Stegen
De Stegen, vroeger ook wel bekend als 'Steegen', behoort tot de oudst bekende toponiemen van Asten en dateert uit de Middeleeuwen. De Stegen staat voor een pad vanuit het dorp in noordoostelijke richting naar de beemden aan de Astense Aa en de watermolen van Ruth. Archeologisch onderzoek1 heeft aangetoond dat de Stegen al rond het jaar 1400 bewoond moet zijn geweest:
In dit gebied zijn sporen gevonden van een ontginningshoeve uit de late 13e of vroege 14e eeuw. Het gebied zelf heeft een hoge enkeerdgrond, wat wijst op langdurig gebruik als akkerland. Binnen het gebied komen enkele boerderijen voor die ook al op het eerste kadastrale minuutplan te vinden zijn. De aanwezigheid van een plaggendek betekent dat eventuele archeologische resten maar in beperkte mate verstoord zullen zijn.
In geschiedbeschrijvingen worden een hoeve te Boescot en 't goet te Molendijc genoemd en dat zijn toponiemen die we in de Stegen tegenkomen:
Bossche protocollen 1376:
Matheeus van Boescot, gehuwd met Margriet, de hoeve te Boescot aan zijn zoon Henrick Stakenborch en de hoeve 't goet te Molendijc aan zijn zoon Reyneer Haengreve.
Matheus van Boescot was een zoon van Matheus Willemszoon van Stakenborch en Magdalena Hendricksdochter van Haengrave. Zijn grootvader, Willem de Roovere van Stakenborch, was heer van Asten en het is dus niet onwaarschijnlijk dat beide goederen onder Asten moeten worden gezocht. Dit ondanks het feit dat er ook in Hilvarenbeek een goedf met dezelfde naam voorkomt. Ook de datering rond het einde van de 13e eeuw is hiermee in overeenstemming. Vanaf de 16e eeuw staan beide goederen gelegen aan de Stegen verder beschreven, waarbij de boerderijen in bezit zijn gekomen van gewone Astense boeren.
In 1840 verschijnt er een schrijven van het provinciaal bestuur van Noord Brabant voor de aanleg van een nieuwe weg van Asten naar Deurne, waarbij ook de optie via de Stegen wordt besproken:
Uit het archief van het Provinciaal Bestuur de dato 20-05-1840 betreft de weg van Asten naar Deurne.
De tegenswoordige weg loopt van Asten op Ommelen, verder over Belgeren door Vlierden naar Deurne en zal zeven kwartier of twee kleine uurtjes lang zijn. Voor zoover hij op het Astens territoir loopt van de kom van het dorp tot aan de vormalige Belgerschen watermolen is het zeker de zandigste weg in Noord-Braband, zoo dat hij met geene eenigzins zware vragt bereden kan worden. Het gemeentebestuur van Asten heeft mij meermalen gesproken dat er voeglijk eenen veel beteren weg kan aangelegd worden, die daar en boven een half uur korter zoude zijn, hetgeen ook het gevoelen van den burgemeester van Deurne en Liessel is,met wien ik er over sprak.
Op den 16den dezer, bij gelegenheid mijner rondreize te Asten zijnde, wenschte ik het gevoelen van den raad hier over te vernemen. Alle leden van den raad waren eenparig van gevoel en dat het voor beide gemeentens eene zeer wenschelijke zaak zoude zijn om eene half uur naderen en daarenboven harderen weg te hebben. Van Asten af zoude deze baan loopen door de buurtschap Stegen, deze weg bestaat reeds en is wegens de lagere ligging dezer buurtschap altoos in vrij goeden staat. Van hier zoude men twee rigtingen kunnen volgen. De eerste over de hoeven Vorst onder Vlierden, behoorende aan de douarière Heister te Dusseldorf. Zie onder haar bezit in de Noord-Brabander van 29-07-1847:
De vorige eigenaar dezer hoeven, om eenen naderen weg naar Asten te hebben, heeft voor eenige jaren eenen weg of zoogenaamden dijk door zijn weideland gemaakt tot aan de kleine Aa, waarover hij eene brug heeft doen leggen. Doch om er geene algemeene passage te hebben heeft hij den weg door eenen draayboom afgesloten en de pachter heft er eene passagegeld van 2½ cent per kar, doch weigert ook wel eens den draayboom te openen, zoo dat, om zich hieraan niet bloot te stellen, er minder gebruik van dien weg gemaakt wordt dan anderszins het geval zoude zijn. Van de hoeven Vorst komt men door onder Vlierden verkochte nieuwe erven, alwaar een weg gelaten is, in de heide van Deurne waardoor harde heispooren loopen, doch waardoor men zeer voeglijk en zonder veel kosten eenen dijk in eene regte rigting naar het dorp zoude kunnen maken. De andere rigting die men aan den nieuwen weg zoude kunnen geven, loopt, van de Stegen af gerekend, meerder links of noordwaarts door eenen smallen weg die verbreed kan worden, tot in de nabijheid der Kleine Aa. Aan weerszijde van dit riviertje zoude men het terrein of strook voor eenen nieuwen weg moeten aankoopen en eene brug over de Kleine Aa leggen; aan het einde van dit weideland komt men aan de heide van Vlierden op de hoogte van het gehucht de Baarschot en zoo vervolgens in de heide van Deurne ter plaatse alwaar voor eenigen tijd de lijkurnen gevonden zijn, en dan valdt men op eenigen afstand in den grooten weg naar Deurne.
