De pagina Asten/Prins Bernhardstraat/Voormalig huis G489 en G490 wordt nu weergegeven
Asten/Prins Bernhardstraat toevoegen aan selectieAsten toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 19-04-2024 18:04:44
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Voormalig huis G489 en G490

Dit huis wordt bewoond door Antonius Theodori Cuypers, geboren rond 1610 en rond 1645 getrouwd met Anneken Jansen, geboren rond 1620 en hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johannes Asten 02-04-1651 ±1675
Antonia Paulus Geerits
Asten 27-10-1687 zie Voormalig huis G491
2 Theodorus Asten ±1653 Asten 29-11-1682
Anna Joannis Baltis
Asten 05-06-1687 zie Slotweg 4
3 Antonius Asten ±1656 Ongehuwd Asten 15-10-1716
4 Hendrick Asten 01-11-1658 Kind Asten ±1658
5 Maria Asten ±1660 Ongehuwd Asten 28-07-1687
6 Elisabeth Asten ±1662 Ongehuwd Asten 02-04-1703

Antonius Theodori Cuypers koopt een deel van een huis naast zijn eigen huis (zie Voormalig huis G491):

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 62 verso; 03-01-1657:
Bastiaen Bastiaens, te Zomeren, verkoopt aan Anthonis Dirckx de Cuyper 1⁄3e deel in huis, hof en hofstad in het Dorp, ene zijde Jan Anthonis Mennen, andere zijde de koper, ene einde Wolphert Ideleth, andere einde de straat; 1⁄3e deel in land en groes in de Pas geheel 1 lopense; 1⁄3e deel in land in de Pas geheel 2 lopense; 1⁄3e deel in land op de Lochte geheel 2 lopense; de helft van de Veltackers geheel 7 copse. Belast met 2 gulden 10 stuiver per jaar aan de Kerk van Asten; ƒ 25,- aan Meester Anthony Daniels; een sester koren, te bakken voor den Armen, alhier, ieder jaar op Goede vrijdag, uit den akker naast de Stegensepat.

Antonius Theodori Cuypers is op 11-01-1663 te Asten overleden en zijn weduwe heeft een schuld:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 94; 11-04-1663:
Anneken, weduwe Teunis Dirckx geassisteerd met Bruysten Fransen geboren momboir van hun kinderen is aan Dirck van Breugel schuldig ƒ 300,- à 5%. Teunis Dirckx heeft deze ƒ 300,- tijdens zijn leven, in twee paeyen geleend van Dirck van Breugel. Marge: 22-03-1672 Dirck van Breugel heeft ƒ 200,- ontvangen van Cornelis Kemp getrouwd met Anneken weduwe Teunis Dirckx. Dit in mindering op de ƒ 300,-.

Deze schuld wordt deels bestaand door Cornelis Jan Kemp, geboren rond 1610 met wie Anneken Jansen te Asten op 29-06-1664 is hertrouwd.

Voor zover bekend hadden zij samen geen kinderen. Cornelis Jan Kemp koopt en verkoopt land:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 222; 18-10-1664:
Anthonis Joosten verkoopt aan Cornelis Kemp land aen de Molen 1 lopense naast het Groot Gasthuys van 's Hertogenbosch. Koopsom ƒ 10,-.

Asten Rechterlijk Archief 79 folio 88; 28-06-1668:
Cornelis Jan Kemp verkoopt aan Anthonis Canters land in de Pas 23 roede naast Jan Tielen; land in de Pas 28 roede naast Jan Canters en anderen. Koopsom ƒ 47,50.

Cornelis Jan Kemp heeft nog achterstallige betalingen:

Asten Rechterlijk Archief 6 folio 253; 09-11-1672:
Dirck van Breugel, aanlegger contra Cornelis Jan Kemp, gedaagde. Betaling van ƒ 8,- wegens achterstallige intrest.

Asten Rechterlijk Archief 9 folio 322; 10-11-1688:
De erven Paulus Aert Verschuyren, aanleggers contra Jan Antonis Lomans, Cornelis Kemp en Peeter Jan Baltus, gedaagden. Aanleggers hebben een rentebrief van ƒ 450,- de dato 10-03-1648 met achterstand van twee pachten. Zij verzoeken deze brief te wijzen tot pantsteeckinge om daaraan te verhalen het kapitaal en verlopen intrest.

Zoon Antony Antonis Cuypers is nog slachtoffer van een wilde steekpartij in het dorp:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 06-02-1686:
Hendrick van Winteroy, drossard, verzoekt aan schepenen om namens hem te verhoren Huybert Jan Tielen, Hendrick Basen, Jan Antonissen den Cuypers, Hendrick Doensen, Margriet getrouwd met Aert Aertsen, Margriet getrouwd met Jan Pauwels.
Of zij niet gezien hebben dat Philips Teyssen op zaterdag, 2 februari laatstleden om twee uur, naer 't huys van Hendrick Aerts, staende aen 't Merckvelt, met een bloot mesch in sijn hant quam toelopen ende dat wanneer Jenneke, de dochter van Hendrick Aerts, de deur en de vensters daerop toestiet. Dat Phlips, met sijn bloot mesch op de kamervensters van het voornoemde huys heefft verscheyde reysen gesneeden ende gekorven. Ofte hooren roepen: "Sa !. Deuvels compt er uyt!"?
De getuigen verklaren eenpaerlijcken onder eede, dat zij geen wetenschap hebben van dit artikel. Zij hebben wel gehoord dat er enig gerucht of rumoer op het Marcktvelt was en zien lopen de persoon van Philips Matijssen, met en stuk van een bloot mes in zijn hand, bij het huis van Hendrick Aert Rommen Mennen.
Of zij gezien hebben hoe dat Phlips Teyssen op de persoon van Teunis de Cuyper, staende op 't Mercktvelt, ontrent het brouwhuys van Hendrick Aerts, met het mesch in de hant aenviel en dat Teunis hem met een tangh in de hant tegens den voornoemde Philips verweyrde moeste?
Zij hebben gezien dat Philips en Antonis stonden ontrent den heyhoop van Hendrick Aert Rommen. Philips met een bloot mes in sijn hand en Antonis met een tang in zijn hand. Antonis heeft daarmee verscheidene keren geslagen op het lijf van Philips.
Of zij niet gezien hebben dat Philips Teyssen, met het bloot mes in zijn hand, komende van 't huis van Henrick Aerts is komen lopen naar het volk, staande op het Mercktvelt. En dat dit volk moest gaan lopen?
Zij verklaren dat dit waeragtigh is.
Of zij niet gezien hebben dat Philips Teissen de persoon van Hendrick Basen aenviel, hem gevende, eenige sneeden naer sijn lijff?
Huybert Jan Tielen en Jan Antonissen den Cuypers verklaren hiervan niets te weten. Hendrick Doensen en Margriet Aert Aerts hebben dit wel gezien. Hendrick Basen verklaart dat Philips een steeck gaf op de scouder, dat de rock daervan bebloeyt was, sonder nochtans daervan gequest te sijn; welck bloeyt was aen de hant ofte messche van Philips.
Of zij gezien hebben dat Luytien, de moeder van Philips, int doen van alle feytelijckheden, quaem aenloopen om Philips vast te houden en dat hij, Flips, toen sijn moeder te aerde op 't Mercktvelt nedersmeet en dat hij sijn moeder also een tijt langh had ondergehouden, met sijn mesch in de hant al heen en weder over sijn moeders hooft swevende. Dit totdat Theys, broeder van Phlips, kwam en hem het mes uit de hand trok en van zijn moeder af?
Attestanten verklaren dat Luytie aan kwam lopen, Philips vastpakte en dat zij samen zijn neergevallen, waarbij Luytie onder kwam te liggen. Wendende Philips alle moeyten aen om losse te sijn, hebbende sijn mesch in de hant. Mathijs is toen gekomen, heeft met geweld het mes uit de hand van Philips getrokken en hem samen met Margriet, de vrouw van Aert Aertsen, naar huis gebracht.

Cornelis Jan Kemp is op 13-12-1690 te Asten overleden en Anneken Jansen is als Anna Thonis Cuijpers op 10-01-1700 te Asten overleden. Hieronder hun doodakten:

Daarna worden de goederen verdeeld en krijgt zoon Antony het oude huis:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 166 verso; 02-07-1704:
Antonet Paulus Geerits, weduwe Jan Antonis Kuypers, geassisteerd met Antony Jansen Cuypers en Joost Jan Cuypers, zonen van Jan Antonis Cuypers, Antony Antonis Cuypers, Jan Paulus getrouwd met Heylke, dochter Dirck Antonis Cuypers, Peeter Baltus als geboren momboir van Jenneken, dochter Dirck Antonis Cuypers. Allen kinderen en kindskinderen van Antony Cuypers en Anneken Jansen. Zij delen de nagelaten goederen.
1e lot krijgt Antonet huis en hof in het Dorp ½ lopense, ene zijde Antony Antonis Cuypers, andere zijde weduwe Frans Joosten; land aan de Steegensepat 1½ lopense; land aan de Steegensepat 2 lopense; land aan de Meulen 2 lopense; land aan de Meulen 1 lopense. Belast met 4 vat rogge per jaar, uit te bakken, aan den Armen van Asten; 2 gulden 10 stuiver per jaar aan weduwe Aert Jan Tielen of ƒ 50,-.
2e lot krijgt Antony Antonissen Cuypers het oud huis en aangelag in het Dorp 3 copse, ene zijde de straat, andere zijde Nicolaes van der Linden, ene einde Joost Roefs, andere einde Antonetta Cuypers; land en groes de voorste Pas 2 lopense; den Olyacker 7 copse; land Hendrick de Weertacker 2 lopense; de Kasacker 2 lopense; land aan de Kruyskenswegh 1 lopense; een beemdje int Root 2 lopense; groes in de Pas 2 lopense. Belast met ƒ 5,- per jaar aan Thomas van den Graeff; de cijns aan de Heer van Asten.; 2 gulden 10 stuiver per jaar aan de Kerk van Asten; 2 gulden 10 stuiver per jaar aan den Armen van Asten.
3e lot krijgen Jan Paulus en Jenneke, dochter Dirck Antonis Cuypers twee akkertjes aan de Kivietshof samen 2½ lopense. Belast met 2 gulden 10 stuiver per jaar aan weduwe Aert Jan Tielen.

Antony Antonis Cuypers is benoemd tot borgemeester:

Asten Rechterlijk Archief 11 folio 149; 16-06-1702:
Borgemeesters zijn Antony Antony Cuypers en Marten Antonis Martens.

Antony Antonis Cuypers bedreigt de president-schepen van Asten:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 29-03-1703:
Louys de Caesteecker, drost, vraagt om te verhoren Dirck Jansen, 26 jaar, dienstknecht van president Canters, Marie Jansen, 25 jaar, dienstmeid van president Canters, Mathijs, zoon van president Canters, 19 jaar en Francis Aerts, 19 jaar.
Of het niet waar is dat Antonis Antonissen Cuypers, nu gedetineerd, alhier op 21 maart jongstleden, is gekomen aan het huis van Antoni Canters, president, en met een hevigh gemoet zei; "Ick hebben een mes in de handt" en alzo gestoken heeft door de glasen van de president en er enige gebroken. De eerste drie getuigen beamen dat dit zo geweest is. De vierde getuige zegt dat hij Antonis Antonissen Cuypers heeft zien komen op de plaats. Ook dat hij een mes in de hand had, daarmee zwaaide, maar niet wat hij snede omdat hij daar te ver afstond.

Antony Antonis Cuypers maakt zijn testament op en laat zijn goederen na aan de kinderen van zijn broers Johannes Antonis Cuypers en van Theodorus Antonis Cuypers:

Asten Rechterlijk Archief 112 folio 18 verso; 01-11-1709:
Antonis Antonissen Cuypers, ontrent het Marckvelt, ziek, testeert. Alle voorgaande maeckselen vervallen. Dat na zijn dood de kinderen van Jan Antonis Dircx en Antonetta Paulus, zijn vrouw, met name Antony, Joost, Hendrien getrouwd met Aert de Volder, Catalijn Jansen, Jenneken Jansen getrouwd met Marten Michiels van Deursen en Maria Jansen, broeders en zusters. En de kinderen van Dirck Antoni Dircx en Anneke Jan Baltus, zijn vrouw, met name Heylke getrouwd met Jan Paulus Cremers en Jenneke getrouwd met Jan Jansen Paulussen.
Alle acht samen zijn nagelaten goederen zullen delen te weten huis, land en groes, tin, koper, linnen, wol, gereet ende ongereet en verder alles wat hij, testateur, in eigendom heeft. Zij zullen wel gehouden zijn zijn lasten en schulden te betalen. Maria Jansen, zijn nicht, en dienstmaeght zal wegens haar getrouwe dienst haar huurpenningen en haer toebaet moeten ontvangen.

