De pagina Dijk/Beek/Voormalig huis F1204 wordt nu weergegeven
Dijk/Beek toevoegen aan selectieDijk toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 19-04-2024 11:04:44
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Voormalig huis F1204

In het rechterlijk archief van Asten en het huizenquohier is er rond 1770 sprake van bewoning van een huis door Johannes Mennen, ook wel Mette genoemd. Die naamsverwisseling wordt duidelijk gemaakt in onderstaand archiefstuk:

Asten Rechterlijk Archief 99 folio 49; 26-09-1768:
Jan Mennen of Metten, met zijn broeder Huybert Antoni Mennen. Kinderen van Antoni Metten alias Mennen, Jenneke Claassen, jonge dochter, te Nederweert, dochter van Hendrien Janse Roeters, getrouwd geweest met Antoni Mennen die in dit huwelijk heeft aangekocht een huis en dus op voornoemde kinderen verstorven. Jan en Jenneke verkopen nu aan Huybert hun 2⁄3e deel onverdeeld in dit huis, stal en hof in het Dorp 1 lopense, ene zijde Jan Slaats, andere zijde Evert van Geffen, ene einde de straat, andere einde Willem van den Eerenbeemt en Evert van Geffen. Verponding ƒ 0-15-0 per jaar. Belast met ƒ 50,- die Marten van Bussel ten laste van het huis heeft staan transport de dato 28-03-1764. Marge: deze zijn gelost. Koopsom ƒ 135,-. Waarvan ƒ 70,- à 3% aan Jenneke Claassen. Marge: 24-09-1776 deze zijn gelost.

Johannes Antoni Mennen is geboren te Asten op 21-05-1733 als zoon van Antonius Janse Metten en Johanna Peeters Claassen (zie Voormalig huis G778). Hij is op 09-02-1755 te Asten getrouwd met Maria Gysberti Koninkx, geboren te Asten op 26-01-1728 als dochter van Gijsbertus Francis Conincks en Johanna France (zie Voormalig huis B280):

01

Het gezin van Johannes Antoni Mennen en Maria Gysberti Koninkx:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johannes Asten 10-12-1755 Kind Asten ±1755
2 Johannes Asten 09-08-1757 Someren 10-02-1781
Johanna Maria Jan Verhees
Asten 02-01-1832
3 Gijsbertus Asten 21-02-1760 Kind Asten ±1760
4 Petrus Asten 03-02-1763 Kind Asten ±1763
5 Franciscus Asten 08-06-1765 Asten 23-02-1794
Jenneke Aert Timmermans
Asten 25-03-1840
6 Henricus Asten 27-12-1766 Asten 20-02-1791
Elisabeth Gerrit Bogaers
Asten 06-09-1809 zie Berken 2
7 Antonia Asten 17-04-1768 Asten 07-08-1796
Michiel Janse Timmermans
Vlierden 30-11-1812

Johannes Mennen koopt land aan in de buurt van zijn huis:

Asten Rechterlijk Archief 99 folio 214.1; 28-01-1773:
Petrus Aarts. pastoor, verkoopt aan Jan Mennen land, zijnde een heiveld in de Beek 2 lopense, naast de Beek en Joost Verleysdonk. Belast met ƒ 0-2-0 per jaar aan het Huis van Asten. Koopsom de lasten.

Asten Rechterlijk Archief 99 folio 265 verso; 08-04-1774:
Lucia van Bussel, weduwe Jan Sauve, geassisteerd met Jan en Godefridus, haar zoons, verkoopt, mede namens haar andere kinderen, aan Jan Mennen, aan de Beek een akkerke of heiveld aan de Beek 3 copse naast de weduwe Willem van Vlokhoven. Koopsom ƒ 16,-.

Asten Rechterlijk Archief 100 folio 28; 17-02-1776:
Martinus van Hoof, aan den Astense Dijk, verkoopt aan Jan Mennen de helft van een groesveld de Beek geheel 3 lopense naast de weduwe Willem van Vlokhoven, zijnde deze helft vooraan gelijk men het veld inkomt. De achterste helft blijft aan Martinus van Hoof. Koopsom ƒ 63-3-0.

