De pagina's Oostappen en Diesdonk, Oostappen en Diesdonk/Achterste Diesdonk/Voormalig huis F1041 worden nu weergegeven

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 19-04-2024 18:04:46
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Oostappen en Diesdonk

Een beschrijving over de gehuchten tussen Someren, Asten en Lierop en de middeleeuwse ontginning van een vochtig landschap.

Tussen Someren, Asten en Lierop strekt zich een cultuurlandschap uit met verspreide gehuchten en kleinschalige kampontginningen, afgewisseld met de beekdalen van kleine stroompjes die afwateren op de Aa, zoals de Kleine Aa, Meervensche Loop en Busselsche Loop. De gehuchten gaan terug op middeleeuwse hoeven, die de kleinschalige ontginningen ter hand hebben genomen.

01

De samenstroming van de Astensche Aa in de oude Aa.

Over de ontwikkeling van het hoevenlandschap ten noorden van Someren en rond Lierop zijn we goed geïnformeerd dankzij historisch en historisch-geografisch onderzoek. Een aantal van de gehuchten in dit gebied zijn in feite buurtschappen van Someren. Dat geldt voor Slieven en Vlerken. Deze buurtschappen zijn te herleiden tot hoeven uit de Volle en Late Middeleeuwen. Slieven was een drassig gebied tussen de Kleine Aa en de Aa, dat in de 12e of 13e eeuw werd ontgonnen. De naam verwijst naar de aanwezigheid van een ven. De naam Vlerken komt voor het eerst voor in 1350 als Vladeracken (Vladderakker), hetgeen de aanduiding kan zijn van een moerassig weiland. Ook andere gehuchten, zoals Achterbroek en Groenstraat, refereren aan laatmiddeleeuwse ontginningen van relatief laaggelegen land. Van Groenstraat is bekend dat hier een stuk grond werd ontgonnen in 1445.

Het gehucht Boomen is ouder. Deze buurtschap wordt vermeld in een oorkonde uit 1327, maar er is een verwijzing naar een verdwenen oorkonde uit 1254, waarin de hoeve aan de priorij van Postel (Someren) wordt geschonken. Boomen is thans een beschermde historisch-stedenbouwkundige structuur, al is de relatie met het omliggende landschap door uiteenlopende ontwikkelingen aangetast. De oudste gehuchten rond Lierop zijn waarschijnlijk Moorsel en Hersel. Hoewel archeologisch (nog) niet aangetoond, dateren deze toponiemen wellicht uit de Vroege Middeleeuwen. Ook het toponiem Moorsel verwijst overigens naar de ontginning van een stuk land nabij een moeras. Hersel betekent mogelijk bosachtig moeras. Het beeld dat derhalve uit het historisch onderzoek naar voren komt is dat van een hoevenlandschap tussen de grote dekzandcomplexen van Someren, Asten en Lierop, waarvan de lager gelegen en vochtige gronden nabij de beekdalen, vennen en moerassen in de regel werden ontgonnen gedurende de Volle en Late Middeleeuwen. Lierop zelf is overigens ontstaan als dochternederzetting van Asten. Het dorp heeft zijn kleinschalige karakter in de loop van de eeuwen behouden, en wordt onder meer gekenmerkt door het intacte historische (19e eeuwse) wegenpatroon.
Een fraai complex van kleinere ontginningen wordt gevormd door Moorsel, Heieind en Oeyenbraak ten westen van Lierop. Moorsel ligt aan de rand van een open akkercomplex, dat voorzien is van een omwalling die vermoedelijk dateert uit de Middeleeuwen (1244), toen Maria van Brabant aan de daar wonende broeders een gemeynt schonk. Tevens worden de akkers omzoomd door een begroeiing van zomereik, grove den, met een ondergroei van onder andere vlier en kamperfoelie. Het akkercomplex bevat een ontsluitingsstructuur met zandpaden. De drie gehuchten en bijbehorende ontginningen liggen aan de doorgaande route van Lierop naar Geldrop. Ter plekke splitste zich een route af die door de heide naar Heeze liep. De relicten van deze route, een reeks stuifzandwallen, worden beschreven onder Waardevol Cultuur Landschap. De ontginningscomplexen zijn geassocieerd met deze route.
Het hoevenlandschap zet zich voort ten oosten van de Aa. Hier liggen de gehuchten die behoren tot Asten, zoals Oostappen, Diesdonk (Achterste en Voorste Diesdonk), Bussel, De Beek, Dijk, Vosselen, Laarbroek en het dorp Ommel.