Antony Antonis Cuypers is ongehuwd in november 1716 te Asten overleden en rechts zijn doodakte.

Hij is op 28-11-1716 begraven en kort daarna worden zijn goederen getaxeerd:

Asten Rechterlijk Archief 162; 30-11-1716:
Taxatie van de onroerende goederen van Antony Antonissen Kuypers begraven op 28-11-1716. De taxatie is gedaan op verzoek van Marten van Deursen. Waarde huis, hof en aangelag aan het Mercktvelt in het Dorp 1½ lopense, ene zijde Joost Joosten Roefs, andere zijde Antonet, weduwe Jan Antonis Cuypers ƒ 350,-; hooibeemd int Root 7 copse ƒ 90,-; groes de Pas 2 lopense ƒ 95,-; land / groes de voorste Pas 1 lopense ƒ 20,-; land de voorste Pas ½ lopense ƒ 9,-; land Hendrick de Weertacker aant Dorp 1½ lopense ƒ 20,-; land den Kasacker aant Dorp 1½ lopense ƒ 2,-; land den Olyacker int Root 1½ lopense ƒ 22,-; land de Kruyskensweg 3 copse ƒ 9,-. Totale waarde ƒ 617,-.
De goederen zijn belast met aan Thomas Huyberts ƒ 100-00-00; ƒ 0-7-8 per jaar in meerdere teksten aan het Huis van Asten in kapitaal ƒ 9-07-08; ƒ 2-10-0 per jaar aan de Kerk van Asten in kapitaal ƒ 62-10-00; ƒ 2-10-00 per jaar aan den Armen van Asten in kapitaal ƒ 62-10-00. Totale belasting ƒ 234-07-08, afgerond ƒ 234,-. Rest ƒ 373,-. 20e penning is ƒ 18-12-12.

Het huis wordt door de erven van Antony Antonis Cuypers, die op basis van de onroerende goederen een winkel had, en de erven van Jan Antonis Cuypers verkocht aan Jan Verhoysen:

Asten Rechterlijk Archief 114; folio 209 verso; 19-01-1717:
Jan Wenninck, te 's Hertogenbosch getrouwd met Maria Jansse Kuypers en namens zijn vrouw erfgenaam van Antonis Antonisse Kuypers geeft procuratie aan Johan van Riet om namens hem te verkopen, met en naast de verdere erfgenamen van Antonis Antonisse Kuypers, alle roerende goederen en een scheiding en deling te maken van alle onroerende goederen.

Asten Rechterlijk Archief 136; 27-01-1717
Joost Janse en Marten van Deurse als momboiren van de vier onmondige kinderen van Antony de Kuyper en Catryn Teunis, Peter Jan Hoefnagels getrouwd met Heylken Dircx, Jan Jan Paulus getrouwd met Jenneke Dircx, Aart de Volder getrouwd met Hendrien Jansse, Catalijn Jansse mede voor Jan Wenninck getoruwd met Maria Jansse. Allen erven van Antony Antonissen Kuypers. Zij verkopen de roerende goederen nagelaten door Antony Antonissen Kuypers.
Opmerking: Veel winkelspullen, oliemaat, olievat, waag, zoutvaten, pijpeton, traanmaat, gewichten, winkelkas, blocken, moutkuip enzovoorts. Totale opbrengst ƒ 134-13-15. Waarvan aan de onmondige kinderen toekomt ƒ 38-00-08.
Zij verkopen aan Jan Verhosen huis, hof en aangelag aant Merktvelt in het Dorp 2 lopense, nagelaten door Antonis Antonis Kuypers, ene zijde Joost Joost Roefs, andere zijde weduwe Jan Kuypers, ene einde de straat, andere einde kinderen Niclaas van der Linden. Belast met ƒ 2-10-0 per jaar aan den Armen van Asten; ƒ 2-10-0 per jaar aan de Kerk van Asten. Verponding ƒ 2-10-0 per jaar. Koopsom ƒ 425,-.

Asten Rechterlijk Archief 92 folio 103; 30-03-1717:
Joost Janssen, te Someren voor zichzelf en als momboir. Marten van Deursen getrouwd met Jenneke Jansse Kuypers voor zichzelf en als momboir met Joost Janssen over de vier onmondige kinderen van Antony Jansse de Kuyper getrouwd geweest met Catryn Teunis, Peeter Jan Hoefnagels getrouwd met Hijlken Dirck Kuypers, Jan Jan Paulus getrouwd met Jenneke Dirck Kuypers, Aart de Volder getrouwd met Hendrien Jan Kuypers, te Woensel, Jan Wenninck getrouwd met Maria Jan Kuypers, te 's Hertogenbosch, Catryn Jansse Kuypers, meerderjarige dochter, te 's Hertogenbosch. Allen erven van Antony Antonis Kuypers, hun oom, en kinderen van wijlen Jan Antonis Kuypers.
Zij verkopen aan Hendrick Kanters, president schepen, te Lieshout, ten bate van Jan Verhosen huis, hof en aangelag aant Merktvelt in 't Dorp 2 lopense, ene zijde Joost Joost Roefs, andere zijde weduwe Jan Kuypers, ene einde de straat, andere einde kinderen Claas van der Linden. Belast met ƒ 2-10-0 per jaar aan den Armen van Asten; ƒ 2-10-0 per jaar aan de Kerk van Asten. Verponding ƒ 2-10-0 per jaar. Koopsom ƒ 425,-. Lasten ƒ 125,-.

Jan Verhoysen heeft door de aankoop een schuld waarvoor hij het huis als borg stelt:

Asten Rechterlijk Archief 92 folio 112; 16-07-1717:
Jan Verhosen, Claas Verhosen, te Someren, Michiel van de Cruys en Antony Antony Fransse zijn schuldig aan Jan Wolfswinkel, te 's Hertogenbosch ƒ 300,- à 4%. Borg staat Jan Verhosen, huis, hof en aangelag aan 't Mercktvelt, ene zijde Joost Roefs, andere zijde de weduwe Jan Kuypers, ene einde de straat, andere zijde de kinderen Claas van der Linde. Marge: 13-08-1732 gelost aan Willem van Engelen, koopman, te 's Hertogenbosch.

Jan Verhoysen koopt een stuk land in Ostaden en in het dorp:

Asten Rechterlijk Archief 93 folio 59; 18-01-1727:
Francis van de Loverbosch verkoopt aan Jan Verhosen de helft van het voorste Weyvelt te Ostaden deze helft is 2 lopense 1 copse naast Willem Hompis. Bij koop verkregen van de weduwe en kinderen van Jonker Stockheym te Asten in 1723. Koopsom ƒ 100,-.

Asten Rechterlijk Archief 93 folio 140; 23-10-1730:
Peter Coopmans, weduwnaar Maria Jan Loomans, met kennis van Willem Jan Loomans, haar broeder, verkoopt aan Jan Verhoysen land in het Dorp 1⁄2 lopense naast Willem van Weert. Verponding 3 stuiver per jaar. Koopsom ƒ 15,-.

Jan Verhoysen moet nog getuigen bij de vondst van menselijke resten in de tuin van Gerrit van Riet:

Asten Rechterlijk Archief 117; 07-02-1735:
Te verhoren Jan Verhoysen, Hendrik Jan Hendricx, 38 jaar, Jan van Beugen, 28 jaar en Hendrick Jan Canters, 23 jaar.
Of het niet waar is dat omtrent acht dagen geleden Gerit van Riet, vorster, de hof achter zijn huis heeft laten omschieten en leegen?
Behalve Jan van Beugten antwoordt iedereen bevestigend en verklaren dat zij dit werk hebben uitgevoerd.
En of zij niet weten, gehoord en gezien hebben dat door het omgraven een dood lichaam naar boven is gekomen waervan den cop in den arm soude liggen?
Jan Verhoysen weet hier niets van, heeft echter wel geruchten gehoord. De anderen verklaren van dit artikel niet te weten maar wel bevonden te hebben verotte schenckens daer sij mette schupp doorstacken.

Bij de verpondingen van 1737 staat Jan Verhoysen, eerder koopman van boter te Ommel (zie Voormalig huis B410), als eigenaar van een huis:

Verpondingen 1737 XIV-61 folio 200 verso:
Jan Verhoijsen.
Huijs, hoff en aangelag int Dorp 2 lopense. In de bede ƒ 0-10-0.

Johannes Verhoysen heeft rond 1720 zijn brouwerij in Asten gesticht en we vinden hiervan in het archief enkele voorbeelden, waaruit blijkt dat hij brouwer was:

Asten Rechterlijk Archief 150; 05-07-1734:
Rekening, bewijs en reliqua van Pieter de Cort, drost en Pieter van de Vorst, schepen, als aangestelde curatoren, namens de gemeente Asten, over de geabandonneerde boedel van wijlen Ida weduwe Francis Jan van de Loverbosch over de periode 17-10-1729 - 05-07-1734. Het zal ponds / ponds gewijze verdeeld worden over de concurente crediteuren onder andere Jan Verhoysen wegens geleverd wit bier en klein bier ƒ 46-18-00.

Asten Rechterlijk Archief 117; 07-02-1735:
Te verhoren Jan Verhoysen, Hendrik Jan Hendricx, 38 jaar, Jan van Beugen, 28 jaar, Hendrick Jan Canters, 23 jaar. Of het niet waar is dat omtrent acht dagen geleden Gerit van Riet, vorster, de hof achter zijn huis heeft laten omschieten en leegen?
Jan Verhoysen antwoordt bevestigende, de anderen verklaren dit werk te hebben uitgevoerd.
Of zij niet weten, gehoord en gezien hebben dat door het omgraven een dood lichaam naar boven is gekomen waervan den cop in den arm soude liggen?
Jan Verhoysen weet hier niets van, heeft echter wel geruchten gehoord.
De anderen verklaren van dit artikel niet te weten maar wel bevonden te hebben verotte schenckens daer sij mette schupp doorstacken.

Asten Rechterlijk Archief 153; 24-06-1735:
De rentmeester van de Heer van Asten verpacht, voor de eerstkomende drie jaar, de gruyt van deze heerlijkheid. Pachter: Pieter van Riet. Pachtsom: ƒ 43,-. Naschrift: Op 12-09-1735 verklaren Jan Verhoysen, brouwer en de weduwe Paulus Hoefnaegels, brouwerse, dat zij de gruyt van Pieter van Riet overgenomen hebben.

Johannes (Jan) Verhoysen is geboren te Someren op 12-06-1685 als zoon van Petrus Nicolaas Verhoysen en Wilhelma Dirck Verdysseldonck. Hij is op 01-02-1711 te Asten getrouwd met Petronella van de Cruys, geboren te Asten op 10-05-1685 als dochter van Jacobus van de Cruys en Agnetis Knippenbergh (zie Jan van Havenstraat 1).

01

Het gezin van Jan Verhoysen en Petronella van den Cruys:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Maria Barbara Asten 04-12-1711 Asten 04-11-1731
Jan Teysen
Asten 17-09-1796
2 Wilhelma Asten 12-11-1713 Asten 22-11-1739
Jan Bonaventura Loomans
Asten 14-10-1747 zie Koningsplein 16
3 Jacobus Asten 14-11-1716 Kind Asten ±1716
4 Anna Margareta Asten 29-12-1718 Kind Asten ±1718
5 Jacobus Asten 15-01-1721 Helmond 14-02-1751
Joanna Maria van Haendel
Helmond 23-01-1789 zoon Pieter Verhoijsen
is advocaat in Helmond
en politicus
6 Anna Margareta Asten 04-05-1723 Asten 15-01-1763
Joost van de Cruys
Asten 19-05-1764
7 Petrus Asten 16-07-1725 Kapelaan te Deurne Heeze 28-04-1780 *
8 Henricus Leonardus Asten 05-10-1726 Venray 28-08-1753
Jacomina Geurties
Grubbenvorst 20-11-1757
Agnes Aerts
Grubbenvorst 25-03-1777 **
***
zonen Pero en Jan wonend
in herberg onder den Eyckelboom
9 Anna Catarina Asten 21-10-1727 Kind Asten ±1727

*  zoon Petrus Verhoysen, geboren te Asten op 16-07-1725 was van 1763 tot 1773 kapelaan van de Sint Willibrordus parochie in Deurne. Hij werd op 1 september geïnstalleerd als pastoor van Heeze en overleed aldaar op 28-04-1780 en hieronder zijn overlijdensakte:

** er moet dispensatie voor vierde graads bloedverwantschap worden aangevraagd:

Regionaal Historisch Centrum Limburg, Maastricht 20-1753-111 foto 1490a+b+c; Venray Asten 19-08-1753:
Brieven van J. Timmermans pastoor van Venray en van Petrus Aerts pastoor in Asten als aanvraag voor dispensatie in verband met voorgenomen huwelijk tussen Henricus Verhoijsen parochiaan van Asten, majoratus Sylva ducensis, en Jacoba Geurties alias Geurts parochiane van Venray.