In het huizenquohier over de periode 1776-1781 is Johannes Antoni Mennen, die hier Metten genoemd wordt, eigenaar en bewoner van het huis:

Jaar Eigenaar nummer 17D Dyck Bewoners nummer 17D Dyck
1776 Jan Metten Jan Metten
1781 Jan Metten Jan Metten

Johannes Antoni Mennen is op 01-12-1782 te Asten overleden en hun zoon Hendrik Mennen raakt betrokken bij een vechtpartij met flinke gevolgen:

Asten Rechterlijk Archief 74 folio 181; 07-04-1788:
Verhoor van Dirk van der Weerden, 47 jaar, herbergier.
Of, op gisteren 6 april, rond half acht 's avonds, niet in zijn huis gekomen zijn Hendrik Mennen, Pieter Wilbert Jan Wilbers, Lambert Hendrik Timmermans, Johannes Wilbers en Hendrik Arnoldus Timmermans de knecht van hem, deponent?
Dirk van Weerden antwoordt: "Ja".
Of zij lang in huis zijn geweest, wat zij gedronken hebben en of van die personen iemand dronken is geweest?
Dirk van der Weerden: "Ze zijn circa een half uur binnen geweest en aldaar drie dropjes jenever gedronken. Hij heeft geen van hen dronken gezien".
Of de voornoemde personen in zijn huis geen woorden hebben gehad en waaruit die bestonden. Waar zij samen toen naar toe gegaan zijn?
Dirk van der Weerden heeft gemerkt dat er iets was tussen Hendrik Mennen en Lambert Hendrik Timmermans en dat er questie ontstond. Ook dat Hendrik Mennen Lambert Timmermans met zijn hand tegen het hoofd sloeg. Hij dacht dat dit speels gebeurde. Ze zijn terstond zijn huis uitgegaan, doch weet niet waar naar toe.
Wie tegen hem is komen zeggen dat er actie of ruzie was, of dat er iemand buiten op den dries lag. Of hij Hendrik Mennen op den dries heeft gevonden en wie daar bij waren?
Dirk van der Weerden dacht dat Jennemie Hendrik Timmermans en Maria Jan Deenen geroepen hadden. Dat hij met Pieter Wilbert Jan Wilbers naar den dries is gegaan en daar voornoemde Hendrik Mennen vonden.
Of hij van verre ook niemand heeft zien staan en wie hij dacht dat het was. En of hij voornoemde Hendrik in zijn huis heeft gebracht?
Dirk van der Weerden heeft niemand zien staan en samen met Pieter Wilbers voornoemde Hendrik in huis gebracht.
Wie er toen in zijn huis waren en of Hendrik niet uit zijn neus bloedde en overgaf?
Dirk van Weerden antwoordt: "Johannis Francis Slaats en Gerrit Eevers zijn binnengekomen. Hendrik bloedde uit zijn neus en gaf over".
Of hij niet aan Hendrik heeft gevraagd wat hem mankeerde en wat er gedaan was?
Dirk van Weerden heeft dit wel gevraagd, doch Hendrik wist dit ook niet.
Of hij van zijn knecht, Hendrik Arnoldus Timmermans, niet vernomen heeft of er van te voren verschil was ontstaan en tussen wie en waarover?
Dirk van Weerden antwoordt: "De knecht heeft wel eens gezegd dat Lambert Timmermans en Hendrik Mennen niet meer zulke goede vrienden waren nadat ze eens te Voordeldonk waren geweest. Verder is hem niets bekend".
Een en ander onder eede bevestigd.

