De pagina's Voordeldonk, Voordeldonk/Bluijssens Broek worden nu weergegeven

Bewoningsgeschiedenis

Dit is een deel van de bewoningsgeschiedenis gemaakt op 28-03-2024 12:03:50
Voor de voor het laatst bijgewerkte versie surf je naar https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis

Voordeldonk

Dit voorwoord is opgedeeld in verschillende voorwoorden specifiek voor de gehuchten Rinkveld en Achterbos, Brand en Kloostereind en Voordeldonk en Noord Voordeldonk.

Rinkveld en Achterbos

Het Rinkveld kan te maken hebben met het toponiem betreffende een ringvormig veld en op de kadasterkaart uit 1832 is in het midden met enige fantasie wel een half rond veld te benoemen. Ook op latere kaarten met meer detail is geen sprake van een rond veld.

01

Een andere verklaring voor de naam Rinkveld is afkomstig van het geslacht van Rinckvelt dat in de Middeleeuwen als nazaten van de graven van Rode in Helmond woonden. De vroegste vermelding is in het jaar 1391:

Heer Jan Wautgers, uter Hagen, priester, heeft verpacht aan zijn neven Willem, die zijn vaders broeder was, zijne goederen tot Rincvelt gelegen in Die Haege, voor 8 mud koren, ½ rogge en gerst, en 4 oude vlemsch schilden. Jan voorschreven behoudt zo lang hij leeft die Vlemsch camer die aen dat huijs op Rincvelt steet
De bewoners van de hoeve noemden zich van Rincvelt en behoorden tot het klooster van Binderen. Het is goed mogelijk dat deze herenboeren zich in de omgeving hebben verspreid en de nieuwe hoeven eveneens Rincvelt hebben genoemd. Naast Helmond komen in Deurne, Lierop, Asten, Bakel en Vlierden ook de naam Rincvelt voor.
We citeren hier uit een beschrijving van een fietsroute van heemkundekring de Vonder:
De Achterbosch behoort tot de oudst bekende toponiemen van Asten, daterend uit de Middeleeuwen. Achterbosch, in de Middeleeuwen Afterbosch, wijst op een bos tussen het dorp en de Astense Aa. Op Achterbosch is in de Middeleeuwen hoeve de Lensdonck ontstaan met een grootte van vier gebonten (een samenstel van balken bestaande uit twee stijlen en een ankerbalk), die in een Astense schepenakte van 4 februari 1464 voorkomt. De grond grenst onder andere aan de eigendommen hier van het Helmondse klooster Binderen, waar de huidige straatnaam Kloostereind op wijst. Twee eeuwen later, in november 1664, is er sprake van dat de Lensdonck is afgebroken en heeft plaats gemaakt voor de hoeve Achterbosch.

De huidige buurtschap Achterbosch bestaat uit meerdere boerderijen, gegroeid uit die ene middeleeuwse hoeve. In de negentiende en twintigste eeuw zijn alleenstaande stallen omgebouwd tot boerderijen; een gebruikelijke ontwikkeling. De hoogteverschillen in het landschap zijn enerzijds het gevolg van het lage dal van de Astense Aa en anderzijds de eeuwenlange continue bemesting door de hoevenaars. In het dal lagen vroeger de beemden, de natuurlijke hooilanden. De boeren bemestten jaarlijks de akkers op Achterbosch met de mest uit hun potstallen. Door de manier van ploegen, in de rondte vanaf de rand naar het midden, zijn de landschappelijk waardevolle bolle akkers ontstaan. Achterbosch gaat over in Kloostereind. Het adellijke Cisterciënzerinnenklooster uit Helmond had hier in de Middeleeuwen bezittingen. Omdat ze vanuit Binderen het verst in deze richting vanaf het klooster lagen, werd het Kloostereind genoemd.

Peer Welten geeft de volgende beschrijving over enkele bewoners van de Achterbos:

Enkele typische bewoners van de Achterbos waren de drie gebroeders van Valen, Cor, Toon en Drikus. Als je het iemand van buiten Asten zou vertellen dan zouden ze je als gek en leugenaar uitmaken en toch is het echt waar. Ze leefden niet volgens de normale regels maar door 'n aparte taakverdeling onderling, boerden ze gemeenschappelijk en door hun wijze van leven werden ze ook nog sterk en ook oud, terwijl ze het met de hygiëne helemaal niet zo nauw namen.

