De pagina Ommel/Hoog Ommel/Voormalig huis B409 wordt nu weergegeven
Ommel/Hoog Ommel toevoegen aan selectieOmmel toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 19-04-2024 07:04:52
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Voormalig huis B409

Bij dit huis worden de volgende hoofdstukken besproken:

Geschiedenis klooster Maria-Schoot

In de verhalenbank1 lezen we het volgende over de Mariaverering en het klooster van Ommel:

Voor vele honderden jaren vonden eenige bewoners van Ommel, op een vroegen morgen in de Goede Week, een ivoren Mariabeeldje op het draaihek van een akker. Geen van hen wist hoe het daar gekomen was, maar vol eerbied namen ze het op, brachten het naar hun parochiekerk te Asten, en plaatsten 't daar op het Maria-altaar. Den volgenden morgen was 't beeldje uit de kerk verdwenen en stond weer op het hek. Dat geschiedde zoovele malen, tot de pastoor 't op Paaschmiddag zelf naar de kerk brengt, de deuren sluit, de zware sleutel meeneemt en 's nachts onder zijn hoofdkussen legt. En zie op den morgen van den tweeden Paaschdag is er geen beeldje meer in de kerk. Alles stroomt naar Ommel, en ja, het beeldje staat op zijn oude plek. Bij het zien van dit wonder begreep de pastoor dat Maria op die plaats wilde blijven en hij liet het beeld daar in een houten kastje plaatsen. Voortaan kwamen er dagelijks velen Maria aanroepen en menige wonderbare genezing vond er plaats.
Ongeveer halfweg tusschen Asten en Ommel, langs den grintweg, is een kleine heuvel, waarop eertijds drie linden stonden. Onder die linden zou Onze Lieve Vrouw gerust hebben, als ze 's nachts naar Ommel terug ging. Later zijn de drie linden geveld; nu is er, tot aandenken, één linde geplaatst, de Keskensboom genoemd.
Omtrent het jaar 1400 geraakte het schip van een rijk koopman, Jan van der Haven in de Leverzee vast. Weldra begonnen de levensmiddelen zienderoogen te verminderen. In dien nood riep de koopheer Maria aan, en in slaap gevallen, hoorde hij een stem, die sprak: "Jan van der Haven, zoo ge aan land komt, ga dan naar Ommel. Daar is een Mariabeeldje, dat door u verheven moet worden. Beloof dit en ge zult gered worden". Toen de koopman ontwaakte, herinnerde hij zich alles, en, ofschoon hij nooit van Ommel gehoord had, deed hij die gelofte. Dadelijk verhief zich een hevige wind, het schip zette alle zeilen bij en geraakte uit de vreeselijke Leverzee. Nauwelijks was hij behouden aan wal gekomen, of hij ging op weg naar Ommel. Daar vond hij het beeldje, zooals hem gezegd was. Hij nam het mede om het rijk te laten vergulden, maar zijn moeite was vergeefs; het beeld duldde geen kleuren of verguldsel. Daarop liet hij te Ommel een kapel bouwen voor het Mariabeeld, en hing er een schilderij in, waarop zijn schip in nood stond afgebeeld. Zoo'n schilderij is nog in de kerk te zien. Deze kapel werd druk bezocht. "Van die mirakelen die daer geschien, gheven ghethuych al die dynghen, die daer hanghen van yzer cleeren, van was soe menygherley".
Een tijdperk van bloei voor de bedevaartsplaats brak aan, na de oprichting van een Franciscaner-vrouwenklooster in 1539.

Hieronder een citaat van de oprichting van het klooster2 met rechts daarvan uit een overzicht de toenmalige Bisschop van Luik, Cornelius3:

Bij Taxandria4 lezen we nog het volgende over de tijd dat de gereformeerden in Ommel kwamen (een huijck is een kapmantel):

Een van de eerste rectoren van het klooster was Henricus van der Weijden (zie Voormalige kerk B408), zoals genoemd in de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-04-1915:

In het archief van Heeze staan namen van de religieuzen en rector in 1610:

Als rector wordt nu genoemd Theodorus (Dirck) van den Zeylberch, van 1574 tot 1617 (zie Voormalige kerk B408), en hij schrijft met hulp van zijn voorganger Henricus van der Weijden een boek over de 'Mirakelen van Onze Lieve Vrouw van Ommel' (zie ook Hoog Ommel), zoals aangegeven in onderstaand artikel5:

Het klooster bevond zich in de buurt van een oude kapel, waar nog meer informatie te vinden is (zie Voormalige kerk B408).

In 1675 stellen de schepenen van Asten een akte op om de zusters inkopen te laten doen6:

Keren we terug naar de verhalenbank1 met linksonder de aanleiding voor het vertrek7:

En toen de zusters hun klooster moesten verlaten (in 1731) namen zij het beeld mee en schreven zij akte rechtsonder8:

Toen de kar, die het miraculeuze beeld droeg, aan het laatste huis van het Ommelseindje was gekomen, bleef ze plotseling staan. Tevergeefs slaat de voerman zijn paard, en rukt en sjort om de kar vooruit te krijgen. Eerst toen de zusters plechtig beloofden, het beeld naar Ommel terug te voeren, begon het paard van zelf aan te trekken, en de logge karren vervolgden hun tocht naar het kasteel Ghoor, bij Neer in Limburg. En waarlijk, na een omzwerving van meer dan honderd jaar, keerde Onze Lieve van Vrouw te Ommel terug.

 

 

01

Toen het wonderbeeld in het nieuwgebouwde klooster te Nunhem in Limburg stond, kregen eens eenige zusters in een priëeltje van den kloostertuin zulk een verschil van mening, dat het van woorden tot daden zou komen. Toen verscheen Onze Lieve Vrouw zelf en maakte een einde aan de twist.

In mei 1813 verlieten de nonnen Nunhem om naar Asten te trekken. Zij namen het miraculeuze beeldje natuurlijk mee. De legende verhaalt dat het beeld tot tweemaal toe vanzelf naar Nunhem terugkeerde en 's morgens weer vochtig van den dauw der weide werd gevonden in een haag, die om het klooster groeide. De derde maal werd het beeldje in processie afgehaald en naar Asten gebracht en toen is het daar ook gebleven, tot het kapelletje te Ommel herbouwd was.

 

Hieronder de terugkeer van het miraculeus beeld vanuit Nunhem, eerst naar de kerk van Asten en na de herbouw van de kapel naar Ommel9:

Oversten van Maria-Schoot te Ommel

Het klooster Maria-Schoot had vanaf 1600 ongeveer 25 zusters in dienst, waarvan er elke 3 jaar één tot ondermoeder werd gekozen of herkozen. Verder was er een Moeder-overste, waarvan hieronder een lijst over de periode dat de zusters in Asten verbleven10:

# Naam Periode Geboorteplaats en datum Professie te Ommel Overlijden
1 Mariken Joesten van de Goer 1539-1559 Ommel ±1500 Ommel ±1556
2 Mariken Jansen van Sceepstal 1559-1611 Helmond ±1530 Ommel 12-03-1611
3 Catharina Laurensen van Hees 1611-1627 Heeze ±1570 Ommel ±1627
4 Catharina van Aelst 1627-1659 Lierop ±1585 25-11-1607 Ommel 11-11-1659
5 Mariken Geraerts van Hijnsbergh 1659-1676 's-Hertogenbosch 29-07-1595 01-10-1617 Ommel 13-04-1676
6 Margareta van Tricht 1676-1679 Helmond 10-11-1619 12-06-1644 Ommel 13-04-1706
7 Joanna Aerts Verwijst 1679-1682 Sint-Oedenrode 09-02-1720 18-06-1645 Ommel 16-12-1687
8 Jenneken Dierckx van Moorsel 1682-1685 Lierop ±1639 22-04-1664 Ommel 18-05-1719
9 Margareta Timmermans 1685-1688 Esch 29-09-1627 10-06-1646 Ommel 19-11-1698
10 Anna Jans van Aelst 1688-1715 Knegsel ±1644 06-11-1662 Ommel 14-07-1725
11 Elisabeth Peeters Fransen 1715-1720 Asten 03-05-1675 04-05-1695 Ommel 06-05-1720
12 Maria Coppens van de Coeveringen 1720-1732 Oirschot 18-11-1675 04-05-1695 Neer 17-05-1756

De rectoren van Maria-Schoot zijn bij de kapel van Ommel opgenomen (zie Voormalige kerk B408). Hieronder volgt een korte beschrijving van wat er over deze oversten van Maria-Schoot is terug te vinden; de citaten zijn afkomstig uit de uitgebreide studie van pater Dominicus de Jong uit: 'Onze Lieve Vrouw van Ommel en het klooster Mariaschoot'10, in 1960 verschenen in boekvorm.

Dominicus (Domien) de Jong, geboren in 1912, was een pater trappist bij de Achelse kluis in Achel (B), die verschillende cultuurhistorische boeken heeft geschreven over de streek rond zijn woonplaats tot in Noord Limburg toe. Rechts een foto van Dominicus de Jong bij het uitbrengen van zijn zeventiende boek uit het Limburgs Dagblad van 15-11-1986.

Dominicus (Domien) de Jong is op 23-12-1989 te Neerpelt (B) overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden.

Mariken Joesten van de Goer 1539-1559

De eerste Moeder-overste van Maria-Schoot is de oprichtster Mariken Joesten van de Goer:

Over de herkomst van Mariken en mede-oprichtster haar zus Jutke zijn volgens bovenstaande document nog twijfels. Echter op basis van onderstaande archiefstukken, waar de gezusters Jut en Marie in 1528 worden genoemd, is het zeer aannemelijk dat zij uit Ommel afkomstig waren:

Asten Rechterlijk Archief 60 folio 16; 06-05-1528:
Jut en Metten wettige dochters van Joest van Colbraken verkopen aan Gerard hun broer een huis, hof, schuur en erf tot Omel, ene zijde en einde Willem van Eyck, andere zijde Willem van de Goer, andere einde Anthonis van de Goer; een stuk land tot Omel naast Willem van Eyck en Willem van de Goer; een stuk land, die Scerpdonc ook aldaar, ene zijde Danel Willems, andere zijde Dirck die Cort, ene einde Jan Colen, andere einde de verkoper; een stuk land, den Haeck ook aldaar, ene zijde Jan sGrooten, andere zijde Daniel Willems, ene einde Jan van Reest, andere einde een weg; een stuk land, ook den Haeck genaamd, ene zijde Heyn Dirck Ghielen, andere zijde een weg, ene einde Gerit van Helmont, andere einde Henrick Nijs; een stuk land, den Graftecker naast Henrick Nijs en Jan Jacops; een stuk land, die hoech Laeck, ene zijde Dirck die Cort, andere zijde Willem van Eyck, ene einde Jan Colen, andere einde een weg; een stuk land, den Wijtecker, ene zijde Jan Verrijt, andere zijde en ene einde Danel Willems, andere einde Peter van den Eynde; een stuk beempt int Goer gelegen, ene zijde Danel Willems, andere zijde Jan Colen, ene einde Jan die Groot, andere einde Hanrick Nijs; een stuk eeusels, dat cleyn eeusel gelegen rondom erf Jan sGroeten. Vrij behalve de cijns en 9 vaten rog.

Asten Rechterlijk Archief 60 folio 16 verso; 06-05-1528:
Gerart Joestenzoon van Colbraecken verkoopt aan Jut zijn zuster 3 mud rog en 3 1⁄2 vat jaarlijks op Lichtmisdag uit zijn huis, hofstad en erfenis. Item Gerart heeft ook zijn zuster Marie gevest. Item, Jut en Marie consenteren dat Gerard mag lossen dat mud voor 40 peters, te weten met drie vaten of zes vaten alsdat Jut en Marie believen zal, na hun beider dood zal Gerard mogen lossen ad placatem.

In deze archiefstukken verkopen Mariken en haar zus Jutken het ouderlijk huis aan hun broer Gerard en het nevenstaande document vertelt dat zij van hun erfenis het kloosterhuis hebben gebouwd en mogelijk betreft onderstaand archiefstuk de aankoop van het land:

Asten Rechterlijk Archief 60 folio 49; 08-11-1530:
Item Mercelis Ysbouts verkoopt aan Merrie en Jut dochters van Joest van Colbrakens 10 roeyen land aan zijn camp, ene zijde Thijs Crakelaerts, andere zijde en ene einde de verkoper, andere einde de straat.

De enige discrepantie is dat zij de achternaam 'Van Colbraken' hebben, maar aangezien twee buren van het huis de naam 'Van de Goer' dragen, is het denkbeeldig dat die namen door elkaar worden gebruikt. De naam 'Van Colbraken' is vermoedelijk afkomstig van het toponiem Colbraken in Nuenen. In een lijst waarin de eerste 12 zusters worden genoemd, duiken naast Mariken en Jutken nog 4 zusters op met de naam 'van de Goer' en een zuster met de naam 'van Colbraken'. Het betreft naar alle waarschijnlijkheid hun nichten en Griet van Colbraken en Maeriken van de Goer zouden dan dochters zijn van hun broer Gerard. In een archiefstuk van 1539 wordt gesproken over Margriet Geritedochter van Colbraken en een stuk uit 1558 noemt Marie Gerarts dochter Vercolbraken in relatie tot het klooster te Ommel.

Een verdere aanwijzing wordt gevonden als broer Gerard Joesten van Colbraken in de archieven ook met de naam Gerardt Joestenzoon van de Goer wordt genoemd:

Asten Rechterlijk Archief 63 folio 67; 08-02-1554:
Gerardt Joestenzoon van de Goer met Herman en Anthonis zijn wettige kinderen beloven te geven aan Dirck Rosvelt wonend te Nederweert nu met Lichtmis over drie jaar de som van 50 gulden.

Ook diens zoon Joest wordt in een archiefstuk genoemd waar ook voor het eerst sprake is van het 'Convent van Ommel':

Asten Rechterlijk Archief 64 folio 41 verso 01-02-1559:
Joest Gerardt van de Goer verkoopt aan het convent van Omel een stuk land te Omel. Dit land had Joest gekocht gehad van Lenart en Dirck Jans Groeten zonen met brief van schepenen. Joest bekent van het convent de som van 60 gulden voor die beempt ontvangen te hebben; die moet hij echter teruggeven als Joest of zijn nakomelingen die beempt weer terugnemen.

Het is dus vrijwel zeker dat Mariken Joesten van de Goer geboren is te Ommel, vermoedelijk rond 1500, als dochter van Joest van Colbraken van de Goer. Zij is samen met haar zuster Jutke op 03-06-1539 de stichtster van het klooster Maria-Schoot:

Mariken Joesten van de Goer is rond 1556 te Ommel overleden.

Mariken Jansen van Sceepstal 1559-1611

Als opvolgster van Mariken Joesten van de Goer wordt Mariken Jansen van Sceefstal genoemd. Zij is geboren rond 1530, vermoedelijk te Helmond, als dochter van Jan Thomas van Sceepstal.

De achternaam komt van een vroegere watermolen aan de Bakelsche Aa, gelegen op de grens van Bakel en Helmond, zoals Jac Heeren schrijft in de krant de Zuid-Willemsvaart van 24-04-1934. In de doop-, trouw- en begraafarchieven van Helmond is de naam als 'van Scipsel' nog terug te vinden. In de rechterlijke archieven komen alle mogelijke varianten op de naam Sceepstal voor.

Mariken Jansen van Sceepstal wordt in het oudrechterlijk archief van Asten genoemd met betrekking tot een cijns voor zuster Mariken Peeters (zie Lijst met in Asten geboren zusters van Maria-Schoot # 2):

Asten Rechterlijk Archief 64 folio 30 verso; 12-05-1567:
Jan Jan Peterssoon verkoopt aan Marie Jans mater van het klooster genaampt 'in Maria Schoot' tot Omell, tot behoef van dat klooster een cijns van 6 gulden jaarlijks op Lichtmisdag uit zijn huis, hof, hofstad en erfenis op Vossholen, ene zijde Frans Thijssoon van den Berge, andere zijde Frans Joostenssoon, ene einde Andries Joosten van Houbraecken en anderen, andere einde de gemeynt.

Asten Rechterlijk Archief 64 folio 30 verso; 12-05-1567:
Maria Jans materse voornoemd consenteert dat Jan altijd mag lossen met 100 gulden.

Asten Rechterlijk Archief 64 folio 31; 12-05-1567:
Maria Jans mater van het klooster te Omell belooft aan Maria Peter Jan Peters dochter met haar momboirs dat zij en haar nakomelingen haar zullen onderhouden haar leven lang in kost en voeding en klederen zoals andere zusters van het klooster te Omell. Datum ut supra.

De afkomst van Mariken Jansen van Sceepstal wordt duidelijk aan de hand van onderstaand archiefstuk:

Schepenbank Helmond 15240-3821-49; 04-10-1605:
Peeter Jacobs getrouwd met Lijsken, dochter van Jan Thomas van Sceepstal, Herman Jansen getrouwd met Anneke, ook dochter van Jan Thomas voorschreven, en Thoenis Jans Thomas van Sceeptstal, hebben ten behoeve van het convent van Marienschoet te Ommel bij Asten hun recht afgestaan op een akkerland van 5 lopense groot te Ommel in de Horst, door Marike, dochter van Jan Thomas voorschreven aan het convent gelegateerd, ondertekend door notaris Loyen op 4 oktober 1605. Dan een stuk eusel en groese te Asten genaamd den Creystert, door meester Derick van den Zeyelberch, pater van het voorschreven convent, op 27-03-1601, schepenbrief Asten van de voorschreven erfgenamen ontvangen.

Ruim 40 jaar later wordt de in 1567 genoemde cijns weer terug gekocht:

Asten Rechterlijk Archief 67 folio 44 verso; 14-12-1609:
Maria Jansdochter, mater des Convents van Omel, Marienschoot, en zuster Jenneken, dochter Lucas van Brey alsmede zuster Jenneken, dochter Henricx met Meester Derick van de Zeylberch, hun pater, verkopen aan Daniel Marcelis Daniels een cijns van ƒ 6,- per jaar. Welke eertijds Jan Jan Peeters verkocht heeft aan Maria voorschreven uit onderpanden te Asten. Schepenbrief Asten de dato 12-05-1567. Naschrift: Daniel voorschreven heeft deze cijns van ƒ 6,- verkocht aan Daniel Frans Coolen. Marge:17-05-1627 gelost.

Gerart Henricx van Helmont ruilt land met zuster Mariken Jansen van Sceepstal van het convent van Ommel: 

Asten Rechterlijk Archief 67 folio 95 verso; 15-12-1610:
Gerarts Henricx van Helmont geeft bij erffwisseling over aan zuster Maria Janssen, materse des convents Marienschoot en ten behoeve van het Convent land te Omel 1½ lopense 5½ roede 2 voet, ene zijde en einde het Convent, andere zijde Aert Coolen en Thonis Henricx, andere einde de verkoper. Belast met 4 vat rogge per jaar aan het altaar of rector der capel van Onze Lieve Vrouw te Omel. Gerart Henrix ontvangt land te Omel 1½ lopense 5½ roede 2 voet, ene zijde Jan Peters, andere zijde Aert Jacobs van de Cruys, ene einde Goessen Janssen, andere einde het Convent.

Mariken Jansen van Sceepstal is op 12-03-1611 te Ommel overleden, zoals aangegeven op het nevenstaande document.

Catharina Laurensen van Hees 1611-1627

In het memorieboek van de zusters van Ommel wordt Catharina Laurensen van Hees genoemd als derde Moeder-overste van het klooster Maria-Schoot:

Catharina Laurensen van Hees, ook Catharina Laureyns Michiels genoemd, is geboren te Heeze rond 1570. Zij was voor haar aanstelling als overste al werkzaam als kosteresse en was in 1605 en 1607 in Ommel getuige van twee mirakelen11:

In de oudrechterlijke archieven van Asten wordt zij als overste genoemd, maar niet bij naam:

Asten Rechterlijk Archief folio 228; 30-09-1613:
Anneke, dochter Marcelis Marten Gevarts en Meester Derick van de Zeylberch, pater des Convents van Omel en de materse en haar conventualen hebben verkocht aan Marten Marcelis Martens en Elsken, zijn zuster, de goederen die aan Anneke door haar ouders nagelaten zijn.

Asten Rechterlijk Archief 67a folio 67 verso; 16-09-1615:
Anthonis Henrick Canters getrouwd met Elske, en deze met hem, geven over aan de Materse van het Convent Marienschoot ten behoeve van dit Convent een rente van 2 gulden 5 oirt per jaar. De conventualen zullen deze rente jaarlijks betalen aan Anthonis en Elsken gedurende hennen beyden leeffdach. Daarna is de rente gequeten. Het Convent is gehouden nu ende ten ewighen daghen ieder jaar op het Sint Anthonis-altaar in de kapel van Omel een singhende misse te doen celebreren en dyen dach te houden voor henne sielen een gemeyn gebeth.