Asten Rechterlijk Archief 30 fol. 184; 07-04-1788:
Verhoor van Hendrik Arnoldus Timmermans, 24 jaar.
Of hij, op zondag 6 april, niet is geweest ten huize van Gerrit Eevers, samen met Johannis en Pieter Wilbers, Lambert Hendrik Timmermans en Hendrik Mennen?
Hendrik Arnoldus Timmermans antwoordt: "Ja".
Of zij kaart gespeeld hebben en of er ruzie is ontstaan?
Hendrik Arnoldus Timmermans antwoordt: "Ja, doch weet van geen ruzie".
Of zij om half acht naar Dirk van der Weerden zijn gegaan?
Hendrik Arnoldus Timmermans antwoordt: "Ja".
Of Hendrik Mennen en Lambert Hendrik Timmermans toen geen woorden hebben gehad en waarover?
Hendrik Arnoldus Timmermans antwoordt: "Zij kregen woorden over iets dat meer dan een jaar geleden te Voordeldonk was voorgevallen".
Of zij, nadat Hendrik Mennen, Lambert Timmermans had geslagen niet samen de deur zijn uitgegaan den dries op?
Hendrik Arnoldus Timmermans antwoordt: "Ja. Hij deponent is ook naar buiten gegaan en bij de put van Dirk van der Weerden blijven staan".
Of hij toen niet gehoord heeft dat tussen hen beiden gevochten werd en waarmee?
Hendrik Arnoldus Timmermans heeft alleen gehoord dat door een van de twee geroepen werd: "Dat hij liever zijn leeven daar wilde laaten dan terug gaan".
Of zij niet te hulp zijn gekomen?
Hendrik Arnoldus Timmermans is terstond het huis ingegaan.
Een en ander onder eede bevestigd.

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 186; 07-04-1788:
Gerrit Eevers verklaart dat hij, op 6 april, 's avonds om 8 uur van Someren, met de kar thuis gekomen zijnde, hij rond zijn huis ofwel op den dries van Dirk van der Weerden, zijn buur, vernam dat er ruzie was. Nadat hij zijn kar uitgespannen had wilde hij gaan zien wat er te doen was. Dat toen door Dirk van der Weerden of zijn knecht gezegd werd: "Gaat maar wederom, het is al te laat om te schijden, want daar legt er al eenen". Hij, comparant, is toen weer naar huis gegaan om het paard het getuig af te doen en daarna weer naar het huis van van der Weerden en heeft daar gevonden Hendrik Mennen en aan hem gevraagd wie gewonnen had en waar hij het gekregen had. Zijn vraag is met stilzwijgen beantwoordt alleenlijk naar sijn hooft wijsende.
Een en ander onder eede bevestigd.

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 187; 07-04-1788:
Verhoor van Peter Wilbers, 25 jaar en Johannis Wilbers, 23 jaar.
Of zij, op zondag 6 april, met meer andere niet geweest zijn ten huize van Gerrit Eevers, te Ommel?
Beiden antwoorden: "Ja".
Of zij en de andere niet rond half acht naar Dirk van der Weerden, te Ommel, gegaan zijn. En wat zij daar gedronken hebben?
Beiden antwoorden: Ja, zij hebben daar een loopje gedronken".
Of zij niet gezien hebben, dat een van beiden, of allebei, het mes getrokken hebben, of elkaar geslagen hebben, of met de vuist gevochten of gehaarplukt hebben?
Beiden zeggen niets te hebben gezien.
Zij willen een en ander nog niet onder eede bevestigen en geven voor daar nog tijd genoeg voor te hebben.

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 190; 08-04-1788:
Maria Konings, weduwe Jan Mennen verklaart dat zij, op 6 april, 's avonds rond 10 uur, is geroepen door Francis, de knecht van Jan van Dijk, te Ommel, om te komen ten huize van Dirk van der Weerden, te Ommel, omdat haar zoon, Hendrik, niet wel was. Zij heeft haar zoon Hendrik daar gevonden; op bed liggende, continueel sluimerende en sprakeloos zijnde en dat dit geduurd heeft tot hedenmiddag toen hij weer is beginnen te spreken. Hendrik is dan op een ladder getransporteerd naar het huis van Hendrik van Hugten, te Ommel. Zij heeft van haar zoon Hendrik nog geen verklaring gekregen.

