Stegen
Bij het kadaster staat Steegen voor de huizen aan de noordezijde van de Steegensche straat, die kadasternummers van Ommel dragen. Op de onderstaande kaart staan de kadasternummers en de bijbehorende huidge nummers aan de Stegen te zien:
Tot voor kort waren er nog twee boerderijen op oorspronkelijke locaties (#65 en #67), echter ook deze boerderijen hebben de strijd tegen de oprukkende industrie verloren.
Wie er precies rond 1740 in dit deel van de Steegen woonden is beschreven in de archieven van Asten bij de lijst van vergoedingen voor misoogsten:
Asten Rechterlijk Archief 118 folio 170; 29-12-1739:
Specifique lijste ofte memorie geformeert door schepenen en secretaris van Asten volgens het opgeven van de ingesetenen van Asten van soodanige als de ingesetenen van Asten geleeden hebben vant verhagelen van koorn op de 13e july en afwayen van de boekweyt op den 15e augustus 1737 wanneer het koorn en boekweyt rijp was. Alsmede van de menigvuldige swaare regen die gevallen is in de voorschrevene jaare 1737, 1738 en 1739 waardoor de weylanden geheel onder water gestaan hebben en het gras en hoy daardoor veel bedorven en verdronken is geworden door hetwelke veel runtvee en schapen bedorven en gestorven sijn, alsoo deselve op leege en natte weyen haar voedsel hebben moeten haalen, welk verdronken gras en hoy dat bedorven was in de wintertijden hebben moeten eeten. Mitsgaaders vant bevriezen van de boekweyt in desen jaaren 1739, tusschen de 15e en 16e juny allent welke schaade de navolgende ingeseetenen hebben opgegeven en getaxeert onder presentie vant selve ten allen tijde, des gerequireert werdende, met solemneele eede sullen bevestigen soo en gelijk bij of agter ider sijn naam is uytgetrocken en hierna is volgende te Steegen:
Naam | Huis | Omschrijving | Vergoeding |
---|---|---|---|
Hendrik Janse Walraven | 11 | ƒ 19,- | |
Jan Goort Gerarts | 10 | ƒ 35,- | |
Jan van Hooff | 9 | ƒ 30,- | |
Marten van Bussel | 8 | ƒ 33,- | |
Jan Jansen Walraven | 7 | ƒ 35,- |
Aldus dese lijste gemaakt en geformeert in voege als vooren volgens het opgeven der ingesetenen onder presentie van eede dat deselve de ongelucken en schaaden gehadt hebben, soo en gelijk agter ider sijnen naam staat aangeteekent en tot een som is getaxeert na ider sijn beste kennis. Wijders verklaaren wij ondergeteekende schepenen van Asten, op den eed ten aanvank van onser bediening gedaan dat de ingesetenen alhier wegens het verhagelen van koorn, afwayen en bevriesen van de boekweyt, sterven van een menigte beesten en schapen, verdrinken van hoy, gras, koorn en andere vrugten als int hooft deeser lijst, seer veelen groote schaade geleeden hebben en vooral in dese jaare, alsoo den ingesetenen alhier den grooten reegen die er is gevallen als anders op sijn best maar eene halve oogst gehadt hebben waardoor deselve buyten staat geraakt sijn om haar verschulde 's lants- en dorpslasten te konnen opbrengen en betaalen waardoor de ingesetenen dagelijks veele schaade en executiecosten moeten ondergaan. In teeken der waarheyt hebben wij deese ten prothocolle onderteekent binnen Asten, desen 28 december 1739.
Hendrik Janse Walraven bewoont een huis dat zijn grootvader Hans Walraven in 1662 heeft bewoond. Via zijn zoon Johannes Walraven in het in bezit gekomen van Hendrik Janse Walraven en die heeft het bezit doorgegeven aan zijn zoon Johannes Walraven en kleinzoon Andries Walraven, die er tot 1820 hebben gewoond. Tot 1848 heeft de familie Hoebergen er in gewoond en daarna tot 1897 de familie Vlemminx. Vervolgens woonde de familie Driessen er tot 1935 en daarna de familie van de Broek.
Jan Goorts Gerarts is in 1720 door aankoop van de nazaten van Nicolaas van Ruth eigenaar geworden van het huis. De hoeve is daarna gedurende nog vier generaties is eigendom geweest van de familie Goorts. Eerst zijn zoon Willem Goorts, daarna zijn kleinzoon Pieter Goorts en vervolgens zijn achterkleinzoon Bernardus Goorts. Diens dochter Petronella Goorts, getrouwd met Hendrik Vlemminx heeft tot 1895 in het huis gewoond. Daarna kende de boerderij nog enkele andere bewoners tot die in 1908 werd afgebroken.
Jan van Hoof is een zoon van Joris Jansen van Hoof die door zijn huwelijk met Catharina Philip Willems eigenaar geworden van een huis aan de Stegen. Catharina Philip Willems is een dochter van Philip Willems en Henrica, de dochter van de oorspronkelijk eigenaar Dirck Jan Goorts. Jan van Hoof had een zoon Johannes en een dochter Johanna beide getrouwd met een dochter en zoon van Huybert Tielen. Eerst is Huybert, de zoon van Johannes, vanaf 1752 eigenaar en bewoner en na diens overlijden in 1764 wordt Henrica, de dochter van Johanna, getrouwd met Mathijs Goort van Bussel eigenaar en bewoner. Hun dochter Elisabeth heeft er tot 1808 gewoond en daarna is de boerderij afgebroken.
Marten van Bussel pacht een huis in bezit van Hendrik Willems, een zoon van Willem Hendriks van den Eerenbeemt en Elisabeth Jan Canters. Elisabeth Jan Canters had het geërfd van haar vader Hendrik Jan Canters, die het gekocht had van Peter Antonie Loomans. De oorspronkelijke eigenaar in 1632 was Antonie Canters, die het in 1640 verkocht had aan genoemde Peter Antonie Loomans. Hendrik Willems woonde elders en verpachtte het huis aan derden totdat hij het in 1758 verkoopt aan Wilbert Aart Coppens. Hij heeft er tot het begin van de 19e eeuw gewoond en daarna is het afgebroken en restte slechts een weiland.
Dit huis was in eerste instantie in eigendom van het Groot Gasthuys van 's-Hertogenbosch en werd bewoond door Anthonis Verhyndert. In 1662 heeft Hans Walraven de hoeve opgekocht en hersteld. Zijn zoon Johannes Walraven heeft het huis geërfd en hij heeft het weer doorgegeven aan zijn zoon Jan Jansen Walraven. In 1771 is het huis afgebroken en sinds die tijd rest er een tuin.
Hieronder zijn de topografische kaarten van 1850, 1900, 1950 en 2015 met elkaar vergeleken:
Aan de noordzijde van de weg door de Stegen herkennen we in 1850 zes woonplaatsen en dat is er een meer dan we eerder op de kadasterkaart zagen. Ook de kaart rechtsboven uit 1900 toont zes boerderijen weliswaar op iets andere plaatsen. Linksonder op de kaart uit 1950 staan er nog vier boerderijen aan de noordzijde van de weg en al die tijd is het stratenpatroon nagenoeg ongewijzigd. In 1906 wordt in een artikel in de krant de Zuid-Willemsvaart van 03-10-1906 nog gesproken over 15 boerderijen:
Het stratenpatroon is veranderd met de ruilverkaveling in 1980 en in 2015 is er geen enkele van de oude boerderijen meer over en zij hebben plaats gemaakt voor een industrieterrein.