De pagina's Asten/Prins Bernhardstraat, Asten/Prins Bernhardstraat/Voormalig tramstation G2036 worden nu weergegeven
Asten toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 15-05-2025 08:05:25
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Prins Bernhardstraat

De Prins Bernhardstraat is genoemd naar de echtgenoot van koningin Juliana die van 1948-1980 koningin van Nederland was. Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter van Lippe Biesterfeld is geboren te Jena (D) op 29-06-1911 als zoon van Bernhard zur Lippe en Armgard von Cramm. Hij is op 07-01-1937 te 's-Gravenhage getrouwd met Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina van Oranje Nassau, geboren op 30-04-1909 te 's-Gravenhage als dochter van koningin Wilhelmina Helena Pauline Maria van Oranje Nassau en prins Hendrik Wladimir Albrecht Ernst van Mecklenburg-Schwerin.

Prins Bernhard was niet geheel van onbesproken gedrag en kende vele uitspattingen in financiële zin en in de relationele sfeer. Prins Bernhard is op 01-12-2004 te Utrecht overleden.

01

De Prins Bernhardstraat is altijd een van de belangrijkste verbindingswegen van Asten geweest en verbond Asten met Ommel, Vlierden en Deurne. Van oorsprong komen we naam Ommelscheweg tegen en voor 1929 kende de huidige Prins Bernhardstraat de naam Tramstraat, genoemd naar de tramlijn die vanaf 1906 Asten met Ommel en Helmond verbond.

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 05-07-1929 worden de definitieve namen toegekend aan de straten van Asten en de Stationstraat begint op de Markt en loopt tot het huis van Johannes Verleijsdonk, waar de Ommelscheweg begint. Die situatie is nog ongewijzigd. Na de opheffing van de tramlijn Asten-Helmond is de naam rond 1938 gewijzigd in Prins Bernhardstraat.

02

Toch werd er in de Tweede Wereldoorlog nog tijdelijk teruggegrepen op oude straatnamen, zoals blijkt uit de artikelen in de krant de Zuid-Willemsvaart van 20-11-1941 en het Peelbelang van 25-11-1944:

Van oudsher waren er verschillende herbergen in de Prins Bernhardstraat, echter daarnaast beoefende men het boerenbedrijf om in het onderhoud te voorzien. Dit kunnen we opmaken uit de lijst met getroffenen door natuurgeweld rond 1740 in het Dorp, waarbij een selectie is gemaakt van de bewoners van de huidige Prins Bernhardstraat:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende in het Dorp:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Jan Verhoysen 61 ƒ 80,-
weduwe Frans Doensen 63 ƒ 34,-
Philips Goossens 65 ƒ 30,-
Goort Buckums 66 ƒ 40,-
Bernardus Brunas 67 ƒ 18,-
Dielis van den Berge 69 ƒ 21,-
Reynder Peters 71 ƒ 52,-
Michiel van de Cruys 73 ƒ 12,-

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Op basis van deze gegevens kunnen we stellen dat er in de negen huizen die er destijds stonden en dat in zeven van die huizen de akkerbouw of landbouw een belangrijke inkomstenbron was. Van de overige twee huizen was er een onbewoond en het andere in bewoning bij twee weduwen. In die tijd had Jan Verhoijsen al een bierbrouwerij in de straat en de familie van der Linden bezat een herberg tegenover de schuurkerk.

De bedrijvigheid nam flink toe met de komst van een katoenfabriek van David Horn afkomstig uit Duitsland aan het begin van de 19e eeuw. In 1850 kwam er een Beierse bierbrouwerij, waar de eveneens Duitse doctor Bernardus Martzeller het pas uitgevonden pils bereidde. Later werd de brouwerij overgenomen door de familie Sengers en tot ongeveer 1900 is er bier gebrouwen. Gaandeweg werden ook de beroepen specifieker en ontstonden er smederijen, bakkerijen, slagers, klompenmakerijen, schoenmakerijen en kleermakerijen in de Prins Bernhardstraat.

