De pagina's Stegen/De Berken, Stegen/De Berken/Voormalig huis B1050 worden nu weergegeven
Stegen toevoegen aan selectie

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 15-05-2025 08:05:08
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

De Berken

Vroeger heette dit gebied de Molendijc of Meulendijk genoemd naar de nabijgelegen watermolen van Ruth en hieronder een korte beschrijving van de watermolen:

De Watermolen van Ruth was een onderslagwatermolen op de Astense Aa. Deze molen in eigendom van het klooster Binderen in Helmond, bevond zich nabij de buurtschap Ruth, een buurtschap in de gemeente Deurne. Cartograaf Willibrordus van der Burght plaatste de watermolen van Ruth omstreeks 1640 aan het juiste riviertje, de Astense Aa. De windmolen van Asten en het klooster van Ommel plaatste hij echter verkeerd.

01

De molen werd vermoedelijk kort na 1266 gebouwd en in 1326 voor het eerst in de schriftelijke bronnen vermeld. In een document van dat jaar werd de molen als grenspunt van de Deurnese gemeint genoemd. De molen fungeerde als oliemolen. Reeds in 1654 was ze in verval. Na de Vrede van Munster in 1648 vervielen de bezittingen van katholieke instellingen aan de overheid en werden tot hun verkoop beheerd door de Rentmeester van de Geestelijke Goederen. In 1671 verkoopt hij de hoeve Ruth te Vlierden. De koper had het bij de hoeve horende recht om den vervallen oliemolen weder te mogen oprichten. Bij een visitatie van alle watermolens in 1651 werd aangetekend dat er klachten waren geuit over de brug boven de slagmolen te Ruth aan het Rutsebosch en men verzocht die te repareren, zodat die weer door passanten en repassanten gebruikt kon worden. In 1730 kreeg de koper van de hoeve Ruth het recht om de molen te heroprichten, maar dat is nimmer gebeurd.

In de Astense archieven lezen we nog het volgende over het eigendom van de molen en het gebruiksrecht van de Astenaren:

Asten Rechterlijk Archief 33-52; 09-03-1622:
Ten voorschreven dage compareerden in het collegie de schepenen Mathijs Thomas, pachter van de goederen van Rut, toebehorende den Convente van Bynderen en heeft verclaert dat hij vanwegens den Convente voorschreven op Sondach laatstleden aen schepenen alhier heeft te kennen gegeven, gelijk hij andermael te kennen geeft mits desen, als dat die voors. Convente ofwel den Molen op Rut is gepermitteert op het Astense te turffen dry dagen dat daerom de voorschreven schepenen souden believen hem remonstrant de voorschreven turffinge somen belet sal te mogen volbrengen. Ende alsoo hem bij schepenen ten Sondage voorschreven was geantwoordt dat hij remonstrant vanwege den Convente soude hebben 't voorschrevene te bethoonen. Seeght de Eerwaarde Abdisse van 't Convente, ierst van 't voorschrevene geattesteert sijnde, hem heeft geseeght dat se het bescheet daervan sijnde den schepenen van Asten ierstdaeghs soude rescriberen. Versueckende nyettemin hij remonstrant ondertussen de voorschreven turffinge te mogen volbrengen. De welcke schepenen met remonstrant voer desen jaeren hebben geaccordeert onder expresse protestatie van dat alle saet van Asten tgene op den voorschreven Molen sal worden gesonden geslaegen te worden, ten halve gelder sal worden geslagen van anderen. Al het saet brengende ende dat in de commissie van dry dagen turvens op het Astense volgende de traditien van henne voorsaeten ende andere ouderlingen van Asten. Ende dit tertijdt en wijlen bij de bescheeden bij de Eerwaarde Abdisse te thoonen. Joost Peter Verdijsseldonck komt verklaren dat hij vanwege de Abdisse van Bynderen en haar rentmeester verboden is geworden om reparatie uit te voeren aen den Dijck gelegen tusschen den bovengeschreven Slachmolen en dese voorschreven heerlijkheit nyettegenstaende de belijdinge bij den schout daerop gedaen.