Ook als overste is Catharina Laurensen van Hees in 1617 getuige van een mirakel11:

In de tijd dat Catharina Laurensen van Hees Moeder-overste was van het klooster Maria-Schoot is het klooster nog verbouwd en dat verwijst waarschijnlijk naar de muurankers die op de foto linksonder te zien zijn en het jaartal 1625 aangeven. Het Convent huisvestte in die tijd maar liefst 38 zusters12. Rechtsonder het genadebeeld.

Catharina Laurensen van Hees is rond 1627 te Ommel overleden.

Catharina van Aelst 1627-1659

Als opvolgster van Catharina Laurensen van Hees als Moeder-overste van het klooster van Maria-Schoot, wordt op 16-09-1627 Catharina van Aelst gekozen:

Catharina (Lijntgen) van Aelst, is geboren te Lierop rond 1585 en wordt op 25-11-1607 te Ommel geprofest, zoals hiernaast staat aangegeven.

Catharina van Aelst was van 1611 tot 1613 als kosteresse getuige van twee mirakelen die in Ommel hadden plaatsgevonden11:

In de herdruk van het boek van de 'Mirakelen van Ommel' uit 1631 schrijft Catharina (Lijntgen) van Aelst het voorwoord11:

In de oudrechterlijke archieven van Asten wordt Catharina van Aelst als materse van Maria-Schoot in Ommel geregeld genoemd met betrekking tot aan- en verkopen:

Asten Rechterlijk Archief 70 folio 19; 23-10-1628:
Heer en Meester Jacop Symons, pater en Soeur Catharina van Aelst, materse van het Convent van Ommel. Zij geven bij erfwisseling over aan Anthonis Thonissen land te Ommel, ene zijde en einde de erffve des Convents, andere zijde Mathijs Willems, andere einde de weg. De verkrijgers dragen over land te Ommel, ene zijde en einde Mathijs Willems, andere zijde het Convent, andere einde Gossen en nog een stukje daarbij.

Asten Rechterlijk Archief 71 folio 20; 12-01-1630:
Roeloff Joosten van Heuchten verkoopt aan Heer en Meester Jacobus van den Boomen, pater, en Soeur Catharina van Aelst, materse van het Convent van Ommel ten behoeve van het Convent een cijns van 13 gulden 10 stuiver per jaar, in kapitaal ƒ 250,- à 5,4%. Onderpand twee beemden de Meulenbeempden naast Willem Marcelissen van den Bogart. Belast met 30 stuiver per jaar. Hooibeemd de Pootbeempt naast Willem van den Berge. Land den Grootenacker naast Peeter H. Laureynssen. Marge: 1698, gelost aan Margriet Timmermans.

Asten Rechterlijk Archief 71 folio 72; 24-04-1630:
Peeter, Aerdt, Geertruydt en Marie, kinderen van wijlen Mathijs Willems en de onmondige kinderen geassisteerd met Jan Willem Tijssen, hun wettige momboir. Zij verkopen aan Heer en Meester Jacop van den Boomen en zuster Catharina van der Aelst, pater en materse van het Convent van Ommel ten behoeve van dit Convent land den Cappelacker te Ommel, ene zijde en einde het Convent en anderen, andere zijde Teunis van de Vorst cum suis, andere einde de weg.

Asten Rechterlijk Archief 72 folio 8; 01-02-1631:
Cornelis Henricx getrouwd met Marie, dochter Michiel Colen en Catharina, dochter Michiel Colen geassisteerd met Jan Aertssen en Anthonis Gortssen. Zij verkopen aan Heer en Meester Jacop van den Boomen en Soeur Catharina van Aelst, pater en materse des Contvant van Ommel en ten behoeve van het Convent Marienschoot groes de Spurrit 2½ lopense, ene zijde het Convent, andere zijde Anthonis Canters, ene einde Jenneke, dochter Michiel Colen, andere einde Peter Colen de jonge.

Catharina van Aelst wordt ook genoemd met betrekking tot gelden bestemd voor zuster Catharina Marcelis Jacobs (zie Lijst met in Asten geboren zusters van Maria-Schoot #18):

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 79; 16-09-1632:
Marcelis Peter Jacops, schepen en Willem, zijn zoon, transporteren aan Heeren Meester Jacop van den Bomen, pater des Convents van Marienschoot tot Omel en Soeur Catharina van Aelst, materse van dit Convent en ten behoeve daarvan een rentebrief van 4 gulden 17 stuiver 2 oirt per jaar ten laste van Michiel Franssen de dato 11-02-1613; een rentebrief van 3 gulden 10 stuiver per jaar ten laste van Elisabeth weduwe Willem Aert Willems de dato 07-12-1632; een rentebrief van 7 gulden 10 stuiver per jaar ten laste van Aert Peters van Mierlo de dato 03-07-1626; een erfbrief van een stuck beempts gelegen in de Haeseldonck ten laste van Hanrick Jan Selen de dato 04-02-1631 te lossen met ƒ 125,-. Naschrift: Het voorschreven transport is gedaan ten behoeve van Catharina, dochter Marcelis Peter Jacops, religieuse binnen het convent, wezende de filiale portie van patrimoniale goederen soo bij haeren vaeder, alnoch in leven wesende, te versterven. Alsoyck bij doot haerder moeder zaliger op haer gedementeert en verstorven. De overdracht is gedaan met instemming van de overige kinderen.

Ook daarna wordt er door Moeder-overste Catharina van Aelst in haar lange loopbaan flink handel gedreven met de Astenaren: 

Asten Rechterlijk Archief 73 folio 35; 11-08-1634:
Heer en Meester Jacop van den Bomen, pater des Convents van Marienschoot te Ommel en zuster Catharina van der Aelst, materse des Convents. Zij verkopen, namens het Convent, aan Henrick Janssen, schreynwercker te Ommel land 11 roede naast de weduwe Peter Mennen. Coram Geldolph Gielissen en Gerart Dircxen, schepenen. Dese coop is geschiet in den jaere 1622 maer omdat den coop van cleynder werden was is door dyen dilayeert daerom ut supra. 

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 56; 07-12-1639:
Mathijs Janssen van de Cruys getrouwd met Sophia, dochter wijlen Frans Verlynden, Peter Michiel Colen en Frans Aert Vogels als momboiren van Frans, onmondige zoon van wijlen Joost Frans Verlynden, Frans Colen en Joost Kemp als momboiren van Lijske en Cornelis, onmondige kinderen van wijlen Jan Kemp getrouwd geweest met Marie, dochter Frans Verlynden, Jan Mathijs Smidts en Peter Michiel Colen als momboiren van Jenneke onmondige kind van wijlen Hanrick Jacops getrouwd geweest met Jenneke, dochter Frans Verlynden. Zij verkopen aan zuster Catharina van Aelst, moeder van het Convent Marienschootte Ommel groes en beemd in de Sporcht, ene zijde Jan Hanrick Symons, andere zijde de erfgenamen Jan Walssers, ene einde den Ommelssenpat, andere einde 't Convent van Ommel.
Mathijs van den Hove, schout, is schuldig aan zuster Catharina van Aelst, moeder van het Convent van Marienschoot te Ommel ƒ 100,- ten respecte ende vanwege de voorschreven erfgenamen Frans Verlynden. Hiermee wordt gecasseert een gelofte van Mathijs aan wijlen Frans Verlinden met Cathalijn, zijn dochter van de dato 15-09-1616 en gepasseert geweest in bovengeschreven klooster.

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 116 verso; 29-01-1641:
Rutger Dielis verkoopt aan Catharina van Aelst, materse des Convents van Ommel groes aent Laerbroeck off Sporcht 3 lopense 8 1⁄2 roede, gekomen van wijlen Jan Walssers, naast het Convent van Ommel en Aert Jan Aelbers 

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 164 verso; 08-03-1642:
Suster Catharina van Aelst, mater des Convents van Marienschoot te Ommel, verkoopt ten behoeve van het Convent aan Meester Wolphart Ideleth, secretaris te Someren land het Koolkempken aen de Pas 20 roede, ene zijde en einde Mathijs Janssen van de Zande, andere zijde de weg, andere einde Frans Hanrick Aerts.

Asten Rechterlijk Archief 76 folio 10; 16-01-1644:
Isbout Hanricx verkoopt aan Soeur Catharina van Aelst, mater des Convents van Ommel, ten behoeve van dit Convent een cijns van ƒ 600,- à 5%. Onderpand een huis, hof, hofstad en land aan den Dijck 3 lopense, ene zijde de verkoper, andere zijde Seel Schepers, ene einde Marten Hanricx, andere einde de straat; land achter 't huys 2 lopense, ene zijde Jan Theunis Henens, andere zijde de verkoper, ene einde Peerken Hanricx, andere einde de straat; beemdje 't Dijckerbroeck 2 lopense, ene zijde Marten Teunis, andere zijde Jan Teunis Henens en Joostien Geldens, ene einde de Aa, andere einde Joostien Geldens en Philips Isbouts; beemd aen den Dijck hieruit 2 lopense, ene zijde de verkoper, andere zijde Willem Joosten, ene einde Frans Willems, andere einde Marten en Peeter Hanricx.

De in Helmond woonachtige Henrick Peters van Tricht en zijn broer Wouter verkopen rentebrieven aan Catharina van Aelst, hoogstwaarschijnlijk voor hun zuster Margareta van Tricht, die in dat jaar geprofest is (zie Margareta van Tricht): 

Asten Rechterlijk Archief 76 folio 23 verso; 14-06-1644:
Henrick Peters van Tricht en Wouter, zijn broeder. Zij mede voor hun andere broers en zusters verkopen aan Soeur Catharina van Aelst, moeder des Convents van Marienschoot te Ommel een erffrentebrieff van 4 gulden 10 stuiver per jaar, de dato 28-05-1565 schepenen Asten, vernieuwd. de dato 12-12-1550 geconstitueerd; een rentebrief van 3 gulden 10 stuiver per jaar de dato 16-05-1565 schepenen Helmond. Marge: 15-06-1645 gelost. 

Catharina van Aelst ontvangt namens de Vrouwe van Asten, Agnes Wilhelmina van Merode (zie Kasteelruïne), een grote som geld:

Asten Rechterlijk Archief 76 folio 30 verso; 16-09-1644:
Agnes van Merode, Vrouwe van Asten, verkoopt aan Soeur Catharina van Aelst, mater des Convents van Marienschoot, te Ommel ten behoeve van dit Convent een cijns van ƒ 1300,- à 5%. Onderpand een cijnshoeve in de Wolsberch genaempt de hoeve in de Schiltmeer in teulland groot 36 lopense; te weten den Holterman, de Reyen met voorts huysinghen, bemden en alle andere landerijen, weyden en alle andere appendentien en dependentien vandien. Mitsgaders vuyt haer chijnsboeck als wesende insgelijcx chijnsgoet daervuyt de chijnsen binnen Asten worden geheven, genoch bekent wesen. 
Specificatie: 300 rijcxdaelders à ƒ 2,50 per stuk: ƒ 750-0-0; 10 souveranen à ƒ 15,- per stuk: 150-0-0; permissie schillingen 100-0-0-; 22 spaensse pistoletten hele en halve, ider à ƒ 9,50 per stuk: 209-0-0; 18 ducatons à ƒ 4,50 per stuk: 90-0-0; payment: 1-0-0-. Totaal: ƒ 1300-0-0. 

Rijksdaalder

Souverein

Permissie schilling

Spaanse pistolet

Ducaton

Dit is de laatste transactie van Catharina van Aelst vóór de Vrede van Münster, waarna er vele beperkingen worden opgelegd aan het rooms katholieke geloof: 

Asten Rechterlijk Archief 76 folio 98; 07-03-1647:
Jan, zoon wijlen Anthonis Verhyndert, Peter Anthonis Lomans getrouwd met Willemke, dochter Anthonis Verhyndert, Laurens Joosten en Willem Joachims als momboiren van Jan, zoon wijlen Peter Dryes. Zij verkopen aan Soeur Catharina van Aelst, mater des Convents van Marienschoot, te Ommel ten behoeve van het Convent land aen de Pas 1 lopense 7 roede, ene zijde Mathijs Janssen van de Zande, andere zijde de erven Anthony Verhyndert, ene einde Frans Hanricx, andere einde Anthonis Canters.

Na de Vrede van Münster in 1648 was het klooster voor vernietiging bestemd, maar door tussenkomst van de Vrouwe van Asten werd afgesproken dat het klooster mocht blijven voortbestaan tot het overlijden van de laatste zuster die vóór 1648 in het klooster was ingetreden.

Catharina (Lijntgen) van Aelst is op 11-11-1659 te Ommel op 74-jarige leeftijd overleden, zoals gemeld in nevenstaand document13.

Mariken Geraerts van Hijnsbergh 1659-1676

Na het overlijden van Catharina van Aelst wordt de nieuwe overste van Maria-Schoot Mariken Geraerts van Hijnsbergh, geboren te 's-Hertogenbosch op 29-06-1596 als dochter van Gerardus Petri Heijnsbergh en Gerarda.
In het doopregister van de Sint Pieterkerk van 's-Hertogenbosch vinden we haar doopakte:

Junij 1595, 29; Maria, Gerardij Petri et Gerarda, susceptores Jois Theodori et Jutken Thonis.

29 juni 1595, 29; gedoopt Maria, dochter van Gerardij Petri en Gerarda, getuigen Jois Theodori en Jutken Thonis.

Mariken Geraerts van Hijnsbergh werd op 01-10-1617 te Ommel geprofest, zoals het document hiernaast aangeeft.

Mariken Geraerts van Hijnsbergh was van 1627 tot 1659 ondermoeder in het klooster van Maria-Schoot. Als overste van het Convent van Ommel komt zij eenmaal voor in de oudrechterlijke archieven van Asten:

Asten Rechterlijk Archief 78 folio 131; 13-10-1660:
Zuster Cathalina van Helmont, procuraester en zuster Jenneken Clijtmans, beiden van het Convent van Ommel, met procuratie van zuster Maria Heynsberch, mater des Convents, verkopen, namens dit Convent, samen met Meester Anthony Canters, ieder voor hun deel, aan de erven wijlen Hendrick Horckmans, als possesseursen in erfrecht bezittende een beemd int Swartbroeck 6 lopense, ene zijde Huybert Jan Tielen, andere einde de erven Dries Reynders, ene einde Dielis Hendrix, andere einde het Convent van Ommel. Een weg aan het einde, over het groesveld, behorend aan het Convent, zijnde mede rechtuit van de voorschreven hooibeemd van de kopers, aan een einde. Om alzo deze weg ten allen tijde te mogen gebruiken met varen en drijven, met een hoge en lage kar en twee beesten naast elkander gekoppeld.

Moeder-overste Mariken Geraerts van Hijnsbergh schreef samen met haar medezusters verschillende brieven betreffende het feit of een seculiere geestelijke dan wel een minderbroeder moest worden aangesteld. Hieronder de samenvattingen van die brieven13:

Uiteindelijk wordt de genoemde minderbroeder Gerardus van Bellinghen aangesteld als tijdelijk rector van 1673 tot 1678 van het klooster van Maria-Schoot (zie Voormalige kerk B408).

Op 25-09-1674 worden uitgebreide statuten door Vicarus Judocus Houbraken te Antwerpen (B) vastgelegd, bestaande uit 9 capittels over:
(1) het noviciaat, (2) de heilige mis, (3) bezitloze levenswijze, (4) kleding, (5) voeding, (6) ziekenzorg, (7) omgang met leken, (8) penitentie en (9) overlijdenszorg. Hieronder een kopie van een deel van capittel 5 van de statuten:

Mariken Geraerts van Hijnsbergh is op 13-04-1676 te Ommel overleden.

Margareta van Tricht 1676-1679

Na het overlijden van Mariken Geraerts van Hijnsbergh werd opgelegd om de Moeder-overste van het klooster Maria-Schoot voor een periode van drie jaar te kiezen. Margareta van Tricht is de eerste die volgens deze nieuwe keuze wordt benoemd.

Margareta van Tricht is geboren te Helmond op 10-11-1619 als dochter van Peter Willems Vrinten van Tricht en Handriske Joost Berkers14 en in het dooparchief van Helmond vinden we haar doopakte:

1619, 10 novembris; baptisata est Margareta filia Petri Willems et Henrica uxoris; susceptores Theodorij Willems et Lutgardis Henricx

10 november 1619; gedoopt is Margareta dochter van Petri Willems en zijn vrouw Henrica; getuigen Theodorij Willems et Lutgardis Henricx

Margareta van Tricht is op 12-06-1644 te Ommel geprofest, zoals nevenstaand document aangeeft.

Er was nog steeds een strijd gaande tussen de 'Grote Partij' die uit minderbroedersgezinden bestond en de 'Kleine Partij' bestaande uit bisschopsgezinden:

Het oudrechterlijk archief van Asten meldt nog een rechtszaak van Margareta van Tricht tegen Willems van Wynden:

Asten Rechterlijk Archief 7 folio 251; 26-01-1678:
Zuster Margereta van Tricht, materse van het Convent van Ommel en zuster Jenneke van Moorsel, procuratesse van het convent aanleggers contra Joris Willems van der Wynden, gedaagde.

De oplossing van het conflict tussen de partijen in het klooster aangebracht door Vicaris Houbraken om een seculier priester, Antony Bakermans, als biechtvader aan te stellen, leverde veel onrust en in de zomer van 1679 moest overste Margareta van Tricht naar Brussel.

Uiteindelijk werd met de komst van de Norbertijn Hugo Kennis het pleit enigszins beslecht. Margareta van Tricht is op 13-04-1706 op 86-jarige leeftijd te Ommel overleden. Zij was de laatste zuster die nog voor 1648 in het klooster intrad en dat had gevolgen voor het voortbestaan van Maria-Schoot:

Het kloosterleven in Maria-Schoot kon dus voortgaan, waarover later meer.

Joanna Aerts Verwijst 1679-1682

Voor de volgende periode van 3 jaar wordt Joanna Aerts Verwijst als Moeder-overste van Maria-Schoot genoemd:

Joanna Aerts Verwijst, ook bekend als Jenneke van Rooij, is geboren te Sint-Oedenrode op 09-02-1620 als dochter van Adrianus Verwijst en Mary en hieronder haar doopakte in Sint-Oedenrode: 

1620, 9 februarij; Joanna, Adrianus Jois, Mary uxor; susceptores Wilhelmus Henrici, Barbara Jacobi.

9 februari 1620; gedoopt is Joanna dochter van Adrianus Jois en zijn vrouw Mary; getuigen Wilhelmus Henrici en Barbara Jacobi.

Joanna Aerts Verwijst is op 18-06-1645 te Ommel geprofest, zoals hiernaast is aangegeven. 

Joanna Aerts Verwijst was voordat ze tot overste werd gekozen kosteresse en na haar driejarige tijd als overste werkte zij als reguliere zuster in Ommel en is op 16-12-1687 aldaar overleden.

Jenneken Dierckx van Moorsel 1682-1685

Jenneke Dierckx van Moorsel wordt voor drie jaren gekozen als opvolgster van Joanna Aerts Verwijst als overste van het klooster Maria-Schoot:

Jenneke Dierckx van Moorsel is geboren te Lierop rond 1639 en op 22-04-1664 geprofest, zoals vermeld in nevenstaand document.

In 1666 wordt Jenneke Dierckx van Moorsel procutaresse genoemd en in het oudrechterlijk archief van Asten komen we haar tegen als moeder van het Convent van Ommel bij een rechtszaak:

Asten Rechterlijk Archief 8 folio 149; 06-10-1683:
Suster Jenneke van Moorsel, moeder des Convents van Ommel, namens dit convent, aanlegger contra Merike weduwe Marcelis Claessen Berckers, gedaagde.

Nadat Jenneke Dierckx van Moorsel gedurende drie jaren Moeder-overste van Maria-Schoot is geweest, vervolgde ze haar dienst als regulier zuster en is op 18-05-1719 te Ommel overleden.

Margareta Timmermans 1685-1688

Als opvolgster van Jenneke Dierckx van Moorsel wordt Margareta Timmermans voor een periode van drie jaar gekozen:

Margareta Timmermans is geboren te Esch op 29-09-1627 als dochter van Godefridi Timmermans en Anna. In het doopregister van Esch vinden we haar doopakte:

29 7ber 1627; baptizata est Margareta Godefridi Timmermans et Annae ejus uxoris filia quam susceptores Gerardus Adrianij et Catharina Jacobi de Wael.