Wie waren de mensen die betrokken bij dit ongeval:
Hendrik Mennen, het slachtoffer, is geboren te Asten op 27-12-1766 en woonde op de Beek. Zijn vrienden waren Lambert Hendrik Timmermans, geboren te Asten op 05-10-1768 en woonachtig op de Oliemolen, knecht Hendrik Arnoldus Timmermans, geboren te Asten op 25-02-1763 en woonachtig op de Hindert, Pieter Wilbert Jan Wilbers, geboren te Asten op 25-09-1763 en woonachtig aan de kapel in Ommel en Jan Wilbers, geboren te Asten op 15-10-1762 en niet bekend waar hij woonde.

Zij gingen wat drinken in de herberg van Dirk van der Weerden, geboren te Asten op 27-07-1738, in de Marialaan in Ommel. Op weg naar huis hebben Hendrik en Lambert ruzie gekregen, waarbij Hendrik zwaar gewond aan zijn hoofd raakte. Een zus van Lambert, Jennemie Hendrik Timmermans, geboren te Asten op 09-02-1762 en eveneens woonachtig op de Oliemolen, heeft samen met Maria Jan Deenen, geboren te Asten op 08-05-1762 en woonachtig in het voormalig klooster in Ommel, alarm geslagen.

Dirk van der Weerden is samen met Pieter Wilbert Jan Wilbers het veld ingegaan en hebben Hendrik op een ladder naar de herberg gebracht. Daar waren aanwezig Gerrit Evers, geboren op 16-03-1742 te Asten en woonachtig naast de genoemde herberg en Johannes Francis Slaets, geboren te Beek en Donk op 05-10-1743 en woonachtig tegenover de herberg. Francis, werkte als knecht bij Jan van Dijk tegenover het klooster van Ommel, is naar de moeder van Hendrik Mennen gegaan om haar op de hoogte stellen wat er met haar zoon aan de hand was.

Hieronder een kaart van de Beek, de Hindert en Ommel uit 1880, met de namen en adressen van de betrokken personen:

02

Hendrik Mennen is door de dokter behandeld en uiteindelijk krijgt zijn moeder de rekening en dat is niet zonder gevolgen:

Asten Rechterlijk Archief 126 folio 241; 11-01-1790:
Leendert van Hugten en Adrianus Franciscus van Moorsel, medicinae docter, verklaren ter instantie van Godefridus Sauve, chirurgijn.
De eerste comparant dat hij, op 8 april 1788, door Maria weduwe Jan Mennen verzocht is om Godefridus Sauve te roepen bij haar zoon, Hendrik Mennen, toen liggende ten huize van Dirk van der Weerden, ter genezing van haar zoon. Aan dit verzoek heeft hij voldaan en Godefridus Sauve is bij Hendrik Mennen gekomen.
De tweede comparant dat hij, op tijd en plaats, op verzoek van de voorschreven weduwe is geweest waar aanwezig was Godefridus Sauve en voornoemde Hendrik toen voor de eerste maal heeft geconsulteerd.

Asten Rechterlijk Archief 16 folio 287; 01-03-1790:
Godefridus Sauve, chirurgijn, aanlegger contra Maria Konings, weduwe Jan Mennen, gedaagde.
Gedaagdesses minderjarige zoon, Hendrik Mennen, is, op 6 april 1788, zwaar aan het hoofd gekwetst geworden. Eiser is er, op 8 april, bijgeroepen toen de gekwetste ten huize van Dirk van der Weerden lag. Aanlegger heeft de cure van de gewonde op zich genomen en dit vervolgd tot 1 september 1788. De rekening heeft bedragen ƒ 162-10-0. Naschrift: Na onpartijdig pre-advies van een onpartijdige rechtsgeleerde wordt gedaagde opgelegd de voornoemde som te betalen.

Asten Rechterlijk Archief 126 folio 254 verso; 11-03-1790:
Godefridus Sauve, chirurgijn, als eiser, geeft procuratie aan Philippus de Rooy, procureur, te Someren, om met Meester Hendrik van Rijsingen, advocaat, te Eyndhoven, te voeren, de reeds begonnen zaak tegen Maria Konings, weduwe Jan Mennen tot bekoming van ƒ 162,- wegens gedane cure, gehoudene consulten, gestelde lavementen en entrepaneeringe mitsgaders van tijd tot tijd gedaane verbanden en aankleeven van een en ander aan de persoon van Hendrik Mennen in opdracht van zijn moeder, tussen 6 april en 1 september 1788.

