De pagina's Dijk, Dijk/Dijk Noordzijde/Dijkstraat 64 worden nu weergegeven

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 16-06-2025 14:06:08
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Dijk

Het gehucht de Dijk is gelegen aan een zandrug tussen de dorpen Lierop en Asten en is sinds oudsher een belangrijk landbouwgebied behorende tot Asten. Zo is er sprake van een kloosterontginning Houbraken, waarvan we uit de archieven van Heemkundekring de Vonder citeren:

Houbraken van kloosterontginning tot adellijk hofgoed, tot gewone boerderij.
In dezelfde eeuw waarin Asten voor de eerste keer vermeld is, is ook de naam van Houbraken in Asten voor het eerst opgeschreven. Op 13 april 1282 leggen de schepenen van Helmond schriftelijk vast dat de abdij van Postel haar eigendommen in Asten ruilt met Arnold van Escharen. Het klooster breidt zo zijn eigendommen in Lierop en Hersel uit, want daar lagen de te ruilen bezittingen van van Escharen. Bij de kloostereigendommen in Asten die Arnold verwerft, gaat het om landerijen en opbrengsten in de vorm van tienden en cijnzen.

De abdij zondert twee eigendommen van de ruil uit: het benoemingsrecht van de pastoor van Asten en de homagio de Houbraken. De abdij van Postel was in de middeleeuwen actief met ontginnen in de regio en stichtte zo meerdere grote landbouwbedrijven. De hoeven op Boomen in Lierop zijn daar nog tastbare overblijfselen van. Bijna anderhalve eeuw later in 1421 leggen de schepenen van 's-Hertogenbosch ook een en ander vast over het goed Houbraken in Asten. Dat gebeurt in de vijftiende eeuw nog met enige regelmaat.

Uit de diverse beschrijvingen wordt de ligging van Houbraken duidelijk. "Aen ghenen dijc" (1421 en 1436) wijst op een ligging in het gebied de Dijk, met de dijk als verbinding tussen Asten en Lierop. "Aen die Aa" (1425) maakt het specifieker, zo ook "Naast het goet Bussel" (1442). De buurtschap Bussel is nog steeds een begrip in Asten. Helaas komt Houbraken als officiële naam van een hoeve of buurtschap niet meer voor in Asten. Als familienaam komt Houbraken en ook Habraken nog wel voor.

Tussen 1282 en 1421 is Houbraken in eigendom overgegaan naar de familie Wijtvliet. De Wijtvliets behoorden tot de Brabantse adel. Ze hadden banden met de Brabantse hertogen en ook met de familie van Cuijk, die lange tijd Asten in eigendom had. Waarschijnlijk is Houbraken in bezit van de familie Wijtvliet gekomen in de latere periode dat leden van de familie Van Cuijk heer van Asten waren, van circa 1221 tot 1380. De familie Wijtvliet verpachtte het goed Houbraken. Rond 1629 was Wilbert Joosten van Bussel de pachter.

Midden 17e eeuw komt voor de Wijtvliets een einde aan de eigendom van Houbraken. Goort Verberne koopt in 1659 het landbouwbedrijf. Het is dan niet meer zo groot als eeuwen ervoor; 3 lopens ten opzichte van 21 lopens (1509). Het oorspronkelijke landgoed Houbraken is opgedeeld en in de loop der tijden zijn er naast de oorspronkelijke hoeve enkele nieuwe boerderijen gesticht. In de 18e en 19e eeuw is de familie Smits eigenaar van Houbraken.

01 02

Links een fragment van een zeventiende-eeuwse kaart van Willem Janszoon Blaeu (1571-1638) met onder andere het bezit van 'Ioncker Witflit' in Someren. Houbraken in Asten is te situeren waar de plaatsnaam Asten tussen de 2 Aa-en staat. Rechts de kadasterkaart met Houbraken en de Tiendschuur.

De tiendschuur bij Houbraken
Landbouw was in beginsel enkel mogelijk in het noordelijk deel van Asten. Het zuidelijk deel was daar niet geschikt voor. Dat bestond enkel uit moeras en heide, de Peel. Het lijkt er op dat Houbraken en omgeving het belangrijkste landbouwgebied van Asten was in de middeleeuwen. Bij de hoeve Houbraken stond namelijk de tiendschuur. In een Bossche akte uit 1564, opgemaakt omdat leden van de familie Wijtvliet goederen verdelen, is sprake van een grote schuur, die alom in Asten "die thienschuere" genoemd wordt. Het was destijds gebruikelijk dat de heer van het dorp elk jaar recht had op een tiende deel van de oogst. Die tiend werd opgeslagen in de tiendschuur en die van Asten hoorde tot het goed Houbraken. Dit tekent het belang van Houbraken voor en in de Astense samenleving en duidt op een relatie met de heren van Asten. Houbraken behoorde lange tijd tot de belangrijkste boerderijen van Asten.

Houbraken verklaard
Houbraken is een toponiem dt in de regio Peelland op meerdere plaatsen voorkomt: Someren (1340),
Helmond (1381) en Schijndel (1388). De veldnaam Houbraken is een koppeling van 'hou' en 'braken'. Hou kan in deze samenstelling meerdere betekenissen hebben. Als het voor hof staat, duidt het landgoed met boerderij Braken aan. Ons woord hof is ontstaan uit hova en in de middeleeuwen is er geen onderscheid tussen de v en de u. In het alfabet van destijds komen ze niet beide voor. Hou kan echter ook een vorm van het werkwoord houwen zijn. Het gaat dan om het houwen of kappen van hout. Dit zou betekenen dat er daar aan de Dijk een bos gestaan heeft, dat voor de ontginning tot landbouwgebied gekapt is.

Het is ook mogelijk, dat het bos lange tijd onderdeel was van het landbouwbedrijf Houbraken en voor het hout regelmatig deels gekapt is. Een bos met schaarhout. Met een hou werd ook een schaarbos aangeduid. Bij de verkoop in 1629 van een cijns worden naast het huis, het erf en akkers ook de 'houtwassen' op Haubraken vermeld. Een derde mogelijkheid is dat hou staat voor hooi. Ons woord hooi is namelijk afkomstig van het werkwoord houwen en betekent dan afgehouwen of afgemaaid gras. In het beekdal van de Aa waar Houbraken lag, was volop natuurlijk hooi aanwezig.