02 03

Hun boerderij met bijgebouwen behoorde tot 'n eeuwenoude boerennederzetting gelegen aan de Achterbosch. Ik denk dat er op de wereld niemand zoveel spek heeft gegeten als deze drie vrijgezellen. Kijk de plaatjes boven, dat zegt sowieso al genoeg over hun wijze van kleden, eten en wonen.

De naam van de vroegere hoeve op de Achterbos, de Lensdonk, komen we met name in het Rinkveld veelvuldig tegen als Verleynsdonck, Verlensdonck en later Verlijsdonk. Ook de naam van de Agterbosch is een tijd in gebruik geweest, echter een splitsing van de boerderijen in 1760 heeft geleid tot vele nieuwkomers en springt er niet een naam uit.

Hieronder een kaart uit het midden van de 19e eeuw met daarin de buurtschappen Rinkveld en Achterbosch:

04

Brand en Kloostereind

Kloostereind en Brand zijn buurtschappen die deel uitmaken van het gehucht Voordeldonk. Bij de stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten1 staat de onderstaande passage, waarin 'Hoeve de Brant' voorkomt:

Verspreid over het kasteellandschap ligt een aantal locaties waar de voormalige pachtboerderijen waren gesitueerd. Het gaat om de volgende locaties:

  • Voorste Heusden.
  • De Middenhoeve of Hofgoed. Hier bevond zich mogelijk de voorloper van het huidige kasteel. Het gebouw is verdwenen, twee langgerekte waterpartijen zijn nog wel aanwezig.
  • De Brant.
  • De Polder (bebouwing verdwenen).
  • De Wolfsberg (bebouwing verdwenen).
  • Achterste Heusden

De boerderijen zijn onlosmakelijk verbonden geweest bij het totstandkomen van het kasteellandschap.

Hoeve de Brant is dus een pachtboerderij die in eigendom was van de Heeren en Vrouwen van Asten en dat blijkt ook uit een archiefstuk uit 1725:

Asten Rechterlijk Archief107b folio 86 verso 11-12-1725:
Aan ons, schepenen van Asten, is getoond een opdracht van notaris Hendrik de Bie, te 's-Hertogenbosch namens Gerardus Assuerius Ludowicus Baron de Horion Colonster, Heer van Colonster, Angeleur, Goor, Buggenum, Grand Manior van Luyck, gedeputeerde van het land van Luyck en Graafschap Loon om overgave te doen van de tocht in de volgende leengoederen te weten:

  • De hoge en middelbare jurisdictie van de heerlijkheid Asten, met het recht van aanstelling van drossard, secretaris en vorster.
  • De gerechtigdheid van de jacht, houtschat, lenen, gruit, cijnsboek.
  • Het Huis van Asten met de neerhuizingen, stallen, schuur, poort, singels, hof en boomgaard 10 lopense.
  • De korenwindmolen.

Nog in vol eigendom de allodiale goederen te weten:

  • Huis, hof en aangelag, land en groes te Heusden.
  • Huis, hof, aangelag, schuur en schop op den Brant 7 lopense.
  • Huis, schuur, hof en land de Polder 14 lopense.
  • Huis, schuur, schop, hof en aangelag Wolfsberg 21 lopense.
  • Huis, schuur, schop en aangelag te Heusden 2 lopense.

De overgave wordt gedaan aan Johannes Christofforus Baron de Bertholff, Heer van Baalen. De goederen zijn de constiuant aangekomen bij testament van wijlen zijn vrouw, Anna Wilhelmina Baronnesse de Doerne.
Notaris de Bie, de dato 11-12-1725 te Asten gepasseert.
Schepenen 's-Hertogenbosch.

In tegenstelling tot het adellijke bezit van Hoeve de Brant was het Kloostereind kerkelijk grondbezit in eigendom van het klooster van Binderen.