Asten Rechterlijk Archief 127 folio 2; 01-07-1790:
Maria Konings, weduwe Jan Mennen, aan de Beek, draagt over aan Godefridus Sauve, als obtinent van vonnis schepenen Asten de dato-03-05-1790 ten laste van haar, comparante, gewezen. Al haar gereede meubilaire haavelijke en erfhaavelijke goederen, actien en crediten, uytstaande en contante penningen hoe ook genaamt en waarvoor sij eenig regt van eygendom is hebbende beneffens alle vrugten ten velde niets uytgescheyden om daaraan te verhalen de inhoud van het voormelde vonnis met alle verdere kosten. Ook geeft zij procuratie aan Philippus de Rooy, procureur, om deze goederen publiek te verkopen. Mocht de opbrengst niet voldoende zijn om het vonnis en de kosten te dekken dan mogen ook haar vaste goederen verkocht worden. De procureur zal verantwoording afleggen.

Asten Rechterlijk Archief 127 folio 3 verso; 03-07-1790:
Staat en inventaris opgemaakt door Philippus de Rooy, procureur, namens Godefridus Sauve, chirurgijn, als obtinent van vonnis de dato 03-05-1790 schepenen Asten ten laste van Maria Konings, weduwe Jan Mennen uit kracht van de acte van cessie en overgifte de dato 01-07-1790.
Onroerende goederen: groes de Bleek 1½ lopense, hetwelk de weduwe Jan Mennen in haar weduwlijke staat heeft verkregen; huiske, hof en aangelag aan de Beek 2 lopense; land aan de Beek 3 copse; groes aan de Beek 1½ lopense. Deze laatste drie percelen zijn voor de helft ten erfregte van de kinderen van wijlen Jan Mennen.
Roerende goederen: ƒ 50,- ten laste van weduwe Huybert Mennen, in de Wolfsberg. Deze penningen zijn van de weduwe alleen. De verdere penningen, waarover nog geen zekerheid bestaat worden supplementair ingebracht; 2½ lopense rogge te velde; 2 lopense rogge en boekweit te velde op de goederen van Antony Peeter van Eyk, op Vosselen. De goederen die voor de helft eigendom zijn van de weduwe en voor de andere helft van de kinderen; een zwarte koe, een roodbonte koe, een kalf, een boterstand en staf, een melktob, een koperen roomsey, diverse ketels en potten, vuurgerei, een kast, een kist, een tafel, vier stoelen, een partij aardewerk, enig tin, twee bedden een met en een zonder veren.

Asten Rechterlijk Archief 28 folio 141 verso; 12-07-1790:
Aan het College, Maria Koonings, weduwe Jan Mennen, mede namens haar twee onmondige kinderen met name Hendrik en Anthonetta en desnoods ook voor haar twee meerderjarige kinderen met name Jan en Francis welke dit adres mede zijn doende. Dat Godefridus Souve, chirurgijn ten laste van suppliante heeft ingediend een vonnis van ƒ 138-18-00. Zij wil dit vonnis voldoen en er is reeds een schepengelofte de dato 01-07-1790 gepasseert om al haar goederen te verkopen. Philippus de Rooy, als procureur van Souve, heeft al aan deze opdracht voldaan. De opbrengst was echter niet toereikend. Nu moeten de erfelijke goederen worden gedeeld en dan verkocht. Met Souve is nu overeengekomen, dat bij de deling aan de kinderen van suppliante zal toevallen als een lot huis, hof en aangelag op de Beek 2 lopense; een akker 3 copse. En dat Souve zal ontvangen groes aan de Beek naast weduwe Willem van Vlokhoven 3 lopense van welk perceel de helft is eigendom van de suppliante, weduwe Jan Mennen, en dat dan door Souve wordt aangenomen. Marge: Het College geeft zijn fiat mits dat huis, hof, aangelag en land aan de vier kinderen van Jan Mennen ten erfregte en aan de weduwe ter togte zal toevallen. En de helft van het perceel groes aan Meester Godefridus Sauve bij transport en de wederhelft bij deling zal worden opgedragen. Dat de weduwe of haar kinderen dit perceel gedurende de eerste zes jaar zal mogen blijven gebruiken huurprijs ƒ 6,- per jaar en de lasten door Sauve betaald worden. De weduwe krijgt ook het recht om het geheel perceel groes binnen 6 jaar af te lossen en weer in eigendom te verkrijgen voor ƒ 150,-.