Braken wordt door alle toponymisten verklaard als land dat een periode niet met gewassen bebouwd wordt en daarna gebroken wordt om als akker te kunnen dienen. Ploegen na een tijdje braak te hebben gelegen. Het toponiem is duidelijk gerelateerd aan het bedrijven van landbouw, hier in eerste instantie door het klooster van Postel.

In het kadaster is er sprake bij de Dijk van een zuidzijde en een noordzijde. De noordzijde komt voor een groot deel overeen met de huidige Dijkstraat, de zuidzijde kent tegenwoordig wegen als de Hoekstraat en de Lagendijk, die in de 19e eeuw nog als voetpaden of karresporen bekend waren. Op de kaart uit 1925 is dit nog te zien en roze vlakken betreffen bouwland en groen vlakken weiland. Bij de Zuid-Willemsvaart en geheel boven zien we bebouwing.

03

04

Op bovenstaande figuur afkomstig van SAS Peelland zijn links de vier huizen aan de Dijk zuidzijde en de tien huizen aan de Dijk noordzijde in kaart gebracht.

Hieronder een kaart uit het einde van de 19e eeuw van de Dijk:

05

Op deze laatste kaart is ook de Telegraaflijn te zien, die rond 1882 werd aangelegd, aldus de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 30-03-1882:

05a

Onder het dorpsdeel Dijk worden ook de buurtschappen Vosselen, Beek, Bussel, Sluis X en Dijkakker beschreven. Zie hieronder voor het voorwoord dat specifiek voor het gehucht Vosselen geldt. Met daar weer onder het voorwoord dat specifiek voor de gehuchten Bussel en Beek geldt.

Vosselen

Bij heemkundekring de Vonder wordt de naam Vosselen beschouwd als afgeleide van Vosholen:

De naam voor dit gebied is Vosselen. Een gehucht waarvan de naam eigenlijk verdwenen is. De naam Vosselen is afgeleid van Vosholen wat duidt op het voorkomen van (veel) vossen.

In een ander artikel wordt Marcel van Vosselen aangehaald als kerkdienaar1:

Marcelius de Vosselen (de Vosholen, de Voshelen) vermeld 1461-1464; overleden (voor 24-06-1464); 1461-1461 deservitor ecclesie te Someren; bronnen: Bannenberg e.a. I 239, 244.

In het rechterlijk archief van Asten staat een ongedateerd stuk uit het einde van de 16e eeuw waarin een geschil rondom Vosholen wordt besproken:

Alsoo seeckere twiest ende differentie was geschaepen te rijsen tusschen den Walgebooren Heere Reynhardt, Heer tot Brederode, Clotirigen, des landts Vosholen, Rewijck, Asten ter eender ender ter andere seyden der gemeynder ingeseten der Heerlickheyt Asten en dat aengaende de gruyten, wellicke twiest ende differentie is doet ende te nyet tot op huyden den vierden decembris toe anno 1577 en dat doer wtspreken van goede eerlicke manne van beyde seyden daertoe gecoeren en genoemen te weetende Heer Dyrck van Rut, pastoer tot Asten ende Janne Snoex, schoutent aldaer ende dat onder conditien ende maniere hiernae bescreven.
Dat nu voerdaen nyemants heet sij gestelick ofte werlick sal moegen brauwen noch te doen brauwen, noch ennich buytenbieren sal moegen indoen, noch indoen doene kelderen, noch op stellinge leggen om te verkoepen heet en sij dat sij ierst en voeral de Waelgeboeren Heer offte zijne gecommitterde te hennen sullen hebben gegeven, ende dat op pene als voer te verbueren nae inhalt zijnder genaden previlegie heet sij in cramen, brueloeften ofte ierste missen darme gelt gheeft en van ellicke gebraut heetsij groet ofte kleyn tot ellicke reysen te geve voer die gruyt vijff stuvers en van buytenbieren van ellicke toenne twee blancken, heetsij min ofte meer naer advenant.
Noch is gecondicioneert dat die ondersaten der Heerlickheyt Asten sullen moegen vercoepen zekeren erven soe van Peel als van anderen der gemeynten aengaenden ende bij den nagebueren irst en voerall afgetekent en alsdan zijne Genade te kenne te geven opdat zijn Genade die selve sal moegen besien ende visiteren offte dieselffs te nut ende proffitelick vercocht sullen zijn offte nyet en dat alleer sij heet selve sullen moegen vercoepen.
Alnoch sullen die voorschreven ingeseten der Heerlickheyt Asten torff moegen vercoepen maer aen ghen borgers van Helmont op pene van thien Carolus gulden ellicke rijse te verbueren heeten sij bij orliff offte consent van Zijne Genaden. Dies sullen de naegebueren gehouden wesen te leveren opt sloet van de Waelgeboere Heere tot Asten alle jaer tweehondert behuerlicke voeder toerffs en dat sonder cost offte last van Zijne Genade. Dese conventie en accorde sal gedueren bij en in den leven des waelgeboeren Heere van Brederode en Helena geboeren Gravinne tot Manderscheit, Blanckenheym en Gerartsteyn Vrouwe van Brederode Zijne Genade henne huysvrouwe. Dit is gheschiet bij consent van den Heeren borgemeesteren, Heeren schepenen, kerckmeesters, hijlichgeestmeesters met de gemeyne naegebueren van Asten.
Actum den 3e decembers 1577 en was ondertekend R van Hoeck met signature.
Dat dese met sijn principael is accorderende attestere ick ondergeschreven secretaris der vrije grondtheerlijckheyt Asten. M. van der Lith.

Tot slot wordt de naam Vosselen wat minder plausibel verklaard aan de naam van een boom2:

Vorselen is afgeleid van de plaatsnaam Vosselen in de gemeente Asten. De dubbel 'ss' in deze plaatsnaam is vroeger 'rs' geweest, maar vermoedelijk is deze laatste in de familienaam bewaard gebleven. De betekenis van de plaatsnaam is wellicht afgeleid van een bepaalde boom. Vosselen is daarvan dan de meervoudsvorm.

Vosselen is dus afgeleid van Vosholen en heeft betrekking op een stuk land waar veel vossen voorkomen en dientengevolge vele vossenholen waren. Vosselen ligt op een zandrug aan de rivier de Aa en in vroeger tijd was die zandrug begroeid met heide en struiken en daarmee een ideale plek voor vossen.

Hieronder een kaart uit het einde van de 19e eeuw van Vosselen:

06

Bussel en Beek

Over de gehuchten tussen Someren, Asten en Lierop en de middeleeuwse ontginning van een vochtig landschap. Tussen Someren, Asten en Lierop strekt zich een cultuurlandschap uit met verspreide gehuchten en kleinschalige kampontginningen, afgewisseld met de beekdalen van kleine stroompjes die afwateren op de Aa, zoals de Kleine Aa, Meervensche Loop en Busselsche Loop. De gehuchten gaan terug op middeleeuwse hoeven, die de kleinschalige ontginningen ter hand hebben genomen.

07

De gekanaliseerde, maar nog altijd bochtige loop van de Kleine Aa nabij het gehucht Boomen.

Over de ontwikkeling van het hoevenlandschap ten noorden van Someren en rond Lierop zijn we goed geïnformeerd dankzij historisch en historisch-geografisch onderzoek. Een aantal van de gehuchten in dit gebied zijn in feite buurtschappen van Someren. Dat geldt voor Slieven en Vlerken. Deze buurtschappen zijn te herleiden tot hoeven uit de Volle en Late Middeleeuwen. Slieven was een drassig gebied tussen de Kleine Aa en de Aa, dat in de 12e of 13e eeuw werd ontgonnen. De naam verwijst naar de aanwezigheid van een ven. De naam Vlerken komt voor het eerst voor in 1350 als Vladeracken (Vladderakker), hetgeen de aanduiding kan zijn van een moerassig weiland. Ook andere gehuchten, zoals Achterbroek en Groenstraat, refereren aan laatmiddeleeuwse ontginningen van relatief laaggelegen land. Van Groenstraat is bekend dat hier een stuk grond werd ontgonnen in 1445.

Het gehucht Boomen is ouder. Deze buurtschap wordt vermeld in een oorkonde uit 1327, maar er is een verwijzing naar een verdwenen oorkonde uit 1254, waarin de hoeve aan de priorij van Postel (Someren) wordt geschonken. Boomen is thans een beschermde historisch-stedenbouwkundige structuur, al is de relatie met het omliggende landschap door uiteenlopende ontwikkelingen aangetast. De oudste gehuchten rond Lierop zijn waarschijnlijk Moorsel en Hersel. Hoewel archeologisch (nog) niet aangetoond, dateren deze toponiemen wellicht uit de Vroege Middeleeuwen. Ook het toponiem Moorsel verwijst overigens naar de ontginning van een stuk land nabij een moeras. Hersel betekent mogelijk bosachtig moeras. Het beeld dat derhalve uit het historisch onderzoek naar voren komt is dat van een hoevenlandschap tussen de grote dekzandcomplexen van Someren, Asten en Lierop, waarvan de lager gelegen en vochtige gronden nabij de beekdalen, vennen en moerassen in de regel werden ontgonnen gedurende de Volle en Late Middeleeuwen. Lierop zelf is overigens ontstaan als dochternederzetting van Asten. Het dorp heeft zijn kleinschalige karakter in de loop van de eeuwen behouden, en wordt onder meer gekenmerkt door het intacte historische (19e eeuwse) wegenpatroon.
Een fraai complex van kleinere ontginningen wordt gevormd door Moorsel, Heieind en Oeyenbraak ten westen van Lierop. Moorsel ligt aan de rand van een open akkercomplex, dat voorzien is van een omwalling die vermoedelijk dateert uit de Middeleeuwen, toen Maria van Brabant aan de daar wonende broeders een gemeynt schonk (1244). Tevens worden de akkers omzoomd door een begroeiing van zomereik, grove den, met een ondergroei van onder andere vlier en kamperfoelie. Het akkercomplex bevat een ontsluitingsstructuur met zandpaden. De drie gehuchten en bijbehorende ontginningen liggen aan de doorgaande route van Lierop naar Geldrop. Ter plekke splitste zich een route af die door de heide naar Heeze liep. De relicten van deze route, een reeks stuifzandwallen, worden beschreven onder Waardevol Cultuur Landschap (WCL) 12. De ontginningscomplexen zijn geassocieerd met deze route.
Het hoevenlandschap zich voort ten oosten van de Aa. Hier liggen de gehuchten die behoren tot Asten, zoals Oostappen, Diesdonk (Achterste en Voorste Diesdonk), Bussel, De Beek, Dijk, Vosselen, Laarbroek en het dorp Ommel.

Ontwikkelingsrichtingen
Algemeen: Dit WCL biedt wellicht goede ontwikkelingsmogelijkheden voor bepaalde vormen van landbouw. Aansluitend op de landschapsgeschiedenis en kleinschaligheid van de inrichting kan hier bijvoorbeeld worden gedacht aan nieuw-vestiging van kleinere bedrijven met gemengd grondgebruik. Eventuele nieuw-vestiging van agrarische bedrijven zou hier het historische model van verspreide hoeven kunnen volgen. Landbouw kan in dit WCL voorts worden gecombineerd met beheer van bestaande natuurwaarden of (her)ontwikkeling van ecologische waarden. Elders in Nederland vinden we daarvan een goed voorbeeld op het Balloërveld in Drenthe. Extensief gebruik van de beekdalen (beweiding) wordt daar afgewisseld met experimenten met graanverbouw op de dekzandplateaus en beheer en ontwikkeling van historische en ecologische waarden. Toepassing van gemengde landbouw en natuurontwikkeling zou in dit WCL het contrast kunnen herstellen tussen hogere, droge delen van het landschap en lagere, natte delen, zoals de kleine beekdalen, laagten en voormalige vennen. Net als in de andere geselecteerde gebieden is ook het contrast tussen de hogere gronden en de beekdalgronden in de 20e eeuw vervaagd. De beekdalen in het gebied vragen hier zeker om een 'revitalisering'.
Algemeen: In het kader van de reconstructie zou kunnen worden onderzocht op welke wijze de ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden gebruikt om ook de relatie tussen de gehuchten en de aangrenzende beekdalen en laagten weer te versterken. Daarbij kan worden gedacht aan differentiatie in landgebruik, natuurontwikkeling, herstel van beplanting en hakhoutwallen langs de wegen, herstel van veedriften vanuit de gehuchten naar de beekdalen en van de oude verkeersinfrastructuur door de beekdalen (inclusief oude voorden en bruggen). Dat laatste is belangrijk, omdat grote delen van het landschap door het verdwijnen van de kleinschalige infrastructuur 'ontoegankelijk' zijn geworden voor bewoners en bezoekers. Het herstel van de kleinschalige infrastructuur (in relatie met agrarisch grondgebruik) zou onderwerp kunnen zijn van een Belvedère-aanvraag.
Algemeen: De gehuchten bevatten archeologische waarden die bij ingrepen zorgvuldig moeten worden behandeld. Dat geldt voor archeologische resten onder bolle akkers, maar ook voor overstoven plaggenbodems (Herselse Heide) en afzettingen in de beekdalen. Het spreekt voor zich dat in het geval van natuurontwikkeling en waterberging in het dal van de Aa vooronderzoek een vereiste is.
Specifiek: De overstoven akkers en plaggenbodems op de Herselse Heide zijn een goede aanleiding om ter plaatse informatie te verstrekken over het ontstaan en de geschiedenis van de stuifzandcomplexen in het gebied, alsmede van de kampontginningen die inmiddels onder het stuifzand schuilgaan. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met behulp van visualiseringstechnieken in een speciaal daarvoor op te stellen 'tijdvenster', zoals die al enige tijd worden gebruikt in het Belgische Ename. In een tijdvenster kunnen landschapsbeelden worden opgeroepen, die voor de beschouwer 'over' het huidige landschap worden geprojecteerd. Ook kan een stuifzandprofiel met een overstoven akkerlaag worden getoond, of kan een lakprofiel daarvan worden opgenomen in het tijdvenster.
Algemeen: Een geschikt thema voor een erfgoededucatieproject wordt tenslotte gevormd door de geschiedenis van de laatmiddeleeuwse kastelen en hoeven rond Someren. De kasteelterreinen en hoeven kunnen worden opgenomen in een toeristisch-recreatieve route, maar kunnen ook op verschillende manieren worden 'gemarkeerd' (bijvoorbeeld door middel van beplanting en landschapskunst). Aan de locaties van hoeven kunnen de oorspronkelijke namen worden teruggegeven.

Hieronder een kaart uit het einde van de 19e eeuw van de gehuchten Bussel en Beek:

08

Overzicht van de huizenquohiernummers, kadasternummers en huizingnummers per gehucht:

Gehucht Huizenquohiernummer 1736 Kadasternummer 1832 Huizingnummer 1859 Huidige adres 2023
Beek Dyck huis 16 en 17 4 cijfers, begint met F12 2 cijfers, begint met B5 Beekstraat
Bussel Dyck huis 18 tot en met 22 3 cijfers, begint met F8 2 cijfers, begint met B5 of B6 Busselseweg
Dijk Noordzijde Dyck huis 9 tot en met 15 3 cijfers, begint met F7 of F8 2 cijfers, begint met B4 of B5 Dijkstraat
Dijk Zuidzijde Dyck huis 1 tot en met 8 3 cijfers, begint met F6 of F7 2 cijfers, begint met B3 of B4 Lagendijk en Hoekstraat
Sluis X komt niet voor 3 cijfers, begint met F6 of F8 2 cijfers, begint met B5 Dijkstraat
Vosselen Oostaden huis 15 tot en met 22 3 cijfers, begint met F3 of F4 2 cijfers, begint met B2 of B3 Keizersdijk en Dijkstraat
Referenties
  1. ^Bannenberg et al (https://research.vu.nl/ws/portalfiles/portal/76636840/Dissertatie_Bijsterveld_bijlage_6.pdf)
  2. ^Instituut voor dialectologie, volkskunde en naamkunde (https://home.uni-one.nl)

Dijkstraat 64

Jacob Dirck Coppens komt in het bezit van huis en land aan de rand van Vosselen en de Dijk:

Asten Rechterlijk Archief 77 folio 66 verso 18-11-1650:
Frans en Huybert, zonen van wijlen Meester Jans Verdijsseldonck delen hun gezamelijke goederen gelegen aan Voschelen. 1e lot krijgt Frans het woonhuis met het schaapskooiken, met een akker bij het huis noordwaarts, gelegen neffens de Keysersbaen.

Asten Rechterlijk Archief 77 f61 13-08-1650:
Jan Daniel Colen verkoopt aan Jacop Dirck Coppens huis, schuur, hof, hofstad en aangelag aan Voschelen. Belast met 6 stuiver jaarlijks aan de Heer van Asten. 3 malder rogge jaarlijks aan de Heilige Geest van Asten. 3 cops rogge jaarlijks aan de Kerk van Asten.

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 40 verso; 18-01-1656:
Paeuwels, Willem, Gerard en Wilbord, zonen van Huybert Meester Jans Verdijsteldonck, Jan Michiels man van Cathalijn, dogter van Huybert Meester Jans, Dirck en Hendrick, zonen van Jan Huyberts Verdijsteldonck. Allen erven van Huybert Meester Jans Verdijsteldonck. Zij verkopen aan Jacob Dirck Coppens de helft van een hoeve aan Vosholen. Hen aangekomen van Huybert Meester Jans, welke ze op zijn beurt verkregen had bij scheiding en deling met zijn broer Frans op 18-11-1650. Belast met ontrent 26 stuiver jaarlijks aan de Heer van Asten; 6 vat rogge jaarlijks aan de Pastory; 2½ vat rogge jaarlijks aan de Custery en Kerk. Koopsom ƒ 2540,-.

Jacob Dirk Coppens is geboren rond 1595 en rond 1625 getrouwd met Johanna Willem Loomans, weduwe van Joost Jansen van Bree. Hieronder hun gezin:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Joostien Asten ±1626 Asten ±1650
Pauwels Gevers
Asten 16-11-1675
Hendrick Andriessen
Asten ±1685 zie ook Keizersdijk 6
2 Petronella Asten ±1628 Asten 14-01-1657
Johannes Willems
3 Dirck Asten ±1630 Asten 14-06-1665
Maria Linders
Asten 03-08-1700 zie Voormalig huis F358

Jacob Dirk Coppens maakt zijn testament op:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 155; 21-05-1660:
Jacob Dirck Cuppens ter eenre en Jenneke Willem Loomans geseyt Hompis geassisteerd met Willem Hendrickx van Otterdijck, haar geassumeerde raedt ter andere zijde. Samen gehoude luyden. Zij komen overeen, omdat zij geen huwelijksvoorwaarden hebben gemaakt en toch questies willen voorkomen, dat. Indien Jenneke eerst komt te sterven Jacob aan haar twee kinderen, verwekt bij Joost Jansen van Bree, wijlen haar eerste man, alles zal geven dat zij mee ten huwelijk heeft gebracht te weten, 1 bed met toebehoren, 1 schappraeye, 1 kist, 2 stoelen, 1 tobbe, haar kleederen en lieuwaet. Verder zal Jacob, binnen vier maanden na haar dood, ƒ 350,- uitkeren aan de twee voorkinderen. Zij hebben dan verder geen pretenties meer op het sterfhuis. Ook niet op de 30 gulden 10 stuiver die Jacob van Jenneke ontvangen heeft. Indien Jacob eerst komt te sterven zal Jenneke nog 6 à 8 weken in het sterfhuis blijven. In welke tijd de voorkinderen van Jacob de voorschreven ƒ 350,- zullen voldoen. Zij zal dan vertrekken met de voorschrevene goederen en alsnog een mud rogge ontvangen. Ook is besproken, dat indien haar twee voorkinderen komen te trouwen, zij van Jacob, of zijn kinderen, zullen ontvangen, elk een bed en ieder een koe ende sullen voorts aengsien en getracteert worden met visiten in de keucken ende taeffele vriendelijck ende minnelijck. Waarmee alle gereesene questien vergeten ende vergeven worden en blooven malcanderen alle vriendtschap, eere ende respecte. Gedaan te Someren. Te Asten in het protocol opgenomen op 14-12-1661. Kantlijn 14-12-1708 copie gemaakt.

Bij de verpondingen van 1662 is Jacob Coppens nog eigenaar van het huis:

Verpondingen 1662 folio 38 verso:
Jacob Coppens, huis.
Jacob Dirx Coppens is op 05-06-1673 te Asten overleden en Willem Gevers, zwager van zijn dochter Joostien, maakt zijn testament op ten gunste van de kinderen van zijn broer:
Asten Rechterlijk Archief 53; 02-05-1679:
Willem Gevers, wonende aan den Dijck, bij Joostie, dogter van Jacob Dirck Coppens gehuwd geweest met Pauwels Gevers en nu gehuwd met Hendrick Driessen, testeert. Alle voorgaande testamenten vervallen. Al zijn goederen, nog onverdeeld zijnde met Joostie, geeft hij over aan Gevert en Mechel, kinderen van Pauwels Gevers en Joostie. Dit voor de getrouwe diensten aan hem gedaan. De kinderen, geassisteerd met hun oom Dirck Jacob Coppens, zullen hun oom Willem gedurende zijn verdere leven verzorgen. Indien een van de kinderen komt te overlijden, zonder oir na te laten, dan gaat alles over aan de langstlevende van hen beide.

Joostien Jacob Coppens is geboren te Asten rond 1626 en rond 1650 getrouwd met Paulus Gevers en na het overlijden van Paulus Gevers rond 1670 op 16-11-1675 hertrouwd te Asten met Hendrik Andriessen de Scheeper. Hieronder het gezin van Joostien Coppens en Paulus Gevers:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Gevardus Asten 21-12-1651 Kind Asten ±1651
2 Gevardus Asten 01-05-1658 Asten 21-02-1683
Petronella Marcelis Martens
Asten 08-09-1738 * en zie Voormalig huis F377
3 Mechtilda Asten 06-06-1661 Asten 23-07-1679
Adrianus Willems Verberne
Asten 04-11-1685
Antonius Peter Jan Aerts
Asten 22-03-1724 zie Keizersdijk 6
4 Maria Asten 21-01-1665 Kind Asten ±1665

* broer Willem Gevers is getuige

Bij de verpondingen van 1680 en 1688 is nog te zien dat Hendrick Andriessen als tweede echtgenoot van Joostien Coppens de bewoner is:

Verpondingen 1680 XIV-58 folio 3 verso:
Henderick Andriessen.

Verpondingen XIV-57; 06-01-1688 folio 10:
Hendrick Andriessen.

Willem Geven, de eerder genoemde broer van Paulus Gevers, is op 31-03-1696 te Asten overleden en kort daarvoor verkoopt hij zijn bezit aan zijn neef Gevert Paulus en de man Antoni Peters van zijn nicht Mechel Paulus:

Asten Rechterlijk Archief 87 folio 103 verso; 30-03-1696:
Willem Geven verkoopt aan Antoni Peters en Gevert Paulus de helft van twee huizen, aangelagen, hoven, landerijen en groes aan den Dijck en Beeck 50 lopense. Met inbegrip van alle lasten, cijnsen, renten en pachten. Koopsom ƒ 322,-.

Bij de verpondingen van 1709 en 1713 is Gevert Paulus eigenaar van het huis:

Verpondingen 1709 XII-5 folio 7 verso:
Geef Paulus.

Verpondingen 1713 XIV-60 folio 9:
Geeff Paulus. In de bede ƒ 7-3-12.

Zoon Gevert Paulus is geboren te Asten op 01-05-1658 en op 21-02-1683 te Asten getrouwd met Petronella Marcellus Martens, geboren te Asten op 13-03-1660 als dochter van Marcelus Martens Schepers en Johanna Peeters (zie Dijkstraat 52):

Conjuncti sunt matrimonio Gevardus Pauls et Petronilla Marcelli Martens con dispensatione in 4 grado consanguinitatis; testes Hendricus Driessen et Martinus Marcelis Martens.

In huwelijkse echt gebonden Gevardus Pauls en Petronilla Marcelli Martens met dispensatie voor vierde graads bloedverwantschap; getuigen Hendricus Driessen en Martinus Marcelis Martens.

01

Het gezin van Gevert Paulus en Petronella Marcellus Martens:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johanna Asten 14-04-1684 Ongehuwd Asten 27-11-1762
2 Paulus Asten 05-10-1686 Asten 08-11-1716
Maria Peter Baltis
Asten 24-10-1748 zie Emmastraat 6
3 Martinus Asten 08-01-1689 Asten 30-11-1727
Johanna Joosten
Asten 04-05-1750 zie ook Voormalig huis C613
4 Petrus Asten 15-11-1691 Kind Asten ±1691
5 Anna* Asten 27-12-1694 Asten 21-05-1724
Martinus Slaets
Asten 18-10-1733
Wilhelmus Joost Joosten
Asten 19-03-1735 zie Voormalig huis F1040
en Voormalig huis F377
6 Wilhelmus Asten 18-01-1698 Lierop ±1732
Ida Anthony van Dyck
Lierop 26-09-1763 zie Dijkstraat 66
7 Marcellus Asten 08-12-1700 Ongehuwd Asten 13-04-1756

* oom Willem Geven is doopgetuige

Petronella Marcellus Martens is rond 1710 overleden en bij de verpondingen van 1737 en in het huizenquohier over de periode rond 1736 staat Gevert Paulus nog als eigenaar:

Verpondingen 1737 XIV-61 folio 28:
Gevert Paulus. Nu de kinderen Marcelis en Willem
en Willem Joosten. Siet den nieuwe legger.
Huijs, hoff en aangelagh 8 lopense. In de bede ƒ 13-14-0.

Jaar Eigenaar nummer 9 Dijk Bewoners nummer 9 Dijk
1736 Paulus Paulus

Gevert Pauls is rond 1738 overleden en daarna worden de goederen verdeeld, waarbij Marcelis Geven eigenaar wordt van het huis:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 151; 06-11-1739:
Willem Gevert Paulus, Marcelis Gevert Paulus, Paulus Gevert Paulus, Jenneke Gevert Paulus en Willem Joosten man van Anneke, dogter Gevert Paulus. Allen kinderen van Gevert Paulus en Perijn Marcelis. Zij verdelen de nagelaten goederen. 2e lot krijgt Marcelis Geven het oud huis, schop, hof en aangelag 4 lopense, ene zijde Peter Jan Wilberts, andere zijde Willem Geven, andere einde Marcelis Geven.

Zoon Marcelis Geven is geboren te Asten op 08-12-1700 en is niet getrouwd en woont volgens de bewoningslijst over de periode 1741-1756 in het oude huis:

Jaar Eigenaar nummer 9 Dijk Bewoners nummer 9 Dijk
1741 Marcelis Geeven Marcelis Geeven
1746 Marcelis Geven Marcelis Geven
1751 Marcelis Geeven Marcelis Geeven

In 1756 maakt Marcelis Geven zijn testament op en schenkt zijn bezittingen aan de kinderen van zijn broers Paulus en Willem:

Asten Rechterlijk Archief 120 folio 173 verso; 10-01-1756:
Marcelis Geven, aan den Astense Dijk, ziek, testeert. Alle voorgaande makingen vervallen. Zijn erfgenamen worden de vijf kinderen van zijn overleden broeder, Paulus Geven en de drie kinderen van zijn broeder, Willem Geven. Zij zullen wel aan zijn, testateurs, neef, Mattijs Paulus Geven, vooruit en boven zijn aandeel, moeten uitkeren ƒ 100,-.

Na het overlijden van Marcelis Geven op 13-04-1756 te Asten worden de goederen voor Jan Paulus Geven getaxeerd:

Asten Rechterlijk Archief 163 folio 121 verso 01-05-1756:
Taxatie van de onroerende goederen van Marcelis Geven, overleden 13-04-1756. Jan Paulus Geven is mede-erfgenaam. Waarde huis, hof en aangelag 4 lopense ƒ 200,-, ene zijde Peter Jan Wilbers, andere zijde Willem Geven; land het Cattegat 3 lopense ƒ 50,-, ene en andere zijde Peter Jan Wilbers; land Dijkeracker 3 lopense ƒ 50,-, ene zijde weduwe Hendrik Hendriks, andere zijde Jan Andriessen; groes den Hulsbosacker 2½ lopense ƒ 40,-; ene zijde weduwe Hendrik Hendriks, andere zijde Willem Geven; land den Busselacker 1 lopense ƒ 10,-, ene zijde Jan Tijsse van Dijk, andere zijde weduwe Goort Canters; land Goortsacker 3 lopense ƒ 40,-, ene zijde het straatje, andere zijde Willem Geven; de Venacker 1 lopense ƒ 10,-, ene zijde Peter Koppens, andere zijde Jan Smits; land het Oulant 1 lopense ƒ 10,-, ene zijde Jan Peters van Bussel, andere zijde Peter Jan Wilbers; groes het Grootvelt 5 lopense ƒ 100,-, ene zijde weduwe Symon Peters en anderen, andere zijde weduwe Aart Jan Wilbers; groes de Slimmert 3 lopense, ƒ 60,-, ene en andere zijde Jan Andriessen; groes het Nieuwvelt 4 lopense ƒ 50,-, ene zijde de Aa, andere zijde weduwe Jan Canters; groes het Kruysveltje 2 lopense ƒ 40,-, ene zijde den Dijk, andere zijde Marten van Dijk; den Bergacker 2½ lopense ƒ 40,-, ene zijde Jan Tijssen van Dijk, andere zijde Jan Peters van Bussel. Totaal ƒ 700-00-00.
De goederen zijn belast met ƒ 1-15-12 per jaar aan de Kempenaar in kapitaal ƒ 47-03-12.
Rest ƒ 652-16-04. 20e penning is ƒ 32-12-14.

In 1761 koopt neef Jan Paulus Geven van Dijk het huis:

Asten Rechterlijk Archief 98 folio 13 verso; 03-01-1761:
Willem Geven van Dijk, Antony Willem Geven van Dijk, meerderjarig, Marie Willem Geven van Dijk, meerderjarig, Martinus Willem Geven van Dijk, minderjarig samen eigenaren voor 3⁄8e deel. Peter Paulus Geven van Dijk, Martinus Paulus Geven van Dijk, Mattijs Paulus Geven van Dijk, Helena Paulus Geven van Dijk eigenaren voor 4⁄8e deel.
Zij verkopen aan Jan Paulus Geven van Dijk, eigenaar voor 1⁄8e deel, hun 7⁄8e deel in huis, hof en aangelag 4 lopense, ene zijde Peter Jan Wilbers, andere zijde Willem Geven; land het Cattegat 3 lopense naast Peter Jan Wilbers; land den Dijkeracker 3 lopense naast de weduwe Hendrik Hendriks en Jan Andriessen; weiland de Hulsboschacker 2 1⁄2 lopense naast de weduwe Hendrik Hendriks en Willem Geven; land de Busselacker 1 lopense naast de weduwe Jan Tijssen van Dijk en Goort Canters; land Goortsacker 3 lopense naast het straatje en Willem Geven; land de Venacker 1 lopense naast Pieter Koppens en Jan Smits; land het Oulant 1 lopense naast Jan Peters van Bussel en Peter Jan Wilbers; groes het Grootvelt 5 lopense naast de weduwe Symon Peters en de weduwe Aart Jan Wilbers; groes de Slimmert 3 lopense naast Jan Andriessen; groes het Nieuwvelt 4 lopense naast de Aa en Goort Canters; groes het Kruysveltje 2 lopense naast den Dijk en de erven Marten van Dijk; land den Bergacker 2 1⁄2 lopense naast de weduwe Jan Tijssen van Dijk en Jan Peters van Bussel. Belast met ƒ 1-15-12 per jaar aan het Gemene Land. Verkopers is het aangekomen bij overlijden van Marcelis Geven. Koopsom ƒ 700,-.

Johannes Paulus van Dijk (Geven) is geboren te Asten op 24-07-1719 als zoon van Paulus Geven en Maria Peeters Baltis (zie Emmastraat 6). Hij is op 30-01-1752 te Asten getrouwd met Gertrudis Jansse van de Goor, geboren te Vlierden 05-10-1731 als dochter van Johannes van de Goor en Maria Peters Bruystens:

02

Het gezin van Johannes Paulus van Dijk en Gertrudis Jansse van de Goor:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Petronella Asten 13-01-1754 Kind Asten ±1754
2 Johannes Asten 17-09-1756 Asten 15-02-1784
Catharina Laurens Jelisse
Asten 21-05-1810 zie Voormalig huis C436
3 Paulus Asten 26-11-1759 Ongehuwd Asten 19-02-1807
4 Wilhelmina Asten 28-09-1762 Kind Asten ±1762
5 Petronilla Asten 27-12-1763 Asten 01-02-1789
Joost Jan Peter van Bussel
Asten 13-06-1847 zie Lagendijk 2
en ook Dijkstraat 54
6 Maria Asten 13-10-1766 Asten 29-01-1797
Jan Jansse Daandel Coolen
Asten 31-05-1841 zie Voormalig huis E155
7 Wilhelmina Asten 25-10-1769 Asten 06-09-1807
Jan Hendrik van Helmond
Asten 22-01-1848
8 Petrus Asten 31-01-1773 Kind Asten 19-02-1788

Johannes Paulus van Dijk is op 18-10-1779 te Asten overleden en in de bewoningslijst over de periode 1756-1803 en de verpondingen van 1810 zien we de bewoningsgeschiedenis en dat het huis uiteindelijk voor de helft toekomt aan zijn vrouw en voor de helft aan de kinderen:

Jaar Eigenaar nummer 9 Dijk Bewoners nummer 9 Dijk
1756 kinderen Willem en Paulus Geven Marcelis Geven
1761 Jan Paulus Geven van Dijk Jan Paulus Geven van Dijk
1766 Jan Paulus Geven van Dijk Jan Paulus Geven van Dijk
1771 Jan Paulus van Dijk Jan Paulus van Dijk
1776 Jan Paulus van Dijk Jan Paulus van Dijk
1798 weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijk weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijk
1803 weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijck weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijck

Verpondingen 1810 XIVd-67 Dijk folio 26 verso:
Geertruij van de Goor weduwe Jan Paulus van Dijk ½ en Jan, Paulus, Peternel, Maria en Willemijna de kinderen de ½ bij versterf 1779.
Jan Paulus van Dijk.
Nummer 9 Huijs, hof en aangelag 4 lopense.

Gertrudis van de Goor is te Asten op 05-02-1813 overleden en in het notarieel archief worden de goederen verdeeld en wordt Jan Hendrik van Helmond, als man van Wilhelmina van Dijk, eigenaar:

Notarieel Archief 38-93 Asten 28-08-1815:
Jan van Helmond gehuwd met Wilhelmina van Dijk, Petronella van Dijk gehuwd met Joost van Bussel, Catharina Laurense Jelisse gehuwd met Jan Paulus van Dijk en haar zoon Lauren, Jan Janse Coolen man van Maria van Dijk. 1e lot krijgt Jan van Helmond een huis, hof met het heijtvelt, groot 5 lopen 44 roeden, ene zijde Antonij van Bussel.

Ook bij het kadaster van Asten over de periode 1811-1832 is Jan Hendrik van Helmond nog eigenaar van het huis op de Dijk:

Kadaster 1811-1832; F803:
Huis, schuur en erf, groot 07 roede 20 el, de Dijk noord zijde, klasse 6.
Eigenaar: Jan Hendrik van Helmond.

Hieronder de kadasterkaart van 1832 van de Dijk met omcirkeld het huis en daaronder de bijbehorende kadastergegevens:

03

04

Dochter Wilhelmina Janse van Dijk is geboren te Asten op 25-10-1769 en op 06-09-1807 te Asten getrouwd met Jan Hendrik van Helmond, geboren te Asten op 08-08-1770 als zoon van Hendrik Jansse van Helmond en Anna Tiele Coolen (zie Voormalig huis F1040):

05

Het gezin van Wilhelmina Janse van Dijk en Jan Hendrik van Helmond:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Henricus Asten 27-01-1809 Lierop 24-04-1830
Maria van den Meulenhoff
Lierop 24-08-1883
2 Johannes Asten 07-12-1811 Lierop 30-04-1835
Maria Catharina van Brussel
Asten 11-06-1897

Wilhelmina Janse van Dijk is op 22-01-1848 te Asten overleden en Johannes van Helmond is te Asten op 10-01-1849 overleden. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1879 komen we zoon Johannes van Helmond, geboren te Asten op 07-12-1811, tegen op huizingnummer B45. Hij is op 30-04-1835 te Lierop getrouwd met Maria Catharina van Brussel, geboren op 04-04-1806 te Lierop als dochter van Joannes van Brussel en Elisabeth van Brussel:

06

Broer Henricus van Helmond, wonende te Lierop, zet de boerderij te koop in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 10-06-1870: 

Maria Catharina van Brussel is op 09-10-1870 te Asten overleden en Johannes van Helmond woont ook over de periodes 1879-1890 en 1890-1900 met zijn kinderen in het huis met achtereenvolgens de huizingnummers B50 en B49:

07

Johannes van Helmond overlijdt te Asten op 11-06-1897 en dochter Elisabeth van Helmond, geboren te Asten op 27-02-1839, woont met haar zus Hendrika in het huis. Over de periode 1900-1910 heeft het huis huizingnummer B46 en over de periode 1910-1920 huizingnummer B45:

08

In 1915 vindt er een ernstig ongeluk plaats met dienstknecht Johannes Hendrikus Vinken, geboren te Mierlo op 11-05-1888 als zoon van Godefridus Vinken en Helena Bollen. In de Tilburgsche courant van 12-08-1915 staat een artikel over dit ongeluk en rechts daarvan de overlijdensakte:

08a 08b

Na het overlijden van Elisabeth van Helmond op 24-07-1916 neemt zus Hendrika van Helmond, geboren te Asten op 04-03-1847, het huis over. Hendrika van Helmond is op 02-12-1926 te Asten overleden. Het huis met huizingnummer B46 wordt nog enige tijd bewoond door Hendrikus Gorissen, geboren te Asten op 30-01-1890 als zoon van Johannes Gorissen en Adriana Berkers. Hij is te Asten op 12-01-1923 getrouwd met Johanna Maria Thielen, geboren te Asten op 16-07-1889 als dochter van Jacobus Thielen en Elisabeth Verberne. Het huis staat ook bekend als Dijk 14:

09

Hendrikus Gorissen en Johanna Maria Thielen verhuizen naar de Driehoekstraat en later naar Heusden. Hendrikus Gorissen is op 10-03-1952 te Geldrop overleden en Johanna Maria Thielen is te Asten op 28-10-1957 overleden en hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

10 11

Vanuit Erp komt in 1932 Marianus Johannes Leenders, geboren te Beek en Donk op 09-05-1897 als zoon van Martinus Leenders en Josina Bekkers, in het huis wonen. Hij is op 10-10-1932 te Erp getrouwd met Ardina Biemans, geboren te Veghel op 20-03-1904 als dochter van Lambertus Biemans en Martina Meulendijks. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij met hun gezin in het huis op Dijk 14:

11a

In 1936 verhuizen zijn naar Bakel en in het huis is komen wonen, Maria Johanna (Miet) van Helmond, geboren op 28-03-1910 te Asten als dochter van Peter Johannes van Helmond en Johanna Kanters. Zij is op 12-05-1936 te Asten getrouwd met Antonius (Toon) van Zeeland, geboren te Bakel op 25-04-1907 als zoon van Adrianus van Zeeland en Helena Maria van Neerven. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij met hun gezin in het huis op Dijk 14:

12

Volgens het Staatkundig Gereformeerd Dagblad van 28-07-1938 vindt er een vreselijk ongeluk plaats, waarbij een kind van Antonius van Zeeland en Maria Johanna van Helmond, Leonardus Adrianus van Zeeland, 14 maanden oud komt te overlijden. Hij wordt aangegeven door Johannes Berkvens (zie Dijkstraat 62).

12a 12b

Maria Johanna (Miet) van Helmond is te Asten op 02-11-1989 overleden en Antonius (Toon) van Zeeland is op 11-05-1999 te Asten overleden. Hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

13

14

Hieronder een streetview van de uit 1933 daterende boerderij ongeveer op de plaats van het huis aan de Dijkstraat 64:

15

Overzicht bewoners

Hoeve op den Dyck
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1650 Jacob Dircks Coppens ±1595
1675 Hendrick Andriessen ±1630 Hendrick Andriessen ±1630
1709 Gevaert Paulus Asten 01-05-1658 Gevaert Paulus Asten 01-05-1658
Dyck huis 9
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1736 Paulus Paulus Asten 05-10-1686
1741 Marcelis Geeven Asten 08-12-1700 Marcelis Geeven Asten 08-12-1700
1746 Marcelis Geven Asten 08-12-1700 Marcelis Geven Asten 08-12-1700
1751 Marcelis Geeven Asten 08-12-1700 Marcelis Geeven Asten 08-12-1700
1756 kinderen Willem en Paulus Geven Asten 24-07-1719 Marcelis Geven Asten 08-12-1700
1761 Jan Paulus Geven van Dijk Asten 24-07-1719 Jan Paulus Geven van Dijk Asten 24-07-1719
1766 Jan Paulus Geven van Dijk Asten 24-07-1719 Jan Paulus Geven van Dijk Asten 24-07-1719
1771 Jan Paulus van Dijk Asten 24-07-1719 Jan Paulus van Dijk Asten 24-07-1719
1776 Jan Paulus van Dijk Asten 24-07-1719 Jan Paulus van Dijk Asten 24-07-1719
1798 weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijk Vlierden 05-10-1731 weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijk Vlierden 05-10-1731
1803 weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijck Vlierden 05-10-1731 weduwe en kinderen Jan Paulus van Dijck Vlierden 05-10-1731
Kadasternummer F803
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
F803 1832 Johannes van Helmond Asten 08-08-1770
Dijk 14
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1811-1849 Johannes van Helmond Asten 08-08-1770 Wilhelmina Janse van Dijk Asten 25-10-1769 10-01-1849
1849-1859 Johannes van Helmond Asten 07-12-1811 Maria Catharina van Brussel Lierop 04-04-1806
B45 1859-1869 Johannes van Helmond Asten 07-12-1811 Maria Catharina van Brussel Lierop 04-04-1806 09-10-1870
B50 1869-1879 Johannes van Helmond Asten 07-12-1811 met kinderen
B50 1879-1890 Johannes van Helmond Asten 07-12-1811 met kinderen
B49 1890-1900 Johannes van Helmond Asten 07-12-1811 met kinderen 11-06-1897
B46 1900-1910 Elisabeth van Helmond Asten 27-02-1839 met zus
B45 1910-1920 Elisabeth van Helmond Asten 27-02-1839 met zus 24-07-1916
B46 1920-1926 Hendrika van Helmond Asten 04-03-1847 met anderen 02-12-1926
B46 1926-1930 Hendrikus Gorissen Asten 30-01-1890 Johanna Maria Thielen Asten 16-07-1889 naar Dorp
14 1930-1936 Marianus Leenders Beek en Donk 09-05-1897 Ardina Biemans Veghel 20-03-1904 naar Bakel
14 1936-1938 Toon van Zeeland Bakel 25-04-1907 Maria van Helmond Asten 28-03-1910