Een belangrijke stimulans was de komst van de tram in 1906 en men moet zich voorstellen dat Asten tot die tijd eigenlijk zowat ophield bij de huidige Logtenstraat. Voor het tramstation, de tramremise en de tramlijn moesten slechts enkele armzalige huisjes het veld ruimen. Niet veel later werden er in de nabije omgeving een ijzerfabriek, een timmerfabriek die ook broedmachines maakt en het pakhuis van de boerenbond gevestigd. In plaats van boer werd arbeider het meest voorkomende beroep.

De familie Leenen had in de oude katoenfabriek nog een tijdlang hun sigarenproductie, maar later werd het een groentendrogerij annex kolenhandel en koloniale winkel. De familie Berkers bezat de oude brouwerij van Verhoijsen en begon daar een drukkerij, waarvan de oude ansichtkaarten nog steeds een gewild artikel zijn. Tegenover de huidige Lindestraat had de familie Eijsbouts de oude herberg van de familie van der Linden overgenomen.

Hieronder een foto gemaakt rond 1905 vanaf de Markt in de richting van de huidige Prins Bernhardstraat. Links zien we van voor naar achter het woonhuis van notaris Hockers aan de Markt en het huis van de weduwe van brouwer Berkers. Rechts zien we van voor naar achter de bakkerij van Josephus (Sjef) van Bussel, de schoenmakerij van Ludovicus (Louis) Hoefnagels, de koperslagerij van Johannes Hubertus van Bussel, daarna wat huurhuisjes met wisselende bewoners en dan het hoge huis van de familie Leenen. Op de achtergrond is achter de boom nog het huis te zien van de familie Eijsbouts.

03

Wat is daar nu nog van terug te zien in de Prins Bernhardstraat? Als we eerlijk zijn is er vooral in de laatste jaren veel verdwenen en opgeofferd aan de vooruitgang. De tramlijn verdween al in 1936 en werd vervangen door vervoer met bus en vrachtwagen. Ook de ijzerfabriek, timmerfabriek en de Boerenbond zijn in de 20e eeuw verdwenen. Toch zijn er nog genoeg sporen te vinden van het oude Asten en aan de hand van vergelijking van kaarten wordt in beeld gebracht uit welke tijdsperiode de huidige huizen in de Prins Bernhardstraat stammen.

Hieronder is de kadasterkaart van 1832 samen met de hieruit gehaalde kaart van Theo Meulendijks te zien waarin met zwart de huisnummers voor 1800 vergeleken en aangevuld zijn met de kadasternummers van 1832 in blauw:

04 05

De gekleurde huizen betreffen huizen van voor 1800. Waren er rond 1750 nog negen huizen, aan het eind van de 18e eeuw was dat aantal al gegroeid tot 13 huizen en in 1832 stijgt het explosief tot meer dan 20 huizen. De witte huizen zijn de nieuwe huizen en omdat huizen minder voor landbouw werden gebruikt, zijn er ook huizen opgedeeld.

Hieronder een samengestelde foto van de Prins Bernhardstraat van rond 1935:

06

Hieronder een foto op ongeveer dezelfde plek gemaakt bij de bevrijding in 19441:

En hieronder een foto gemaakt vanaf ongeveer dezelfde locatie rond 1960:

06a

Vanaf 1859 werden elke 10 jaar bevolkingsregisters bijgehouden en kreeg elk huis en het gezin dat er in woonde een adres, dat echter elke 10 jaar veranderde. Zoals eerder gemeld werd in 1929 de straatnaam Stationstraat ingevoerd met vaste adressen en in 1938 werd met het opheffen van het tramstation de straatnaam Prins Bernhardstraat. Met die huisnummers van 1938 is het nog één stap naar de huidige situatie en dat is de hernummering en die vond rond 1949 plaats. Elk adres aan de Prins Bernhardstraat met bebouwing uit de 18e eeuw of ouder kent dus zes nummergevingen:

  • huisnummer uit de tijd van het huizenquohier van 1736-1803
  • kadasternummer uit 1832 en een mogelijk vervolg daarop uit de kadastrale legger
  • huizingnummers uit het bevolkingsregister die elke 10 jaar wijzigden
  • adres bij de vaststelling van de nieuwe straatnamen in 1929
  • adres bij wijziging straatnaam
  • rond 1949 aangepast adres, dat veelal overeenkomt met het huidige adres

Op de onderstaande kaart uit 2017 met links het deel van de Prins Bernhardstraat tot ongeveer nummer 40 en rechts vanaf ongeveer nummer 40, geeft de huidige situatie weer. De huizen gebouwd tussen 1750 en 1800 zijn paars omcirkeld, tussen 1800 en 1850 zijn blauw omcirkeld, tussen 1850 en 1900 zijn groen omcirkeld en die tussen 1900 en 1940 zijn oranje omcirkeld:

07

De Prins Bernhardstraat kent nog altijd bijna 30 vooroorlogse woningen, daarvan zijn er 6 uit de 19e eeuw en het oudste huis dateert uit 1780 gelegen aan de Prins Bernhardstraat 23, maar is door renovaties niet meer als dusdanig herkenbaar. Het oudste oorspronkelijke huis dateert uit 1825 en betreft de voormalige katoenfabriek, annex winkel, annex restaurant het Eeuwig Leven, gelegen aan de Prins Bernhardstraat 22:

08

Voormalig tramstation G2036

In 1905 is begonnen met de aanleg van een tramverbinding tussen Asten en Helmond, waarbij het eindpunt van de lijn aan de huidige Prins Bernhardstraat werd gepland. De Tramwegmaatschappij Eindhoven-Geldrop was de opdrachtgever en in Asten werd een stuk grond aangekocht, zoals op nevenstaande kaart in groen is aangegeven.

Er werd een renteloos voorschot van 80 000 gulden verstrekt door het Rijk1:

Er werd een tramremise gebouwd, waarvoor drie kleine huisjes werden aangekocht (zie Prins Bernhardstraat 45, Prins Bernhardstraat 47 en Voormalig huis G1462), een tramstation werd gebouwd op een tot dusver onbebouwd stuk land en het huis voor de stationschef betreft het oorspronkelijk kadasternummer G444 (zie Prins Bernhardstraat 23).

Door de fabrikanten van Asten werd al 10 jaar verzocht om een tramverbinding met Helmond aan te leggen, zoals blijkt uit onderstaande concessie van Johannes Bluijssen in de Peel- en Kempenbode van 02-05-1896:

01

In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 21-12-1903 wordt al melding gemaakt van den aankoop van het huis van de erven Sengers:

02

In diezelfde krant van 12-08-1905 wordt bericht dat het tramstationin de periode 1905-1906  wordt gebouwd door aannemer Franciscus van Heesch uit Boxtel onder nieuw kadasternummer G2036.

Hieronder een samengesteld verhaal over de tramlijn Asten-Helmond van het Regionaal Historische Centrum Eindhoven.

Op 23 mei 1906 reed een nieuw vervoermiddel door de landerijen van Asten en Vlierden; de tram van de Eindhovense Tramweg-Maatschappij 'De Meierij'. De tram was in Noord-Brabant in 1880 voor het eerst gaan rijden en vanaf dat moment werden door verschillende ondernemers ook plannen gemaakt voor tramlijnen in de regio Deurne-Asten-Someren. Vanuit Asten ijverde fabrikant Bluijssen voor een tramverbinding met Helmond, die vanuit Asten richting Someren moest gaan en dan langs de Zuid-Willemsvaart naar Helmond. Elk jaar waren de verwachtingen van de gemeentebesturen en inwoners hoog gespannen of de tram zou gaan rijden. De plannenmakers kregen het steeds niet voor elkaar, totdat 'De Meierij' zich er in 1903 in mengde. Het werd wel een lijntje Helmond-Asten, maar via een verrassend ander tracé, namelijk via Ommel en het Vlierdense Brouwhuis.