In het mooie boek over het Vlierdens verleden van Henk Beijers lezen we nog over Ruth:

Opvallend is wel dat vlak bij de huidige brug over de Aa van Ruth naar de Stegen tot voor kort de restanten van enkele dikke houten stijlen in de rivieroever zichtbaar waren. Zouden zij in vroeger eeuwen ooit gediend hebben als fundament van de Ruthse oliemolen?

Na 1800 werd het 'De Vier Uitersten' genoemd een vroegere naam voor het hedendaagse buurtschap de Berken en hieronder de religieuze betekenis1 van 'De Vier Uitersten':

Zoodanig agt ik zal de gedurende beschouwing zyn der vier uiterste (of laetste) dingen, gelyk ze doorgaans genoemt worden, namelyk: de dood, het oordeel, de helle en de hemel; onweyffelbaer alle zeer ernstige en gewigtige onderwerpen.

In de Provinciale Noordbrabantsche courant van 21-04-1892 worden de buurtschappen van Asten, waaronder 'De Vier Uitersten' met betrekking tot de postbezorging genoemd:

Wie er precies rond 1740 in dit deel van de Steegen woonden is beschreven in de archieven van Asten bij de lijst van vergoedingen voor misoogsten:

Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende te Steegen:

Naam Huis Omschrijving Vergoeding
Lambert Tijssen 23 ƒ 49,-
Dirk Aarts 22 ƒ 6,-

Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.

Ook wordt nog genoemd Jan Jan Hendriks voor een bedrag van ƒ 15,-, maar mogelijk was dit een inwonende knecht met enig bezit.
Lambert Tijssen bewoonde de boerderij in de buurt van het uit de 14e eeuw daterende goed de Molendijc, wat in de 18e eeuw Meulendijk genoemd werd. Hij had het in handen gekregen door zijn huwelijk met Anna Jan Peters van Ruth. Hun zoon Leendert erfde de hoeve, maar vader Lambert had hem wel met een schuld opgeladen, zodat hij de boerderij terug moest kopen. Zijn zoon Dirck Leenders was de volgende bewoner en diens dochter Johanna trouwde met Joost van Rest. Er volgden nog drie verervingen in de vrouwelijk lijn: Dochter Johanna Maria die trouwde met Gerrit Boogers; dochter Anna Maria Boogers trouwde met Francis Mennen en dochter Jodsina Mennen trouwde met Joseph Haazen. Tot op de dag van vandaag is de boerderij in bezit van de familie Haazen.

Dirck Aarts bewoonde in het begin van de 18e eeuw het huis aan de Meulendijk. Hij had het verkregen van zijn schoonvader Leendert Jan Coolen door zijn huwelijk met dochter Maria. Hun dochter Elisabeth trouwde met Joost Jansen van Rest en hun zoon Dirck Joosten van Rest was de volgende eigenaar. Dochter Judoca erfde het huis en trouwde met Jan van de Moosdijk en zij woonden tot begin 19e eeuw in het huis. Hun kinderen hebben het huis verkocht en Gerardus van Zeeland en later diens zoon Lambert van Zeeland woonden tot 1900 in de boerderij, die daanra is afgebroken.

Hieronder is de kadasterkaart van 1832 vergeleken met de topografische kaarten van 1860, 1900 en 1950. Tot in het begin van de 20e eeuw zijn er nagenoeg dezelfde plekken bewoond. Daarna verdwijnen er woonplekken tot er rond 1950 nog maar vier boerderijen over zijn.

02 03
04 05

Voormalig huis B1050

Rond 1926 is op het perceel B1050 in bezit van Johannes Mennen (zie Berken 2) een huis gebouwd onder hetzelfde kadasternummer. Later krijgt dit huis bij een vereniging kadasternummer B1519, waarbij vermeld wordt dat het twee huizen zijn. Pas enkele jaren later worden deze huizen gesplitst in B1618 en B1619 en wordt duidelijk dat het twee afzonderlijke huizen zijn.

Het meest zuidelijk gelegen huis wordt door eigenaar Johannes Mennen verhuurd aan derden en de eerste huurder is Antonie (Toon) Hendriks, geboren te Asten op 04-12-1865 als zoon van Jan Hendriks en Anna Elisabeth Berkers (zie Keizersdijk 6). Hij is op 11-02-1907 te Asten getrouwd met Geertruida Haazen, geboren te Asten op 13-02-1873 als dochter van Jan Mathijs Haazen en Johanna Maria Kanters (zie Voormalig huis B402a). 

In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit B63 op de Diesdonk (zie Diesdonkerweg 15) in het huis met huizingnummer C22, ook bekend staand als Berken 5, wonen:

Zij verhuizen aan het einde van de periode naar Ommel (zie Voormalig huis B1366). Vanaf 1929 wordt het huis bewoond door Henri (Harrie) Joosten, geboren te Deurne op 24-05-1905 als zoon van Wilhelmus Joosten en Francisca van Heugten. Hij is op 28-04-1933 te Asten getrouwd met Josephina (Fien) Mennen, geboren te Asten op 03-07-1905 als dochter van eigenaar Johannes Mennen en Francisca Haazen (zie Berken 2). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij vanaf 1933 in het huis met het adres Berken 5:

Zij vertrekken in 1935 naar Liessel en Henri (Harrie) Joosten is op 04-02-1968 te Liessel overleden en Josephina (Fien) Mennen is op 13-04-2001 te Liessel overleden. De nieuwe bewoner is Johannes Mennen, geboren te Asten op 08-01-1900 als zoon van Johannes Mennen en Hendrica Berkers (zie Kasteellaan 6 tot en met 8). Hij is op 06-02-1926 te Deurne getrouwd met Anna Maria Welten, geboren op 07-03-1900 te Deurne als dochter van Francis Welten en Johanna Maria Meulendijks. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Heusden rond 1935 in het huis met het adres Berken 5 wonen:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-03-1935 de geboorte van dochter Catharina.

 

Johannes Mennen en Anna Maria Welten verhuizen met hun gezin aan het begin 1936 naar Vosselen (zie Dijkstraat 45).

De nieuwe bewoner is Johannes Verrijt, geboren te Asten op 14-07-1909 als zoon van Leonardus Verrijt en Agnes Bots (zie Voordeldonk 90). Hij is op 18-04-1936 te Deurne getrouwd met Antonetta Josephina (Net) Mennen, geboren op 21-03-1909 te Deurne als dochter van Theodorus (Deurke) Mennen en Hendrika (Drika) Hurkmans. Over de periode 1930-1938 woonden Johannes Verrijt en Antonetta Josephina Mennen met hun gezin het adres Berken 5:

Zij verhuizen in 1938 naar het Kloostereind (zie Voormalig huis C613) en de nieuwe bewoner is Engelbert Caris, geboren op 10-05-1915 te Nederweert als zoon van Anna Maria Caris. Hij is als landbouwer op 24-09-1937 te Asten getrouwd met Helena (Leen) Gutjens, geboren op 22-09-1916 te Asten als dochter van Gerardus Gutjens en Hendrika Rooijakkers (zie Meijelseweg 41). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit de Prins Bernhardstraat 28 in het huis met adres Berken 5 wonen:

In de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-09-1938 de geboorte van zoon Gerardus Gutjens.

 

Engelbert Caris en Helena Gutjens verhuizen rond 1939 naar de Wolfsberg (zie Voormalig huis E1038).

Het huis bestaat niet meer en is volgens de kadastrale legger in eigendom van de Stichting het Noordbrabants Landschap rond 1971 gesloopt.

Overzicht bewoners

Kadasternummer B1050
# Periode Naam eigenaar Geboorte Opmerking Verandering
B1050 1926-1938 Johannes Mennen Asten 29-09-1875
Berken
# Periode Naam hoofdbewoner Geboorte Tweede persoon Geboorte Vertrek
C22 1927-1930 Antonie Hendriks Asten 04-12-1865 Geertruida Haazen Asten 13-02-1873 Ommel
5 1933-1935 Henri Joosten Deurne 24-05-1905 Josephina Mennen Asten 03-07-1905 naar Deurne
5 1935-1936 Johannes Mennen Asten 08-01-1900 Anna Maria Welten Deurne 07-03-1900 Vosselen
5 1936-1938 Johannes Verrijt Asten 14-07-1909 Antonetta Josephina Mennen Deurne 21-03-1909 Kloostereind
5 1938-1939 Engelbert Caris Nederweert 10-05-1915 Helena Gutjens Asten 22-09-1916 Wolfsberg