Het klooster van Binderen werd gesticht tussen 1244 en 1246, hoogstwaarschijnlijk door toedoen van Maria van Brabant, dochter van de Brabantse hertog Hendrik I, die door haar huwelijk met de Duitse keizer Otto IV keizerin werd. De stichting van het klooster is gebaseerd op onderstaande legende:
Maria van Brabant raakte met haar paard en page verdwaald tijdens een jachtpartij. Per ongeluk kwam zij met paard in een moeras terecht. Uit nood bad zij tot God en sprak de woorden: "O God, wees mij genadig, verlos mij uit deze nood. O God 'k binder in"! Niemand hoorde haar, toen zij aan God beloofde een klooster te stichten werd de grond onder haar weer vast en kon zij het moeras ongedeerd verlaten. Het moeras blijkt achteraf niet geschikt te zijn voor bebouwing. Tijdens een avond vroeg zij tijdens haar gebed aan Maria om een geschikte plaats. Toen zij vanuit 't Oude Huys naar buiten keek zag zij op een hoog veld bij rivier de Aa een aantal cisterciënzer nonnen in wit habijt, in gezelschap van zes jonkvrouwen, lopen. Uiteindelijk is dit de vestigingsplek van het klooster geworden. De naam van het klooster werd genaamd naar het angstig avontuur van Maria van Brabant; Binder-in, oftewel Binderen.

05

Na het overlijden van haar vader, kreeg zij Helmond als weduwengoed. In 1260 viel Helmond, na het kinderloze overlijden van Maria, weer terug aan het hertogdom. Toen was Binderen al een gerenommeerd klooster en de nonnen die in Binderen woonden, behoorden tot de orde van de Cisterciënzers, een strenge, op beschouwing en contemplatie gerichte orde. De abdij werd ten gevolge van vele giften een van de grootste grondbezitters van Helmond en nabije omgeving. De meeste grond lieten zij bewerken door pachters. Bekende pachthoeven waren onder andere de hoeve Ter Kemenade, de Pannehoeve en de Bommeneesche Hoeve. De abdij heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij het ontginnen van veel woeste gronden en in het doorvoeren van nieuwe landbouwtechnieken.
Het klooster had, net als de meeste andere kloosters in Noord-Brabant, veel te lijden van de Tachtigjarige oorlog. Na de vrede van Munster in 1648 werd de abdij op bevel van de Staten-Generaal opgeheven. De rijke bezittingen werden staatseigendom. Het kloostergebouw zelf werd met de onmiddellijke omgeving in 1658 verkocht aan Johan Gans. Het werd daarna verbouwd tot patriciërswoning. In 1772 werd het gebouw verkocht aan Diederik Huygens, die het in 1776 met de grond gelijk maakte.

Tussen het Kloostereind en de Brand ligt nog een gebied met de naam de Vork, dat in dit boek bij de Brand is ingedeeld. De kadasterkaart uit 1832 en de topografische kaart uit 1920 hieronder maken de ligging van de buurtschappen duidelijk:

06

07

Voordeldonk en Noord Voordeldonk

Het gehucht Voordeldonk ligt ten oosten van Asten. Het laatste deel 'donk' komt vaak voor en staat voor een hoger gelegen zandrug. Het eerste deel kan te maken hebben met 'voorde' of 'voir', een plaats om een beek over te steken, of met 'vorrel' wat staat voor een smal stuk land. Aangezien in het Asten's vaak gesproken wordt van Vorreldonk en deze naam ook in de archiefbronnen voorkomt, ben ik geneigd tot deze laatste optie. Vorreldonk staat dan voor een smalle hoger gelegen zandrug. Echter de naam Voirdeldonck zien we ook terug in archieven uit de 15e eeuw en er bestaat een watergang met de naam 'de Voordeldonkse Broekloop'.

Bij de gemeente Asten lezen we het volgende over Voordeldonk:

Voordeldonk is een historisch gehucht met een waarschijnlijk laatmiddeleeuwse oorsprong. Gedacht wordt dat Asten tussen 1000 en 1250 ontstaan is als centrum van een tiendakkerdorp met Voordeldonk als één van de gehuchten die rondom Asten aanwezig waren. Helaas zijn er weinig tot geen archeologische gegevens uit bekend.