De kadastrale kaart uit 1832 van Stegen is vrij complex en is opgebouwd uit vijf verschillende kaartdelen. Dat betekent dat de kadastrale nummers sterk uiteenlopen en we onderscheiden de volgende gebieden:
# | Buurtschap | Kadasterindeling | Kadasternummers |
---|---|---|---|
1 | Zwartbroeken | Ommel | Bij Ommel ingedeeld |
2 | Steegensch Eindje | Dorp | G80-G100 |
3 | De Pas | Dorp | Kent geen bebouwing wel grondbezit |
4 | Sleegersch Eind | Voordeldonk | C1130-C1180 |
5 | De Stegen | Ommel | B670-B720 |
6 | Noord Oostelijke Stegen | Voordeldonk | C300-C360 |
7 | Vier uiterste | Ommel | B600-B650 |
Hieronder de ligging van die buurtschappen op de samengestelde kadastrale kaart van Stegen:
Hieronder zijn de veranderingen in de Stegen te zien aan de hand van drie topografische kaarten uit 1850, 1920 en 1980:
Behalve dat we wat namen zien veranderen, Steegen in Stegen en De 4 Uiterste in De Berken, zijn de veranderingen tot 1970 marginaal. Na de ruilverkaveling zien we in het noorden een snelweg en in het westen staat een nieuwbouwwijk, waarvoor de boerderijen hebben moeten wijken. Na 2015 zijn ook de boerderijen aan de noordzijde opgeofferd voor industrie en resten nog slechts 10 oude hoeven.
Overzicht van de huizenquohiernummers, kadasternummers en huizingnummers per gehucht:
Gehucht | Huizenquohiernummer | Kadasternummer 1832 | Huizingnummer 1859 | Huidige adres 2023 |
---|---|---|---|---|
De Berken | Steegen huis 22 en 23 | 3 cijfers begint met B6 | 2 cijfers, begint met C3 of C4 | Berken |
Noordoostelijke Stegen | Steegen huis 17 tot en met 21 | 3 cijfers begint met C3 | 2 cijfers, begint met C2 of C3 | Stegen even groter dan 60 |
Sleegersch Eind | Steegen huis 3 tot en met 5, 15 en 16 | 4 cijfers begint met C11 | 2 cijfers, begint met C1 of C2 | Stegen even kleiner dan 60 |
Steegensch Eind | Steegen huis 1 en 2 | 2 cijfers begint met G | 2 cijfers, begint met C1 of C2 | komt niet voor |
Stegen | Steegen huis 7 tot en met 11 en 17 | 3 cijfers begint met B6 of B7 | 2 cijfers, begint met C2 of C3 | Stegen oneven |
Referenties
- ^Archeologisch onderzoek plangebied Stegen (https://www.planviewer.nl/)
Voormalig huis B1050
Rond 1926 is op het perceel B1050 in bezit van Johannes Mennen (zie Berken 2) een huis gebouwd onder hetzelfde kadasternummer. Later krijgt dit huis bij een vereniging kadasternummer B1519, waarbij vermeld wordt dat het twee huizen zijn. Pas enkele jaren later worden deze huizen gesplitst in B1618 en B1619 en wordt duidelijk dat het twee afzonderlijke huizen zijn. Het meest zuidelijk gelegen huis wordt door eigenaar Johannes Mennen verhuurd aan derden en de eerste huurder is Antonie (Toon) Hendriks, geboren te Asten op 04-12-1865 als zoon van Jan Hendriks en Anna Elisabeth Berkers (zie Keizersdijk 6). Hij is op 11-02-1907 te Asten getrouwd met Geertruida Haazen, geboren te Asten op 13-02-1873 als dochter van Jan Mathijs Haazen en Johanna Maria Kanters (zie Voormalig huis B402a). |
![]() |
In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1920-1930 komen zij vanuit B63 op de Diesdonk (zie Diesdonkerweg 15) in het huis met huizingnummer C22, ook bekend staand als Berken 5, wonen:
Zij verhuizen aan het einde van de periode naar Ommel (zie Voormalig huis B1366). Vanaf 1929 wordt het huis bewoond door Henri (Harrie) Joosten, geboren te Deurne op 24-05-1905 als zoon van Wilhelmus Joosten en Francisca van Heugten. Hij is op 28-04-1933 te Asten getrouwd met Josephina (Fien) Mennen, geboren te Asten op 03-07-1905 als dochter van eigenaar Johannes Mennen en Francisca Haazen (zie Berken 2). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 wonen zij vanaf 1933 in het huis met het adres Berken 5:
Zij vertrekken in 1935 naar Liessel en Henri (Harrie) Joosten is op 04-02-1968 te Liessel overleden en Josephina (Fien) Mennen is op 13-04-2001 te Liessel overleden. De nieuwe bewoner is Johannes Mennen, geboren te Asten op 08-01-1900 als zoon van Johannes Mennen en Hendrica Berkers (zie Kasteellaan 6 tot en met 8). Hij is op 06-02-1926 te Deurne getrouwd met Anna Maria Welten, geboren op 07-03-1900 te Deurne als dochter van Francis Welten en Johanna Maria Meulendijks. In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit Heusden rond 1935 in het huis met het adres Berken 5 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 28-03-1935 de geboorte van dochter Catharina.
Johannes Mennen en Anna Maria Welten verhuizen met hun gezin aan het begin 1936 naar Vosselen (zie Dijkstraat 45). |
![]() |
De nieuwe bewoner is Johannes Verrijt, geboren te Asten op 14-07-1909 als zoon van Leonardus Verrijt en Agnes Bots (zie Voordeldonk 90). Hij is op 18-04-1936 te Deurne getrouwd met Antonetta Josephina (Net) Mennen, geboren op 21-03-1909 te Deurne als dochter van Theodorus (Deurke) Mennen en Hendrika (Drika) Hurkmans. Over de periode 1930-1938 woonden Johannes Verrijt en Antonetta Josephina Mennen met hun gezin het adres Berken 5:
Zij verhuizen in 1938 naar het Kloostereind (zie Voormalig huis C613) en de nieuwe bewoner is Engelbert Caris, geboren op 10-05-1915 te Nederweert als zoon van Anna Maria Caris. Hij is als landbouwer op 24-09-1937 te Asten getrouwd met Helena (Leen) Gutjens, geboren op 22-09-1916 te Asten als dochter van Gerardus Gutjens en Hendrika Rooijakkers (zie Meijelseweg 41). In het bevolkingsregister van Asten over de periode 1930-1938 komen zij vanuit de Prins Bernhardstraat 28 in het huis met adres Berken 5 wonen:
In de krant de Zuid-Willemsvaart van 01-09-1938 de geboorte van zoon Gerardus Gutjens.
Engelbert Caris en Helena Gutjens verhuizen rond 1939 naar de Wolfsberg (zie Voormalig huis E1038). |
![]() |
Het huis bestaat niet meer en is volgens de kadastrale legger in eigendom van de Stichting het Noordbrabants Landschap rond 1971 gesloopt.
Overzicht bewoners
Kadasternummer B1050
# | Periode | Naam eigenaar | Geboorte | Opmerking | Verandering |
---|---|---|---|---|---|
B1050 | 1926-1938 | Johannes Mennen | Asten 29-09-1875 |
Berken
# | Periode | Naam hoofdbewoner | Geboorte | Tweede persoon | Geboorte | Vertrek |
---|---|---|---|---|---|---|
C22 | 1927-1930 | Antonie Hendriks | Asten 04-12-1865 | Geertruida Haazen | Asten 13-02-1873 | Ommel |
5 | 1933-1935 | Henri Joosten | Deurne 24-05-1905 | Josephina Mennen | Asten 03-07-1905 | naar Deurne |
5 | 1935-1936 | Johannes Mennen | Asten 08-01-1900 | Anna Maria Welten | Deurne 07-03-1900 | Vosselen |
5 | 1936-1938 | Johannes Verrijt | Asten 14-07-1909 | Antonetta Josephina Mennen | Deurne 21-03-1909 | Kloostereind |
5 | 1938-1939 | Engelbert Caris | Nederweert 10-05-1915 | Helena Gutjens | Asten 22-09-1916 | Wolfsberg |