Dit Waardevol Cultureel Landschap biedt wellicht goede ontwikkelingsmogelijkheden voor bepaalde vormen van landbouw. Aansluitend op de landschapsgeschiedenis en kleinschaligheid van de inrichting kan hier bijvoorbeeld worden gedacht aan nieuw-vestiging van kleinere bedrijven met gemengd grondgebruik. Eventuele nieuw-vestiging van agrarische bedrijven zou hier het historische model van verspreide hoeven kunnen volgen. Landbouw kan in dit Waardevol Cultureel Landschap voorts worden gecombineerd met beheer van bestaande natuurwaarden of (her)ontwikkeling van ecologische waarden. Elders in Nederland vinden we daarvan een goed voorbeeld op het Balloërveld in Drenthe. Extensief gebruik van de beekdalen (beweiding) wordt daar afgewisseld met experimenten met graanverbouw op de dekzandplateaus en beheer en ontwikkeling van historische en ecologische waarden. Toepassing van gemengde landbouw en natuurontwikkeling zou in dit Waardevol Cultureel Landschap het contrast kunnen herstellen tussen hogere, droge delen van het landschap en lagere, natte delen, zoals de kleine beekdalen, laagten en voormalige vennen. Net als in de andere geselecteerde gebieden is ook het contrast tussen de hogere gronden en de beekdalgronden in de 20e eeuw vervaagd. De beekdalen in het gebied vragen hier zeker om een 'revitalisering'.
Algemeen: In het kader van de reconstructie zou kunnen worden onderzocht op welke wijze de ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden gebruikt om ook de relatie tussen de gehuchten en de aangrenzende beekdalen en laagten weer te versterken. Daarbij kan worden gedacht aan differentiatie in landgebruik, natuurontwikkeling, herstel van beplanting en hakhoutwallen langs de wegen, herstel van veedriften vanuit de gehuchten naar de beekdalen en van de oude verkeersinfrastructuur door de beekdalen (inclusief oude voorden en bruggen). Dat laatste is belangrijk, omdat grote delen van het landschap door het verdwijnen van de kleinschalige infrastructuur 'ontoegankelijk' zijn geworden voor bewoners en bezoekers. Het herstel van de kleinschalige infrastructuur (in relatie met agrarisch grondgebruik) zou onderwerp kunnen zijn van een Belvedère-aanvraag.
Algemeen: De gehuchten bevatten archeologische waarden die bij ingrepen zorgvuldig moeten worden behandeld. Dat geldt voor archeologische resten onder bolle akkers, maar ook voor overstoven plaggenbodems (Herselse Heide) en afzettingen in de beekdalen. Het spreekt voor zich dat in het geval van natuurontwikkeling en waterberging in het dal van de Aa vooronderzoek een vereiste is.
Specifiek: De overstoven akkers en plaggenbodems op de Herselse Heide zijn een goede aanleiding om ter plaatse informatie te verstrekken over het ontstaan en de geschiedenis van de stuifzandcomplexen in het gebied, alsmede van de kampontginningen die inmiddels onder het stuifzand schuilgaan. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met behulp van visualiseringstechnieken in een speciaal daarvoor op te stellen 'tijdvenster', zoals die al enige tijd worden gebruikt in het Belgische Ename. In een tijdvenster kunnen landschapsbeelden worden opgeroepen, die voor de beschouwer 'over' het huidige landschap worden geprojecteerd. Ook kan een stuifzandprofiel met een overstoven akkerlaag worden getoond, of kan een lakprofiel daarvan worden opgenomen in het tijdvenster.
Algemeen: Een geschikt thema voor een erfgoededucatieproject wordt tenslotte gevormd door de geschiedenis van de laatmiddeleeuwse kastelen en hoeven rond Someren. De kasteelterreinen en hoeven kunnen worden opgenomen in een toeristisch-recreatieve route, maar kunnen ook op verschillende manieren worden 'gemarkeerd' (bijvoorbeeld door middel van beplanting en landschapskunst). Aan de locaties van hoeven kunnen de oorspronkelijke namen worden teruggegeven.

