Prins Bernhardstraat
De Prins Bernhardstraat is genoemd naar de echtgenoot van koningin Juliana die van 1948-1980 koningin van Nederland was. Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter van Lippe Biesterfeld is geboren te Jena (D) op 29-06-1911 als zoon van Bernhard zur Lippe en Armgard von Cramm. Hij is op 07-01-1937 te 's-Gravenhage getrouwd met Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina van Oranje Nassau, geboren op 30-04-1909 te 's-Gravenhage als dochter van koningin Wilhelmina Helena Pauline Maria van Oranje Nassau en prins Hendrik Wladimir Albrecht Ernst van Mecklenburg-Schwerin. Prins Bernhard was niet geheel van onbesproken gedrag en kende vele uitspattingen in financiële zin en in de relationele sfeer. Prins Bernhard is op 01-12-2004 te Utrecht overleden. |
![]() |
De Prins Bernhardstraat is altijd een van de belangrijkste verbindingswegen van Asten geweest en verbond Asten met Ommel, Vlierden en Deurne. Van oorsprong komen we naam Ommelscheweg tegen en voor 1929 kende de huidige Prins Bernhardstraat de naam Tramstraat, genoemd naar de tramlijn die vanaf 1906 Asten met Ommel en Helmond verbond.
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1929 worden de definitieve namen toegekend aan de straten van Asten en de Stationstraat begint op de Markt en loopt tot het huis van Johannes Verleijsdonk, waar de Ommelscheweg begint. Die situatie is nog ongewijzigd. Na de opheffing van de tramlijn Asten-Helmond is de naam rond 1938 gewijzigd in Prins Bernhardstraat.
Toch werd er in de Tweede Wereldoorlog nog tijdelijk teruggegrepen op oude straatnamen, zoals blijkt uit de artikelen in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-11-1941 en het Peelbelang van 25-11-1944:
![]() |
![]() |
Van oudsher waren er verschillende herbergen in de Prins Bernhardstraat, echter daarnaast beoefende men het boerenbedrijf om in het onderhoud te voorzien. Dit kunnen we opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van de huidige Prins Bernhardstraat:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:
Naam | Huis | Omschrijving | Vergoeding |
---|---|---|---|
Jan Verhoysen | 61 | ƒ 80,- | |
weduwe Frans Doensen | 63 | ƒ 34,- | |
Philips Goossens | 65 | ƒ 30,- | |
Goort Buckums | 66 | ƒ 40,- | |
Bernardus Brunas | 67 | ƒ 18,- | |
Dielis van den Berge | 69 | ƒ 21,- | |
Reynder Peters | 71 | ƒ 52,- | |
Michiel van de Cruys | 73 | ƒ 12,- |
Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.
Op basis van deze gegevens kunnen we stellen dat er in de negen huizen die er destijds stonden en dat in zeven van die huizen de akkerbouw of landbouw een belangrijke inkomstenbron was. Van de overige twee huizen was er een onbewoond en het andere in bewoning bij twee weduwen. In die tijd had Jan Verhoijsen al een bierbrouwerij in de straat en de familie van der Linden bezat een herberg tegenover de schuurkerk.
De bedrijvigheid nam flink toe met de komst van een katoenfabriek van David Horn afkomstig uit Duitsland aan het begin van de 19e eeuw. In 1850 kwam er een Beierse bierbrouwerij, waar de eveneens Duitse doctor Bernardus Martzeller het pas uitgevonden pils bereidde. Later werd de brouwerij overgenomen door de familie Sengers en tot ongeveer 1900 is er bier gebrouwen. Gaandeweg werden ook de beroepen specifieker en ontstonden er smederijen, bakkerijen, slagers, klompenmakerijen, schoenmakerijen en kleermakerijen in de Prins Bernhardstraat.
Een belangrijke stimulans was de komst van de tram in 1906 en men moet zich voorstellen dat Asten tot die tijd eigenlijk zowat ophield bij de huidige Logtenstraat. Voor het tramstation, de tramremise en de tramlijn moesten slechts enkele armzalige huisjes het veld ruimen. Niet veel later werden er in de nabije omgeving een ijzerfabriek, een timmerfabriek die ook broedmachines maakt en het pakhuis van de boerenbond gevestigd. In plaats van boer werd arbeider het meest voorkomende beroep.