*** oom Henricus van de Cruys is als 'Reverendus Dominus' doopgetuige

Jan Verhoysen en zijn zwager Johannes van der Linden stellen zich borg voor de vorige heer van Asten:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 20 verso; 24-08-1737:
Jan Verhoysen en Johannes van der Linden stellen zich borg voor Lambert Kemps, te Sint Oedenrode, ten behoeve van Meester Bonifasius van der Haar, griffier van de Brabant en dat voor de restitutie van ƒ 858-19-0 als de voornoemde Lambert Kemps, ingevolge den nadere verbaale van preferentie tusschen de respectieve crediteuren van Johan Christoffel Baron de Bertholff de Belven, gewesene Heer van Asten, op den 22-07-1737, voor voornoemde Rade en Leenhove gesloten, van onder de gemelde Heer Griffier van der Haar uytte penningen geprovinieert van de bij executie verkogte goederen van gemelde Baron de Bertholff in consignatie sijnde, staat te ligten en ontfangen of door sijn gemagtigde de procureur Pieter Hoyer te laten ontfangen. Belovende sij comparanten vervolgens om ingevalle, na de dato, mogte worden verstaan dat deselve penningen, of een gedeelte van dien, wederom in consignatie onder gemelde griffier moesten worden gebragt deselve als eygen schult te sullen opleggen en betalen en die wederom in consignatie onder den selve griffier te sullen brengen. De comparanten verbinden zich met hun persoon en goederen aan hetgene voorschreven staat.

Jan Verhoysen koopt het naastgelegen huis dat daarna geïnspecteerd wordt (zie Voormalig huis G491):

Asten Rechterlijk Archief 94 folio 178; 14-02-1739:
Marten van Duersen verkoopt aan Jan Verhoysen huis en hof in het Dorp, ene zijde Jan Verhoysen, andere zijde Goort Buckums, ene einde de straat, andere einde de voetpad. Koopsom ƒ 100,-.

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 108 verso; 21-04-1739:
Beleydinge en oculaire inspectie gedaan en genomen door officier en schepenen van de huysinge toebehoorende aan Jan Verhoysen, gekogt van Marten van Deursen en bevonden als volgt:
De weeffkamer in deselve bevonden dat de playen, wanden, deuren en vensters met de glasen vernieuwt of gerepareert moeten worden. De keuken bevonden dat de muur tusschen de keuken en neere diende gerepareert te worden. Alsmede de deuren, deurgebonden, glasen en vensters te vernieuwen of te repareren. De schoorsteen af te breeken en de schouw tot den balk die op de brantmuur leyt af te breeken, vermits bevonden is dat deselve in parykel is van te vallen. De worm tusschen de keuken en weeffkamer te voorsien met een steek wedersijts. De neere de steylen en worm te voorsien of te repareeren mitsgaders de playen en de koeystal met aarde op te hoogen. Alsmede de deuren en deurgebonden te vernieuwen of te repareeren. Het schuurke bevonden dat de steyl tusschen de koeystall en de schuur moet werden voorsien alsmede de worm. Verder bevonden dat generaal nodig is dat het geheele dak van de huysinge, stallinge en schuur met de playen, steylen en luswormen diende vernieuwt of gerepareert te worden, mitsgaders te luyken en lijmen. Aldus de voorschreven beleydinge en oculaire inspectie gedaan ter requisitie van voornoemde Jan Verhoysen door Jacobus Losecaat, drossard, Michiel van de Cruys en Jan van Helmont, schepenen Asten 21 april 1739.

Jan Verhoysen koopt als brouwer een obligatie:

Asten Rechterlijk Archief 107b folio 154 verso; 02-10-1741:
Johan Francois Walraven, schepen en notaris, te Helmont, verkoopt aan Jan Verhoysen, brouwer, te Asten een obligatie van ƒ 300,- ten laste van Paulus Geeven en Peeter Aalberts, oud borgemeesters, te Asten de dato 18-02-1727, Pieter de Cort, te Asten. Op 12-08-1737 is, voor schepenen van Helmont, de acte vernieuwd. Koopsom: ƒ 300,-. Marge: 08-05-1750 is deze obligatie gelost door het Corpus van Asten.

Twee zwagers van Jan Verhoysen doen afstand van de erfenis van zijn schoonouders (zie Jan van Havenstraat 1): 

Asten Rechterlijk Archief 119 folio 83; 20-10-1744:
Hendrik van de Cruys, pastoor, te Lommel, doet afstand van zijn 1⁄5e deel in de nalatenschap van zijn moeder, Agnees Knippenberg getrouwd geweest met Jacob van de Cruys ten behoeve van Jan Verhoysen getrouwd met Peternella van de Cruys, zijn zuster.

Asten Rechterlijk Archief 119 folio 83 verso; 22-10-1744:
Aalbertus van Riet getrouwd met Alegonda van de Cruys, te Pelt, doet afstand van zijn 1⁄5e deel in de nalatenschap van hun moeder, Agnees van de Cruys getrouwd geweest met Jacob van de Cruys, dit ten behoeve van Michiel van de Cruys, president voor de helft en Jan Verhoysen getrouwd met Peternella van de Cruys, voor de andere helft.

Jan Verhoysen vernadert de verkoop van 1⁄4e deel van de Laarbroekse tiende, die heeft toebehoord aan nicht Maria Antonissen van de Cruys van zijn vrouw Petronella van de Cruys:

Asten Rechterlijk Archief 96 folio 23 verso; 18-12-1745 en folio 26; 24-12-1745:
Jan Verhoysen getrouwd met Peternel van de Cruys is nader van den bloede aan Maria van de Cruys, weduwe Gevard van Doorne, dan Adriaan Pompen. Zij vernaderen 1⁄4e deel in een clamptiende, de Laarbroekse. Adriaan Pompen doet afstand, na ontvangen te hebben ƒ 1250-0-0, de 40e penning en de jura van het transport ƒ 36-7-0 voor de wijnkoop, vacatie en twee maanden intrest ƒ 20-0-0. 

De gemeente Asten heeft een schuld aan Jan Verhoysen:

Asten Rechterlijk Archief 96 folio 252; 27-03-1752:
Het Corpus van Asten is schuldig aan Jan Verhoysen ƒ 800,- à 2 1⁄2 % om hiermee een obligatie af te lossen van ƒ 800,- ten name van Theodora de Louwere, weduwe Pieter Guillielmo van Bree en daarvoor van Andries de Louwere de dato 29-03-1712 nummer 43. Marge: 19-03-1772 gelost aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Tijssen.

Ook bij de verpondingen van 1754 en in het huizenquohier over de periode 1736-1761 staat Jan Verhoijsen als eigenaar en bewoner van het huis:

Verpondingen 1754 XIV-63 folio 248:
Jan Verhoijsen.
Nummer 61 huijs, hoff en aangelag 2 lopense.

Jaar Eigenaar nummer 61 Dorp Bewoners nummer 61 Dorp
1736 Jan Verhoijsen Jan Verhoijsen
1741 Jan Verhoijsen Jan Verhoijsen
1746 Jan Verhoijsen Jan Verhoijsen
1751 Jan Verhoijsen Jan Verhoijsen
1756 Jan Verhoijsen Jan Verhoijsen
1761 Jan Verhoijsen Jan Verhoijsen

Jan Verhoysen wordt in het archief nog geregeld genoemd als buurman bij verkoop van huis en land en nog een enkele keer als vierman, onder meer bij de aankoop van een stuk groes:

Asten Rechterlijk Archief 97 folio 84 verso; 10-12-1755:
Hendrik Coopmans verkoopt aan Jan Verhoysen, vierman groes het Voorsteveltje 1⁄2 lopense naast Hendrik Verberne en de weduwe Jan Smits. Belast met ƒ 0-4-0 per jaar aan het Huis van Asten. Koopsom ƒ 180,-.

Jan Verhoysen koop een deel van een obligatie op:

Asten Rechterlijk Archief 97 folio 167 verso; 05-03-1759:
Francis van de Loverbosch, te Mierlo, verkoopt aan Jan Verhoysen 1⁄3e deel van een obligatie van ƒ 1350,- à 2 1⁄2 % ten laste van het Corpus van Asten, de dato 06-02-1711 nummer 40. Dit 1⁄3e deel is ƒ 450,- en hem aangekomen bij overlijden van zijn oom Martinus van de Loverbosch (1⁄6e deel) deling de dato 05-01-1758 en van zijn broeder (1⁄6e deel), transport de dato 08-02-1758.

Johannes (Jan) Verhoijsen is op 25-07-1762 te Asten overleden en in het huis van zijn weduwe vindt nog onderstaande voorval plaats met haar inwonende schoonzoon Joost van de Cruys:

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 112; 30-05-1765:
Verhoor van Joost van de Cruys, 35 jaar.
Of, op dinsdagavond, 28 mei laatstleden, rond 11 uur, niet in het huis en herberg van de weduwe Jan Verhoysen, waar hij, deponent, ook woont, zijn gekomen Dirk van de Loverbosch en Francis Distelblom, samen met Peeter Martinissen Jansen?
Joost van de Cruys antwoordt bevestigend.
Of deze drie personen niet getapt wilden hebben, dat hij getapt heeft en daarna aan hen verzocht heeft om naar huis te gaan wegens het late uur.
Joost van de Cruys antwoordt bevestigend.
Wie waren er nog meer present?
Alleen de knecht, alle anderen van het huisgezin waren naar bed.
Of de voornoemde personen niet rond twaalf uur zijn weggegaan, alle drie tegelijk, en of hij toen niet aan de voordeur stond en van één van hen een snee in zijn linkerwang, onder het oog, heeft gekregen?
Francis Distelblom is iets eerder weggegaan. Hij heeft de verwonding gekregen van Dirk Loverbosch of Pieter Martinissen, maar weet niet van wie.
Of hij verschil van mening met de voornoemde drie personen heeft gehad?
Joost van de Cruys antwoordt dat er geen verschil van mening is geweest.
Of hij niet met Maria Verhoysen is gegaan naar Souve om de wonde te laten verbinden en of daar toen geen personen door de glazen naar binnen stonden te kijken?
Hij heeft de wonde laten verbinden doch geen personen voor het raam zien staan. Na het afleggen van voorstaande verklaring en het tweemaal voorlezen hiervan heeft de ondervraagde verzocht om één uur beraad. Later heeft hij verklaart dat wat ik geseyt hebbe is wel soo, maar ik doe daar soo geen eed op en moet daar agt toe hebben en sien of ik dat doen moet. Hij is daarop weggegaan onder protest van den drossard wegens de gemaakte kosten.

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 115; 30-05-1765:
Verhoor van Francis Distelblom, 25 jaar.
Dit verhoor komt overeen met het voorgaande met als aanvulling: aanwezig was nog Cornelis Lintermans, de knecht. Hij weet niet of de snee is toegebracht door Dirk van de Loverbosch. Hij heeft dit wel horen zeggen. Hij heeft ook gezien dat Dirk Loverbosch en Peter Jansen aan de gevel of glazen van Jan Souve stonden maar weet niet of zij daar door heen zagen of niet. Hij is vanuit de herberg van de weduwe Verhoysen naar het huis van Mattijs van Bussel gegaan en daar zijn toen ook gekomen, Dirk Loverbosch, Peter Jansen en Reinier Verberne. Zeggende Dirk of Pieter: "Joost van de Cruys heeft de klets al weg". Daarna zijn ze met vieren uit het huis gegaan, de straat door naar Jan Souve en dan onderweg haalde Dirk Loverbosch wat uit zijn zak, zeggende: "Zie, daar heeft hij de de klets mede gekregen, van de Cruys stoote mijn toen op mijn hart dat ik bijna nederviel". Een en ander onder eede bevestigd.

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 117 verso; 01-06-1765:
Verhoor van Cornelis Lintermans, Peter Jansen en Reinier Verberne.
Dit verhoor komt ook overeen met het voorgaande Cornelis Lintermans zegt dat hij in de keuken, niet ver van de deur, op een stoof zittende, wat slaperig zijnde, zag, dat Joost van Cruys niet ver van de deur staande met zijn neusdoek het bloed van zijn tronie vegende, zei: "Dat heeft men van de plucksacke". De laatste twee personen waren toen weg. Peter Jansen is met Loverbosch gegaan naar de herberg van Mattijs van Bussel, op straat is Reynier Verberne er nog bijgekomen. Hij heeft niet gehoord dat Dirk vertelde dat hij Joost een klets gegeven had, ook niet, dat, gaande naar het huis van Souve, Dirk een mes uit zijn zak haalde, zeggende: "Daar heb ik Joost van de Cruys een klets mee gegeven". Ook heeft hij zijn water wel af staan slaan tegen de gevel van Souve, doch weet niet wie er door de glazen heeft gekeken. Hij weet verder niets meer dan Dirk op straat tegen hem zei: "Met dit dingeske is het gedaan". Reinier Verberne was, rond 12 uur in de nacht, op het Martvelt, bij het huis van Mattijs van Bussel en is daarbinnen gegaan met Peter Jansen en Dirk Loverbosch. Later, gaande naar het huis van Souve, heeft hij Dirk horen zeggen: "Hier is het mede geveegt ofte gedaan", of dergelijke woorden. Zij bevestigen een en ander onder ede.