29 september 1627; gedoopt is Margareta dochter van Godefridi Timmermans en zijn vrouw Annae, getuigen Gerardus Adrianij en Catharina Jacobi de Wael.

Margareta Timmermans werd op 10-06-1646 te Ommel geprofest, zoals hiernaast is vermeld.

In het oudrechterlijk archief van Asten komt Margareta Timmermans voor in rechtszaken:

Asten Rechterlijk Archief 9 folio 110; 03-04-1686:
Soeur Margrieta Timmermans, moeder van het Convent van Ommel en Soeur Anna van Aelst, procuratesse van het Convent, aanleggers contra Jan Peeters van Rest, gedaagde. 

Asten Rechterlijk Archief 9 folio 127; 11-09-1686:
Bruysten Joost Laurenssen, aanlegger contra Soeur Margriet Timmermans, moeder van het Convent van Ommel, gedaagde.

Asten Rechterlijk Archief 9 folio 222; 15-10-1687:
Margareta Timmermans, moeder van het Convent van Ommel, aanlegger contra Aelke, weduwe Antonis Peerke Lomans, gedaagde. 

Nadat Margareta Timmermans in 1688 overste van het klooster af was, deed zij nog dienst als ondermoeder en is op 09-11-1698 te Ommel overleden.

Anna Jans van Aelst 1688-1715

Als opvolgster van Margareta Timmermans voor de positie van Moeder-overste in het klooster Maria-Schoot wordt Anna Jans van Aelst genoemd, zoals linksonder aangegeven ingaande vanaf 21-10-1688. De periode van 3 jaar wordt een beetje los gelaten, want rechtsonder wordt zij op 13-11-1691 herkozen en zij zou tot 1715 overste blijven>

Anna Jans van Aelst is geboren te Knegsel rond 1644 en op 06-11-1662 te Ommel geprofest, zoals hiernaast wordt aangegeven.

Anna Jans van Aelst is als Moeder-overste betrokken bij een rechtszaak tegen de familie de Albada:

Asten Rechterlijk Archief 109 folio 35 verso; 18-02-1693:
Daniel Jansen, te Liessel, verklaart ter instantie van de moeder en andere conventualen van het Clooster van Ommel dat hij enige jaren geleden van Jonker Gilles de Albada heeft gekocht seeckere kasse ende blocken ofte scaperay, gestaan hebbende op den huyse ofte castele van Liessel en geweest van verkopers ouders of moeder. Voor de kasse heeft hij betaald ƒ 7,- en voor den block ofte scaperay een ducaton. Hij heeft deze naar zijn huis gebracht alwaar ze nu nog staan. Dit merck heeft gestelt Daniel Jansen, attestant, verclaerende niet te connen schrijven.
Soeur Anna van Aelst, moeder, Soeur Margriet Timmermans, ondermoeder, Soeur Elske van de Cruys, Soeur Cornelia Slegers, discretinne en Soeur Maria Canters procuratesse allen des convents en cloosterken van Ommel en namens dit Convent en Peeter Jan Wilbordts, te Liessel. Zij geven procuratie aan Libertus Loefs, procureur, om te vervolgen de zaaken proces als zij genoodzaakt worden te sustineren, ieder in zijn regarde, voor de Raad van Brabant, te `s Hage tegen de Jonkers Egidius en Petrus de Albeda. 

Johannes Egidius en Petrus Ludovicus de Albada waren kinderen van Godhaert Josephus de Albada, heer van Liessel, en Maria Elisabeth van Zoutelande. Zij woonden in het 'Blockhuijs' (zie Leensel en Zand), dat in 1690 werd verkocht. Hendrik Nicolaas Ouwerling haalt in zijn boek over Deurne, Liessel en Vlierden15 het nevenstaande archiefstuk aan en waarschijnlijk had de familie Albada een schuld aan het Convent van Ommel.

Het klooster Maria-Schoot werd sinds 1648 in de gaten gehouden door de rentmeester Frans van Hurn:

Asten Rechterlijk Archief 109 folio 48; 09-09-1693:
Suster Ana van Aelst, rentmeesteresse des Convents van Ommel, verklaart dat Frans van Hurn, rentmeester van de Geestelijke Goederen, van haar was vorderende ende afeysschende de originele ontfanckboecken ende liggers van de incompsten des voorschreven Convents. Zij kan deze echter niet leveren omdat ze in 1648 aan rentmeester Pieterson zijn afgedragen. Zij hebben van hun inkomsten geen andere bewijzen dan alleen enige simpele aantekeningen en memories.

De schepenen van Asten schrijven het onderstaande aan Frans van Hurn:

Anna Jans van Aelst is nog betrokken bij een rechtzaak en bij de ontvangst van een rente:

Asten Rechterlijk Archief 10 folio 162; 10-02-1694:
Anna van Aelst, representante des Convents van Ommel, aanlegger contra Jan Jansen, gedaagde.

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 22-11-1697:
Joost Leenders van Heuchten en Hendrick Marcelis Claessen Berckers als momboiren van de acht (on)mondige kinderen van Dirck van Heuchten getrouwd geweest met Anneke Marcelis Berckers te Vooreldonck hebben uitgegeven aan zuster Anna van Aelst ƒ 15,- per jaar rente over 1692, 1693 en 1694. In totaal ƒ 45,-.

Rentmeester Frans van Hurn vraagt nog een keer om de inkomsten van het klooster van Ommel:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 29; 28-08-1698:
Soeur Anna van Aelst, moeder, Soeur Maria Canters, procuratesse, Soeur Margriet Tymmermans en Soeur Elsken van de Cruys van het Clooster te Ommel, verklaren op sommatie van rentmeester Frans van Hurn, om de rekeningen, die vier à vijf jaar geleden gemaakt zijn en waaruit hun inkomsten zouden te zien zijn dat zij nooit dergelijke rekeningen hebben gemaakt omdat hun inkomen in geld en reductiepenningen maar heeft bedragen ƒ 210,-waarbij nog verscheidene wanbetalers zijn. 

Ook deze akte wordt door de schepenen en drossaard Peter van der Lith aan Frans van Hurn bericht:

Ook het klooster moest zich aan de regels houden met betrekking tot het slachten van vee:

Asten Rechterlijk Archief 110 folio 43; 05-01-1699:
Schepenen, alsmede Johan van Riet, vorster, verklaren ter instantie van Abraham van Lent, pachter van de bestialen te Asten de dato 01-10-1698 dat zij zich hebben vervoegt in het Cloosterken van Ommel waar de voornoemde pachter was afvragende aen suster Maria Canters, procuratesse, van het voornoemde Cloosterke waer haer verckens waeren ende hoeveel verckens dat sij dit saysoen, sedert sijnen pacht, hadden geslaght. Wij, schepenen en vorster, verklaren hierop dat de voornoeemde zuster daarop heeftgezegd: "Wij hebben vier verckens geslacht ende twee beesten in desen slachttijt". Hierop is haar gevraagd of zij daar briefkes van had gehaald bij decollecteur of aangegeven. Waarop zij weer antwoordde: "Neen, ick en hebbe daervan geen briefkens gehaelt ofte oock niet aengegeven, maer ick hebbe tselve aengeteeckent op een briefken". Zij heeft aangeboden dit briefke te overhandigen. 

Tijdens het moederschap van Anna Jans van Aelst werd het klooster in 1706 verkocht. Echter Anna Wilhelmina van Doerne, vrouwe van Asten (zie Kasteelruïne), kocht het klooster terug en gaf het daarna in bruikleen aan de zusters.

Rechts de mededeling van de Raad van State7 en hieronder de aankoop van het klooster door barones Anna Wilhelmina van Doerne en haar moeder Anna Catharina Constantia van Boecop.

Asten Rechterlijk Archief 111 folio 33 verso; 09-03-1707:
Baronne de Dorne, Vrouwe van Asten, geeft procuratie aan Meester Hendrick Verbeeck, advocaat, te Aerle bij Beeck, om namens haar te ontvangen de veste ende opdrachte van het Clooster te Ommelen, door rentmeester Martinus des Tomes verkocht. Ende specialijcke omme ter saecke des coopers te gelooven ƒ 1000,- à 4%. 

Asten Rechterlijk Archief 107b folio 39 verso; 12-03-1707:
Anna Wilhelmina Baronesse de Doerne, Vrouw van Asten, of haar moeder Constantiade Boecop hebben bij transport in vol eigendom verkregen het Clooster te Ommel. Koopsom ƒ 3700-00-00. Lasten: ƒ 168-15-00. Resterend: ƒ 3688-15-00.
Verkoper is Martinis des Tombes, rentmeester der Geestelijke Goederen van het 1e en 2e deel van Peelland, het Capittel van Sint Oedenrode, het Convent van Hooydonck, het Convent van Bynderen, en Clarissen te's Hrtogenbosch dit met toestemming van de Raad van State de dato 25-02-1707. Het Clooster omvat de kerk, die echter van het klooster is vrijgemaakt en waarin de Gereformeerde Godsdienst gehouden wordt; huis, schuur, schop, paard- en koestallen; land 40 lopense en groes 43 lopense. Waarin begrepen den hof, bleekveld en ledige plaats in het klooster. Zoals het gebruikt is bij de conventualen en in 1648 aan Haere Hooge Mogendheden overgebracht. Meester Hendrick Verbeeck, te Aerle, is opgetreden namens de koopster. De koopster mag niet meer toelaten dat daerinne eenige publiquen godsdienst werden gedaen. Dit op verbeuring van het gekochte pand en landerijen. De goederen zijn belast met 1 mud rogge per jaar of ƒ 3,- per jaar aan het Heilige Geestaltaar, te Asten, rentmeester des Tombes; 3 vat rogge per jaar of 15 stuiver per jaar aan het Sint Agatha-altaar, te Asten, rentmeester des Tombes; 4 vat rogge per jaar of 20 stuiver per jaar aan het Convent van Bynderen; 2 gulden per jaar aan de rentmeester van de Domeynen voor het bezit van het clooster. Schepenen 's Hertogenbosch. Geregistreerd te Asten op 27-09-1717.

Onderstaand archiefstuk toont aan dat het klooster nog wel door religieuzen werd gebruikt, maar niet voor buitenstaanders:

Asten Rechterlijk Archief 113 folio 96 verso; 28-04-1713:
Schepenen van Asten doen conde dat de Classis van Peel- en Kempenlant bij de Raad van Staten geklaagd heeft over het luiden der klokken te Ommel, als anderszins. De voornoemde Raad heeft aan Diederick Vleugels, advocaat fiscael, gelast om een en ander te informeren. Wij schepenen verklaren dat te Ommel een klooster is gebouwd, dat ook op zekere dagen in het jaar ommegangen zijn gedaan, maer niet in eenige jaren herwaerts omdat het Clooster, door Martinus de Tombes, als Geestelijk rentmeester, in 1707, te 's Hertogenbosch, publiek is verkocht. Sedert die tijd, tot op heden, hebben in het Clooster of enige huizen daaromheen, geen publieke godsdiensten plaatsgevonden, nog veel minder zijn enige ommegangen of zogenoemde superstitie gepleegd. Dit kon ook niet gebeuren, omdat de drossard zich menigmaal te Ommel, vooralop de ordinaire feestdagen, heeft vertoond om een en ander te onderzoeken. Verklarende verder dat in hetzelfde huis of Clooster wel dochters wonen, hebbende knechts, meiden, paarden, beesten die in 's lands- en gemeentelasten terzake van hun huishouding en bouwerijen omtrent 500 gulden contributie moeten betalen.

Een voorstel van Anna Jans van Aelst voor een nieuwe biechtvader na het overlijden van rector Hugo Kennis, wordt resoluut afgewezen en dat levert weer onrust op in het klooster:

Er waren nu drie partijen die aanspraak maakten op de benoeming van een nieuwe rector; de Vicaris op basis van de reglementen, de abdij van Postel omdat de vorige rector een Norbertijn was en de Vrouwe van Asten als eigenaar van het klooster. Dit leverde een mooie strijd op, waarbij Anna van Aelst de boodschapper was.

Uiteindelijk wordt Anselmus Bossers tot ieders tevredenheid tot rector van het klooster en de kapel van Ommel aangesteld. Overigens wordt er vanaf ongeveer die tijd in het oudrechterlijk archief van Asten gesproken over het gewezen Convent van Ommel.

In het oudrechterlijk archief van Asten komt Anna van Aelst nog eenmaal voor als knechten van haar een paspoort aanvragen:

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 98; 18-03-1715:
Paspoort voor Arnoldus Molendijcx en Freyns Hendricx, als knechten van Anneke van Aelst, te Ommel. Om ten behoeve van hun werkgeefster, hun werk te kunnen verrichten. 

Anna Jans van Aelst is op 14-07-1725 te Ommel op 81-jarige leeftijd overleden, zoals hiernaast in het memorieboek van het klooster Maria-Schoot staat opgetekend.

Elisabeth Peeters Fransen 1715-1720

Op 21-11-1715 wordt Elisabeth Peeters Fransen gekozen tot opvolgster van Anna Jans van Aelst voor overste van het klooster Maria-Schoot en drie jaar later volgt haar herverkiezing: 

Elisabeth Peeters Fransen is geboren te Asten op 03-05-1675 als dochter van Peeter Fransen Philipsen en Maria Jansen Baltus (zie Slotweg 4 en Voormalig huis E1033) en hieronder haar doopakte:

Maius 3, 1675; Elisabetha dochter Peeter Fransen en Maria sijn huijsvrouw; susceptores Joost Hendrix en Jeustien Joosten praes

3 mei, 1675; Elisabetha dochter Peeter Fransen en Maria sijn huijsvrouw; getuigen Joost Hendrix en Jeustien Joosten aanwezig

Elisabeth Peeters Fransen is op 04-05-1695 te Ommel geprofest, zoals hiernaast is aangegeven.

Elisabeth Peeters Fransen is op 06-05-1720 te Ommel overleden en heeft haar twee termijn van drie jaar niet af kunnen maken.

Maria Coppens van de Coeveringen 1720-1732

Maria Coppens van de Coeveringen wordt als opvolgster van Elisabeth Peeters Fransen gekozen op 27-05-1720 en herkozen op 31-05-1723, op 31-05-1726 en op 31-05-1729. Al met al is zij 12 jaar overste geweest van het klooster Maria-Schoot:

De naam Coppens van de Coeveringen houdt verband met een molenaarsgeslacht uit Schijndel16 en we zoeken dus naar een dochter Maria, die op basis van de leeftijd bij haar professie tussen 1670 en 1680 moet zijn geboren. Maria Coppens van de Coeveringen is geboren te Oirschot op 18-11-1675 als dochter van molenaar Lucas Ariaens Coppens en Wilmken Ariaen Schepens. Hieronder haar doopakte:

18 november 1675; baptizata est Maria filia Lucas Coppens et uxoris Guilelma Adriani Scepens; susceptores Adrianus Scepens et Maria Henrici Huijskens

18 november 1675; gedoopt is Maria dochter van Lucas Coppens en zijn vrouw Guilelma Adriani Scepens; getuigen Adrianus Scepens en Maria Henrici Huijskens

Maria Coppens van de Coeveringen is op 04-05-1695 te Ommel geprofest, zoals hiernaast is medegedeeld.

Tijdens het moederschap van het klooster Maria-Schoot van Maria Coppens van de Coeveringen worden de regels met betrekking tot pausgezinden weer aangescherpt en moet het klooster worden verkocht:

Het klooster wordt door de Heer van Asten verkocht aan Lambertus Kemps: 

Asten Rechterlijk Archief 93 folio 169 verso; 06-08-1731:
Johan Christophorus Baron de Bertolff de Belven, Heer van Balen, Asten etcetera verkoopt aan Lambertus Kemps, te Sint Oedenrode het Clooster te Ommel. Koopsom ƒ 1000,-. Zoals dit door de Raad van Staten, voor schepenen 's Hertogenbosch, in 1707, is verkocht aan Anna Constantia de Boecop, douariere de Doerne. Belast met 1 mud rogge per jaar aan rentmeester de Kempenaar; ƒ 3-00-00 per jaar aan het Heilige Geestaltaar, te Asten; ƒ 0-15-00 per jaar of 3 vat rogge per jaar aan het Sint Agatha-altaar, te Asten.

Asten Rechterlijk Archief 93 folio 172 verso; 21-08-1731:
Johan Christophorus Baron de Bertholff Belven, Heer van Baalen, Asten etcetera is schuldig aan Lambert Kemps, te Sint Oedenrode ƒ 1300,- à 5%. Herkomende van een rente van de voorgaande Heer of Vrouwe van Asten de dato de 16e dag 1645 belovende voor intrest te betalen ƒ 52,- per jaar.

Wie was deze weldoener Lambertus Kemps, die volgens het nevenstaande ook bereid was om het klooster aan de zusters over te geven?

Het betreft vermoedelijk Lambertus Kemps, geboren te Sint-Oedenrode op 26-05-1696 als zoon van Joannes Kemps en Elisabeth Johan van Heessel.

Zijn moeder, Elisabeth Johan van Heessel, was in een eerder huwelijk met Cornelus Ansem Bosschers, moeder van Anselmus Bossers, die van 1716 tot 1726 rector was van het klooster van Ommel (zie Anselmus Bossers). Lambertus Kemps was dus een halfbroer van de voormalige rector Anselmus Bossers en dat verklaart waarom hij het klooster heeft aangekocht.

In november 1731 werden de laatste zusters door drossaard Pieter de Cort uit het klooster gejaagd:

Asten Rechterlijk Archief 116 folio 261; 07-11-1731:
Schepenen van Asten verklaren dat zij ten verzoeke van Pieter de Cort, drost, en met hem en geassisteerd met de vorster, zijn geweest in het verkochte klooster van Ommel. Dat den drost, daarbinnen gekomen zijnde, aan een begijn genaamd Francis Jacobs, naar de zogenaamde moeder of Maria Coppens vroeg. Waarop hij als antwoord kreeg: "Die is met de nonnen vertrocken naar een refugie". Waarop de drost weer vroeg: "Waarom sij soo stout was dan nogh hier te derven blijven". Zij vertelde, dat zij met nog twee begijnen daar waren, om de goederen die sij soo teffens niet conden verbrengen te bewaren en dat zij ook meteen zouden vertrekken. De drost heeft gezegd dat hij met dit vertrekken geen genoegen nam en heeft ons verzocht om hem te volgen door het klooster van boven naar beneden, van de cellen naar de slaapplaatsen en bevonden dat er nog drie begijnen in het voormalige klooster waren die door de drost werden aangezegd om aanstonds weg te gaan, zeggende: "Gaat aanstonts hieruyt, off ick sal U hieruyt leyden. En compt hier noyt weer in en waarschouwt de andere dat sij hier vandaan blijven. Want ick sal noyt geen bagijnen hier in dulden of gij moet mij toonen haar Edele Mogenden permissie". De begijnen zijn hierop vertrokken en de straat opgegaan. De drost heeft Francis, de knecht, die de sleutels in zijn hand had, opdracht gegeven geen bagijnen meer binnen te laten anders sal ick se soowel als nu gedaan hebben op straet setten. Ook heeft hij de vorster verzocht hem te waarschuwen want ick sal se noyt laaten rusten.

In Nunhem verzoekt Moeder-overste Maria Coppens van de Coeveringen op 03-06-1732 om haar moederschap te beëindigen en wordt door Anna Verdonck opgevolgd. Maria Coppens van de Coeveringen was aldaar nog van 1735-1738 ondermoeder en is op 17-05-1756 te Neer overleden.

 


Met de verhuizing van de zusters naar Nunhem eindigt hier de lijst met oversten van het klooster Maria-Schoot.

Lijst met in Asten geboren zusters van Maria-Schoot

Behalve die hierboven genoemde zusters 'van de Goer' en de Moeder-overste Elisabeth Peeter Fransen zijn er in de loop der tijd meerdere Astense zusters ingetreden in het klooster Maria-Schoot106. Hieronder een overzicht en waar mogelijk een hyperlink naar hun woonplek:

# Naam Geboortedatum te Asten Kleed te Ommel Professie te Ommel Overlijden Referentie
1 Anneken Verhindert
2 Mariken Peeters Ommel 14-12-1627
3 Lijsken Jan Vrins
4 Mariken Fransen Ommel 16-05-1627
5 Lintgen Dierckx
6 Jenneken Jans Ommel 15-12-1630
7 Mariken Dries Ommel 04-09-1633
8 Jenneken Tuenis 29-09-1609 Ommel 18-12-1657 *
9 Jenneken Aert Peters 16-10-1611 Ommel 18-10-1650
10 Jenneken Seelen Frans Dries 23-10-1611  Ommel 29-06-1636
11 Anneken Marcelis van den Dijck 23-10-1611 Ommel 28-11-1647
12 Willemken Jans van Huesden 13-10-1613 Ommel 01-04-1665 **
13 Lijsken Goerts 15-06-1614 Ommel 14-06-1636 ***
14 Jenneken Peeters 23-05-1614 Ommel 30-12-1667 ***
15 Mariken Vrinsen Peeters 25-07-1615 Ommel 31-07-1635
16 Catharina Fransen Voirmans 15-10-1617 Ommel 04-07-1636
17 Maria Anthonis Verhijndert 29-12-1630 Ommel 07-08-1636
18 Catharina Marcelis Jacobs ±1600 12-09-1632 Ommel 05-08-1642 zie Dijkstraat 58
19 Heijlken Jansen van Bussel 25-10-1648 Ommel 30-10-1676
20 Jenneken Wilms 1654 Ommel 05-09-1665
21 Maria van den Brant (de Merode) ±1630 24-11-1654  Ommel 04-06-1681 zie Voormalig huis C558
22 Willemken Martens Vermeulen ±1636 30-04-1657 Ommel 04-06-1696 zie Voormalig huis B410
23 Maria Martens Vermeulen ±1638 22-06-1659 Ommel 03-09-1703 zie Voormalig huis B410
24 Elsken Gielen Jacobs van de Cruijs ±1638 09-05-1662 Ommel 25-02-1712 zie Jan van Havenstraat 1
25 Clara Frans Martens ±1639 29-06-1664 Ommel 02-07-1705
26 Elsken Antoni Canters 28-01-1646 25-11-1664 Nunhem 24-02-1736 zie Voormalig huis B446
27 Maria Anthonij Canters 31-05-1648 22-10-1671 Ommel 11-08-1699 zie Voormalig huis B446
28 Maria Arnoldi Fransen 07-10-1646 22-10-1671 Ommel 04-09-1680
29 Cathalijn Roefs ±1653 19-09-1678 Nunhem 28-05-1739 zie Koningsplein 16
30 Lucia Jacobs 29-09-1669 14-04-1693 Nunhem 25-01-1748
31 Elisabeth Peeters Fransen 03-05-1675 04-05-1695 Ommel 06-05-1720 zie Slotweg 4
32 Apollonia Jan Fransen van den Looverbosch 12-07-1683 03-06-1704 Nunhem 30-12-1767 zie Voormalig huis B98
33 Ida Jacobs van de Cruijs 25-01-1687 10-06-1709 Nunhem 13-02-1771 zie Jan van Havenstraat 1
34 Elisabeth van Bussel 16-01-1693 05-08-1716 08-08-1717 Nunhem 15-01-1733 zie Emmastraat 22
35 Maria Verberne 27-01-1696 22-10-1724 28-10-1725 Nunhem 23-08-1753 zie Dijkstraat 50
36 Fransijn Smidts 20-10-1718 26-08-1738**** zie Voormalig huis G481

* zuster Jenneken Teunis zorgde voor het patershuis dat dus al in het begin van de 17e eeuw bestond


**  zij wordt in het rechterlijke archief van Asten nog genoemd:

Asten Rechterlijk Archief 67 folio 234 verso; 13-12-1613:
Jan Willems en Josyna, zijn vrouw, proffesten hun dochter Willemke Jans van Huesden in het Convent van Omel. Zij zal meedelen in de door hun achter te laten goederen.

***  Elisabeth (Lysken Goerts) en Jenneke (Jenneken Peeters) worden genoemd als zij het klooster intreden en hun testament opmaken: 

Asten Rechterlijk Archief 67a folio 21 verso; 02-06-1614:
Elisabeth, dochter wijlen Goyardt Ceelen van Bussel en Heylken, dochter Jan Damen geassisteerd met Jan Ceelen van Bussel, haar oom. Jenneke, dochter Peter Franssen geassisteerd met Anthonis Henrick Canters. Midts beyde persone gerne die werelt souden verlaten ende hun begeven int Convent tot Omel, geheyten Mariënschoot omdaer bij de conventualen te dienen. Zij testeren en maecken elk 6 gulden, aan hun broeders en zusters, om samen te delen. Aan het Convent de goederen door haar vader verstorven op Lysbeth en Jenneke de op haar verstorven goederen van haar moeder en nog te versterven van haar vader. Het betreft ook nog een erfrente van de dato 24-01-1608. 

**** in haar proefjaar werd zij ziek

Hiermee eindigt de lijst van in Asten geboren zusters die werkzaam waren in het klooster van Maria-Schoot. In 1731 vertrokken zij naar Nunhem en hoe het hen daar verging, wordt duidelijk uit onderstaand verhaal17 met daaronder een foto van het klooster in Nunhem:

Ruim 200 jaar later keerden zij weer terug in Asten. In het dagblad de Tijd van 19-04-1939 wordt melding gemaakt van de terugkeer van de zusters naar een nieuw klooster in Ommel:

02

Het betreft hier het huis naast Piet Verheijen op de Marialaan 13 (zie Voormalig huis B453) dat tot klooster is omgebouwd en waar vier zusters hun intrek nemen. Onder een foto van de terugkeer van de zusters:

03

Bewoningsgeschiedenis na 1732 

De zusters van Maria-Schoot, die in 1731 naar Nunhem waren vertrokken, waren nog wel eigenaar van het klooster, maar lieten dit in 1743 verlopen, zoals hiernaast geschreven staat10.

Eigenaar Lambertus Kemps (zie Maria Coppens van de Coeveringen) is op 24-10-1723 te Sint-Oedenrode getrouwd met Elisabeth Peeter Teulings, geboren te Sint-Oedenrode op 22-11-1704 als dochter van Peter Teurlings en Wilhelmina van Hooren.

Het voormalige klooster in bezit van Lambertus Kemps wordt verhuurd aan Jan Philipsen: 

Asten Rechterlijk Archief 117 folio 89; 05-01-1735:
Michiel van de Cruys geeft in huur aan Jan Philipsen het koyhuys, schuur, schop en stallen, land en groes. Als bij de geretireerde nonnen bewoont en gecultiveert geweest. Toebehorende aan Lambert Kemps. Uitgenomen een perceel groes de Kolck naast de erven IJsbout Conincx. Huurtermijn 6 jaar. Huursom ƒ 30,- per jaar; 250 pond boter per jaar; 4 vijm dakstro per jaar; de reële lands- en dorpslasten. De verhuurder zal alle druiven ontvangen uit de wijngaard evenals de helft van het fruit. 

Pachter Jan Philipsen van Hout is geboren te Asten op 06-11-1678 als zoon van Philippus Fransen en Helena. Hij is op 04-11-1708 te Someren getrouwd met Henrica Joosten, geboren te Someren op 06-01-1687 als dochter van Judocus Henrickx en Anna Lynders. 

Rechts het trouwen voor de schepenbank van Someren:
Compareerde voor schepenen van Someren ondergenoemd Jan Philips van Asten, sijne ouderdom ontrent 28 jaeren en Harsken Joosten, jonge dochter alhier geboren, haere ouderdom ontrent 23 jaeren, versoeckende haer drie sondaagse proclamatien omme in den houwelijckse staet te worden bevestigt. Actum Someren den 20 october 1708. Getrouwt 4 november 1708.

Onder het trouwen voor de kerk in Someren:

November 1708, 4; contraxerunt matrimonium Joannes Philipsen et Henrica Joosten; testes Nicolaus Godefridi Verhoijsen et Elisabetha van der Graft

4 november 1708; in huwelijkse echt gebonden Joannes Philipsen en Henrica Joosten; getuigen Nicolaus Godefridi Verhoijsen en Elisabetha van der Graft

Het gezin van Jan Philipsen van Hout en Henrica Joosten Engelen:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Helena Someren 14-09-1709
2 Anna Someren 26-12-1710 Kind Someren ±1710
3 Anna Someren 03-01-1712 Asten 03-02-1743
Johannes Dielis van Heughten
Asten 17-02-1782 zie Diesdonkerweg 15
4 Philips Someren 29-10-1714 Asten 01-02-1739
Johanna Maria Vervoordeldonck
Asten 11-12-1783 zie Voordeldonk 86
5 Henricus Someren 06-04-1719
6 Cecilia Asten 17-02-1721 Asten 06-11-1746
Pieter Paulus Jansen
Asten 23-03-1763 zie Ommelse Bos 11 en 13
7 Anna Maria Asten 09-07-1724
8 Josina Asten 01-10-1726 Ongehuwd Asten 03-07-1788
9 Maria Asten 12-01-1729 Kind Asten ±1729
10 Antonius Asten 12-01-1729 Asten 18-02-1753
Johanna Maria Goort van Bussel
zie Jan van Havenstraat 1
11 Franciscus Asten 20-03-1732 Asten 31-01-1768
Johanna Maria Aarts
Asten 13-09-1779 zie Voormalig huis G517 en
Voormalig huis G520

Jan Philipsen van Hout is op 30-01-1755 te Asten begraven en hieronder zijn begraafakte:

Zijn weduwe Henrica Joosten Engelen wordt tijdens een bezoek aan de kerk beroofd:

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 84 verso; 23-02-1756:
Hendrien Engelen weduwe Jan Philipse van Hout en Francis, haar zoon, verklaren dat zij, zondag 15 februarij laatstleden, met haar verdere huisgezin, zonder dat iemand was thuisgebleven, naar de kerk zijn gegaan, de tweede mis. Zij hebben het huis gesloten. Uit de kerk thuiskomende hebben zij bevonden dat de achterdeur van de stal open was en dat uit de kast in de keuke een schelling en enige dubbeltjes waren weggehaald. Zij weten niet precies hoeveel en door wie.

De zonen Philips en Francis verkopen goederen, vee en granen voor hun moeder:

Asten Rechterlijk Archief 154; 04-01-1760:
Philip Jansen van Houts en Francis van Houts verkopen namens hun moeder, weduwe Jan Flipsen van Hout, in het Dorp, eenige meubilaire goederen, paart, beesten,hoy, stro en bouwgereetschap. Onder andere een paard ƒ 66,-; vier koeien ƒ 135,-; een oskalf ƒ 11,-; een honington ƒ 1,-; vier rayen ƒ 12,-; een ploeg ƒ 5,-; twee karren ƒ 10,-; hooi, stro en rogge ƒ 95,-. Totale opbrengst ƒ 398,-.

Henrica Joosten Engelen moet assisteren bij een bevalling van een onwettig kind en moet getuigen wie als vader wordt genoemd:

Asten Rechterlijk Archief 30 folio 104 verso; 19-04-1760:
Verklaring van Hendrien Engelen, weduwe Jan Philipsen van Hout. Zij is, op 28 februarij laatstleden, in den avond, geroepen, om bij absentie van de vroedvrouw, te helpen baren, Maria Theodori van Hugten, weduwe Antoni Claus. Als vader van het te verlossen kind is tegenover haar genoemd Willem Peter Reynders, een getrouwd man en wonende te Someren. Een en ander onder bevestiging van eede.

Zoon Antoni heeft de huur voor het gebruik van het voormalige klooster niet betaald. Hij heeft zelf een herberg schuin tegenover dit huis (zie Jan van Havenstraat 1) en het betreft waarschijnlijk de huur voor zijn moeder:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 26-01-1761:
Jan Fransen van de Loverbosch, aanlegger contra Antoni van Hout, gedaagde. Gedaagde heeft van aanlegger in huur huis, en landerijen te Ommel voor een huursom van ƒ 39,- per jaar, twee vimme schoeven en lands- en dorpslasten. Te betalen op Sint Marten 11-11-1760. Gedaagde is deze betaling niet te na gekomen en derhalve schuldig ƒ 19-10-0. En daarenboven nog schuldig wegens huur van een akker 6 vat rogge en heeft geleend 8 vat en 1 cop rogge. De betaling is tot nu toe niet ingevorderd kunnen worden.

Henrica Joosten Engelen is als Henrica Jois van Haut op 04-01-1763 te Asten overleden en hieronder haar doodakte:

Eigenaar Lambertus Kemps heeft nog financiële problemen: 

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 20 verso; 24-08-1737:
Jan Verhoysen en Johannes van der Linden stellen zich borg voor Lambert Kemps, te Sint Oedenrode, ten behoeve van Meester Bonifasius van der Haar, griffier van de Brabant en dat voor de restitutie van ƒ 858-19-0 als de voornoemde Lambert Kemps, ingevolge den nadere verbaale van preferentie tusschen de respectieve crediteuren van Johan Christoffel Baron de Bertholff de Belven, gewesene Heer van Asten, op den 22-07-1737, voor voornoemde Rade en Leenhove gesloten, van onder de gemelde Heer Griffier van der Haar uytte penningen geprovinieert van de bij executie verkogte goederen van gemelde Baron de Bertholff in consignatie sijnde, staatte ligten en ontfangen of door sijn gemagtigde de procureur Pieter Hoyer te laten ontfangen. Belovende sij comparanten vervolgens om ingevalle, na de dato, mogte worden verstaan dat deselve penningen, of een gedeelte van dien, wederom in consignatie onder gemelde griffier moesten worden gebragt deselve als eygen schult te sullen opleggen en betalen en die wederom in consignatie onder den selve griffierte sullen brengen. De comparanten verbinden zich met hun persoon en goederen aan hetgene voorschreven staat. 

Lambertus Kemps verkoopt het voormalige klooster aan Jan van de Loverbosch:

Asten Rechterlijk Archief 95 folio 177; 30-09-1743:
Condities en voorwaarden.
Lambert Kemps, te Sint Oedenroode, laat Michiel van de Cruys procuratie schepenen Sint Oedenrode de dato 01-08-1743 verkopen de vaste goederen van het Clooster te Ommel, zoals hij deze, op 06-08-1731, heeft gekocht van Johan Christophorus Baron Bertolff de Belver, Heer van Balen etcetera. Gebruiker is Jan Philipsen. Verkocht wordt aan Jan van de Loverbosch, te Vlierden het Clooster met huis en patershuis, stal, schop, hof en aangelag zoals gelegen is binnen de heggen en muren te Ommel, bij de Capel 8 lopense; de Capelacker agter de heg vanhet clooster 11 lopense naast Hendrik Halbersmit; land de Loo 5 lopense naast de erven Jacob van de Cruys; de schoone Jansacker 3 lopense naast de kinderen Hendrik Hoefnagels; den Hoekacker ook Strijphoekacker 1 lopense naast de kinderen Hendrik Hoefnagels; de Meeracker met een Ekelbuske 11 lopense naast de erven Jacob van de Cruys; land den Patersacker 6 lopense naast Jan Peters; land den Bergacker 5 lopense naast de kinderen Jacob van de Cruys; land de Horst 5 lopense naast Willem Roefs; den Hoogendriesacker 4 lopense naast de president, alhier; land den Dorperacker 2 lopense naast de erven Jacob van de Cruys; land de Krayenstartacker 2 lopense naast de president, alhier; groes en land den Engelsebeemdacker 4 lopense naast de verkoper; land den Vosselsacker 4 lopense naast Jan Jan van Dijk; groes den Kolk 6 lopense naast de weduwe Jan van den Broek; groes den Dries 10 lopense naast Hendrik Halbersmit; groes de Kruk 3 lopens enaast de weduwe Francis Verreyt; groes Stegensgroesvelt of Kreystart 30 lopense naast Peter van de Vorst; groes de Engelsbeemden 25 lopense naast de erven Jacob van de Cruys, laatstelijk het recht van pooten met de boomen daarop staande op den Dijk bij Ommel, aan het Broek, genaamd de Capeldijk mits dat de koper gehouden blijft met slooten en ophoogen met een brug of zul te onderhouden en verder te houden buiten calangie van de schouw. Belast met ƒ 2-00-00 per jaar aan het Domeyn van Brabant ten comptoire van de Raad en Rentmeester Generaal; ƒ 0-14-04 per jaar aan het Huis van Asten; ƒ 0-10-00 per jaar aan het huis van Helmont. Koopsom ƒ 1670,-. Borg staat Martinus van de Loverbosch. Van de koopsom blijft ƒ 1158,- onbetaald deze worden ten bate van de verkoper gelost aan ƒ 1000,- à 4% aan rentmeester de Kempenaar van het Gemene Land zijnde terzake van de koop in 1707 ten laste van de voorschreven goederen blijven staan; 1 mud rogge per jaar of ƒ 3-00-00 per jaar aan het Heilige Geestaltaar, te Asten, te betalen aan rentmeester de Kempenaar van het Gemene Land; 3 vat rogge per jaar of ƒ 0-15-0 per jaar aan het Sint Agata-altaar, te Asten, te betalen aan rentmeester de Kempenaar van het Gemene Land; 4 vat rogge per jaar of ƒ 1-00-0 per jaar aan het kantoor te Binderen. Marge: 12-06-1750 gelost ƒ 1000,-; 04-05-1751 gelost ƒ 100,-; 12-06-1750 gelost ƒ 25,-; 12-06-1750 gelost ƒ 33,-.

Ook de nieuwe eigenaar Jan van de Loverbosch geeft het voormalige klooster in pacht aan Jan Philipsen: 

Asten Rechterlijk Archief 119 folio 39; 18-11-1743:
Jan van de Loverbosch, te Vlierden, eigenaar van het Clooster, te Ommel, geeft in huur aan Jan Philipsen een hoeve 'het Clooster' met groes en land te Ommel zoals deze reeds in huur en gebruik heeft. Huurtermijn 10 jaar na 5 jaar te scheiden mits een half jaar te voren opgezegd. Huursom ƒ 55-5-0 per jaar groespacht 50 vat rogge per jaar korenpacht. Lasten; alle lands- en dorpslasten voor rekening huurder; 8 vijmen dakstro per jaar zullende voor den afval den dekker kost en drank moeten geven, zoals gebruikelijk. Van het schaarhout zal de huurder de latten en roeyen ter reparatie van het huis moeten gebruiken en niet mogen laten afweiden door de schapen. Eventuele schade zal verhaald worden. De halve ooft- of fruitoogst is voor de verhuurder. Bij het afscheiden zal het kort mist op het erf moeten blijven. Reparaties, tot goede bewoonbaarheid, zijn voor de verhuurder. In de huur is niet begrepen het Patershuys aan het Clooster staande, de verhuurder mag hiermee handelen naar welgevallen. De huurder zal buiten de gehuurde goederen geen andere of verdere goederen mogen bijhuren of gebruiken.

Het huizenquohier over de periode 1736-1751 geeft de wisseling van eigenaren aan en de bewoner is altijd Jan Philipsen:

Jaar Eigenaar nummer 13 Ommel Bewoners nummer 13 Ommel
1736 Lambert Kemps Jan Philippsen
1741 Lambert Kemps Jan Philipsen
1746 Jan van de Loverbosch Jan Philipsen
1751 weduwe Jan van de Loverbosch Jan Philipsen

De afkomst van de familie van de Loverbosch

Frans Joost Frans Philipsen (van de Loverbosch) is geboren rond 1607 als zoon van Judocus Frans Philipsen en Jenneken (zie Voormalig huis G854). Hij is rond 1634 getrouwd met Aldegonda Tielen Diercx, geboren te Asten rond 1612 als dochter van Tielen Diercx Duyssen en Margriet Reynder Thijssen (zie Voormalig huis E1044). Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend en na haar overlijden te Asten rond 1636, is Franciscus Joost Frans Philipsen rond 1641 hertrouwd met Johanna Joannis Leeuwen (Mennen), geboren rond 1620 als dochter van Joannes Antoni Mennen en Cathalijn Joost Tielen (zie Voormalig huis G434). Het gezin van Frans Joost Frans Philipsen (van de Loverbosch) en Johanna Joannis Leeuwen (Mennen):

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Catharina Asten 08-03-1642 Asten 26-04-1665
Dirck Linders
Asten 21-01-1676
2 Tilmannus Asten 10-02-1644 Asten 17-08-1670
Elisabeth Wouters de Groot
Asten 16-04-1679 zie ook Voormalig huis C1318
3 Philippus Asten 09-08-1646 Kind Asten ±1646
4 Aldegonda Asten 06-10-1648 Asten 01-02-1682
Tilmannus Jan Verhindert
Asten 02-12-1696
Franciscus Luycas
Asten 19-02-1733 zie Voormalig huis B716
5 Johannes Asten ±1651 Asten 03-03-1680
Antoniske Martens
Asten 31-03-1721 zie Jan van Havenstraat 23
en ook Jan van Havenstraat 38
6 Helena Asten ±1653 Asten 23-07-1684
Bernaert Hendricx Daems
Asten 25-11-1700 zie ook Voormalig huis G493
en ook Voormalig huis G88
7 Frans Asten ±1655 Ongehuwd Geffen 15-01-1715
8 Johanna Asten 31-08-1658 Asten 04-05-1686
Antonius Mathijs Loomans
Asten 12-11-1690
Peter Daniels Colen
Asten 25-05-1723

Frans Joost Frans Philipsen (van de Loverbosch) woonde in de buurt van de Wolfsberg en ontvangt een stuk land en geld uit een erfenis van de schoonouders van zijn eerste huwelijk:

Asten Rechterlijk Archief 75 folio 10; 10-02-1639:
Willem Gerits getrouwd met Margriet, weduwe Tielen Dircx Duyssen, Philips Goorts getrouwd met Mariken, dochter Tielen Diercx en Margriet voorschreven, Wilbort Daendels getrouwd met Lijsken Tielens. Zij transporteren aan Frans Joost Frans Philipssen getrouwd geweest met wijlen Aelken, dochter Tielen en Margriet land aent Lielder. Hij zal alsnog, heden over een jaar, ontvangen ƒ 40,- en daarmee scheiden uit alle erfgoederen gekomen van Tielen Duyssen. Marge: 28-07-1641 De ƒ 40,- zijn betaald.

Frans Joost Frans Philipsen (van de Loverbosch) is op 24-11-1681 te Asten overleden en Johanna Joannis Leeuwen (Mennen) is als Jenneke Francen op 12-04-1707 te Asten overleden. Hieronder hun doodakten:

Zoon Frans Franssen van de Loverbosch overlijdt tijdens een reis naar Geffen en de familie besluit hem daar te begraven:

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 71; 13-01-1715:
Francis Luycas, getrouwd met Aelleke, dochter Frans van de Loverbosch en Jenneke Franssen van de Loverbosch, weduwe Peeter Daendels, Marten Jan Franssen voor zichzelf en mede voor zijn broeders en zusters, allen kinderen van Jan Franssen van de Loverbosch, Jan Joosten Franssen van de Loverbosch voor zichzelf en mede voor zijn broeders en zusters, Aert Willems, getrouwd met Catarina, dochter Bernaert Hendricx en Heylken Franssen van de Loverbosch voor zichzelf en mede voor zijn vrouws zusters en broeders, allen kinderen van Bernaert Hendricx en Heylken Franssen van de Loverbosch, Jan Stevens, getrouwd met Mary, dochter Dirck Linders en Catalijn Franssen van de Loverbosch voor zichzelf en mede voor zijn vrouws zusters en broeder allen kinderen van Dirck Linders en Catolijn Franssen van de Loverbosch, Lijsken Tielens, weduwe Tielen Franssen van de Loverbosch voor hun kinderen. Allen te Asten.
Frans Franssen van de Loverbosch, hun zwager en oom, is te Geffen overleden. Zij weten niet of hij een testament heeft nagelaten. Er dient echter een opdracht tot begraving gegeven te worden. Comparanten verklaren de kosten klogtsgewijse te zullen dragen. In de nalatenschap zullen zij dan ook klogtsgewijse rechten hebben. Schepenen van Asten hebben verstaan dat Frans Franssen van de Loverbosch te Geffen zou zijn overleden, deze is geboortig van Asten en heeft altijd hier gewoond. Versoeckende derhalven aan allen en ider, soo hoge als lage gerichten de persoonen in dese gemelt voor de vrinden van de voorschreven Frans Franssen van de Loverbosch te erkennen.
De nagelaten familie van Frans Franssen van de Loverbosch, allen te Asten, verklaren samen en ieder in het bijzonder, als erfgenamen van Frans Franssen van de Loverbosch, om procuratie te geven aan Marten Janssen van de Loverbosch, Frans Luycas, Peeter Martens en Jan Joosten om te gaan naar Geffen en daar Frans Franssen van de Loverbosch te begraven, zijn schulden te betalen, en zijn paard, kar, geld en goed op te halen en terug te brengen.

Hieronder de begraafakte van Frans Franssen van de Loverbosch in Geffen:

Zoon Johannes Francen van de Loverbos is geboren te Asten rond 1651 als zoon van Franciscus Joosten en Johanna Joannis Mennen. Hij is op 03-03-1680 te Asten getrouwd met Antoniske Martens, geboren te Asten rond 1652 als dochter van Marten Antonissen en Margareta Matijssen van Rut (zie Kennisstraat 1):

Conjucti sunt matrimonio Joannes Frans Joosten et Antonia Martens; testes Petrus Jansen et Arnoldus Joosten.

In huwelijkse echt gebonden Joannes Frans Joosten en Antonia Martens; getuigen Petrus Jansen en Arnoldus Joosten.

04

Het gezin van Johannes Francen van de Loverbos en Antoniske Martens:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Martinus Asten 25-12-1680 Ongehuwd Asten 29-03-1757
2 Johanna Asten 12-07-1683 Religieuze Nunhem 30-12-1767 *
3 Franciscus Asten 29-01-1686 Asten 16-07-1713
Ida Sporenbergh
Asten 28-01-1728
4 Antonius Asten 08-09-1688 Kind Asten ±1688
5 Maria Asten 16-07-1690 Asten 03-12-1711
Johannes Goort Loijmans
Asten 31-12-1762

zie Voormalig huis G636
en ook Jan van Havenstraat 21

6 Joannes Asten 14-08-1693 Vlierden 13-08-1719
Luttildis Joannis Smits
Vlierden ±1747 zie ook Voormalig huis B415
en ook Voormalig huis B98

*  noemde zich Apollonia Jan Fransen en werd op 03-06-1704 in klooster Maria-Schoot geprofest (zie Lijst met in Asten geboren zusters van Maria-Schoot)

Jan Fransen van de Loverbosch woonde op de Ommelse Bos (zie Voormalig huis B98) en bekleedde belangrijke functies binnen de gemeente Asten:

Asten Rechterlijk Archief 147, 25-07-1708:
Peeter Jan Smits en Frans Hoefnagels, borgemeesters Sint Jan 1705-1706, Jan Fransen van de Loverbosch, te Ommel en Peeter van Rest, borgemeesters 1706-1707, Antonis Peeters en Dierck Jansse, borgemeesters 1707-1708. Zij verkopen de schaere achtergelaten door wijlen Willem Jansse van Meyl staande op de landerijen van Antonis Peeters aan de Beeck. Opbrengst ƒ 38,-.

Johannes Francen van de Loverbos is op 30-04-1710 te Asten overleden en zijn weduwe Antoniske Martens heeft nog veel geld van de regeerders van Asten tegoed en doet de nodige aankopen:

Asten Rechterlijk Archief 91 folio 8 verso, 06-02-1711:
De regeerders van Asten zijn schuldig aan Antoniske weduwe Jan Fransen van de Loverbosch ƒ 1500,- à 4%. Marge gelost 13-03-1769.

Asten Rechterlijk Archief 91 folio 24 verso, 03-08-1711:
Hendrick Gijsbertse van den Bleeck getrouwd met Maria Volders verkopen aan Antoniske weduwe Jan Fransen van de Loverbosch huis en hof aan de kerk 1 copse, bewoond door de verkopers, ene zijde en einde Peter van der Lith, andere zijde de straat, andere einde de kerkhof. Een neergevallen huiske of schopke met de plaats tegenover het voorschreve huis, ene zijde de straat, andere zijde het erf van Martinus Jan Paulus. Verponding: ƒ 1-12-0 per jaar. Koopsom ƒ 700,- +: 10 zilveren dukaten.

Asten Rechterlijk Archief 91 folio 25 03-08-1711
Antonis, weduwe Jan Franssen van de Loverbosch is schuldig aan Hendrick Gijsberts van den Bleeck getrouwd met Maria Volders ƒ 350,-. Zij zal deze, zodra alles vrij te aanvaarden is, betalen in specie van 100 zilveren ducatons, ieder ducaton met twee hoofden of koppen getekend of geslagen, de rest in goede gangbare munt. Marge 07-05-1712 voldaan.

Asten Rechterlijk Archief 113 folio 45 verso, 19-09-1712:
Schepenen van Asten geven procuratie aan Martinus Jansen van de Loverbosch, om te Ceulen bij Adriaen van Ceulen of zodanige persoon die welcke de gemaeckte ofte geleynte penningen van wijlen Hendrick Jansen, onder sijn berustende teneinde deze penningen te gebruiken voor de opvoeding en alimentatie van het natuurlijke kind van wijlen Hendrick Jansen verwekt bij Jenneke Jansen met name Joanna Maria, welk kind ten huize van Jan Jansen is. Wij schepenen verklaren dat de penningen voor geen ander doel worden gebruikt dan voor de opvoeding van het kind.

Asten Rechterlijk Archief 93 folio 64 verso, 13-05-1727:
Johan Kerstens, schepen, te Venray, weduwnaar van Cristina van de Cruys geassisteerd met Francis van de Cruys en Gevard van Dorne, als naaste bloedvrienden van zijn onmondige kind. Hij verkoopt aan Martinus van de Loverbosch cum suis de erfelijke goederen van wijlen zijn vrouw gelegen aan den Ommelsen Bosch voor ƒ 850,-. Hierin begrepen de ƒ 200,- welke de weduwe Jan van de Loverbosch, moeder van Marten voorschreven. pretendeert van de goederen. Te betalen binnen 10 jaar. De goederen bestaan uit huis, schuur, schop, hooi- teul- en weilanden en worden bewoond en gebruikt door Hendrick Aart de Zeger. Belast met: 5 duiten per jaar cijns aan de Heer van Helmont, ƒ 4-10-0 per jaar aan den Armen van Helmont. Samen in kapitaal ƒ 113,52.

Antoniske Martens is op 03-04-1732 als Teuke van de Loverbos te Asten overleden

In de archieven wordt nog een transactie van 1733 beschreven:

05

Gesien bij drossard en schepenen der Heerlijchijdt Asten de requeste aan haar eerwaarde overgegeven bij Martinus van de Loverbosch, Jan soone wijlen Goort Loomans als man en momboir van Maria van de Loverbosch en Jan van de Loverbosch, wettige soonen en dochter van wijlen Jan Fransen van den Loverbosch en Antoniske des selfs gewesene huijsvrouwe en weduwe laatst overleden inhoudende dat sij supplianten in de maant april 1733 aan haar eene requeste hadden gepresenteert zie annexo tenderende ten fine van approbatie confirmatie te obtineere op eene acte van overdragt, transactie en accoort uijt wijsent den inhoude der voorschreven requeste en annexe acte ter secretarije berigtende dat haar eerwaarde op de twintigste april 1733 daar op hadden geapporteert deselve requeste te stelle, in hands van de naaste bloet van de twee van vaderlijcke seijde en twee van moederlijcke seijde ten fine van beright en advies binnen veertien daghs naar infinnatie te allegeren om als dan met advies van reghtsgeleerde op het versoeck te werden gedisponeert dat de drij bloet vrinde met name Marten Mathijssen van Dijck, Jan van de Cruijs en Francis Peter Coolen naar verhoor van deselve in de versocghte approbatie ende confirmatie hadden geconsenteert dat de heer Francis van de Cruijs, rooms priester en pastoir tot Asten naar tijdelijke

06

infinnatie aan hem op den twee en twintighste aprill 17c drij en dartigh gerightelijck gedaan alleen in moras en gebreke was gebleven om op het voorscheven requeste te berighten en sijn resolutie te uijtten dat daar op bij een naar ingenomen advies van reghtsgeleerden op den dartiende julij 17c drij en dartigh in judicio extraordinario aan den voornoemde heer Francis van der Cruijs geordonneert was om binnen de tijt van veertien daghs naar infinatie peremptoir haar eerwaarde ingeschrifte te dienen van berigt op het versoeck bij den voorgemelte requeste gedaan opponent van naam den is positie welke appointement op de dartiende julij 17c dry en dartigh door den vorster aan den gemelts heer Francis van de Cruijs was geinsinueert tot sijne naar vrijgting dat den selvs heer Francis van de Cruijs daartegens niet formelijck nog inschrifte en heeft gedient, maar dat op den 20 julij 17c drij en dartigh van den eerwaarde regte hadden gepresenteert met versoeck van de supplianten te ordoneren van in sijne handen te stellen de acte van het voorschreven accoort off transactie om te connen van diens beright en advies en dat de copij der voorschreven acte van accoort en transactie op den twee twintighste julij 17c drij en dartigh door de gerightsbode is overgelevert sonder dat der selven heer van de Cruijs heeft gelieven te dienen van beright tot vilipendie van haar eerw voorgemelts appointement soo versochten de selve supplianten, 9 september 1733.

Zoon Franciscus Jansen van de Loverbosch is geboren te Asten op 29-01-1686 en op 16-07-1713 te Asten getrouwd met Ida Sporenbergh, geboren te Asten op 01-02-1695 als dochter van Johannes Nicolai Sporenbergh en Elisabetha Antoni van de Cruys (zie Voormalig huis B453):

07

Het gezin van Franciscus Jansen van de Loverbosch en Ida Sporenbergh:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johanna Asten 14-04-1715 Ongehuwd Asten ±1715
2 Johannes Asten 19-02-1717
3 Antonius Asten 03-02-1719 Ongehuwd Mierlo 04-03-1740
4 Franciscus Asten 12-03-1721 Mierlo 22-01-1747
Maria van den Bogaert
Mierlo 24-01-1751
Anne Maria van Tuyl
5 Nicolaus Asten 20-12-1722 Kind Asten ±1722
6 Henricus Asten 16-05-1724 Ongehuwd Mierlo 14-05-1755

Francis van de Loverbosch koopt een hof in het dorp Asten, waar zij vermoedelijk ook inwoonden (zie Julianastraat 2):

Asten Rechterlijk Archief 107b folio 5, 20-03-1714:
Govert van der Lith, secretaris, te Someren, met procuratie van schepenen Someren de dato 16-03-1714 van Maria van Gils weduwe Peeter van der Lith, een en ander volgens hun testament de dato 03-01-1703 bij de schepenen Lierop, verkoopt aan Francis Janssen van de Loverbosch, een hof ontrent de Kerck te Asten, ene zijde de verkoopster, andere zijde de straat, ene einde weduwe Antheunis Colen, andere einde Tunniske weduwe Jan Fransse van de Loverbosch. Verkoopsters man heeft een en ander gekocht van de kinderen en erven Volders. Schepenen 's-Hertogenbosch. Koopsom ƒ 175,-.

Franciscus Jansen van de Loverbosch was getuige onderstaande archiefstukken van beroep ondermeer herbergier:

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 29, 04-04-1714:
Govert van der Lith, secretaris, te Someren en Evert Janssen, coopman van glasen, te Budel. Zij verklaren, onder eede, ter instantie van Wolphangis Idelet, procureur, alhier, dat het waar is dat Hendrick van den Bleek ten huize van Francis van de Loverbosch, herbergier, op genoemde datum in de middag, tussen twee en vier uur, sonder eenige questie ofte verschil, onverhoeds, de voorschreve Idelet met een pint bier in zijn aangezicht heeft geslagen, zodat de pint in verscheidene stukken is gevlogen en de getroffene verschillende wonden in zijn gezicht had bekomen. Nadat Hendrick van den Bleek dit feit begaan heeft, is hij op de vlucht geslagen, zonder een woord te zeggen.

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 59, 10-10-1714:
Hendrick Tho poel, president schepen, Johan Draack, secretaris en Ida Spoorenbergh getrouwd met Francis van de Loverbosch, herbergierster, verklaren ter instantie van het officie, dat zij, deponenten, op zondag, 07-10-1714, in de herberg van Francis van de Loverbosch waren en dat daar ook was Michiel van de Cruys, oud borgemeester, welke na enige wisselwoorden met de president gehouden te hebben, uitbarstte en zei: "Die mij, ofte ons, ziende naar zijn moeder over twee ofte drie jaren getaueert of in de bieren geset hebben, die hebben gedaan als schelmen en honsvotters, want 't is tegen mijn danck geweest. Wij hebben doentertijt al evenwel getapt en ik sal daarvan aan Jan van Riet niet betalen of hij salt met regt moeten halen". Waarop de eerste deponent zei: "Schoon ik president sij en tapper ben en moey ik mijn daar niet mede". Waarop van de Cruys weer schreeuwde tegen den eerste deponent: "Indien gij U daarmee bemoeyt had, soo hadde oock gedaan als een honsvot en een schelm".

Franciscus Jansen van de Loverbosch wordt in twee brieven bedreigd:

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 68; 14-12-1719:
Schepenen van Asten verhoren ter instantie van het officie eenige persoonen vanwege gestrooyde brantbrieven. Ende heeft Willem Loomans, inwoonder alhier, vertoont en overgelevert eenen, Francis van de Loverbosch, mede-inwoonder alhier, twee, alsmede Goort Jan Hoefnagels, ook inwoonder alhier, eenen brief met versoeck dat denselven mogte worden geregistreert. Luydende de selve voor soveel de selve leesbaar sijn als volgt.
De eerste brief die Francis van de Loverbosch heeft ontvangen luyd in verbis.
Francis van de Loverbosch gij sijt gewaerschout te weten dat u huys binnen den tijt van drie dagen in brant sal geraecken maer om dat te reserveren of om uyt het peryckel te houden soo salde hebben te brengen ses patacons aenden Cruyswegh, aen den wal van Jan Lomans, daer sulde vinden een kuylke en daerbij leyt eenen steen en daer moet gij het gelt in leggen ende den steen daerop ende de sonder imande te seggen want anders is het eveveel off gij het daer neer leyt off niet off oock geen wagt daer op te houden en dat gelt moeter vandaegh gebragt worden voor den sonneonderganck ende soo daer tot in velt ende soo het opde straet comt soo geeff ick den duyvel lijff en siel soo ick u huys niet in brandt en steeck. Dit is u gewaerschouwt.
De tweede brief die Francis van de Loverbos verklaart gekregen te hebben is luidende:
Fransis van de Loverbosch ik com u nog eens waerschouwen waer ik u voorleden eenen brieff geven hebb off gij het gelt blieft te brengen off niet gij en sult de geck niet langer met mijn houwen want dat ik het u nog eens kom waerschouwen dat is om u naeburen wil. Want dat gij wouder op den bergh ik en soudt u gewaerschouwt hebben maer soo gij het gelt niet en brengt soo sal ick u huys aan stoocken al sou het gehhel dopr inden brant geraecken dat gelt moet er vandaegh sijn voor de sonneonderganck op de selver plaetse. Het is de tweede waerschouwingh, mer wagt u voor de derde probatomest.

Jan Jan Hoefnagels wil in de herberg van Franciscus Jansen van de Loverbosch een korsajen hemptrock (een lang hemd gemaakt van karsaai, een grove gekeperde (bepaalde manier van weven) wollen stof:

Asten Rechterlijk Archief 115 folio 195 verso, 27-09-1723:
Meester Gabriel van Swanenbergh dewelke ter instantie van 't officy gerichtelijck gedaagt sijnde en daarnaar bij vonnisse van schepenen, alhier, de dato 20-09-1723 gecondemneert tot het doen van de recollectie van sijn getuygenisse bij hem gegeven, den 20-01-1722, heeft naar voorlesinge van deselve daarbij gepersisteert. Zonder echter op de preciese woorden, vanwege de lange tijd geleden gecaptaert te willen worden. Hij voegt er aan toe dat Jan Jan Hoefnagels, omtrent 1719, ten huize van Francis van de Loverbosch een korsayen hemptrock, met gramme en drijgende woorden van hem, deponent, wilde hebben. Verder verklarende, dat hij van zijn vrouw Cornelia gehoord had dat zij, in 1719, wel had geweten dat Jan Jan Hoefnagels hem een korsajen hemptrock had willen afvorderen. Zij heeft dit toen echter niet verteld omdat het niet in de speciale vraagpointen van de interrogatorien stond. Zij heeft hem dit later verteld. Er nog aan toevoegende dat hij enige dagen voor 18-01-1722, als koster, de sleutels van de kapel sijnde de gereformeerde kercke, tot Ommel gelegen uit het ongepermitteert klooster, te Ommel, heeft laten halen en bekomen, behalve een sleutel. En dat hij, op 18-01-1722, ten huize van Jan Doensen had moeten horen dat Jan Janssen Hoefnagels, aldaar had gezegd: "Wij sullen de cappel, bedoelende de gereformeerde kerk, te Ommel, afbreken en meer dergelijke smadelijke woorden tegen de gereformeerden. Nog weet hij, dat ongeveer anderhalf jaar geleden, hij aan de drost had gedoleert dat Jan Jan Hoefnagels, omtrent mei 1722, was gekomen, 's avonds laat, in zijn huis met een blanck mes is de hant, vresende van hem geaffronteert te worden, en over verdere drijgementen. De drost heeft daarop tegen zijn, deponents, vrouw gezegd: "Gij, lieden, moet U nu ontrent veertien dagen wat wagten en savonts in huys blijven. Ik sal middelertijt sien wat ik met Jan Janssen Hoefnagels en de andere sal doen". En dat de drost enige tijd later tegen hem, deponent, had gezegd dat hij, te weten Jan Hoefnagels een deserteur is van de militie van dit land. Ik heb er over gesproken met de Heer van Asten, om te schrijven aan de officier van zijn garnizoen en die kosten hem laten ophangen dan waren wij hem quyt dergelijke woorden in substantie. Nog ten laste van Jan Jan Hoefnagels verklaart hij dat over deze en beedigde attestatie door het officie de dato 18-08-1719 is gepasseert. En ook dat, op 24-01-1720, ten overstaan van schepenen, namens het officie, een attestatie ten laste van Jan Hoefnagels en den voorschreven. Jan Jan Peeters is gemaakt. Hij blijft verder bij zijn eerder afgelegde verklaringen.

Blijkbaar had Franciscus Jansen van de Loverbosch een kort lontje:

Asten Rechterlijk Archief 33-52, 14-08-1725:
Pieter de Cort, drost, verzoekt aan schepenen om namens hem te verhoren Michiel van de Cruys, president, Martinus Jan Paulus, Willem Jan Lomans en Peeter van Riet, kerkmeester.
Of zij, op zondag 05-08-1725, niet hebben gezien, bij elkaar, Francis van de Loverbosch, Jan Goort Lomans en Mattijs Willems, in de Steegen?
Michiel heeft ze gezien ten huize van Jan van Riet en Peeter heeft ze gezien.
Of, op die 5e augustus Jan van de Loverbosch en Mattijs Willems niet vechtende en haartrekkende waren en of dan niet is komen lopen Francis van de Loverbosch met en groot stuk hout in de hand en daarmee Mattijs Willems dreigde te slaan?
Michiel en Peeter hebben gezien dat deze vechtende en haarpluckende waren, dat Mattijs Willems onder lag en Jan van de Loverbosch boven op hem. Dit ten huize van Jan van Riet.
En of toen niet Jan Goort Lomans Mattijs Lomans, die op de grond lag, met de benen heeft vastgehouden en hem met zijn voeten gestoten?
Michiel en Peeter antwoorden met ja.
Hoe is die kwestie begonnen en waar over, wat hebt gij gezien, gehoord en verstaan hebt?
Michiel en Peeter refereren zich aan hun voorgaande verklaring.

Franciscus Jansen van de Loverbosch is op 28-01-1728 te Asten overleden en zijn weduwe Ida Spoorenbergh heeft nog recht op de boedel van een Heeroom:

Asten Rechterlijk Archief 116 folio 150, 20-04-1729:
Gerard van Doerne, president, te Vlierden getrouwd met Mary van de Cruys, die de zuster is van wijlen Heer Antonis van de Cruys, in leven "Canonick der Metropolitane Kercke der stadt Mechelen". Goverdyn van de Cruys, weduwe Jan van Roy, te Leende zuster van Heer Antoni en Ida Sporenbergh, weduwe Francis van de Loverbosch verwekt bij wijlen Elisabeth van de Cruys, die ook een zuster was van Antoni voornoemd en welke Elisabeth van de Cruys haar broeder heeft overleefd. Zij verklaren dat de boedel van hun broeder tot nog toe is geweest onder curatele van het kapittel metropolitane der kerk. Inmiddels is Heer Sebastiaan van de Cruys, canonik van dezelfde kerk te Mechelen, benoemd tot curator. De comparanten committeren hun broeder en oom, Heer Francis van de Cruys, pastoor te Asten, als curator om samen met voornoemde Sebastiaan van de Cruys de boedel te reguleren, dirigeren en te vereffenen. Alsook de Heer Schoor, archidiaken van Mechelen, als executeur gesteld door wijlen Heer Govaarts, vicaris apostoliqu, zoals deze over dezelfde boedel gedaan heeft. Met maght dat den welgemelten Heer geconstitueerden tot verrigtinge van het eene of andere offwel tot verrightinge van beyde dese boedels effeninge sal connen en mogen affirmeeren oock substitueeren wie en soodanige persoon of persoonen als sijn eerwaarde sal goetvinden.

Ida Sporenbergh is kort na haar man Franciscus Jansen van de Loverbosch als Ida van den Looverbos op 27-09-1729 te Asten overleden. Hieronder hun doodakten:

Er worden momboiren voor de kinderen benoemd:

Asten Rechterlijk Archief 27 folio 71, 17-10-1729:
Gezien het request van Martinus van de Loverbosch waarbij hij te kennen gaf dat hij op het request van zijn moeder, Antoniske Martens, de dato 07-01-1729 tot momboir werd aangesteld over de vier kinderen van zijn overleden broer, Francis van de Loverbosch ten regarde van de nalatenschap van suppliants moeder. Nu is de moeder van die kinderen overleden. De kinderen zijn, nu zij dit het meest nodig hebben, van recht verstoken. Voorgesteld wordt momboiren aan te stellen. Van vaderszjde wordt dit: Martinus van de Loverbosch voornoemd. Van moederszijde Heer Francis van de Cruys.

Antoniske Martens, weduwe van Jan Fransen van de Loverbosch is in 1729 nog in leven en meldt dat haar zoon Francis al het nodige geld en goederen, waaronder ook het genoemde huis, van haar en haar man heeft gekregen:

Asten Rechterlijk Archief 116 folio193 17-10-1729:
Antoniske Martens, weduwe Jan Fransen van de Loverbosch heeft, aan ons schepenen, vertoond in seker boeck eene memorie en aantekeninge van hetgeene Antoniske Martens, weduwe Jan Fransen van de Loverbosch heeft gegeven aan Francis van de Loverbosch en desselfs vrouw tot uytreyckinge van sijn vaders goet in totaal ƒ 3809,-. Verklaarde de comparante, dat zij dit van tijd tot tijd, op de daarbij vermelde data door haar zoon Martinus, als haar affairs waarnemende, omdat zij niet wel kon schrijven heeft laten noteren. En dat Francis en Ida, zijn vrouw, al die sommen hebben ontvangen als uitkering op zijn vaders goet op hem verstorven en dat zij, als dit meerder was, zouden restitueren. Comparante is de annotatie voor de hare houdende alsof ze die zelf heeft gedaan en daarop soude leven en sterven.

De kinderen van Francis van de Loverbosch en Ida Spoorenbergh zien af van de nalatenschap van hun ouders en verhuizen naar Mierlo:

Asten Rechterlijk Archief 116 folio 196 verso 17-10-1729:
Voor ons schepenen van Asten, zijn verschenen de Heer Francis van de Cruys en Martinus van de Loverbosch aangestelde momboiren over de vier onmondige kinderen van Francis van den Loverbosch en Ida Sporenbergh welke verklaren, in hun kwaliteit, namens de pupillen, na rijpe overwegingen, af te zien van de nalaenschap van hun voornoemde ouders latende deze aan Uw gerichte over daarover een of meer curatoren aan te stellen.

Er wordt een inventarisatie opgemaakt van die nalatenschap, die getuigt van enige rijkdom:

Asten Rechterlijk Archief 116 folio 196, 25-10-1729:
Staat en inventaris gemaakt door Jan van Helmont, Marcelis Daniels schepenen, Michiel van de Cruys, president, mits de vacature van het secretariaat, als aangestelde curatoren over de gerepudieerde en geabbandonneerde nalatenschap van wijlen Francis van de Loverbosch en Ida Sporenbergh, zijn vrouw. Zeer grote inventaris die een rijke indruk maakt.
17 pelle tafellakens, 27 servetten, 12 paar slaaplakens, 16 vrouwenhemden, 79 mutsen en slaaplakens, een zilveren lepel, twee messen met zilverheft, een zilver oorijzer, een gouden ring, enige boeken en diverse bundels papier, een goud gewicht, vijf laden met brieven en papier, een horloge, een grote doos papier, 5 bedden met toebehoren, 20 tinnen schotels, 33 tinnen lepels, 18 tinnen tellers, 7 tinnen kommen, 4 metalen luchters, 2 tinnen luchters, 7 schilderijen, koperen ketels, potten en pannen, divers vuurgerei, ijzeren ketels, potten en pannen, stoelen, tafels, banken, een paard en getuig, vier koeien, enige karren, ploeg, eg en divers klein landbouwgereedschap.
De inventaris is op aangeven van Marselis Berckers, als dienstknecht en Peternel Verrijt en Mary Jaspers, als dienstmeiden, opgemaakt.

De verlaten boedel wordt verkocht:

Asten Rechterlijk Archief 148, 28-10-1729:
De curatoren verkopen de geabbandonneerde en verlaten boedel van wijlen Ida weduwe Francois van den Loverbosch:
Het paard ƒ 25,-, 4 koeien ƒ 50,-, 2 varkens ƒ 24,-, 3 bedden met toebehoren ƒ 60,-, vrouwenkleren, ketels, potten en pannen, vuurgerei, pinten, kannen, trechters, lampen, blakers, kandelaars, comforen, koffie- en theepotten, punders, koppen, oliematen, gewichten, weegbomen, glaswerk, tinwerk, schotels, borden, lepels, kommen, kuipen, biertonnen, landbouwgereedschap, 23 slaaplakens, 61 slaapmutsen, voormouwen, ondermutsen, zakdoeken, handdoeken, tefellakens, 41 stoelen. Opbrengst ƒ 818,-.

Bewoningsgeschiedenis na 1758

Het zal duren tot 1758 na het overlijden van broer Marten van de Loverbosch, voordat de nalatenschap van de familie van de Loverbosch tussen zonen Jan en Frans, de kinderen van zijn broer Jan en zijn zus Maria worden verdeeld. Eerst volgt nu Marten's broer Jan; zijn zus Maria is al eerder besproken (zie Jan van Havenstraat 23).

De bewoningsgeschiedenis met eigenaren en bewoners van het huis genaamt het Clooster sijnde geweest twee wooningen en na 1761 bestaande in vier wooninge:

Jaar Eigenaar nummer 13 Ommel Bewoners nummer 13 Ommel
1756 weduwe Jan van de Loverbosch weduwe Jan van de Loverbosch
1761 Jan van de Loverbosch Engel van de Loverbosch

Joannes Joannis van der Looverbosch is geboren te Asten op 14-08-1693 als zoon van Johannes Francen van de Loverbos en Antoniske Martens. Hij is op 13-08-1719 te Vlierden getrouwd met Luttildis Joannes Smits, geboren te Vlierden op 18-02-1701 als dochter van Joannis Antony Smits en Engel Simons van den Boomen.

Contraxerunt coram me matrimonium Joes Jois van der Looverbosch et Luttildis Jois Smidts; testes Joannes Smidts et Martinus van der Looverbosch.

Huwelijkscontract van Johannes Jansen van der Looverbosch et Luttildis Jansen Smidts; getuigen Joannes Smidts en Martinus van der Looverbosch.

08

Het gezin van Joannes Joannis van der Looverbosch en Luttildis Joannes Smits:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Joannes Vlierden 10-07-1721 Ongehuwd Asten 09-06-1763 zie Voormalig huis B415
2 Antonius Vlierden 11-12-1722 Vlierden 14-09-1749
Johanna Laurenti van den Boomen
Vlierden ±1760
3 Martinus Vlierden 20-11-1724 Ongehuwd Asten 09-03-1757
4 Angela Vlierden 06-11-1725 Asten 12-09-1762
Lambert Sauvé
Asten 15-01-1800 zie Burgemeester Wijnenstraat 17 en 19
5 Mathias Vlierden 10-07-1727 Ongehuwd Asten 26-06-1759 zie Voormalig huis B416
6 Joanna Maria Vlierden 15-02-1729 Asten 23-04-1758
Johannes Jan de Groot
Vlierden 20-11-1805 Vlierden
7 Franciscus Vlierden 29-11-1730 Kind Vlierden ±1730
8 Antonia Vlierden 02-05-1733 Lierop 10-11-1765
Henderik van den Boomen
Vlierden 01-03-1805 Vlierden
9 Simon Vlierden 30-07-1734 Priester Antwerpen (B) 27-11-1798 Leuven (B), zie Julianastraat 2
10 Franciscus Vlierden 01-10-1736 Asten 15-05-1764
Maria Elisabeth van den Berg
Vlierden 20-09-1806 zie Julianastraat 2
11 Petrus Vlierden 19-11-1738 Ongehuwd Asten 23-01-1779 zie Voormalig huis B98
12 Theodorus Vlierden 22-09-1740 Mierlo 01-05-1774
Hendrina Petri Slaats
Asten 13-03-1827 zie Voormalig huis B415
en Voormalig huis B416
13 Henricus Vlierden 02-03-1743 Kind Vlierden ±1743
14 Elisabetha Vlierden 29-10-1744 Weert 10-06-1766
Jacobus Reinerus Verstappen
Weert 25-10-1779 zie Voormalig huis B507

Jan Janssen van de Loverbosch legt een verklaring af over wat hij hoorde in de herberg:

Asten Rechterlijk Archief 114 folio 54 verso, 01-10-1714:
Hendrick Jan Aerts, 21 jaar, Peeter Jan Aerts, 24 jaar en Jan Janssen van den Loverbosch, 20 jaar. Zij verklaren, onder eede, ten faveure van justitie, dat zij verleden zondagavond, tot 11 uur 's avonds, zijn geweest in de herberg van Jan van Riet, gewezen vorster, en verklaren de eerste en derde deponent gehoord te hebben dat Jan van Riet tegen Peeter Jan Aerts, in het gehele gezelschap zei: "Ick wenste dat den drost mijn soon in plaats van Peeter Jan Aerts hadde gehat, ick sou hem hebben laten sitten". En verder zei hij, Jan van Riet: "Peeter, ligt daar van verclaring, want het sal U connen verweten worden". De tweede deponent verklaart op zondag, 23-09-1714, met Willem Jan Loomans te zijn gegaan naar het huis van de drossard, met de intentie om daar binnen te gaan, echter den deponent schripuel zijnde, verklaard, tegen Willem Jan Lomans gezegd te hebben: "Willem, mag men in sulcke huysen wel gaan?". Waarop Willem antwoordde: "Ja, waarom soude men dat niet doen mogen". Hierop is gebeld en de deur geopend zijnde, zijn zij tot in de keuken gegaan en van daar naar de achterkeuken. De drost, thuisgekomen zijnde, was daarover enigszins ontsteld. Hij, deponent, verklaart verder, gisteren, 30-09-1714, in de herberg van Jan van Riet geweest te zijn en dat Jan van Riet hem, deponent, over het gepasseerde ten huize van de drossard heeft aangesproken en in het gezelschap openlijk zei: "Ick wenste wel dat den drost een van mijn soonen in plaats van U hadde gehat, ick soude het hem wel geleert hebbe of moe gemaakt hebbe".

Zij woonden in Vlierden en Joannes Joannis van der Looverbosch is rond 1747 te Vlierden overleden. Luttildis Joannes Smits woonde haar laatste jaren in dit huis en is op 05-11-1758 te Asten als Luitgardis van den Looverbosch overleden. Hieronder haar doodakte:

In 1758 vindt na het overlijden van Martinus van de Loverbosch een uitgebreide boedelscheiding plaats tussen de erfgenamen van de familie:

Asten Rechterlijk Archief 121 folio 38 verso, 05-01-1758:
1) Jan Goort Lomans, getrouwd met Maria Fransen van de Loverbosch voor 1⁄3e deel, Jan Goort Gijben, president, te Someren en Jan Tijssen van Dijk, schepen als wettige voogden over Antonetta, Symon, Francis, Peter, Dirk en Elisabet, onmondige kinderen van wijlen Jan Fransen van de Loverbosch welke onmondige kinderen met hun meerderjarige broers en zusters met name Antoni, Jan, Mattijs, Jennemie, en Engel dus samen elf kinderen van Jan Franse van de Loverbosch voor 1⁄3e deel. Welke elf kinderen hier gecompareert zijn, de meerderjarigen, Antoni Jansen van de Loverbosch, schepen, te Vlierden, Jan van de Loverbosch, Mattijs van de Loverbosch, Engelina en Johanna Maria van de Loverbosch met Antoni Heycoop, te Vlierden als hun geassumeerde momboir. Jan en Francis van de Loverbosch, wonende Jan, alhier en Francis, te Mierlo, zijnde kinderen van wijlen Francis van de Loverbosch ook voor 1⁄3e deel erfgenamen van wijlen Martinus Fransen van de Loverbosch, hun oom. Zij verdelen de nagelaten goederen.
1e (blinde) lot: krijgen Jan van de Loverbosch, alhier en Frans van de Loverbosch, te Mierlo, een nieuw huis, stal, schuur en hof te Ommel, bij de Capel 1 lopense, ene zijde de straat, andere zijde Hendrik Halbersmit; een huiske met hof in de straat, te Ommel 1 copse, ene zijde Jan Verhoysen, andere zijde de straat; een huis, schuur, stal, hof en aangelag aan het Eyntje, te Ommel 2 lopense, gekomen van de kinderen Jan Joosten, ene zijde de straat, andere zijde Jan Maas; een huisplaats gekomen van Jan van Rest zijnde 5 lopense land en 2 lopense groes, ene zijde Hendrik Halbersmit, andere zijde de straat; de huisplaats gekomen van Jan Draak met twee akkers daaraan samen 2 lopense, ene zijde de straat, andere zijde de weg. Tesamen land 27 lopense, groes, hooiland en ekelhoven 32 lopense.
Verponding ƒ 28-17-12 per jaar, bede ƒ 7-00-09 per jaar, belast met ƒ 3-00-00 per jaar aan het Gemene Land, rentmeester de Kempenaar, deze rente is Martinus van de Loverbosch aangekomen de dato 26-01-1734, ƒ 1-10-00 per jaar aan de Kempenaar transport de dato 25-07-1750, ƒ 1-08-02 per jaar aan de Heren van Asten, ƒ 0-04-00 per jaar aan de Heren van Helmont.
2e (blinde) lot: krijgen de kinderen Jan van de Loverbosch, huis, schuur, stal, schop, hof en aangelag te Ommel 5 copse, waarin Francis van der Reyt woont, ene zijde Jan Verhoysen, andere zijde kinderen Hendrik Hoefnagels. Tesamen in de verponding land 26 lopense, groes 27 lopense.
Verponding ƒ 28-17-12 per jaar, bede ƒ 7-00-09 per jaar, belast met ƒ 5-00-00 per jaar aan het Gemene Land, rentmeester de Kempenaar transport de dato 30-01-1730 aan Jan Goort Lomans.
De vaste goederen gelegen te Heese te weten huis, hof en aangelag met den akker van de weduwe Willems 186 roede, huis en aangelag met de schuurplaats van Jan de Waal 13 roede, en land te Heeze.
3e (blinde) lot: krijgt Jan Goort Lomans, een nieuw huis, schuur, stal, hof en aangelag aan de straat, te Ommel 6 lopense, waarin nu Peter Roymans woont, ene zijde de straat, andere zijde Antoni Philipsen; huis, stal, hof en aangelag gelegen in de straat, te Ommel 5 lopense, waarin nu Pieter Paulussen woont, ene zijde Peter Jan Wilbers, andere zijde weduwe Hendrik Zeegers. Tesamen land 30 lopense, groes 30 lopense.
Verponding ƒ 28-17-12 per jaar, beden ƒ 7-00-09 per jaar, belast met ƒ 1-16-00 per jaar aan de Kerk van Asten, ƒ 1-10-00 per jaar aan het Gemene Land rentmeester de Kempenaar, gekomen van Joosten transport 20-11-1734, ƒ 1-10-00 per jaar aan het Gemene Land rentmeester de Kempenaar te betalen samen met de weduwe Joost Verberne, ƒ 0-00-12 per jaar aan de Heer van Helmont gaande uit den Bogtacker.
Nog is tussen de comparanten overeengekomen dat vermits enige vaste goederen, aan het eerste lot toegewezen:
Het nieuwe huis en enige percelen zijn getransporteert op wijlen Jan van de Loverbosch en zijn kinderen, ontvangers van het 2e lot. Ook het huis van het 2e lot en enige percelen land en groes zijn getransporteert op Jan Goort Lomans. Dat echter deze zijn gekocht en betaald door wijlen Martinus van de Loverbosch, deze heeft de goederen ook bezeten als eigen goederen en deze hebben dan ook ten quohiere gestaan op zijn naam te boek gestaan. Zo zullen alle voorschrevene goederen worden getransporteert aan de condividenten die het volgens deze deling verkregen hebben en sulx met den aldereerste ten costen en lasten van de gesamelijke condividenten en erffgenamen in desen, soo ook het bijbetaalen en winne der chijnsen op ieder de condividenten naam zal worden gedaan en dus voor ider lot een geregte derde part. Alle obligaties, acties en pretenties ten voor- of nadele van de boedel, zijnde, en nog niet verdeeld zijnde, blijven voor de gezamelijke erfgenamen. Nog is door de erfgenamen geliquideert, hetgeen zij van wijlen Martinus van de Loverbosch, te vorderen of te betalen hadden. Zo heeft Jan Goort Lomans ontvangen gehad volgens de aantekeningen van Martinus van de Loverbosch ƒ 591-18-00. En Jan Goort Lomans volgens zijn rekeningen had te vorderen ƒ 525-07-00 Hij blijft dus schuldig aan de boedel ƒ 66-11-00. Jan van de Loverbosch heeft genoten ƒ 525-18-06 Hij heeft volgens zijn rekeningen te pretenderen ƒ 278-00-00. Hij blijft dus schuldig aan de boedel ƒ 247-18-06. Francis Francis van de Loverbosch blijft na aftrek van geleverde schoenen nog schuldig ƒ 160-14-12. Hendrik en Antoni, zonen Francis van de Loverbosch, die overleden zijn en broeders van voornoemde Jan en Francis hebben volgens de aantekeningen ontvangen ƒ 332-11-06. Zodat de ontvangers van het 1e lot aan de boedel schuldig waren ƒ 741-04-08. Zij zouden echter nog te vorderen hebben uit hun grootmoeders boedel volgens contract te Helmont voor notaris de Cort een som van ƒ 483-13-12 met intrest. Overeengekomen is nu de wedersijtse pretentien en intresse geliquideert en over en weder over doot en te niet gedaan. Uitgezonderd zijn de ƒ 200,- die Francis van de Loverbosch, van geleend geld, schuldig blijft. Deze zegt toe, om met deze ƒ 200,- te restitueren aan Jan Tijssen van Dijk ƒ 100,- en nog ƒ 100,- aan Jan Colen, te Vossele. Idem heeft Jan van de Loverbosch, ontvanger van het 2e lot en Luytgardis Smits, zijn weduwe en moeder van de ontvangers, volgens de aantekeningen van Martinus van de Loverbosch, genoten ƒ 206-01-00. Zij hadden te vorderen ƒ 193-06-08. En blijft de weduwe Jan van de Loverbosch dus nog schuldig aan de boedel ƒ 12-14-08. De landslasten op de goederen te Hees moeten nog worden nagezien, daarna zal men deze, om een voor ieder gelijk bedrag te krijgen, in drieën verdelen en de verponding van elk lot met 1⁄3e deel verhogen.