De familie Leenen had in de oude katoenfabriek nog een tijdlang hun sigarenproductie, maar later werd het een groentendrogerij annex kolenhandel en koloniale winkel. De familie Berkers bezat de oude brouwerij van Verhoijsen en begon daar een drukkerij, waarvan de oude ansichtkaarten nog steeds een gewild artikel zijn. Tegenover de huidige Lindestraat had de familie Eijsbouts de oude herberg van de familie van der Linden overgenomen.
Hieronder een foto gemaakt rond 1905 vanaf de Markt in de richting van de huidige Prins Bernhardstraat. Links zien we van voor naar achter het woonhuis van notaris Hockers aan de Markt en het huis van de weduwe van brouwer Berkers. Rechts zien we van voor naar achter de bakkerij van Josephus (Sjef) van Bussel, de schoenmakerij van Ludovicus (Louis) Hoefnagels, de koperslagerij van Johannes Hubertus van Bussel, daarna wat huurhuisjes met wisselende bewoners en dan het hoge huis van de familie Leenen. Op de achtergrond is achter de boom nog het huis te zien van de familie Eijsbouts.
Wat is daar nu nog van terug te zien in de Prins Bernhardstraat? Als we eerlijk zijn is er vooral in de laatste jaren veel verdwenen en opgeofferd aan de vooruitgang. De tramlijn verdween al in 1936 en werd vervangen door vervoer met bus en vrachtwagen. Ook de ijzerfabriek, timmerfabriek en de Boerenbond zijn in de 20e eeuw verdwenen. Toch zijn er nog genoeg sporen te vinden van het oude Asten en aan de hand van vergelijking van kaarten wordt in beeld gebracht uit welke tijdsperiode de huidige huizen in de Prins Bernhardstraat stammen.
Hieronder is de kadasterkaart van 1832 samen met de hieruit gehaalde kaart van Theo Meulendijks te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw:
![]() |
![]() |
De gekleurde huizen betreffen huizen van voor 1800. Waren er rond 1750 nog negen huizen, aan het eind van de 18e eeuw was dat aantal al gegroeid tot 13 huizen en in 1832 stijgt het explosief tot meer dan 20 huizen. De witte huizen zijn de nieuwe huizen en omdat huizen minder voor landbouw werden gebruikt, zijn er ook huizen opgedeeld.
Hieronder een samengestelde foto van de Prins Bernhardstraat van rond 1935:
Hieronder een foto op ongeveer dezelfde plek gemaakt bij de bevrijding in 19441:
En hieronder een foto gemaakt vanaf ongeveer dezelfde locatie rond 1960:
Vanaf 1859 werden elke 10 jaar bevolkingsregisters bijgehouden en kreeg elk huis en het gezin dat er in woonde een adres, dat echter elke 10 jaar veranderde. Zoals eerder gemeld werd in 1929 de straatnaam Stationstraat ingevoerd met vaste adressen en in 1938 werd met het opheffen van het tramstation de straatnaam Prins Bernhardstraat. Met die huisnummers van 1938 is het nog één stap naar de huidige situatie en dat is de hernummering en die vond rond 1949 plaats. Elk adres aan de Prins Bernhardstraat met bebouwing uit de 18e eeuw of ouder kent dus zes nummergevingen:
- huisnummer uit de tijd van het huizenquohier van 1736-1803
- kadasternummer uit 1832 en een mogelijk vervolg daarop uit de kadastrale legger
- huizingnummers uit het bevolkingsregister die elke 10 jaar wijzigden
- adres bij de vaststelling van de nieuwe straatnamen in 1929
- adres bij wijziging straatnaam
- rond 1949 aangepast adres, dat veelal overeenkomt met het huidige adres
Op de onderstaande kaart uit 2017 met links het deel van de Prins Bernhardstraat tot ongeveer nummer 40 en rechts vanaf ongeveer nummer 40, geeft de huidige situatie weer. De huizen gebouwd tussen 1750 en 1800 zijn paars omcirkeld, tussen 1800 en 1850 zijn blauw omcirkeld, tussen 1850 en 1900 zijn groen omcirkeld en die tussen 1900 en 1940 zijn oranje omcirkeld:
De Prins Bernhardstraat kent nog altijd bijna 30 vooroorlogse woningen, daarvan zijn er 6 uit de 19e eeuw en het oudste huis dateert uit 1780 gelegen aan de Prins Bernhardstraat 23, maar is door renovaties niet meer als dusdanig herkenbaar. Het oudste oorspronkelijke huis dateert uit 1825 en betreft de voormalige katoenfabriek, annex winkel, annex restaurant het Eeuwig Leven, gelegen aan de Prins Bernhardstraat 22:
Referenties
- ^Foto van de bevrijding in Asten (https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/3962627/jurgen-vindt-zeer-bijzondere-fotos-uit-de-oorlog)
Voormalig pakhuis G2100
Volgens de Limburger Koerier van 12-09-1896 is in dat jaar de Boerenbond van Asten opgericht:
Rond 1910 bouwt Leonardus Franssen een pakhuis (G2091) voor graanopslag dat in 1913 als G2100 wordt aangekocht door de Christelijke Boerenbond. Het genoemde adres is dan Stationstraat 42-48. In 1942 wordt het verkocht aan de Naamloze Vennootschap Handelsmaatschappij 'Het Zuiden' te Amsterdam, die het in 1944 overdoet aan de Coöperatieve Aankoop en Verkoopvereniging van de Nederlandsche Christelijke Boerenbond afdeling Asten.
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 13-04-1912 het voornemen om een pakhuis te bouwen en in de krant de Zuid-Willemsvaart van 30-04-1918 zoekt men een administrateur:
![]() |
![]() |
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 12-07-1919 sluit het pakhuis zich aan bij de Nederlandse Christelijke Boerenbond en rechts in de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-05-1923 ontvangt de Boerenbond 100 gulden van de Boerenleenbank:
![]() |
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 18-03-1922 een verslag van de vergadering van het Pakhuis Boerenbond, waaruit blijkt dat Antonius Hubertus Feyen de administrateur is geworden:
In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 16-04-1931 wordt de varkensfokkerij toegelicht en staan tevens de jaarcijfers van de landbouw van Asten, Ommel en Heusden en rechts daarvan in diezelfde krant van 28-03-1933 heeft men nog steeds schuld op het pakhuis:
![]() |
![]() |
De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 09-05-1936 meldt dat er een varkensfokdag van het veredelde Duitsche Landvarken bij de Boerenbond wordt gehouden:
De krant de Zuid-Willemsvaart van 26-02-1938 meldt dat er is ingebroken in het pakhuis van de Boerenbond en rechts in de krant de Zuid-Willemsvaart van 27-07-1944 de mededeling dat Antonius Hubertus Feijen 25 jaar in dienst is bij de Boerenbond:
![]() |
![]() |
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 13-07-1942 wordt de Boerenbond genoemd:
In het Peelbelang van 20-01-1945 en 27-01-1945 wordt de ruimte van de Boerenbond genoemd met betrekking tot onderduikers:
![]() |
![]() |
In het Peelbelang van 06-01-1945 worden nieuwe leden van katholieke verkennersgroep verwacht bij de eierbond en in het Peelbelang van 05-05-1945 verandert de locatie van het bureau voor het landelijk herstel:
![]() |
![]() |
Hieronder wordt een foto van de Tramstraat rond 1925 met links de tram, geheel achter de ijzerfabriek en rechts de boerenbond, vergeleken met een streetview uit 2008. De tram is vervangen door auto's, de ijzerfabriek is al lang verdwenen en inmiddels is ook de oude boerenbond verdwenen:
Hieronder een foto uit 1965 van het gebouw van de Boerenbond:
Het gebouw is rond 2010 gesloopt, maar hieronder is nog een streetview van het uit 1912 daterende pakhuis van de Boerenbond te zien: