onderwijzers komen voor rekening van de gemeente.
De wet van 1920 maakt formeel een einde aan het standenonderwijs: het schoolgeld is voortaan voor alle lagere scholen gelijk. De hoogte van het bedrag dat ouders moeten betalen, hangt af van hun inkomen. Beneden een bepaalde inkomensgrens hoeft geen schoolgeld te worden betaald. Het is de bedoeling dat er eenheidsscholen ontstaan. In de praktijk blijkt de menging van kinderen uit verschillende sociale klassen nog geruime tijd een heikel punt te zijn.

Het gevolg is dat de school in 1922 verandert van openbaar onderwijs naar bijzonder lager onderwijs op katholieke grondslag onder de naam Rooms Katholiek bijzonder onderwijs Onze Lieve Vrouw Praesentatie. Het was een jongensschool en het openbaar onderwijs werd daarna in de oude school op het huidige Koningsplein gegeven. Ook is er in 1921 de Sint Anthoniusschool in Heusden geopend, zodat het oplopende leerlingenaantal enigszins werd getemperd. Volgens het jaarboek van het onderwijs en opvoeding der Rooms Katholieke jeugd in Nederland en koloniën van 1924, 1930, 1935, 1940 en 19423 zijn er respectievelijk 247, 277, 298, 361 en 292 jongens met 7 leerkrachten:

De letters a-j en l en m hebben betrekking op de vakken a: lezen, b: schrijven, c: rekenen, d: Nederlands, e: geschiedenis, f: aardrijkskunde, g: kennis der natuur, h: zingen, i: tekenen, j: gymnastiek, l: Frans, m: Duits.

De afname in leerlingenaantal in 1942 wordt veroorzaakt door de opening van de Sint Henricusschool op Voordeldonk.

Hieronder een foto van de school die tot 1963 in Asten gedurende ruim 70 jaren de Markt heeft gesierd. Daarna is er de supermarkt A&O gekomen en vervolgens de Hema:

19

Hieronder een foto van de A&O supermarkt op de plaats van de oude school:

20

Hieronder een streetview uit 2016 met de HEMA op de plaats van de oude school:

21

Verdere historische gegevens zijn verwerkt in de volgende hoofdstukken. 

Schoolmeesters en hoofdonderwijzers

Hieronder een overzicht van de schoolmeesters en hoofdonderwijzers over de periode van 1600 tot en met 1952. Tot 1832 werd les gegeven aan een school dichtbij de kerk aan het Koningsplein, van 1832 tot 1894 aan de school gelegen achter het raadhuis aan het Koningsplein en daarna aan de school gelegen aan de Markt:

Periode Schoolmeester of hoofdonderwijzer Geboorteplaats en datum Overlijdensplaats en datum Locatie
1600-1636 Jan Henrick Gelis ±1575 Asten ±1636 Ten zuiden van de oude kerk; G590
(vanaf ±1713 schoolhuis in
toenmalige Molenstraat)
1640-1666 Adriaen Verhoffstadt Leiden ±1600 Asten ±1666
1667-1670 Daniel Sauvé ±1615 Asten ±1670
1670-1713 Isaac Sauvé Heusden ±1645 Asten ±1716
1719-1758 Gabriel van Swanenberg ±1685 Asten 01-07-1758
1759-1779 Pieter Zijnen Eersel 07-03-1734 Asten 15-04-1779
1779-1822 Hendrik Elbertsen Wildeman Voorthuizen 09-05-1751 Nijmegen 22-08-1826**
1822-1831 Hendrik Klaas Gelling Kloosterterapel 05-08-1792 Wedde 19-09-1865
1831-1879 Franciscus Hoebens* Tilburg 13-02-1807 Asten 05-06-1880 Achter het raadhuis; G875
1879-1894 Antonius Franciscus ten Haaf* 's-Heerenberg 14-12-1852 Asten 24-08-1921
1894-1921 Op de markt; G1788
1922-1952 Joseph Maria Hoes Cuijk 24-04-1887 Asten 13-10-1970

Antonius Franciscus ten Haaf, 1894-1921

De eerste hoofdonderwijzer van de nieuwe openbare school was Antonius Franciscus ten Haaf, geboren te 's-Heerenberg op 14-12-1852 als zoon van voerman Antoon ten Haaf en Maria Beumer. Hij is op 29-04-1879 te Bergh getrouwd met Gerarda Gesina (Grada) Winterink, geboren te 's-Heerenberg op 19-10-1857 als dochter van Theodorus Philippus Jacobus Winterink en Geertruida Kroes.