Joost van de Cruys, geboren te Bakel rond 1735, is sinds 19-05-1764 weduwnaar van Anna Margaretha Verhoysen. Hij is op 12-02-1775 te Asten hertrouwd met Johanna Mathijs van Bussel en op 05-07-1779 te Asten overleden (zie Markt 12).

Predikant Hermanus Albers is driftig op zoek naar borgen, maar de impopulaire predikant vangt ook in de herberg van Petronella van de Cruys bot:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 30-08-1765:
Vorster van Asten, U zult ter instantie van Hermanus Aelbers, predicant, te Asten, wonende te Eyndhoven, zich vervoegen bij de drie voornaamste herbergen van Asten en aldaar behoorlijk afvragen of er iemand is die voor Aelbers borg wil blijven in zijn te voeren proces tegen Jan Jacobs Verberne, gedaagde, voor het gerecht van Asten. Helmont Alexander Verbeek, gelaste. Op 31-08-1765 mij vervoegd bij aan de herbergen van Willem de Bruyn, schepen, Antony Fransen Voermans en de weduwe Jan Verhoysen. Niemand heeft zich gemeld om borg te staan. Heb daartegen geprotesteerd van aangewende devoiren als naar stijl. Gerrit van Riet, vorster.

Een kleinzoon van Johannes Verhoysen en Petronella van de Cruys, Henricus Sebastianus Loomans (zie Koningsplein 16), wordt priester:

Asten Rechterlijk Archief 123 folio 2; 06-01-1769:
Pieternella van de Cruys weduwe Jan Verhoysen geassisteerd met Johannes Smits getrouwd met haar dochters dochter, moolenaar, te Vlierden. Zij geeft te kennen dat Henricus Lomans, zijnde een dochters zoon van de weduwe Verhoysen en een broeder van voornoemd Johannes Smits vrouw theologant te Leuven, zich wil begeven in de geestelijke staat als werelds priester en vermits daartoe bij gebrek van titel Ecclesiatiecq nodig is een titel Patrimonieel ter somme van ƒ 150,-per jaar om in geval van nood onderhouden te kunnen worden. De weduwe Jan Verhoysen en Johannes Smits beloven, indien nodig, deze ƒ 150,- per jaar te voldoen.

Petronella van de Cruys ontvangt een flinke som van eerdere obligaties:

Asten Rechterlijk Archief 123 folio 13 verso; 13-03-1769:
Pieternella van de Cruys, weduwe Jan Verhoysen en Leonardus Lenaarts, namens zijn vader, te Helmond mitsgaders Francis Aarts, te Liessel. Zij zijn door de regenten van Asten voldaan van ƒ 1350,- ten laste van het Corpus van Asten obligatie de dato 06-02-1711 schepenen Asten ten bate van de weduwe Jan van de Loverbosch ten comptoire der Bede nummer 40. De comparanten is zij aangekomen bij koop en transport, alhier, gepasseert en ook bij versterf en deling. De originele brief is vermist of in het ongerede geraakt.

Het huis wordt na het overlijden van Jan Verhoysen eigendom van zijn weduwe en kinderen en blijft in bewoning bij Petronella van de Cruys:

Jaar Eigenaar nummer 61 Dorp Bewoners nummer 61 Dorp
1766 weduwe en kinderen Jan Verhoijsen weduwe Jan Verhoijsen
1771 weduwe en kinderen Jan Verhoijsen weduwe Jan Verhoijsen

Petronella van de Cruys is als Petronilla Joannes Verhoysen op 23-12-1771 te Asten overleden en hieronder de doodakten van Jan Verhoysen en Petronella van de Cruys:

Bijna een jaar later wordt het testament voorgelezen:

Asten Rechterlijk Archief 123 folio 172 verso; 13-10-1772:
Leendert van Riet en Willem Verhaseldonk, schepenen en Jacobus Losecaat, secretaris, zijn op heden verzocht geworden in het huis waar Jan Verhoysen en Peternel van de Cruys,zijn vrouw, in hun leven gewoond hebben en waar aanwezig waren Heer Pieter Verhoysen, cappellaan, te Deurne, Jacobus Verhoysen, te Helmond, Hendrik Verhoysen, te Grevevorst, Maria Verhoysen weduwe Jan Tijsse alsmede de twee kinderen van Willemyna Verhoysen en Jan Bonaventura Lomans met name de Heer Hendricus Lomans en Johannes Smits, te Vlierden getrouwd met Anna Maria Lomans. Deze, allen kinderen van Jan Verhoysen en Peternella van de Cruys, hebben aan ons overgeven een beslootte instrument, zijnde met zeven roode bantjes en op seven plaatsen toegelakten gesegelt in rood lack met verzoek om dit te openen, hetgeen door ons gaaf en ongeschonden is bevonden, vervolgens zijn door ons al die bandjes onstuk geknipt en alzo geopend zijnde op het zelve de volgende acte geschreven:
Compareerde voor Wilhelmus Bruynen en Antoni Losecaat, schepenen, alsmede Jacobus Losecaat, secretaris Jan Verhoysen en Pieternella van de Cruys, zijn vrouw, beiden gezond. Zij overhandigen aan ons hun besloten en op zeven plaatsen met rood lak bezegeld instrument bevattende hun testament waarvan zij willen dat dit na hun off haar overlijden door de daarin vermelde erfgenamen zal worden nagekomen. Zij verzoeken hiervan acte op te maken, hetgeen bij deze is gedaan 29-04-1762. Volgt de tekst van het testament:
Jan Verhoysen en Peternella van de Cruys, maken bij deze ons testament of uiterste wil. Al hun goederen, roerend en onroerend, aan hun kinderen met name Heer Pieter Verhoysen, Jacobus Verhoysen, Henricus Leonardus Verhoysen, Maria Barbara Verhoysen, Margareta Verhoysen of bij vooroverlijden aan hun wettige kinderen alsmede aan de twee kinderen van onze overleden dochter, Wilhelmina Verhoysen en Johan Bonaventura. Mocht een van deze twee kinderen komen te overlijden, zonder wettige kinderen na te laten, dit na de dood van ons, testateuren, dan zal de erfportie uit onze nalatenschap gaan naar het andere kind.
De erfporties van Jacobus, Henricus Leonardus, Maria Barbara en Margareta, gekomen uit onze successie, zullen na hun overlijden gaan naar hun wettige kinderen. Verbiedende aan deze vier zonen en dochters eenige verminderinge off vervreemdinge van haare respectieve erffportien in prejudicie van dien mede te doen. 28 april 1762.

Daarna wordt de erfenis verdeeld en komt het huis in handen van dochter Maria:

Asten Rechterlijk Archief 123 folio 218 verso; 03-05-1773:
Pieter Verhoysen, cappellaan, te Deurne, Maria Verhoysen weduwe van Jan Tijssen, Hendrik Verhoysen, wonende te Grevevorst mede namens Jacobus Verhoysen, wonende te Helmond, Heer Henricus Lomans en Johannes Smits man van Anna Maria Lomans, wonende te Vlierden. De eerste vier, kinderen en de laatste twee kindskinderen van Jan Verhoysen en Pieternella van de Cruys, beiden overleden, gewoond hebbende in het Dorp. Zij verdelen de nagelaten goederen van wijlen hun ouders.
1e lot krijgt Maria Verhoysen, weduwe van Jan Tijssen het huis en de brouwerij met de hof in het Dorp waar de ouders gewoond hebben 2 lopense, ene zijde de weduwe Gerrit van Riet, andere zijde het volgende huis ook van deze condivident; de inboedel met de brouwketels, tonnen, vaten, gereedschappen, beesten, hooi, stro en de oogst zoals die in het sterfhuis is bevonden; een huis, stal en hof 1 lopense, ene zijde het vorige huis, andere zijde de weduwe Joost Buckums; land den Logtenacker 1½ lopense naast de weduwe Francis van den Boomen; land 3 copse naast Antoni Fransen; groes Slootjesvelt 4 lopens enaast Francis Verberne; groes in het Root 1 lopense naast de. weduwe Gerrit van Riet; weiveld de Rootsebeemt 2 lopense naast Francis van de Loverbosch; land den Berg 3 lopense naast Antoni Timmermans; groes den Hoogendries 5 lopense naast Antoni Verreyt; land aan Kruyskesweg ½ lopense naast het volgende perceel; groes het voorste Veltje 3 lopense naast Willem Verberne. Belast met ƒ 2-10-0 per jaar aan den Armen van Asten; ƒ 2-10-0 per jaar aan de Kerk van Asten. Verponding ƒ 10-04-06 per jaar. Bede ƒ 1-08-08 per jaar.
2e lot krijgen Heer Pieter Verhoysen, te Deurne en Jacobus Verhoysen, te Helmond samen 1⁄4e deel in de Laarbroekse-tiende. Verponding ƒ 9-11-4 per jaar.
3e lot krijgen Hendrik Verhoysen de ene helft en Heer Henricus Lomans alsmede Johannes Smits de andere helft van huis, hof en aangelag te Ommel 1½ lopense in bewoning bij Huybert Bijers. Met een klein huiske daaraan gelegen tegenover de Capel, ene en andere zijde de straat; den Stokacker 4 lopense; den Haakacker 5 lopense naast Wilhelmus Bruynen; de Looacker; den Rietacker naast Gerrit Peters; den Huls- off Halsacker ½ lopense naast Jan Canters; den Dorperacker 1 lopense naast Jan Antonis Jelis; den Bergacker 3 lopense; land den Oudenhoff 2 copse; den Eysboutsacker 2 copse naast Mattijs Muyen en anderen; het drieske bij Jan Geven 1 lopense naast Willem Roefs; groes bij Steven Driessen 4 lopense naast Mattijs Muyen; groes het Veltje 3 lopense naast Joost en Antoni Muyen; groes de Colk 2½ lopense; groes de Mortel 2½ lopense naast Nol Zeegers; weiveld de Engelsebeemden 11 lopense naast Martinus Peter Martens; het Swartbroek 3 lopense naast Antoni Lomans; groes het Heytvelt nu Nieuwe Erve naast de gemeente; een huisplaats te Ommel 5 copse naast Joost en Antoni Muyen; het Groesven 2 lopense; de Venacker 1½ lopense; de Stokacker 1½ lopense; land de Looacker 1½ lopense. Belast met ƒ 2-10-0 per jaar aan het Gemene Land. Verponding ƒ 26-00-8 per jaar. Bede ƒ 6-03-8 per jaar.

Dochter Maria Jansen Verhoysen is geboren te Asten op 04-12-1711 en op 04-11-1731 te Asten getrouwd met Jan Teysen, geboren te Asten op 28-11-1701 als zoon van Mathias Hendrix en Maria Reynders van Geldrop (zie Voormalig huis G655):

02

Het gezin van Maria Jansen Verhoysen en Jan Teysen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Maria Barbara Asten 22-09-1732 Asten 22-02-1778
Andreas Timmermans
Asten 24-04-1822 *

* doopgetuigen zijn moeder Petronella van Maria Jansen Verhoysen en stiefvader Antonius Meuen van Jan Teysen

Jan Teysen is op 14-10-1733 te Asten overleden en Maria Jansen Verhoysen heeft waarschijnlijk bij haar moeder ingewoond. Zij koopt na het overlijden van haar broer Petrus Verhoysen 3⁄32e deel in de Laarbroekse tiende:

Asten Rechterlijk Archief 100 folio 172 verso; 23-10-1780:
Gerardus Aarts, secretaris, te Grubbelvorst, voor hem als voor de onmodige kinderen van wijlen Hendrik Verhoysen getrouwd geweest met Agnes Aarts, gewoond hebbende te Grubbelvorst. De onmondige kinderen genaamd, Pero en Jan Verhoysen, zijn voor 1⁄4e deel erfgenaam van Pieter Verhoysen, in leven pastoor te Heese. Jacobus Verhoysen, te Helmond, voor 1⁄4e deel erfgenaam, Henricus Lomans, kapelaan, te Deurne en Johannes Smits, getrouwd met Anna Maria Lomans samen voor 1⁄4e deel. Zij verkopen 3⁄4e deel van de Laarbroeker grove en smalle tienden aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Tijssen. Koopsom ƒ 885,-

Maria Jansen Verhoysen is volgens de bewoningslijst van 1776 tot 1781 van het huis eigenaar en bewoner:

Jaar Eigenaar nummer 61 Dorp Bewoners nummer 61 Dorp
1776 weduwe Jan Tijssen weduwe Jan Tijssen
1781 weduwe Jan Tijssen weduwe Jan Tijssen

Maria Jansen Verhoysen heeft nog flinke sommen geld te goed:

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 1; 29-08-1782:
Willem Antoni Dirks, Claas Driessen en Jan van de Cruys zijn schuldig aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Tijssen, ƒ 425,- à 3½%. Marge: 15-10-1784 gelost.