Voordeldonk is gelegen in een besloten, oude zandontginning. De akkers zijn door de eeuwenoude ophoging met plaggen vaak hoger gelegen en hebben soms een bolle ligging. De structuur van de gronden is te herkennen aan een vrij onregelmatige blokvormige verkaveling en een bochtige wegenstructuur. De Voordeldonk betreft een historische bebouwingsconcentratie welke aansluit op de oostzijde van de kern Asten en de overgang vormt tussen de kern en het landelijk gebied. Op de Kadastrale minuut is goed te zien dat de Voordeldonk eindigt in het langwerpige, driehoekig plein. Dit plein kan worden gezien als een dries, een open boerengebruiksruimte waar het vee werd verzameld, om daarmee naar de gemeenschappelijke weidegronden te gaan. De dries lag dan ook van oorsprong aan de rand van het dorp. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant is de weg Voordeldonk aangeven als een historisch-geografisch lijnelement van redelijk hoge waarde. De bebouwing aan de Voordeldonk bestaat voornamelijk uit langgevelboerderijen waarvan verschillende als historische waardevolle bebouwing aan te merken zijn.

Voordeldonk is een van de historische aanloopwegen naar Asten. De oudere bebouwing in Asten is voornamelijk aan deze wegen gelegen. Deze bebouwing die nog aanwezig is, is nu met name in gebruik als burgerwoning. Eind 19e eeuw was reeds een concentratie van bebouwing aanwezig. De kruising Voordeldonk, Kloostereind, Achterbos bestond voorheen uit een brinkstructuur die thans niet meer aanwezig is.

08

Voordeldonk vormt één van de kleine nederzettingen rond Asten die dicht bij de overgangen naar nattere zones in het landschap lagen. Asten zelf ligt op een zandrug langs de Aa. Nederzettingen zoals Voordeldonk bestonden doorgaans slechts uit enkele langgevelboerderijen die pal langs een weg lagen. Dit komt overeen met het bewoningspatroon dat vanaf de 13e eeuw voor deze regio kenmerkend is. De bewoning lag als lintbebouwing langs de rand van wegen die aan de randen van de akkergebieden lagen. Vaak lag de bewoning op de overgang van de wat hogere naar de iets lagere delen in het landschap.
De uitgang donk duidt op een zandkop. Vanuit dergelijke kleine nederzettingen werden zogenaamde éénmansakkers geëxploiteerd en vond beweiding plaats van de natte beemden in de beekdalen. Voordeldonk lag nabij de Beeker loop en de Broekloop. Omdat Asten de eerste plaats was aan de rand van de Peel, werden hier reparatiewerkplaatsen voor wagens, kroegen en herbergen opgericht ten behoeve van reizigers en peelwerkers. Hieruit kwam ook een aanzienlijke handelsactiviteit voort.

09 10

Foto's van typische boerderijen gelegen op Voordeldonk.

11 12

En dan had je ook nog café van den Eijnden een uitspanning gelegen op Voordeldonk, geleid door Johannes (Jan) en Helena (Leentje) Snijders.

13 Later werd dit 'het Fortuintje', en in dat café werd je toen geholpen door Leentje van den Eijnden, daarom werd het later omgedoopt tot café en eetgelegenheid 'bij Leentje'.

In 1760 vindt er een zwaar noodweer plaats en geeft een lijst met schade, de namen van de bewoners van Voordeldonk

Asten Rechterlijk Archief 121 folio 137; 22-08-1760:
Specificatque leyste ofte memorie geformeert door regenten van Asten. Na voorgaande publicatie op het aangeven der ingezetenen, wegens de schade hen overkomen terzake dat, op zaterdag 5 juli laatstleden door een extra swaar onweer, vergezelt met sware regen, stormwinden en swaare hagelslag waardoor de oogst te velde onder de nagenoemde uithoeken of haartgangen ten dele neergeslagen is. Ook is aan de huizen, schuren, boom- en tuinvruchten veel schade toegebracht. De oogst is op enige plaatsen voor de helft en op andere plaatsen minder geruïneerd. Op onderstaande lijst, die naar onze beste wetenschap is geformeert, is achter ieders naam gesteld het aantal lopense rogge dat door ieder was bezaaid, het aantal lopense der boekweit en zomervruchten en het bedrag der geleden schade, door de regenten is het minste of laagste bedrag getaxeert.