Op 18-05-1904 slaat burgemeester Frencken de eerste spijker in een spoorbiels voor de tramlijn Asten-Helmond, waarvan hieronder een foto2:

03

Woensdag 18 mei 1904 was heel Asten en Ommel uitgelopen om het slaan van de 'Eerste Spijker' in de nieuwe trambaan bij te wonen. Die handeling werd verricht aan de weg van Asten naar Ommel door burgemeester Frencken, die toen zijn diamanten burgemeesters jubileum vierde. Twee jaar later, op woensdag 23 mei 1906, reed de eerste tram over die rails. Van het tramstation in de huidige Prins Bernhardstraat ging het naar het tramstation in Ommel, dan via Beek en Oostappen naar Brouwhuis. In Vlierden waren stopplaatsen op Beersdonk en Peeleik. Dan reed de tram een stukje over Bakels grondgebied om zo in Helmond te komen. Daar ging het langs de Deurneseweg, via Rooseind naar het treinstation in Helmond en zo verder tot de aansluiting bij Wachthuis 33 aan de Mierloscheweg op de tramlijn naar Eindhoven. Zesmaal per dag reed er een tram heen en weer. In Asten vertrok de eerste om 5 voor half 7 's morgens en de laatste rond 10 voor 8 's avonds. Vanuit Helmond konden de reizigers tussen kwart over 8 's morgens en half 9 's avonds richting Vlierden en Asten. De trams waren niet alleen bedoeld voor reizigers, maar ook voor het vervoer van goederen. Daarom had Bluijssen zo voor een spoorverbinding met Helmond geijverd. En ook andere ondernemers speelden in op de nieuwe verbinding. Henri Michielsen bijvoorbeeld adverteerde in de regionale krant met "De tram naar Asten is heden geopend. Menschen van Asten en omstreken vergeet nu niet bij een bezoek aan Helmond even aan te komen in den sigarenwinkel van Henri Michielsen Leonardszoon nabij 't station".

Hieronder de advertentie in de krant de Zuid-Willemsvaart van 23-05-1906:

04

De dag na de eerste rit was het Hemelvaartsdag. De nieuwe tram was een mooie gelegenheid voor veel bedevaartgangers om in Ommel te geraken. Getuige de berichten in diverse kranten gebeurde dat ook. "Zooals men wel verwachten kon, was Donderdag (Hemelvaartsdag) het vervoer op de nieuwe tramlijn Helmond-Asten ontzettend druk. Ofschoon er slechts een beperkte publiciteit was gegeven van de vertrekuren, liep het storm, en vooral 's namiddags waren de rijtuigen tot berstens toe gevuld met passagiers, meestal met bestemming naar Ommel", berichtte de 'Zuid-Willemsvaart'.

Het bericht in de krant de Zuid-Willemsvaart van 26-05-1906:

05

De andere regionale krant 'Nieuws van de Week' informeerde zijn lezers ook in die trant en meldde nog, dat de tramwegmaatschappij dinsdag 29 mei extra wagens had ingezet, omdat "de Mierlosche processie per zelfde gelegenheid naar het miraculeus beeld" van de Lieve Vrouw van Ommel was getrokken. De verslaggever zelf was onder de indruk van de nieuwe tram en verwachtte dan ook op gewone dagen een drukke bezetting. "'t Is dan ook een lust eens mee te rijden; zelfs al heeft men niets verrichten, zou men een toertje mede maken, alleen om eens in de prachtige tramwagens te zitten. Deze toch munten uit in sierlijkheid en degelijkheid. Nog op geen enkele lijn zagen wij zulke groote, ruime en flink ingerichte rijtuigen, die zoowel de reizigers der 2e als die der 3e klasse als het ware tot binnentreden uitnoodigen. Ook bij avond zit men er recht gezellig, want eenige helder brandende lampen, in het midden der wagens aangebracht, verspreiden een aangenaam, voldoend licht, terwijl de ventilatie, zeer practisch ingericht, zorgt voor de noodige frischeid. Ook voor de veiligheid is goed gezorgd, immers de eveneens ruime balcons zijn zoodanig met hekdeuren afgesloten, dat afvallen zoo goed als onmogelijk is."