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 148 verso; 20-12-1785:
Jan van den Eynden is schuldig aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Tijssen, ƒ 500,- à 3½%.

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 255; 11-02-1789:
Adriaan Keysers is schuldig aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Thijssen ƒ 500,- à 3½%. Marge 30-06-1796 gelost aan Andries Timmermans ten bate van zijn moeder, Maria Verhoysen, weduwe Jan Thijssen.

Asten Rechterlijk Archief 102 folio 72; 02-07-1791:
Jan van den Eynden is schuldig aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Tijssen ƒ 200,- à ƒ 7,- per jaar.

Asten Rechterlijk Archief 103 folio 9; 24-10-1793:
Dirk Verdonschot is schuldig aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Tijssen ƒ 125,- à 3½%.

Asten Rechterlijk Archief 103 folio 21; 05-12-1793:
Pieter Wilbert van Bussel is schuldig aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Tijssen ƒ 250,- à 3½%.

Maria Jansen Verhoysen is als Maria Tyssen Verhosen op 17-09-1796 te Asten begraven. Hieronder de doodakte van Jan Teysen en de begraafakte van Maria Jansen Verhoysen:

Haar dochter Maria Janse Tyssen, geboren te Asten op 22-09-1732, is op 22-02-1778 te Asten getrouwd met bierbrouwer Andries Timmermans, geboren op 24-05-1735 te Asten als zoon van Franciscus Jan Timmermans en Maria Teunis Stevens de Laure (zie Emmastraat 40 tot en met 44).

03

Voor zover bekend hadden zij samen geen kinderen. Voor haar huwelijk woonde Maria Janse Tyssen in Lommel (B) en zij is het niet eens met de verdeling van de erfenis na het overlijden van haar grootmoeder (zie Voormalig huis G655):

Asten Rechterlijk Archief 121 folio 204 verso; 12-07-1762:
Maria Jan Mattijssen, meerderjarige jonge dochter te Lommel, geassisteerd met Gerrit Jacobs van Hugten geeft procuratie aan haar moeder, Maria Verhoysen, weduwe Jan Mattijsse, om in te vorderen hetgene zij, comparante, pretendeert in de boedel en nalatenschap van Maria van Geldrop laatst weduwe Antoni Muyen en eerder getrouwd geweest met Mattijs Hendriks, comparantes grootvader en grootmoeder. Welke Maria van Geldrop dit jaar is overleden. Van de verdere erfgenamen te vorderen schiftinge, scheydinge ende deylinge tot bekoome van der comparante geregt aandeel off erffportie aan haar na regten off volgens testamentaire dispositie aangekomen en verstorve. Ook kan zij soodanige advocaaten off procureurs als nodig zal oordeelen constitueren. Wel moet zij over de te maken kosten contact houden.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 13-12-1762:
Maria Jan Mathijssen, te Lommel, aanlegger contra Mathijs Muyen, Joseph Souve en Antony Lomans als momboiren van de twee onmondige kinderen van wijlen Willem Muyen, met name Joost en Antoni.
Dat Jan Mathijssen egte zoon van Mathijs Hendrix en Maria van Geldrop aan Maria Verhoysen in huwelijk heeft geprocreert de aanlegster in deze. Nadat Mathijs Hendrix is overleden is zijn weduwe hertrouwd met Antony Muyen. Zij heeft, noch bij overlijden van haar eerste man, noch bij hertrouwen een staat en inventaris gemaakt. Zij heeft dus geen enkel bewijs aan haar zoon Jan gedaan. Dat alzo de gemeenschap van goederen continueerde in de dato 30-01-1734 ter requisitie van voorschreven Maria Verhoysen moeder. Dit wegens doode van haar man, Jan Mathijssen. Gedaagden hebben uit hoofde van testamentaire dispositie de dato 14-03-1754, schepenen van Asten, door Maria van Geldrop, als weduwe van Antony Muyen op 23-09-1762 aan aanlegster aangeboden haar legitieme portie uit de goederen en effecten van Maria van Geldrop, haar grootmoeder. Zonder te erkennen dat aanlegster in de staat en inventaris van 30-01-1734 gerechtigd is. Zij wil hierop haar rechten doen gelden.

Uiteindelijk worden die goederen verdeeld en krijgt Maria Janse Tyssen 400 gulden:

Asten Rechterlijk Archief 122 folio 9; 12-02-1763:
Mattijs Antoni Muyen, Joost Sauve en Antonis Lomans als momboiren over Joost en Antoni, onmondige kinderen van wijlen Willem Antoni Muyen, Maria Verhoysen, weduwe Jan Mattijssen namens haar mondige dochter Maria Mattijssen, te Lommel procuratie de dato 12-07-1762. Zijnde de eerste comparant een zoon van Antoni Muyen en Maria van Geldrop. De twee onmondige kinderen zijn kindskinderen van Antoni Muyen en Maria van Geldrop en Jan Mattijssen is geweest een zoon van Maria van Geldrop en Mattijs Hendriks in eerste huwelijk. Dus Maria Mattijssen is een kindskind van Mattijs Hendriks en Maria van Geldrop. Allen dus erfgenamen van Mattijs Hendriks, Antoni Muyen en Maria van Geldrop. Zijnde Mattijs, alhier, overleden, nalatende zijn weduwe, Maria van Geldrop en zijn enige zoon, Jan Mattijssen met enige meubilaire goederen. Zonder vaste goederen.
Maria van Geldrop is, in 1705, hertrouwd met Antoni Muyen. Zij heeft geen inventaris gemaakt ten behoeve van haar zoon, er is ook geen deling gemaakt.
In het tweede huwelijk is verwekt Mattijs en Willem Muyen. Jan Mattijssen is, in 1733, overleden en was getrouwd met Maria Verhoysen nalatende een dochter, Maria Mattijssen met hetgene hem uit de boedel van zijn ouders toebehoorde. Hebbende daarop zijn weduwe voor haar dochter van Antoni Muyen en Maria van Geldrop verzocht om een staat en inventaris. Deze is, in 1733, door Maria van Geldrop van hetgeen zij met haar eerste man heeft bezeten opgemaakt. Doch daarmede geen genoegen nemende heeft zij een nadere inventaris verlangt van de goederen, die zij in gemeenschap met Antoni Muyen, was bezittende. Deze is op 30-01-1734 gepasseert. Antoni Muyen is reeds vele jaren geleden overleden. Zijn vrouw, Maria van Geldrop, is vorig jaar overleden en haar nalatenschap is door Mattijs Muyen en de momboiren, op 13-8-1762, nagezien, geïnventariseerd en op heden gepasseert. De weduwe Maria van Geldrop heeft, op 14-03-1754, een testament gemaakt en daarbij beschreven op wat voor wijze het voorschreven kind en de kindskinderen de voornoemde nalatenschap zouden genieten.
Over deze verdeling is echter dispuut ontstaan tussen Maria Mattijssen ter eenre en Mattijs Muyen en de voornoemde momboiren ter andere zijde. Waarover voor de rechtbank al een procedure was gevoerd tot welke afsnijdinge en voorkominge van ruineuse procedure is de comparanten aangeraden de nalatenschap in de minne af te doen en daarover te accorderen. Zoals volgt:
Aan Maria Mattijsse was door haar grootmoeder, Maria van Geldrop, bij testament voor haar portie in de gehele boedel gemaakt ƒ 200,- en enig tin. Zij heeft hiermee geen genoegen genomen, menende dat haar portie groter moest zijn. Er is nu met haar moeder, Maria Verhoysen, een accoord gemaakt dat als haar aandeel in de nalatenschap zal worden uitbetaald ƒ 400,-, te betalen door Mattijs Muyen en de momboiren van Joost en Antoni Muyen, waarvan ƒ 100,- meteen en ƒ 300,- over een jaar.
Marge: 20-02-1764 Maria Verhoysen weduwe Jan Mattijsen heeft de ƒ 400,- ontvangen. Zij verklaart hiermede uit de erfenis te gaan.
Mattijs Muyen voor de helft ter eenre en Joseph Sauve en Antoni Lomans als momboiren over Joost en Antoni, kinderen van Willem Muyen voor de andere helft ter andere zijde. Zij verdelen de nagelaten goederen van Antoni Muyen en Maria van Geldrop.
1e lot krijgt Mattijs huis en hof bij de kerk in het Dorp ½ lopense; een hof aan het huis van Francis van de Loverbosch 3 copse; groes aan het Slootje 2½ lopense. Belast met ƒ 2-10-0 per jaar aan den Armen van Asten; ƒ 0-01-0 per jaar aan de Heren van Asten; ƒ 150,- aan Maria Jan Mattijssen; nog, ter egalisatie, te ontvangen van de kinderen Willem Muyen ƒ 100,-.
2e lot krijgen Joost en Antoni onmondige kinderen Willem Muyen huis en hof te Ommel; een stukje groes daarbij samen 3 copse, gekomen van de ouders van Antoni Muyen; land de Loo 4½ lopense; land / groes de Camp 7 lopense zijnde twee percelen in de quohieren te Ommel.
Belast met ƒ 0-2-8 per jaar Geestelijke pacht; ƒ 150,- aan Maria Jan Tijssen; ƒ 100,- aan Mattijs Muyen ter egalisatie. Marge: 10-07-1768 Mattijs Muyen is voldaan van de hiervoor vermelde ƒ 100,-.

Andries Timmermans wordt aangesteld als borgemeester over 1780:

Asten Rechterlijk Archief 32 folio 68 verso; 30-12-1780:
Andries Timmermans en Jan van den Eynden worden aangesteld als borgemeesters over 1781.

Andries Timmermans koopt een stuk land:

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 108 verso; 11-02-1785:
Jacobus Losecaat verkoopt namens zijn zoon, Antoni Losecaat, secretaris van Eyndhoven en omliggende heerlijkheden aan Andries Timmermans, oud borgemeester en brouwer land aan de Weegen 3 lopense naast Willem Verberne. Koopsom ƒ 140,-.

Een schuld aan Maria Jansen Verhoysen wordt gelost aan haar schoonzoon Andries Timmermans:

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 255; 11-02-1789:
Adriaan Keysers is schuldig aan Maria Verhoysen, weduwe Jan Thijssen ƒ 500,- à 3 1⁄2 %. Marge: 30-06-1796 gelost aan Andries Timmermans ten behoeve van zijn schoonmoeder, Maria Verhoysen, weduwe Jan Thijssen.

Andries Timmermans leent geregeld geld uit:

Asten Rechterlijk Archief 102 folio 8; 25-11-1789:
Meggel Smits, weduwe Francis van Hoek geassisteerd met Jan Jan Timmermans is schuldig aan Andries Timmermans ƒ 100,- à 3 1⁄2 % om een gelijke som af te kunnen lossen aan Goort Willem Loomans, in leven molenaar te Asten wegens geleverd graan en meel volgens onderhandse schuldbekentenis de dato 02-02-1774. Marge: 1807 afgelost.

Asten Rechterlijk Archief 102 folio 74 verso; 10-10-1791:
Wilbert van Helmond is schuldig aan Andries Timmermans ƒ 150,- à 4%, ten huize van de comparant welke wegens ouderdom en zwakheid niet in staat was ter secretarie te komen.

Andries Timmermans wordt in 1792 benoemd tot setter en in 1795 tot borgemeester:

Asten Rechterlijk Archief 32 folio 106; 31-12-1792:
Tot setters worden aangesteld Andries Timmermans en Antonie Berkers.

Asten Rechterlijk Archief 32 folio 111; 05-03-1795:
Andries Timmermans en Jan Janse Timmermans zijn aangesteld als borgemeesters voor 1795.

Tijdens de Franse revolutie stelt Andries Timmermans zich borg voor een aanzienlijk bedrag:

Asten Rechterlijk Archief 129 folio 89; 26-09-1798:
Andries Timmermans stelt zich borg voor Johannes de Vocht, te Helmond, voor ƒ 21.000,- zijnde het driedubbel montant van de goederen welke door de Republiek om transito zullen worden vervoerd door voornoemde de Vocht. Belovende dienvolgende ingevalle nadat gemelde goederen sullen sijn geplumbeert ende dieswegens gewoone passagiegelt is betaalt bevonden mog worden die goederen voor het geheel of gedeeltelijk binnen dese Republicq te sijn verbleven als dan te sullen opleggen en voldoen alle hetgeene voornoemde. Johannis de Vocht volgens de wetten van de lande mogt hebben verbeurt en gehouden en verpligt is te voldoen. Deze borg is geldig voor de zes eerskomende weken en is geldig voor meerdere rijsen binnen die tijd.