Asten Rechterlijk Archief 102 folio 34 verso; 20-09-1790:
Maria Konings, weduwe Jan Mennen geassisteerd met haar zoon Jan Mennen, verkoopt aan Godefridus Sauve groes de Beek 1½ lopense waarvan de wederhelft, op heden, bij deling is opgedragen aan Godefridus Sauve. De weduwe of haar kinderen kunnen de eerstkomende 6 jaar het gehele perceel, 3 lopense te huren à ƒ 6,- per jaar. De lasten zijn dan voor rekening van Sauve. Gedurende de huurperiode blijft recht van terugkoop bestaan voor ƒ 150,-. Koopsom ƒ 75,-.

Asten Rechterlijk Archief 127 folio 10; 20-09-1790:
Godefridus Sauve, als obtinent van vonnis de dato 03-05-1790 en Maria Konings, weduwe Jan Mennen mede namens haar twee minderjarige kinderen met name Hendrik en Antonetta procuratie schepenen de dato 12-07-1790, Jan Mennen alsmede Francis Mennen, te Nederweert, haar meerderjarige zoons. Zij verdelen de vaste goederen.
1e lot krijgt Godefridus Sauve groes de Beek 3 lopense waarvan de helft door de weduwe Jan Mennen aan hem wordt overgedragen. De weduwe kan dit perceel weer huren voor ƒ 6,- per jaar dit gedurende 6 jaar. Dorps- en landslasten voor de verhuurder. Het perceel kan gelost worden met ƒ 150,-.
2e lot krijgt Maria Konings, weduwe Jan Mennen ter togte en aan Jan, Francis, Hendrik en Antonetta ten erfregte, een huiske en aangelag aan de Beek 2 lopense, ene zijde de Beekerloop, andere zijde het volgende perceel; land 3 copse.

Maria Gysberti Koninkx is op 11-03-1796 te Asten overleden en de kinderen verdelen de erfenis, waarbij het huis in bezit komt van zoon Francis Mennen:

Asten Rechterlijk archief 129 folio 11 verso; 09-03-1797:
Hendrik, Jan en Francis Mennen, Michiel Timmermans getrouwd met Anthonetta Mennen. Aan hen is door hun ouders nagelaten een huisje; land de Beek 3 lopense; twee hoornbeesten en enige meubilairen. Zij verdelen dit.
1e lot krijgt Francis een huisje; land de Beek 3 lopense.
2e lot krijgen Hendrik en Jan,zij hebben hun kindsdeel reeds uit de boedel genoten.
3e lot krijgt Michiel Timmermans twee hoornbeesten.

In het huizenquohier over de periode 1798-1803 is Francis Mennen eigenaar en bewoner van het huis:

Jaar Eigenaar nummer 17D Dyck Bewoners nummer 17D Dyck
1798 Francis Mennen Francis Mennen
1803 Francis Mennen Francis Mennen

In 1806 rest nog een huisplaats, die door Francis Mennen wordt verkocht aan Nicolaas Driessen (zie Beekstraat 19):

Asten Rechterlijk Archief 106 folio 114 verso; 26-11-1806:
Francis Mennen verkoopt aan Nicolaas Driessen land met de huisplaats aan de Beek 2 lopense 27 roede. Koopsom ƒ 50,-.

Overzicht bewoners

Dyck huis 1
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1776 Jan Metten Asten 21-05-1733 Jan Metten Asten 21-05-1733
1781 Jan Metten Asten 21-05-1733 Jan Metten Asten 21-05-1733
1798 Francis Mennen Asten 09-06-1765 Francis Mennen Asten 09-06-1765
1803 Francis Mennen Asten 09-06-1765 Francis Mennen Asten 09-06-1765