Naam bewoner Huis Bezaaid rogge Bezaaid boekweit Overige schade Bedrag
Reynder Aarts 5 2½ lopense 3 copse ƒ 16,-
Antoni Vreynse Verleysdonk 6 6 lopense 3 copse ƒ 40,-
Joost Leenders van Hugten 7 10 lopense 4 lopense ƒ 55,-
Mattijs Bollen 8 9 lopense 3½ lopense ƒ 65,-
Huybert van Bussel 9 12 lopense 3½ lopense ƒ 50,-
Philips Jansen 10 16 lopense 4 lopense ƒ 70,-
Hendrik Marten Gielens 11 7½ lopense 3 lopense ƒ 60,-
Jan Vervoordeldonk 30 16 lopense 4 lopense ƒ 80,-
weduwe Laurens Antonis 31s 25 lopense 5½ lopense ƒ 130,-
Dirk Bosmans 31 3½ lopense ƒ 17,-
kinderen Marcelis Berkers 34 29 lopense 8 lopense ƒ 15,-
Peter van Bussel 35 16 lopense 4 lopense Aan sijn huys, stallinge en schuur om en te neder geslagen ƒ 100,-
ƒ 100,-
kinderen Marcelis Berkers 36 13 lopense 3½ lopense En de huysinge daar in woonde en competeerende aan kinderen Marcelis Berkers voor een gedeelte ingestort
en de stallinge schuur en torffschop int geheel omgewayt en ternedergeslagen
ƒ 95,-
ƒ 100,-

De totale schade voor Asten bedraagt ƒ 11671,-. Aldus dese lijste geformeert in voegen als voorenstaat, ter raadcamer van Asten, op den twingtigste en een en twintigste augusty 17c sestig. Wijders verklaren wij, ondergeteekende schepenen en secretaris der heerlijkheyt Asten en Ommel, geleegen in den quartiere van Peeland, Meyerije van 's Hertogenbosch, dat wij de ingesetenen op het voorschrevene aangeven van haare oogst waarin den hagelslag is gevalle hebben vermaant en gerecommandeert om in oprechtheyt en na waarheyt hetselve, als onder eede, op te geven en te taxeeren na derselver beste kennis en wetenschap, niet op het meeste maar op het minste. Hetwelk soo als het ons voorkomt is gedaan en soo wij vermeene int generaal meer schade is geschiet als voors. leyste monteert, alsoo den oogst ten velde maar begroot is op tien gulden ider loopense dooreen gereekent en van veele haare oogst meer als voor de helft is geruineert, andere wederom voor een vierde, derde min of meer. Dat ook niet getaxeert is de kleynigheden vant afwayen van stro van de daken der huysen en schuure, verbrijselen van de glasen, boom- en tuynvrugten, twelk nog een merkelijke somme soude beloopen. In teeken der waarheyt hebben wij desen ten prothocolle onderteekent, binne Asten, den twee en twinstigste augusty 17c sestig. Jan van Riet, president, Antoni Haasen, Hendrick Berckers, Jan Vervoordeldonck, W. Bruynen, L. van Riet, Hendrick Peter Driesen, J. Losecaat, secretaris.

Hieronder een kaart uit het begin van de 20e eeuw met daarin het buurtschap Voordeldonk:

14

Rond 1938 zijn officiële straatnamen ingevoerd in Asten, maar in Voordeldonk waren voor die tijd al straatnamen bekend, zoals blijkt uit een krantenartikel in het dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage van 19-01-1915:

De Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 03-02-1928 meldt dat Voordeldonk op het electriciteitsnet wordt aangesloten:

VoordeldonkPNBHC03021928.jpg

Overzicht van de huizenquohiernummers, kadasternummers en huizingnummers per dorpsdeel:

Dorpsdeel Huizenquohiernummer Kadasternummer 1832 Huizingnummer Huidige adres 2023
Achterbos Voordeldonck huis 1, 3 en 4 3 cijfers begint met C4 of C6 2 cijfers, begint met C4 of C5 Achterbos en Wezelstraat
Bergweg Wolfsberg huis 1 tot en met 4 3 cijfers begint met C8 2 cijfers, begint met C13 Bergweg
Bluijssens Broek komt niet voor na 1832, begint met D 3 cijfers, begint met C12 Bluijssens Broekdijk
Brand Voordeldonck huis 26, 27 en 28 3 cijfers begint met C5 of C6 3 cijfers, begint met C10, C11 of C12 Brand en Venbergweg
Kloostereind Voordeldonck huis 20, 22 tot en met 25 3 cijfers begint met C4 of C6 2 cijfers, begint met C9 of 3 cijfers met C10 Kloostereind
Noord Voordeldonk Voordeldonck huis 6 tot en met 11 3 cijfers begint met C4 of C6 2 cijfers, begint met C5 of 3 cijfers met C10 Voordeldonk groter dan 85
Rinkveld Voordeldonck huis 12, 13 en 14 3 cijfers begint met C1 2 cijfers, begint met C5 of C6 Rinkveld en Valkenierstraat
Voordeldonk Voordeldonck huis 29 tot en met 32, 34, 35 en 36 3 cijfers begint met C7 of C8 3 cijfers, begint met C12 of C13 Voordeldonk kleiner dan 85

Referenties

  1. ^Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten (https://kasteelasten.nl/)

Bluijssens Broek

Rond 1851 wordt het eerste huis van Bluijssens Broek gesticht door jonkheer Christiaan Diederik Emerens Johan Bangeman Huygens. Christiaan Diederik Emerens Johan Bangeman Huygens is geboren te Sint-Oedenrode op 31-10-1772 als zoon van Willem Vincent Bangeman Huygens en Catharina Constantina Huygens. Hij is als minister op 16-02-1815 te Maastricht getrouwd met Constantia Wilhelmina Vrijthoff, geboren op Maastricht op 03-03-1772 als dochter van Jan Bernard Vrijthoff en Jacquelina Hermanna Eleonora Hesselt van Dinter.

Op wikipedia lezen we het volgende over hem:

Bangeman Huygens was de zoon van Vincent Willem Bangeman, die onderkoopman was van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, en Catharina Constantia Huygens. Hij was minister plenipotentiaris van de Bataafse Republiek. Van 1797 tot 1807 minister plenipotentiaris van koning Lodewijk Napoleon Bonaparte te Kopenhagen. Nadien was hij werkzaam als staatsraad sectie Wetgeving en Algemene Zaken, minister plenipotentiaris en extra-ordinaris envoyé van de koning van Holland bij het hof van het Koninkrijk Westfalen te Kassel en wederom staatsraad sectie Marine en Oorlog. In 1810 werd hij aangesteld als requestmeester-generaal.

Van 1815 to 1825 was hij minister plenipotentiaris van Nederland voor de Hanzesteden te Hamburg en van 1826 tot 1830 extra-ordinaris envoyé en minister plenipotentiaris te Washington D.C.. De laatste positie bekleedde hij eveneens te Kopenhagen. In 1837 werd hij lid van de Ridderschap van Noord-Brabant.

Christiaan Diederik Emerens Johan Bangeman Huygens is op 29-03-1857 te Maastricht overleden en het huis wordt verkocht aan Jan Bluijssen, die het pand opnieuw opbouwde en diverse stallen en schuren eraan toevoegde. Jan Bluijssen woonde zelf in de Molenstraat en verpachtte de boerderij aan mensen die voor hem in dienst waren. Daarnaast wordt er rond 1878 aan de weg door Bluijssens Broek nog een nieuwe boerderij gebouwd, bewoond door Theodorus Mennen.

Van groot belang voor Asten was de aanwezigheid van de firma Antoon Bluijssen en zonen. Deze firma is opgericht in 1828 door Antoon Bluijssen (1782-1853) en tot grote bloei gekomen onder diens zoon Jan Bluijssen (1821-1897). De firma deed in textiel, boter en margarine waarvoor de fabrieken in het hart van Asten gebouwd werden. Later is er door Willem Bluijssen (1860-1907), zoon van Jan, een winkelketen opgezet die tussen 1891 en 1899 expandeerde tot 144 winkels in Nederland, België, Engeland en Schotland. En dan was er nog het landgoed Bluijssens Broek met een grote vooraanstaande boerderij.

Joannes (Jan) Bluijssen is geboren te Asten op 24-01-1821 als zoon van Antonie Bluijssen en Maria Catharina Coolen. Hij is op 06-08-1852 te Asten getrouwd met Anna Maria Josepha Adriana van den Dries, geboren te Woensdrecht op 05-10-1922 als dochter van Cornelis Guilhelmus van den Dries en Adriana Hendrica van Gils. Joannes (Jan) Bluijssen is op 26-03-1897 te Asten overleden en Anna Maria Josepha Adriana van den Dries is op 26-03-1899 te Asten overleden.

Hiernaast een foto van Jan Bluijssen:

01

Na de dood van Anna Maria Josepha Adriana van den Dries kwam het landgoed Bluijssens Broek in 1900 in bezit van zoon Wilhelmus Joannes Franciscus Maria Bluijssen, geboren te Asten op 29-01-1860. Hij was eveneens woonachtig in de Molenstraat en hij draagt zijn bezit in 1903 over aan zijn broer Johannes Hermanus Severius Bluijssen, geboren te Asten op 22-10-1862. Hij is op 30-07-1889 te Geldrop getrouwd met Catharina Maria Brigida van den Heuvel, geboren te Geldrop op 11-07-1864 als dochter van Wilhelmus van den Heuvel en Paulina Kouwenbergh. Johannes Hermanus Severius Bluijssen woonde in het huis op de hoek Koningsplein-Julianastraat. (zie Julianastraat 2)

Hiernaast een foto van Wilhelmus Joannes Franciscus Maria Bluijssen en Johannes Hermanus Severius Bluijssen:

02 03

Hieronder een stuk over Bluijssens Broek geschreven door G. Wijnen uit Helmond:

Tussen 1850 en 1860 werd door de drie gebroeders Bluijssen vennoten van de firma A. Bluijssen Hannes, Willem en Jan, een complex heide en woeste grond aangekocht. Dit complex van ongeveer 60 à 70 hectare lag aan beide zijden van de zandweg, die van Voordeldonk door het Gevlogt naar de later verharde weg van Asten naar Meijel liep. Voor de grond hebben zij zeker niet meer dan ƒ 50.- per hectare betaald. Van dit complex werd een gedeelte geleidelijk ontgonnen voor bouw- en weiland en het andere gedeelte werd voor bosbeplanting bestemd.
Door de stichting van voor die tijd grote gebouwen: woonhuis, stallen, schaapskooi en schuren aan beide kanten van de weg, ontstond de pachtboerderij "Bluijssens Broek" met een belangrijke veestapel: koeien, moalen (vaarzen), schapen, varkens, 2 à 3 ossen en gewoonlijk 3 paarden.
Het werk op de boerderij werd gedaan door knechten en meiden onder toezicht van een deskundige "baas", die elke zondag rapport uitbracht aan Jan Bluijssen en na diens dood aan zijn zoon Johan Bluijssen, grootvader van bisschop Jan Bluijssen.
Het was op deze boerderij, dat het eerst in Asten en omgeving een dorsmachine met paardentractie in gebruik werd genomen. Voor de familie Bluijssen en hunne gezinnen was het een prachtig ontspanningsoord en goed jachtterrein.
De weg van het dorp Asten naar Voordeldonk werd door de gemeente verhard als grindweg en de firma Bluijssen maakte van de weg van Voordeldonk tot Bluijssens Broek" een sintelweg.
Men kon het de heren Bluijssen en speciaal Jan Bluijssen, aanzien, hoe zij genoten als zij met hun pracht landauer (zie foto hieronder), bespannen met een raspaard, naar de mooie bezittingen reden.

04

Het spreekt vanzelf, dat belangrijke zakenrelaties en vrienden uit het hogere maatschappelijke en politieke leven, die een bezoek aan Asten brachten, in de gelegenheid werden gesteld een uitstapje te maken naar "Bluijssens Broek", waar ze door de eerste meid, die uitmuntend kon koken, met heerlijke 'Brabantse gerechten, rijkelijk besproeid met wijnen uit de vermaarde wijnkelder, verwend werden.
Toen in 1901, bij de verdeling van de boedel na de dood van mevrouw de Weduwe Bluijssen-van den Dries, bleek dat men een mand wijn vergeten had, werd deze naar "Bluijssens Broek" gebracht en werd een feestmaal aangericht, waarbij behalve de firmanten Willem en Johan Bluijssen, het kantoorpersoneel, waartoe ook schrijver dezes behoorde en de afdelingschefs uit de fabriek aanzaten. Het hoofdgerecht was heerlijke spekstruif, waarbij overvloedig van de vergeten wijn geschonken werd. Het was in de zomer en het feest duurde tot middernacht. Het afleggen van de circa 4 km naar Asten ging gepaard met vallen en opstaan en de volgende morgen om 9 uur was op het kantoor, waar normaal het werk begon om 8 uur, geen sterveling te zien. Sommigen hadden de wijn, ofschoon dat niet nodig was, nagemeten.
De boerderij werd voortreffelijk beheerd en het vee, zowel als de veldvruchten, werden herhaaldelijk door deskundigen uit verschillende delen van het land bewonderd.
Meerdere jaren achtereen werd een os gemest voor de paasveetentoonstelling. De os werd telkenjare op de tentoonstelling verkocht om de Luikenaren er met de paasdagen van te laten smullen.
In een bepaald jaar, omtrent de eeuwwisseling, werd een record bereikt: de paasos, die de eerste prijs met bijzondere vermelding in Luik behaalde, woog ruim 1.000 pond en werd verkocht voor duizend gouden francs, toen gelijk aan 480 gulden.
De os, bestemd voor Luik, werd van "Bluijssens Broek" door drie personen, waaronder de baas van "Bluijssens Broek", naar het dorp Asten bij een der firmanten voorgeleid, om zich nogmaals te laten bewonderen en verder naar het station Deurne geleid, waar hij werd ingeladen in een speciale veewagen, die hem rechtstreeks naar Luik bracht. De geleiders gingen mee, totdat de paasos zijn plaats op de tentoonstelling had ingenomen.
Een boer of een zakenman, die dit leest, zal direct het rendement van zulk een boerderij in twijfel trekken en in het algemeen met recht.
Jan Bluijssen heeft dit probleem opgelost. Een dorpsvriend van hem vroeg hem eens: "Heer, ge moet op het "Broek" elk jaar toch wel n'n hoop toegeven". Jan Bluijssen antwoordde: "Toch nie. Frits, het "Broek" brengt 4% op, mer dan reken ik er 2 voor pleizier".
Bij de verdeling van de boedel van de weduwe Bluijssen-van den Dries (zie boven) werd Johan Bluijssen eigenaar van "Bluijssens Broek", waartegenover hij het erfdeel van zijn vrouw, Catharina van den Heuvel, in de firma A. Bluijssen Zonen had ingebracht.
Bij de gedwongen liquidatie van de firma A. Bluijssen Zonen in 1907 werd, na enige vergeefse pogingen om het landgoed buiten de boedel te houden, "Bluijssens Broek" openbaar verkocht en de opbrengst op grond van hoofdelijke aansprakelijkheid aan de boedel toegevoegd.

De firma Bluijssen gaat in 1907 failliet: 400 werknemers werkloos, waarvan 100 in Asten. De Bluijssens verdwijnen uit Asten. In de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 12-08-1907 verkoopt Johannes Bluijssen het vee en in dezelfde krant van 10-10-1907 het landgoed Bluijssens Broek:

05 06

Het landgoed komt in bezit van de 'Maatschappij tot aan en verkoop van Onroerende Goederen Waldemar te Helden' en de pachtboerderij van de Bluijssens komt in 1918 in bezit aan Jacobus Zonneveld en vervolgens in 1924 in bezit van Johannes Verhoeven.

De schuur van de pachtboerderij aan de andere zijde van de straat, die in 1885 bijgebouwd is, wordt in 1922 omgebouwd tot woning en wordt gekocht en bewoond door Francis van Bussel.

Daarna volgen in 1924 en 1933 nog nieuwe woningen en het aantal huizen in Bluijssens Broek is hiermee opgelopen tot vijf.

Onder in de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant van 18-02-1928 verzoeken de bewoners van Voordeldonk om verbetering van de weg door Bluijssens Broek en rechts in dezelfde krant van 03-09-1931 de uitbreiding van het electrische net naar Bluijssens Broek.

07

08