Andries Timmermans ontvangt in 1801 een flinke erfenis van zijn broer:

Asten Rechterlijk Archief 130 folio 28 verso; 03-02-1801:
Andries Timmermans, Antony Timmermans, Willem Jan Loomans als voogd over de onmondige kinderen van Antony Berkers en wijlen Petronella Timmermans, beiden overleden, Wilhelmus Johannes van den Heuvel, te Geldrop, Jan Francis van Zeeland, te Geldrop. Allen testamentair erfgenaam van Jan Francis Timmermans. Zij verdelen diens nagelaten effecten.
1e lot krijgt Andries ƒ 2000,- ten laste van het Corpus van Stratum. Uit te keren aan het 4e lot ƒ 500,-.
2e lot krijgt Antony ƒ 2000,- ten laste van de kinderen en erven van den Bergh, te 's Hertogenbosch de dato 28-01-1778. Dit lot zal uitkeren aan het 5e lot ƒ 500,-.
3e lot krijgen de onmondige kinderen Antony Berkers ƒ 1000,- ten laste van het Corpus van Schaft de dato 17-06-1796; ƒ 300,- ten laste van Pieter Jacobs de dato 24-11-1787; ƒ 200,- ten laste van Hendrik van Osch de dato 27-06-1792.
4e lot krijgt Wilhelmus Johannes van den Heuvel ƒ 800,- ten laste van Jan Gutjens de dato 27-11-1789; ƒ 200,- ten laste van Pieter Berkers de dato 26-02-1789; ƒ 500,- uit te keren door het 1e lot.
5e lot krijgt Jan Francis van Zeeland ƒ 100,- ten laste van Jan Welten de dato 15-05-1788; ƒ 100,- ten laste van Jenneke van Houts de dato 07-04-1794; ƒ 100,- restant, ten laste van Willem van Moorsel de dato 24-01-1790; ƒ 600,- ten laste van Josyna Verlijsdonk de dato 03-07-1783; ƒ 50,- ten laste van Christoffel Milter; ƒ 100,- ten laste van Wilbert Cornelis. De ontvanger van dit lot heeft reeds ƒ 500,- uit de boedel ontvangen; ƒ 500,- te ontvangen van het 2e lot.

Andries Timmermans krijgt toestemming om te jagen op zijn eigen grond:

Asten Rechterlijk Archief 147; 18-09-1802:
Certificaat voor Andries Timmermans, om te mogen jagen op zijn eigen gronden te weten op de percelen: het Rootsvelt 3 lopense; den akker aan de Weegen 3 lopense; den Pasakker 5 lopense; den Pasakker 2 lopense 46 roede; den Logtenakker 1 lopense 25 roede; den Logtenakker 37½ roede; Slootjesvelt 4 lopense; 't veld in het Root 1 lopense; het Weyvelt of Rootsebeemd 2 lopense; den Bergakker 3 lopense; den Hoogendries 5 lopense; akker aan Kruyskensweg 25 roede; het voorste Veltje 3 lopense;

Andries Timmermans is in 1803 benoemd als schepen van Asten en ook als commissaris bij het bestuur van Brabant:

Asten Rechterlijk Archief 32a folio 6; 19-04-1803:
Tot schepenen van Asten zijn aangesteld Andries Timmermans, Adriaan van Dueren, Jan Janse Timmermans, Gerrit Verberne, Joost van Hugten, Pieter van der Laak en Pieter Kanters.

Asten Rechterlijk Archief 32a folio 18; 13-09-1803:
Theodorus Sengers, Andries Timmermans en Adriaen van Dueren, als commissarissen, worden door het departementaal bestuur van Brabant benoemd tot commissie van toezicht over de opbrengst der buitengewone belasting van 2% op de bezittingen

Volgens het huizenquohier over de periode 1798-1803 en de verpondingen van 1810 zijn Maria Janse Tyssen en Andries Timmermans eigenaar en in eerste instantie bewoner van het huis:

Jaar Eigenaar nummer 61 Dorp Bewoners nummer 61 Dorp
1798 Andries Timmermans Andries Timmermans
1803 Andries Timmermans Onbewoont

Verpondingen 1810 XIVd- 67 Dorp folio 206 verso:
Andries Timmermans gehuwd met Maria dogter bij versterf 1796 van.
Maria Verhoijsen weduwe Jan Tijssen.
Nummer 61 huijs, stallinge, brouwerij en hof 2 lopense.

Op de marktdagen in Asten werd er stevig ingenomen en de bestuurders van Asten, waaronder Andries Timmermans, hadden de nodige moeite om de herbergen om tijd te sluiten en de dronken mensen af te voeren. Soms werd er iemand opgesloten en dat leidt hier tot een proces:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 30-04-1804:
Willem Jan van den Boomen, aanlegger namens deze van Schayk, procureur contra Theodorus Johannes Sengers, schout civiel, gedaagde. Getuigen: Dirk Leenen, 40 jaar, schepen, Wilhelmus Verberne, 33 jaar, armmeester, Hendrik Althuysen, 68 jaar, schutter.
Aan de eerste twee getuigen te vragen of zij present waren, 's avonds, 10 mei 1803, om 10 of 11 uur, omtrent het Marktvelt?
Dirk Leenen en Wilhelmus Verberne antwoorden bevestigend.
Of daar langs gekomen is, op weg naar huis, Willem Jan van den Boomen, geboren alhier?
Dirk Leenen en Wilhelmus Verberne zeggen: "Als deze toen gepasseert is, hem niet gekent te hebben".
Of dezelfde van den Boomen iets misdreef of aan iemand iets misdeed?
Dirk Leenen en Wilhelmus Verberne zeggen dat door de schout, tegen den persoon, welke later Willem Jan van den Boomen bleek te zijn, tot driemaal toe is geroepen: "Weerdaar" waarop deze persoon antwoordde dat hij een knecht of dienstbode was. Waarop de schout repliceerde: "Dat is niet voldoende, ik moet weten wie gij zijt". Waarop deze persoon weer riep: "Daar legt U niet aan gelegen".
Of het niet waar is dat de schout bij van den Boomen gekomen, hem met zijn arm pakkende en hem zo rukkende, leidde tot onder het Raadhuis en hem in een kelder of gat bracht en dat toesloot niettegenstaande dat van den Boomen zich niet verweerde?
Zij hebben gezien dat van den Boomen onder het Raadhuis 'in het Boterhuys' is gebracht. En later, na de ronde of patrouille gedaan te hebben, hebben gezien dat van den Boomen in het turfhok zat, met nog een tweede persoon, welke destijds bij Jan van Bussel, als dienstknecht woonde. Dirk Leenen heeft nog gezegd: "Dat het bedroefd was dat zij hun naam niet wilden noemen, want dat zij dan naar huis hadden kunnen gaan. Waarop geantwoordt is: "Dat zij niet naar huis gingen en daar bleven".
Aan Hendrik Althuysen te vragen of hij, op 11 mei 1803, om 9 uur, op het Raadhuis is geweest?
Hendrik Althuysen antwoordt: "Ja".
Of hij, aldaar zijnde, gezien heeft dat Willem Jan van den Boomen in het keldergat, diefkelder of gevankenis onder het Raadhuis opgesloten was, zonder stoel, bank, stro, bed en zonder eten of drinken?
Het opgesloten zitten wordt bevestigd. Hij weet echter niet of er eten en drinken was of niet.
Of hij toen hij de deur geopend heeft en Willem Jan van den Boomen is weggegaan?
Op order van de schout, heeft hij de deur geopend en er twee personen uitgelaten te weten van den Boomen en nog een, welke bij Jan van Bussel woonde. Zij zijn toen naar boven, naar het Raadhuis gegaan.
Of de drie deponenten van den Boomen kennen als een eerlijke en brave jongeman?
Zij verklaren van den Boomen niet verder te kennen. Zij bevestigen een en ander onder eede.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 30-04-1804:
Volgt getuigenverhoor van Adriaan van Dueren, 58 jaar, smid, lid van het gemeentebestuur, Andries Timmermans, 69 jaar, bierbrouwer, lid van het gemeentebestuur, Maria Tijssen getrouwd met Andries Timmermans.
Of het, op 10 mei 1803, hier marktdag is geweest?
Allen antwoorden bevestigend.
Of zij die dag ook gehoord hadden dat naar gewoonte veel vreemden en dronken lieden in het Dorp waren geweest en dat er in de namiddag van diezelfde dag ten huize van Jan van den Heuvel, herbergier, ruzie was geweest en iemand aan zijn been gekwetst was geworden?
Adriaan van Dueren en Andries Timmermans hebben dit wel horen zeggen en Maria Tijssen weet dit niet.
Of Adriaan van Dueren, als schepen, op de avond van die dag geassisteerd met Dirk Leenen, schepen, niet aan het huis van Andries Timmermans is gekomen en aan deze te kennen heeft gegeven dat het nodig was om in het Dorp patrouille te lopen en om samen met hen naar de schout te gaan en deze te verzoeken om met hen de ronde te doen. De president heeft toegestemd doch is zelf niet meegegaan?
Adriaan van Dueren en Andries Timmermans bevestigen een en ander. Maria Tijssen zegt dat Adriaan van Dueren en Dirk Leenen, op die avond aan hun huis gekomen zijn en dat zij naar de president gevraagd hebben. Zeggende dat hij met hen mee moest gaan. Doch dat zij, deponente, voorgaf dat hij niet mee kon gaan want dat hij naar bed en ook dronken was, hetgeen echter onwaar was. Zij hielden echter aan om hem te spreken waarna zij eindelijk haar man geroepen heeft.
Aan Adriaan van Dueren te vragen of hij met Dirk Leenen niet naar de schout is gegaan om deze op te halen?
Adriaan van Dueren antwoordt bevestigend.
Of Dirk Leenen toen, in substantie, aan de schout niet gezegd heeft dat een ronde moest gedaan worden en dat men moest zien het volk uit de herbergen te krijgen?
Adriaan van Dueren zegt daar niet bij geweest te zijn.
Of hij toen ten huize van de schout niet bevonden heeft Wilhelmus Verberne, Goort Bakers en Wouter van Buul, die de wacht hadden?
Adriaan van Dueren zegt deze lieden toen niet gezien te hebben vermits hij terstond naar huis is gegaan.
Of de schout toen, in zijn kwaliteit, geassisteerd met Dirk Leenen en voornoemde personen de verzochte patrouille heeft gedaan?
Adriaan van Dueren zegt de schout toen niet gezien te hebben en ook geen patrouille.
Zij bevestigen hun verklaringen onder eede.