2) Antoni van de Loverbosch, te Vlierden, Jan van de Loverbosch, te Vlierden, Mattijs van de Loverbosch, Engel van de Loverbosch, Johanna van de Loverbosch, zij verkopen aan Jan Francis van de Loverbosch en aan Francis van de Loverbosch, te Mierlo, ieder de helft van een huis, hof, stal te Ommel, bij de Capel 1 lopense, ene zijde de straat, andere zijde Hendrik Halbersmit, ene einde Jan Coolen, ander eiende de koper. Laatste transport de dato 10-05-1730. Koopsom ƒ 200,-.

3) Jan Goort Lomans verkoopt aan Jan van de Loverbosch en aan Francis van de Loverbosch, te Mierlo, hooiland het Swartbroek 2 lopense, ene zijde weduwe Peter Roefs, andere zijde Jan Canters. Laatste transport de dato 10-05-1730. Koopsom ƒ 20,-.

4) Luytgardis Smits, weduwe Jan van de Loverbosch, mede namens haar zes onmondige kinderen, alsmede Jan, Antoni, Mattijs, Engel en Johanna Maria van de Loverbosch, haar meerderjarige kinderen. Zij verkopen aan Jan Goort Lomans ieder hun deel in huis, schuur, schop en aangelag aan de Ommelsche Bosch 1½ lopense; land aan den Hoogeneynde 2½ lopense; land het Doornboske 1½ lopense; groes het Ven 1½ lopense; land de Meer 6 lopense; een akker 3 lopense; den Crommenacker 2½ lopense; een akker 1½ lopense; land den Donk 2½ lopense; een akker 3 lopense; groes en land 5 lopense; het Hoogvelt 2 lopense; de voorste Bogt 2 lopense; den Ossenkamp 1½ lopense; het Loopvelt 8 lopense; het agterste Weyvelt 2 lopense; den Boschdries 2 lopense; de voorste en agterste Donk 4½ lopense. Voorts zoals deze goederen, op 10-05-1730, bij transport aan wijlen Jan van de Loverbosch zijn overgegeven.Gereserveerd het schone Jansvelt; de Conijnsbergacker. Koopsom ƒ 100,-. Zij verkopen aan Jan en Francis van de Loverbosch, groes het schone Jansvelt 3 lopense, land den Conijnsberg 5 copse. Koopsom ƒ 20,-.

5) Hendrik Jan Stevens verklaart dat zijn vader Jan Stevens aan Jan Franse van de Loverbosch ƒ 600,- is schuldig geweest ter zake van de koop van zijn goederen, waarvan hij, Hendrik Jan Stevens, lange jaren de intrest heeft betaald aan Martinus van de Loverbosch vorig jaar, alhier, overleden. Van die ƒ 600,- zijn nu ƒ 150,- aangekomen aan Francis van de Loverbosch, te Mierlo deling 05-01-1758. Nieuw contract ƒ 150,- à 3½%. Marge 18-05-1766 gelost aan Hendrik van Eyk, te Mierlo, als momboir over Engel Smits, die deze obligatie, bij transport, heeft van Francis van de Loverbosch.

6) Jan Goort Lomans verkoopt aan Jan, Antoni, Mattijs, Engel, Johanna Maria, Symon, Francis, Antonet, Peter, Dirk en Elisabet, kinderen wijlen Jan van de Loverbosch, huis, hof schuur, stal en aangelag te Ommel 5 copse, ene zijde Jan Verhoysen, andere zijde weduwe Hendrik Hoefnagels; een dries 7 copse, ene zijde Jan Verhoysen, andere zijde de gemeente of dijk; groes / land 2 lopense, ene zijde Jan Verberne, andere zijde de verkoper; land 1 lopense, ene zijde de mistweg, andere zijde Jan Canters; land 3 lopense, ene en andere zijde Hendrik Halbersmit; groes 3 lopense, ene zijde de weg, andere zijde de vorige akker; land 3 copse, ene zijde weduwe Jan van de Loverbosch, andere zijde Joost Jan Muyen, land 1½ lopense, ene zijde Jan Verberne, andere zijde Cotshausen; land 3 lopense, ene zijde Hendrik Meusse Roymans; groes 3 lopense, ene en andere zijde de gemeente. Belast met ƒ 5-00-0 per jaar aan het Gemene Land, ƒ 0-11-8 per jaar aan het Gemene Land in een meerdere rente. Laatste transport de dato 19-01-1730. Koopsom ƒ 100,-.

7) Jan van de Loverbosch, te Asten en Francis van de Loverbosch, te Mierlo. Zij verkopen aan Antonet Slaats weduwe Hendrik Hendriks aan de Astense Dijk, hooiland het Dijkerveltje aan den Astense Dijk bij de Aa 2 lopense, ene zijde Peter Cornelissen, andere zijde de koper. Zie deling de dato 05-01-1758. Koopsom ƒ 75,-. Zij verkopen aan Jan Goort Lomans 1⁄3e deel in 1⁄3e deel van de helft in de Laarbroekse tiende.Dit deel in de verponding ƒ 0-7-8 per jaar. De andere delen zijn van de koper in deze en de weduwe en kinderen Jan van de Loverbosch. Zie deling de dato 05-01-1758. Koopsom ƒ 300,-.

8) Jan van de Loverbosch verkoopt aan Francis van de Loverbosch, te Mierlo 1⁄6e deel van een obligatie van ƒ1350,- à 2½% ten laste van het Corpus van Asten de dato 06-02-1711, nummer 40. Zie deling de dato 05-01-1758. Koopsom ƒ 225,-.

9) Francis van de Loverbosch, te Mierlo, verkoopt aan Jan Francis van de Loverbosch, zijn broeder, de onverdeelde helft in een nieuw huis met stal, schuur en hof, bij de Capel te Ommel 1 lopense, ene zijde de straat, andere zijde Hendrik Halbersmit; huis en hof, in de straat te Ommel 1 copse, ene zijde Jan Verhoysen, andere zijde de straat; huis, schuur, stal, hof en aangelag, aan het Eyntje te Ommel 2 lopense, gekomen van de kinderen Jan Joosten, ene zijde de straat, andere zijde Jan Maas; een huisplaats van Jan van Rest 7 lopense; 5 lopense land en 2 lopense groes, ene zijde Hendrik Halbersmit, andere zijde de straat; land 4½ lopense, ene zijde weduwe Willem Roefs, andere zijde de straat. Belast met: de helft van ƒ 3-00-0 per jaar aan het Gemene Land, de helft van ƒ 1-10-0 per jaar aan het Gemene Land, de helft van ƒ 1-08-2 per jaar aan het Huis van Asten. Zie deling de dato 05-01-1758. Koopsom ƒ 450,-.

Samengevat komt het op het volgende neer:

  • Jan Fransen van de Loverbosch wordt eigenaar van een nieuw huis bij de Capel te Ommel en van een huis en een huiske te Ommel.
  • De kinderen van Jan Jansen van de Loverbosch worden eigenaar van een huis te Ommel, waarin Jan Verrijt woont (zie Kennisstraat 5), van een huis te Ommel bij de Capel (dit huis) en van een huis te Heeze.
  • Maria Fransen van de Loverbosch, getrouwd met Jan Goort Loomans, wordt eigenaar van een huis te Ommel waar Peter Roymans woont (zie Jan van Havenstraat 23) en van een huis te Ommel waar Pieter Paulussen woont (zie Jan van Havenstraat 21) en een huis op de Ommelsche Bosch.
  • Francis Fransen van de Loverbosch verkrijgt land en geld.

Antonius Jansen van de Loverbosch en Theodorus van de Loverbosch zijn kinderen van Jan Jansen van de Loverbosch en Lutgardis Smits. De kinderen van Antonius Jansen van de Loverbosch hebben Willem Verdeuseldonk als stiefvader, waarvan in de archieven van Asten over Ommel nog iets is terug te vinden. Hieronder de familie van Antonius Jansen van de Loverbosch en elders over de familie van Theodorus van de Loverbosch (zie Voormalig huis B415).

Antonius Joannis Loverbosch is geboren te Vlierden op 11-12-1722 als zoon van Joannis van de Looverbos en Lutgardis Smits. Hij is te Vlierden op 14-09-1749 getrouwd met Joanna Laurenti van den Boomen, geboren op 16-10-1726 te Deurne als dochter van Laurentius van den Boomen en Maria Joannis Driessen.

Contraxerunt coram me et testibus matrimonium Antonius Joannis Loverbos et Joanna Laurentii van den Bome cum dispensation in tertio et quarto consanguinitatis gradu mixto; testes Henricus Joosten et Elsabetha Lamberti Vervordeldonck.

Huwelijkscontract voor mij en getuigen van Antonius Jansen Loverbos et Joanna Laurens van den Bome met vrijstelling voor derde en vierde graads bloedverwantschap; getuigen Henricus Joosten en Elsabetha Lambert Vervordeldonck.

09

Antonius Joannis Loverbosch is rond 1760 te Vlierden overleden en Joanna Laurenti van den Boomen is hertrouwd op 18-01-1761 met Wilhelmus Lamberti Verduyseldonck, geboren op 03-09-1726 te Vlierden als zoon van Lambertus Verdueseldonck en Hendrina Aert Claus.

De gezinnen van Joanna Laurenti van den Boomen met Antonius Joannis Loverbosch en met Wilhelmus Lamberti Verduyseldonck:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Laurens Vlierden 01-11-1750 Ongehuwd Vlierden 28-10-1807
2 Jennemarie Vlierden 15-12-1752 Vlierden 06-02-1774
Peter Berkvens
Asten 15-01-1840
3 Joannes Vlierden 29-01-1755 Kind Vlierden 17-09-1763
4 Martinus Vlierden 03-07-1757 Kind Vlierden ±1757
5 Antonius Vlierden 10-02-1759 Kind Vlierden ±1759
6 Antonia* Vlierden 18-11-1761
7 Henrica* Vlierden 22-03-1764
8 Lambertus* Vlierden 14-01-1767 Ongehuwd Vlierden 05-08-1796

* kinderen uit het tweede huwelijk

Bij de aantekeningen van het archief van Asten in het quohier van 1785 lezen we over Willem Verdeuseldonck:

Willem Verdeuseldonk bezit twee camers van het Klooster te Ommel met vischvijver, hof, capeldijk, cloosterdreef, potery. Hij was gehuwd met Jenneke
van den Boom en bezat tevens het oude huis van 't Clooster met de schuere tot de deure en hofkeete.

Willem Verdeusseldonk is getrouwd met de weduwe van Antoni Jan van de Loverbosch en is voogd over de kinderen van Antonius Jansen van de Loverbosch. Hij wordt eigenaar van het huis, zoals uit onderstaande bewoningslijst blijkt:

Jaar Eigenaar nummer 13 Ommel Bewoners nummer 13 Ommel
1766 Willem Verdeuseldonk Antoni Schepers
1771 Willem Verdeuseldonk Antoni Schepers en Caat Doense
1776 Willem Verdeuseldonk Antoni Schepers
1781 Willem Verdeuseldonk Antoni Schepers
1798 Willem Verdeuseldonk Peter Berkvens
1803 kinderen Jan van de Loverbosch Peeter Berkvens

Het huis wordt verhuurd aan Antoni Jansen Schepers, geboren te Stiphout op 17-05-1736 als zoon van Joannes Peter Schepers en Catharina Francissen (zie Voormalig huis B63) en broer van Goverdina Jansen Schepers (zie Voormalig huis G493). Hij is op 12-04-1761 te Asten getrouwd met Catharina Gerardi Becx, geboren te Deurne op 01-04-1737 als dochter van Gerardus Wouter Becks en Catharina Jansen Walravens (zie ook Voormalig huis B700). Catharina Becx is als Catharina Antoni Schepers op 19-08-1767 te Asten overleden en Antoni Jansen Schepers is op 14-08-1768 te Asten hertrouwd met Mechelina Henrici van Oosterhout, geboren te Someren op 09-02-1745 als dochter van Henricus Fransen van Oosterhaut en Maria Cornelis Adrianus van Doren.

De gezinnen van Antoni Jansen Schepers met Catharina Gerardi Becx en met Mechelina Henrici van Oosterhout:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Catharina Asten 10-04-1764
2 Johanna Asten 27-04-1767 Kind Asten ±1767
3 Johannes Asten 11-07-1769 Asten 02-11-1800
Hendrina Lamberti Swurtjens
>1802 *
4 Cornelia Asten 01-08-1771 Ongehuwd >1801
5 Wilhelmus Asten 17-01-1774 Ongehuwd Asten 01-08-1795
6 Leonardus Asten 29-10-1777

Bergschenhoek 05-09-1813
Maria Catharina Stroemer
Bleiswijk 03-03-1821
Agnes van Zuilekom

Asten 25-01-1843 Strodekker**

*  koopt in augustus 1799 een huis in de Wolfsberg (zie Voormalig huis G853), maar verkoopt het in april 1801 alweer
** op zijn overlijdensakte worden Peter Leenen en Ambrosius Bakens als buren genoemd en bij zijn tweede vrouw, Agnes van Zuilekom, die op 22-06-1857 te Asten komt te overlijden is buurman Antonius Snijders getuige. Zij woonden dus in de huidige Emmastraat en na zijn overlijden woonde Agnes van Zuilekom in de huidige Prins Bernhardstraat

Voor zijn tweede huwelijk moet Antoni Jansen Schepers een staat en inventaris opmaken:

Asten Rechterlijk Archief 122 folio 212 verso; 30-07-1768:
Staat en inventaris opgemaakt door Antoni Schepers weduwnaar Catrina Bex ten behoeve van Catarina, zijn dochter. Hij wil hertrouwen met Meggel van Oosterhout.
Roerende goederen: een kast ƒ 18,-, een koeketel ƒ 12,-, een handketel ƒ 2,-, een ijzeren ketel ƒ1,20, twee ijzeren potten ƒ1,60, een kist ƒ 2,50, drie tafels ƒ 2,50, acht stoelen ƒ1,25, een strijkijzer ƒ 2,-, vijf pintjes en een kan met tinnen deksel ƒ 1,50, twee lampen ƒ 1,-, achttien tinnen lepels ƒ 1,35, acht slaaplakens ƒ 6,-, twee bedden met toebehoren ƒ 10,-, twaalf Delftse borden ƒ 1,50, een hangijzer met vier glazen ƒ 0,60, een partij willigenhout en gemaakte blokken ƒ 70,-, het gereedschap als blockmaker en decker ƒ 12,-. 

Antoni Jansen Schepers verkoopt de oogst van zijn moeder:

Asten Rechterlijk Archief 147; 30-07-1770:
Antoni Schepers verkoopt, namens zijn moeder, Catalijn Jansen, weduwe Jan Schepers haar oogst te velde; onder andere rogge op den achterste Loo ƒ 15,-. Bruto opbrengst bedraagt ƒ 104,- en netto ƒ 98,- 

Zijn moeder, Catharina Francissen, is als Catharina Joannes Schepers op 22-03-1776 te Asten overleden. Antoni Jansen Schepers koopt nog een groes in Ommel en wilgenbomen voor zijn beroep als blokmaker:

Asten Rechterlijk Archief 99 folio 208 verso; 20-01-1773:
Francis Royaars, te Leende, laat de goederen van Jan Deynen executeren om daaraan het voorschreven vonnis te verhalen. Verkocht wordt aan Antoni Schepers groes in de Horst 3 copse naast Dirk Loverbosch, Jan de Rooy, Willem Verdeuseldonk en Jan Maas. 

Asten Rechterlijk Archief 158; 24-08-1773:
Peter Joosten van Hugten, op de Leensel, verkoopt publiek enige meubilen, kar, ploeg en andere bouwgereetschappen met koeyen, hoy en stro. Opbrengst ƒ 167-3-4, als koper wordt onder andere genoemd Antoni Schepers, te Ommel,

Asten Rechterlijk Archief 147 03-11-1773:
Wilhelmus Bruynen verkoopt een partij opgaande bomen, eiken en andere in 8 kopen met in totaal 91 stuks. Kopers uit Asten, Vlierden, Mierlo, Helmond, Someren en Lierop. 8 Stuks wilgebomen werden gekocht door Antoni Schepers.

Antoni Jansen Schepers heeft een achterstand in de verponding:

Asten Rechterlijk Archief 124 folio 209 verso; 04-05-1779:
Jacobus van Ravesteyn, vorster, neemt, namens Gerrit Hampen, collecteur der landsverponding en beden, 1776 en 1777, in arrest de vaste goederen van Antoni Schepers tot verhaal van ƒ 0-14-00 

Mechelina Henrici van Oosterhout is als Mechtildis Antoni Schepers op 12-08-1778 te Asten overleden en haar broer Wilhelmus van Oosterhout wordt aangesteld als voofd over haar vier kinderen:

Asten Rechterlijk Archief 32 folio 558 verso; 25-11-1779:
Willem van Oosterhout is aangesteld als toeziende voogd over, Jan, Cornelia, Willem en Leonardus, onmondige kinderen van Antoni Schepers en Mechel van Oosterhout. Mechel is overleden. De grootmoeder van de kinderen, Maria weduwe Hendrik van Oosterhout is onlangs te Someren overleden. 

Antoni Jansen Schepers verkoopt het eerder aangekochte stuk groes in Ommel:

Asten Rechterlijk Archief 101 folio 211 verso; 11-06-1787:
Antoni Schepers verkoopt aan Johannes Francis Slaats groes in de Horst 3 copse, naast Johan de Rooy, te Someren en Peter Berkvens. Koopsom ƒ 46,-.

Antoni Jansen Schepers is op 08-08-1796 te Asten overleden en hieronder de begraafakte van Mechelina Henrici van Oosterhout en Antoni Jansen Schepers:

Joanna Laurenti van den Boomen is op 03-05-1796 te Vlierden overleden en eigenaar Willem Verdeuseldonck is op 08-04-1802 te Vlierden overleden. Voor het overlijden van Willem Verdeuseldonk is Peter Berkvens, gehuwd met stiefdochter Jennemaria van de Loverbosch, al bewoner (zie ook Voormalig huis B415). Na zijn overlijden zijn de kinderen van Jan van de Loverbosch, te weten Laurens en Jennemaria eigenaar en na het overlijden van Laurens te Vlierden op 28-10-1807 wordt zijn zwager Peter Berkvens eigenaar. Bij de verpondingen van 1810 is deze bewoningsgeschiedenis te zien:

Verpondingen XIVd-67 Ommel folio 58, 1810:
Peter Berkvens bij deling te Vlierden 11-04-1807.
Peter Berkvens gehuwd met Jennemaria van de Loverbosch.
Willem Verdeuseldonk man van Jenneke van den Boomen.
Jennemaria kinderen van Antoni van de Loverbosch ⅔e deel.
Nummer 13 twee camers vant Clooster te Ommel met den hof.
Hierbij behoort den visvijver in den hoff gelegen en den Capeldijk met de Cloosterdreef off Poterij 1½ lopense.