04

Het gezin van Antonius Franciscus ten Haaf en Gerarda Gesina (Grada) Winterink:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Maria Gertruida Francisca Asten 26-02-1880 Asten 26-05-1909
Johannes Gerardus Sengers
Veldhoven 27-04-1932
2 Geertruida Gesina Maria Asten 24-10-1881 Asten 23-04-1912
Martinus Wilhelmus Luijpen
Utrecht 22-12-1949
3 Wilhelmina Louisa Antonia Asten 16-04-1884 Asten 02-05-1916
Josephus Leonardus de Wijs
Boekarest (R) 10-10-1922
4 Louisa Johanna Gerarda Asten 21-06-1886 Ongehuwd Asten 05-01-1967
5 Theodora Alphonsa Maria Asten 29-04-1889 Bussum 02-08-1921
Hendrik Ferdinand Kret
Mierlo 01-06-1956

Wat een onderwijzer of een hoofd der school rond 1906 verdiende is te lezen in een verslag van de vergadering van de gemeenteraad in de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-12-1906:

04a

Antonius Franciscus ten Haaf had daarnaast een kostschool bij zijn woning op het Koningsplein (zie Koningsplein 8) en had problemen door vermenging van de twee onderwijssystemen. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 23-08-1913 een artikel waar er overeenstemming is bereikt over de te volgen lesmethode:

05

Bovendien was het mooie gebouw niet echt geschikt als een school, het was er 's zomers heet en 's winters koud en het rook naar koek van de naastgelegen koekfabriek. Bovendien groeide het aantal leerlingen te snel, hetgeen leidde tot onrust onder het onderwijzend personeel, waaronder meester van Helden. Hieronder een foto van een groep leerlingen van de openbare lagere school aan de Markt te Asten met geheel rechts Antonius Franciscus ten Haaf:

06

Hieronder nog een klassenfoto uit 1907 met links meester ten Haaf:

06a

Antonius Franciscus ten Haaf is op 24-08-1921 te Asten overleden. Hieronder de overlijdensadvertentie in de Maasbode van 26-08-1921 en de overlijdensakte van Antonius Franciscus ten Haaf:

07

08

Linksonder in dagblad de Tijd van 27-08-1921 een korte levensbeschrijving van schoolmeester ten Haaf en rechts daarvan in de krant de Zuid-Willemsvaart van 11-10-1922 het overlijden van dochter Wilhelmina Louisa Antonia ten Haaf:

09 10

Gerarda Gesina (Grada) Winterink is op 23-05-1929 te Asten overleden en hieronder het bidprentje bij haar overlijden:

11 12

Onderwijzers onder Antonius Franciscus ten Haaf

Voor de hulponderwijzers, die onder Antonius Franciscus ten Haaf hebben gewerkt, wordt verwezen naar de voormalige school op het huidige Koningsplein (zie Voormalige school G875).

Joseph Maria Hoes, 1922-1952

Meester ten Haaf werd opgevolgd door Joseph Maria Hoes, geboren te Cuyk op 24-04-1887 als zoon van Petrus Arnoldus Hoes en Johanna Adriana Leijten. Hij slaagt in 1906 voor het examen lager onderwijs aan de Bisschoppelijke kweekschool te 's-Hertogenbosch, zoals bericht in het Algemeen Handelsblad van 22-04-1906:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-08-1908 linksonder slaagt hij voor de hoofdakte en in 1910 voor het examen Frans. Rechtsonder in de Tilburgsche courant van 25-06-1912 zijn aanstelling als onderwijzer in Tilburg:

Joseph Maria Hoes is op 12-09-1916 te Tilburg getrouwd met Cornelia Josephina Maria Dudar, geboren te Tilburg op 12-07-1884 als dochter van Gerardus Dudar en Dingena Tempelaars:

12a

Het gezin van Joseph Maria Hoes en Cornelia Josephina Maria Dudar:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johannes Marinus Antonius Dordrecht 28-09-1917 Priester Medicine Hat (Can) 25-02-1002 Canada
2 Gerardus Adrianus Tilburg 10-02-1919 Ongehuwd Neuengamme (D) 09-02-1945
3 Dingena Catharina Antonia Tilburg 09-02-1920 Religieuse Moergestel 02-02-2010 Liefdezuster
werkte in Brazilië
4 Johanna Maria Josepha Asten 13-03-1924 Asten 05-08-1953
Hermanus Antonius Bos
Bemmel 06-07-1998
5 Theresia Anna Gerarda Cornelia Asten 21-07-1927 Tilburg 07-04-1959
Robert August Herman Sauter
Druten 19-11-1990

Joseph Maria Hoes woonde met zijn gezin in A17 (zie Koningsplein 8). In de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-12-1921 de aanstelling van Joseph Maria Hoes als hoofdonderwijzer op de Rooms Katholieke lagere school; door de onderwijswet van 1920 verkregen ook scholen op godsdienstige grondslag subsidie:

13

Met de komst van het Rooms Katholieke bijzondere onderwijs in Asten, waren er 15 leerlingen van protestantse huize die in de oude school een eigen openbare school begonnen onder leiding van Gérard Gaston Remery, die aanvankelijk nog waarnemend hoofd was, wonend aan het Koningsplein en later in de Molenstraat, de huidige Burgemeester Wijnenstraat (zie Voormalig huis G1762A).

Joseph Maria Hoes was voorzitter van de commissie van schoolverzuim volgens het Eindhovensch dagblad van 23-02-1923 en de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 02-01-1929:

14 15

Op de foto geheel links 'mister' Hoes aan de achterzijde van de inmiddels Rooms Katholieke school voor bijzonder onderwijs.

16

Hieronder een foto van de klas van meester Hoes rond 1928:

Tot het eind van het jaar 1952 was Joseph Maria Hoes de hoofdonderwijzer. Cornelia Josephina Maria Dudar is op 11-11-1963 te Asten overleden en Joseph Maria Hoes is te Asten op 13-10-1970 overleden. Hieronder het bidprentje bij het overlijden van Cornelia Josephina Maria Dudar:

17 18

Onderwijzers onder Joseph Maria Hoes

Van de onderwijzers die onder zijn voorganger Antonius Franciscus ten Haaf dienden, zijn Hendrikus Johannes Antonius Maria Leenen tot medio 1922, Anna Catharina Johanna Maria Kusters tot 1958, Theodorus Antonius Jozef Gijsbers tot zijn overlijden in 1924, Antonius Hendricus Felicitas van Reuth tot medio 1928, Hendrika Johanna Maria Gitsels tot 1949 en Joannes Franciscus van Steensel tot eind 1922, bij hem in dienst gebleven (zie Voormalige school G875). Op basis van krantenberichten zijn nog een aantal onderwijzers getraceerd, die onder Joseph Maria Hoes les hebben gegeven aan de Astense jongens. Let wel deze lijst van onderwijzers loopt tot aan de Tweede Wereldoorlog en is niet volledig.

Periode Onderwijzer Geboorteplaats en datum Overlijdensplaats en datum Locatie
1922-1929 Johannes Franciscus Linden Asten 10-12-1903 Geldrop 05-02-1981 deze school
1923-1928 Johannes Petrus Potting Vlodrop 21-11-1891 Asten 05-02-1972
1928-1929 Theodorus Josephus Antonius (Theo) Driessen Asten 29-09-1901 Helmond 07-11-1977
1928-1934 Franciscus Johannes Maria (Frans) van Eerd Veghel 17-06-1909 Eindhoven 26-01-1984
1929-1930 Hendrikus Deeken Millingen 24-09-1908 Hindatu (Th) 30-03-1943
1929-1932 Joseph Hubert Lucas Roermond 23-04-1908 Roosendaal 14-03-1993
1929-1943 Joannes Henricus Antonius Thöni Maastricht 02-01-1905 Maastricht 21-04-1990
1930-1940 Nicolaas Johannes Dibbets Nijmegen 29-08-1909 Asten 29-04-1989
1931-1954 Antonius Franciscus Nicasius (Antoon) van Asten Heeze 09-07-1910 Asten 11-09-1996
1932-1941 Johannes Antonius Zeeuwen Driel 05-08-1912 Boxtel 05-06-1988
1940-1945 Luchien Roede Norg 04-09-1918 Breda 28-11-1946
1938-1954 Arnoldus Martinus Theodorus (Noud) Sanders Helmond 14-02-1912 Geldrop 26-07-1968
1942-1954 Petrus Jacobus (Piet) van Beckum Lierop 11-10-1918 Helmond 15-07-1993