Asten Rechterlijk Archief 33-56; ongedateerd:
Deductie namens Theodorus Johannes Sengers. In deze verdediging worden vrij veel rechtswerken en / of geleerden aangehaald betreffende de materie van injurie, ondermeer het Romeins Wetboek, Pussendorf, Schumaker, Marius, Boekmer, professor Voet, Wassenaar, practicum.
Gedaagde heeft in deze niets verricht, als alleen in kwaliteit als schout civiel. Hij heeft ook uitdrukkelijk aangeboden een en ander onder eede te willen bevestigen. Dat, op 10 mei 1803, marktdag, als gewoonlijk, veel vreemdelingen en verscheidene dronken lieden in het dorp geweest zijn. 's Middags was er ruzie geweest waarbij iemand aan zijn been gekwetst was geworden. Om deze reden, waren de schepenen, Dirk Leenen en Adriaan van Duuren, 's avonds, naar president Andries Timmermans gegaan om met hem te overleggen om patrouille te laten lopen. Ze zijn samen naar de schout gegaan, welke ook accoord was, doch dat hij zelf niet meeging. Vervolgens zijn Dirk Leenen, Wilhelmus Verberne en twee personen, die gewoonlijk opgeroepen werden, met name Goort Bakers en Wouter van Buul met de gedaagde, in kwaliteit als schout civiel, 's avonds, tussen 10 en 11 uur, de ronde gaan doen inhoudende de herbergen, waar licht aan was, ingaande en de lieden die daar binnen waren, verzoekende naar huis te gaan. Het is dan geschiedt, dat op het Marktveld, niet ver van het Raadhuis, omtrent de Waterpoel, een hen onbekende persoon liep, die door gedaagde werd aangeroepen met: "Werda". Hetwelk door aangeroepene werd beantwoord met te zeggen: "Ik ben dienstbode of knecht".
Een en ander is geëscaleerd en gedaagde heeft de persoon opgeleidt naar het Raadhuis. Waar tevoren al een persoon naar toe was gebracht. Na afloop van de patrouille zijn gedaagde en de overige personen, hiervoor genoemd, naar het Raadhuis gegaan, om de gearresteerde te ontslaan. Door Dirk Leenen is nog gezegd: "Het is bedroefd dat jullie niet zeggen wilt wie gij zijt, dan konde naar huis gaan". Zij hebben hierop teruggezegd: "Wij zitten hier heel wel en blijven hier". Leenen heeft ze zelfs nog gevraagd om mee een glas bier te gaan drinken en dan naar huis te gaan. Men moet ook observeren dat gedaagde niet prive, maar in kwaliteit, niet om eigen voordeel, maar ten nutte van de veiligheid van het algemeen werkzaam is geweest.
En dat als aanlegger zijn naam had genoemd hij toch ook niet gearresteerd was geworden. Het is toch algemeen gebruikelijk, dat als de politie onbekende personen aanhoudt deze in gijzeling worden geplaatst tot het onderzoek te hunnentwege gedaan is. Als dit allemaal, redelijkerwijze, niet meer kan dan is het vlug met de politie in de Meyerije gedaan. En zal de officieren de handen gebonden zijn.
De kelder in het Raadhuis, zijnde een vertrek egaal met de vloer, welke hoger is dan de grond van het naast gelegen Marktveld. Van onder met een stenen vloer en van boven een zolder op houten ribben. De onderkant geblaffoneert hebbende aan het Marktveld een glasraam, zonder slot, ter grootte van circa 15 vierkante Rijnlandsche voeten, doch zijnde met een vaste ijzeren tralie voorzien. Dus zeker niet de akeligste kerker zoals door eiser is afgeschildert. Aanlegger is niet opgesloten door gedaagde alleen, maar ex offico en met goedkeuring van het gemeentebestuur.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 02-09-1804:
Deductie namens aanlegger Willem Jan van den Boomen.
Het is opmerkelijk dat er een zeker slag mensen, die ambtenaar geworden zijn, de gedaante van hun leven veranderen. Honores mutant mores, ofwel Staat verandert gelaat. Schoon men sou seggen, dat verkeerdelijk veele ampten bediend worden, alsof sij voor haaren bediender en de bediender niet voor de ampten zou zijn. En zoo denkt men dat het onsen schout ook wilde maaken. Immers omdat hij zoo koppig is, om sig schout civiel bij antwoord ten deezen op te geeven.

Asten Rechterlijk Archief 131 folio 135 verso; 01-12-1804:
Dirk Leenen, schepen, Wilhelmus Verberne, armmeester, Goort Bakers en Wouter van Buul. Zij verklaren ter requisitie van Theodorus Johannes Sengers, schout dat het, op 10 mei 1803, te Asten, marktdag is geweest en dat op die dag, als gewoonlijk, veel vreemde en zo men zei, verscheidene dronken mensen in het Dorp geweest zijn. Er is in de namiddag ook ruzie geweest en iemand aan zijn been gekwetst geworden. Dat hij, Dirk Leenen, om die reden met zijn mede-schepen, Adriaan van Duuren, is gegaan naar de president om deze te laten weten dat er in het Dorp een patrouille gemaakt zou worden en hem verzocht om samen met hen naar de schout te gaan om mede de ronde te doen. De president heeft toegestemd in een en ander doch is zelf niet meegegaan. Dat hij, Dirk Leenen, met Adriaan van Duuren van de president is gegaan naar de schout en aan deze, in substantie, heeft gezegd dat er een en ander gedaan moest worden en dat men moest zien het volk uit de herbergen te krijgen. Edog dat hij, van Duuren, even te vooren na huys was gegaan. Dat Wilhelmus Verberne, Goort Bakers en Wouter van Buul bij de schout gekomen zijnde welke als nu beneffens Dirk Leenen en also gesamentlijk verklaaren dat zij ten einde die ronde te doen met de schout zich 's avonds van de 10e mei 1803, tussen 10 en 11 uur, op weg gegaan zijn. Zijnde de Goort Bakers en Wouter van Buul die 's avonds, als gewoonlijk, ter wacht gecommandeert en in de herbergen waar licht was, zijn binnengegaan. Zijnde de hospes en de lieden die in zodanige huizen woonachtig zijn door de schout verzocht en gemaand zijn om de personen die daar aanwezig waren naar huis te laten gaan omdat het na 10 uur was. Dat zij, comparanten, geassisteerd met de schout, gekomen zijn op het Marktveld, niet ver van het Raadhuis, zijnde het toen meer en meer donkerder geworden en omtrent de waterpoel hebben zij zien gaan seeker persoon hen onbekend. Dat de schout tegen die persoon heeft geroepen: "Werdaar" en dat deze persoon daarop zei: "Ik ben een dienstbode of knecht". Waarop de schout terugzei: "Dat is niet voldoende, ik moet weten wie gij seydt". Dat de persoon wederom aan de schout zei: "Daar legt Uw niet of om den blixem niet aangelegen". Dat de schout toen hierop die persoon opgeleydt heeft naar een kamer in het Raadhuis zijnde een vertrek, egaal met de vloer dewelke hooger is als de grond van het naast aangeleegen Marktveld en van onderen met een steene vloer, voorsien van booven met een solder op houte ribben van den onderkant geblaffoneerd. Hebbende aan het Marktveld een glasraam sonder slot, ter groote van circa. vijftien vierkante Rijnlandsche voeten, welke op- en toegedaan kan worden. Dog sijnde met een vaste eyser traalie voorsien en hem daarin geplaatst. Dat eerder door de comparanten nabij het Marktveld was gezien een ander persoon tegen wie de schout tot driemaal toe geroepen heeft: "Werdaar". Doch zonder dat die persoon reageerde. En dat deze toen door de schout naar de voorschreven kamer is opgebracht. Dat na het aflopen der ronde of patrouille de comparanten wederom gegaan zijn naar het Raadhuis om te horen wie die gearresteerden waren en om hen dan dadelijk te ontslaan. Dat toen door Dirk Leenen tegen de gearresteerden is gezegd: "Het is bedroefd, dat gij niet zeggen wilt wie gij sijt, dan konde naar huys gaan". Doch dat daarop door deze niet anders is gezegd dan: "Wij zitten hier heel wel". Zij bevestigen hun verklaringen onder eede.

Hieronder een overzicht van de betrokkenen bij het opstootje op het Marktveld van Asten:

Naam Geboorte Rol Functie Beroep Adres
Willem Jan van den Boomen Asten 17-04-1777 Gevangene Bergdijk 36
Theodorus Johannes Sengers Nuenen 22-06-1752 Schout Markt 14 en 16
Dirk Leenen Asten 18-09-1763 Schepen Emmastraat 40 tot en met 44
Hendrik Althuijzen Interlaken (Zwi) ±1730 Schutter Voormalig huis G601
Adriaan van Dueren Nuenen 24-05-1746 Schepen Smid Voormalig huis G470
Wilhelmus Verberne Asten 21-05-1773 Armmeester Emmastraat 31
Andries Timmermans Asten 24-05-1735 Schepen Bierbrouwer dit huis
Marij Tijssen Asten 22-09-1732 Vrouw Andries Timmermans dit huis
Goort Bakers Asten 16-09-1765 Wachter Landbouwer Voormalig huis G560 en G561
Wouter van Buul Someren 15-07-1783 Wachter Knecht onbekend
Onbekend Mede gevangene Knecht bij Jan van Bussel onbekend
Jan van den Heuvel Deurne 25-09-1740 Herbergier Marktstraat 1

Maria Janse Tyssen is op 24-04-1822 te Asten overleden en Andries Timmermans is op 11-08-1822 te Asten overleden. Hun bezit wordt door Francis Timmermans en Jan de Vocht aan Francis Berkers verkocht:

Notarieel Archief 45-58 en 64 Asten18-07-1822:
Francis Timmermans, brouwer en Jan de Vocht als executeurs van de boedel van wijlen Andries Timmermans gehuwd geweest met Maria Janssen. Verkopen 1e en 2e koop het groot huis, stalling, schuur en schop met hof, brouwerij met toebehoren en klein huis belast ƒ 2,50 aan de armen. Koper is Francis Berkers voor ƒ 2382,-.

Bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 staan de brouwerij en het grote huis op naam van Francis Berkers.

Kadaster 1811-1832; G489
Brouwerij, groot 01 roede 51 el, het Dorp, klassen 1.
Eigenaar: Francis Berkers.

Kadaster 1811-1832; G490:
Huis en erf, groot 06 roede 90 el, het Dorp, klassen 4.
Eigenaar: Francis Berkers.

04

05

Francis Berkers is geboren te Asten op 03-12-1781 als zoon van Antonij Berkers en Petronella Timmermans (zie Voormalig huis C773). Hij is op 21-10-1822 te Asten getrouwd met Catharina Agnes Verhoijsen, geboren op 05-10-1785 te Dülken (D) als dochter van Peter Antonij Verhoijsen en Anna Maria Elisabeth Görtz. Hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Petronella Asten 19-12-1823 Religieuze Boxmeer 28-07-1899
2 Maria Antonetta Asten 03-07-1825 Asten 21-11-1858
Wilbertus Hikspoors
Someren 06-12-1859 zie ook Achterbos 10
3 Peter Antonie Asten 25-10-1827 Someren 28-01-1867
Maria Elisabeth Lammers
Asten 06-03-1887
4 Franciscus Josephus Asten 01-05-1830 Kind Asten 16-11-1834

Van de vader van Catharina Agnes Verhoijsen, Peter Antonij Verhoijsen, wordt beweerd dat hij rond 1755 in Nederland is geboren1. Hij is in Dülken vlakbij Viersen in Duitsland getrouwd met Anna Maria Elisabeth Görtz. Er is dus mogelijk verwantschap tussen de eerdere bewoner Jan Verhoysen en Catharina Agnes Verhoijsen.

Francis Berkers is op 01-02-1841 te Asten overleden en Catharina Agnes Verhoijsen is te Asten op 05-01-1857 overleden. Hieronder de overlijdensakte van Francis Berkers en het bidprentje bij het overlijden van Catharina Agnes Verhoysen:

In het huis komt wonen zoon Peter Antonie Berkers, geboren op 25-10-1827 te Asten en te Someren op 28-01-1867 als bierbrouwer getrouwd met Maria Elisabeth Lammers, geboren te Someren op 05-09-1834 als dochter van Antonie Lammers en Maria Anna Vermeer.

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1869 woont zoon Peter Antonie Berkers eerst met dienstknechten, dienstmeiden en zwager Wilbertus Hikspoors (zie Achterbos 10) in het huis en na zijn huwelijk wonen zij met hun gezin in het huis met huizingnummer A67:

06

Ook over de periode 1869-1879 en in de periode 1879-1890 wonen Peter Antonie Berkers en Maria Elisabeth Lammers met hun gezin in het huis met achtereenvolgens huizingnummer A103 en A109:

07

Zoon Johannes Mathijs Berkers, geboren te Asten op 17-08-1879, is op 30-05-1905 te Valkenswaard getrouwd met Johanna Lucia de Louw, geboren te Valkenswaard op 07-10-1881 als dochter van Hendrik de Louw en Hendrica Helena van Ham. Hun dochter Hendrika Elisabeth Helena Berkers, geboren te Valkenswaard op 23-01-1908, komt later weer in Asten wonen (zie Voormalig huis G471). Johannes Mathijs Berkers is op 04-01-1924 te Valkenswaard overleden en Johanna Lucia de Louw is op 14-06-1929 te Valkenswaard overleden.

Peter Antonie Berkers is op 06-03-1887 te Asten overleden en na zijn overlijden worden de bezittingen gesplitst, verkocht of verhuurd. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 23-07-1887 verkoopt de weduwe van Peter Antoon Berkers de huizen. In de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-04-1888 verkoopt Maria Elisabeth Lammers als weduwe van Peter Antonie Berkers haar inboedel en stopt met de herberg.

09 08

Maria Elisabeth Lammers verhuist via Voormalig huis G525 naar A5 (zie Marktstraat 5).

De brouwerij G489 en het woonhuis G490 worden opgekocht door Theodorus Strijbosch (zie Markt 17 en 19) en in 1889 gesplitst en heringedeeld in twee huizen met nieuwe kadasternummer G1701 en G1702. Het huis met nieuw kadasternummer G1701 komt in handen van de familie Berkers en dan met name van Adrianus Maria Berkers (zie Voormalig huis G2066). Het huis wordt rond 1899 nogmaals gesplitst in twee huizen met nieuwe kadasternummers G1863 en G1864. Na een verbouwing rond 1903 worden de kadasternummers G1957 en G1958 en tenslotte rond 1909 de kadasternummers G2066 en G2067. Onderstaande kadasterkaarten geven de veranderingen weer:

G2067 wordt rond 1930 Stationstraat 1 (zie hieronder), G2066 Stationstraat 3 (zie Voormalig huis G2066) en G1702 wordt Stationstraat 5-7 (zie Voormalig huis G1702).