Volgens het kadaster van 1832 is de Jennemaria van de Loverbosch als weduwe van Peter Berkvens de eigenaar:

Kadaster 1811-1832; B409:
Huis, schuur en erf, groot 08 roede 10 el, de hoog Ommel, klassen 4.
Eigenaar: Weduwe van Peter Berkvens.

Hieronder de kadasterkaart van 1832 met huis B409 in het voormalige klooster van Ommel en daaronder de kadastrale gegevens:

10

11

Peter Janse Berkvens is geboren te Woensel op 22-11-1749 als zoon van Joannes Berckvens en Maria van der Schoot. Hij is op 06-02-1774 te Vlierden getrouwd met Jennemarie Antoni van de Loverbosch, geboren te Vlierden op 15-12-1752 als dochter van Antonius Loverbos en Johanna Laurentii van den Boom.

Contraxerunt matrimonium Petrus Berckvens et Anna Maria Loverbos; testes Lambertus Vervoordeldonck et Catharina Meulendijk.

Huwelijkscontract van Petrus Berckvens en Anna Maria Loverbos; getuigen Lambertus Vervoordeldonck et Catharina Meulendijk.

12

Het gezin van Peter Janse Berkvens en Jennemarie Antoni van de Loverbosch:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Antonius Asten 09-05-1775 Asten 14-02-1802
Petronella Berkers
Asten 07-08-1857
2 Johannes Asten 05-01-1778 Asten 24-02-1805
Ida Jan van Lierop
Asten 17-04-1855 zie Voormalig huis E516
3 Henricus Asten 01-12-1780 Ongehuwd Asten 21-12-1837
4 Petrus Asten 11-11-1783 Ongehuwd Asten 25-07-1860 Liefdehuis
5 Laurentius Asten 04-01-1788 Ongehuwd Asten 12-06-1853
6 Maria Asten 28-02-1791 Asten 27-01-1815
Arnoldus van Bussel
Vlierden 16-01-1826 burgemeester van Vlierden
7 Antonia Asten 18-04-1794 Asten 11-01-1828
Petrus Petri van Bussel
Asten 31-03-1839 zie Voormalig huis G432
8 Johanna Asten 22-07-1797 Asten 20-01-1826
Petrus Marcelis van Bussel
Asten 29-11-1870 zie Voormalig huis G586

Petrus Berkvens heeft recht op een vergoeding voor een paard dat hij uitgeleend heeft voor militaire doeleinden, zoals gemeld in het Journal du département des bouches du Rhin van 02-10-1813:

Petrus Berkvens is op 06-06-1820 te Asten overleden en Johanna Maria van de Loverbosch is te Asten op 15-01-1840 overleden:

13

Hun oudste zoon Antonij Berkvens, geboren te Asten op 09-05-1775 heeft naar alle waarschijnlijkheid rond 1820 het huis geërfd. Hij is getrouwd op 14-02-1802 te Asten met Petronella Berkers, geboren te Asten op 13-02-1769 als dochter van Johannes Hendrik Berkers en Antonia Jansse van Dyck:

14

Het gezin van Antonij Berkvens en Petronella Berkers:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Joannes Vlierden 16-06-1804 Asten 30-01-1835
Antonetta van Bussel
Asten 10-07-1877
2 Antonius Vlierden 28-05-1806 Ongehuwd Asten 19-03-1863 zie Oliemolen 3
3 Johanna Maria Vlierden 20-07-1808 Asten 31-01-1839
Mathijs Smets
Asten 27-06-1860 zie Oliemolen 3
4 Laurentius Vlierden 05-06-1811 Asten 16-02-1843
Johanna Maria van den Heuvel
Asten 23-10-1875 zie Dijkstraat 51
5 Martinus Asten 22-12-1815 Asten 14-02-1840
Joanna Smets
Asten 04-04-1890 zie Dijkstraat 58

Petronella Berkers is op 28-08-1845 te Asten overleden en Antonij Berkvens is op 07-08-1857 te Asten overleden.

Hun oudste zoon Johannes Berkvens is geboren te Vlierden op 16-06-1804 en heeft het ouderlijk huis overgenomen. Hij is op 30-01-1835 te Asten getrouwd met Antonetta van Bussel, geboren te Asten op 12-11-1805 als dochter van Antonij Antonii van Bussel en Wilhelmina Antonii van Dijck (zie Jan van Havenstraat 21). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1879 wonen Johannes Berkvens en Antonetta van Bussel met hun gezin in het huis met huizingnummer B106, hetgeen in 1869 verandert in B110:

15

Antonetta van Bussel is op 12-07-1861 te Asten overleden en Johannes Berkvens is op 10-07-1877 te Asten overleden. Hun zoon Johannes Berkvens, geboren te Vlierden op 10-10-1840, gaat eind 1867 in dienst als zouaaf bij het Pauselijke leger (zie Voormalig huis B1162). In het huis woont in hun dochter Anna Maria Berkvens, geboren op 09-04-1838 te Vlierden en op 11-02-1865 te Asten getrouwd met Johannes van Bussel, geboren op 05-12-1836 te Asten als zoon van Francis van Bussel en Johanna Smits (zie Jan van Havenstraat 13 en 15). Anna Maria Berkvens is op 24-03-1873 te Asten overleden en Johannes van Bussel verhuist tijdelijk naar een nabijgelegen huis (zie Voormalig huis B431). Johannes van Bussel wordt rond 1877 eigenaar van het huis en keert weer terug. Hij hertrouwt te Asten op 21-02-1876 met Helena Maria van de Voort, geboren te Someren op 02-05-1835 als dochter van Willem van de Voort en Hendrina Elisabeth van Segchelen. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1859-1879 is het overlijden van Anna Maria Berkvens te zien en tevens dat Helena Maria van de Voort op 02-08-1875 als dienstmeid komt te werken:

16

Rond 1880 vindt er een bijbouw plaats en krijgt het huis kadasternummer B1131, zoals te zien is op nevenstaande kadasterkaart.

Kort daarna wordt het geheel hermeten en krijgt het huis kadasternummer B1228, zoals te zien is op de kadasterkaart geheel rechts,

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1879-1890, 1890-1900, 1900-1910 en 1910-1920 woont het gezin met alleen kinderen uit het eerste huwelijk, in het huis met huizingnummer B109, B112, B108 en B109 respectievelijk:

17

Vanaf maart 1892 woont nog in Hendrika Dobbelsteen, geboren te Heeswijk op 05-09-1823 als dochter van Martinus Dobbelsteen en Wilhelmina van der Zanden. Zij is sinds 20-03-1871 weduwe van Adrianus Bots, geboren te Borkel op 19-01-1820 als zoon van Jan Bots en Maria Anna Jaspers, met wie ze op 09-11-1857 te Heeswijk getrouwd was. Na haar overlijden te Asten op 02-04-1892, verkoopt haar zoon en organist Adrianus Josephus Bots, geboren te Borkel op 06-01-1863, de inboedel in de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-09-1892:

Adrianus Josephus Bots was in maart 1892 overgeplaatst als organist van Borkel naar Ommel. Hij verhuist in maart 1895 naar Leende, in maart 1900 naar Amsterdam en is op 20-05-1934 te Utrecht overleden.

Johannes van Bussel overlijdt te Asten op 23-05-1915 en het huis wordt in de krant de Zuid-Willemsvaart van 19-06-1915 te koop aangeboden.

Volgens het bovenstaande krantenartikel is het huis dan al gebruik als twee woningen en in 1915 wordt het opgesplitst in twee huizen, zoals te zien is op de kadasterkaart rechts.

- Het huis met kadasternummer B1467 wordt gekocht door Johanna Maria Schellings, weduwe van Petrus Johannes Leenen (zie Julianastraat 1) en verhuurd aan Lambertus Berkvens (zie Voormalig huis B1467).

- Het overgrote deel van het huis krijgt kadasternummer B1466 en wordt opgekocht door Johannes Hendrikus Eijsbouts (zie Markt 17 en 19) en verhuurd aan derden.

Zoals hierboven is te zien, is de oudste zoon Antonie van Bussel, geboren op 19-01-1866 te Asten als zoon van Johannes van Bussel en Helena Maria van de Voort, de eerste huurder. Hij is op 02-02-1912 getrouwd met Anna Maria Berkvens, geboren te Asten op 20-02-1888 als dochter van Johannes Berkvens (zoon van Johannes Berkvens en Antonetta van Bussel en dus nicht) en Hendrina van Bussel (dochter van Francis van Bussel en Joanna Smits en dus nogmaals nicht), de eerste huurder (zie Voormalig huis B1162).

Helena Maria van de Voort is te Asten op 21-01-1918 overleden en in het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 wonen zij in het huis met huizingnummer B125:

Die verhuring is slechts van korte duur want bij de brand in april 1922 gaat het huis in vlammen op (zie ook Voormalig huis B1467), zoals medegedeeld in de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-04-1922. 

Antonie van Bussel en Anna Maria Berkvens verhuizen dan met hun gezin naar Hemel 9 (zie Voormalig huis G1329) in Asten. Hieronder is een foto te zien van het voormalige klooster van Ommel nog voor die brand:

17a

Op de plaats van het huis wordt door Johannes Hendrikus Eijsbouts rond 1925 een nieuw huis gebouwd met kadasternummer B1496, zoals te zien is op nevenstaande kadasterkaart.

 

 

 

Het huis wordt kort daarna verkocht aan Gerard Renier Kuijpers (zie Kloosterstraat 2) die het verhuurt aan Piet van Helmond, geboren te Asten op 10-10-1870 als zoon van Johannes van Helmond en Wilberdina Verheijen (zie Voormalig huis B446). Hij is als koopman op 17-02-1905 te Asten getrouwd met Johanna Maria van Lierop, geboren te Asten op 25-09-1882 als dochter van Johannes van Lierop en Francisca van Heugten (zie Kloosterstraat 2). 

Volgens het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 woont hij met zijn gezin op B125, ook wel bekend staand als Kloosterstraat 5:

18

Ook over de periode 1930-1938 wonen Piet van Helmond en Johanna Maria van Lierop met hun gezin in het huis aan de Kloosterstraat 3 tot hun vertrek naar de Ommelseweg 1c:

19

20

Foto Rooms Katholieke Jongeren Boerenstand: zittend van links naar rechts Driek Eijsbouts (3), Piet Adriaans (5), Johan van de Bomen (7), Pater Bochonius (10), Lou Loomans (12), Jan van Eijk (14), Jan Eijsbouts (16). Staande van links naar rechts Toon van Rijt (1), Lens Giebels (2), Thijs van de Vorst (4), Piet van Helmond (6), Toon Verberne (8), Tinus van Thuil (9), Friet Adriaans (11), Toon Looverbosch (13), Marinus van de Heiden (15), Graard van Eijk (17), Toon Loverbosch (18).

Piet van Helmond overlijdt te Asten op 16-02-1944 en het huis wordt na zijn vertrek rond 1932 bewoond door Andreas Verbakel, geboren te Aarle-Rixtel op 03-07-1881 als zoon van Wilhelmus Verbakel en Maria de Louw en weduwnaar van Anna Maria Maas. Hij is op 24-04-1923 te Aarle-Rixtel getrouwd met Anna Maria van Griensven, geboren te Aarle-Rixtel op 25-10-1880 als dochter van Nicolaas van Griensven en Catharina Bekx. Zij wonen dan in het huis op de Kloosterstraat 5:

21

Hieronder een foto van de in de oorlog verwoeste smederij van hun zoon Marinus Verbakel op het adres aan de Kloosterstraat:

22

Uit onderstaand bericht in de Helmondsche courant van 11-02-1949 blijkt dat er ruim 4 jaar na de bombardementen nog steeds niet veel is opgebouwd:

Andreas Verbakel is op 18-05-1952 te Helmond overleden en Anna Maria van Griensven is te Deurne op 03-06-1961 overleden en hieronder de bidprentjes bij hun overlijden:

23 24

Marinus Nicolaas Karel Verbakel is op 05-02-1953 te Asten getrouwd met Mechelina Maria van den Broek, geboren te Made op 15-07-1926 als dochter van Wilhelmus van den Broek en Cornelia van den Diepstrate. Marinus Nicolaas Karel Verbakel is op 08-12-1971 te Deurne overleden en hieronder het bidprentje bij zijn overlijden.

Overzicht bewoners

Kloosterhoeve op Hoog Ommel
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1539 Zusters Franciscanessen Klooster Maria-Schoot
1731 Lambert Kemps Sint-Oedenrode 26-05-1696 Jan Philippsen Asten 06-11-1678
Ommel huis 13
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1736 Lambert Kemps Sint-Oedenrode 26-05-1696 Jan Philippsen Asten 06-11-1678
1741 Lambert Kemps Sint-Oedenrode 26-05-1696 Jan Philipsen Asten 06-11-1678
1746 Jan van de Loverbosch Asten 14-08-1693 Jan Philipsen Asten 06-11-1678
1751 weduwe Jan van de Loverbosch Vlierden 18-02-1701 Jan Philipsen Asten 06-11-1678
1756 weduwe Jan van de Loverbosch Vlierden 18-02-1701 weduwe Jan van de Loverbosch Vlierden 18-02-1701
1761 Jan van de Loverbosch Vlierden 10-07-1721 Engel van de Loverbosch Vlierden 06-11-1725
1766 Willem Verdeuseldonk Vlierden 03-09-1726 Antoni Schepers Stiphout 17-05-1736
1771 Willem Verdeuseldonk Vlierden 03-09-1726 Antoni Schepers en Caat Doense Stiphout 17-05-1736
1776 Willem Verdeuseldonk Vlierden 03-09-1726 Antoni Schepers Stiphout 17-05-1736
1781 Willem Verdeuseldonk Vlierden 03-09-1726 Antoni Schepers Stiphout 17-05-1736
1798 Willem Verdeuseldonk Vlierden 03-09-1726 Peter Berkvens Woensel 22-11-1749
1803 kinderen Jan van de Loverbosch Vlierden 15-12-1752 Peeter Berkvens Woensel 22-11-1749
Kadasternummer B409
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
B409 1832-1840 Anna Maria van de Loverbos Vlierden 15-12-1752 weduwe Berkvens
B409 1840-1857 Antonij Berkvens Asten 09-05-1775
B409 1857-1870 Jan Berkvens Vlierden 16-06-1804
B409 1870-1880 Jan van Bussel Asten 05-12-1836
B1131 1880-1884 Jan van Bussel Asten 05-12-1836 bijbouw
B1228 1884-1915 Antonie van Bussel Asten 19-01-1866 hermeting
B1466 1915-1922 Johannes Hendricus Eijsbouts Asten 01-12-1886 splitsing
B1496 1925-1926 Johannes Hendricus Eijsbouts Asten 01-12-1886 herbouw na brand
B1496 1926-1938 Gerard Renier Kuijpers Meijel 12-09-1868
Kloosterstraat 5
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
1811-1820 Peter Berkvens Woensel 22-11-1749 Anna Maria van de Loverbos Vlierden 15-12-1752 06-06-1820
1820-1840 Anna Maria van de Loverbos Vlierden 15-12-1752 weduwe Berkvens 15-01-1840
1840-1857 Antonij Berkvens Asten 09-05-1775 Petronella Berkers Asten 13-02-1769 07-08-1857
1857-1859 Jan Berkvens Vlierden 16-06-1804 Antonetta van Bussel Asten 12-11-1805
B106 1859-1869 Jan Berkvens Vlierden 16-06-1804 Antonetta van Bussel Asten 12-11-1805 12-07-1861
B110 1869-1870 Jan Berkvens Vlierden 16-06-1804 met kinderen 10-07-1877
B110 1870-1873 Jan van Bussel Asten 05-12-1836 Anna Maria Berkvens Vlierden 09-04-1838 24-08-1873
B110 1877-1879 Jan van Bussel Asten 05-12-1836 Helena Maria van de Voort Someren 02-05-1835
B109 1879-1890 Jan van Bussel Asten 05-12-1836 Helena Maria van de Voort Someren 02-05-1835
B112 1890-1900 Jan van Bussel Asten 05-12-1836 Helena Maria van de Voort Someren 02-05-1835
B108 1900-1910 Jan van Bussel Asten 05-12-1836 Helena Maria van de Voort Someren 02-05-1835
B109 1910-1915 Jan van Bussel Asten 05-12-1836 Helena Maria van de Voort Someren 02-05-1835 23-05-1915
B109 1915-1920 Antonie van Bussel Asten 19-01-1866 Anna Maria Berkvens Asten 20-02-1888
B125 1920-1922 Antonie van Bussel Asten 19-01-1866 Anna Maria Berkvens Asten 20-02-1888 03-07-1926
B125 1926-1930 Piet van Helmond Asten 10-10-1870 Johanna Maria van Lierop Asten 25-09-1882 uit B134
5 1930-1932 Piet van Helmond Asten 10-10-1870 Johanna Maria van Lierop Asten 25-09-1882 naar dorp
5 1932-1938 Andreas Verbakel Aarle 03-07-1881 Anna Maria van Griensven Aarle 25-10-1880
Referenties
  1. ^abOnze Lieve Vrouw van Ommel (https://www.verhalenbank.nl/)
  2. ^Het klooster Maria-Schoot te Ommel onder Asten (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMSFUBA02:000011969:00392&query=ommel+asten&coll=boeken&sortfield=date&page=3&rowid=9)
  3. ^Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's Hertogenbosch, 1840 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=asten&coll=boeken1&page=3&identifier=An5WAAAAcAAJ&rowid=9)
  4. ^Taxandria; tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis en volkskunde, jaargang 7, 1900 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMUBTB01:001555001:00104&query=%22johan+van+riet%22+asten&coll=dts&rowid=1)
  5. ^De volksmissionaris; godsdienstig maandschrift, jaargang 15, 1894 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMENLK03:007141012:00042&query=%22henricus+van+der+weijden%22&coll=dts&rowid=2)
  6. ^abBijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden, 1960 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMENLK04:020869001:00068&query=%22pieter+de+cort%22&coll=dts&sortfield=date&rowid=7)
  7. ^abHandboekje voor de pelgrims naar het genadeoord Ommel (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB21:045294000:00008&query=resolutie+%222+november+1731%22&coll=boeken&rowid=1)
  8. ^Maria's heerlijkheid in Nederland, 1904 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB18A:048923000:00375&query=%22kerk+van+ommel%22&coll=boeken&sortfield=date&rowid=1)
  9. ^De volksmissionaris; godsdienstig maandschrift, jaargang 15, 1894 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMENLK03:007141013:00045&coll=dts&page=38&sortfield=date&query=moord+asten&rowid=2)
  10. ^abcdBijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden, 1958 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?coll=dts&identifier=MMENLK04:020870001:00418&objectsearch=roefs&query=heuchten+asten)
  11. ^abcdKorte beschrijving van de wonderen en mirakelen welke in vroeger jaren door de afsmeeking en voorspraak der Heilige Maagd en Moeder Gods Maria in de kapel van Ommel geschied zijn, 1843 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=%22catharina+van+Aelst%22&coll=boeken1&identifier=3LFkAAAAcAAJ&rowid=7)
  12. ^Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, 1872 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=placcaet+omel+asten&coll=boeken1&identifier=GsxeAAAAcAAJ&rowid=2)
  13. ^abBijdragen voor de geschiedenis van de provincie der Minderbroeders in de Nederlanden, 1959 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMENLK04:020868001:00092&query=%22catharina+van+Aelst%22&coll=dts&rowid=3)
  14. ^Gebaseerd op stamboom van de familie van Hout (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-van-hout/I493.php
  15. ^Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden, 1933 (https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB05:000032056:00688&query=%22de+albada%22+ommel&coll=boeken&rowid=1)
  16. ^Koeveringse molen (https://schijndelwiki.nl/index.php?title=Koeveringse_molen en https://www.genealogieonline.nl/stamboom-de-groot-en-jansen/I506820.php)
  17. ^Geschiedenis van het tegenwoordig bisdom Roermond en van de bisdommen, die het in deze gewesten zijn voorafgegaan, 1892 (https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=ommel&coll=boeken1&page=7&identifier=Iqq8LHUD670C&rowid=4)