Foto van de achterzijde van het tramstation, waar de trams naar Helmond vertrokken:

06

Maar verkeer is verkeer en ongelukken zijn dan ook niet te vermijden. In februari 1907 gebeurde het eerste Vlierdens tramongeluk. Twee boeren, elk met paard en kar, keerden terug uit Helmond. In de herberg van Gijsbers aan de tramlijn wilden ze een borrel achteroverslaan. Blijkbaar waren ze al niet helemaal helder, want de aanstormende tram hadden ze niet in de gaten en deze botste tegen één van de karren. Schade: een verbrijzelde tramlantaarn, een kapotte kar en een gescheurde boerenkiel. Het paard kwam met de schrik vrij.

De krant de Zuid-Willemsvaart van 02-03-1907 heeft het volgende bericht over dit ongeluk:

07

Er gebeurde niet lang daarna een ongeluk met dodelijk afloop, waarover in de Nieuwe Tilburgsche courant van 24-07-1907 het overlijden staat van machinist Servatius Adrianus Huberta van Dijk, geboren te Helmond op 16-07-1881 als zoon van Servaas Arie van Dijk en Francisca Huberta Verhallen. Hij was op 03-02-1902 te Helmond getrouwd met Maria Antonetta Gommans, geboren te Horst op 27-08-1884 als dochter van Petrus Gommans en Maria Geertrui Claessens.

08

Het hield dat jaar niet op met ongelukken met de tram al was er hier geen sprake van letsel, aldus de krant de Zuid-Willemsvaart van 07-08-1907 en van 11-09-1907:

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1910-1920 wordt bij het gebouw met huizingnummer A102 het Tramstation genoemd:

09

Niet alleen Bluijssen maakte tot zijn faillissement in 1907 voor het goederenvervoer gebruik van de tram, ook andere ondernemers richtten zich er op. De Coöperatieve Handelsvereniging van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond bouwde in 1928 op de Voorste Beersdonk in Vlierden een magazijn voor granen, veevoer en kunstmeststoffen aan de tramlijn. Het eenvoudige gebouwtje is in 1932 uitgebouwd tot een modern goederenstation, dat trampassagiers ook als wachtlokaal konden gebruiken. Tevens kwam er een kalihok en een graanmalerij bij. Aan de huidige Brouwhuisweg in Deurne is het in deze gedaante één van de weinige herinneringen aan de tramlijn Asten-Helmond, die ruim een eeuw geleden in gebruik is genomen.

De krant de Zuid-Willemsvaart van 17-08-1912 maakt nog melding van een merkwaardige botsing:

Linksonder een foto van het goederenstation bij Vlierden en rechts het tramstation van Asten:

10 11

In 1933 fuseerden diverse vervoersbedrijven, waaronder 'De Meierij' en kwam de busonderneming Naamloze Vennootschap Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten tot stand. Dat betekende het einde van de tram tussen Asten en Helmond. De Astense machinisten en conducteurs, onder wie Lauke Koole en Willem van Lieshout, werden ontslagen met als alternatief de werkverschaffing. De tram reed boven verwachting nog door tot 15 mei 1935, de dag van het ingaan van de nieuwe dienstregeling. Spullen konden voortaan door vrachtauto's vervoerd worden en reizigers konden met de bus van de Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten. Die reed niet via Ommel en Brouwhuis naar Helmond, maar via Lierop en langs de Zuid-Willemsvaart.

Laurentius (Lauke) Koole, geboren op 22-11-1881 te Stratum, woonde in die tijd op Ommelscheweg 16 en in het Eindhovensch Dagblad van 18-12-1923 staat zijn zilveren jubileum als machinist

12

Op de foto rechts het trampersoneel met achter Lauke Koolen en de pas in dienst getreden Kluijtmans en voor Willem van Lieshout en Derk Buunk.