Dit deel met nieuw kadasternummer G1701 en later G2067 heeft volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1879-1890 huizingnummer A108a en wordt bewoond door Petrus Joseph Feijen:

13

Peter Joseph (Pieter) Feijen is geboren te Nederweert op 22-12-1848 als zoon van Henricus Fijen en Joanna Maria Koppen. Hij is als koopman op 26-04-1876 te Someren getrouwd met Petronella (Peternel) Jelissen, geboren te Someren op 11-03-1853 als dochter van Antoon Jelissen en Gertruda Verstappen. Ook in de periode 1890-1900 wonen zij in het huis met dan huizingnummer A110:

14

In 1891 verhuizen Petrus Joseph (Pieter) Feijen en Petronella (Peternel) Jelissen met hun gezin naar A243 (zie Voormalig huis F1679).

Het huis wordt daarna bewoond door Franciscus Smits, geboren te Asten op 10-05-1856 als zoon van Johannes Smits en Wilhelmina Peeters (zie Voormalig huis G473). Hij is op 17-04-1885 als metselaar te Asten getrouwd met Elizabeth Verheijen, geboren te Someren op 28-04-1855 als dochter van Leonardus Verheijen en Petronella Versantvoort.

Zij verhuizen in 1893 naar A30a (zie Voormalig huis G1382A) en in het huis komt wonen Johannes Petrus van Bussel is geboren te Asten op 22-11-1855 als zoon van Johannes Petrus van Bussel en Maria Elisabeth van Bussel (zie Voormalig huis G481). Hij is als horlogemaker op 09-05-1884 te Asten getrouwd met Adriana van Weert, geboren te Someren op 16-01-1853 als dochter van Lambert van Weert en Hendrina van Horrik. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1890-1900 wonen zij vanaf 1893 in het huis met huizingnummer A110:

15

Johannes Petrus van Bussel heeft van 1877 tot 1878 als horlogemaker in de Schoenmakersstraat 36b te Roermond gewoond. Hij wordt genoemd in de lijst van beeldende kunstenaars van Roermond in het tijdvak 1850-1915.

Over de periode 1900-1910 wonen Johannes Petrus van Bussel en Adriana van Weert met hun gezin in het huis met huizingnummer A123:

16

Inwonend als commensaal zijn Peter Jan Joseph (Piet) Hamilton en Henri Antoine Lucien Hamilton, die eerder studenten waren bij Antonius Franciscus ten Haaf (zie Koningsplein 8). In deze periode was Piet Hamilton secretaris van de Astense afdeling van pluimveehouders, aldus het Weekblad van den Limburgschen Landbouwbond en den Zuid-Nederlandschen Zuivelbond, jaargang 2 van 31-01-1908 linksonder. Rechtsonder zijn handel in pluimvee, zoals blijkt uit het kwartaalblad De Nederlandse Jager; voor Jagers en Honden Liefhebbers van 05-05-1906: 

Zijn broer Henri Antoine Lucien Hamilton had in die tijd een hond die vanwege hondsdolheid moest worden afgemaakt2:

Het nieuws van de dag van 15-10-1908 maakt melding van een inbraak bij Johannes Petrus van Bussel.

17

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-03-1909 de verkoop van horloges door Johannes Peter van Bussel, waarvoor hij als adres de Markt kiest.

19

In de Nieuwe Tilburgsche courant van 21-10-1908 is het gestolene al weer terugbezorgd met hulp van de pastoor van Liessel.

18

Onder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-01-1910 wenst Johannes Peter van Bussel zijn vrienden en klanten een zalig Nieuwjaar.

20

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-12-1909 wordt het huis samen met het naastgelegen huis te koop aangeboden:

20a

In eerste instantie koopt Matheus Cornelis Lammers (Voormalig huis G2066) het huis, maar verkoopt het niet lang daarna door aan bewoner Johannes Petrus van Bussel. Ook in de periode 1910-1920 woont hij met Adriana van Weert en hun gezin in het huis met dan huizingnummer A123:

21

Johannes Petrus van Bussel is op 28-07-1912 te Asten overleden, onder het overlijdensbericht in de krant de Zuid-Willemsvaart van 14-08-1912 en daaronder het bidprentje bij zijn overlijden en zijn overlijdensakte.

22

23

In 1913 breekt er brand uit bij de buren in het nevenstaande pand van Antonius Franciscus Maas (zie Voormalig huis G2066) en de brand slaat over naar het huis van Adriana van Weert, aldus de Limburger Koerier van 01-02-1913:

24

Het huis is goed verzekerd en wordt opnieuw opgebouwd en Adriana van Weert woont tijdelijk in een ander huis. In het nieuwe huis vestigt Adriana van Weert een herberg.

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 woont herbergierster Adriana van Weert met haar kinderen in het huis met huizingnummer A153, maar verhuist in die periode naar A18 op het Koningsplein 6 (zie Koningsplein 6):

25

Op de foto links de herberg van Adriana van Weert nadat de brand het horlogemagazijn van Johannes Petrus van Bussel, gevestigd in de oude drukkerij van Berkers, heeft verwoest:

26

Uit de advertentie onder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 25-09-1926 is op te maken dat Adriana van Weert als weduwe van Johannes Petrus van Bussel een herberg had. De advertentie rechts uit de krant de Zuid-Willemsvaart van 31-12-1927 geeft aan dat Adriana van Weert stopt met haar herberg.

27

28

In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 25-06-1928 en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 10-09-1928 gaat Adriana van Weert in beroep tegen een besluit van burgemeesters en wethouders van Asten voor handel in sterke drank:

29 30

Adriana van Weert is op 12-01-1942 te Asten overleden en hieronder het bidprentje bij haar overlijden.

31 32

Het huis wordt verkocht aan en bewoon door Hendricus van den Einde, geboren te Asten op 08-02-1895 als zoon van Peter Johannes van den Einde en Johanna Maria van Alphen (zie Voormalig huis G562). Hij is als electriciën op 26-05-1924 te Asten getrouwd met Johanna Maria van Gogh, geboren te Asten op 03-12-1896 als dochter van Cornelis van Gogh en Hendrica van Seccelen (zie Voormalig huis G1675). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer A153, ook bekend staand als Stationstraat 1:

33

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-06-1924 de verloving van Henricus van den Einde en Johanna Maria van Gogh en in diezelfde krant van 09-01-1926 de geboorte van dochter Petronella:

34 35

Ook over de periode 1930-1938 wonen Hendricus van den Einde en Johanna Maria van Gogh met hun gezin in het huis aan de Stationstraat 1, later Prins Bernhardstraat 1 geheten:

36

Inwonend zijn de schoonouders Cornelis van Goch en Hendrica van Seccelen, die vanuit de toenmalige Prins Hendrikstraat (zie Voormalig huis F1933) rond 1929 zijn komen inwonen. Zij vieren in 1931 hun gouden bruiloft en hieronder de aankondiging in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 19-12-1930 en rechts een foto van het Gouden bruidspaar een dag voor het feest.

De krant de Zuid-Willemsvaart van 26-01-1931 geeft een uitgebreid verslag van de feestelijkheden:

Cornelis van Goch is op 30-11-1933 te Asten overleden en Hendrica van Seccelen is op 09-09-1939 te Asten overleden. Linksonder de overlijdensakte van Cornelis van Goch en rechtsonder het bidprentje bij het overlijden van Hendrica van Seccelen.

Henricus van den Einde is op 24-06-1963 te Helmond overleden en Johanna Maria van Gogh is op 28-08-1968 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden en de overlijdensakte van Johanna Maria van Gogh:

37 38
39

Hieronder een foto uit 1955 van de electronicazaak van Hendricus van den Einde:

40

Het huis bestaat niet meer en is vervangen door nieuwe winkels.

Overzicht bewoners

Huis in het Derp
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1645 Antonius Theodorus de Cuyper ±1610 Antonius Theodorus de Cuyper ±1610
1663 weduwe Antonius de Cuyper ±1610 weduwe Antonius de Cuyper ±1610
1704 Antony Antonissen Cuypers ±1656 Antony Antonissen Cuypers ±1656
1717 Jan Verhoysen Someren 12-06-1685 Jan Verhoysen Someren 12-06-1685
Dorp huis 61
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1736 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685
1741 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685
1746 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685
1751 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685
1756 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685
1761 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685 Jan Verhoijsen Someren 12-06-1685
1766 weduwe en kinderen Jan Verhoijsen Asten 10-05-1685 weduwe Jan Verhoijsen Asten 10-05-1685
1771 weduwe en kinderen Jan Verhoijsen Asten 10-05-1685 weduwe Jan Verhoijsen Asten 10-05-1685
1776 weduwe Jan Tijssen Asten 04-12-1711 weduwe Jan Tijssen Asten 04-12-1711
1781 weduwe Jan Tijssen Asten 04-12-1711 weduwe Jan Tijssen Asten 04-12-1711
1798 Andries Timmermans Asten 24-05-1735 Andries Timmermans Asten 24-05-1735
1803 Andries Timmermans Asten 24-05-1735 onbewoont
Kadasternummer G489
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
G489 1832-1841 Francis Berkers Asten 03-12-1781
G489 1841-1857 Catharina Agnes Verhoijsen Dulken (D) 05-10-1785 weduwe Berkers
G489 1857-1887 Peter Antonie Berkers Asten 25-10-1827
G489 1887-1889 Theodorus Strijbosch Sint Oedenrode 11-11-1814
G1701 1889-1897 Theodorus Strijbosch Sint Oedenrode 11-11-1814
G1701 1897-1899 Adrianus Maria Berkers Asten 30-04-1874
G1863 1899-1903 Adrianus Maria Berkers Asten 30-04-1874 splitsing met G1864
G1957 1903-1909 Adrianus Maria Berkers Asten 30-04-1874 verbouw
G2067 1909-1910 Adrianus Maria Berkers Asten 30-04-1874 verbouw
G2067 1910-1911 Matheus Cornelis Lammers Someren 20-05-1881
G2067 1911-1912 Johannes Petrus van Bussel Asten 22-11-1855
G2067 1912-1928 Adriana van Weert Someren 15-01-1858 weduwe van Bussel
G2067 1928-1938 Henricus van den Einde Asten 08-02-1895
Stationstraat 1, Prins Bernhardstraat 1 (1938)
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1803-1822 Andries Timmemans Asten 24-05-1735 Maria Barbara Teijssen Asten 22-09-1732 24-04-1822
1822-1822 Andries Timmemans Asten 24-05-1735 11-08-1822
1832-1841 Francis Berkers Asten 03-12-1781 Catharina Agnes Verhoijsen Dulken (D) 05-10-1785 01-02-1841
1841-1857 Catharina Agnes Verhoijsen Dulken (D) 05-10-1785 weduwe Berkers 05-01-1857
1857-1859 Peter Antonie Berkers Asten 25-10-1827 met meiden en knechten
A67 1859-1867 Peter Antonie Berkers Asten 25-10-1827 met meiden en knechten
A67 1867-1869 Peter Antonie Berkers Asten 25-10-1827 Maria Elisabeth Lammers Someren 05-09-1834
A103 1869-1879 Peter Antonie Berkers Asten 25-10-1827 Maria Elisabeth Lammers Someren 05-09-1834
A109 1879-1887 Peter Antonie Berkers Asten 25-10-1827 Maria Elisabeth Lammers Someren 05-09-1834 06-03-1887
A109 1887-1889 Maria Elisabeth Lammers Someren 05-09-1834 weduwe Berkers naar A5
A108a 1889-1890 Peter Joseph Feijen Nederweert 22-12-1848 Petronella Jelissen Someren 12-03-1853
A110 1890-1891 Peter Joseph Feijen Nederweert 22-12-1848 Petronella Jelissen Someren 12-03-1853 naar A243
A110 1891-1893 Franciscus Smits Asten 10-05-1856 Elizabeth Verheijen Someren 28-04-1855 naar A30a
A110 1893-1899 Johannes Petrus van Bussel Asten 22-11-1855 Adriana van Weert Someren 15-01-1858
A123 1900-1910 Johannes Petrus van Bussel Asten 22-11-1855 Adriana van Weert Someren 15-01-1858
A123 1910-1912 Johannes Petrus van Bussel Asten 22-11-1855 Adriana van Weert Someren 15-01-1858 28-07-1912
A123 1912-1920 Adriana van Weert Someren 15-01-1858 weduwe van Bussel
A153 1920-1928 Adriana van Weert Someren 15-01-1858 weduwe van Bussel
A153 1928-1930 Henricus van den Einde Asten 08-02-1895 Johanna Maria van Gogh Asten 03-12-1896
1 1930-1938 Henricus van den Einde Asten 08-02-1895 Johanna Maria van Gogh Asten 03-12-1896