Hieronder de kaart van Henricus Hondius uit 1638 van het gebied rondom Asten met tussen de rivieren die vanuit Asten naar Helmond gaan het gebied Oostappen en Diesdonk:

02

Dat de naam Oostappen te maken heeft met het nabijgelegen riviertje de Aa lijdt geen twijfel. De naam was in de 17e eeuw Aastappen en in het plaatselijke dialect wordt de Aa ook wel als een 'o' zoals in het woord 'trom' uitgesproken. In een schepenakte uit het archief uit 1429 van Helmond lezen we: "item noch sal Hogart een mud rogs erfpachts van alsulken drieen mudden alse wilen haer vader geldende hadde aen Art den Wijsen tot Aestappen inder prochie van Asten"
Een 'stap' is een beekovergang in dit geval door de Astense Aa op de grens van de voorste Beersdonk en de gemeente Asten. Men kon ter plaatse de overstap maken via een doorwaadbare plaats in de Astense Aa. Bij dergelijke waterovergangen werden later vonders of schoren aangelegd, kleine houten bruggetjes. De naam ging later over op het gehele Astense gebied ten zuiden van de beek en meer in het bijzonder op de bewoning die daar in de late middeleeuwen rondom de Raayakkers was ontstaan.

Een kaart van het gebied rondom Oostappen gebaseerd op de kadasterkaart uit 1832. Lichtblauw zijn debeemden met grasland langs de oevers van de Aa en Astense Aa, donkerblauw zijn de vennen, groen is bos, paars is heide en geel is zandverstuiving. Niet ingekleurd is het bouwland waar de boeren hun gewassen, zoals boekweit en granen, op verbouwden.

03

Diesdonk is een oude naam, die rechts volgens de Nieuwe Tilburgsche Courant van 06-06-1934 al in 1414 wordt genoemd op klokken gemaakt door Jan van den Diesdonck. Hieronder wordt hij ook in een ander blad1 als Jan van Asten genoemd:

De naam 'donk' betekent een verhoogde zandrug en de naam 'Dies' is vermoedelijk een patroniem van de naam Egidius ofwel Dielis.

04

Op een 18e eeuwse kaart2 vinden we het gehucht Desdonck terug:

05

In de loop van de middeleeuwen nam de bevolking toe en werd het bodemgebruik intensiever. De bewoning verplaatste zich van de hogere delen van de plateaus naar de randen van de beekdalen, zoals bijvoorbeeld bij Vlierden gebeurde. Nieuwe boerderijen werden gesticht buiten de bestaande dorpen. De boerderijen bij het onderzoeksgebied worden al in de late middeleeuwen genoemd: Stipdonk in 1197, Bussel in 1306, Diesdonk in 1421, Oostappen in 1368 en Beersdonk in 1340. Sommige hoeven werden gespitst, waardoor ze de namen Voorste en Achterste Beersdonk, Voorste en Achterste Diesdonk en Hoog en Laag Oostappen kregen. De oude eikenbossen, die vroeger gebruikt werden om de varkens te weiden, verdwenen geleidelijk om plaats te maken voor akkers en heidevelden. In de beekdalen werd het broekbos omgezet in hooi- en weiland. De inrichting van het landschap, en de manier waarop men het land benutte, sloten nauw aan op de oorspronkelijke terreingesteldheid. De beekdalen waren in gebruik als grasland, de hogere gronden als heide en op de flanken van de beekdalen legden de boeren hun akkers aan. Op de bodemkaart is mooi te zien dat de akkers in een langgerekte strook langs de beekdalen liggen, op de grens van hogere en lagere gronden. Ze zijn echter aangelegd op van nature vrij arme zandgronden. Het grootste probleem was het gebrek aan mest. Rogge wil wel groeien op zandgrond, maar voor een goede opbrengst moet er bemest worden. Aardappelen, die in de 18e eeuw hun intrede deden in de bedrijfsvoering, hadden nog meer mest nodig. Waar moest men in die tijd de voedingsstoffen vandaan halen om de akkers te bemesten? Lange tijd kwamen die van de eigen dieren op het bedrijf. De mest van de dieren werd vermengd met heideplaggen, bladeren en ander organisch materiaal. Dit betekende dat er een delicaat evenwicht was tussen de hoeveelheid bouwland, de hoeveelheid grasland (weiland en hooiland) en het areaal heide. De heide was belangrijk in het systeem. In de eerste plaats omdat men er de schapen liet grazen. 's Nachts werden de schapen in een omheinde ruimte opgesloten, en de mest die ze produceerden werd vermengd met heideplaggen. Zo vormde zich een dikke laag mest, die in het voorjaar naar de akkers werd gebracht, daar werd uitgespreid en door de bodem gewerkt werd. Niet alle boeren in het Brabantse zandgebied hadden echter schapen. De meeste mest werd geproduceerd door koeien, waarvoor een speciaal potstalsysteem was ontwikkeld. De koeien werden zoveel mogelijk op stal gehouden. Een of twee keer per dag mochten ze eruit om te grazen op de graslanden of op de al geoogste akkers. De graslanden in het gebied lagen in de laaggelegen delen van de beekdalen. Hier zorgden de beken voor periodieke bemesting. Ter plaatse van de huidige Sluis 9 in de krant de Zuid-Willemsvaart stond de Stipdonkse watermolen. De molen wordt al genoemd in akten uit 1179 en is daarmee de oudst bekende watermolen van Brabant. De molenstuw zal er vroeger toe hebben bijgedragen dat delen van de beekdalen kortere of langere tijd onder water stonden. Doordat de beken een laagje slib afzetten op het land werden extra voedingsstoffen aan de bodem toegevoegd. Onverdeeld gunstig waren de overstromingen echter niet: zowel de Aa als de Astense Aa transporteerden veel veenwater uit de Peel. Dit water had een lage zuurgraad, waardoor de bodem door de overstromingen kon verzuren.

Hieronder een kaart uit het eind van de 19e eeuw met daarin Laag Oostappen, Hoog Oostappen, De Bus, Voorste Diesdonk en de Achterste Diesdonk:

06

Overzicht van de huizenquohiernummers, kadasternummers en huizingnummers per gehucht:

Gehucht Huizenquohiernummer Kadasternummer 1832 Huizingnummer 1859 Huidige adres 2023
Achterste Diesdonk Diesdonck huis 5 tot en met 9  4 cijfers begint met F10 2 cijfers, begint met B6 of B7 Diesdonk en Diesdonkerweg even
Voorste Diesdonk Diesdonck huis 1 tot en met 4 4 cijfers begint met F11 2 cijfers, begint met B6 Diesdonkerweg oneven
Hoog Oostappen Ostappen huis 4 tot en met 7 3 cijfers begint met A2 2 cijfers, begint met B8 Oostappensedijk tot 44
Laag Oostappen Ostappen huis 2 en 3 3 cijfers begint met A1 2 cijfers, begint met B7 Oostappensedijk vanaf 44
Referenties
  1. ^ Sint Gregorius-blad; tijdschrift tot bevordering van kerkelijke toonkunst, jaargang 56, 1931 (https://www.delpher.nl/nl/tijdschriften/view?identifier=MMKDC07:006922010:00015&query=%22jan+van+asten%22+cornel%2A&coll=dts&rowid=3)
  2. ^Informatie over Oost-Brabant (https://www.eindhoveninbeeld.com/)

Voormalig huis F1041

Dionisius Petri Bunnen is geboren rond 1650 en op 06-03-1689 te Helmond getrouwd met Anna Petri van den Boomen, geboren te Helmond op 26-07-1654 als dochter van Petrus Simons van den Boomen en Wilhelmina van de Luytelaer:

01

Dionisius Bunnen is eigenaar en verpacht het huis aan Goort Teunis en later aan Marcelis Jansen:

Verpondingen 1680 XIV-58 folio 7: de Heer Bunnens, gebruiker Goort Teunis.

Verpondingen 1688 XIV-57 06-01-1688 f18: de heer Johan Bunnens, gebruiker Marcelis Janssen.

Dionysius Bunnen is op 21-10-1697 te Helmond begraven en de erfgenamen komen hun deel opeisen en later verkopen zij het aan de weduwe Anna Petri van den Boomen:

Asten Rechterlijk Archief 10 folio 17 verso, 28-11-1697:
Bertram van Luytelaer, wonende te Helmont, verklaart dat door het overlijden van Dionisius Bunne, op hem, ab intestato zijn verstorven ¼ deel van de goederen gelegen op den achtersten Diesdonck. Zoals deze nu in gebruik zijn bij Marcelis Jansen van der Voort en Jan Goort Antonissen. Dat daeromme hij comparant de possessie van de voornoemde goederen voor soo veel het vierde part aengaet heeft aengenomen gelijck hij deselve aenneempt mits desen houdende tot dien eynde met een beyl in twee boomen te weeten in een eyck ende esseboom en groefde met een schup in de aerde sluytende de deuren op en toe verbiedende de voorschreve gebruyckers dat sij de verscenen pachten ende noch te verscijnen pachten aen niemant voor soo verre het vierde part aengaet en sullen betaelen als aen hem comparant ende oock diesaengaende met niemant anders huyringe te maecken op pene van nulliteyt en dat hen de betaelinge voor geen betaelinge sal strecken.

Asten Rechterlijk Archief 107b folio 2, 28-06-1698:
Maria weduwe van Bertram van Luitelaar, te Helmont, Hendrick en Bernardus, haar zonen mede voor Alegonda van Luytelaar, te Verviers, Meester Aart Schenckels man van Hillegonda, te Helmont. Zij verkopen aan Anna van den Boomen weduwe van Dionisius Bunnen ⅔ deel van de helft van alle goederen aan den Astense Diesdonck. Zoals ze met de dood van Dionisius Bunnen zijn ontruimd, nagelaten en op hen comparanten zijn gedevolveert. Schepenen Helmont. Geregistreerd te Asten op 21-06-1717.

Asten Rechterlijk Archief 107b folio 20 verso, 06-10-1698:
Mattijs Langendonck, wonende te Breda, mede namens zijn moeder en twee zusters en uit kracht van testament op 05-02-1698 schepenen Breda ten name van Baltasar van Langendonck en Marijke Willem Vogels en waarin het onmondig kind van wijlen Joost Baltasar van Langendonck uitgemaakt is met 100 gulden. Mattijs Langendonck verkoopt nu aan Anna van den Boomen weduwe van Dionisius Bunnen ⅓ deel in de helft van alle goederen aan den Astense Diesdonck. Die met het overlijden van Dionisius Bunnen zijn ontruimd, nagelaten en op hen, comparanten, zijn gedevolveert. Schepenen Helmont. Geregistreerd Asten op 21-06-1717.

Anna Petri van den Boomen hertrouwt op 15-02-1699 te Helmond met medicijne doctor Hendericus Canters, geboren te Asten op 12-10-1668 als zoon van Hendrick Antony Canters en Anna Swinckels (zie Prins Bernhardstraat 23):

02

Hendrick Canters is in 1693 gepromoveerd in Utrecht op een dissertatie over speeksel1:

Hendrick Canters is kort na zijn huwelijk op 29-11-1701 te Helmond overleden. Volgens de hoofdgeldlijst van 1725 is Aart Jan Aarts met zijn gezin de bewoner:

Hoofdgeld XVIII 1725:
Aart Jan Aarts, Josijn de vrouw 2
Jan en Lourijns de kinderen 2.

Bewoner Aart Jan Aarts is geboren te Asten op 06-02-1683 als zoon van Johannes Aerts en Anna Peters (zie Voormalig huis F1055). Hij is op 28-05-1724 te Asten getrouwd met Josyn Meeuwse, geboren te Asten op 17-07-1687 als dochter van Bartholomeus Vrengsen en Antonia Goorts (zie Voormalig huis A92):

Het gezin van Aart Jan Aarts en Josyn Meeuwse:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Johannes Asten 02-06-1724
2 Lourijns Asten ±1725
3 Antonius Asten 25-01-1727

Anna Petri van den Boomen is op 21-04-1734 te Helmond begraven. Na haar overlijden worden haar bezittingen verkocht aan Aart Jan Aarts (zie ook Diesdonk 26 en Voormalig huis F1055):

Asten Rechterlijk Archief 3028 162, 16-03-1734:
Taxatie van de goederen juffrouw Anna vanden Bomen weduwe van doctor Canter, overleden op 17-02-1734 te Helmond, een huijs, schuur, schop, en aangelag op de Diesdonck.

Asten Rechterlijk Archief 94 folio 112, 08-06-1737:
De regeerders van Asten verkopen de geabandonneerde goederen van Andries Verreyt aan Aart Jan Aarts. Deze hebben bij executie niet mogen gelden en zijn aan de gemeente gebleven. Huis en hof 1 copse, ene zijde kinderen Marcelis Slaats, andere zijde Maria Wagemans, dries 1 lopense ene zijde Maria Wagemans, andere zijde Aart Jan Aarts, groes den Hurxdeel 8 lopense, te weten 1 lopense land; 1 lopense groes; 6 lopense hei, ene zijde Peter van Eyck, andere zijde Maria Wagemans, groes het Stertje 2 lopense, ene zijde Maria Wagemans, andere zijde kinderen Marcelis Slaats, groes Cuylbeemt 2 lopense, ene zijde Aart Jan Aarts, andere zijde Andries Verreyt, groes Voortsveltje 1 lopense, ene zijde Lambert Lamberts, andere zijde kinderen Marcelis Slaats, een Weyvelt 2 lopense, ene zijde Maria Wagemans, andere zijde Aart Jan Aarts, land de Braak 3 lopense, ene zijde Maria Wagemans, andere zijde kinderen Marcelis Slaats, de Vlaas 3 lopense, ene zijde Maria Wagemans, andere zijde Aart Jan Aarts, den Langendries ½ lopense, ene zijde Maria Wagemans, andere zijde Aart Jan Aarts, de voorste Vlinkert 3 lopense, ene zijde Maria Wagemans en anderen, andere zijde Jan Dirx, de agterste Vlinkert 5 lopense, ene zijde Jan Smits, andere zijde Jan Dirks. Koopsom ƒ 0,-.

Josyn Meeuwse is als Josyn Arts op 10-05-1735 te Asten overleden en Aart Jan Aarts is op 09-02-1738 te Valkenswaard hertrouwd met Jenneke Hendriks van Velthoven, geboren te Leende op 12-03-1719 als dochter van Henricus van Velthoven en Maria Colen.

Het gezin van Aart Jan Aarts en Jenneke Hendriks van Velthoven:

# Voornaam Geboorte Huwelijk Overlijden Referentie
1 Anna Asten 20-12-1741

Hieronder de verpondingen van 1737 en de bewoningslijst van het huis over de periode 1736-1751:

Verpondingen 1737 XIV-61 folio 45a: Aart Jan Aarts propritaris transport 08-06-1737 dog 2 jaaren vrij van reele lasten. Huijs en hoff 1 copse.

Jaar Eigenaar nummer 8 Diesdonk Bewoners nummer 8 Diesdonk
1736 Johanna Wagemans Tiele Peter Coole
1741 Aart Jan Aarts Aart Jan Aarts
1746 Aart Jan Aarts Aart Jan Aarts
1751 weduwe Aart Jan Aarts weduwe Aart Jan Aarts

Aart Jan Aarts koopt een stuk groes op de Diesdonk:

Asten Rechterlijk Archief 96 folio 12 verso; 24-06-1745:
Corstiaan Janse Smits, te Milheeze, verkoopt aan Aart Jan Aarts groes aan den Diesdonk 2 lopense, ene zijde Antonis Slaats, andere zijde Jan Jelis van Hugten, ene einde Lambert Jansen, andere einde Jan Dirks van Hugten. Verponding ƒ 0-12-0 per jaar. Koopsom de lasten. 

Aart Jan Aarts koopt een akker op de achterste Diesdonk van Tiele Peter Coolen:

Asten Rechterlijk Archief 96 folio 134; 07-03-1749:
Laurens Roymans verkoopt aan Aart Jan Aarts de helft van een akker de Camp op den agtersten Diesdonk 2 lopense naast Tiele Peter Coolen. Koopsom de lasten. 

Aart Jan Aarts is op 21-08-1751 zonder kinderen overleden:

Daarna worden zijn bezittingen getaxeerd:

Asten Rechterlijk Archief 163 folio 90 verso; 03-11-1751:
Taxatie van de onroerende goederen van Aart Jan Aarts overleden en begraven 21-08-1751. Jenneke Hendriks is weduwe en mede-erfgenaam van de overledene. De helft van waarde:

Huis en hof 1 copse, ene en andere zijde Tiele Coolen

ƒ 20,-

Een dries 1 lopense, ene zijde Tiele Coolen, andere zijde Hendrik van Hugten

nihil

Land, hei en groes den Hurxdeel 8 lopense, ene zijde Peter van Eyck, andere zijde Tielen Coolen

ƒ 2,50

Groes het Stertje 2 lopense, ene en andere zijde Tielen Coolen

ƒ 1,-

Groes de Cuylbeemt 2 lopense, ene en andere zijde Hendrik van Hugten

ƒ 5,-

Groes het Voortsveltje 1 lopense, ene zijde de kinderen Lambert Lamberts, andere zijde Tielen Coolen

nihil

Een weiveld 2 lopense, ene zijde Tielen Coolen, andere zijde Hendrik van Hugten

ƒ 1,-

Land de Braak 3 lopense, ene en andere zijde Tielen Coolen

ƒ 3,-

Land de voorste Vlinkert 3 lopense, ene zijde Tielen Coolen en anderen, andere zijde Jan Dirks

ƒ 1,-

Land den agtersten Vlinkert 5 copse, ene zijde Jan Smits, andere zijde Jan Dirks

ƒ 1,-

Groes aan den Diesdonk 2 lopense, ene zijde Johannes Martens, andere zijde Tielen Coolen

nihil

Land de Camp 2 lopense, ene en andere zijde Tielen Coolen

ƒ 1,-

Totaal

ƒ 35,50

20e penning

ƒ 1-15-8

Er ontstaat achterstand in de verpondingen:

Asten Rechterlijk Archief 120 folio 76 verso; 27-10-1752:
Gerrit van Riet, vorster, neemt, namens Jan Goort Canters. borgemeester, Sint Jan 1751-1752, in arrest de vaste goederen van Aart Jan Aarts, aan de Diesdonk, tot verhaal van ƒ 9-15-8 reëele verponding.

Jenneke Hendriks van Velthoven is op 21-05-1752 te Deurne hertrouwd met Bartholomeus Huybert Smits en rond 1765 overleden.

In 1753 worden de goederen van Aart Jan Aarts via Peter Roymans en Jan Jelis van Hugten aan Tiele Coolen verkocht:

Asten Rechterlijk Archief 97 folio 6 verso, 02-02-1753:
Gerrit van Riet, executeert, namens Jan Goort Canters, borgemeester, Sint Jan 1751-1752, de goederen van Aart Jan Aarts en zijn erfgenamen, aan de Diesdonk, tot verhaal van ƒ 9-15-8 verponding. Hij verkoopt aan Peter Roymans een huis en hof 1 lopense, ene zijde Tiele Coolen, andere zijde Hendrik van Hugten en bovengenoemd land en groes. Belast met: ƒ 0-3-2 per jaar aan de Kerk van Asten; 2 1⁄2 vat rogge per jaar aan den Armen van Asten in een meerdere rente met meer andere. Koopsom ƒ 115,-

Asten Rechterlijk Archief 97 folio 8, 02-02-1753:
Peter Roymans verkoopt aan Jan Jelis van Hugten een huis en hof ½ lopense, ene zijde Tiele Coolen en bovengenoemd land en groes. Belast met ƒ 0-3-2 per jaar aan de Kerk van Asten; 2 1⁄2 vat rogge per jaar aan den Armen van Asten in een meerdere rente met meer andere. Koopsom ƒ 94,-.

Asten Rechterlijk Archief 97 folio 17, 23-03-1753:
Jan Jelis van Hugten verkoopt aan Tiele Coolen een huis, en hof op Diesdonk 1½ lopense en bovengenoemd land en groes. Verponding ƒ 5-08-12 per jaar. Bede ƒ 0-15-06 per jaar. Verkoper aangekomen bij transport op 02-02-1753. Koopsom ƒ 94,-.

Asten Rechterlijk Archief 120 folio 100 verso, 15-08-1753:
Schepenen van Asten verklaren ter instantie van Tiele Coolen dat zij op 18-06-1753 hebben genomen oculaire inspectie van huis, neere en schuur op de Diesdonk en door Jan Jelis van Hugten, met andere goederen, op den 23-03-1753 aan Tiele Coolen verkocht. Bevonden is aan huis, neere en schuur waren geen goede deuren en wanden deze moeten nodig vernieuwd worden. Tiele Coolen heeft hier al een begin mee gemaakt. Het dak is in zeer slechte staat en moet op veel plaatsen vernieuwd worden, alsoo de opscheute en latte veel vergankelijk waren. Generaal is de woning slecht en bouwvallig.

Na de aankoop door Tiele Coolen is het huis onbewoond en wordt rond 1765 gesloopt:

Verpondingen 1761 folio 56:
Tielen Peter Coolen transport 12-06-1737.
Huis en hoff ½ lopense.

Jaar Eigenaar nummer 8 Diesdonk Bewoners nummer 8 Diesdonk
1756 Tiele Peter Coolen onbewoont
1761 Tiele Peter Coolen onbewoont
1766 huis is weg

Uit de cijnzenlijst is de bewoningsgeschiedenis van het huis op te maken:

Asten Cijnzen 1709-1761 bladzijde 174 folio 9 verso ook bladzijde 49 en bladzijde 135:
Tielen Peter Coolen bij koop 1737.
Marie Anna Wagemans bij versterff 1734.
Jouffrouwe Anna van den Boomen als wedue wijlen Dionisius Bunnen tochtersse uijt seeckre hoeve met alle de aengehoorende huijsingen ende landerijen gelegen onder Asten ter plaetse op den achtersten Diesdonq, ene zijde kinderen Marcelis Slaets ende meer andere, andere zijde de gemeente van Asten, ene einde de selve gemeente, andere einde naer de Voort op d'Aa. III ort

Het kadaster over de periode 1811-1832 maakt melding van een tuin op de plaats van het huis in bezit van Tieleman van Helmond (zie Voormalig huis F1040):

Kadaster 1811-1832; F1041:
Tuin, groot 06 roede 70 el, achterste Diesdonk.
Eigenaar: Tieleman van Helmond.
Opmerking is circa gelegen bij huis 10.

05

Overzicht bewoners

Hoeve op Achterste Diesdonck
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1680 Dionysius Bunnen Helmond ±1650 Goort Teunis Asten 24-09-1642
1688 Dionysius Bunnen Helmond ±1650 Marcelis Jansen van de Voort Asten ±1650
1698 Anna van den Boomen Helmond 26-07-1654 Marcelis Jansen van de Voort Asten ±1650
1717 Anna van den Boomen Helmond 26-07-1654 Aart Jan Aarts Asten 06-02-1683
Diesdonck huis 8
Jaar Eigenaar Geboorte Hoofdbewoner Geboorte
1736 Maria Wagemans Aarle-Rixtel 27-03-1684 Tiele Peter Coole Asten 24-10-1698
1741 Aart Jan Aarts Asten 06-02-1683 Aart Jan Aarts Asten 06-02-1683
1746 Aart Jan Aarts Asten 06-02-1683 Aart Jan Aarts Asten 06-02-1683
1751 weduwe Aart Jan Aarts Asten 17-07-1687 weduwe Aart Jan Aarts Asten 17-07-1687
1756 Tiele Peter Coolen Asten 24-10-1698 onbewoont
1761 Tiele Peter Coolen Asten 24-10-1698 onbewoont
1766 huis is weg