13

Machinist Antonius Wilhelmus (Willem) van Lieshout, geboren te Woensel op 29-08-1884, woonde op de Ommelscheweg 1A en lette goed op volgens de krant de Zuid-Willemsvaart van 17-12-1910:

14

Linksonder in de krant de Zuid-Willemsvaart van 04-05-1920 de extra treinen in de Meimaand en rechtsonder in het Algemeen Handelsblad van 05-05-1921 de niet zo gunstige jaarafrekening van de tramwegmaatschappijen Eindhoven-Geldrop en Meijerij:

15 16

In 1924 fuseerden de afzonderlijke tramwegmaatschappijen 'de Meijerij' en 'Eindhoven-Geldrop' samen met nog anderen tot de Naamloze Vennootschap Tramwegmaatschappij Meijerij. In 1936 worden de goederen van de Naamloze Vennootschap Tramwegmaatschappij Meijerij te Asten geveild, waaronder dit stationsgebouw, zoals te lezen is in de krant de Zuid-Willemsvaart van 25-04-1936:

17

We sluiten af met nog een foto van een tram en van het tramstation aan de Stationstraat in Asten:

18 19

Na de opheffing van de tramverbinding in 1935 worden de tramstations van Asten en Ommel te koop aangeboden, zoals te lezen is in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 26-03-1936:

Dit tramstation is opgekocht door Peter Antonie Berkers en verbouwd tot drie woningen, die werden verhuurd of verkocht aan derden.

Bij heemkundekring de Vonder staat dit huis bekend als monument:

Object: Prins Bernhardstraat 33, tot 22-09-1944 Stationsstraat 23B.
Bouwhistorie: Bedrijfsbouw, bouwjaar circa 1906, initiatiefnemer Eindhovense Tramweg-Maatschappij 'De Meierij' Verbouwingen: 1938 verbouw tot drie woningen, 1987 vernieuwen garage/berging.
Gebruikshistorie: Tramstation van 1906-1936, woning van 1938 tot heden.
Eigenaren/bewoners: Tramweg Maatschappij 'De Meierij',
Soort Bedrijf: Tramstation Asten met café-restaurant
Soort woning: Burgerwoningen; samen met Prins Bernhardstraat 35 en 37.
Literatuur: Van hier vertrok zes maal per dag de tram naar Helmond via Beek, Oostappen, Beersdonk, Peeleik, Zandput en Rooseind voor 17,5 cent. In 1904 start aanleg tramlijn Asten-Ommel-Vlierden_Helmond en in 1906 eerste proefrit. Er waren extra vroege ritten voor bedevaartgangers naar Ommel. Tramlijn in 1935 opgeheven met laatste rit op 15 mei 1935. Café F. van Lieshout in tramstation was het clubhuis van kruisboogschutterij Juliana.
Interview: Tot 1935 tramstation, tram reed aan de achterzijde. Daarna Harrie Peters, links, Wim van de Heijden, midden en Sjef Vincent, rechts. Het tegenoverliggende café 't Spektakel was toen café Tramzicht; daarvoor zat er een dierenarts in.

Hieronder een foto van de achterzijde van het tramstation, waarvan de trams richting Helmond vertrokken:

20

Op andere pagina's wordt de bewoning van de drie huizen, Prins Bernhardstraat 23B (zie Prins Bernhardstraat 33), Prins Bernhardstraat 23C (zie Prins Bernhardstraat 35) en Prins Bernhardstraat 23D (zie Prins Bernhardstraat 37) in kaart gebracht. Hieronder een foto van het tot drie woonhuizen verbouwde stationsgebouw rond 1950 en geheel onder een streetview van dezelfde huizen in 2016:

21

22

Referenties
  1. ^Beschouwingen, betreffende den aanleg van een tramlijn, 1904 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB24:073555000:00067&coll=boeken&page=62&sortfield=date&query=asten&rowid=4)
  2. ^Foto's van Noord Brabant (http://stadsarchief.breda.nl)