Johannes Franciscus Linden 1922-1929

Johannes Franciscus Linden is geboren te Asten op 10-12-1903 als zoon van Johannes Linden en Maria Catharina van den Boomen (zie Voormalig huis G517). In het Eindhovensch dagblad van 27-02-1922 wordt gemeld dat hij geslaagd is voor de Bisschoppelijke kweekschool te 's-Hertogenbosch en benoemd als onderwijzer in Asten. Rechts daarvan zien we dat hij secretaris van de commissie tot wering van schoolverzuim, zoals gemeld in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 22-02-1923:

Johannes Franciscus Linden slaagt voor de hoofdakte, aldus de Limburger koerier van 05-08-1925:

Hij woont bij zijn ouders in de huidige Burgemeester Frenckenstraat (zie Voormalig huis G517). In 1928 slaagt hij voor het examen landbouwkunde en in 1929 wordt hij onderwijzer te Neerkant. Johannes Franciscus Linden is op 22-04-1930 te Koewacht getrouwd met Germaine Marie Pharailde Remery, geboren te Koewacht op 06-06-1904 als dochter van schoolhoofd Florentinus Remery en Emma Tacq. Zij is een broer van Gérard Gaston Remery, geboren te Zuiddorpe op 17-05-1892 (zie Voormalig huis G1762A). In 1931 wordt hij hoofd der school in Neerkant tot 1947 toen hij benoemd werd tot hoofd van de Land en Tuinbouwschool in Someren. Johannes Franciscus Linden is op 05-02-1981 te Geldrop overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:

Johannes Petrus Potting 1923-1928

Johannes Petrus Potting is geboren te Vlodrop op 21-11-1891 als zoon van Jan Leonard Potting en Anna Maria Catharina Cuijpers. Hij slaagt voor het examen later onderwijs, aldus De Maasbode van 06-05-1911:

Hij is daarna onderwijzer in Posterholt en daarna Helden Panningen en slaagt in 1922 voor de hoofdakte. Johannes Petrus Potting is op 28-12-1922 te Herten getrouwd met Catharina Petronella Hubertina Franssen. Hij is begin 1923 aangesteld als onderwijzer in Asten en woonde eerst in huis met huizingnummer A302 aan het Sint Jozefplein (zie Sint Jozefplein 9) en daarna in het huis met huizingnummer A2b op de Markt (zie Markt 6). Het Algemeen Handelsblad van 19-08-1927 meldt dat Johannes Petrus Potting geslaagd is voor het examen landbouwkunde:

In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 03-04-1928 staat dat Johannes Petrus Potting hoofd van de Sint Aloys school in Milheeze wordt:

Johannes Petrus Potting is op 05-02-1972 te Asten overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:

Theodorus Josephus Antonius (Theo) Driessen 1928-1929

Theodorus Josephus Antonius (Theo) Driessen is geboren te Asten op 29-09-1901 als zoon van Theodorus Driessen en Johanna Berkvens (zie Dijkstraat 58). In de krant de Zuid-Willemsvaart van 06-07-1923 slaagt hij voor de nieuwe opgerichte Hoge Burgerschool en rechtsonder in diezelfde krant van 25-06-1925 behaalt hij zijn examen voor onderwijzer:

Hieronder een foto van het jongenskoor in Asten uit 1923 waarvan Theodorus Josephus Antonius Driessen de grote stimulator was.
Onderste rij: Ewald Wijnen, Sjef Hoes, Jan Hoes, Theo Driessen, Sjef Hoefnagels, Wim Janssen en Ceel Peters.
Tweede rij: Huub van Roy, Chris Knaapen, Jan van der Heijden, Piet Linden, Henk Eijsbouts, Jan Lorant, Bart Gielissen, Harrie van Gogh, Henk Zeegers en Martien Driessen.
Derde rij: Jo Eijsbouts, Graard Wernaars, August Hoefnagels, Felix Wijnen, Jan Knaapen, Tjeu Hoes, Sjef Linden, Theo van Heugten, Toon Bos, Sjaak Bekx en Hein van Gogh.
Bovenste rij: Sjaak Knaapen, Jan Eijsbouts, Frans Hoebens, Adriaan Hoes, Louis Mennen, Miel Mikkers, Antoon van Stekelenburg, Louis van Stekelenburg, Toon Bekx, Frans Driessen en Piet Hoefnagels. 

Volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 22-08-1925 wint Theodorus Josephus Antonius Driessen twee prijzen in de loterij:

In 1928 keert hij terug naar Asten waar hij als onderwijzer wordt benoemd, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-04-1928:

Zijn verblijf is van korte duur want een jaar later keert Theodorus Josephus Antonius Driessen weer terug naar de Joseph school in Helmond, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-06-1929:

In Helmond is nog een instituut naar hem genoemd, het 'Theo Driessen Instituut' en uit de bijhorende beschrijving4 citeren we:

In 1929 werd hij dirigent van het in dat jaar opgerichte jongenskoor de Sint Jozefzangertjes. En met dat koor had hij internationaal succes. Zo werd het in 1946 door Nederland afgevaardigd naar een Unesco-tentoonstelling in het Pedagogisch Museum in Parijs, als blijk van wat kinderen in Nederland kunnen. Later volgden vele koorreizen voor een optreden, zoals in 1949 naar Bern. De werkzaamheden van Driessen voor Helmond bleven niet beperkt tot deze koren. Hij stond aan de wieg van de Morris- en volksdans-groepen, de Gregoriusverkenners en gaf blokfluitlessen. In de jaren vijftig stimuleerde hij zeer muzikale leerlingen om in Tilburg of Venlo les te gaan halen op fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot, zodat het muzikale aanbod in de stad op een hoger niveau gebracht kon worden.Wat hij nog miste, was de mogelijkheid om met al deze groepen in een gepaste omgeving te oefenen. In 1953 werd die wens van Driessen werkelijkheid. Niet alleen hij, maar ook veel begunstigers brachten geld bij elkaar voor een gebouw waarin alle activiteiten van Driessen gebundeld konden worden. Op 2 oktober 1953 was de officiële opening. Tijdens de openingsplechtigheid ontving de grote stimulator de ridderorde van Oranje Nassau voor wat genoemd werd "een kwart eeuw apostolaat onder de jeugd". Een klein jaar later kon in het gebouw het zilveren jubileum van de Sint Jozefzangertjes gevierd worden, waarbij de heer Driessen ook een pauselijke onderscheiding kreeg.

Theodorus Josephus Antonius (Theo) Driessen is ongehuwd op 07-11-1977 te Helmond overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:

Franciscus Johannes Maria (Frans) van Eerd 1928-1934

Franciscus Johannes Maria (Frans) van Eerd is geboren te Veghel op 17-06-1909 als zoon van Johannes Hendrikus van Eerd en Johanna Catharina Eijsbouts. De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 23-07-1924 meldt dat hij zijn MULO diploma behaald en volgens de Maasbode van 12-06-1927 slaagt hij voor de kweekschool:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-01-1929 staat dat Franciscus Johannes Maria van Eerd een vaste aanstelling krijgt als onderwijzer in Asten:

In het dagblad Het huisgezin van 11-11-1929 lezen we dat Franciscus Johannes Maria van Eerd geslaagd is voor het getuigschrift zangmethode:

Franciscus Johannes Maria van Eerd komt in april 1928 in het huis met huizingnummer A238 aan de huidige Julianastraat (zie Voormalig huis G943) en later in de Prins Hendrikstraat (zie Monseigneur den Dubbeldenstraat 22) inwonen en in 1930 behaalt hij zijn hoofdakte, aldus het Limburgsch dagblad van 31-07-1930:

In 1934 wordt Franciscus Johannes Maria van Eerd hoofd van de Sint Jacobus school in Zijtaart 19-09-1939

Franciscus Johannes Maria van Eerd is op 13-10-1942 te Veghel getrouwd met Mary Agnes Edwarda Ghysbrecht. Hieronder een foto van hem bij zijn 40-jarige onderwijsjubileum in 19675:

Franciscus Johannes Maria (Frans) van Eerd is tot 1968 hoofd van de Sint Jacobus school in Zijtaart gebleven en is op 26-01-1984 te Eindhoven overleden.

Hendrikus Deeken 1929-1930

Hendrikus Deeken is geboren te Millingen op 24-09-1908 als zoon van wegwerker Wilhelmus Deeken en Maria Diendenhoven. In de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant van 17-07-1928 is hij geslaagd voor het onderwijzersexamen:

In mei 1929 komt hij vanuit Millingen in het huis met huizingnummer A152 aan de huidige Prins Bernhardstraat (zie Voormalig huis G2066) inwonen. In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 21-12-1929 wordt Hendrikus Deeken voor vast aangesteld:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 21-07-1930 staat het bericht dat hij geslaagd is voor de hoofdakte:

In het Algemeen Handelsblad van 19-11-1930 wordt medegedeeld dat Hendrikus Deeken wordt uitgezonden naar voormalig Nederlandsch-Indië:

In het voormalig Nederlandsch-Indië werd hij hoofdonderwijzer op de openbare lagere school in Buntok en na 6 jaar dienst kreeg hij 8 maanden verlof. In die tijd is hij op 03-08-1937 te Tilburg getrouwd met Helena Maria Cornelia van Dun.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Hendrikus Deeken als militair gelegerd, gevangen genomen door de Japanners en door hen als dwangarbeider te werk gesteld aan de Birma spoorweg. Hendrikus Deeken is op 30-08-1943 te Hindato in Thailand overleden. Hieronder een foto van hem, het oorlogskerkhof en het grafschrift op het Kanchanaburi War Cemetery in Thailand.

Joseph Hubert Lucas 1929-1932

Joseph Hubert Lucas is geboren te Roermond op 23-04-1908 als zoon van Josephus Wilhelmus Johannes Hubertus Lucas en Elisabeth Boots. Volgens het Algemeen Handelsblad van 18-06-1927 behaalt hij het examen van de kweekschool:

De krant de Zuid-Willemsvaart van 24-07-1929 deelt mee dat Joseph Hubert Lucas samen met Joannes Henricus Antonius Thöni als onderwijzers zijn aangenomen in Asten:

Joseph Hubert Lucas komt in september 1929 vanuit Roermond in het huis met huizingnummer A41a in de huidige Burgemeester Wijnenstraat (zie Burgemeester Wijnenstraat 27) inwonen. In februari 1932 vestigt hij zich in Nijmegen en behaalt aldaar in 1933 de akte Duits en in 1940 de akte Frans. 

Joseph Hubert Lucas is op 07-06-1960 te Roosendaal getrouwd met Cornelia Frijters en op 14-03-1993 te Roosendaal overleden.

Joannes Henricus Antonius Thöni 1929-1943

Joannes Henricus Antonius Thöni is geboren te Maastricht op 02-01-1905 als zoon van Petrus Joannes Thöni en Maria Elisabeth Sassen Clingh. Hij is van 1922 tot 1924 kostschoolleerling in Roermond en in de Limburger Koerier van 02-08-1929 staat dat hij is geslaagd voor de hoofdakte:

Onderstaand artikel in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 09-08-1929 bevestigt dit examen en tevens dat Joannes Henricus Antonius Thöni in Asten als onderwijzer is benoemd:

Joannes Henricus Antonius Thöni komt in augustus 1929 vanuit Maastricht in huizingnummer A152 in de huidige Prins Bernhardstraat (zie Voormalig huis G2066) inwonen. Hij is op 09-08-1934 te Asten getrouwd met Maria Helena Antonia de Louw en woont daarna in de Wilhelminastraat.

In 1943 vestigt hij zich met zijn gezin in Noorbeek en Joannes Henricus Antonius Thöni is op 21-04-1990 te Maastricht overleden. Hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:

Nicolaas Johannes Dibbets 1930-1940

Nicolaas Johannes Dibbets is geboren te Nijmegen op 29-08-1909 als zoon van brievenbesteller Gradus Dibbets en Theodora Catharina Keijser. De Provinciale Gelderlandsche en Nijmeegsche courant van 17-07-1928 meldt dat hij geslaagd is voor het onderwijzersexamen:

DeekenDibbetsPGNC17071928.jpg

In september 1930 komt hij vanuit Eindhoven in het huis met huizingnummer A350 aan de huidige Wilhelminastraat wonen en verhuist een jaar later naar A388 aan de huidige Monseigneur den Dubbeldenstraat (zie Monseigneur den Dubbeldenstraat 35). Het Limburgsch dagblad van 28-08-1936 meldt dat Nicolaas Johannes Dibbets geslaagd is voor de hoofdakte:

Nicolaas Johannes Dibbets is op 02-08-1937 te Someren getrouwd met Maria Johanna Célinie Lammers en vestigt zich op de Wilhelminastraat (zie Voormalig huis G2047). In 1938 slaagt hij samen met zijn broer Gerardus Theodorus Dibbets, die in die tijd les gaf aan de Antoniusschool in Heusden, voor het examen Frans. In 1941 wordt Nicolaas Johannes Dibbets hoofd van de nieuwe Sint Henricus school op Voordeldonk, zoals bericht in de Eindhovensche en Meijerijsche courant van 24-12-1940 en de krant de Zuid-Willemsvaart van 08-01-1941:

Nicolaas Johannes Dibbets werkt later ook nog op nieuwe gebouwde Sint Bonifatius school aan de Kruiskensweg. Hij is op 29-04-1989 te Asten overleden en linksonder het bidprentje bij zijn overlijden. Rechts daarvan twee foto's met op de bovenste foto als tweede van rechts meester Dibbets en rechts een klas van meester Dibbets op de Sint Henricus school.

Antonius Franciscus Nicasius (Antoon) van Asten 1931-1954

Antonius Franciscus Nicasius (Antoon) van Asten is geboren te Heeze op 09-07-1910 als zoon van molenaar Hendrikus van Asten en Anna Maria Nouwen. Het weekblad Het huisgezin van 02-04-1930 meldt dat hij geslaagd is voor het godsdienstexamen en De Maasbode van 01-07-1930 voor het examen lager onderwijs aan de kweekschool in Eindhoven:

Eind 1930 wordt hij tijdelijk onderwijzer in Oirschot, aldus de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 08-12-1930:

Na twee maanden in Oirschot te hebben gewerkt werd hij in februari 1931 benoemd aan de lagere school voor jongens in Asten. In juni 1931 komt hij vanuit Heeze in het huis met huizingnummer A350 aan de huidige Wilhelminastraat wonen. Antonius Franciscus Nicasius van Asten is op 01-04-1937 te Heeze getrouwd met Mathilda Wilhelmina Toemen en vestigde zich op de huidige Heesakkerweg (zie Heesakkerweg 36).

Antonius Franciscus Nicasius van Asten werkte na 1954 tot 1975 als onderwijzer aan de nieuwe gebouwde Sint Bonifatius school aan de Kruiskensweg. Na zijn pensionering heeft Antonius Franciscus Nicasius van Asten nog veel betekend voor de heemkunde van Asten en we danken aan hem de transcripties van het archief van Asten voor 1600. Nu dit digitaal beschikbaar is, kunnen we de bewoningsgeschiedenis mogelijk ook voor een aantal huizen voor 1600 beschrijven.

Antonius Franciscus Nicasius (Antoon) van Asten stond bekend als 'Misterke van Asten' is op 11-09-1996 te Asten overleden. Hieronder het bidprentje bij zijn overlijden met rechts daarvan nog twee foto's:

Johannes Antonius Zeeuwen 1932-1941

Johannes Antonius Zeeuwen is geboren te Driel op 05-08-1912 als zoon van Adrianus Zeeuwen en Agnes van Mil. Hij woonde in Bokhoven en de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 04-07-1931 meldt dat hij is geslaagd voor het examen lager onderwijs:

In februari 1932 komt hij vanuit Engelen in het huis met huizingnummer A152 aan de huidige Prins Bernhardstraat (zie Voormalig huis G2066) inwonen. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 21-07-1933 staat dat Johannes Antonius Zeeuwen zijn hoofdakte heeft behaald:

Johannes Antonius Zeeuwen is op 31-07-1939 te Asten getrouwd met Maria Josephina Slaats en zij woonden in de huidige Burgemeester Wijnenstraat (zie Burgemeester Wijnenstraat 31). Eind 1941 wordt hij onderwijzer te Gestel, zoals medegedeeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 06-11-1941: 

Johannes Antonius Zeeuwen is op 05-06-1988 te Boxtel overleden.

Luchien Roede 1940-1945

Luchien Roede is geboren te Norg op 04-09-1918 als zoon van magazijnmeester Geert Roede en Jantje Helling. Hij heeft gestudeerd aan de Rijkskweekschool in Groningen en haalt hier het examen handenarbeid, aldus het Algemeen handelsblad van 11-07-1937:

In juni 1940 komt hij vanuit Dwingeloo in het Liefdehuis wonen. Na de bevrijding wordt hij opgepakt voor zijn lidmaatschap als NSB-er, zoals gemeld in het dagblad Oost-Brabant van 13-06-1945:

Luchien Roede is door een hersenvliesontsteking op 28-11-1946 te Breda overleden. 

Arnoldus Martinus Theodorus (Noud) Sanders 1938-1954

Arnoldus Martinus Theodorus Sanders is geboren te Helmond op 14-02-1912 als zoon van Franciscus Gerardus Sanders en Maria Elisabeth Verhoeven. Hij verhuist naar Eindhoven, behaalt rond 1932 zijn akte lager onderwijs en geeft daarna les aan de school in Milheeze, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-02-1934 linksonder. Rechtsonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 30-12-1937 lezen we dat hij vanuit Milheeze in Asten is benoemd als onderwijzer:

Arnoldus Martinus Theodorus Sanders is op 28-08-1945 te Lierop getrouwd met Johanna Henrica Maria (Ann) Sprengers.

In de oorlogsjaren vond Arnoldus Martinus Theodorus Sanders een manier om met een jongenskoor toch voor ontspanning te zorgen, zoals gememoreerd door Jan Verdijsseldonck in het Eindhovens dagblad van 24-08-2015:

Rechts de foto van het jeugdkoortje voor de hoofdingang van de school met geheel links Jan Verdijsseldonck.

Hieronder een foto met links meester Arnoldus Martinus Theodorus Sanders en rechts hoofdonderwijzer Joseph Maria Hoes:

Arnoldus Martinus Theodorus (Noud) Sanders werkte na 1954 tot 1968 als onderwijzer aan de nieuwe gebouwde Sint Bonifatius school aan de Kruiskensweg. Linksonder een foto van de onderwijzers van de Sint Bonifatius school Dibbets, Spoor, Sanders en van Asten. Arnoldus Martinus Theodorus Sanders is op 26-07-1968 te Geldrop overleden en rechtsonder het bidprentje bij zijn overlijden:

Petrus Jacobus (Piet) van Beckum 1942-1954

Petrus Jacobus van Beckum is geboren te Lierop op 11-10-1918 als zoon van directeur van de zuivelfabriek Peter van Beckum en Maria Elisabeth Charbo. Hij verhuist in juli 1925 naar Mierlo en later naar Helmond, waar hij rond 1938 zijn akte lager onderwijs behaald. Volgens de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 29-04-1939 wordt hij tot juni 1940 onderwijzer in Lieshout. In 1942 volgt zijn aanstelling als onderwijzer in Asten, zoals gemeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-12-1941:

Petrus Jacobus van Beckum is op 04-08-1943 te Mierlo getrouwd met Elisabeth Johanna Weijts. Hij werkte na 1954 als onderwijzer aan de nieuwe gebouwde Sint Bonifatius school aan de Kruiskensweg, waarvan hieronder een foto:

Petrus Jacobus (Piet) van Beckum is op 15-07-1993 te Helmond overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden:

Overzicht bewoners

Kadastrernummer G1788
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
G1788 1894-1914 gemeente Asten nieuwbouw
G2127 1914-1938 gemeente Asten uitbreiding
Markt 10
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
A116 1892-1900 School
A129 1900-1910 School
A135 1910-1920 Openbare lagere school
1920-1930 Rooms Katholieke bijzondere school
10 1930-1938 Rooms Katholieke bijzondere school